ProDef_opmaak _5_2014

ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:19
Page 1
ProDef BULLETIN
PROFESSIONALS BIJ DEFENSIE
augustus 2014 | nummer 5
Het wel en wee van 60.000 medewerkers
Dat is de verantwoordelijkheid van Defensie.
INHOUD
2 Ethiek, Leiderschap, Integriteit
4 Akkoord
gezondheidszorgvoorzieningen
7 Meenemen verlofdagen in 2015
beperkt
8 Medezeggenschapsverkiezingen
9 Pensioenen: zekerheid voor alles
12 PTSS-hulphonden
13 Onderhandelingen pensioenregeling
over verlof getild
Verantwoordelijkheid nemen
Op het moment dat ik dit schrijf is de vakantie aanstaande. Het bureau wordt weer
geschoond en de achterstallige ‘Postvak In’ werkzaamheden zijn weer gedaan.
V
lak voor het zomerreces heeft de minister ook haar bureau opgeschoond en een
aantal Kamerbrieven naar de Vaste Commissie Defensie van de Tweede Kamer
(VCD) gestuurd. In mijn wekelijkse weblog van maandag 6 juli jl. met de titel ‘In of out
control’ ben ik hier uitgebreid op ingegaan. Tijdens het laatste Algemeen Overleg
Defensie in de Tweede Kamer heeft een ruime meerderheid in de VCD een D66-motie ondersteund waarin wordt aangegeven dat de minister op Prinsjesdag met een plan van aanpak moet
komen waaruit moet blijken dat ze weer ‘in control’ is. Dit naar aanleiding van de Kamerbrieven
waaruit de Kamerleden de meer dan terechte conclusie hebben getrokken dat er sprake is van
ernstige tekortkomingen die grote risico's voor de bedrijfsvoering en operaties hebben.
De bovenstaande constatering kan geen verrassing zijn voor een ieder die zich maar een beetje
verdiept in Defensie. Bij Defensie is al jarenlang sprake van achterstallig onderhoud, een tekort
aan reserveonderdelen en een hogere slijtage van materieel door frequente operationele inzet
buiten Nederland. Het is dan ook niet verwonderlijk dat na jarenlang kannibaliseren de koek op
is.
16 Column vice-voorzitter
16 GOV|MHB Medezeggenschapsdag 2014
5
11
14
15
En verder:
Cartoon
GOV|MHB verenigingszaken
Column juridische zaken
Column ‘Denkfouten bij Defensie’
www.ProDef.nl
Naast het achterstallig onderhoud op materieel gebied heeft de minister óók een probleem op
personeelsgebied. Het Defensiepersoneel is al meer dan 500 dagen 'CAO-loos’. Door de jarenlange nullijn, de bijna continue onzekerheid over de baan, het AOW-gat, de WUL-problematiek, enz. is er óók sprake van grote tekortkomingen en risico’s op het personeelsgebied. De
werkgever Defensie heeft de afgelopen jaren haar personeel verwaarloosd en de onvrede
begint steeds meer toe te nemen.
Het zou voor de minister dus weleens een ‘hete herfst’ kunnen worden, om in vakbondstermen
te spreken. De opdracht die de minister van de Tweede Kamer heeft gekregen is namelijk schier
onmogelijk tenzij het Kabinet met Prinsjesdag met een Marshall-plan voor Defensie komt. Het
wordt dan ook tijd dat de Tweede Kamerleden niet doen alsof hun (defensie)neus bloedt en,
naast de minister van Defensie, óók eindelijk hun verantwoordelijkheid nemen. Verantwoordelijkheid die moet leiden tot een geloofwaardige Krijgsmacht en arbeidsvoorwaarden die
passend zijn bij loyaal en altijd inzetbaar personeel.
door Marc de Natris
ProDef bulletin, augustus 2014 | 1
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:19
Colofon
Page 2
Column duo-voorzitters
Het ProDef bulletin is een uitgave van de
Gezamenlijke Officierenverenigingen en Middelbaar
en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie (GOV|MHB).
Het bulletin verschijnt 8 keer per jaar.
ISSN 2210-7304
Adres secretariaat GOV|MHB en
redactie ProDef bulletin:
Wassenaarseweg 2
2596 CH Den Haag
070-3839504
www.prodef.nl
[email protected]
(secretariaat/administratie)
[email protected]
(redactie ProDef bulletin)
Redactie
M.E.M. de Natris (hoofdredacteur), T. Kofman,
M.M.H. Heijligers, R.E.W. Pieters, R. Bliek
P.J.G. van Sprang, drs. M.A.M. Weusthuis
(eindredacteur)
Aan dit nummer werkten mee:
H. Boomstra (cartoon), D. Tempelman, drs. R.W.
Mannak (correcties), P. van Maurik, mr. B. Blonk
P. van Uhm
Vormgeving
Frank de Wit, Zwolle
Drukwerk
Èpos|Press, Postbus 1070, 8001 BB Zwolle
Advertenties
070-3839504
© ProDef bulletin
Overname van artikelen is enkel toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder uitdrukkelijke vermelding van de bron. Er kunnen geen
rechten worden ontleend aan de teksten in dit bulletin.
Wijzigingen adres- en persoonsgegevens
Svp doorgeven aan het secretariaat van de GOV|MHB:
070-3839504
[email protected]
Juridisch advies
Voor arbeidsgerelateerde vragen en/of conflicten
beschikt de GOV|MHB over drie juridische adviseurs. De
procedure loopt in aanvang via de coördinator M.E.M. de
Natris (duo-voorzitter GOV|MHB, 070-3839504 of
[email protected]). In spoedeisende gevallen
kan onder goedkeuring achteraf rechtstreeks contact
worden opgenomen met:
• mr B. Blonk
070-3839504
[email protected]
Kopij
Kopij voor nummer 6 van het ProDef bulletin dient uiterlijk
op 15 september 2014 per e-mail bij de redactie
aanwezig te zijn.
2 | ProDef bulletin, augustus 2014
Ethiek, Leiderschap,
Integriteit
In de hele maatschappij en zeker ook bij Defensie, zien wij dat de begrippen ethiek,
leiderschap en integriteit, veelvuldig en vaak in samenhang worden gebruikt.
Iedereen heeft hier wel een beeld bij. Ook ik, en dat van mij wil ik graag met u delen.
L
aten we beginnen met de begrippen
kort te definiëren. Natuurlijk zijn er
vele definities, in dit stuk hanteer ik
deze:
• Integriteit kan omschreven worden als het
eerlijk en oprecht uitvoeren van een functie
met inachtneming van de waarden en regels;
• Leiderschap is het bewust beïnvloeden van
gedrag om een doel te bereiken;
• Ethiek betreft de kritische bezinning op het
juiste handelen en of dit handelen als goed
of fout kan worden gezien.
De eerste zware worsteling die ik zelf had en
mij nog goed herinner, gebeurde naar aanleiding van twee zaken. Enerzijds sprak ik een
korporaal die vroeger in Nederlands-Indië geconfronteerd was geweest met martelingen,
die tot doel hadden gegevens te verkrijgen
zodat het eigen peloton de volgende dag zo
min mogelijk verliezen zou lijden.
In dezelfde tijd kwam de generaal Huizer als
gast bij het programma ‘de achterkant van
het gelijk’ van Marcel van Dam. Ook hier was
het onderwerp de stelling ‘Mag je martelen
om de levens van je eigen soldaten te beschermen?’ Het antwoord van Huizer was
kort en helder: “Neen, in geen enkel geval.”
In mijn tijd als docent op de Hogere Krijgsschool hadden wij een oefening in het vroegere Oost-Pruisen, een deel van het huidige
Polen. Toen de Russen aanvielen op Berlijn
was dit een flankstelling geworden. Bij verder
doorstoten zouden Duitse eenheden hen in
de flank aan kunnen vallen en hierbij de logistieke toevoerlijnen afsnijden, net zoals Guderian dit in 1940 aan het westfront had gedaan.
Daarom werd eerst de aanval ingezet op
Oost-Pruisen. De commandant gaf een dagorder uit die vrij vertaald inhield: “Wij naderen nu het land van de duivel, doe met hem
wat hij bij ons deed.” De Russische eenheden
die daarop aanvielen hielden verschrikkelijk
huis in de eerste veroverde steden en dorpen.
Vervolgens gingen de Duitse eenheden over
tot het voeren van het vertragend gevecht,
om de bevolking in de gelegenheid te stellen
te ontkomen naar Denemarken en NoordDuitsland. In de bitter koude winter van 19441945 slaagden zij erin om grote delen van de
bevolking uit te laten wijken. De mentale
component, het vechten voor hun eigen
vrouwen en kinderen, leidde ertoe dat de
Russen met ongelooflijke verliezen, in het
zicht van de overwinning, de consequenties
van deze onethische en van slecht leiderschap getuigende dagorder hebben moeten
bekopen.
De akkoorden van Helsinki in 1975 waren eigenlijk een verdrag over veiligheid in Europa.
