Netwerk Magazine april 2014

DE CENTRALE DRAAIT OP
STEENKOOL EN HEEFT DE
MOGELIJKHEID OM BIOMASSA
MEE TE STOKEN
2,5
miljoen
netwerk nr. 3 - APRIL 2014
DE NIEUWE EEMSHAVEN­
CENTRALE LEVERT STRAKS
VOLDOENDE STROOM VOOR 2,5
MILJOEN HUISHOUDENS
Eemshavencentrale, 10.03.14, 11:02, 53°26'659''N, 6°52'132''E
6.000
46
%
2x 800
megawatt
DE TWEE CENTRALES
OP HET TERREIN LEVEREN
ELK 800 MEGAWATT
megawatt
HET ELEKTRISCH RENDEMENT
VAN DE HYPERMODERNE
EEMSHAVENCENTRALE IS
46,2%. DAT IS TIEN PROCENT
MEER DAN DE BESTAANDE
KOLENCENTRALES IN
NEDERLAND
IN MAART 2013 STOND ER VOOR 2.140
MEGAWATT AAN ­WINDMOLENS OP
LAND OPGESTELD. DAT MOET IN 2020
6.000 MEGAWATT ZIJN. OP ZEE MOET DAN
EEN GEZAMENLIJK VERMOGEN VAN 4.450
MEGAWATT OPGESTELD STAAN
140
50.000
medewerkers
DE EEMSHAVENCENTRALE IS
EEN VAN DE MODERNSTE TER
­WERELD. ALS DEZE LATER
DIT JAAR IN BEDRIJF IS, ZAL
ZE BEMAND WORDEN DOOR
­ONGEVEER 140 MEDEWERKERS
ENERGIE
TRANSITIE
Centrale en lokale opwekking
93
%
VAN ONZE ENERGIE
KOMT UIT FOSSIELE
BRANDSTOFFEN
gaan hand in hand
is een uitgave van ENEXIS
NEDERLAND TELT ONGEVEER
4.000
AAN HOOGSPANNINGSLIJNEN
km
ton
ZEESCHEPEN MET EEN LADING
TOT 50.000 TON STEENKO­
LEN K
­ UNNEN DE HAVEN VAN
DE EEMSHAVENCENTRALE
­BINNENVAREN
ER LIGT ONGEVEER
300.000
ELEKTRICITEITSKABEL ONDER DE GROND
km
4,5
miljoen
NETBEHEER NEDERLAND
­ ERWACHT DAT IN 2050 OP
V
4,5 MILJOEN NEDERLANDSE
­ AKEN ZONNEPANELEN LIGGEN
D
40
%
DE ENERGIE DIE EEN
ZONNEPANEEL IN
NEDERLAND OPVANGT
BESTAAT VOOR 40% UIT
DIRECT ZONLICHT EN 60%
INDIRECT ZONLICHT
INHOUD
GEVELISOLATIE HOUDT HET HUIS
WARM IN DE WINTER, KOEL IN DE
ZOMER EN ZORGT VOOR EEN FORS
LAGER ENERGIEVERBRUIK
4x
ONS ELEKTRICITEITSVERBRUIK
IS SINDS 1950 4X ZO HOOG, MAAR
VANAF 2005 STABIEL
STIENTJE VAN VELDHOVEN
Tweede Kamerlid D66
CORNÉ VAN LOON
Senior assetmanager bij Enexis
1.000
ZONNEPANELEN HELPEN BEWONERS
OM ZELFVOORZIENEND TE ZIJN OP HET
GEBIED VAN ENERGIE
huurwoningen
DEZE WONING IS EEN VAN 1.000
HUURWONINGEN DIE TOT EIND
2014 GERENOVEERD WORDEN
TOT ENERGIENEUTRALE
WONINGEN. DIT GEBEURT ONDER
DE VLAG STROOMVERSNELLING.
DOEL IS OM IN TOTAAL
111.000 HUURWONINGEN
ENERGIENEUTRAAL TE MAKEN
7,5
‘Alle elektriciteit die niet
verbruikt wordt, wordt
teruggeleverd aan ons netwerk’
‘Netwerkbedrijven spelen een
cruciale rol bij het bepalen van
de architectuur van de energie
van de toekomst’
28
08
cent
VOOR CONSUMENTEN
DIE SAMEN MET ANDEREN
DUURZAAM ELEKTRICITEIT
OPWEKKEN, DAALT DE
ENERGIEBELASTING IN
2014 MET 7,5 CENT PER
KILOWATTUUR
CLAUDIA UMLAUF
Beleidsadviseur bij Vereniging Eigen Huis
393.410
woningen HEBBEN IN 2012
EEN ENERGIELABEL GEKREGEN.
EIND 2012 BESCHIKTE 33%
VAN DE WONINGEN OVER EEN
ENERGIELABEL
3,1
OP ELKE 100.000
NEDERLANDERS
ZIJN ER 3,1 LOKALE
ENERGIE-INITIATIEVEN
BEKEND
‘De energieconsument ­verlangt
steeds meer o
­ nafhankelijkheid’
‘Het is mooi werk. Ook omdat
je veel verantwoordelijkheid
krijgt’
31
19
06 INLEIDING
Manager strategie Realisatie
Bram Alkema over Enexis’ visie
op de energietransitie
13 IN BEELD
Van techniek naar kunst
Stadskanaal, Purmerlaan 16, 14:12, 52°59'503''N, 6°57'389''E
HET RENDEMENT VAN INVESTEREN IN
VLOERISOLATIE IS VERGELIJKBAAR MET
EEN RENTE VAN 8% OP EEN SPAARREKENING.
SPOUWMUURISOLATIE HEEFT ZELFS EEN
RENDEMENT VAN 12%
ALEXANDER
VREENEGOOR,
Elektromonteur
14 ACHTERGROND
De opkomst van lokale
­energie-initiatieven
23 KORT
Nieuws van Enexis
24 MATERIAAL
Slimme OVL-schakeling geeft
gemeente de regie
26 OVERZICHT
Samenwerking tussen overheid
en Enexis
28 LOKAAL
De bouw van een nieuw
­hoogspanningsstation
32 REPORTAGE
Enexis werkt aan een
­innovatieve biogasleiding
38 TOEKOMSTVISIE
De route naar de zelfvoor­
zienende consument
APRIL 2014 05
INLEIDING
Door BRAM ALKEMA
Manager strategie Realisatie Enexis
‘De energiekeuzes
huizen van de
‘De
toekomst
die
klanten zullen
de
energiefabriekjes
komende
jaren gaan
zijn. Burgers
voorzien
maken
zijn zeer
zich zoveel
ongewis.
Permogelijk
straat
zelf dat
vanverschillende
energie. We
kan
nemen deopleveren’
touwtjes
scenario’s
weer in eigen handen’
Wil Kling, hoogleraar Electrical Energy
‘Dankzij
de hechte
‘De energiekeuzes
gemeenschap
zijn
die klanten de
mensen
vrij gemakkelijk
komende
jaren gaan
enthousiast
tezeer
maken
maken zijn
voor
lokale initiatieven.
ongewis.
Per straat
Energie
een mooi
kan datisverschillende
thema
om mensen
in
scenario’s
opleveren’
beweging
te krijgen’
Wil Kling, hoogleraar Electrical Energy
Systems, over de moeilijkheden van de
Marcel Kloprogge, initiatiefnemer van de
energietransitie, pag. 20
coöperatie Duurzame Energie Haaren, over
de voortrekkersrol van coöperaties in de
energietransitie, pag. 14
‘Als team in opleiding
worden we nog redelijk
gestuurd. Als we
dat traject hebben
afgerond, mogen we
onze werkzaamheden
zelf inplannen. Die
verantwoordelijkheid
wil ik graag krijgen’
Alexander Vreenegoor, elektromonteur,
over de vakopleiding van Enexis. Alleen met
vakmensen is het net vitaal te houden, pag. 19
Systems, over de moeilijkheden van de
Marcel Bullinga, futuroloog, over de
energietransitie, pag. 20
toekomst van lokale energie, pag. 14
WILLEN WE ALS NETBEHEERDER EEN ­KATALYSATOR ZIJN
VAN DE ENERGIETRANSITIE EN ZETTEN WE DAAROM AL
ONZE KAARTEN EN BUDGETTEN IN OP I­ NNOVATIE? OF
PAST ONS EEN MEER BEHOUDENDE STRATEGIE?
D
decentraal wordt opgewekt
via bijvoorbeeld zonnepanelen
of biogasinstallaties. De vraag
die we ons bij Enexis steeds
06
Stientje van Veldhoven, Tweede Kamerlid D66 en woordvoerder
op (onder meer) het dossier duurzaamheid, over de rolverdeling
tussen overheid, energie- en netwerkbedrijven in de toekomstige
energievoorziening, pag. 08
‘Enexis moet vooral
haar klant kennen,
andersom hoeft niet per se’
Claudia Umlauf, beleids­adviseur bij ­Vereniging
Eigen Huis, over netbeheer nieuwe stijl, pag. 31
STEVIG IN DE STARTBLOKKEN
e huidige energienetten in Nederland
zijn van een hoge
kwaliteit. Hoewel ze aangelegd
zijn in een tijd dat energie een
kwestie was van eenrichtingsverkeer – van energiecentrale
naar consument – zijn ze kwalitatief zwaar genoeg om nog
lange tijd mee te gaan. Zelfs
als de energietransitie versnelt en steeds meer energie
‘Netbeheerders hebben een spil­
functie. Ze zullen in heel nauwe
afstemming met de overheid en
marktpartijen moeten beoordelen
wat nodig is in Nederland’
stellen is: wanneer komt het
kantelpunt? Wanneer zijn er
zoveel windmolens of daken
met zonnepanelen dat kostbare
investeringen in het energienet
nodig zijn om de betrouwbaarheid ervan te waarborgen?
