ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:19 Page 1 ProDef BULLETIN PROFESSIONALS BIJ DEFENSIE augustus 2014 | nummer 5 Het wel en wee van 60.000 medewerkers Dat is de verantwoordelijkheid van Defensie. INHOUD 2 Ethiek, Leiderschap, Integriteit 4 Akkoord gezondheidszorgvoorzieningen 7 Meenemen verlofdagen in 2015 beperkt 8 Medezeggenschapsverkiezingen 9 Pensioenen: zekerheid voor alles 12 PTSS-hulphonden 13 Onderhandelingen pensioenregeling over verlof getild Verantwoordelijkheid nemen Op het moment dat ik dit schrijf is de vakantie aanstaande. Het bureau wordt weer geschoond en de achterstallige ‘Postvak In’ werkzaamheden zijn weer gedaan. V lak voor het zomerreces heeft de minister ook haar bureau opgeschoond en een aantal Kamerbrieven naar de Vaste Commissie Defensie van de Tweede Kamer (VCD) gestuurd. In mijn wekelijkse weblog van maandag 6 juli jl. met de titel ‘In of out control’ ben ik hier uitgebreid op ingegaan. Tijdens het laatste Algemeen Overleg Defensie in de Tweede Kamer heeft een ruime meerderheid in de VCD een D66-motie ondersteund waarin wordt aangegeven dat de minister op Prinsjesdag met een plan van aanpak moet komen waaruit moet blijken dat ze weer ‘in control’ is. Dit naar aanleiding van de Kamerbrieven waaruit de Kamerleden de meer dan terechte conclusie hebben getrokken dat er sprake is van ernstige tekortkomingen die grote risico's voor de bedrijfsvoering en operaties hebben. De bovenstaande constatering kan geen verrassing zijn voor een ieder die zich maar een beetje verdiept in Defensie. Bij Defensie is al jarenlang sprake van achterstallig onderhoud, een tekort aan reserveonderdelen en een hogere slijtage van materieel door frequente operationele inzet buiten Nederland. Het is dan ook niet verwonderlijk dat na jarenlang kannibaliseren de koek op is. 16 Column vice-voorzitter 16 GOV|MHB Medezeggenschapsdag 2014 5 11 14 15 En verder: Cartoon GOV|MHB verenigingszaken Column juridische zaken Column ‘Denkfouten bij Defensie’ www.ProDef.nl Naast het achterstallig onderhoud op materieel gebied heeft de minister óók een probleem op personeelsgebied. Het Defensiepersoneel is al meer dan 500 dagen 'CAO-loos’. Door de jarenlange nullijn, de bijna continue onzekerheid over de baan, het AOW-gat, de WUL-problematiek, enz. is er óók sprake van grote tekortkomingen en risico’s op het personeelsgebied. De werkgever Defensie heeft de afgelopen jaren haar personeel verwaarloosd en de onvrede begint steeds meer toe te nemen. Het zou voor de minister dus weleens een ‘hete herfst’ kunnen worden, om in vakbondstermen te spreken. De opdracht die de minister van de Tweede Kamer heeft gekregen is namelijk schier onmogelijk tenzij het Kabinet met Prinsjesdag met een Marshall-plan voor Defensie komt. Het wordt dan ook tijd dat de Tweede Kamerleden niet doen alsof hun (defensie)neus bloedt en, naast de minister van Defensie, óók eindelijk hun verantwoordelijkheid nemen. Verantwoordelijkheid die moet leiden tot een geloofwaardige Krijgsmacht en arbeidsvoorwaarden die passend zijn bij loyaal en altijd inzetbaar personeel. door Marc de Natris ProDef bulletin, augustus 2014 | 1 ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:19 Colofon Page 2 Column duo-voorzitters Het ProDef bulletin is een uitgave van de Gezamenlijke Officierenverenigingen en Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie (GOV|MHB). Het bulletin verschijnt 8 keer per jaar. ISSN 2210-7304 Adres secretariaat GOV|MHB en redactie ProDef bulletin: Wassenaarseweg 2 2596 CH Den Haag 070-3839504 www.prodef.nl [email protected] (secretariaat/administratie) [email protected] (redactie