Een erkenning van de status quo, waarin met
name West-Duitsland erkende dat er een
West- en een Oost-Duitsland was . Uiteindelijk zijn deze akkoorden vooral van waarde gebleken vanwege de geïncorporeerde verklaring van de rechten van de mens. Vele dissidenten in het voormalige Oostblok beriepen
zich vervolgens op deze door hun regeringen
ondertekende verklaringen over de rechten
van de mens. Voor waarschijnlijk alle partijen
geheel onverwacht, bleek het een machtig
wapen in de handen van dissidenten en van
het Westen. Vooral Reagan heeft in zijn regeerperiode deze morele standaard hoog gehouden. Leiderschap (beïnvloeden van andere regeringen) werd effectief gekoppeld aan
integriteit (in acht nemen van afgesproken regels) en ethisch handelen (reflecteren van
zowel je eigen handelen als dat van een ander
t.a.v. vraagstukken van goed en kwaad). Het
bleek een ongekend krachtig wapen in handen van het Westen. Vele jaren is dit een exportproduct, een nastrevenswaardige en verheven westerse waarde gebleken.
Waar ging het verkeerd? Na de aanslag van
9/11, het ingrijpen in Irak, de war on terror en
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:19
Page 3
Column
de Patriot act, werden deze wezenlijke waarden met de voeten getreden. Water boarding
was officieel toegestaan om eigen Amerikaanse levens te redden. In feite werd alles
wat eerst als onethisch werd beschouwd en
van slecht leiderschap getuigde, geoorloofd
om Amerikaanse levens te beschermen. Gevangenen werden zonder vorm van proces
opgesloten en gevangen gehouden. En ook
nu, jaren later, is Guantánamo Bay nog steeds
een gezwel op onze cultuur. Het Westen
verloor zijn meest verheven en aanzienlijke
exportproduct, haar morele aanzien en voorbeeldfunctie. Zoals gezegd, op de lange termijn ons sterkste, dus meest waardevolle
wapen. Amerika is zijn morele leiderschap
onder Bush kwijt geraakt.
Als laatste een punt, heel dicht bij huis, dat
ons allen raakt. De afgelopen tijd is er weer
een aantal mensen in opspraak geraakt. Via
de media lekten er zaken naar buiten over
hun mogelijke misstappen. Standpunten
werden ingenomen en mensen werden veroordeeld. Termen als leiderschap, integriteit
en ethiek waren ook nu niet van de lucht.
Maar het getuigt ook van leiderschap, ethiek
en integriteit om niet te snel te (ver)oordelen. Eerst de achtergronden kennen en dan
pas oordelen, zou het adagium moeten zijn.
Te snelle oordelen worden vaak geuit door
zogenaamde ‘leunstoelers’, mensen die vanuit hun eigen functie nauwelijks enig risico
lopen ooit in moeilijke ethische dilemma’s
terecht te komen, maar wel harde meningen
verkondigen. Ook hier past reflectie op het
eigen gedrag en dat te toetsen aan goed en
kwaad. Gij zult niet oordelen zonder dat je de
hele zaak kent.
Terug naar mijzelf. Het leven is een goede
leermeester. Ik ben al lang uit mijn worsteling. Martelen kan niet, ook niet als mijn soldaten hiervan de dupe zouden zijn. Het indrukwekkende betoog van de generaal Huizer in ‘De achterkant van het gelijk’ zou ik nu
zelf kunnen houden. Het is onjuist, niet integer en niet ethisch maar, zoals ik al eerder
heb betoogd; het is ook in militair opzicht dodelijk. Een tegenstander is verslagen als je
hem de wil hebt ontnomen om het gevecht
voort te zetten. Onethisch handelen, misdaden tegen de menselijkheid, motiveert hem
om juist niet op te geven en leiden ertoe dat
een tegenstander doorvecht totdat hij wordt
vernietigd. Hiervoor betaal je een hoge prijs
aan eigen mensenlevens.
Juiste waarden en normen overtuigen tegenstanders van je morele gelijk en zorgen ervoor dat een tegenstander veel eerder de wil
opgeeft om door te vechten. Het overtuigt
en dwingt respect af. Het pacificeert ook op
de lange duur. Het geeft blijk van een nastrevenswaardige cultuur. Met name ook in deze
tijd van fundamentalistisch Islamitisch geweld zou dit ons handelsmerk moeten zijn.
Maar heel dichtbij, een ander de maat nemen
is gemakkelijk. Jezelf de maat nemen, dát is
de kunst. Hoe zit het met je eigen leiderschap, ethisch handelen en integriteit, ook al
ben je een ‘leunstoeler’. Hoe gemakkelijk
oordeel jij over anderen?
Leiderschap, ethisch handelen en integriteit
zijn zaken die in eerste instantie gaan over jezelf. Hoe vaak en intensief reflecteer jij je
eigen denken en handelen in termen van
goed en kwaad of, wat nog veel complexer is,
tussen goed en juist? Volgens mij is hier nog
een wereld te winnen.
I
door Ruud Vermeulen
ProDef bulletin, augustus 2014 | 3
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 4
Georganiseerd Overleg
door René Pieters
Centrales stemmen in met aanbevelingen
voorzieningenniveau gezondheidszorg
De Centrales van Overheidspersoneel hebben dinsdag 15 juli jl. ingestemd met de aanbevelingen van de
Commissie Leijh aangaande het voorzieningenniveau gezondheidszorg.
De Centrales hadden eerder al ingestemd met de uitkomsten van het
onderzoek van de Commissie Leijh over de afspraken die er door de
jaren heen zijn gemaakt over het voorzieningenniveau van de gezondheidszorg binnen Defensie. Na deze instemming over de afspraken
heeft de commissie de lopende reorganisatietrajecten afgezet tegen
deze afspraken. Hieruit volgde een vijftiental aanbevelingen.
Nu de Centrales met de aanbevelingen hebben ingestemd kunnen de
reorganisaties worden hervat. In enkele gevallen dienen de reorganisatieplannen eerst in lijn te worden gebracht met het voorzieningenniveau, waarna het reguliere reorganisatietraject, inclusief de overleggen
die daar onderdeel van zijn, weer kan worden vervolgd. Voor de
overige plannen kan het reguliere reorganisatietraject per direct
worden vervolgd. Defensie heeft hierbij toegezegd de, als gevolg van
de aanbevelingen, noodzakelijke ophoging van de Numerus Fixus
mogelijk te maken.
Aanbevelingen
Alle aanbevelingen op een rij:
1. Pas de taakstelling van en de werkwijze binnen het EGB zodanig aan
dat het taakelement dat toeziet op functiegeschiktheidskeuringen
e.a. uit de beschrijvingen wordt gehaald. Stel tevens zeker dat in de
werkwijze van het EGB de afspraken gemaakt in het kader van het
4 | ProDef bulletin, augustus 2014
geïntegreerde zorgmodel worden nagekomen en dat naast de curatieve zorg er louter bedrijfsgeneeskundige zorg wordt verleend, die
te maken heeft met de belastbaarheid van de militair in relatie tot de
aan de orde zijnde operationele inzet, waarbij er sprake blijft van
geïntegreerde zorg;
2. Pas het reorganisatietraject van het CEAG zodanig aan dat de
bedrijfsgeneeskundige entiteit binnen deze organisatie kan worden
ondergebracht. Draag zorg voor een heldere taakbeschrijving, een
beschrijving van de koppelvlakken met andere geneeskundige organisaties, en een organisatorische inbedding die recht doet aan de
taakstelling. Stel zeker dat binnen de bedrijfsgeneeskundige entiteit
zelfstandige dossiervorming plaats vindt gescheiden van de dossiervorming bij respectievelijk EGB (ZT) en BMB;
3. Daar waar aanpassingen van de (lopende) reorganisatietrajecten –
op een onverantwoorde wijze – deze trajecten aanzienlijk gaan
vertragen, overleg met bonden over mogelijkheden om binnen het
traject te faseren, dan wel te gaan werken binnen een (tijdelijke)
werkorganisatie;
4. Tref regelingen ten aanzien van het borgen van de eerstelijns
geneeskundige zorg op de locatie de Peel. Pas het reorganisatieplan
EGB hierop aan;
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 5
Georganiseerd Overleg
5. Stel zeker dat de borging van de geneeskundige voorzieningen in
Munster en Mons ook formatief worden vastgelegd;
6. Laat het tempo van de reorganisatie van de DTD gelijke tred houden
met de instroom van de mobiele tandheelkundige capaciteit. Draag
zorg dat de afronding van de reorganisatie DTD gelijk valt met het
operationeel stellen van de laatste mobiele tandheelkundige
oplegger. Tref hiertoe de noodzakelijke maatregelen met betrekking
tot het opstellen/actualiseren van het Defensie Investeringsplan
(DIP). Draag zorg dat in de mobiele tandheelkundige oplegger alle
tandheelkundige behandelingen kunnen plaatsvinden met uitzondering van specialistische verrichtingen;
7. Pas het reorganisatieplan met betrekking tot de operationeel
geneeskundige organisatie role2 (CLAS) zodanig aan dat de omvang
van het functiebestand C2/Logistiek ondersteunend personeel in lijn
wordt gebracht met de behoefte;
8. Draag zorg dat zolang er geen gegarandeerde dedicated aeromedevac
voorhanden is, er binnen de geneeskundige afvoerketen voldoende
weg gewondentransport is ingedeeld. Stel de (aanvullende)
behoefte vast en draag zorg voor opname in de plan-begrotingscyclus;
9. Draag zorg voor het in de reorganisatie met voorrang oppakken van
die onderdelen die te maken hebben met de beheersing van de
kwaliteit van het totale gezondheidszorgsysteem. Stel zeker dat
binnen het kwaliteitszorg systeem aandacht wordt geschonken aan
het (planmatig) bijhouden van de vaardigheid van de individuele
geneeskundige beroepsbeoefenaar en draag zorg voor een
adequate registratie van dit personeel in het registratieregister van
toepassing voor desbetreffende beroepsgroep;
10. Zorg voor bespreking met de bonden van de contouren van het
cartoon
door René Pieters
verwijs en terugkoppelingsbeleid. Stel op basis van dit overleg het
beleid vast en geef aanwijzingen voor de uitvoering van het beleid.