Deze werkzaamheden moeten
we goed timen. Het is onze
maatschappelijke en economische plicht om de hoge
kwaliteit van onze energie-infrastructuur te borgen. Dat
vraagt om een afgewogen vervangings- en onderhoudsplan.
Te snel investeren is kostbaar.
De techniek ontwikkelt zich in
zo’n hoog tempo dat er steeds
meer mogelijkheden komen
om het net te verbeteren.
Hierdoor is minder verzwaring
nodig, en dat is duurzamer en
economischer. Het loont dus
om een bepaalde investering
niet nu, maar pas over vijf
jaar te doen – wanneer deze
ingreep ook echt nodig is. De
impact van lokale duurzame
opwekking op de energievoorziening is vooralsnog klein.
Er zijn coöperaties met grote
plannen, maar die hebben nog
te weinig slagkracht. Verder
zijn er veel kleinere coöperaties, bijvoorbeeld in dorpen,
die wel aan de weg timmeren.
Maar hun bijdrage is bescheiden en noopt ons op dit
moment nog niet tot aanpassing van het net. Door goed op
te blijven letten kunnen we de
ontwikkelingen voorspellen
en voor blijven. Er liggen niet
opeens binnen een jaar zonnepanelen op 25 procent van
alle daken in Nederland. Maar
als het zo ver is, moeten we het
net al wel verzwaard hebben.
Wat dat betreft is het voor
ons belangrijk om stevig in
de startblokken te staan. We
bereiden ons goed voor op de
ontwikkelingen die komen.
Zo doen we veel ervaring op
in onze proeftuinen in Zwolle
en Breda, waar we samen met
andere partijen de energiewijken van de toekomst hebben
gerealiseerd. Ook werken
we nauw samen met lokale
energiecoöperaties. We helpen
hen bij de realisatie van hun
ideeën en leren hier zelf van.
Met een initiatief als Buurkracht richten we ons direct op
buurtbewoners die praktische
bespaardoelen willen realiseren in hun buurt.
We investeren op een beheer­s­­­te manier in onze netten
– we werken immers met
maatschappelijk geld. Deze
benadering heeft alleen kans
van slagen als ons vakmanschap goed op peil blijft.
Vakmanschap is niet alleen
nodig voor het bedenken van
innovatieve technieken, maar
ook om aantrekkelijk te blijven
als werkgever. Netbeheerders
spreken van een dubbele
vergrijzing: bij onze netten én
vakmensen. Daarom leiden
we zelf veel monteurs op. Hun
ideeën versnellen vervolgens
de technische ontwikkelingen
bij Enexis.
Tegelijkertijd willen we als
netbeheerder ook de energie­
transitie faciliteren. Dat doen
we door te werken aan een
goede infrastructuur. Maar
bovenal investeren we in een
goede relatie met alle partijen,
van politiek tot ondernemers,
die samen met ons aan de
energietransitie werken. Want
een soepele energietransitie
vraagt niet alleen om goede
voorbereiding, maar ook om
gezamenlijke doelen en de
wil en slagkracht om deze te
halen.
APRIL 2014 07
INTERVIEW
Den Haag, Lange Vijverberg, 52°4'779''N, 4°18'793''E
Stientje van Veldhoven, Tweede Kamerlid D66, over de rolverdeling tussen
overheid, netwerk- en energiebedrijven in de toekomstige energievoorziening
‘NETWERKBEDRIJVEN
SPELEN EEN CRUCIALE
ROL IN DE ARCHITECTUUR
VAN DE ENERGIE­VOOR­
ZIENING VAN MORGEN’
08
APRIL 2014 09
Interview
TEKST GERHARD SLUITER
FOTOGRAFIE JAAP VAN DEN BEUKEL
De energie van de toekomst: weidse vergezichten
van transmissie en wind op zee, maar ook heel
kleinschalig, als het gaat om huishoudens die zelf
energie gaan leveren. Stientje van Veldhoven,
woordvoerder duurzaamheid van D66, weet over beide
kanten bevlogen haar verhaal te doen. ‘Netbeheerders
hebben een spilfunctie. Ze zullen in heel nauwe
afstemming met de overheid en marktpartijen moeten
beoordelen wat nodig is in Nederland.’
je hebt een marktmeester nodig die de prijzen
vergelijkbaar maakt. Vervuiling hoort een prijs
te hebben, dan zou de overheid verder minder
hoeven te sturen. Maar helaas doet het kabinet
het tegenovergestelde en schaft het de kolenbelasting af.’
van hun netten. De ontwikkeling van smart
grids is heel belangrijk op de weg naar de energievoorziening van de toekomst. Die zijn nodig
zodat de consument op basis van de tarieven
van dat moment kan afwegen of hij wel of niet
gebruik wil maken van elektriciteit.’
De overheid heeft via de netwerkbedrijven natuurlijk wel een vinger in de
pap. ‘Netwerkbedrijven zullen uiteindelijk een
Hoe ziet u de verschillende rollen van
energiebedrijven, netwerkbedrijven en
overheid op weg naar de energievoorziening van morgen? ‘De energiebedrijven
cruciale rol spelen in de architectuur van de
energievoorziening van de toekomst. Zij rollen
die immers uit. Keuzes die moeten worden
gemaakt: Hoe richten we een net op zee in? Investeren we in grote hoogspanningsleidingen of
juist extra in kleinschalige lokale opwekking?
Hoe gaat de landelijke netbeheerder om met
de aansluitingen over de grens? Over al die belangrijke beslissingen zullen de netbeheerders
ongetwijfeld ook met de overheid de discussie
aangaan.’
Belangrijke vragen. Welke antwoorden
horen daar voor u bij? ‘Die interconnectie
Want? ‘Het ambitieniveau kan hoger. Kijk
e energie van de toekomst zal in elk
geval een schonere moeten zijn. U zult
wel blij zijn met het Energieakkoord dat
het kabinet heeft gesloten met bedrijfsleven, milieubeweging en vakbonden.
‘Ik heb gemengde gevoelens. Ik ben blij met een
breed gedragen akkoord, en zeker ook met de
stabiliteit in beleid die zo’n akkoord met zich
meebrengt. De aanpak van energiebesparing
in de gebouwde omgeving krijgt een goede impuls. Er lijkt een oplossing te komen voor salderen buiten je eigen dak. Aan de andere kant:
mooi dat er consensus is, maar maatschappelijk
ligt er geen optimaal akkoord.’
10
bijvoorbeeld naar de afspraken over het sluiten
van kolencentrales. De manier waarop vervolgens compenserende maatregelen voor de
eigenaren worden ingebouwd, onder andere
door het afschaffen voor onbeperkte tijd van
kolenbelasting, roept de vraag op of de prijs
die daarvoor betaald wordt niet te hoog is. Het
akkoord loopt maar tot 2020, hooguit 2023,
zonder doorkijkjes naar 2030 of 2040. Het is
ook een erg Nederlands akkoord, terwijl de
markt allang internationaal is.’
Ontbreekt het de overheid aan visie?
‘Zeker. Neem bijvoorbeeld de grote kloof
tussen de kosten van energie voor de samenleving en de kosten op de markt. De kosten
voor vervuiling tellen op de markt niet mee;
vind ik heel belangrijk. Om de energietransitie
zo goedkoop mogelijk te laten plaatsvinden,
kun je gebruikmaken van de voordelen die
landen hebben bij het opwekken van bepaalde
vormen van duurzame energie. In Noorwegen
is bijvoorbeeld waterkracht heel belangrijk, de
zuidelijke landen kunnen goedkoper gebruikmaken van zonne-energie. Om die voordelen
te benutten, moeten de muren tussen landen
verdwijnen. Het vraagt om een publiek besluit
over de noodzakelijke investeringen. Je kunt
dat niet volledig aan de markt overlaten, omdat
sommige investeringen wel een publiek belang
dienen, maar voor marktpartijen niet optimaal
hoeven te zijn. En om de doelstellingen van
het Energieakkoord te halen, moeten we snel
beginnen met wind op zee.’
En de discussie lokale versus centrale
opwekking? ‘Een aantal centrales zullen
we zeker houden. Maar decentrale opwekking
gaat steeds belangrijker worden. De overheid
voert al een stimuleringsbeleid wat betreft het
opwekken van je eigen energie via subsidies en
fiscale voordelen. De netbeheerders zullen daar
rekening mee moeten houden bij de inrichting
zullen goed moeten inspelen op veranderingen
in de markt. Je ziet dat de vraag naar l­okale
energieconcepten, die uitgaan van eigen opwekking, groeit. Wat je op lange termijn zou
kunnen krijgen als bijvoorbeeld zonne-energie
steeds effectiever wordt, is een soort capaciteitsabonnement, vergelijkbaar met wat je in
telefonie hebt gezien: je betaalt niet meer per
kilowattuur maar voor een bepaalde capaciteit
die je wilt afnemen. De netbeheerder moet die
nieuwe ontwikkelingen “vertalen” in de effec-
‘VERVUILING HOORT EEN
PRIJS TE HEBBEN, DAN ZOU
DE OVERHEID VERDER MINDER
HOEVEN TE STUREN’
ten op het netwerk. En ze kunnen wellicht een
rol spelen bij ontwikkelingen die we uit maatschappelijk oogpunt graag zien, maar die niet
via de randvoorwaarden van de markt tot stand
komen. Denk bijvoorbeeld aan energiemaatregelen in bestaande gebouwen met een lange
terugverdientijd. Consumenten zullen daar
niet snel in meegaan en voor marktpartijen
kan een echt langjarig concept aanbieden ook
lastig zijn. Maar wellicht dat netbeheerders wél
een interessante aanbieding kunnen doen. De
overheid kan daar ook een rol in spelen. Door
financiële prikkels en investeringen kan de
overheid gewenste ontwikkelingen versnellen.’