ProDef bulletin) Redactie M.E.M. de Natris (hoofdredacteur), T. Kofman, M.M.H. Heijligers, R.E.W. Pieters, R. Bliek P.J.G. van Sprang, drs. M.A.M. Weusthuis (eindredacteur) Aan dit nummer werkten mee: H. Boomstra (cartoon), D. Tempelman, drs. R.W. Mannak (correcties), P. van Maurik, mr. B. Blonk P. van Uhm Vormgeving Frank de Wit, Zwolle Drukwerk Èpos|Press, Postbus 1070, 8001 BB Zwolle Advertenties 070-3839504 © ProDef bulletin Overname van artikelen is enkel toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder uitdrukkelijke vermelding van de bron. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de teksten in dit bulletin. Wijzigingen adres- en persoonsgegevens Svp doorgeven aan het secretariaat van de GOV|MHB: 070-3839504 [email protected] Juridisch advies Voor arbeidsgerelateerde vragen en/of conflicten beschikt de GOV|MHB over drie juridische adviseurs. De procedure loopt in aanvang via de coördinator M.E.M. de Natris (duo-voorzitter GOV|MHB, 070-3839504 of [email protected]). In spoedeisende gevallen kan onder goedkeuring achteraf rechtstreeks contact worden opgenomen met: • mr B. Blonk 070-3839504 [email protected] Kopij Kopij voor nummer 6 van het ProDef bulletin dient uiterlijk op 15 september 2014 per e-mail bij de redactie aanwezig te zijn. 2 | ProDef bulletin, augustus 2014 Ethiek, Leiderschap, Integriteit In de hele maatschappij en zeker ook bij Defensie, zien wij dat de begrippen ethiek, leiderschap en integriteit, veelvuldig en vaak in samenhang worden gebruikt. Iedereen heeft hier wel een beeld bij. Ook ik, en dat van mij wil ik graag met u delen. L aten we beginnen met de begrippen kort te definiëren. Natuurlijk zijn er vele definities, in dit stuk hanteer ik deze: • Integriteit kan omschreven worden als het eerlijk en oprecht uitvoeren van een functie met inachtneming van de waarden en regels; • Leiderschap is het bewust beïnvloeden van gedrag om een doel te bereiken; • Ethiek betreft de kritische bezinning op het juiste handelen en of dit handelen als goed of fout kan worden gezien. De eerste zware worsteling die ik zelf had en mij nog goed herinner, gebeurde naar aanleiding van twee zaken. Enerzijds sprak ik een korporaal die vroeger in Nederlands-Indië geconfronteerd was geweest met martelingen, die tot doel hadden gegevens te verkrijgen zodat het eigen peloton de volgende dag zo min mogelijk verliezen zou lijden. In dezelfde tijd kwam de generaal Huizer als gast bij het programma ‘de achterkant van het gelijk’ van Marcel van Dam. Ook hier was het onderwerp de stelling ‘Mag je martelen om de levens van je eigen soldaten te beschermen?’ Het antwoord van Huizer was kort en helder: “Neen, in geen enkel geval.” In mijn tijd als docent op de Hogere Krijgsschool hadden wij een oefening in het vroegere Oost-Pruisen, een deel van het huidige Polen. Toen de Russen aanvielen op Berlijn was dit een flankstelling geworden. Bij verder doorstoten zouden Duitse eenheden hen in de flank aan kunnen vallen en hierbij de logistieke toevoerlijnen afsnijden, net zoals Guderian dit in 1940 aan het westfront had gedaan. Daarom werd eerst de aanval ingezet op Oost-Pruisen. De commandant gaf een dagorder uit die vrij vertaald inhield: “Wij naderen nu het land van de duivel, doe met hem wat hij bij ons deed.” De Russische eenheden die daarop aanvielen hielden verschrikkelijk huis in de eerste veroverde steden en dorpen. Vervolgens gingen de Duitse eenheden over tot het voeren van het vertragend gevecht, om de bevolking in de gelegenheid te stellen te ontkomen naar Denemarken en NoordDuitsland. In de bitter koude winter van 19441945 slaagden zij erin om grote