Communiceer over het belang van een adequate uitvoering van het
beleid;
11. Draag zorg bij de geneeskundige zorg voor een adequate registratie
van (medische) behandeling/verrichtingen door de zorgverlener.
Neem in de professionele code op dat het (eventueel) door
verwijzen en het adequaat declareren behoort bij – de administratieve – verantwoordelijkheden van de zorgverlener;
12. Laat de governance binnen het geneeskundig domein nader
uitwerken langs de lijnen van een driedeling waarin de bestuurlijke/HMA-rol wordt belegd binnen de organisatie van de HDP, de
uitvoerende rol wordt belegd binnen de organisatie van DGO en de
toezichthoudende inspectie rol bij de IMG;
13. Draag zorg voor het helder beschrijven van de verantwoordelijkheden in de uitvoering van re-integratie trajecten. Draag zorg voor
een centrale sturing en regie belegd bij de HDP, een centrale uitvoering belegd bij de operationele commando’s (in beginsel eerste zes
maanden). Draag zorg voor een heldere beschrijving van de rol van
DCR bij het ondersteunen van de individuele re-integratietrajecten;
zorg voor een heldere beschrijving van de verantwoordelijkheden
van Commandanten en DCR in de verschillende stadia van het reintegratietraject;
14. Bezie in hoeverre reservepersoneel moet vallen onder de procedures/voorzieningen zoals die gelden voor actief dienend personeel;
15. Benadruk het belang van verslaglegging, medische dossiervorming
onder operationele inzetomstandigheden. Controleer de actualiteit
van de uitvoeringsrichtlijnen in deze.
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 6
Redactioneel
Thuisfront van een militair
“Hij gaat op missie ja. Dat is een ding wat zeker is. Wanneer weten we alleen nog niet. Als ik ergens niet tegen kan is het die
onzekerheid. Bij alles wat we doen denken wij allebei “hoe lang nog”. Afspraken maken…. ja, maar alles onder voorbehoud. Een
vakantie die gepland stond (gelukkig nog niet geboekt) wordt waarschijnlijk ingetrokken. Oké, ik moet het er maar mee doen. Ik
heb geen keus en ben gewoon overgeleverd aan de besprekingen van Defensie en de politiek.”
H
et bovenstaande is een heel kort fragment uit een van de
weblogs van @Vrouw_van (Twitter), het thuisfront van een
Nederlandse militair.
In de vorige ProDef-Bulletins heeft u artikelen kunnen lezen
over de bijzondere positie die de militair inneemt als werknemer in de
Nederlandse maatschappij. Alle geschreven vanuit het gezichtspunt
van de militair. Elke militair heeft echter ook een thuisfront: partner,
kinderen en/of ouders, etc. Het is dit thuisfront dat, net als de militair
zelf, geraakt wordt door deze bijzondere positie.
De gemiddelde Nederlander weet wel dat wanneer een militair op
missie gaat, het thuisfront gedurende die maanden van afwezigheid de
‘zaken’ thuis alleen moet doen. Wat de gemiddelde Nederlander
echter niet weet is dat het thuisfront er ook zonder missie veelvuldig
alleen voor staat.
De taakstelling van de Nederlandse krijgsmacht: vierentwintig uur per
dag, zeven dagen in de week, 365 dagen per jaar inzetbaar zijn, vereist
immers ook oefening, training en opleiding van de militair. Ook dan is
de militair vaak langdurig van huis. Een oefening eindigt immers niet
om 17.00 uur om de volgende ochtend weer te beginnen om 09.00 uur.
En training en opleiding vinden veelal plaats op kazernes die (toevallig)
net te ver weg liggen om aan het einde van de dag nog (verantwoord)
naar huis te gaan. Dit laatste gaat overigens ook in veel gevallen op
voor de normale kazernedagen. Om voor de hand liggende redenen
liggen kazernes nu eenmaal niet in dichtbevolkte gebieden, met als
gevolg dat de militair van maandag tot en met vrijdag op de kazerne
verblijft. Daarnaast zijn er ook vormen van inzet die geen missie
betreffen, maar waarbij de militair toch (ook) langdurig, soms wel
enkele maanden, van huis is. Afhankelijk van de functie van de militair
loopt het gemiddeld aantal dagen per jaar dat de militair van huis is op
tot wel 150 tot 200 dagen. Zonder missie!
6 | ProDef bulletin, augustus 2014
Carrière
Het veelvuldig overgeplaatst worden en van huis zijn, is ook direct van
invloed op de carrière van de partner van de militair. De constante
verhuizingen betekenen voor velen het opgeven van de eigen carrière.
Niet veel werkgevers hebben immers, net als Defensie, overal in
Nederland (en in sommige buitenlanden) ook ‘vestigingen’. Als er niet
wordt gekozen voor verhuizen, maar dat de militair doordeweeks op
de kazerne verblijft, dan komen alle gezinszaken op de schouders van
de partner terecht. Zeker met kinderen betekent dit improviseren.
Helemaal wanneer er bijvoorbeeld sprake is van ziekte en er de hele
dag iemand thuis moet zijn. Niet elke werkgever zit daar op te wachten
en/of kan daar begrip voor opbrengen, met (helaas) alle consequenties
van dien.
Naast het veelvuldig van huis zijn van de militair heeft het thuisfront
ook continu te maken met een stukje onzekerheid. Vierentwintig uur
per dag, zeven dagen in de week, 365 dagen per jaar inzetbaar zijn betekent immers ook dat de militair plots te horen kan krijgen dat hij of zij
(weer) van huis moet. De inleiding van dit artikel ging daar al over.
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 7
Redactioneel
Of zoals een andere partner van een militair het in haar weblog
omschrijft: “Lekker genieten van een weekje Disneyland Parijs met het
hele gezin? Ook dat kan weleens op losse schroeven komen te staan
vanwege een uitzending. En aansluitend na de uitzending van een voor
jullie allebei welverdiende vakantie genieten, tja, dan kan het zijn dat je
de eerste paar dagen alleen moet vieren (als je heel verstandig niet een
verre reis hebt gepland) omdat je lief nog in uitzendgebied of er net
tussenin zit. Dus ja, iets plannen… Dat doe je gewoon met een slag om
de arm. Wisselende diensten, avonddiensten, oefeningen, uitzendingen en opleidingen… Met dat wat je weet probeer je rekening te
houden en er omheen te plannen.” (Twitter: @Zijvanhem)
Het is, naast de spanning en angst tijdens een missie, deze onzekerheid
die de grootste druk legt op het thuisfront. Het leven van het thuisfront
schikt zich naar de eisen die aan de militair gesteld worden. Niet omdat
de militair en zijn of haar thuisfront dit zo willen, maar omdat de
bijzondere positie van de militair dit vereist. Het is dan ook niet ongebruikelijk dat (veel) relaties van militairen het niet redden. Elke militair
kan in zijn of haar omgeving (vele) collega’s aanwijzen waarvan de
relatie deze bijzondere positie niet meer aankon. (Helaas is er tot op
heden nog geen onderzoek gedaan naar de vraag of het aantal relatie-
breuken onder militairen hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland.)
En om de vraag die velen op de lippen zal liggen na het lezen van het
bovenstaande maar vast te beantwoorden, een tweetal citaten uit de
weblogs van het thuisfront een militair:
“Je hebt toch zelf gekozen voor een militair? Zoveel andere mannen,
nee jij kiest een militair.”
“Ik ben met een militair omdat ik van die man hou. Niet omdat hij
toevallig militair is, maar omdat hij een ontzettende leuke lieve mooie
man is. En op die man ben ik verliefd geworden en nog steeds verliefd.”
“Intense liefde voor elkaar is iets dat moet je overkomen, het is het
mooiste wat er is. Soms kan het je ook even slopen. Ik tel niet de weken
die ik nog moet gaan, ik tel de weken die ik heb gehad. Dat is de overwinning voor mijzelf. Weer een week verder en een stap dichterbij.
Mijn kracht en liefde voor deze militair en het onbekende wereldje wat
het voor mij was, heeft mij gevormd tot de persoon die ik nu ben.
Enorm zelfstandig, soms emotioneel en het volgende moment heel
hard.” (Twitter: @Vrouw_van)
I
Met dank aan @Vrouw_van & @Zijvanhem
Georganiseerd Overleg
door René Pieters
Regels ‘meenemen verlof’ naar het volgende jaar gewijzigd
Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel hebben overeenstemming bereikt over nieuwe regels m.b.t. het meenemen
van niet opgenomen verlofuren naar een volgend kalenderjaar. Aanleiding voor het aanpassen van de bestaande regels was o.a.
een uitspraak van het Europese Hof van Justitie inzake de zaak Schultz-Hoff Stringer.