APRIL 2014 11
IN BEELD
Interview
Rico Pronk
STIENTJE VAN
VELDHOVEN (40)
Tweede Kamerlid
voor D66
Woordvoerder
duurzaamheid,
mobiliteit,
ruimtelijke ordening,
fractiesecretaris, lid
van het presidium
> Fractiesecretaris
> Lid van het
presidium
‘NETBEHEERDERS MOETEN SLIMME MANIEREN
VINDEN OM DE KOSTEN VAN DE AANPASSING
VAN DE NETTEN AANVAARDBAAR TE HOUDEN’
De netbeheerders zijn dus in de eerste
plaats volgers van de ontwikkelingen?
‘Ze zijn faciliterend, maar ook bepalend. Het is
belangrijk dat zij slimme manieren vinden om
de maatschappelijke kosten van de aanpassing
van de netten binnen de perken te houden.
Niet in de laatste plaats om het draagvlak voor
noodzakelijke veranderingen zo groot mogelijk
te maken. Netbeheerders hebben een spilfunctie, dus zullen ze in heel nauwe afstemming
met de overheid en marktpartijen moeten
beoordelen wat nodig is in Nederland.’
rijk. Mensen moeten daarbij wel de keuzemogelijkheid hebben om zelf te bepalen of de
meter op afstand uitleesbaar is. Ik denk dat
12
RESPECT VOOR TECHNIEK
Is dynamiek in de tarieven, bijvoorbeeld
kwartiertarieven, dé manier om het gedrag van de consument te veranderen?
‘Meer variatie in de stroomprijs, op basis van
de echte prijs in de markt, is belangrijk. Maar
het hoeven niet per se kwartiertarieven te zijn.
Als je verschillende uurtarieven hebt, helpt dat
ook. Vroeger had je dag- en nachttarieven en
dat werkte al redelijk. Dus met een piektarief
tijdens de drukke uren ’s ochtends en ’s avonds,
en voor de rest een daltarief, kun je al een eind
komen. Dan kunnen mensen daar hun gedrag,
als ze dat willen, op afstemmen. Apparatuur
wordt natuurlijk ook steeds meer instelbaar op
tijden. Dat gaat ook helpen.’
BEELD RICO PRONK
Een instrument om de energievoorziening van de toekomst dichterbij te
brengen, is de slimme meter. Gaan de
verschillende partijen goed om met de
aanbieding? ‘Die aanbieding is heel belang-
mensen de voordelen sneller zullen herkennen
als ze stroom kunnen gebruiken op momenten dat die goedkoop is. De ontwikkeling van
dynamische tarieven moet hand in hand gaan
met de aanbieding van slimme meters.’
Rico Pronk maakt verlichtingskunstwerken
van authentieke industriële verlichtings- en
schakelmaterialen. Zijn
werk varieert van een
redesignfabriekslamp
tot grotere schakelkasten met dimmers,
schakelaars en antieke
ampère- en voltmeters.
Oude techniek krijgt bij
Pronk een nieuw gezicht.
De materialen waarmee
hij werkt, zijn afkomstig
van oude fabrieken uit de
eerste helft van de vorige
eeuw. Hij verzamelde
alles zelf tijdens vele
bijzondere reizen door
Europa. De ­onderdelen
staan voor hem symbool
voor het maken van verbindingen, energie en het
aansturen daarvan. Met
de verkoop van redesign-­
fabriekslampen geeft hij
het verhaal achter het
materiaal door, om zo het
respect voor techniek
terug te brengen.
www.ricopronkstukken.nl
APRIL 2014 13
ACHTERGROND
Enexis gaat in zee met coöperaties
14 2,4
GRONINGEN
54
AANTAL
INITIATIEVEN
8,3
FRIESLAND
Per provincie
Per 100.000 inwoners
45
Nederland telt per
100.00 inwoners 3,1
initiatieven.
Het totaal aantal
initiatieven is 516,
waarvan 269 online en
247 ­offline artikelen.
Van 505 i­ nitiatieven
is bekend in welke
provincie ze gevestigd
zijn. Het is echter
goed mogelijk dat
er bijvoorbeeld in
Groningen nog heel
veel initiatieven ‘onder
de radar’ zitten.
9,2
DRENTHE
2,2
61
NOORD-HOLLAND
4,3
50
13 3,3
FLEVOLAND
OVERIJSSEL
Lokale energie heeft de toekomst. Burgers
­verenigen zich steeds vaker in energiecoöperaties.
Voor Enexis zijn deze voorhoedespelers in de ener­
gietransitie interessant om mee samen te werken.
‘Je moet het niet voor burgers organiseren, maar
met burgers’, vindt bestuurslid Marcel Kloprogge
van de coöperatie Duurzame Energie Haaren.
ENERGIE IN
EIGEN HAND
2,9
1,0
38
47
58
3,8
GELDERLAND
ZUID-HOLLAND
UTRECHT
3,4
86
3,4
13
ZEELAND
NOORD-BRABANT
56 55
LOKAAL ACCELEREERT
Het aantal lokale
energiecoöperaties
groeit in een rap tempo.
In deze grafiek het aantal
nieuwe initiatieven per jaar.
2,3
LIMBURG
26
3
2008
14
26
6
17
Bron: HIER opgewekt
2009
2010
2011
2012
2013
TEKST JOOST BIJLSMA
uizen van de toekomst
­zullen energiefabriekjes zijn.
­Burgers voorzien zich zoveel
­mogelijk zelf van energie.
Hun productie-­eenheden zijn
gekoppeld aan een slim netwerk
dat handel in energie mogelijk maakt en overschotten en
tekorten in balans brengt. Op
slimme meters zitten knoppen
waarmee gebruikers kunnen
kiezen voor standen zoals ‘comfort’ of ‘economisch’. Zo stellen
ze in of ze de zelf opgewekte
energie ook zelf consumeren of
verkopen.
Dit toekomstbeeld schetst
Marcel Bullinga. De futuroloog twijfelt er geen seconde
aan dat we allemaal energie
gaan produceren. Het accent in
de opwekking van energie verschuift volgens hem van centraal naar decentraal. En wat
betreft het energienet gaat het
van een- naar tweerichtingsverkeer, verwacht hij. Voor
Bullinga staat nu al vast dat de
trend naar lokaal en zelfvoorzienend doorzet. Waarom? ‘We
besteden jaarlijks 300 miljard
euro aan energie van buiten de
Europese Unie. Die verspilling
is extreem. Dat kunnen we ons
niet blijven permitteren.’ Daar
komt volgens de futuroloog bij
dat burgers en bedrijven zelf
het initiatief naar zich toe willen trekken. ‘We hebben nagenoeg alles uit handen gegeven
aan de overheid. Die is verworden tot een onbegrijpelijk
kaartenhuis van tegenstrijdige
lokale, regionale en Europese
deelbelangen. Die trend wordt
langzaam gekeerd. We nemen
de touwtjes weer in eigen
handen.’ Bullinga verwacht dat
de nieuwe energiebedrijven
daarom lokaal georganiseerd
zullen zijn.
Opkomst energie­
coöperaties
De eerste contouren van een
lokaal georganiseerde energievoorziening worden al zichtbaar. Burgers en ondernemers
verenigen zich steeds vaker
in collectieven die duurzame
energieprojecten en energie­
besparingsacties op touw
zetten. Nederland kent nu 516
coöperaties en burgerinitiatieven met deze missie. Dat er iets
aan het veranderen is, blijkt uit
het Energieakkoord, dat een
halfjaar geleden werd gesloten
door ruim veertig organisaties.
De belangenbehartiger van
energiecoöperaties, e-Decentraal, was daar een van. Die
APRIL 2014 15
Achtergrond
16
WELKE ­PLANNEN
HEBBEN
­COÖPERATIES?
Van 272 initiatieven
is bekend met welke
energiebronnen zij bezig
zijn. Initiatieven kunnen
zich ook bezighouden met
meerdere bronnen. Niet alle
initiatieven zijn al bezig met
het daadwerkelijk opwekken
van energie, veel zijn zich
nog aan het oriënteren.
22,4
%
BIOMASSA
32
%
WIND
75
%
ZON
7,7
%
WATER
10,7
%
0,4 % AARDGAS
Ambitieuze spelers
De bijdrage van energieco­
operaties mag nog bescheiden
zijn, hun aandeel duurzame
opwekking zal zeker nog
groeien. En het leidt geen
twijfel dat deze lokale organisaties een voortrekkersrol in
de transitie gaan vervullen.
Dat geldt bijvoorbeeld voor
ambitieuze spelers zoals Duurzame Energie Haaren (DEH).
Deze coöperatie timmert aan
de weg met ruim 160 leden in
de Brabantse dorpen Haaren,
Helvoirt, Biezenmortel en
Esch. Ze verenigt dorpsbewoners om de energievoorzie-
ning zo lokaal en duurzaam
mogelijk te maken. Volgens
bestuurslid Marcel Kloprogge
wil DEH groeien naar zo’n
2.500 leden. Dat is ongeveer de
helft van alle huishoudens in
de gemeente. Hij gelooft ook
dat dit kan. ‘Dankzij de hechte
gemeenschap zijn mensen vrij
gemakkelijk enthousiast te
maken voor lokale initiatieven.
Energie is een mooi thema om
mensen in beweging te krijgen.
Dat blijkt onder meer uit de
drie succesvolle acties voor
zonnepanelen en -boilers die
we hebben gehouden. Op zes
procent van alle daken in het
dorp Helvoirt liggen nu zonnepanelen: een grote dichtheid
voor Nederlandse begrippen.