delen van de bevolking uit te laten wijken. De mentale component, het vechten voor hun eigen vrouwen en kinderen, leidde ertoe dat de Russen met ongelooflijke verliezen, in het zicht van de overwinning, de consequenties van deze onethische en van slecht leiderschap getuigende dagorder hebben moeten bekopen. De akkoorden van Helsinki in 1975 waren eigenlijk een verdrag over veiligheid in Europa. Een erkenning van de status quo, waarin met name West-Duitsland erkende dat er een West- en een Oost-Duitsland was . Uiteindelijk zijn deze akkoorden vooral van waarde gebleken vanwege de geïncorporeerde verklaring van de rechten van de mens. Vele dissidenten in het voormalige Oostblok beriepen zich vervolgens op deze door hun regeringen ondertekende verklaringen over de rechten van de mens. Voor waarschijnlijk alle partijen geheel onverwacht, bleek het een machtig wapen in de handen van dissidenten en van het Westen. Vooral Reagan heeft in zijn regeerperiode deze morele standaard hoog gehouden. Leiderschap (beïnvloeden van andere regeringen) werd effectief gekoppeld aan integriteit (in acht nemen van afgesproken regels) en ethisch handelen (reflecteren van zowel je eigen handelen als dat van een ander t.a.v. vraagstukken van goed en kwaad). Het bleek een ongekend krachtig wapen in handen van het Westen. Vele jaren is dit een exportproduct, een nastrevenswaardige en verheven westerse waarde gebleken. Waar ging het verkeerd? Na de aanslag van 9/11, het ingrijpen in Irak, de war on terror en ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:19 Page 3 Column de Patriot act, werden deze wezenlijke waarden met de voeten getreden. Water boarding was officieel toegestaan om eigen Amerikaanse levens te redden. In feite werd alles wat eerst als onethisch werd beschouwd en van slecht leiderschap getuigde, geoorloofd om Amerikaanse levens te beschermen. Gevangenen werden zonder vorm van proces opgesloten en gevangen gehouden. En ook nu, jaren later, is Guantánamo Bay nog steeds een gezwel op onze cultuur. Het Westen verloor zijn meest verheven en aanzienlijke exportproduct, haar morele aanzien en voorbeeldfunctie. Zoals gezegd, op de lange termijn ons sterkste, dus meest waardevolle wapen. Amerika is zijn morele leiderschap onder Bush kwijt geraakt. Als laatste een punt, heel dicht bij huis, dat ons allen raakt. De afgelopen tijd is er weer een aantal mensen in opspraak geraakt. Via de media lekten er zaken naar buiten over hun mogelijke misstappen. Standpunten werden ingenomen en mensen werden veroordeeld. Termen als leiderschap, integriteit en ethiek waren ook nu niet van de lucht. Maar het getuigt ook van leiderschap, ethiek en integriteit om niet te snel te (ver)oordelen. Eerst de achtergronden kennen en dan pas oordelen, zou het adagium moeten zijn. Te snelle oordelen worden vaak geuit door zogenaamde ‘leunstoelers’, mensen die vanuit hun eigen functie nauwelijks enig risico lopen ooit in moeilijke ethische dilemma’s terecht te komen, maar wel harde meningen verkondigen. Ook hier past reflectie op het eigen gedrag en dat te toetsen aan goed en kwaad. Gij zult niet oordelen zonder dat je de hele zaak kent. Terug naar mijzelf. Het leven is een goede leermeester. Ik ben al lang uit mijn worsteling. Martelen kan niet, ook niet als mijn soldaten hiervan de dupe zouden zijn. Het indrukwekkende betoog van de generaal Huizer in ‘De achterkant van het gelijk’ zou ik nu zelf kunnen houden. Het is onjuist, niet integer en niet ethisch maar, zoals ik al eerder heb betoogd; het is ook in militair opzicht dodelijk. Een tegenstander is verslagen als je hem de wil hebt ontnomen om het gevecht