DE CENTRALE DRAAIT OP STEENKOOL EN HEEFT DE MOGELIJKHEID OM BIOMASSA MEE TE STOKEN 2,5 miljoen netwerk nr. 3 - APRIL 2014 DE NIEUWE EEMSHAVEN CENTRALE LEVERT STRAKS VOLDOENDE STROOM VOOR 2,5 MILJOEN HUISHOUDENS Eemshavencentrale, 10.03.14, 11:02, 53°26'659''N, 6°52'132''E 6.000 46 % 2x 800 megawatt DE TWEE CENTRALES OP HET TERREIN LEVEREN ELK 800 MEGAWATT megawatt HET ELEKTRISCH RENDEMENT VAN DE HYPERMODERNE EEMSHAVENCENTRALE IS 46,2%. DAT IS TIEN PROCENT MEER DAN DE BESTAANDE KOLENCENTRALES IN NEDERLAND IN MAART 2013 STOND ER VOOR 2.140 MEGAWATT AAN WINDMOLENS OP LAND OPGESTELD. DAT MOET IN 2020 6.000 MEGAWATT ZIJN. OP ZEE MOET DAN EEN GEZAMENLIJK VERMOGEN VAN 4.450 MEGAWATT OPGESTELD STAAN 140 50.000 medewerkers DE EEMSHAVENCENTRALE IS EEN VAN DE MODERNSTE TER WERELD. ALS DEZE LATER DIT JAAR IN BEDRIJF IS, ZAL ZE BEMAND WORDEN DOOR ONGEVEER 140 MEDEWERKERS ENERGIE TRANSITIE Centrale en lokale opwekking 93 % VAN ONZE ENERGIE KOMT UIT FOSSIELE BRANDSTOFFEN gaan hand in hand is een uitgave van ENEXIS NEDERLAND TELT ONGEVEER 4.000 AAN HOOGSPANNINGSLIJNEN km ton ZEESCHEPEN MET EEN LADING TOT 50.000 TON STEENKO LEN K UNNEN DE HAVEN VAN DE EEMSHAVENCENTRALE BINNENVAREN ER LIGT ONGEVEER 300.000 ELEKTRICITEITSKABEL ONDER DE GROND km 4,5 miljoen NETBEHEER NEDERLAND ERWACHT DAT IN 2050 OP V 4,5 MILJOEN NEDERLANDSE AKEN ZONNEPANELEN LIGGEN D 40 % DE ENERGIE DIE EEN ZONNEPANEEL IN NEDERLAND OPVANGT BESTAAT VOOR 40% UIT DIRECT ZONLICHT EN 60% INDIRECT ZONLICHT INHOUD GEVELISOLATIE HOUDT HET HUIS WARM IN DE WINTER, KOEL IN DE ZOMER EN ZORGT VOOR EEN FORS LAGER ENERGIEVERBRUIK 4x ONS ELEKTRICITEITSVERBRUIK IS SINDS 1950 4X ZO HOOG, MAAR VANAF 2005 STABIEL STIENTJE VAN VELDHOVEN Tweede Kamerlid D66 CORNÉ VAN LOON Senior assetmanager bij Enexis 1.000 ZONNEPANELEN HELPEN BEWONERS OM ZELFVOORZIENEND TE ZIJN OP HET GEBIED VAN ENERGIE huurwoningen DEZE WONING IS EEN VAN 1.000 HUURWONINGEN DIE TOT EIND 2014 GERENOVEERD WORDEN TOT ENERGIENEUTRALE WONINGEN. DIT GEBEURT ONDER DE VLAG STROOMVERSNELLING. DOEL IS OM IN TOTAAL 111.000 HUURWONINGEN ENERGIENEUTRAAL TE MAKEN 7,5 ‘Alle elektriciteit die niet verbruikt wordt, wordt teruggeleverd aan ons netwerk’ ‘Netwerkbedrijven spelen een cruciale rol bij het bepalen van de architectuur van de energie van de toekomst’ 28 08 cent VOOR CONSUMENTEN DIE SAMEN MET ANDEREN DUURZAAM ELEKTRICITEIT OPWEKKEN, DAALT DE ENERGIEBELASTING IN 2014 MET 7,5 CENT PER KILOWATTUUR CLAUDIA UMLAUF Beleidsadviseur bij Vereniging Eigen Huis 393.410 woningen HEBBEN IN 2012 EEN ENERGIELABEL GEKREGEN. EIND 2012 BESCHIKTE 33% VAN DE WONINGEN OVER EEN ENERGIELABEL 3,1 OP ELKE 100.000 NEDERLANDERS ZIJN ER 3,1 LOKALE ENERGIE-INITIATIEVEN BEKEND ‘De energieconsument verlangt steeds meer o nafhankelijkheid’ ‘Het is mooi werk. Ook omdat je veel verantwoordelijkheid krijgt’ 31 19 06 INLEIDING Manager strategie Realisatie Bram Alkema over Enexis’ visie op de energietransitie 13 IN BEELD Van techniek naar kunst Stadskanaal, Purmerlaan 16, 14:12, 52°59'503''N, 6°57'389''E HET RENDEMENT VAN INVESTEREN IN VLOERISOLATIE IS VERGELIJKBAAR MET EEN RENTE VAN 8% OP EEN SPAARREKENING. SPOUWMUURISOLATIE HEEFT ZELFS EEN RENDEMENT VAN 12% ALEXANDER VREENEGOOR, Elektromonteur 14 ACHTERGROND De opkomst van lokale energie-initiatieven 23 KORT Nieuws van Enexis 24 MATERIAAL Slimme OVL-schakeling geeft gemeente de regie 26 OVERZICHT Samenwerking tussen overheid en Enexis 28 LOKAAL De bouw van een nieuw hoogspanningsstation 32 REPORTAGE Enexis werkt aan een innovatieve biogasleiding 38 TOEKOMSTVISIE De route naar de zelfvoor zienende consument APRIL 2014 05 INLEIDING Door BRAM ALKEMA Manager strategie Realisatie Enexis ‘De energiekeuzes huizen van de ‘De toekomst die klanten zullen de energiefabriekjes komende jaren gaan zijn. Burgers voorzien maken zijn zeer zich zoveel ongewis. Permogelijk straat zelf dat vanverschillende energie. We kan nemen deopleveren’ touwtjes scenario’s weer in eigen handen’ Wil Kling, hoogleraar Electrical Energy ‘Dankzij de hechte ‘De energiekeuzes gemeenschap zijn die klanten de mensen vrij gemakkelijk komende jaren gaan enthousiast tezeer maken maken zijn voor lokale initiatieven. ongewis. Per straat Energie een mooi kan datisverschillende thema om mensen in scenario’s opleveren’ beweging te krijgen’ Wil Kling, hoogleraar Electrical Energy Systems, over de moeilijkheden van de Marcel Kloprogge, initiatiefnemer van de energietransitie, pag. 20 coöperatie Duurzame Energie Haaren, over de voortrekkersrol van coöperaties in de energietransitie, pag. 14 ‘Als team in opleiding worden we nog redelijk gestuurd. Als we dat traject hebben afgerond, mogen we onze werkzaamheden zelf inplannen. Die verantwoordelijkheid wil ik graag krijgen’ Alexander Vreenegoor, elektromonteur, over de vakopleiding van Enexis. Alleen met vakmensen is het net vitaal te houden, pag. 19 Systems, over de moeilijkheden van de Marcel Bullinga, futuroloog, over de energietransitie, pag. 20 toekomst van lokale energie, pag. 14 WILLEN WE ALS NETBEHEERDER EEN KATALYSATOR ZIJN VAN DE ENERGIETRANSITIE EN ZETTEN WE DAAROM AL ONZE KAARTEN EN BUDGETTEN IN OP I NNOVATIE? OF PAST ONS EEN MEER BEHOUDENDE STRATEGIE? D decentraal wordt opgewekt via bijvoorbeeld zonnepanelen of biogasinstallaties. De vraag die we ons bij Enexis steeds 06 Stientje van Veldhoven, Tweede Kamerlid D66 en woordvoerder op (onder meer) het dossier duurzaamheid, over de rolverdeling tussen overheid, energie- en netwerkbedrijven in de toekomstige energievoorziening, pag. 08 ‘Enexis moet vooral haar klant kennen, andersom hoeft niet per se’ Claudia Umlauf, beleidsadviseur bij Vereniging Eigen Huis, over netbeheer nieuwe stijl, pag. 31 STEVIG IN DE STARTBLOKKEN e huidige energienetten in Nederland zijn van een hoge kwaliteit. Hoewel ze aangelegd zijn in een tijd dat energie een kwestie was van eenrichtingsverkeer – van energiecentrale naar consument – zijn ze kwalitatief zwaar genoeg om nog lange tijd mee te gaan. Zelfs als de energietransitie versnelt en steeds meer energie ‘Netbeheerders hebben een spil functie. Ze zullen in heel nauwe afstemming met de overheid en marktpartijen moeten beoordelen wat nodig is in Nederland’ stellen is: wanneer komt het kantelpunt? Wanneer zijn er zoveel windmolens of daken met zonnepanelen dat kostbare investeringen in het energienet nodig zijn om de betrouwbaarheid ervan te waarborgen? Deze werkzaamheden moeten we goed timen. Het is onze maatschappelijke en economische plicht om de hoge kwaliteit van onze energie-infrastructuur te borgen. Dat vraagt om een afgewogen vervangings- en onderhoudsplan. Te snel investeren is kostbaar. De techniek ontwikkelt zich in zo’n hoog tempo dat er steeds meer mogelijkheden komen om het net te verbeteren. Hierdoor is minder verzwaring nodig, en dat is duurzamer en economischer. Het loont dus om een bepaalde investering niet nu, maar pas over vijf jaar te doen – wanneer deze ingreep ook echt nodig is. De impact van lokale duurzame opwekking op de energievoorziening is vooralsnog klein. Er zijn coöperaties met grote plannen, maar die hebben nog te weinig slagkracht. Verder zijn er veel kleinere coöperaties, bijvoorbeeld in dorpen, die wel aan de weg timmeren. Maar hun bijdrage is bescheiden en noopt ons op dit moment nog niet tot aanpassing van het net. Door goed op te blijven letten kunnen we de ontwikkelingen voorspellen en voor blijven. Er liggen niet opeens binnen een jaar zonnepanelen op 25 procent van alle daken in Nederland. Maar als het zo ver is, moeten we het net al wel verzwaard hebben. Wat dat betreft is het voor ons belangrijk om