We zijn ook bezig met windenergie, samen met Essent en
een aantal andere coöperaties.
Verder proberen we een goede
gesprekspartner te zijn bij te
ontwikkelen bouwprojecten,
zoals een nieuw verzorgingshuis en een gemeenschapshuis.
We zitten om tafel met de ontwikkelaars en de gemeente. Zo
proberen we te bewerkstelligen
dat ook mogelijkheden voor
duurzame energie of energie­efficiency worden benut.’
Volgens Kloprogge is het de
kunst om altijd onafhankelijk
en in het belang van de leden
te blijven denken en handelen.
In zijn ogen moet zijn coöperatie zelf geen energieleverancier willen worden en geen
leningen aangaan. ‘Het idee is
een beweging, niet een bedrijf.’
Om mooie initiatieven te ontplooien, zoekt DEH bewust de
samenwerking met grote spelers in energie, zoals Essent en
Enexis. ‘We zetten ons niet af
tegen de gevestigde orde, maar
willen ook geen verlengstuk
van een grote speler worden.
0,7 % BIOGAS
organisatie bedong onder meer
een belastingkorting voor
lokaal opgewekte elektriciteit.
Een verdere groei van lokale
duurzame energie kan consequenties hebben voor het net.
Bram Alkema, verantwoordelijk voor investeringen in
infrastructuur bij Enexis, volgt
de opkomst van energiecoöperaties dan ook op de voet. Hij
verwacht niet dat op korte termijn al forse investeringen in
het net van Enexis nodig zijn
als gevolg van de opkomst van
energiecoöperaties. ‘Met het
huidige volume aan duurzame lokale opwekking kunnen
wij prima uit de voeten. Het
bestaande elektriciteitsnet kan
een zekere mate van tweerichtingsverkeer wel aan. Mochten we een golf van groene
investeringen krijgen, zoals we
in 2006 en 2007 hebben meegemaakt met veel wkk’s met
grote volumes productievermogen, dan moeten we meer
doen. Maar de investeringen
voor een eventuele versnelde
transitie, kunnen we prima
opbrengen.’ (Zie kader: ‘Klaar
voor energietransitie’.)
WARMTE
Bron: HIER opgewekt
‘HET IDEE IS EEN
BEWEGING, NIET
EEN BEDRIJF’
We streven naar gelijkwaardige samenwerking, met wederkerige belangen. Daarvoor is
transparantie van beide kanten
vereist. Voor grote partijen is
dat vaak wel even wennen. Zij
zijn gewend om voor burgers
te organiseren, terwijl het effectiever is om het met burgers
te doen.’ Dat moet het credo
zijn bij het samenwerken, vindt
Kloprogge. Dit geldt ook voor
de pilot over efficiënt gebruik
van het net die zijn coöperatie
KLAAR VOOR DE
TRANSITIE
De energietransitie kan
grote gevolgen hebben
voor investeringen in het
gas- en elektriciteitsnet.
Brancheorganisatie Netbeheer Nederland heeft
een schatting gemaakt
wat dit kan betekenen
voor de investeringen door
alle netbeheerders. Zonder
intelligentie aan het net
toe te voegen, zou tot 2050
tussen 20 en 70 miljard euro
nodig zijn. Bram Alkema
van Enexis schrikt niet
van deze bedragen. ‘In
Nederland investeren
netbeheerders jaarlijks
nu al ruwweg twee miljard
euro in infrastructuur. Bij
Enexis is dat ongeveer een
half miljard euro. In dat
perspectief moet je die
schattingen plaatsen.’
Volgens Alkema is Enexis
klaar voor een transitie
naar meer duurzame lokale energie. Het netbedrijf
heeft hiermee kunnen
‘oefenen’ in 2006 en 2007
toen tuinders massaal
overgingen op energie
producerende kassen. Dit
vergde een miljoeneninvestering in verzwaring
in een periode dat nog
flink werd geïnvesteerd
in nieuwe netten. Vanaf
het crisisjaar 2009 stortte
de vraag in. ‘De industrie
heeft daarna niet of nauwelijks meer geïnvesteerd
in zwaardere reguliere en
duurzame aansluitingen.
Om de bestedingsruimte
die daardoor ontstond te
benutten, besloot Enexis
destijds om wat meer te investeren in vervangingen
van elektriciteitsinstallaties en gasleidingen.’
De verwachting was dat
vanaf 2011 de vraag naar
duurzame aansluitingen
zou aantrekken, maar dit
bleef uit, vertelt Alkema.
Het is nu wachten tot de
energietransitie echt doorzet. Mocht dit gebeuren,
dan heeft Enexis volgens
Alkema voldoende capaciteit ‘achter de hand’. Verder investeert het netbedrijf veel meer dan vroeger
in innovatie, anders dan de
reguliere infrastructuur.
Alkema benadrukt dat
het moeilijk is te voorspellen welke kant het
uitgaat met de transitie.
‘Dat kan een heel divers
beeld opleveren. Denk aan
­
wijken bij grote industriële
gebieden die gebruikmaken van restwarmte,
of wijken die geheel op
elektriciteit draaien.
Reden waarom wij graag
meedenken over plannen
voor woonwijken van de
toekomst.’ In grote lijnen
schat hij in dat investeringen in nieuwe ­g­a snetten
de komende dertig jaar
blijven. Ook verwacht hij
op korte termijn nog geen
forse ­verzwaringen in het
­elektriciteitsnet.
APRIL 2014 17
VAKMANSCHAP
Achtergrond
samen met Enexis opzet. Concreet kan Enexis de coöperaties in ieder geval ondersteunen bij het monitoren van hun
energieverbruik (en -opwek)
door versneld slimme meters
te leveren.
Gedragsverandering
Coöperaties zoals DEH zijn
belangrijke samenwerkingspartners met het oog op de
energietransitie, stelt innovator
Maaike Mulder-Pol van Enexis.
‘Zo kan direct contact worden
gelegd met een groep gebruikers met interesse in energie
en innovatie. Enexis kan DEH
direct ondersteunen bij het bewerkstelligen van meer contact
over energie tussen de leden.
Daar komt bij dat coöperaties
een nuttige rol kunnen spelen
in het efficiënt gebruiken van
het net.’ Dat is volgens Mulder-Pol wat Enexis en DEH in
de pilot die ze nu samen opzetten, willen onderzoeken. ‘Er
komt steeds meer aanbod van
elektriciteit als de zon schijnt
of het waait. Terwijl er meer
vraag naar elektriciteit komt
door de opkomst van bijvoorbeeld elektrisch vervoer. De
piek in de levering manifesteert
zich vooral als de zon schijnt,
terwijl de consumptie ’s avonds
piekt, als iedereen terugkeert
van het werk. Dit wordt nog
eens versterkt als steeds meer
auto’s aan de laadpaal gaan.
Het is gunstiger voor het net als
mensen energie gebruiken als
er veel aanbod is, dus overdag,
of als er weinig vraag is, dus
’s nachts.’
Uit de pilot moet blijken in hoeverre een coöperatie als DEH
haar leden kan mobiliseren
om het gebruik te veranderen.
Denk aan: de wasmachine programmeren om overdag de was
18
COÖPERATIES WILLEN HUN LEDEN
GRAAG INZICHT BIEDEN
te draaien of de auto laden op
het moment dat er lokaal elektriciteit wordt opgewekt en de
rest van de elektriciteitsvraag
laag is. Op deze manier kunnen
de leden van de coöperatie gebruikmaken van de elektriciteit
die zelf lokaal door de coöperatie wordt opgewekt. Enexis
wil dit graag faciliteren en
daarnaast de effecten hiervan
onderzoeken. Netbeheerders
kunnen miljardeninvesteringen
voor aanpassingen dempen
door netten slimmer te maken
en consumenten te stimuleren
om het gebruik aan te passen.
Feedback geven
Het belang van de pilot voor
de coöperatie zit hem in het
enthousiasmeren en activeren
van leden. Het is voor co­operaties aantrekkelijk om leden
inzicht te bieden. Daar kan
Enexis mee helpen. Mulder-­
Pol: ‘Door een platform te
maken waarmee we informatie
van slimme meters verzamelen, kunnen we feedback geven
over energieconsumptie en de
hoeveelheid aan het net geleverde elektriciteit. Zo wordt
duidelijk hoe de coöperatie het
doet, maar ook hoe individuele
leden ten opzichte van elkaar
presteren. Gemeenten kunnen
hun energieverbruik al sinds
2011 monitoren op het platform ‘Energie in Beeld’.
Raakvlakken
Enexis ziet de pilot met DEH
als een startschot voor een
intensievere samenwerking
met meerdere coöperaties.
TEKST GERHARD SLUITER
FOTOGRAFIE JAAP VAN DEN BEUKEL
Enexis rekruteert ­voortdurend
nieuwe collega’s om ze
­vervolgens op te leiden tot
vakmensen die het net vitaal
houden. Vier ‘nieuwkomers’
bij Enexis over hun werk.
De netbeheerder wil diensten ontwikkelen die op deze
doelgroep zijn afgestemd.
Ruud van de Meeberg van
het bedrijfsonderdeel Fudura
van Enexis spreekt daartoe
het komende halfjaar met tien
tot twintig coöperaties. Hij
wil dan vooral peilen wat de
behoeften zijn. ‘Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat wij
vertellen wat wel en niet kan.
We gaan op zoek naar raakvlakken voor samenwerking.’
Buurkracht
Dat Enexis iets kan betekenen
voor coöperaties, daarvan is
Van de Meeberg wel overtuigd.
Hij verwacht in de loop van
2014 met een op hun behoeften
toegespitste dienstverlening te
komen. Een inspiratiebron kan
volgens hem Buurkracht zijn.