voort te zetten. Onethisch handelen, misdaden tegen de menselijkheid, motiveert hem om juist niet op te geven en leiden ertoe dat een tegenstander doorvecht totdat hij wordt vernietigd. Hiervoor betaal je een hoge prijs aan eigen mensenlevens. Juiste waarden en normen overtuigen tegenstanders van je morele gelijk en zorgen ervoor dat een tegenstander veel eerder de wil opgeeft om door te vechten. Het overtuigt en dwingt respect af. Het pacificeert ook op de lange duur. Het geeft blijk van een nastrevenswaardige cultuur. Met name ook in deze tijd van fundamentalistisch Islamitisch geweld zou dit ons handelsmerk moeten zijn. Maar heel dichtbij, een ander de maat nemen is gemakkelijk. Jezelf de maat nemen, dát is de kunst. Hoe zit het met je eigen leiderschap, ethisch handelen en integriteit, ook al ben je een ‘leunstoeler’. Hoe gemakkelijk oordeel jij over anderen? Leiderschap, ethisch handelen en integriteit zijn zaken die in eerste instantie gaan over jezelf. Hoe vaak en intensief reflecteer jij je eigen denken en handelen in termen van goed en kwaad of, wat nog veel complexer is, tussen goed en juist? Volgens mij is hier nog een wereld te winnen. I door Ruud Vermeulen ProDef bulletin, augustus 2014 | 3 ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 4 Georganiseerd Overleg door René Pieters Centrales stemmen in met aanbevelingen voorzieningenniveau gezondheidszorg De Centrales van Overheidspersoneel hebben dinsdag 15 juli jl. ingestemd met de aanbevelingen van de Commissie Leijh aangaande het voorzieningenniveau gezondheidszorg. De Centrales hadden eerder al ingestemd met de uitkomsten van het onderzoek van de Commissie Leijh over de afspraken die er door de jaren heen zijn gemaakt over het voorzieningenniveau van de gezondheidszorg binnen Defensie. Na deze instemming over de afspraken heeft de commissie de lopende reorganisatietrajecten afgezet tegen deze afspraken. Hieruit volgde een vijftiental aanbevelingen. Nu de Centrales met de aanbevelingen hebben ingestemd kunnen de reorganisaties worden hervat. In enkele gevallen dienen de reorganisatieplannen eerst in lijn te worden gebracht met het voorzieningenniveau, waarna het reguliere reorganisatietraject, inclusief de overleggen die daar onderdeel van zijn, weer kan worden vervolgd. Voor de overige plannen kan het reguliere reorganisatietraject per direct worden vervolgd. Defensie heeft hierbij toegezegd de, als gevolg van de aanbevelingen, noodzakelijke ophoging van de Numerus Fixus mogelijk te maken. Aanbevelingen Alle aanbevelingen op een rij: 1. Pas de taakstelling van en de werkwijze binnen het EGB zodanig aan dat het taakelement dat toeziet op functiegeschiktheidskeuringen e.a. uit de beschrijvingen wordt gehaald. Stel tevens zeker dat in de werkwijze van het EGB de afspraken gemaakt in het kader van het 4 | ProDef bulletin, augustus 2014 geïntegreerde zorgmodel worden nagekomen en dat naast de curatieve zorg er louter bedrijfsgeneeskundige zorg wordt verleend, die te maken heeft met de belastbaarheid van de militair in relatie tot de aan de orde zijnde operationele inzet, waarbij er sprake blijft van geïntegreerde zorg; 2. Pas het reorganisatietraject van het CEAG zodanig aan dat de bedrijfsgeneeskundige entiteit binnen deze organisatie kan worden ondergebracht. Draag zorg voor een heldere taakbeschrijving, een beschrijving van de koppelvlakken met andere geneeskundige organisaties, en een organisatorische inbedding die recht doet aan de taakstelling. Stel zeker dat binnen de bedrijfsgeneeskundige entiteit zelfstandige dossiervorming plaats vindt gescheiden van de dossiervorming bij respectievelijk