O
p grond van de nieuwe afspraken kunnen niet-opgenomen
verlofuren in beginsel nog maar één jaar worden meegenomen. Aan het eind van dat kalenderjaar komen eventueel
nog steeds niet-opgenomen verlofuren te vervallen. De
nieuwe regelgeving moet nog worden verwerkt in het AMAR en het
BARD, voordat ze officieel van toepassing is.
Uitzonderingen
Uitsluitend indien naar het oordeel van de commandant operationele
of gewichtige persoonlijke omstandigheden of medische redenen de
ambtenaar hebben verhinderd vakantie op te nemen, wordt de verval-
datum van nog steeds niet-opgenomen verlofuren met nog een kalenderjaar opgeschoven.
Medische redenen
Om in aanmerking te komen voor opschorting van de vervaltermijn,
op grond van medische redenen gelden ook nieuwe regels. Als bewijsvoering voor het feit dat de militair om medische redenen verhinderd
was om vakantieverlof op te nemen, legt de militair een schriftelijke
verklaring van de behandelend arts van de militair geneeskundige
dienst, of een andere arts indien geen arts van de militaire geneeskundige dienst voorhanden is, over aan de commandant. Voor de burgermedewerker geldt in dit geval dat een schriftelijke verklaring van de
behandelend arts aan de commandant dient te worden overlegd.
Reeds opgebouwd ‘verlofstuwmeer’
Voor een reeds opgebouwd ‘verlofstuwmeer’ zijn bovenstaande regels
één op één van toepassing.
Hierop geldt één uitzondering: Bovenstaande regels gelden niet voor
verlof dat reeds is opgebouwd, maar nog niet was verleend, voor 31
december 1996.
Houdt de ProDef-website in de gaten voor de ingangsdatum van de
nieuwe regelgeving.
I
ProDef bulletin, augustus 2014 | 7
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 8
Medezeggenschapsverkiezingen
door Peter van Sprang
Binden door boeiende loopbaanpatronen
In de vergadering van het Informeel Overleg Reorganisaties CLSK van woensdag 9 juli 2014, werd op verzoek
van de centrales van overheidspersoneel, vanuit de Luchtmacht uitgebreid toegelicht welke de doelstellingen zijn op het gebied van loopbaanbegeleiding.
Kort gezegd behelst dit in zijn algemeenheid de juiste man/vrouw op
de juiste plaats, nu en straks, hetgeen wordt geconcretiseerd door te
zorgen voor:
• gemotiveerde werknemers met de kwaliteiten om de CLSK organisatie optimaal te laten functioneren en toekomstvast te maken;
• uitstromende medewerkers te equiperen om goed voorbereid toe te
treden tot de civiele arbeidsmarkt en het CLSK hiermee een waardevolle partner te maken.
Invulling aan deze doelstellingen wordt gegeven door:
• loopbaangesprekken conform AMAR;
• inzichtelijk maken van loopbaanmogelijkheden;
• aanbieden van loopbaan gerelateerde trainingen;
• verzorgen van presentaties en voorlichting;
• begeleiden van individuele scholings- en ontwikkeltrajecten;
• meer aandacht voor burgermedewerkers.
Belangrijk is dat de afdeling loopbaanbegeleiding als doelstelling heeft
gesteld in 2014 en 2015 resultaten te willen zien op (onder meer) de
volgende gebieden en daarop ook afgerekend te willen worden:
• arbeidsontwikkelingen in kaart;
• processen en tools verder geactualiseerd en geoptimaliseerd;
• verdere professionalisering loopbaanbegeleiders.
I
De volgende medezeggenschapsverkiezingen zijn gepland:
Defensieonderdeel Eenheid
Uiterste datum indienen kandidatenlijst
Kiesdatum
BS
gesloten
05-08-2014
Hoofddirectie Bedrijfsvoering Besturing en Innovatie
BZK
Rijksvastgoedbedrijf
gesloten
28-08-2014
CDC
KMA
gesloten
03-09-2014
CDC
Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid
gesloten
08-09-2014
CZSK
KMTO
gesloten
10-09-2014
CLAS
LO/Sportorganisatie KL
gesloten
11-09-2014
CDC
Divisie Facilitair en Logistiek FBD
06-08-2014
17-09-2014
CDC
Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie
Militair Geneeskundig Logistiek Centrum
14-08-2014
25-09-2014
CZSK
D-OPS: STC, MTC en MBS
20-08-2014
01-10-2014
CLAS
42 Brigade Verkennings Eskadron
27-08-2014
07-10-2014
CZSK
Van Ghentkazerne / MKRDAM
29-08-2014
15-10-2014
CDC
DienstenCentrum Werving en Selectie
04-09-2014
06-11-2014
Kijk voor de actuele verkiezingen op:
§ www.ProDef.nl
Reorganisaties
door Peter van Sprang
Voorlopig reorganisatieplan internationale ondersteuning
van de Werkgroep Reorganisaties van donderdag 10 juli 2014 stond onder
CZMCARIB Opmeerdeditagenda
reorganisatieplan geagendeerd.
I
n het voortraject (onder meer besproken in de werkgroep organisaties van 11 april 2014) had hierover al uitgebreid discussie plaatsgevonden, vooral omdat het de mening van de centrales van
overheidspersoneel was dat allereerst de discussie over het voorzieningenniveau buitenland zou moeten worden afgerond, voordat de
inbedding van de organisatie aan de orde zou zijn. Voorstel van Defensie
was om ondanks de niet afronding van deze discussie, de nu bestaande
werkorganisatie op te heffen en over te gaan tot implementatie.
8 | ProDef bulletin, augustus 2014
Na langdurige discussie en (twee) schorsingen is overeengekomen dat:
- het voorlopig reorganisatieplan wordt teruggetrokken;
- de werkorganisatie blijft gehandhaafd;
- het voorzieningenstelsel nader onder de loep wordt genomen;
- en er een (nieuw) advies van de medezeggenschap (Tijdelijke reorganisatie medezeggenschapscommissie ) wordt opgevraagd.
Er wordt naar gestreefd om een en ander op 1 oktober 2014 rond te
hebben.
I
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 9
Pensioenen
door Martin Weusthuis
Nieuwe rekenregels pensioen:
Who’s afraid of risk and return?
Staatssecretaris Klijnsma heeft een nieuw stelsel aan rekenregels naar de Tweede Kamer gestuurd waarmee zij de financiële
handel en wandel van Nederlandse pensioenfondsen wil sturen en toetsen, het zgn. Financieel Toetsings Kader (FTK). GOV|MHBleden melden zich met vragen naar aanleiding van publicaties in de pers over lang niet kunnen indexeren.
Nauwelijks indexatie
De trigger voor deze vragen is de bekendmaking door ABP dat het voor de komende jaren
als gevolg van dat nieuwe FTK geen indexatie
verwacht en dat de pensioenen verder in
koopkracht zullen dalen. Economen houden
voor de toekomst rekening met lagere beurskoersen en rentestanden, kortom een minder
florerende wereldeconomie. Klijnsma geeft
de pensioenfondsen daarom opdracht de
pensioenbetalingen in de toekomst te berekenen op basis van die lagere waarden. Tegelijkertijd stelt zij in het FTK de eis van hogere
buffers voordat tot betaling van indexatie kan
worden overgegaan.
Historie
Al in de vorige eeuw waarschuwden actuarissen ervoor dat de pensioenen in Nederland onbetaalbaar zouden worden. Het
kabinet stuurde in het vorige decennium
studiecommissies op pad die met analyses
kwamen van blijvend stijgende levensverwachtingen, blijvend onstuimige financiële
markten en aanbevelingen over de toekomstbestendige financiering van Nederlandse
pensioenfondsen. Duidelijk stelden zij het
hoge niveau van de Nederlandse pensioenvoorzieningen en het bijhorende risiconiveau. Organisaties van werkgevers en
werknemers begonnen na de tweede financiële crisis in 2008 met de bevindingen van de
commissies op zak, te onderhandelen over
een nieuw pensioencontract. Ook bij hen was
het besef doorgedrongen van de onbetaalbaarheid van de Nederlandse pensioenen en
dat na twee financieel-economische crises en
blijvend stijgende levensverwachtingen de
bestaande pensioengaranties (een welvaartsvast pensioen vanaf 65 jaar) hun waarde
hebben verloren. In juni 2010 kwam er een
afspraak uit de bus, het zgn. Pensioenakkoord.