Dit is een initiatief waarbij
Enexis buurtgenoten helpt bij
het bundelen van krachten om
energie te besparen. Bijvoorbeeld door woningen te schouwen en samen offertes aan te
vragen. Buurkracht-buurten
krijgen versneld slimme meters
om data te genereren die hun
energieconsumptie inzichtelijk
kunnen maken. Van de Meeberg: ‘Wat stimulerend werkt,
is dat je duidelijk kunt maken
wat bijvoorbeeld isolatie oplevert of dat je jouw gebruik met
dat van buren kunt vergelijken.
Zo gaat energie leven.’ Wat
hem betreft is dat het belangrijkste doel van samenwerking
met de coöperaties: ‘Samen
lokale energie tot leven wekken.’
‘EERST GOED
KIJKEN, DAN PAS
AANPAKKEN’
ALEXANDER
VREENEGOOR (21),
elektromonteur
‘Gisteren stond ik tot mijn
enkels in de blubber. Dat zijn
momenten dat ik het werk
even iets minder leuk vind.
Maar dat zijn uitzonderin­
gen. Vroeger heb ik ook wel
in de fabriek gestaan als
CNC-frezer, maar dit is veel
beter: lekker buiten, ook al is
het weleens slecht weer. De
meeste collega’s zijn ouder
dan ik. Vaak hebben ze meer
ervaring en kunnen ze me
nog veel leren. Maar ik kom
uit “de metaal” en soms kan
ik, zo jong als ik ben, mijn
collega’s ook nog wel wat
leren. Als het gaat om mate­
rialen en aandraaimomenten
van bouten bijvoorbeeld.
Mijn niveau 2-opleiding heb
ik inmiddels afgerond en ik
ben nu met niveau 3 bezig.
Echt interessant wordt het
op het volgende niveau, om­
dat we dan veel berekenin­
gen mogen doen. Heel leuk
om toe te passen denk ik,
maar dat is toekomstmuziek.
Op het ogenblik worden we
als realisatieteam, een team
in opleiding, nog redelijk
gestuurd. Als we dat traject
hebben afgerond, mogen we
onze werkzaamheden zelf in­
plannen. Die verantwoorde­
lijkheid wil ik graag krijgen.
Je gaat op pad en kijkt hoe jij
het probleem het beste kunt
oplossen. Ik heb pas een
gesprek gehad en daar kwam
toen uit dat ik te vlug aan het
werk ging. Maar ook dat gaat
steeds beter: eerst rustig
kijken wat het probleem is en
dan pas aanpakken.’
APRIL 2014 19
Vakmanschap
WOUTER DE
RUIJTER (36),
­elektromonteur
‘JE LEERT
VEEL VAN
ERVAREN
COLLEGA’S’
20
MARK VAN DE
GRAAF (24),
­elektromonteur
‘Met z’n tienen zijn we als
groep in september begon­
nen met een zijinstroom­
traject. Dat betekent dat je al
een elektroachtergrond hebt,
maar dat je nog wat kennis
moet bijspijkeren en ook wel
nieuwe dingen moet leren
voor het werk bij Enexis. Na
zes weken mochten we het
veld in om te laten zien wat
we opgestoken hadden. We
gaan deels nog steeds naar
school; misschien ga ik na
dit traject nog wel verder
leren. De lessen hebben me
zeker verder gebracht, mijn
kennis is weer lekker op­
gefrist. En verder leer ik nu
in de praktijk veel van mijn
oudere collega’s, vooral op
het gebied van veiligheid en
de handige kneepjes van het
monteren zelf. Die ervaren
collega’s houden ondertus­
sen ook goed in de gaten dat
we verantwoord bezig zijn.
We moeten modules van
bijvoorbeeld het monteren
van moffen en kasten laten
aftekenen, op school of op
het werk, zodat zeker is dat
we er klaar voor zijn. Verder
krijgen we veel vrijheid om
bijvoorbeeld extra theorie
te oefenen als we dat nodig
hebben.
Wat ik leuk vind aan het
werk? Allereerst de colle­
ga’s. We kunnen heel goed
met elkaar opschieten.
Ik kom uit de installatie­
branche, dus het werk hier
is nieuw voor mij; dat maakt
het spannend en uitdagend.
Minder aangename dingen
ben ik eigenlijk nog niet
tegengekomen, maar ik kom
natuurlijk ook nog maar net
kijken.’
‘Elke dag een nieuwe ver­
rassing. Geen dag is ooit
hetzelfde. Dat maakt het
werken bij Enexis voor mij
zo leuk. En verder de vrijheid
die we krijgen om ons werk
zelf in te delen. Je kunt wel
merken dat Enexis een grote
organisatie is. Je kunt wat
minder makkelijk snel even
iets regelen. Dat is eigenlijk
het enige aspect dat ik wat
minder vind dan bij mijn
vorige werk in de installatie­
branche. Een ander verschil
is dat veiligheid hier hoger in
het vaandel staat. Moet ook
wel, want de stroom is hier
gevaarlijker. Het is niet voor
niks dat we negen van de tien
keer spanningsloos moeten
werken.
We zijn een jong team en
moeten nog veel leren. De
samenwerking is uitstekend.
En er zijn altijd werkvoorbe­
reiders en werkbegeleiders
bij. Dat zijn ervaren mensen
die precies weten waar ze
mee bezig zijn. Collega’s
van wie je veel van kunt
leren. Ook in onze opleiding
hebben we veel geleerd.
In een jaar tijd hebben we
flinke stappen gemaakt als
het gaat om bijvoorbeeld
netkennis en het maken van
verbindingsmoffen middenen laagspanning. Nu doe ik
mbo 3, ik zou hierna wel mbo
4 willen doen en daarna, als
het goed gaat, nog een stap.
Eerst vond ik de schoolbank­
jes wel lastig, maar ik zit er
nu lekker in.’
‘GEEN DAG
IS OOIT
HETZELFDE’
APRIL 2014 21
KORT
Vakmanschap
Website
MARTYN VOS
(34), ­monteur
­storings­wachtdienst
‘HET WERK
MAG NOOIT
EEN SLEUR
WORDEN’
22
‘Lekker afwisselend, ons
werk. Elke week gaan we
twee dagen naar school en
zijn we drie dagen buiten. Ik
volg de opleiding Monteur
Data/Elektra. Bij school moet
je je trouwens niet vooral
schoolbankjes voorstellen.
Meestal zijn we in de praktijk
bezig: dan oefenen we
bijvoorbeeld met aftakmof­
fen, verbindingsmoffen en
eindsluitingen. Eén keer in
de twee weken hebben we
op een van de twee school­
dagen geen praktijk, maar
een theoriedag. Die afwis­
seling is er niet alleen in de
combinatie van school en
werk, maar ook in het werk bij
Enexis. Zeker als ik het ver­
gelijk met mijn vorige baan in
de installatiebranche. En
hier ben je lekker buiten.
Over de doorgroeimoge­
lijkheden bij Enexis ben ik
ook erg te spreken. Nu sta
ik nog aan het begin, maar
als Enexis mij de kansen
biedt, dan wil ik zeker van de
mogelijkheden gebruikma­
ken om verder te studeren.
Het graven van sleuven vind
ik het minst leuke aan mijn
werk. Maar het is wel iets wat
erbij hoort.
Op het ogenblik zijn we een
oudere sectiekast aan het
vervangen, omdat deze niet
meer als veilig genoeg wordt
beschouwd. Verantwoorde­
lijk werk, waar je altijd goed
je hoofd bij moet houden.
Het mag niet een vaste
routine, een sleur worden,
want dan gaat het mis. Maar
Enexis doet er alles aan om
de veiligheid van alle mede­
werkers op de werkplek zo
zeker mogelijk te stellen.’
Relevante
energieinnovaties
Enexis gaat vernieuwend te werk om
de energienetten vitaal te houden.
Alle innovatieve technieken, oplossingen en projecten staan nu op een
overzichtelijke innovatiewebsite:
www.enexisinnovatie.nl. Door het
gebruiksvriendelijke karakter van de
site is het voor de bezoeker eenvoudig om relevante energiedossiers
samen te stellen en te delen via het
aanleggen van de ‘Mijn dossier-functie’.
Het nieuwe medium is bedoeld om te
inspireren met de innovaties die Enexis
bedenkt en gebruikt om het netwerk
betrouwbaar en betaalbaar te houden.
De homepage is een ‘digitale etalage’
van de innovatieprojecten. De site laat
zich makkelijk navigeren langs zes actue­
le energiethema’s, waaronder elektrisch
rijden en energiebesparing. Ieder thema
wordt ingeleid met een coverstory om
context te bieden aan alle gepresenteer­
de innovaties op dat gebied.
De gebruiker kan relevante artikelen
makkelijk delen met belanghebben­
den via mail of sociale media. Ook zijn
complete dossiers samen te stellen en
eenvoudig te verspreiden per mail. Deze
functie wordt inmiddels volop gebruikt
door beleidsmakers. Zij gebruiken dit
om kennis te delen met collega’s en om
portefeuillehouders voor te bereiden op
vergaderingen.
De site zal steeds verder verrijkt worden
met artikelen, video’s en infographics
over nieuwe en bestaande innovaties van
Enexis.
Energienetwerken
Onderzoek
naar uitruil
netwerken
Duurzaam gebouw
KONING OPENT
HOOFDKANTOOR
ENEXIS
Enexis en Alliander gaan
­onderzoeken of ze per 1 januari 2015 de energienetwerken
van Enexis in Friesland en de
Noordoostpolder en die van
Alliander in de regio Eindhoven en Zuidoost-Brabant met
elkaar kunnen uitruilen.