stevig in de startblokken te staan. We bereiden ons goed voor op de ontwikkelingen die komen. Zo doen we veel ervaring op in onze proeftuinen in Zwolle en Breda, waar we samen met andere partijen de energiewijken van de toekomst hebben gerealiseerd. Ook werken we nauw samen met lokale energiecoöperaties. We helpen hen bij de realisatie van hun ideeën en leren hier zelf van. Met een initiatief als Buurkracht richten we ons direct op buurtbewoners die praktische bespaardoelen willen realiseren in hun buurt. We investeren op een beheerste manier in onze netten – we werken immers met maatschappelijk geld. Deze benadering heeft alleen kans van slagen als ons vakmanschap goed op peil blijft. Vakmanschap is niet alleen nodig voor het bedenken van innovatieve technieken, maar ook om aantrekkelijk te blijven als werkgever. Netbeheerders spreken van een dubbele vergrijzing: bij onze netten én vakmensen. Daarom leiden we zelf veel monteurs op. Hun ideeën versnellen vervolgens de technische ontwikkelingen bij Enexis. Tegelijkertijd willen we als netbeheerder ook de energie transitie faciliteren. Dat doen we door te werken aan een goede infrastructuur. Maar bovenal investeren we in een goede relatie met alle partijen, van politiek tot ondernemers, die samen met ons aan de energietransitie werken. Want een soepele energietransitie vraagt niet alleen om goede voorbereiding, maar ook om gezamenlijke doelen en de wil en slagkracht om deze te halen. APRIL 2014 07 INTERVIEW Den Haag, Lange Vijverberg, 52°4'779''N, 4°18'793''E Stientje van Veldhoven, Tweede Kamerlid D66, over de rolverdeling tussen overheid, netwerk- en energiebedrijven in de toekomstige energievoorziening ‘NETWERKBEDRIJVEN SPELEN EEN CRUCIALE ROL IN DE ARCHITECTUUR VAN DE ENERGIEVOOR ZIENING VAN MORGEN’ 08 APRIL 2014 09 Interview TEKST GERHARD SLUITER FOTOGRAFIE JAAP VAN DEN BEUKEL De energie van de toekomst: weidse vergezichten van transmissie en wind op zee, maar ook heel kleinschalig, als het gaat om huishoudens die zelf energie gaan leveren. Stientje van Veldhoven, woordvoerder duurzaamheid van D66, weet over beide kanten bevlogen haar verhaal te doen. ‘Netbeheerders hebben een spilfunctie. Ze zullen in heel nauwe afstemming met de overheid en marktpartijen moeten beoordelen wat nodig is in Nederland.’ je hebt een marktmeester nodig die de prijzen vergelijkbaar maakt. Vervuiling hoort een prijs te hebben, dan zou de overheid verder minder hoeven te sturen. Maar helaas doet het kabinet het tegenovergestelde en schaft het de kolenbelasting af.’ van hun netten. De ontwikkeling van smart grids is heel belangrijk op de weg naar de energievoorziening van de toekomst. Die zijn nodig zodat de consument op basis van de tarieven van dat moment kan afwegen of hij wel of niet gebruik wil maken van elektriciteit.’ De overheid heeft via de netwerkbedrijven natuurlijk wel een vinger in de pap. ‘Netwerkbedrijven zullen uiteindelijk een Hoe ziet u de verschillende rollen van energiebedrijven, netwerkbedrijven en overheid op weg naar de energievoorziening van morgen? ‘De energiebedrijven cruciale rol spelen in de architectuur van de energievoorziening van de toekomst. Zij rollen die immers uit. Keuzes die moeten worden gemaakt: Hoe richten we een net op zee in? Investeren we in grote hoogspanningsleidingen of juist extra in kleinschalige lokale opwekking? Hoe gaat de landelijke netbeheerder om met de aansluitingen over de grens? Over al die belangrijke beslissingen zullen de netbeheerders ongetwijfeld ook met de overheid de discussie aangaan.’ Belangrijke vragen. Welke antwoorden horen daar voor u bij? ‘Die interconnectie Want? ‘Het ambitieniveau kan hoger. Kijk e energie van de toekomst zal in elk geval een schonere moeten zijn. U zult wel blij zijn met het Energieakkoord dat het kabinet heeft gesloten met bedrijfsleven, milieubeweging en vakbonden. ‘Ik heb gemengde gevoelens. Ik ben blij met een breed gedragen akkoord, en zeker ook met de stabiliteit in beleid die zo’n akkoord met zich meebrengt. De aanpak van energiebesparing in de gebouwde omgeving krijgt een goede impuls. Er lijkt een oplossing te komen voor salderen buiten je eigen dak. Aan de andere kant: mooi dat er consensus is, maar maatschappelijk ligt er geen optimaal akkoord.’ 10 bijvoorbeeld naar de afspraken over het sluiten van kolencentrales. De manier waarop vervolgens compenserende maatregelen voor de eigenaren worden ingebouwd, onder andere door het afschaffen voor onbeperkte tijd van kolenbelasting, roept de vraag op of de prijs die daarvoor betaald wordt niet te hoog is. Het akkoord loopt maar tot 2020, hooguit 2023, zonder doorkijkjes naar 2030 of 2040. Het is ook een erg Nederlands akkoord, terwijl de markt allang internationaal is.’ Ontbreekt het de overheid aan visie? ‘Zeker. Neem bijvoorbeeld de grote kloof tussen de kosten van energie voor de samenleving en de kosten op de markt. De kosten voor vervuiling tellen op de markt niet mee; vind ik heel belangrijk. Om de energietransitie zo goedkoop mogelijk te laten plaatsvinden, kun je gebruikmaken van de voordelen die landen hebben bij het opwekken van bepaalde vormen van duurzame energie. In Noorwegen is bijvoorbeeld waterkracht heel belangrijk, de zuidelijke landen kunnen goedkoper gebruikmaken van zonne-energie. Om die voordelen te benutten, moeten de muren tussen landen verdwijnen. Het vraagt om een publiek besluit over de noodzakelijke investeringen. Je kunt dat niet volledig aan de markt overlaten, omdat sommige investeringen wel een publiek belang dienen, maar voor marktpartijen niet optimaal hoeven te zijn. En om de doelstellingen van het Energieakkoord te halen, moeten we snel beginnen met wind op zee.’ En de discussie lokale versus centrale opwekking? ‘Een aantal centrales zullen we zeker houden. Maar decentrale opwekking gaat steeds belangrijker worden. De overheid voert al een stimuleringsbeleid wat betreft het opwekken van je eigen energie via subsidies en fiscale voordelen. De netbeheerders zullen daar rekening mee moeten houden bij de inrichting zullen goed moeten inspelen op veranderingen in de markt. Je ziet dat de vraag naar lokale energieconcepten, die uitgaan van eigen opwekking, groeit. Wat je op lange termijn zou kunnen krijgen als bijvoorbeeld zonne-energie steeds effectiever wordt, is een soort capaciteitsabonnement, vergelijkbaar met wat je in telefonie hebt gezien: je betaalt niet meer per kilowattuur maar voor een bepaalde capaciteit die je wilt afnemen. De netbeheerder moet die nieuwe ontwikkelingen “vertalen” in de effec- ‘VERVUILING HOORT EEN PRIJS TE HEBBEN, DAN ZOU DE OVERHEID VERDER MINDER HOEVEN TE STUREN’ ten op het netwerk. En ze kunnen wellicht een rol spelen bij ontwikkelingen die we uit maatschappelijk oogpunt graag zien, maar die niet via de randvoorwaarden van de markt tot stand komen. Denk bijvoorbeeld aan energiemaatregelen in bestaande gebouwen met een lange terugverdientijd. Consumenten zullen daar niet snel in meegaan en voor marktpartijen kan een echt langjarig concept aanbieden ook lastig zijn. Maar wellicht dat netbeheerders wél een interessante aanbieding kunnen doen. De overheid kan daar ook een rol in spelen. Door financiële prikkels en investeringen kan de overheid gewenste ontwikkelingen versnellen.’ APRIL 2014 11 IN BEELD Interview Rico Pronk STIENTJE VAN VELDHOVEN (40) Tweede Kamerlid voor D66 Woordvoerder duurzaamheid, mobiliteit, ruimtelijke ordening, fractiesecretaris, lid van het presidium > Fractiesecretaris > Lid van het presidium ‘NETBEHEERDERS MOETEN SLIMME MANIEREN VINDEN OM DE KOSTEN VAN DE AANPASSING VAN DE NETTEN AANVAARDBAAR TE HOUDEN’ De netbeheerders zijn dus in de eerste plaats volgers van de ontwikkelingen? ‘Ze zijn faciliterend, maar ook bepalend. Het is belangrijk dat zij slimme manieren vinden om de maatschappelijke kosten van de aanpassing van de netten binnen de perken te houden. Niet in de laatste plaats om het draagvlak voor noodzakelijke veranderingen zo groot mogelijk te maken. Netbeheerders hebben een spilfunctie, dus zullen ze in heel nauwe afstemming met de overheid en marktpartijen moeten beoordelen wat nodig is in Nederland.’ rijk. Mensen moeten daarbij wel de keuzemogelijkheid hebben om zelf te bepalen of de meter op afstand uitleesbaar is. Ik denk dat 12 RESPECT VOOR TECHNIEK Is dynamiek in de tarieven, bijvoorbeeld kwartiertarieven, dé manier om het gedrag van de consument te veranderen? ‘Meer variatie in de stroomprijs, op basis van de echte prijs in de markt, is belangrijk. Maar het hoeven niet per se kwartiertarieven te zijn. Als je verschillende uurtarieven hebt, helpt dat ook. Vroeger had je dag- en nachttarieven en dat werkte al redelijk. Dus met een piektarief tijdens de drukke uren ’s ochtends en ’s avonds, en voor de rest een daltarief, kun je al een eind komen. Dan kunnen mensen daar hun gedrag, als ze dat willen, op afstemmen. Apparatuur wordt natuurlijk ook steeds meer instelbaar op tijden. Dat gaat ook helpen.’ BEELD RICO PRONK Een instrument om de energievoorziening van de toekomst dichterbij te brengen, is de slimme meter. Gaan de verschillende partijen goed om met de aanbieding? ‘Die aanbieding is heel belang- mensen de voordelen sneller zullen herkennen als ze stroom kunnen gebruiken op momenten dat die goedkoop is. De ontwikkeling van dynamische tarieven moet hand in hand gaan met de aanbieding van slimme meters.’ Rico Pronk maakt verlichtingskunstwerken van authentieke industriële verlichtings- en schakelmaterialen. Zijn werk varieert van een redesignfabriekslamp tot grotere schakelkasten met dimmers, schakelaars en antieke ampère- en voltmeters. Oude techniek krijgt bij Pronk een nieuw gezicht. De materialen waarmee hij werkt, zijn afkomstig van oude fabrieken uit de eerste helft van de vorige eeuw. Hij verzamelde alles zelf tijdens vele bijzondere reizen door Europa. De onderdelen staan voor hem symbool voor het maken van verbindingen, energie en het aansturen daarvan. Met de verkoop van redesign- fabriekslampen geeft hij het verhaal achter het materiaal door, om zo het respect voor techniek terug te brengen. www.ricopronkstukken.nl APRIL 2014 13 ACHTERGROND Enexis gaat in zee met coöperaties 14 2,4 GRONINGEN 54 AANTAL INITIATIEVEN 8,3 FRIESLAND Per provincie Per 100.000 inwoners 45 Nederland telt per 100.00 inwoners 3,1 initiatieven. Het totaal aantal initiatieven is 516, waarvan 269 online en 247 offline artikelen. Van 505 i nitiatieven is bekend in welke provincie ze gevestigd zijn. Het is echter goed mogelijk dat er bijvoorbeeld in Groningen nog heel veel initiatieven ‘onder de radar’ zitten. 9,2 DRENTHE 2,2 61 NOORD-HOLLAND 4,3 50 13 3,3 FLEVOLAND OVERIJSSEL Lokale energie heeft de toekomst. Burgers verenigen zich steeds vaker in energiecoöperaties. Voor Enexis zijn deze voorhoedespelers in de ener gietransitie interessant om mee samen te werken. ‘Je moet het niet voor burgers organiseren, maar met burgers’, vindt bestuurslid Marcel Kloprogge van de coöperatie Duurzame Energie Haaren. ENERGIE IN EIGEN HAND 2,9 1,0 38 47 58 3,8 GELDERLAND ZUID-HOLLAND UTRECHT 3,4 86 3,4 13 ZEELAND NOORD-BRABANT 56 55 LOKAAL ACCELEREERT Het aantal lokale energiecoöperaties groeit in een rap tempo. In deze grafiek het aantal nieuwe initiatieven per jaar. 2,3 LIMBURG 26 3 2008 14 26 6 17 Bron: HIER opgewekt 2009 2010 2011 2012 2013 TEKST JOOST BIJLSMA uizen van de toekomst zullen energiefabriekjes zijn. Burgers voorzien zich zoveel mogelijk zelf van energie. Hun productie-eenheden zijn gekoppeld aan een slim netwerk dat handel in energie mogelijk maakt en overschotten en tekorten in balans brengt. Op slimme meters zitten knoppen waarmee gebruikers kunnen kiezen voor standen zoals ‘comfort’ of ‘economisch’. Zo stellen ze in of ze de zelf opgewekte energie ook zelf consumeren of verkopen. Dit toekomstbeeld schetst Marcel Bullinga. De futuroloog twijfelt er geen seconde aan dat we allemaal energie gaan produceren. Het accent in de opwekking van energie verschuift volgens hem van centraal naar decentraal. En wat betreft het energienet gaat het van een- naar tweerichtingsverkeer, verwacht hij. Voor Bullinga staat nu al vast dat de trend naar lokaal en zelfvoorzienend doorzet. Waarom? ‘We besteden jaarlijks 300 miljard euro aan energie van buiten de Europese Unie. Die verspilling is extreem. Dat kunnen we ons niet blijven permitteren.’ Daar komt volgens de futuroloog bij dat burgers en bedrijven zelf het initiatief naar zich toe willen trekken. ‘We hebben nagenoeg alles uit handen gegeven aan de overheid. Die is verworden tot een onbegrijpelijk kaartenhuis van tegenstrijdige lokale, regionale en Europese deelbelangen. Die trend wordt langzaam gekeerd. We nemen de touwtjes weer in eigen handen.’ Bullinga verwacht dat de nieuwe energiebedrijven daarom lokaal georganiseerd zullen zijn. Opkomst energie coöperaties De eerste contouren van een lokaal georganiseerde energievoorziening worden al zichtbaar. Burgers en ondernemers verenigen zich steeds vaker in collectieven die duurzame energieprojecten en energie besparingsacties op touw zetten. Nederland kent nu 516 coöperaties en burgerinitiatieven met deze missie. Dat er iets aan het veranderen is, blijkt uit het Energieakkoord, dat een halfjaar geleden werd gesloten door ruim veertig organisaties. De belangenbehartiger van energiecoöperaties, e-Decentraal, was daar een van. Die APRIL 2014 15 Achtergrond 16 WELKE PLANNEN HEBBEN COÖPERATIES? Van 272 initiatieven is bekend met welke energiebronnen zij bezig zijn. Initiatieven kunnen zich ook bezighouden met meerdere bronnen. Niet alle initiatieven zijn al bezig met het daadwerkelijk opwekken van energie, veel zijn zich nog aan het oriënteren. 22,4 % BIOMASSA 32 % WIND 75 % ZON 7,7 % WATER 10,7 % 0,4 % AARDGAS Ambitieuze spelers De bijdrage van energieco operaties mag nog bescheiden zijn, hun aandeel duurzame opwekking zal zeker nog groeien. En het leidt geen twijfel dat deze lokale organisaties een voortrekkersrol in de transitie gaan vervullen. Dat geldt bijvoorbeeld voor ambitieuze spelers zoals Duurzame Energie Haaren (DEH). Deze coöperatie timmert aan de weg met ruim 160 leden in de Brabantse dorpen Haaren, Helvoirt, Biezenmortel en Esch. Ze verenigt dorpsbewoners om de energievoorzie- ning zo lokaal en duurzaam mogelijk te maken. Volgens bestuurslid Marcel Kloprogge wil DEH groeien naar zo’n 2.500 leden. Dat is ongeveer de helft van alle huishoudens in de gemeente. Hij gelooft ook dat dit kan. ‘Dankzij de hechte gemeenschap zijn mensen vrij gemakkelijk enthousiast te maken voor lokale initiatieven. Energie is een mooi thema om mensen in beweging te krijgen. Dat blijkt onder meer uit de drie succesvolle acties voor zonnepanelen en -boilers die we hebben gehouden. Op zes procent van alle daken in het dorp Helvoirt liggen nu zonnepanelen: een grote dichtheid voor Nederlandse begrippen. We zijn ook bezig met windenergie, samen met Essent en een aantal andere coöperaties. Verder proberen we een goede gesprekspartner te zijn bij te ontwikkelen bouwprojecten, zoals een nieuw verzorgingshuis en een gemeenschapshuis. We zitten om tafel met de ontwikkelaars en de gemeente. Zo proberen we te bewerkstelligen dat ook mogelijkheden voor duurzame energie of energieefficiency worden benut.’ Volgens Kloprogge is het de kunst om altijd onafhankelijk en in het belang van de leden te blijven denken en handelen. In zijn ogen moet zijn coöperatie zelf geen energieleverancier willen worden en geen leningen aangaan. ‘Het idee is een beweging, niet een bedrijf.’ Om mooie initiatieven te ontplooien, zoekt DEH bewust de samenwerking met grote spelers in energie, zoals Essent en Enexis. ‘We zetten ons niet af tegen de gevestigde orde, maar willen ook geen verlengstuk van een grote speler worden. 0,7 % BIOGAS organisatie bedong onder meer een belastingkorting voor lokaal opgewekte elektriciteit. Een verdere groei van lokale duurzame energie kan consequenties hebben voor het net. Bram Alkema, verantwoordelijk voor investeringen in infrastructuur bij Enexis, volgt de opkomst van energiecoöperaties dan ook op de voet. Hij verwacht niet dat op korte termijn al forse investeringen in het net van Enexis nodig zijn als gevolg van de opkomst van energiecoöperaties. ‘Met het huidige volume aan duurzame lokale opwekking kunnen wij prima uit de voeten. Het bestaande elektriciteitsnet kan een zekere mate van tweerichtingsverkeer wel aan. Mochten we een golf van groene investeringen krijgen, zoals we in 2006 en 2007 hebben meegemaakt met veel wkk’s met grote volumes productievermogen, dan moeten we meer doen. Maar de investeringen voor een eventuele versnelde transitie, kunnen we prima opbrengen.’ (Zie kader: ‘Klaar voor energietransitie’.) WARMTE Bron: HIER opgewekt ‘HET IDEE IS EEN BEWEGING, NIET EEN BEDRIJF’ We streven naar gelijkwaardige samenwerking, met wederkerige belangen. Daarvoor is transparantie van beide kanten vereist. Voor grote partijen is dat vaak wel even wennen. Zij zijn gewend om voor burgers te organiseren, terwijl het effectiever is om het met burgers te doen.’ Dat moet het credo zijn bij het samenwerken, vindt Kloprogge. Dit geldt ook voor de pilot over efficiënt gebruik van het net die zijn coöperatie KLAAR VOOR DE TRANSITIE De energietransitie kan grote gevolgen hebben voor investeringen in het gas- en elektriciteitsnet. Brancheorganisatie Netbeheer Nederland heeft een schatting gemaakt wat dit kan betekenen voor de investeringen door alle netbeheerders. Zonder intelligentie aan het net toe te voegen, zou tot 2050 tussen 20 en 70 miljard euro nodig zijn. Bram Alkema van Enexis schrikt niet van deze bedragen. ‘In Nederland investeren netbeheerders jaarlijks nu al ruwweg twee miljard euro in infrastructuur. Bij Enexis is dat ongeveer een half miljard euro. In dat perspectief moet je die schattingen plaatsen.’ Volgens Alkema is Enexis klaar voor een transitie naar meer duurzame lokale energie. Het netbedrijf heeft hiermee kunnen ‘oefenen’ in 2006 en 2007 toen tuinders massaal overgingen op energie producerende kassen. Dit vergde een miljoeneninvestering in verzwaring in een periode dat nog flink werd geïnvesteerd in nieuwe netten. Vanaf het crisisjaar 2009 stortte de vraag in. ‘De industrie heeft daarna niet of nauwelijks meer geïnvesteerd in zwaardere reguliere en duurzame aansluitingen. Om de bestedingsruimte die daardoor ontstond te benutten, besloot Enexis destijds om wat meer te investeren in vervangingen van elektriciteitsinstallaties en gasleidingen.’ De verwachting was dat vanaf 2011 de vraag naar duurzame aansluitingen zou aantrekken, maar dit bleef uit, vertelt Alkema. Het is nu wachten tot de energietransitie echt doorzet. Mocht dit gebeuren, dan heeft Enexis volgens Alkema voldoende capaciteit ‘achter de hand’. Verder investeert het netbedrijf veel meer dan vroeger in innovatie, anders dan de reguliere infrastructuur. Alkema benadrukt dat het moeilijk is te voorspellen welke kant het uitgaat met de transitie. ‘Dat kan een heel divers beeld opleveren. Denk aan wijken bij grote industriële gebieden die gebruikmaken van restwarmte, of wijken die geheel op elektriciteit draaien. Reden waarom wij graag meedenken over plannen voor woonwijken van de toekomst.’ In grote lijnen schat hij in dat investeringen in nieuwe ga snetten de komende dertig jaar blijven. Ook verwacht hij op korte termijn nog geen forse verzwaringen in het elektriciteitsnet. APRIL 2014 17 VAKMANSCHAP Achtergrond samen met Enexis opzet. Concreet kan Enexis de coöperaties in ieder geval ondersteunen bij het monitoren van hun energieverbruik (en -opwek) door versneld slimme meters te leveren. Gedragsverandering Coöperaties zoals DEH zijn belangrijke samenwerkingspartners met het oog op de energietransitie, stelt innovator Maaike Mulder-Pol van Enexis. ‘Zo kan direct contact worden gelegd met een groep gebruikers met interesse in energie en innovatie. Enexis kan DEH direct ondersteunen bij het bewerkstelligen van meer contact over energie tussen de leden. Daar komt bij dat coöperaties een nuttige rol kunnen spelen in het efficiënt gebruiken van het net.’ Dat is volgens Mulder-Pol wat Enexis en DEH in de pilot die ze nu samen opzetten, willen onderzoeken. ‘Er komt steeds meer aanbod van elektriciteit als de zon schijnt of het waait. Terwijl er meer vraag naar elektriciteit komt door de opkomst van bijvoorbeeld elektrisch vervoer. De piek in de levering manifesteert zich vooral als de zon schijnt, terwijl de consumptie ’s avonds piekt, als iedereen terugkeert van het werk. Dit wordt nog eens versterkt als steeds meer auto’s aan de laadpaal gaan. Het is gunstiger voor het net als mensen energie gebruiken als er veel aanbod is, dus overdag, of als er weinig vraag is, dus ’s nachts.’ Uit de pilot moet blijken in hoeverre een coöperatie als DEH haar leden kan mobiliseren om het gebruik te veranderen. Denk aan: de wasmachine programmeren om overdag de was 18 COÖPERATIES WILLEN HUN LEDEN GRAAG INZICHT BIEDEN te draaien of de auto laden op het moment dat er lokaal elektriciteit wordt opgewekt en de rest van de elektriciteitsvraag laag is. Op deze manier kunnen de leden van de coöperatie gebruikmaken van de elektriciteit die zelf lokaal door de coöperatie wordt opgewekt. Enexis wil dit graag faciliteren en daarnaast de effecten hiervan onderzoeken. Netbeheerders kunnen miljardeninvesteringen voor aanpassingen dempen door netten slimmer te maken en consumenten te stimuleren om het gebruik aan te passen. Feedback geven Het belang van de pilot voor de coöperatie zit hem in het enthousiasmeren en activeren van leden. Het is voor cooperaties aantrekkelijk om leden inzicht te bieden. Daar kan Enexis mee helpen. Mulder- Pol: ‘Door een platform te maken waarmee we informatie van slimme meters verzamelen, kunnen we feedback geven over energieconsumptie en de hoeveelheid aan het net geleverde elektriciteit. Zo wordt duidelijk hoe de coöperatie het doet, maar ook hoe individuele leden ten opzichte van elkaar presteren. Gemeenten kunnen hun energieverbruik al sinds 2011 monitoren op het platform ‘Energie in Beeld’. Raakvlakken Enexis ziet de pilot met DEH als een startschot voor een intensievere samenwerking met meerdere coöperaties. TEKST GERHARD SLUITER FOTOGRAFIE JAAP VAN DEN BEUKEL Enexis rekruteert voortdurend nieuwe collega’s om ze vervolgens op te leiden tot vakmensen die het net vitaal houden. Vier ‘nieuwkomers’ bij Enexis over hun werk. De netbeheerder wil diensten ontwikkelen die op deze doelgroep zijn afgestemd. Ruud van de Meeberg van het bedrijfsonderdeel Fudura van Enexis spreekt daartoe het komende halfjaar met tien tot twintig coöperaties. Hij wil dan vooral peilen wat de behoeften zijn. ‘Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat wij vertellen wat wel en niet kan. We gaan op zoek naar raakvlakken voor samenwerking.’ Buurkracht Dat Enexis iets kan betekenen voor coöperaties, daarvan is Van de Meeberg wel overtuigd. Hij verwacht in de loop van 2014 met een op hun behoeften toegespitste dienstverlening te komen. Een inspiratiebron kan volgens hem Buurkracht zijn. Dit is een initiatief waarbij Enexis buurtgenoten helpt bij het bundelen van krachten om energie te besparen. Bijvoorbeeld door woningen te schouwen en samen offertes aan te vragen. Buurkracht-buurten krijgen versneld slimme meters om data te genereren die hun energieconsumptie inzichtelijk kunnen maken. Van de Meeberg: ‘Wat stimulerend werkt, is dat je duidelijk kunt maken wat bijvoorbeeld isolatie oplevert of dat je jouw gebruik met dat van buren kunt vergelijken. Zo gaat energie leven.’ Wat hem betreft is dat het belangrijkste doel van samenwerking met de coöperaties: ‘Samen lokale energie tot leven wekken.’ ‘EERST GOED KIJKEN, DAN PAS AANPAKKEN’ ALEXANDER VREENEGOOR (21), elektromonteur ‘Gisteren stond ik tot mijn enkels in de blubber. Dat zijn momenten dat ik het werk even iets minder leuk vind. Maar dat zijn uitzonderin gen. Vroeger heb ik ook wel in de fabriek gestaan als CNC-frezer, maar dit is veel beter: lekker buiten, ook al is het weleens slecht weer. De meeste collega’s zijn ouder dan ik. Vaak hebben ze meer ervaring en kunnen ze me nog veel leren. Maar ik kom uit “de metaal” en soms kan ik, zo jong als ik ben, mijn collega’s ook nog wel wat leren. Als het gaat om mate rialen en aandraaimomenten van bouten bijvoorbeeld. Mijn niveau 2-opleiding heb ik inmiddels afgerond en ik ben nu met niveau 3 bezig. Echt interessant wordt het op het volgende niveau, om dat we dan veel berekenin gen mogen doen. Heel leuk om toe te passen denk ik, maar dat is toekomstmuziek. Op het ogenblik worden we als realisatieteam, een team in opleiding, nog redelijk gestuurd. Als we dat traject hebben afgerond, mogen we onze werkzaamheden zelf in plannen. Die verantwoorde lijkheid wil ik graag krijgen. Je gaat op pad en kijkt hoe jij het probleem het beste kunt oplossen. Ik heb pas een gesprek gehad en daar kwam toen uit dat ik te vlug aan het werk ging. Maar ook dat gaat steeds beter: eerst rustig kijken wat het probleem is en dan pas aanpakken.’ APRIL 2014 19 Vakmanschap WOUTER DE RUIJTER (36), elektromonteur ‘JE LEERT VEEL VAN ERVAREN COLLEGA’S’ 20 MARK VAN DE GRAAF (24), elektromonteur ‘Met z’n tienen zijn we als groep in september begon nen met een zijinstroom traject. Dat betekent dat je al een elektroachtergrond hebt, maar dat je nog wat kennis moet bijspijkeren en ook wel nieuwe dingen moet leren voor het werk bij Enexis. Na zes weken mochten we het veld in om te laten zien wat we opgestoken hadden. We gaan deels nog steeds naar school; misschien ga ik na dit traject nog wel verder leren. De lessen hebben me zeker verder gebracht, mijn kennis is weer lekker op gefrist. En verder leer ik nu in de praktijk veel van mijn oudere collega’s, vooral op het gebied van veiligheid en de handige kneepjes van het monteren zelf. Die ervaren collega’s houden ondertus sen ook goed in de gaten dat we verantwoord bezig zijn. We moeten modules van bijvoorbeeld het monteren van moffen en kasten laten aftekenen, op school of op het werk, zodat zeker is dat we er klaar voor zijn. Verder krijgen we veel vrijheid om bijvoorbeeld extra theorie te oefenen als we dat nodig hebben. Wat ik leuk vind aan het werk? Allereerst de colle ga’s. We kunnen heel goed met elkaar opschieten. Ik kom uit de installatie branche, dus het werk hier is nieuw voor mij; dat maakt het spannend en uitdagend. Minder aangename dingen ben ik eigenlijk nog niet tegengekomen, maar ik kom natuurlijk ook nog maar net kijken.’ ‘Elke dag een nieuwe ver rassing. Geen dag is ooit hetzelfde. Dat maakt het werken bij Enexis voor mij zo leuk. En verder de vrijheid die we krijgen om ons werk zelf in te delen. Je kunt wel merken dat Enexis een grote organisatie is. Je kunt wat minder makkelijk snel even iets regelen. Dat is eigenlijk het enige aspect dat ik wat minder vind dan bij mijn vorige werk in de installatie branche. Een ander verschil is dat veiligheid hier hoger in het vaandel staat. Moet ook wel, want de stroom is hier gevaarlijker. Het is niet voor niks dat we negen van de tien keer spanningsloos moeten werken. We zijn een jong team en moeten nog veel leren. De samenwerking is uitstekend. En er zijn altijd werkvoorbe reiders en werkbegeleiders bij. Dat zijn ervaren mensen die precies weten waar ze mee bezig zijn. Collega’s van wie je veel van kunt leren. Ook in onze opleiding hebben we veel geleerd. In een jaar tijd hebben we flinke stappen gemaakt als het gaat om bijvoorbeeld netkennis en het maken van verbindingsmoffen middenen laagspanning. Nu doe ik mbo 3, ik zou hierna wel mbo 4 willen doen en daarna, als het goed gaat, nog een stap. Eerst vond ik de schoolbank jes wel lastig, maar ik zit er nu lekker in.’ ‘GEEN DAG IS OOIT HETZELFDE’ APRIL 2014 21 KORT Vakmanschap Website MARTYN VOS (34), monteur storingswachtdienst ‘HET WERK MAG NOOIT EEN SLEUR WORDEN’ 22 ‘Lekker afwisselend, ons werk. Elke week gaan we twee dagen naar school en zijn we drie dagen buiten. Ik volg de opleiding Monteur Data/Elektra. Bij school moet je je trouwens niet vooral schoolbankjes voorstellen. Meestal zijn we in de praktijk bezig: dan oefenen we bijvoorbeeld met aftakmof fen, verbindingsmoffen en eindsluitingen. Eén keer in de twee weken hebben we op een van de twee school dagen geen praktijk, maar een theoriedag. Die afwis seling is er niet alleen in de combinatie van school en werk, maar ook in het werk bij Enexis. Zeker als ik het ver gelijk met mijn vorige baan in de installatiebranche. En hier ben je lekker buiten. Over de doorgroeimoge lijkheden bij Enexis ben ik ook erg te spreken. Nu sta ik nog aan het begin, maar als Enexis mij de kansen biedt, dan wil ik zeker van de mogelijkheden gebruikma ken om verder te studeren. Het graven van sleuven vind ik het minst leuke aan mijn werk. Maar het is wel iets wat erbij hoort. Op het ogenblik zijn we een oudere sectiekast aan het vervangen, omdat deze niet meer als veilig genoeg wordt beschouwd. Verantwoorde lijk werk, waar je altijd goed je hoofd bij moet houden. Het mag niet een vaste routine, een sleur worden, want dan gaat het mis. Maar Enexis doet er alles aan om de veiligheid van alle mede werkers op de werkplek zo zeker mogelijk te stellen.’ Relevante energieinnovaties Enexis gaat vernieuwend te werk om de energienetten vitaal te houden. Alle innovatieve technieken, oplossingen en projecten staan nu op een overzichtelijke innovatiewebsite: www.enexisinnovatie.nl. Door het gebruiksvriendelijke karakter van de site is het voor de bezoeker eenvoudig om relevante energiedossiers samen te stellen en te delen via het aanleggen van de ‘Mijn dossier-functie’. Het nieuwe medium is bedoeld om te inspireren met de innovaties die Enexis bedenkt en gebruikt om het netwerk betrouwbaar en betaalbaar te houden. De homepage is een ‘digitale etalage’ van de innovatieprojecten. De site laat zich makkelijk navigeren langs zes actue le energiethema’s, waaronder elektrisch rijden en energiebesparing. Ieder thema wordt ingeleid met een coverstory om context te bieden aan alle gepresenteer de innovaties op dat gebied. De gebruiker kan relevante artikelen makkelijk delen met belanghebben den via mail of sociale media. Ook zijn complete dossiers samen te stellen en eenvoudig te verspreiden per mail. Deze functie wordt inmiddels volop gebruikt door beleidsmakers. Zij gebruiken dit om kennis te delen met collega’s en om portefeuillehouders voor te bereiden op vergaderingen. De site zal steeds verder verrijkt worden met artikelen, video’s en infographics over nieuwe en bestaande innovaties van Enexis. Energienetwerken Onderzoek naar uitruil netwerken Duurzaam gebouw KONING OPENT HOOFDKANTOOR ENEXIS Enexis en Alliander gaan onderzoeken of ze per 1 januari 2015 de energienetwerken van Enexis in Friesland en de Noordoostpolder en die van Alliander in de regio Eindhoven en Zuidoost-Brabant met elkaar kunnen uitruilen. 