In dat akkoord werd het zgn. ambitieniveau
ongemoeid gelaten, d.w.z. dat de pensioenen
niet werden verlaagd. Maar tegelijkertijd
werd geregeld dat om die hoge ambitie te
kunnen handhaven, dat niveau niet langer
gegarandeerd zou zijn. Om dat hoge niveau
te kunnen handhaven zou nl. meer risicovol
moeten worden belegd (meer beleggingen
met een langere tijdshorizon passend bij de
lange termijn betalingsverplichtingen van een
pensioenfonds) en er zouden ook geen grote
zekerheidsbuffers worden aangelegd. Het
gevolg is dan wel dat de dekkingsgraad tijdelijk onder de 100% kan zakken. Onderdeel van
de deal was daarom ook dat de deelnemers
en gepensioneerden duidelijk moest worden
gemaakt dat de pensioenen op peil bleven,
maar dat de prijs daarvoor was dat de
garantie zou vervallen en het pensioen tijdelijk zou kunnen worden gekort. De werkgevers haalden een belangrijk punt binnen
omdat nu duidelijk werd dat zij niet langer
aansprakelijk konden worden gesteld voor
dekkingsgraadtekorten in dit zgn. reële
systeem. De werknemers hadden daar niet
zo’n moeite mee omdat ook in het huidige
nominale systeem deze ‘garantie’ een
papieren tijger is en de pensioenen ook nu
door het ijs kunnen en mogen zakken (zie de
0,5% korting in 2013). Bovendien bestaat in
het reële systeem de meeste kans op hogere
beleggingsrendementen en dus op indexatie.
Premie verhogen
Nu denkt u misschien: “Maar dan verhogen
we toch de premie voor die garantie”. Dat
heeft voor het ABP echter nauwelijks effect.
Het ABP beheert grofweg ruim 330 miljard
euro bij een jaarlijkse premie van pakweg 8
miljard euro. Dit premiebedrag komt tot
stand bij een premiepercentage van 20%. Stel
dat we de premie sterk verhogen naar 30% (er
komen mensen in betalingsproblemen), dan
komt er een premiebedrag bij van 4 miljard
euro en de dekkingsgraad stijgt nauwelijks
met 1,2%. Maakt het ABP daarentegen 1%
meer beleggingsrendement dan stijgt de
dekkingsgraad cp ook met 1%. De conclusie is
dat het ABP, zijnde een grijs fonds, bijna
geheel afhankelijk is van beleggingsrendementen. Vandaar de nadruk op de beleggingen in het Pensioenakkoord.
Casinopensioen
Na publicatie van het
Pensioenakkoord gingen
andere partijen er mee
aan de haal. Binnen de
FNV brak een richtingenstrijd uit tussen de
partijen die de deal
hadden bedacht en
anderen die er niet bij
betrokken waren en er de
kwalificatie ‘casinopensioen’ op plakten. De
gepensioneerdenorganisaties keerden zich ook
tegen, omdat zij de
vakbonden verdenken
van belangenbehartiging
van de actieven en vanuit
de gedachte de in uitProDef bulletin, augustus 2014 | 9
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 10
Pensioenen
door Martin Weusthuis
betaling zijnde pensioenen daarmee veilig te
stellen. En uiteindelijk keerden ook de jongerenorganisaties zich tegen omdat zij de
vakbonden juist zien als belangenbehartigers
van hun oudere leden, die er op uit zijn om
altijd en overal zo snel mogelijk te indexeren,
zodat de pensioenpotten leeg zijn op het
moment dat de jongeren pensioneren.
Wetgever
Het laatste woord is voorlopig aan de
wetgever. Die laat zich weinig gelegen liggen
aan het Pensioenakkoord en aan een reëel
systeem en komt met een verdere stapeling
van zekerheden in een verzwaring van het
bestaande nominale FTK. Pas boven een
dekkingsgraad van 110% (nu 105%) mag
gedeeltelijk worden geïndexeerd en dan
alleen voor zover deze indexatie ook in de
toekomst zal kunnen worden betaald,
uitgaande van het verwachte aandelenrendement over de buffer boven die 110%. Bij 135%
(nu 130%) kan een fonds met loonindexatieambitie zoals het ABP volledig indexeren. Pas
boven een dekkingsgraad van 135% mogen
eerdere kortingen worden terug gegeven en
mag inhaalindexatie plaatsvinden. Echter die
teruggave en die inhaalindexatie moeten wel
over een periode van 10 jaar worden uitgesmeerd, zodat bijv. bij een stand van 140% (5%
in de plus) in het eerste jaar slechts 0,5% kan
worden uitgekeerd. Als in het jaar daarna de
dekkingsgraad weer wegzakt naar bijv. 135%,
is geen inhaalindexatie meer mogelijk. Aan de
andere kant, als de dekkingsgraad onder de
105% wegzakt geldt eenzelfde systeem, ook
dan moet de korting over 10 jaar worden
uitgesmeerd. Bij een stand van 100% in enig
jaar wordt er in dat jaar 0,5% gekort. En
volgend jaar zien we wel weer.
Analyse nieuwe FTK
De pensioenfondsen zitten nu opgescheept
met een FTK dat uit angst voor pensioenoproer de kool en de geit wil sparen. Dit is
ook een goed FTK voor de toezichthouder
DNB die graag het financieringssysteem van
pensioenfondsen met zekerheden wil dichttimmeren. Dit FTK is niet wat de vakcentrales
en ook de GOV|MHB voor ogen hadden.
Gepensioneerdenorganisaties wilden zekerheden, maar het is slecht voorstelbaar dat zij
met dit zekerheids-FTK waarin het nauwelijks
tot indexatie lijkt te komen, tevreden zijn.
Jongeren wilden een systeem dat bij lage
dekkingsgraden tot beperking van de
10 | ProDef bulletin, augustus 2014
indexatie leidt, maar zullen nu waarschijnlijk
constateren dat zij zullen moeten afschrijven
op hun opgebouwde pensioenen, terwijl zij
vanaf 2015 al 20% minder pensioen
opbouwen dan hun collega’s voor hen. In dit
FTK lijkt de inmiddels opgelopen indexatieschade van 9,25% ook onherstelbare
pensioenschade. Voordat die is ingelopen
zijn we 20 jaar verder.
De conclusie zou kunnen zijn dat de politiek
via een gecombineerde actie het niveau van
de Nederlandse pensioenen omlaag wil
brengen. Enerzijds wordt vanaf 2015 via
fiscale wetgeving (het zgn. Witteveenkader)
nieuwe pensioenopbouw omlaag gebracht
(grootste effect jongeren) en anderzijds
wordt via dit nieuwe toetsingskader
pensioenopbouw en -uitbetaling aan banden
gelegd (grootste effect ouderen).
Standpunt GOV|MHB
De GOV|MHB heeft zich altijd achter de idee
van het reële systeem geschaard vanwege de
grootste kans op behoud van de bestaande
pensioenen, inclusief indexatie. Het is ook
merkwaardig dat een pensioenfonds als het
ABP, dat al sinds vele jaren ook nog na de
crises van 2003 en 2008 een gemiddeld netto
jaarrendement haalt van 7%, zijn dekkingsgraad en zijn premie moet berekenen op
basis van de laagste rente in de markt, de
volledig risicovrije rente die momenteel
onder de 3% is gezakt. Dan krijg je de
vreemde situatie dat het fonds door goed
renderende beleggingen steeds meer
vermogen vergaart, maar vanwege de
verplichte kapitalisatie van de betalingsverplichtingen tegen die lage marktrente, een
dekkingsgraad houdt waarbij niet of nauwe-
lijks kan worden geïndexeerd en zelfs moet
worden gekort.
Ten diepste gaat het in deze kwestie om de
angst voor het lopen van risico. Die angst zit
bij de deelnemer en de gepensioneerde,
maar ook bij de politiek en de toezichthouder
DNB. Iedereen wil graag een goed pensioen,
en als het effe kan zonder risico, dat geeft
zo’n veilig gevoel. Maar rendement is gekoppeld aan risico. Bent u bereid risico te lopen
voor behoud van uw pensioen? Als u gaat
voor een zeker pensioen weet u zeker dat u
een vast pensioen krijgt, maar dan wel een
lager minder geïndexeerd pensioen. Durft u
te gaan voor een systeem met een gecontroleerde mate aan risico, waarmee het ABP al
jaren netto gemiddeld 7% realiseert, dan kunt
u geconfronteerd worden met tijdelijk niet
geïndexeerde zelfs dalende pensioenen,
maar uiteindelijk van een hoger niveau met
een grotere kans op indexatie. Zo’n reëel
systeem wordt dan natuurlijk wel gekoppeld
aan het in 10 jaar uitsmeren van korting en
indexatie, zodat er geen grote klappen vallen
in één leeftijdscategorie.
De GOV|MHB keert zich tegen dit FTK, een
systeem van zekere lagere pensioenen.
Gezien de volatiliteit op de internationale
financiële beurzen, de nog steeds stijgende
levensverwachting en de vergrijzing van het
ABP, is het reële stelsel nog steeds het beste
alternatief voor koopkrachtbehoud van uw
pensioen.
I
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 11
GOV|MHB verenigingszaken
door Mark Heijligers
Terugkoppeling eerste gecombineerde sectorraad en ledenraad
Op 26 juni jl. vond de eerste gecombineerde sector- en ledenraad plaats op de Frederikkazerne in Den Haag. Het verschil in
beide raden? De ledenraad vertegenwoordigt alle officieren en burgermedewerkers van de GOV|MHB. In de sector die daar
boven staat, waarin het overleg wordt gevoerd, komt daar alleen nog de Onafhankelijke Defensie Bond (ODB) bij.