800
duizend aansluitingen
DE UITRUIL GAAT OM
300.000 AANSLUITINGEN
IN FRIESLAND EN DE
NOORDOOSTPOLDER EN
500.000 AANSLUITINGEN IN
DE REGIO EINDHOVEN EN
ZUIDOOST-BRABANT
Klanten die nu verschillende net­
beheerders voor gas en elektrici­
teit hebben, krijgen dan met één
netbeheerder te maken. Een ander
voordeel is dat de netbeheerders
op termijn efficiency-voordelen
behalen die ten goede komen aan
klanten.
Als na onderzoek blijkt dat
er ­inderdaad mogelijkheden
zijn voor het uitruilen van de
­netwerken, wordt een voorstel
daarvoor in de loop van het jaar
ter goedkeuring voorgelegd aan
Raden van Commissarissen en
aandeelhouders.
Ook worden de voorstellen afge­
stemd met ondernemingsraden
en vakbonden.
Het voornemen van Enexis en
­Alliander past binnen het beleid
van het Ministerie van Economi­
sche Zaken om het werkterrein
van de netbeheerders langs pro­
vinciale grenzen te organiseren,
zoals beschreven in het rapport
van de commissie Kist in 2009.
ZIJNE MAJESTEIT KONING
WILLEM­-ALEXANDER HEEFT
OP 29 JANUARI HET NIEUWE
HOOFDKANTOOR VAN ENEXIS
IN DEN BOSCH OFFICIEEL
­GEOPEND.
Bij de feestelijke ingebruikname van het
gebouw De Croon waren onder meer ook
Paul Rüpp (kamerheer van de koning in
Noord-Brabant), Wim van de Donk (com­
missaris van de Koning) en de Bossche
locoburgemeester Jan Hoskam aanwezig.
Tijdens het programma stonden de
kernactiviteiten van Enexis centraal, met
aandacht voor het vakmanschap van de
medewerkers, de toepassing van ICT in de
netten en de ontwikkeling van smart grids.
Willem-Alexander verrichtte de openings­
ceremonie samen met Maarten ­Blacquière,
CFO en waarnemend voorzitter van de
Raad van Bestuur van Enexis. Daarna
kreeg de koning een rondleiding in de nieu­
we expositieruimte van Enexis en voerde
hij gesprekken met Enexis-­medewerkers.
In het vestigingsbeleid van Enexis staat
duurzaamheid centraal. Afgelopen jaar
heeft de netbeheerder drie nieuwe regio­
kantoren geopend – in Venlo, Maastricht
en Zwolle – die grotendeels in hun eigen
energie kunnen voorzien. Ook in het nieu­
we hoofdkantoor aan de Magistratenlaan
in Den Bosch zijn voorzieningen aange­
bracht gericht op energiezuinigheid.
APRIL 2014 23
MATERIAAL
FOTOGRAFIE JEROEN HOFMAN
Met een druk op de knop schakelt en monitort technisch
specialist E
­ rwin Felten (gemeente Venlo) de openbare
verlichting op afstand. Dat is handig bij onderhouds­
werkzaamheden, maar vooral bedoeld om besparingen
te realiseren in het energieverbruik.
75
ontsteekpunten
DANKZIJ DE SLIMME ­
OVL-METER KAN DE GEMEENTE
ZELF BEPALEN WANNEER DE
OPENBARE VERLICHTING AANOF UITSCHAKELT. DIT KAN IN
VENLO AL BIJ 75 ZOGEHETEN
ONTSTEEKPUNTEN
< AAN / UIT >
50
lichtmasten
ENEXIS EN DE
GEMEENTE VENLO
EXPERIMENTEREN
MET EEN N
­ IEUWE
TECHNIEK VOOR
DE AANSTURING
VAN OPENBARE
­VERLICHTING
(OVL). NU NOG
MET 06-­NUMMERS,
MAAR IN DE
­TOEKOMST OP
BASIS VAN IP-­
ADRESSEN.
Met behulp van de z­ogeheten slimme OVL-meter
kan de gemeente Venlo
zelf bepalen wanneer
ze openbare verlichting
­a an- of uitschakelt. Bij
een evenement kan het
langer branden, bij onderhoudswerkzaamheden
kan de gemeente flexibel
schakelen. Defecten
kan Enexis voortaan zelf
opsporen, doordat via de
meter zichtbaar is waar
geen stroom geleverd
wordt. Hierdoor is ze niet
meer aangewezen op
meldingen van omwonenden. Daarnaast biedt
de OVL-meter inzicht
in het verbruik, zodat
de gemeente haar doelstellingen op het gebied
van energiebesparing en
CO2-reductie kan realiseren.
Enexis sluit de slimme
OVL-meters in de transformatorstations aan op
24
de bestaande ontsteekpunten voor openbare
verlichting. De ontsteekpunten, waar ongeveer
veertig à vijftig lichtmasten achter zitten, worden
aangestuurd met een
toonfrequentsignaal. Dit
signaal zorgt er op afstand
voor dat tegelijkertijd
openbare verlichting
aan- of uitschakelt in een
bepaald gebied. Rond het
tijdstip dat het donker
wordt bijvoorbeeld.
ACHTER IEDER
ONTSTEEKPUNT ZITTEN
ONGEVEER VIJFTIG
LICHTMASTEN
Het sturen gebeurt nu
nog via het gsm-netwerk
GPRS. Die belt op de
meter in om de verlichting
aan of uit te zetten of om
de verbruiksgegevens uit
te lezen. De volgende stap
is dat het proces volledig
wordt afgewikkeld op
basis van IP-adressen. In
de gemeente Venlo zijn
75 ontsteekpunten van
een slimme OVL-meter
voorzien.
APRIL 2014 25
OVERZICHT
FOTOGRAFIE JEROEN HOFMAN
70
gemeenten
50
%
23,2
CONVENTIONELE LAMPEN
VERVANGEN DOOR ­
LEDVERLICHTING GEEFT EEN
ENERGIEBESPARING VAN 50%.
HET PLAATSEN VAN DIMMERS
GEEFT DAARNAAST EEN
ENERGIEBESPARING
VAN 15%
2
%
VAN DE ENEXIS-KLANTEN
HEEFT AFGELOPEN
JAAR EEN STORING
MEEGEMAAKT
miljoen
IN 2013 INVESTEERDE ENEXIS 125
MILJOEN EURO IN DE VERVANGING
VAN DE NETTEN. IN 2020 IS DAT
NAAR VERWACHTING 310
MILJOEN
101
minuten
uur
EEN STORING WAS
GEMIDDELD NA 1 UUR
EN 41 MINUTEN
OPGELOST
ALS EEN STORING IN DE
OPENBARE VERLICHTING
LEIDT TOT EEN
GEVAARLIJKE SITUATIE,
WORDT DEZE BINNEN
2 UUR VERHOLPEN
23,6
minuten
54
seconden
EEN ENEXIS-KLANT ZAT
IN 2013 GEMIDDELD NOG
GEEN MINUUT ZONDER
GAS
26
125
STEEDS VAKER PLANT ENEXIS DE
WERKZAAMHEDEN IN SAMENSPRAAK
MET LOKALE OVERHEDEN. ZO
VALLEN WERKZAAMHEDEN ALS DE
VERVANGING VAN DE RIOLERING
SAMEN MET ONDERHOUD VAN HET
ENERGIENET. MET 70 GEMEENTEN
WERKT ENEXIS AL IN MEER OF
MINDERE MATE SAMEN
EEN ENEXIS-KLANT ZAT
IN 2013 GEMIDDELD 23,6
MINUTEN ZONDER
STROOM
CONTACT
NIEUWBOUWPROJECTEN, KAPOTTE STRAAT­
VERLICHTING, ­ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN,
STROOMSTORINGEN, HET AFSLUITEN VAN
­WANBETALERS: GEMEENTE EN ENEXIS MOETEN OP
REGELMATIGE BASIS MET ELKAAR SCHAKELEN.
DE CIJFERS IN BEELD.
APRIL 2014 27
LOKAAL
Enexis en TenneT werken samen aan een flexibel net in Dinteloord
TEKST PAUL STEENHOFF
FOTOGRAFIE JEROEN DIETZ
Henk Frenken, projectmanager bij Enexis
110
20
duizend
IN NEDERLAND
STAAN ­ONGEVEER
20.000 HOOG­
SPANNINGSMASTEN
300
IN NEDERLAND ZIJN
ER ONGEVEER 300
HOOGSPANNINGS­
STATIONS
36
miljoen
TENNET ZORGT
DAT 36 MILJOEN
EINDGEBRUIKERS
IN NEDERLAND EN
DUITSLAND STROOM
ONTVANGEN
TENNET
FLEXIBEL NET
Voor een soepele energietransitie is samenwerking nodig. Samen
met TenneT bouwt Enexis een nieuw hoogspanningsstation in
het Noord-Brabantse Dinteloord. In dat gebied is ruimte voor 220
­hectare aan glastuinbouwbedrijven. Deze bedrijven verbruiken
niet alleen grote hoeveelheden elektriciteit, maar leveren ook
stroom terug aan het net.
28
kV
SPANNING VANAF
110.000 VOLT (110
KV) HEET HOOG­
SPANNING
TenneT is de onafhankelijke
beheerder van het landelijk
transportnet voor hoog­
spanning in Nederland. Zij
is verantwoordelijk voor het
hoogspanningsnet dat on­
dergronds en bovengronds
380, 220 en 150 kilovolt (kV)
vervoert.