800 duizend aansluitingen DE UITRUIL GAAT OM 300.000 AANSLUITINGEN IN FRIESLAND EN DE NOORDOOSTPOLDER EN 500.000 AANSLUITINGEN IN DE REGIO EINDHOVEN EN ZUIDOOST-BRABANT Klanten die nu verschillende net beheerders voor gas en elektrici teit hebben, krijgen dan met één netbeheerder te maken. Een ander voordeel is dat de netbeheerders op termijn efficiency-voordelen behalen die ten goede komen aan klanten. Als na onderzoek blijkt dat er inderdaad mogelijkheden zijn voor het uitruilen van de netwerken, wordt een voorstel daarvoor in de loop van het jaar ter goedkeuring voorgelegd aan Raden van Commissarissen en aandeelhouders. Ook worden de voorstellen afge stemd met ondernemingsraden en vakbonden. Het voornemen van Enexis en Alliander past binnen het beleid van het Ministerie van Economi sche Zaken om het werkterrein van de netbeheerders langs pro vinciale grenzen te organiseren, zoals beschreven in het rapport van de commissie Kist in 2009. ZIJNE MAJESTEIT KONING WILLEM-ALEXANDER HEEFT OP 29 JANUARI HET NIEUWE HOOFDKANTOOR VAN ENEXIS IN DEN BOSCH OFFICIEEL GEOPEND. Bij de feestelijke ingebruikname van het gebouw De Croon waren onder meer ook Paul Rüpp (kamerheer van de koning in Noord-Brabant), Wim van de Donk (com missaris van de Koning) en de Bossche locoburgemeester Jan Hoskam aanwezig. Tijdens het programma stonden de kernactiviteiten van Enexis centraal, met aandacht voor het vakmanschap van de medewerkers, de toepassing van ICT in de netten en de ontwikkeling van smart grids. Willem-Alexander verrichtte de openings ceremonie samen met Maarten Blacquière, CFO en waarnemend voorzitter van de Raad van Bestuur van Enexis. Daarna kreeg de koning een rondleiding in de nieu we expositieruimte van Enexis en voerde hij gesprekken met Enexis-medewerkers. In het vestigingsbeleid van Enexis staat duurzaamheid centraal. Afgelopen jaar heeft de netbeheerder drie nieuwe regio kantoren geopend – in Venlo, Maastricht en Zwolle – die grotendeels in hun eigen energie kunnen voorzien. Ook in het nieu we hoofdkantoor aan de Magistratenlaan in Den Bosch zijn voorzieningen aange bracht gericht op energiezuinigheid. APRIL 2014 23 MATERIAAL FOTOGRAFIE JEROEN HOFMAN Met een druk op de knop schakelt en monitort technisch specialist E rwin Felten (gemeente Venlo) de openbare verlichting op afstand. Dat is handig bij onderhouds werkzaamheden, maar vooral bedoeld om besparingen te realiseren in het energieverbruik. 75 ontsteekpunten DANKZIJ DE SLIMME OVL-METER KAN DE GEMEENTE ZELF BEPALEN WANNEER DE OPENBARE VERLICHTING AANOF UITSCHAKELT. DIT KAN IN VENLO AL BIJ 75 ZOGEHETEN ONTSTEEKPUNTEN < AAN / UIT > 50 lichtmasten ENEXIS EN DE GEMEENTE VENLO EXPERIMENTEREN MET EEN N IEUWE TECHNIEK VOOR DE AANSTURING VAN OPENBARE VERLICHTING (OVL). NU NOG MET 06-NUMMERS, MAAR IN DE TOEKOMST OP BASIS VAN IP- ADRESSEN. Met behulp van de zogeheten slimme OVL-meter kan de gemeente Venlo zelf bepalen wanneer ze openbare verlichting a an- of uitschakelt. Bij een evenement kan het langer branden, bij onderhoudswerkzaamheden kan de gemeente flexibel schakelen. Defecten kan Enexis voortaan zelf opsporen, doordat via de meter zichtbaar is waar geen stroom geleverd wordt. Hierdoor is ze niet meer aangewezen op meldingen van omwonenden. Daarnaast biedt de OVL-meter inzicht in het verbruik, zodat de gemeente haar doelstellingen op het gebied van energiebesparing en CO2-reductie kan realiseren. Enexis sluit de slimme OVL-meters in de transformatorstations aan op 24 de bestaande ontsteekpunten voor openbare verlichting. De ontsteekpunten, waar ongeveer veertig à vijftig lichtmasten achter zitten, worden aangestuurd met een toonfrequentsignaal. Dit signaal zorgt er op afstand voor dat tegelijkertijd openbare verlichting aan- of uitschakelt in een bepaald gebied. Rond het tijdstip dat het donker wordt bijvoorbeeld. ACHTER IEDER ONTSTEEKPUNT ZITTEN ONGEVEER VIJFTIG LICHTMASTEN Het sturen gebeurt nu nog via het gsm-netwerk GPRS. Die belt op de meter in om de verlichting aan of uit te zetten of om de verbruiksgegevens uit te lezen. De volgende stap is dat het proces volledig wordt afgewikkeld op basis van IP-adressen. In de gemeente Venlo zijn 75 ontsteekpunten van een slimme OVL-meter voorzien. APRIL 2014 25 OVERZICHT FOTOGRAFIE JEROEN HOFMAN 70 gemeenten 50 % 23,2 CONVENTIONELE LAMPEN VERVANGEN DOOR LEDVERLICHTING GEEFT EEN ENERGIEBESPARING VAN 50%. HET PLAATSEN VAN DIMMERS GEEFT DAARNAAST EEN ENERGIEBESPARING VAN 15% 2 % VAN DE ENEXIS-KLANTEN HEEFT AFGELOPEN JAAR EEN STORING MEEGEMAAKT miljoen IN 2013 INVESTEERDE ENEXIS 125 MILJOEN EURO IN DE VERVANGING VAN DE NETTEN. IN 2020 IS DAT NAAR VERWACHTING 310 MILJOEN 101 minuten uur EEN STORING WAS GEMIDDELD NA 1 UUR EN 41 MINUTEN OPGELOST ALS EEN STORING IN DE OPENBARE VERLICHTING LEIDT TOT EEN GEVAARLIJKE SITUATIE, WORDT DEZE BINNEN 2 UUR VERHOLPEN 23,6 minuten 54 seconden EEN ENEXIS-KLANT ZAT IN 2013 GEMIDDELD NOG GEEN MINUUT ZONDER GAS 26 125 STEEDS VAKER PLANT ENEXIS DE WERKZAAMHEDEN IN SAMENSPRAAK MET LOKALE OVERHEDEN. ZO VALLEN WERKZAAMHEDEN ALS DE VERVANGING VAN DE RIOLERING SAMEN MET ONDERHOUD VAN HET ENERGIENET. MET 70 GEMEENTEN WERKT ENEXIS AL IN MEER OF MINDERE MATE SAMEN EEN ENEXIS-KLANT ZAT IN 2013 GEMIDDELD 23,6 MINUTEN ZONDER STROOM CONTACT NIEUWBOUWPROJECTEN, KAPOTTE STRAAT VERLICHTING, ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN, STROOMSTORINGEN, HET AFSLUITEN VAN WANBETALERS: GEMEENTE EN ENEXIS MOETEN OP REGELMATIGE BASIS MET ELKAAR SCHAKELEN. DE CIJFERS IN BEELD. APRIL 2014 27 LOKAAL Enexis en TenneT werken samen aan een flexibel net in Dinteloord TEKST PAUL STEENHOFF FOTOGRAFIE JEROEN DIETZ Henk Frenken, projectmanager bij Enexis 110 20 duizend IN NEDERLAND STAAN ONGEVEER 20.000 HOOG SPANNINGSMASTEN 300 IN NEDERLAND ZIJN ER ONGEVEER 300 HOOGSPANNINGS STATIONS 36 miljoen TENNET ZORGT DAT 36 MILJOEN EINDGEBRUIKERS IN NEDERLAND EN DUITSLAND STROOM ONTVANGEN TENNET FLEXIBEL NET Voor een soepele energietransitie is samenwerking nodig. Samen met TenneT bouwt Enexis een nieuw hoogspanningsstation in het Noord-Brabantse Dinteloord. In dat gebied is ruimte voor 220 hectare aan glastuinbouwbedrijven. Deze bedrijven verbruiken niet alleen grote hoeveelheden elektriciteit, maar leveren ook stroom terug aan het net. 28 kV SPANNING VANAF 110.000 VOLT (110 KV) HEET HOOG SPANNING TenneT is de onafhankelijke beheerder van het landelijk transportnet voor hoog spanning in Nederland. Zij is verantwoordelijk voor het hoogspanningsnet dat on dergronds en bovengronds 380, 220 en 150 kilovolt (kV) vervoert. I n Dinteloord wordt het nieuwe Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland gebouwd, aan de A4. Hier is ruimte voor 220 hectare glastuinbouw en 50 hectare bedrijventerrein. ‘Vooral de glastuinbouw verbruikt veel elektriciteit en levert ook veel elektriciteit terug aan het net’, zegt Marco Wolfs. Hij is projectleider bij TenneT en verantwoordelijk voor de bouw van het nieuwe hoogspanningsstation met 150 kV-kabelverbinding. ‘De behoefte aan aanvoer en afvoer van elektriciteit is zo groot dat we niet kunnen volstaan met de bestaande infrastructuur. Vandaar dat dit nieuwe hoogspanningsstation noodzakelijk is.’ Dubbele zekerheid In het hoogspanningsstation komt 150 kilovolt binnen via twee ondergrondse kabelverbindingen die zijn aangesloten op het hoogspanningsstation Roosendaal van TenneT. Wolfs: ‘Het kabeltracé is vijftien kilometer lang en we zijn bijna klaar met de aanleg. Er worden twee kabelverbindingen gelegd om in geval van storing over te kunnen schakelen op de andere kabelverbinding.’ APRIL 2014 29 COLUMN Lokaal Marco Wolfs, projectleider TenneT Corné van Loon, senior asset manager bij Enexis FOTOGRAFIE MIEKE MEESEN Claudia Umlauf NETBEHEER NIEUWE STIJL HET IS NIET DE EERSTE VRAAG DIE IK STEL, MAAR IK VRAAG MIJN VRIENDEN WELEENS WIE HUN NETBEHEERDER IS. DAN FRONSEN ZIJ HUN WENKBRAUWEN. ‘DAT IS TOCH DEGENE DIE DE KABELS VERZORGT?’ 90° EEN GRONDKABEL VOOR HOOGSPANNING KAN BIJ ZWARE BELASTING WARM WORDEN. DE TEMPERATUUR KAN TOT 90 GRADEN CELSIUS OPLOPEN De 150 kV-kabels komen binnen in de zogenoemde schakeltuin die door TenneT is gebouwd. In de schakeltuin wordt de stroom verdeeld en naar transformatoren geleid. ‘De buisgeleider (hoogspanningskabel die is ontdaan van de isolerende mantel, red.) die op de vermogenstransformator wordt aangesloten, valt nog onder TenneT, maar de vermogenstransformator die de 150 kV naar 20 kV transformeert is van Enexis, evenals alle infrastructuur die daarna volgt’, zegt Henk Frenken, projectmanager bij Enexis. Bijzonder is dat de output van het hoogspanningsstation bestaat uit 20 kV, daar waar 10 kV standaard is. Frenken: ‘20 kV gaat rechtstreeks naar de tuinders die de apparatuur hebben om de spanning te transformeren naar de gewenste waarde. De energie die naar de particuliere aansluitingen gaat, wordt naar 10 kV getransformeerd.’ Wkk ‘Vrijwel alle tuinders hebben een wkk, een warmtekrachtkoppeling’, zegt Corné van Loon, senior assetmanager bij Enexis. ‘Bij een wkk 30 drijft een aardgasmotor een generator aan die stroom produceert. De tuinder gebruikt de elektriciteit, de warmte en de koolstofdioxide die de wkk produceert. Alle elektriciteit die niet verbruikt wordt, wordt teruggeleverd aan ons net waarbij wij het weer terugleveren aan TenneT. Het netwerk en de centrale zijn ingericht op levering én teruglevering.’ Dat past helemaal in het beginsel dat alle activiteiten in het Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland zogenoemd ‘biobased’ zijn. Op het terrein staat ook een grote suikerfabriek en de restwarmte van deze fabriek zal weer gebruikt worden door de tuinders. Verder is voorzien in de aanleg van windpark Zuid-Dintel en de door deze molens opgewekte energie zal aan het Agro & Food Cluster worden geleverd waarbij het overschot wordt teruggeleverd aan de nieuwe centrale. Naast dit windpark staan er nog meer windmolens gepland. Enexis is inmiddels klaar met alle werkzaamheden in de nieuwe hoogspanningscentrale. TenneT verwacht het werk aan de hoogspanningskabels snel te kunnen afronden om vanaf mei de centrale in bedrijf te kunnen stellen. Claudia Umlauf is beleids adviseur bij Vereniging Eigen Huis. Zij richt zich met name op energievraagstukken. D at antwoord kunnen we natuurlijk niet goed rekenen. Maar is dat erg? De bedrijven die zorgen voor de aanleg en het onderhoud van wegen, het spoor, riolering en dataverbindingen ken ik zelf allemaal ook niet bijster goed. Bovendien kan de consument zijn netbeheerder niet zelf kiezen. Vooral van belang is dat de netbeheerder de klant kent. Dan kan hij deze optimaal in zijn behoefte voorzien. Die klant kent hij overigens al steeds beter. In energieland wordt vaker over klanten en steeds minder over aansluitingen gesproken, dus het gaat de goede kant op. Maar wat verwacht de consument eigenlijk van de netbeheerder? Natuurlijk wil de consument weten waarvoor hij betaalt en vooral of hij niet te veel betaalt. Bijna twintig procent van de energierekening van een consument bestaat uit netwerkkosten. Dit is zo’n 330 euro per jaar. Een beknopte, simpele uitleg van de kosten is dan wel op zijn plaats. Ook zou het van goede service getuigen als de klant te horen krijgt hoe hij de kosten omlaag kan krijgen via aanpassingen in zijn huis. Vorig jaar wees Vereniging Eigen Huis de netbeheerders daar nog op. De vraag was of zij klanten met onnodig grote gasaan- sluitingen hierop willen attenderen en compenseren. Dat wilden ze ook, maar daar ging wel wat gebakkelei aan vooraf. De consument verlangt meer van een netbeheerder. Stilzwijgend rekent de klant op leveringszekerheid. Gelukkig zijn de periodes dat de stroom in Nederland uitvalt maar kort en plaatselijk. Maar door de energietransitie ligt het gevaar van black-outs op de loer. Het net moet klaargestoomd worden voor de energievoorziening van de toekomst. Maar wat betekent dat in de praktijk? Zwaardere of lichtere netten? Als bedrijven slim inspelen op vraag en aanbod van energie en beter leren hoe zij energie kunnen opslaan, dan worden veel netten misschien zelfs overbodig. De grootste uitdaging voor de netbeheerder? Dat is wat mij betreft inspelen op de behoefte van de consument om steeds onafhankelijker te worden in energieland. We zijn op weg naar woningen met een nul op de meter en particuliere netten. Wat wordt dan de rol van de netbeheerder? Is die uitgespeeld of ontdekt die juist een nieuwe missie? Voor netbeheerders zijn het dynamische tijden. Never a dull moment: op naar netbeheer nieuwe stijl! APRIL 2014 31 REPORTAGE TEKST FRANS-JOZEF WILLEMS FOTOGRAFIE MARTIN WAALBOER 13 KILOMETER INNOVATIE IN UITVOERING Wijster, 28.02.14, 11:32, 52°48'639''N, 6°31'306''E De dertien kilometer lange leiding is wellicht de meest innovatieve gasleiding van Nederland. Het is het eerste biogasproject van deze omvang en fungeert als blauwdruk voor alle toekomstige biogasleidingen die Fudura gaat leggen. De leiding begint bij het biogasbedrijf Kloosterman in Nieuweroord. Daar wordt ieder uur zo’n 800 kubieke meter biogas geproduceerd – later wordt dit zelfs zo’n 1.700 kubieke meter. De leiding eindigt bij de Groen Gas Hub Wijster van Attero. Daar wordt het ‘ruwe’ biogas opgewerkt tot aardgaskwaliteit en wordt het – na controle – ingevoed op het reguliere gasnet van Enexis en collega-netbeheerder Rendo. Zo’n 2.400 huishoudens maken dan gebruik van het groene gas. ‘Het ruwe biogas verschilt nogal van aardgas’, vertelt Jean-Paul Heuts van Fudura. ‘Daar moet je rekening mee houden met de aanleg van de leiding.’ Zo kan het gas pas bij de hub geodoriseerd worden. Daardoor heeft het gas in de nieuwe leiding niet die typische aardgasgeur en bestaat het risico dat een lek minder snel wordt opgemerkt. Daarom heeft Fudura samen met Attero een aantal maatregelen getroffen om de veiligheid te garanderen. De leiding komt dieper te liggen dan aardgasleidingen. Verder liggen er in de grond twee waarschuwings linten met ‘let op biogasleiding’. Bovengronds wordt de leiding gemarkeerd met markeringspalen. Door de grote diameter van de biogasleiding – 200 of 250 millimeter – kan de leiding niet vanaf een haspel gelegd worden. ‘We moeten letterlijk 13 kilometer aan elkaar lassen in stukken van 24 meter’, vertelt Heuts. Bij het ontwerp van de verzamel leiding is er rekening mee gehouden dat er in de toekomst meerdere invoedingspunten komen. Er kunnen dus meerdere biogasbedrijven gebruikmaken van de leiding. ‘Dat is wat dit werk zo mooi maakt’, vertelt Heuts. ‘We lopen voorop en kunnen mensen op ideeën brengen met dit soort duurzame initiatieven.’ Het project trekt dan ook de aandacht van andere partijen, maar ook voor Fudura zelf is het een leerzaam project. Heuts: ‘Biogas is aan een opmars bezig. Je ziet in Nederland al best veel kleinschalige projecten waar biogas wordt opgewekt. We houden er rekening mee dat er meer grootschalige projecten komen, zoals hier. Door dit project doen we nu veel kennis en ervaring op. Zo kunnen we helpen om deze duur zame ontwikkeling te faciliteren.’ Samen met afvalverwerkingsbedrijf Attero bouwt Fudura – onderdeel van Enexis – aan een kilometerslange biogasleiding tussen Nieuweroord en Wijster. 32 APRIL 2014 33 Reportage 2.400 huishoudens KUNNEN STRAKS GEBRUIK MAKEN VAN HET BIOGAS De biovergistinstallaties op het terrein van Kloosterman. Wekelijks komen alle betrokken partijen bij elkaar om de vorderingen van het project te bespreken. HET 34 2,5 DIKKE LINT WERKT ALS WAARSCHUWINGSBAND mm APRIL 2014 35 Reportage MEDIO 2014 MOET DE BIOGASLEIDING GEREED ZIJN m DE BIOGASLEIDING WORDT IN STUKKEN VAN ZO’N 24 AAN ELKAAR GELAST 1 ONDER DE GROND TE LIGGEN (BIJ LANDBOUWGROND 1,5 M) m DE BIOGASLEIDING KOMT 4 miljoen m3 GROEN GAS PER JAAR WORDT DOOR DE LEIDING VERVOERD Het lassen van de leidingen gebeurt in een container. De buisuiteinden worden verhit en worden vervolgens met elkaar versmolten. Dit levert een zeer stevige verbinding op. 36 APRIL 2014 37 TOEKOMSTVISIE STOP MET DROMEN, BEGIN MET BOUWEN PROFESSOR RICK VAN BAAREN Prof. dr. Rick van Baaren is hoogleraar Gedragsbeïnvloeding en Maatschappij aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn onderzoek richt zich op vormen van bewuste en onbewuste beïnvloeding en hij heeft gepubliceerd in toonaangevende internationale wetenschappelijke tijdschriften. Bovendien fun geert hij als expert op het gebied van gedragsverandering, voor bijvoorbeeld de Tweede Kamer, de Consumentenautoriteit, TROS Opgelicht en RTL. Niet zozeer technische, maar psychologische barrières weerhouden ons van investeringen in de zelfvoorzienende woning. Hoogleraar Rick van Baaren weet haarfijn uit te leggen wat ervoor nodig is om massaal de stap naar de toekomst te zetten. Een toekomst waarin we uiteindelijk onze eigen energieleverancier én netbeheerder kunnen zijn. Een artist’s impression van de energieneutrale aardehuizen zoals deze in Oost-Nederland gerealiseerd worden. Tip 1. DOE EERST GEDEGEN VOORONDERZOEK Het Zweedse architectenbureau C.F. MØller ontwierp een 34 verdiepingen tellende wolken krabber. Gebouwd van – lokaal gekapt – hout en dankzij zonnepanelen zelfvoorzienend in energie. 38 De ontwikkeling naar zelfvoorzienende woningen is behoorlijk complex. Je ziet dan dat een deel van de bevolking sowieso af gaat haken, meent Van Baaren. ‘Maar andere mensen zijn wel degelijk in beweging te brengen, mits je ze op een goede manier benadert. Voor een goede benadering is, nadat je eerst je doel hebt geformuleerd, allereerst onderzoek nodig naar lokkers en weerstanden. Als het gaat om het installeren van slimme meters, dan weet je bijvoorbeeld dat mensen bang zijn dat hun privacy geschonden wordt. Bij wind- molens hebben veel mensen het over horizonvervuiling en geluidsoverlast. Breng dat soort gegevens zorgvuldig in kaart.’ een goed plan, gericht op gedragsverandering, komt veel meer kijken.’ Tip 2. INFORMATIE IS NIET GENOEG Tip 3. RICHT JE IN JE COMMUNICATIE OP ZELFOVERTUIGING EN COMMITMENT ‘Beleidsmakers of politici willen iets, ze dragen dat braaf uit, ontwikkelen steunmaat regelen, bijvoorbeeld subsidies, en wachten tot het gewenste gedrag realiteit wordt. Maar in werkelijkheid gebeurt er vaak niets. Ze gaan van de foute vooronderstelling uit dat als je mensen maar genoeg informatie geeft, ze wel doen wat je wilt. Maar bij ‘Als je het gedrag van mensen wilt beïnvloeden, gaat het in de kern om zelfovertuiging en commitment. Je moet mensen niet alleen vertellen waarom iets goed is om te doen, maar je moet het ze zelf laten ontdekken. En verder moet je mensen ervan overtuigen dat ze hun eigenbelang dienen door in actie te komen. Wat dat betreft zijn de “slimme APRIL 2014 39 FOTOGRAFIE JAAP VAN DEN BEUKEL MET MEDEWERKING VAN TOYOTA LOUWMAN VEENDAM/ STADSKANAAL, WOONCORPORATIE LEFIER Toekomstvisie Slimme renovatie kan van bestaande gebouwen energieneutrale woningen maken. COLOFON Eindredactie Enexis Fleur Breitbarth, Marc Evers Nr. 2 APRIL 2014 Concept en realisatie Scripta Communicatie Nieuwe Herengracht 47 1011 RN Amsterdam Netwerk is een relatiemagazine van Enexis. Netwerk is er voor belanghebbenden en belangstellenden binnen Enexis en haar omgeving. Artdirection en lay-out Marjolein Rams Uitgever ENEXIS B.V. Magistratenlaan 116 5223 MB ’s-Hertogenbosch Telefoon 088 857 77 77 Redactieadres [email protected] Hoofdredactie Enexis Cor Brockhoven energiewijken” van Enexis goede voorbeelden. De bewoners zitten zelf aan de knoppen, ze maken hun eigen keuzes. En komen er zo achter dat het voor hen loont om de goede momenten te kiezen voor hun energiegebruik. Het levert ze nog financieel voordeel op ook.’ Tip 4. EIGENBELANG WINT VAN ALGEMEEN BELANG ‘In bijna alle situaties is het eigenbelang bepalend voor het gedrag van mensen. Alleen als de normen en waarden heel duidelijk zijn, en waarin je gedrag duidelijk zichtbaar is voor anderen, wint het algemeen belang. Maar dan raakt het natuurlijk ook weer het eigenbelang. Het is belangrijk om hiermee rekening te houden bij het maken van plannen. Alléén het milieubelang gaat te weinig mensen over de streep trekken.’ 40 Tip 5. HOUD REKENING MET WEERSTAND ‘Als je ergens moeite voor moet doen, voel je vrijwel altijd weerstand. Benader mensen meteen met complexe informatie en ze haken af. Onze hersenen zijn gemaakt om dingen simpel te houden. We creëren allerlei automatismen en gewoonten zodat we op een rustige manier kunnen leven in onze comfortzone. Vreemde, nieuwe dingen zijn best eng. Daar willen we liever niet mee geconfronteerd worden. Dus je moet mensen duidelijk laten voelen hoe simpel het is om in actie te komen.’ Tip 6. ZET KLEINE STAPJES ‘Deze tip houdt direct verband met de vorige. Mensen overzien in de regel niet welke stappen je allemaal zou moeten ondernemen om een bepaald doel te bereiken. ‘Geldprikkels kunnen het leven makkelijker maken, ook voor gedragsbeïnvloeders. Het kan een startmotief zijn voor mensen om geïnteresseerd te raken. In de slimme wijken zie je dat een overgrote meerderheid van de bewoners geld besparen een belangrijke motivatie vindt om de energievraag te verschuiven. Toch moet je geld meer zien als aanjager van de belangstelling; op de wat langere termijn blijkt het effect tegen te vallen.’ Enexis is de regionale etbeheerder van gas- en n elektriciteitsnetten in Noord-, Oost- en ZuidNederland. Voor meer informatie zie enexis.nl. Drukwerk Kampert-Nauta, Oss Tekst Anna Richt Hannema, Gerhard Sluiter, Paul Steenhoff, Claudia Umlauf (column), Frans-Jozef Willems Ook gratis abonnee worden? Stuur een mail met uw adresgegevens naar [email protected]. Zorg daarom in de communicatie voor kleine, behapbare stapjes. Als je het hebt over de aanschaf van zonnepanelen, begin er dan niet meteen over dat je misschien ook een slimme meter moet aanschaffen voor de registratie van teruggeleverde elektriciteit.’ Tip 7. GELDPRIKKELS HELPEN… EEN BEETJE Lithografie Grafimedia Amsterdam Beeld Jaap van den Beukel, Jeroen Dietz, Getty Images, Jeroen Hofman, Mieke Meesen, Rico Pronk, Thinkstock, Martin Waalboer 11 % VAN DE VERKOCHTE AUTO’S IN NEDERLAND WAS IN 2013 ELEKTRISCH OF HYBRIDE IN 2012 WAS DAT 5 % 10 % IN 2020 MOET HET AANDEEL BIOBRANDSTOF AAN DE POMPEN IN NEDERLAND OPGELOPEN ZIJN TOT 10%
© Copyright 2024 ExpyDoc