Overlegstructuur CMHF-sector
Defensie
In de vergadering werd de strategie richting
de toekomst besproken met als bepalend
onderwerp de agenda van de toekomst met
daarin de bijzondere positie van de militair en
de ambtenarenstatus van de burgers bij
Defensie. Daarna kwamen het jaarverslag en
het financieel jaarverslag aan bod. Ook over
2013 kon de vergadering de inmiddels teruggetreden penningmeester en erelid Ton
Thoma décharge verlenen. Ton is nog niet uit
het zicht verdwenen. Waar nodig kan nog
een beroep op zijn deskundigheid worden
gedaan. De nieuwe penningmeester, Pieter
Vogel, kon melden dat de realisatie over 2014
conform de verwachting verloopt.
In deze eerste vergadering was het nog even
zoeken naar de juiste modus. Maar uiteindelijk
konden de nieuw gekozen leden in de ledenen sectorraad worden geïnstalleerd. Deze
nieuwe leden zijn Marcel Duvekot en Karel van
Geet namens de NOV en Kees Metselaar
namens de burgerleden van de GOV|MHB.
Daarnaast werd Fred Vermeer geïnstalleerd als
sectorraadlid namens de ODB.
Bij de behandeling van de collectieve belangenbehartiging kwamen onder meer de
outsource-trajecten als die van het museale
bestel en de overgang van het personeel van
de Dienst Vastgoed Defensie naar de Rijksvastgoeddienst aan de orde. Daarnaast speelt
nog steeds de discussie over de Verklaring
van Geen Bezwaar waarop inhoudelijk werd
ingegaan. Ten aanzien van het ondertekende
ontslagbesluit voor medewerkers die de
organisatie gaan verlaten kon worden gemeld
dat hierover geen nieuwe signalen zijn
ontvangen.
De middag werd afgesloten door Martin
Weusthuis, die de ontwikkelingen op
pensioengebied voor 2015 en verder bij de
aanwezige leden op het netvlies bracht.
De volgende gecombineerde sector-en
ledenraad staat gepland op donderdag 13
november, als vanouds op de Frederikkazerne met een hapje en een drankje, waarin
onder meer de begroting 2015 en de laatste
ontwikkelingen aan de orde zullen komen. I
Kantoortijden GOV|MHB in zomerverlofperiode
Van 21 juli tot 25 augustus 2014 is steeds iemand van het secretariaat op het
kantoor aan de Wassenaarseweg in Den Haag aanwezig. In die periode zijn
gedurende wisselende weken de overige medewerkers afwezig met
zomerverlof.
ProDef bulletin, augustus 2014 | 11
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 12
Veteranen
door Peter van uhm
Stichting Hulphond
Toen ik nog in dienst was had ik nog nooit gehoord van PTSS-hulphonden. Na mijn FLO werd ik door de Stichting Hulphond Nederland benaderd om hun eerste PTSS-hulphond uit te reiken aan Patrick Kaslander.
rolstoel helpen bij de Activiteiten in het
Dagelijks Leven. Deze honden worden dan
ook ADL-honden genoemd. De tweede
groep zijn hulphonden die bij therapiesessies
kinderen met gedragsproblemen helpen. De
derde groep zijn de signaleringshonden.
Deze honden helpen mensen met epilepsie
en mensen met PTSS. Ik kreeg te horen wat
voor een fantastisch werk deze honden doen
en inmiddels heb ik er zelf vele voorbeelden
van gezien.
I
k kende Patrick als de sergeant-majoor
AMV die aanwezig was bij de IEDaanslag waarbij Mark Schouwink en
onze zoon Dennis sneuvelden. Tevens
raakten twee collega’s zwaar gewond. Door
het professionele optreden van Patrick en
zijn mensen overleefden de twee zwaargewonden de aanslag. Mark en Dennis waren
op slag overleden, die konden niet gered
worden. Ik hoefde niet lang na te denken en
heb meteen ja gezegd op dit verzoek van de
Stichting om Vigo aan Patrick te geven.
Op basis van dit verzoek heb ik mij wel
verdiept in wat PTSS-hulphonden zijn en wat
zij doen. Ik zag dat in landen als Amerika en
Canada dit een bekend fenomeen is en grote
steun biedt aan veel collega’s. Ik vroeg mij af
waarom dat in Nederland nog niet zo was en
wat ik er aan kon doen. De Stichting Hulphond was echter sneller dan ik en de twee
directeuren vroegen mij om ambassadeur te
worden voor de PTSS-hulphond. Hierdoor
help ik hen om meer bekendheid te
verkrijgen voor het goede werk dat deze
honden doen.
Toen ik gevraagd werd heb ik mij laten voorlichten over wat deze stichting doet. Zij leidt
verschillende soorten hulphonden op. De
eerste groep zijn honden die mensen in een
12 | ProDef bulletin, augustus 2014
Je kunt je nauwelijks voorstellen dat er
honden zijn die een injectienaald met hun
neus induwen of honden die hun verlamde
baasje iedere nacht om de drie uur
omdraaien. Er zijn honden die hun baasje
helpen met het douchen door samen bij het
afdrogen een punt van de handdoek te
pakken en zo de rug afdrogen. Er zijn PTSShulphonden die hun baasje wakker maken bij
een herbeleving, hun baasje afblokken van
vreemde mensen en aangeven dat er geen
dreiging achter een hek of geparkeerde auto
zit. De veteraan kan dus ‘gewoon’ weer naar
buiten. De honden geven ook structuur aan
het leven van hun baas, want ze moeten op
tijd eten en drinken krijgen en ze moeten
ook uitgelaten worden, hoe moeilijk dat
soms ook is voor een veteraan.
Mijn vrouw en ik waren snel overtuigd. Ik
wilde niet alleen ambassadeur zijn maar ook
gastgezin voor een pup van de Stichting
Hulphond. Dit houdt in dat je volgens de
richtlijnen van de stichting een jonge hond
opvoedt tot een sociale, stabiele hond. Je
moet je voortdurend bewust zijn van het
toekomstige werk van je pup. Dus niet
straffen als hij er met je schoenen vandoor
gaat, want later moet hij misschien de
schoenen naar de baas brengen. Het motto is
belonen voor goed gedrag.
Zo kwam de acht weken oude pup Parbo bij
ons thuis. Ik mocht hem ontvangen uit de
handen van Patrick Kaslander. Het zijn van
gastgezin is veeleisend, maar zeer dankbaar
en ook gewoon heel leuk. De hond moet in
de circa twaalf maanden dat jij hem hebt,
alles hebben meegemaakt. Dus mee de trein
in, naar de kinderboerderij en ook naar het
restaurant en café. Vooraf beziet de stichting
of jijzelf, je gezin en je leefomstandigheden
wel geschikt zijn voor dit mooie werk. Je
moet ook bereid zijn om twee keer per week
naar een les met andere gastgezinnen en
honden te gaan. Na een jaar geef je de hond
dan weer terug aan de stichting en wordt hij
pas echt opgeleid door professionele
hondentrainers voor het toekomstig werk.
Door in het eerste jaar de hond goed te
beoordelen bepalen de mensen van de stichting welk soort werk het gaat worden. Veel
mensen denken dat onze Parbo een PTSShulphond wordt. Dat hoeft dus niet. Als zijn
talenten bijvoorbeeld meer bij ADL-werk
liggen, zal dat zijn toekomst zijn.
Momenteel is de Stichting Hulphond Nederland in gesprek met het ministerie van
Defensie om te bezien of en hoe het ministerie kan bijdragen aan de opleiding van deze
honden. Iedereen is het er over eens dat de
kwaliteit van leven van de veteraan en zijn
gezin door deze honden enorm wordt
verhoogd. Het is nu zaak om samen te bezien
hoe dit nieuwe fenomeen goed is te borgen.
Helaas vergoeden de verzekeraars er niets
voor. De stichting Hulphond Nederland is
voor het opleiden van de honden ondanks de
inzet van veel vrijwilligers grotendeels
afhankelijk van donaties en giften. Mocht u
meer willen weten over het reilen en zeilen
van deze stichting dan kunt u meer informatie vinden op www.hulphond.nl. Ik ben
verheugd te constateren dat de bekendheid
over de PTSS-hulphonden toeneemt en er
ook mensen bereid zijn om de opleiding van
de honden te steunen. Er zijn al verschillende
collega’s die bij hun FLO geen cadeau’s
willen maar gevraagd hebben om een
bijdrage voor de PTSS-hulphonden. Er zijn
eenheden zoals een rotatie van de Air Taskforce in Afghanistan die op missie geld
hebben ingezameld voor ‘onze’ honden. De
helft van de opbrengst van de GrebbebergMasters werd gedoneerd voor de PTSShulphonden. Ik wil bij deze dan ook al die
mensen die een bijdrage hebben geleverd of
gaan leveren van harte dank zeggen.
I
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 13
Pensioen
door Martin Weusthuis
Overleg pensioenregelingen 2015 nog niet afgerond
Per 2015 worden de fiscale regels voor pensioenopbouw versoberd. Die fiscale regels worden in de wandelgangen het Witteveenkader genoemd. Het doel erachter is dat door de geringere pensioenopbouw de premies dalen, waardoor de minister van
Financiën meer geld in kas houdt.
D
it Witteveenkader raakt ook de
pensioenregeling voor het defensiepersoneel. De huidige pensioenregeling voor militairen en de
regeling voor burgerambtenaren passen niet
meer binnen de fiscale kaders die per 1 januari
2015 van toepassing zijn.