I
n Dinteloord wordt het nieuwe Agro &
Food Cluster Nieuw Prinsenland gebouwd, aan de A4. Hier is ruimte voor 220
hectare glastuinbouw en 50 hectare bedrijventerrein. ‘Vooral de glastuinbouw verbruikt
veel elektriciteit en levert ook veel elektriciteit
terug aan het net’, zegt Marco Wolfs. Hij is projectleider bij TenneT en verantwoordelijk voor
de bouw van het nieuwe hoogspanningsstation
met 150 kV-kabelverbinding. ‘De behoefte aan
aanvoer en afvoer van elektriciteit is zo groot
dat we niet kunnen volstaan met de bestaande
infrastructuur. Vandaar dat dit nieuwe hoogspanningsstation noodzakelijk is.’
Dubbele zekerheid
In het hoogspanningsstation komt 150 kilovolt
binnen via twee ondergrondse kabelverbindingen die zijn aangesloten op het hoogspanningsstation Roosendaal van TenneT. Wolfs:
‘Het kabeltracé is vijftien kilometer lang en
we zijn bijna klaar met de aanleg. Er worden
twee kabelverbindingen gelegd om in geval van
storing over te kunnen schakelen op de andere
kabelverbinding.’
APRIL 2014 29
COLUMN
Lokaal
Marco Wolfs, projectleider TenneT
Corné van Loon, senior asset manager bij Enexis
FOTOGRAFIE MIEKE MEESEN
Claudia Umlauf
NETBEHEER NIEUWE STIJL
HET IS NIET DE EERSTE VRAAG DIE IK STEL, MAAR IK VRAAG MIJN
VRIENDEN WELEENS WIE HUN NETBEHEERDER IS. DAN FRONSEN
ZIJ HUN WENKBRAUWEN. ‘DAT IS TOCH DEGENE DIE DE KABELS
VERZORGT?’
90°
EEN GRONDKABEL VOOR
HOOGSPANNING KAN BIJ
ZWARE BELASTING WARM
WORDEN. DE TEMPERATUUR
KAN TOT 90 GRADEN
CELSIUS OPLOPEN
De 150 kV-kabels komen binnen in de zogenoemde schakeltuin die door TenneT is
gebouwd. In de schakeltuin wordt de stroom
verdeeld en naar transformatoren geleid.
‘De buisgeleider (hoogspanningskabel die is
ontdaan van de isolerende mantel, red.) die op
de vermogenstransformator wordt aangesloten, valt nog onder TenneT, maar de vermogenstransformator die de 150 kV naar 20 kV
transformeert is van Enexis, evenals alle infrastructuur die daarna volgt’, zegt Henk Frenken,
projectmanager bij Enexis.
Bijzonder is dat de output van het hoogspanningsstation bestaat uit 20 kV, daar waar 10 kV
standaard is. Frenken: ‘20 kV gaat rechtstreeks
naar de tuinders die de apparatuur hebben om
de spanning te transformeren naar de gewenste waarde. De energie die naar de particuliere
aansluitingen gaat, wordt naar 10 kV getransformeerd.’
Wkk
‘Vrijwel alle tuinders hebben een wkk, een
warmtekrachtkoppeling’, zegt Corné van Loon,
senior assetmanager bij Enexis. ‘Bij een wkk
30
drijft een aardgasmotor een generator aan die
stroom produceert. De tuinder gebruikt de
elektriciteit, de warmte en de koolstofdioxide
die de wkk produceert. Alle elektriciteit die niet
verbruikt wordt, wordt teruggeleverd aan ons
net waarbij wij het weer terugleveren aan TenneT. Het netwerk en de centrale zijn ingericht
op levering én teruglevering.’
Dat past helemaal in het beginsel dat alle
activiteiten in het Agro & Food Cluster Nieuw
Prinsenland zogenoemd ‘biobased’ zijn. Op het
terrein staat ook een grote suikerfabriek en de
restwarmte van deze fabriek zal weer gebruikt
worden door de tuinders. Verder is voorzien in
de aanleg van windpark Zuid-Dintel en de door
deze molens opgewekte energie zal aan het Agro
& Food Cluster worden geleverd waarbij het
overschot wordt teruggeleverd aan de nieuwe
centrale. Naast dit windpark staan er nog meer
windmolens gepland.
Enexis is inmiddels klaar met alle werkzaamheden in de nieuwe hoogspanningscentrale.
TenneT verwacht het werk aan de hoogspanningskabels snel te kunnen afronden om vanaf
mei de centrale in bedrijf te kunnen stellen.
Claudia Umlauf
is beleids­
adviseur bij
­Vereniging
Eigen Huis.
Zij richt zich
met name op
energievraagstukken.
D
at antwoord kunnen we natuurlijk niet goed rekenen. Maar is
dat erg? De bedrijven die zorgen
voor de aanleg en het onderhoud van
wegen, het spoor, riolering en dataverbindingen ken ik zelf allemaal ook niet bijster goed. Bovendien kan de consument
zijn netbeheerder niet zelf kiezen. Vooral
van belang is dat de netbeheerder de
klant kent. Dan kan hij deze optimaal in
zijn behoefte voorzien. Die klant kent hij
overigens al steeds beter. In energieland
wordt vaker over klanten en steeds minder over aansluitingen gesproken, dus het
gaat de goede kant op.
Maar wat verwacht de consument eigenlijk van de netbeheerder? Natuurlijk wil
de consument weten waarvoor hij betaalt
en vooral of hij niet te veel betaalt. Bijna
twintig procent van de energierekening
van een consument bestaat uit netwerkkosten. Dit is zo’n 330 euro per jaar. Een
beknopte, simpele uitleg van de kosten
is dan wel op zijn plaats. Ook zou het
van goede service getuigen als de klant
te horen krijgt hoe hij de kosten omlaag
kan krijgen via aanpassingen in zijn huis.
Vorig jaar wees Vereniging Eigen Huis de
netbeheerders daar nog op. De vraag was
of zij klanten met onnodig grote gasaan-
sluitingen hierop willen attenderen en
compenseren. Dat wilden ze ook, maar
daar ging wel wat gebakkelei aan vooraf.
De consument verlangt meer van een netbeheerder. Stilzwijgend rekent de klant
op leveringszekerheid. Gelukkig zijn de
periodes dat de stroom in Nederland
uitvalt maar kort en plaatselijk. Maar
door de energietransitie ligt het gevaar
van black-outs op de loer. Het net moet
klaargestoomd worden voor de energievoorziening van de toekomst. Maar wat
betekent dat in de praktijk? Zwaardere
of lichtere netten? Als bedrijven slim
inspelen op vraag en aanbod van energie
en beter leren hoe zij energie kunnen opslaan, dan worden veel netten misschien
zelfs overbodig.
De grootste uitdaging voor de netbeheerder? Dat is wat mij betreft inspelen op de
behoefte van de consument om steeds
onafhankelijker te worden in energieland.
We zijn op weg naar woningen met een
nul op de meter en particuliere netten.
Wat wordt dan de rol van de netbeheerder? Is die uitgespeeld of ontdekt die juist
een nieuwe missie? Voor netbeheerders
zijn het dynamische tijden. Never a dull
moment: op naar netbeheer nieuwe stijl!
APRIL 2014 31
REPORTAGE
TEKST FRANS-JOZEF WILLEMS
FOTOGRAFIE MARTIN WAALBOER
13 KILOMETER
INNOVATIE
IN UITVOERING
Wijster, 28.02.14, 11:32, 52°48'639''N, 6°31'306''E
De dertien kilometer lange leiding
is wellicht de meest innovatieve
gasleiding van Nederland. Het is
het eerste biogasproject van deze
omvang en fungeert als blauwdruk
voor alle toekomstige biogasleidingen die Fudura gaat leggen.
De leiding begint bij het biogasbedrijf Kloosterman in Nieuweroord. Daar wordt ieder uur zo’n 800
kubieke meter biogas geproduceerd
– later wordt dit zelfs zo’n 1.700
kubieke meter. De leiding eindigt
bij de Groen Gas Hub Wijster van
Attero. Daar wordt het ‘ruwe’ biogas
opgewerkt tot aardgaskwaliteit en
wordt het – na controle – ingevoed
op het reguliere gasnet van Enexis
en collega-netbeheerder Rendo.
Zo’n 2.400 huishoudens maken dan
gebruik van het groene gas.
‘Het ruwe biogas verschilt nogal
van aardgas’, vertelt Jean-Paul
Heuts van Fudura. ‘Daar moet je
rekening mee houden met de aanleg
van de leiding.’ Zo kan het gas pas
bij de hub geodoriseerd worden.
Daardoor heeft het gas in de nieuwe
leiding niet die typische aardgasgeur en bestaat het risico dat een
lek minder snel wordt opgemerkt.
Daarom heeft Fudura samen met Attero een aantal maatregelen getroffen om de veiligheid te garanderen.
De leiding komt dieper te liggen dan
aardgasleidingen. Verder liggen er
in de grond twee waarschuwings­
linten met ‘let op biogasleiding’.
Bovengronds wordt de leiding gemarkeerd met markeringspalen.
Door de grote diameter van de
­biogasleiding – 200 of 250
milli­meter – kan de leiding niet
vanaf een haspel gelegd worden.
‘We moeten letterlijk 13 kilometer
aan elkaar lassen in stukken van 24
meter’, vertelt Heuts.
Bij het ontwerp van de verzamel­
leiding is er rekening mee gehouden
dat er in de toekomst meerdere invoedingspunten komen. Er kunnen
dus meerdere biogasbedrijven gebruikmaken van de leiding. ‘Dat is
wat dit werk zo mooi maakt’, vertelt
Heuts. ‘We lopen voorop en kunnen
mensen op ideeën brengen met dit
soort duurzame initiatieven.’
Het project trekt dan ook de aandacht van andere partijen, maar ook
voor Fudura zelf is het een leerzaam
project. Heuts: ‘Biogas is aan een
opmars bezig. Je ziet in Nederland
al best veel kleinschalige projecten
waar biogas wordt opgewekt. We
houden er rekening mee dat er meer
grootschalige projecten komen,
zoals hier. Door dit project doen
we nu veel kennis en ervaring op.
Zo kunnen we helpen om deze duur­
zame ontwikkeling te faciliteren.’
Samen met ­afvalverwerkingsbedrijf
Attero bouwt Fudura – onderdeel van
Enexis – aan een kilometerslange
­biogasleiding tussen Nieuweroord
en Wijster.
32
APRIL 2014 33
Reportage
2.400
huishoudens
KUNNEN STRAKS GEBRUIK­
MAKEN VAN HET BIOGAS
De biovergistinstallaties op het
terrein van Kloosterman.
Wekelijks komen alle betrokken partijen bij elkaar
om de vorderingen van het project te bespreken.
HET
34
2,5
DIKKE LINT WERKT ALS WAARSCHUWINGSBAND
mm
APRIL 2014 35
Reportage
MEDIO 2014 MOET
DE BIOGASLEIDING
GEREED ZIJN
m
DE BIOGASLEIDING WORDT IN STUKKEN VAN ZO’N
24
AAN ELKAAR GELAST
1
ONDER DE GROND TE LIGGEN (BIJ LANDBOUWGROND 1,5 M)
m
DE BIOGASLEIDING KOMT
4
miljoen m3
GROEN GAS PER JAAR
WORDT DOOR DE LEIDING
VERVOERD
Het lassen van de leidingen
­gebeurt in een container. De
buisuiteinden worden verhit en
worden ­vervolgens met elkaar
versmolten. Dit levert een zeer
stevige verbinding op.
36
APRIL 2014 37
TOEKOMSTVISIE
STOP MET
DROMEN,
BEGIN MET
BOUWEN
PROFESSOR RICK VAN BAAREN
Prof. dr. Rick van Baaren is hoogleraar Gedragsbeïnvloeding
en Maatschappij aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn
onderzoek richt zich op vormen van bewuste en onbewuste
beïnvloeding en hij heeft gepubliceerd in toonaangevende
internationale wetenschappelijke tijdschriften. Bovendien fun­
geert hij als expert op het gebied van gedragsverandering, voor
bijvoorbeeld de Tweede Kamer, de Consumentenautoriteit,
TROS Opgelicht en RTL.
Niet zozeer technische, maar
psychologische barrières weerhouden ons
van investeringen in de zelfvoorzienende
woning. Hoogleraar Rick van Baaren weet
haarfijn uit te leggen wat ervoor nodig
is om massaal de stap naar de toekomst
te zetten. Een toekomst waarin we
uiteindelijk onze eigen energieleverancier
én netbeheerder kunnen zijn.
Een artist’s impression van de energieneutrale aardehuizen
zoals deze in Oost-Nederland gerealiseerd worden.
Tip 1.
DOE EERST GEDEGEN
VOORONDERZOEK
Het Zweedse architectenbureau C.F. MØller
ontwierp een 34 verdiepingen tellende wolken­
krabber. Gebouwd van – lokaal gekapt – hout en
dankzij zonnepanelen zelfvoorzienend in energie.
38
De ontwikkeling naar zelfvoorzienende woningen is behoorlijk complex. Je ziet dan
dat een deel van de bevolking
sowieso af gaat haken, meent
Van Baaren. ‘Maar andere
mensen zijn wel degelijk in
beweging te brengen, mits
je ze op een goede manier
benadert. Voor een goede
benadering is, nadat je eerst
je doel hebt geformuleerd, allereerst onderzoek nodig naar
lokkers en weerstanden. Als
het gaat om het installeren
van slimme meters, dan weet
je bijvoorbeeld dat mensen
bang zijn dat hun privacy
geschonden wordt. Bij wind-
molens hebben veel mensen
het over horizonvervuiling en
geluidsoverlast. Breng dat
soort gegevens zorgvuldig in
kaart.’
een goed plan, gericht op gedragsverandering, komt veel
meer kijken.’
Tip 2.
INFORMATIE IS
NIET GENOEG
Tip 3.
RICHT JE IN JE
COMMUNICATIE OP
ZELFOVERTUIGING EN
COMMITMENT
‘Beleidsmakers of politici
­willen iets, ze dragen dat braaf
uit, ontwikkelen steunmaat­
regelen, bijvoorbeeld subsidies, en wachten tot het
gewenste gedrag realiteit
wordt. Maar in werkelijkheid
gebeurt er vaak niets. Ze gaan
van de foute vooronderstelling uit dat als je mensen maar
genoeg informatie geeft, ze
wel doen wat je wilt. Maar bij
‘Als je het gedrag van mensen
wilt beïnvloeden, gaat het in
de kern om zelfovertuiging en
commitment. Je moet mensen
niet alleen vertellen waarom iets goed is om te doen,
maar je moet het ze zelf laten
ontdekken. En verder moet je
mensen ervan overtuigen dat
ze hun eigenbelang dienen
door in actie te komen. Wat
dat betreft zijn de “slimme
APRIL 2014 39
FOTOGRAFIE JAAP VAN DEN BEUKEL
MET MEDEWERKING VAN TOYOTA LOUWMAN VEENDAM/
STADSKANAAL, WOONCORPORATIE LEFIER
Toekomstvisie
Slimme renovatie kan van bestaande
gebouwen energieneutrale woningen maken.
COLOFON
Eindredactie Enexis
Fleur Breitbarth, Marc Evers
Nr. 2 APRIL 2014
Concept en realisatie
Scripta Communicatie
Nieuwe Herengracht 47
1011 RN Amsterdam
Netwerk
is een ­relatiemagazine
van Enexis. Netwerk is er
voor belanghebbenden en
belangstellenden binnen
Enexis en haar omgeving.
Artdirection en lay-out
Marjolein Rams
Uitgever
ENEXIS B.V.
Ma​gistratenlaan 116​
5223 MB ’s-Hertogenbosch
Telefoon 088 857 77 77
Redactieadres
[email protected]
Hoofdredactie Enexis
Cor Brockhoven
energiewijken” van Enexis
goede voorbeelden. De
bewoners zitten zelf aan de
knoppen, ze maken hun eigen
keuzes. En komen er zo achter
dat het voor hen loont om de
goede momenten te kiezen
voor hun energiegebruik. Het
levert ze nog financieel voordeel op ook.’
Tip 4.
EIGENBELANG WINT
VAN ALGEMEEN
BELANG
‘In bijna alle situaties is het
eigenbelang bepalend voor
het gedrag van mensen. Alleen
als de normen en waarden heel
duidelijk zijn, en waarin je gedrag duidelijk zichtbaar is voor
anderen, wint het algemeen
belang. Maar dan raakt het
natuurlijk ook weer het eigenbelang. Het is belangrijk om
hiermee rekening te houden
bij het maken van plannen. Alléén het milieu­belang gaat te
weinig mensen over de streep
trekken.’
40
Tip 5.
HOUD REKENING MET
WEERSTAND
‘Als je ergens moeite voor
moet doen, voel je vrijwel altijd weerstand. Benader mensen meteen met complexe informatie en ze haken af. Onze
hersenen zijn gemaakt om
dingen simpel te houden. We
creëren allerlei automatismen
en gewoonten zodat we op een
rustige manier kunnen leven
in onze comfortzone. Vreemde, nieuwe dingen zijn best
eng. Daar willen we liever niet
mee geconfronteerd worden.
Dus je moet mensen duidelijk
laten voelen hoe simpel het is
om in actie te komen.’
Tip 6.
ZET KLEINE STAPJES
‘Deze tip houdt direct verband met de vorige. Mensen
overzien in de regel niet
welke stappen je allemaal
zou moeten ondernemen om
een bepaald doel te bereiken.
‘Geldprikkels kunnen het
leven makkelijker maken, ook
voor gedragsbeïnvloeders.
Het kan een startmotief zijn
voor mensen om geïnteresseerd te raken. In de slimme
wijken zie je dat een overgrote
meerderheid van de bewoners
geld besparen een belangrijke motivatie vindt om de
energievraag te verschuiven.
Toch moet je geld meer zien
als aanjager van de belangstelling; op de wat langere
termijn blijkt het effect tegen
te vallen.’
Enexis is de regionale
­ etbeheerder van gas- en
n
elektriciteits­netten in
Noord-, Oost- en ZuidNederland. Voor meer
informatie zie enexis.nl.
Drukwerk
Kampert-Nauta, Oss
Tekst
Anna Richt Hannema,
Gerhard Sluiter, Paul
Steenhoff, Claudia Umlauf
(column), ­Frans-Jozef
Willems
Ook gratis abonnee worden?
Stuur een mail met uw adresgegevens
naar [email protected].
Zorg daarom in de communicatie voor kleine, behapbare
stapjes. Als je het hebt over
de aanschaf van zonnepanelen, begin er dan niet meteen
over dat je misschien ook een
slimme meter moet aanschaffen voor de registratie van
teruggeleverde elektriciteit.’
Tip 7.
GELDPRIKKELS
HELPEN… EEN BEETJE
Lithografie
Grafimedia Amsterdam
Beeld
Jaap van den Beukel,
Jeroen Dietz, Getty
Images, Jeroen Hofman,
Mieke Meesen, Rico
Pronk, Thinkstock, Martin
Waalboer
11
%
VAN DE VERKOCHTE AUTO’S
IN NEDERLAND WAS IN 2013
ELEKTRISCH OF HYBRIDE
IN 2012
WAS DAT
5
%
10
%
IN 2020 MOET HET AANDEEL
BIOBRANDSTOF AAN DE
POMPEN IN NEDERLAND
OPGELOPEN ZIJN TOT 10%