Onderhandelingen militaire pensioenregeling
In de afgelopen maanden hebben de
Centrales van Overheidspersoneel met
Defensie onderhandeld om een fiscaal
zuivere regeling voor de militaire pensioenen
neer te leggen, waarbij rekening wordt
gehouden met het feit dat bij militairen
sprake is van een zogenaamde eindloonregeling. Vlak voor het zomerreces hebben de
Centrales in een regulier overleg wederom
met Defensie om de tafel gezeten. Medewerkers van ABP waren ook bij dit overleg
aanwezig. Op dat moment konden de
Centrales en Defensie elkaar niet vinden in
een aangepaste pensioenregeling voor 2015.
Defensie en de Centrales kijken op dit
moment in de volle breedte naar de rechtspositie van de militair. Dat gebeurt vanuit het
besef dat die rechtspositie aan ‘onderhoud’
toe is. Er is, om het maar even duidelijk te
stellen, geen bezuinigingsdoelstelling. Enerzijds zien beide partijen dat in de huidige
rechtspositie meer aandacht moet komen
voor het bijzondere van de positie van de
militair en de waardering daarvan, anderzijds
zien beide partijen dat mede ten gevolge van
de bijzondere positie van de militair zijn/haar
rechtspositie op verschillende vlakken flink
begint af te wijken van wat buiten Defensie
gebruikelijk is.
Op basis van het kabinetsbeleid voelt
Defensie vanwege die afwijkende rechtspositie dan ook veel druk vanuit andere departementen om de militaire rechtspositie te
wijzigen, zoals bijv. ten gevolge van de
pensioendiscussie. Het gevaar is dan dat
allerlei complexe trajecten naast en door
elkaar gaan lopen. Dat zal een reële voort-
gang van de brede discussie erg gaan belemmeren. Het voorstel is om zoveel mogelijk
rust bij de stukken te houden in de periode
dat het overleg plaatsvindt over de complexe
thema’s van de stelselwijzigingen. Na de
vakantie van de minister zal dit voorstel in
een overleg tussen minister en de Centrales
worden besproken.
Onderhandelingen burger pensioenregeling
De Centrales van Overheidspersoneel en de
overheidswerkgevers onderhandelen sinds
mei over de pensioenregeling voor burgerambtenaren en onderwijspersoneel. Begin
juli leidde dit bijna tot een onderhandelingsresultaat. Maar toen floot het kabinet haar
eigen onderhandelaars terug, waarmee het
resultaat op losse schroeven staat.
maar het kabinet kiest ervoor om minder te
repareren en meer geld te laten weglekken
naar de werkgevers. En dat alles onder het
mom dat er meer geld naar het loon gaat.
De Centrales hebben tijdens het overleg
geprobeerd om te redden wat er te redden
viel voor een fatsoenlijk pensioen. De politiek
steekt daar echter een stokje voor. De
Centrales zijn dan ook teleurgesteld over het
optreden van het kabinet. Het Kabinet wil
tweemaal scoren, eenmaal als wetgever (de
beperkingen van Witteveen II) en eenmaal
via de werkgeversonderhandelingsdelegatie.
Ook hier worden vanwege de vakantieperiode de onderhandelingen op zijn vroegst
eind augustus hervat.
Shell
Ook in de marktsector, bijv. bij Shell, wordt
de pensioenregeling als een dusdanig belangrijke arbeidsvoorwaarde gezien, dat het
nieuwe Witteveenkader als te beperkt wordt
ervaren. Shell is creatief omgegaan met de
eisen van het Witteveenkader zodat er goedkeuring van de fiscus nodig is voor de afwijking van de norm. Op het moment van
schrijven heeft het ministerie van Financiën
nog niet gereageerd op de Shell-plannen. I
Het is duidelijk dat het kabinet dit onderhandelingsresultaat blokkeert op basis van politieke overwegingen. ‘Vanwege de
beleidsmatige effecten en de daaraan gerelateerde uitstraling’, klinkt namelijk het
verweer van de werkgeversonderhandelaars.
Frustrerend, want de kans van slagen leek tot
kort geleden groot. Het geld en de fiscale
mogelijkheden zijn er wel degelijk – ook na
invoering van de nieuwe belastingregels –
militaire
pensioenregeling
2015
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 14
Column juridische zaken
door Bert Blonk
Dienstreis met schade
We zijn er inmiddels zo aan gewend dat Defensie, door de financiële situatie gedwongen, de hand stevig op de knip houdt, dat de
hieronder te bespreken casus mij zeer blij verraste.
E
en militair volgde een opleiding op
een locatie in België die niet met
openbaar vervoer was te bereiken.
Omdat er ook door Defensie geen
vervoer beschikbaar was gesteld, was de militair gedwongen om gebruik te maken van zijn
eigen auto. Op een zondagnacht, toen de
militair onder hevige winterse omstandigheden van zijn woning naar de opleidingslocatie reed, kreeg hij een klapband en reed
tegen de vangrail. De nodige schade was het
gevolg.
Toen de militair van DC-HR te horen had
gekregen dat hij op grond van het besluit
dienstreizen defensie, niet voor schadever-
goeding in aanmerking kwam, heeft hij, met
inschakeling van GOV|MHB, tegen de
betreffende email bezwaar gemaakt. Aanvankelijk dreigde het mis te gaan, doordat het
bezwaar niet-ontvankelijk werd geoordeeld;
de email van DC-HR kon, volgens het
bevoegde gezag, niet worden beschouwd als
een besluit in de zin van de algemene wet
bestuursrecht.
Gelukkig bevatte het bezwaarschrift nog een
verwijzing naar artikel 115 AMAR, de schadeloosstelling naar billijkheid, waar het
bevoegde gezag nog wel naar wilde kijken.
Het heeft vervolgens best nog wat bewijsvoering en argumentatie gevergd om het
bevoegde gezag te overtuigen van de redelijkheid van de schadeloosstelling. Zo werd
aan de militair onder andere tegengeworpen
dat het, gezien de sneeuw, onverantwoord
was om op dat moment met de auto te
reizen. Gelukkig accepteerde het bevoegde
gezag de stelling van de militair dat de klapband niet door de winterse omstandigheden
was veroorzaakt en dat de schade door de
vangrail ook bij normale omstandigheden
had kunnen ontstaan.
Nadat ook was aangetoond dat de auto een
geldige Apk-keuring had, is het schadebedrag
aan de militair uitgekeerd.
I
A D V E R T E N T I E
Advies bij (echt)scheiding?
Jaarlijks besluiten zo’n 33.000 echtparen te scheiden. Daarnaast zijn er vele stellen die besluiten uit elkaar
te gaan.
Bij de beëindiging van een samenleving moet in relatief korte tijd een
groot aantal financiële en fiscale beslissingen worden genomen. Als er
kinderen bij de scheiding betrokken zijn, komen daar nog zaken als het
ouderschapsplan, alimentatie, omgang en zorgregeling bij. Dit veelal
in een periode waarin emoties een belangrijke rol spelen. Begeleiding
en advies van een scheidingsadviseur die gespecialiseerd is in de
financiële afwikkeling en in staat is eventuele kinderen centraal te
stellen, is dan meer dan welkom.
Prinsenland heeft haar dienstverlening uitgebreid met (echt)scheidingsadvies. Wij zijn aangesloten bij het kwaliteitsregister RFEA
www.rfea.nl . Hierdoor is de deskundigheid en kwaliteit van uw adviseur gewaarborgd. Wij bieden u een totaaloplossing. Uw scheiding
wordt van A tot Z afgewikkeld. In deze afwikkeling komen alle juridische, financiële, fiscale en emotionele aspecten naar voren.
Wij geven u volledig inzicht in uw financiële positie voor en na de
scheiding; het maken van een alimentatieberekening hoort daar uiteraard bij.
De dienstverlening start altijd met een kennismakingsgesprek. De
kosten van dit gesprek nemen wij voor onze rekening. Heeft u vragen?
Neem dan contact op met ons kantoor.
Tel
14 | ProDef bulletin, augustus 2014
010-4552500 www.prinsenland.nl
ProDef bulletin,
augustus 2014 | 14
[email protected]
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 15
Over Defensie
door Peter van Maurik
Denkfouten bij Defensie
Deel 1: Life Cycle Costing
Het concept van Life Cycle Costing (LCC) lijkt op het eerste gezicht heel logisch en gebruik ervan komt verstandig over. En het
concept is eigenlijk ook erg slim, probleem is echter dat het niet altijd uitvoerbaar is. Of beter gezegd; het is alleen uitvoerbaar
onder bepaalde voorwaarden. En helaas voldoet het materieel van de krijgsmacht zelden aan de randvoorwaarden.
H
et idee is uiterst eenvoudig en kan in
drie zinnen worden uitgelegd. Bij
het nemen van een besluit over de
aanschaf van materiaal is verstandig
om de totale kosten gedurende de levensduur, of gebruiksperiode, te beschouwen. De
totale kosten bestaan dan behalve uit de
aanschaf- en ontwikkelkosten ook uit de
onderhouds- en gebruikerskosten, mogelijk
ook uit de kosten van modificatie en upgrades.
Door daar een goed beeld over te vormen
kunnen uiteindelijk de kosten van materieel
per stuk per jaar worden geminimaliseerd en
dat betekent verstandig gebruik van de
beschikbare, en vaak schaarse, financiële
middelen. Zeker voor duur materieel, dat
men lang wil gebruiken, is de besparing dan
aanzienlijk.
Tot zover de theorie, helaas is de praktijk
weerbarstiger. Dit wordt veroorzaakt door de
onhebbelijke kenmerken van de statistiek. En
het is nu juist de statistiek die noodzakelijk is
om een goed beeld van de verschillende
kostenposten te krijgen. Er doen zich drie
problemen voor die het uiteindelijke gebruik
van het LCC-concept onder druk zetten en
soms onmogelijk maken.
Ten eerste wordt statistiek betrouwbaarder
naarmate de omvang van de steekproef
groter wordt. Dan kan in het LCC-concept
door of grote hoeveelheden materieel te
beschouwen of door over een langere periode
te meten. Simpel gezegd, de gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten van een object kun je
makkelijker bepalen over honderdduizend
broodroosters dan over twee campers. Ook is
de gemiddelde jaarlijks onderhoudslast beter
te bepalen over één huis dat je veertig jaar
gebruikt dan over slechts één paar schoenen
met een gebruiksperiode van een zomer. De
tweede tactiek, langer meten, heeft daarbij
slechts zin als men in die periode de omstandigheden van gebruik gelijk houdt.
En daarmee wordt het tweede probleem
zichtbaar. Als u een auto gedurende vijf jaar
gebruikt voor lokaal stadsvervoer en boodschappen doen, dan zullen uw onderhoudskosten een ander beeld geven dan wanneer u
hem gedurende vijf jaar gebruikt als transportmiddel voor uw ontwikkelingsproject in de
binnenlanden van Suriname. Nu kunt u dat
probleem natuurlijk oplossen door de goede
keuze van het materiaal bij het doel waarvoor
u het wilt gebruiken. Door iets meer uit te
geven aan ontwikkeling en robuustere bouw,
met uiteraard daardoor hogere aanschafkosten, kun je op onderhoud besparen. Dit is
de essentie van het LCC concept. Dat klopt,
maar dit houdt geen rekening met onvoorspelbaarheden. Probeert u maar eens te voorspellen wat er de komende dertig jaar gaat
gebeuren en vervolgens wat u dus aan materiaal nodig hebt. U zult vast en zeker ergens,
en vaker meer dan eens, in die periode uw
materiaal moeten aanpassen. En daarbij
vinden we praktisch probleem nummer drie.
De modificatie, of upgrade, verandert niet
alleen het mogelijk gebruik en introduceert
extra kosten. Maar het verandert ook het
gebruiksprofiel en daarmee vaak ook het
onderhoudsprofiel. Dat betekent dat uw
statistische onderhoudsgegevens na een
modificatie minder of helemaal niet bruikbaar
zullen zijn. Ook hier zou je rekening mee
kunnen houden bij ontwerp en bouw, door
bijvoorbeeld modificatie technisch makkelijk
te maken. Uiteraard gaan dan de kosten aan
het begin omhoog, maar dat compenseer je
later door minder modificatiekosten en
minder veranderingen in de onderhoudskosten. Maar ja, wat nu als die noodzaak voor
aanpassing zich niet voordoet. Dan heb je geld
weggegooid.
Het aardige van LCC is dat je dit totaalbeeld
uiteindelijk wel zichtbaar krijgt. Het onhebbelijke is echter dat die zichtbaarheid pas
voldoende helder wordt later in de levensduur. En hoe minder aantallen waarover je
kunt meten en hoe meer onvoorspelbaar het
gebruik over een gebruiksperiode, hoe later
die helderheid verschijnt. Als je pech hebt, pas
aan het einde van de levensduur. Als je dus
LCC wilt gebruik als middel voor besluiten bij
aanschaf dan heb je een probleem. Dat
besluit, met al zijn nuances over meer of
minder ontwikkeling en risicoafdekking in de
bouw, zit namelijk aan het begin.
Voor defensiemateriaal kan helaas zelden
worden voldaan aan de voorwaarden voor
betrouwbare statistiek bij het LCC-concept.
De aantallen zijn te klein en het gebruik is te
onvoorspelbaar. Je kunt je dus bij aanschaf wel
een ‘idee’ vormen over de totale kosten, maar
de betrouwbaarheid in de zin van harde cijfers
is zo laag dat het geen basis kan vormen voor
een besluit.
Nu kun je natuurlijk gebruik maken van historische gegevens van het materiaal dat vervangen
moet worden. Je hebt immers een totaalbeeld
van het ‘oude’ materiaal. Maar dat is nog
onverstandiger. Het vergelijken van de vorige
generatie middelen, bijvoorbeeld vliegtuigen,
met de volgende, is hetzelfde als de kosten van
een typemachine vergelijken met de van een
laptop. Of de kosten van een paard met die van
een auto. Het is leuk voor de historici, maar
bestuurlijk volkomen onzinnig.
I
ProDef bulletin, augustus 2014 | 15
ProDef_opmaak _5_2014
22-07-2014
15:20
Page 16
Column
door Tom Kofman, vice-voorzitter GOV|MHB
A(ller)
B(elabberdst)
P(ensioen)
Op een moment dat je ziet dat het consumentenvertrouwen van de burger enigszins
toeneemt, valt als een donderslag bij heldere hemel het bericht de gelagkamers
binnen dat het ABP verwacht dat er de komende jaren geen ruimte zal zijn voor
indexatie.
Je hebt de afgelopen jaren de waarde van je
pensioen fiks zien dalen en nu krijg je als
´toetje toe´ de boodschap dat het alleen
maar minder zal worden als gevolg van de regels die het nFTK (nieuw Financieel Toetsings
Kader) de pensioenfondsen oplegt. Niets
blijft je bespaard en s.v.p. niet met de flauwe
opmerking komen dat je er in de meeste landen op deze aardkloot veel slechter aan toe
zou zijn als oudere jongere.
12 maanden in plaats van per maand;
• Afhankelijkheid van dagkoersen daalt,
De perschef van het ABP weet er zowaar nog
positieve elementen (z.g. goed nieuws…) uit
te halen, t.w. :
• Kans op een plotsklapse en forse verlaging
van het pensioen wordt kleiner. Tegenvallers worden over 10 jaar uitgesmeerd;
• Premie vanaf 2015 stabieler;
• Dekkingsgraad gaat worden berekend over
Over het waarom van de maatregelen kun je
discussiëren:
• Onrust op de financiële markten speelt een
(grote) rol. Rente is laag en heeft direct invloed op beleggingen;
• Levensverwachting stijgt sneller dan voorspeld. Langer leven en langer genieten van het
opgebouwde pensioengeld gaan niet samen;
Het slechte nieuws:
• Pensioen wordt later en minder geïndexeerd. Vaarwel waardevast pensioen!;
• Gemiste indexatie afgelopen jaren (9,24%)
wordt niet ingehaald;
• Regels worden meer, strenger en ingewikkelder. Uitvoeringskosten nemen toe.
• De overheidsmaatregelen zouden de insteek hebben om het pensioenstelsel toekomstbestendig te maken.
Ik stel dat het er louter om gaat om de staatsruif zo goed mogelijk gevuld te krijgen en te
vermijden dat de ouderdomspensioenen te
snel omhoog gaan, waardoor de buffers een
knauw krijgen met het risico dat er op termijn
minder overblijft voor de huidige generatie
(jonge) werkenden. De niet verleende indexatie wordt gebruikt om de buffers te vergroten…
Waar hebben wij dit alles aan verdiend is de
grote vraag. De burger heeft de crisis op de financiële markten niet veroorzaakt, maar betaalt wel het gelag. De bancaire wereld lacht
in haar vuistje en gaat op de oude voet voort
met het vullen der zakken.
I
VOORAANKONDIGING
GOV|MHB Medezeggenschapsdag 2014
Vaak hoor je dat lid zijn van een medezeggenschapscommissie niet goed is voor je carrière. Ook is het geen echt werk en kost
het te veel tijd van de baas. De adviezen van de Medezeggenschap kunnen op gespannen voet staan met dat wat het HDE wil.
Vooral voor leidinggevenden is de combinatie organisatiebepaler versus lid van de Medezeggenschap soms lastig.
O
Als dit uw idee is van medezeggenschap hoeft u niet te
komen.
ver deze en andere vooroordelen
willen wij graag van gedachte
wisselen en met u discussiëren op
onze GOV|MHB Medezeggenschapsdag 2014. Doel is onze leden beter te
leren kennen (wat leeft er op de werkvloer)
en hen te interesseren voor deelname aan
een medezeggenschapscommissie.
Hoogstaande en kwalitatieve medezeggenschap is een winst voor Defensie.
Om die reden willen wij onze eerste Medezeggenschapsdag het volgende thema
meegeven:
‘Nog een slag te winnen bij
medezeggenschap bij Defensie’
‘Wat is daarbij de rol van de officier /
middelbaar & hoger burgermedewerker?’
Datum
Plaats
Aanvang
Einde
Reserveer deze datum alvast in uw agenda.
Aanmelden via www.prodef.nl
I
KVNRO
16 | ProDef bulletin, juni 2014
: dinsdag 21 oktober 2014
: Marinekazerne Amsterdam
: 10.00 uur
: 15.00 uur