EGB (ZT) en BMB; 3. Daar waar aanpassingen van de (lopende) reorganisatietrajecten – op een onverantwoorde wijze – deze trajecten aanzienlijk gaan vertragen, overleg met bonden over mogelijkheden om binnen het traject te faseren, dan wel te gaan werken binnen een (tijdelijke) werkorganisatie; 4. Tref regelingen ten aanzien van het borgen van de eerstelijns geneeskundige zorg op de locatie de Peel. Pas het reorganisatieplan EGB hierop aan; ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 5 Georganiseerd Overleg 5. Stel zeker dat de borging van de geneeskundige voorzieningen in Munster en Mons ook formatief worden vastgelegd; 6. Laat het tempo van de reorganisatie van de DTD gelijke tred houden met de instroom van de mobiele tandheelkundige capaciteit. Draag zorg dat de afronding van de reorganisatie DTD gelijk valt met het operationeel stellen van de laatste mobiele tandheelkundige oplegger. Tref hiertoe de noodzakelijke maatregelen met betrekking tot het opstellen/actualiseren van het Defensie Investeringsplan (DIP). Draag zorg dat in de mobiele tandheelkundige oplegger alle tandheelkundige behandelingen kunnen plaatsvinden met uitzondering van specialistische verrichtingen; 7. Pas het reorganisatieplan met betrekking tot de operationeel geneeskundige organisatie role2 (CLAS) zodanig aan dat de omvang van het functiebestand C2/Logistiek ondersteunend personeel in lijn wordt gebracht met de behoefte; 8. Draag zorg dat zolang er geen gegarandeerde dedicated aeromedevac voorhanden is, er binnen de geneeskundige afvoerketen voldoende weg gewondentransport is ingedeeld. Stel de (aanvullende) behoefte vast en draag zorg voor opname in de plan-begrotingscyclus; 9. Draag zorg voor het in de reorganisatie met voorrang oppakken van die onderdelen die te maken hebben met de beheersing van de kwaliteit van het totale gezondheidszorgsysteem. Stel zeker dat binnen het kwaliteitszorg systeem aandacht wordt geschonken aan het (planmatig) bijhouden van de vaardigheid van de individuele geneeskundige beroepsbeoefenaar en draag zorg voor een adequate registratie van dit personeel in het registratieregister van toepassing voor desbetreffende beroepsgroep; 10. Zorg voor bespreking met de bonden van de contouren van het cartoon door René Pieters verwijs en terugkoppelingsbeleid. Stel op basis van dit overleg het beleid vast en geef aanwijzingen voor de uitvoering van het beleid. Communiceer over het belang van een adequate uitvoering van het beleid; 11. Draag zorg bij de geneeskundige zorg voor een adequate registratie van (medische) behandeling/verrichtingen door de zorgverlener. Neem in de professionele code op dat het (eventueel) door verwijzen en het adequaat declareren behoort bij – de administratieve – verantwoordelijkheden van de zorgverlener; 12. Laat de governance binnen het geneeskundig domein nader uitwerken langs de lijnen van een driedeling waarin de bestuurlijke/HMA-rol wordt belegd binnen de organisatie van de HDP, de uitvoerende rol wordt belegd binnen de organisatie van DGO en de toezichthoudende inspectie rol bij de IMG; 13. Draag zorg voor het helder beschrijven van de verantwoordelijkheden in de uitvoering van re-integratie trajecten. Draag zorg voor een centrale sturing en regie belegd bij de HDP, een centrale uitvoering belegd bij de operationele commando’s (in beginsel eerste zes maanden). Draag zorg voor een heldere beschrijving van de rol van DCR bij het ondersteunen van de individuele re-integratietrajecten; zorg voor een heldere beschrijving van de verantwoordelijkheden van Commandanten en DCR in de verschillende stadia van het reintegratietraject; 14. Bezie in hoeverre reservepersoneel moet vallen onder de procedures/voorzieningen zoals die gelden voor actief dienend personeel; 15. Benadruk het belang van verslaglegging, medische dossiervorming onder operationele inzetomstandigheden. Controleer de actualiteit van de uitvoeringsrichtlijnen in deze. ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 6 Redactioneel Thuisfront van een militair “Hij gaat op missie ja. Dat is een ding wat zeker is. Wanneer weten we alleen nog niet. Als ik ergens niet tegen kan is het die onzekerheid. Bij alles wat we doen denken wij allebei “hoe lang nog”. Afspraken maken…. ja, maar alles onder voorbehoud. Een vakantie die gepland stond (gelukkig nog niet geboekt) wordt waarschijnlijk ingetrokken. Oké, ik moet het er maar mee doen. Ik heb geen keus en ben gewoon overgeleverd aan de besprekingen van Defensie en de politiek.” H et bovenstaande is een heel kort fragment uit een van de weblogs van @Vrouw_van (Twitter), het thuisfront van een Nederlandse militair. In de vorige ProDef-Bulletins heeft u artikelen kunnen lezen over de bijzondere positie die de militair inneemt als werknemer in de Nederlandse maatschappij. Alle geschreven vanuit het gezichtspunt van de militair. Elke militair heeft echter ook een thuisfront: partner, kinderen en/of ouders, etc. Het is dit thuisfront dat, net als de militair zelf, geraakt wordt door deze bijzondere positie. De gemiddelde Nederlander weet wel dat wanneer een militair op missie gaat, het thuisfront gedurende die maanden van afwezigheid de ‘zaken’ thuis alleen moet doen. Wat de gemiddelde Nederlander echter niet weet is dat het thuisfront er ook zonder missie veelvuldig alleen voor staat. De taakstelling van de Nederlandse krijgsmacht: vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week, 365 dagen per jaar inzetbaar zijn, vereist immers ook oefening, training en opleiding van de militair. Ook dan is de militair vaak langdurig van huis. Een oefening eindigt immers niet om 17.00 uur om de volgende ochtend weer te beginnen om 09.00 uur. En training en opleiding vinden veelal plaats op kazernes die (toevallig) net te ver weg liggen om aan het einde van de dag nog (verantwoord) naar huis te gaan. Dit laatste gaat overigens ook in veel gevallen op voor de normale kazernedagen. Om voor de hand liggende redenen liggen kazernes nu eenmaal niet in dichtbevolkte gebieden, met als gevolg dat de militair van maandag tot en met vrijdag op de kazerne verblijft. Daarnaast zijn er ook vormen van inzet die geen missie betreffen, maar waarbij de militair toch (ook) langdurig, soms wel enkele maanden, van huis is. Afhankelijk van de functie van de militair loopt het gemiddeld aantal dagen per jaar dat de militair van huis is op tot wel 150 tot 200 dagen. Zonder missie! 6 | ProDef bulletin, augustus 2014 Carrière Het veelvuldig overgeplaatst worden en van huis zijn, is ook direct van invloed op de carrière van de partner van de militair. De constante verhuizingen betekenen voor velen het opgeven van de eigen carrière. Niet veel werkgevers hebben immers, net als Defensie, overal in Nederland (en in sommige buitenlanden) ook ‘vestigingen’. Als er niet wordt gekozen voor verhuizen, maar dat de militair doordeweeks op de kazerne verblijft, dan komen alle gezinszaken op de schouders van de partner terecht. Zeker met kinderen betekent dit improviseren. Helemaal wanneer er bijvoorbeeld sprake is van ziekte en er de hele dag iemand thuis moet zijn. Niet elke werkgever zit daar op te wachten en/of kan daar begrip voor opbrengen, met (helaas) alle consequenties van dien. Naast het veelvuldig van huis zijn van de militair heeft het thuisfront ook continu te maken met een stukje onzekerheid. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week, 365 dagen per jaar inzetbaar zijn betekent immers ook dat de militair plots te horen kan krijgen dat hij of zij (weer) van huis moet. De inleiding van dit artikel ging daar al over. ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 7 Redactioneel Of zoals een andere partner van een militair het in haar weblog omschrijft: “Lekker genieten van een weekje Disneyland Parijs met het hele gezin? Ook dat kan weleens op losse schroeven komen te staan vanwege een uitzending. En aansluitend na de uitzending van een voor jullie allebei welverdiende vakantie genieten, tja, dan kan het zijn dat je de eerste paar dagen alleen moet vieren (als je heel verstandig niet een verre reis hebt gepland) omdat je lief nog in uitzendgebied of er net tussenin zit. Dus ja, iets plannen… Dat doe je gewoon met een slag om de arm. Wisselende diensten, avonddiensten, oefeningen, uitzendingen en opleidingen… Met dat wat je weet probeer je rekening te houden en er omheen te plannen.” (Twitter: @Zijvanhem) Het is, naast de spanning en angst tijdens een missie, deze onzekerheid die de grootste druk legt op het thuisfront. Het leven van het thuisfront schikt zich naar de eisen die aan de militair gesteld worden. Niet omdat de militair en zijn of haar thuisfront dit zo willen, maar omdat de bijzondere positie van de militair dit vereist. Het is dan ook niet ongebruikelijk dat (veel) relaties van militairen het niet redden. Elke militair kan in zijn of haar omgeving (vele) collega’s aanwijzen waarvan de relatie deze bijzondere positie niet meer aankon. (Helaas is er tot op heden nog geen onderzoek gedaan naar de vraag of het aantal relatie- breuken onder militairen hoger ligt dan het gemiddelde in Nederland.) En om de vraag die velen op de lippen zal liggen na het lezen van het bovenstaande maar vast te beantwoorden, een tweetal citaten uit de weblogs van het thuisfront een militair: “Je hebt toch zelf gekozen voor een militair? Zoveel andere mannen, nee jij kiest een militair.” “Ik ben met een militair omdat ik van die man hou. Niet omdat hij toevallig militair is, maar omdat hij een ontzettende leuke lieve mooie man is. En op die man ben ik verliefd geworden en nog steeds verliefd.” “Intense liefde voor elkaar is iets dat moet je overkomen, het is het mooiste wat er is. Soms kan het je ook even slopen. Ik tel niet de weken die ik nog moet gaan, ik tel de weken die ik heb gehad. Dat is de overwinning voor mijzelf. Weer een week verder en een stap dichterbij. Mijn kracht en liefde voor deze militair en het onbekende wereldje wat het voor mij was, heeft mij gevormd tot de persoon die ik nu ben. Enorm zelfstandig, soms emotioneel en het volgende moment heel hard.” (Twitter: @Vrouw_van) I Met dank aan @Vrouw_van & @Zijvanhem Georganiseerd Overleg door René Pieters Regels ‘meenemen verlof’ naar het volgende jaar gewijzigd Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel hebben overeenstemming bereikt over nieuwe regels m.b.t. het meenemen van niet opgenomen verlofuren naar een volgend kalenderjaar. Aanleiding voor het aanpassen van de bestaande regels was o.a. een uitspraak van het Europese Hof van Justitie inzake de zaak Schultz-Hoff Stringer. O p grond van de nieuwe afspraken kunnen niet-opgenomen verlofuren in beginsel nog maar één jaar worden meegenomen. Aan het eind van dat kalenderjaar komen eventueel nog steeds niet-opgenomen verlofuren te vervallen. De nieuwe regelgeving moet nog worden verwerkt in het AMAR en het BARD, voordat ze officieel van toepassing is. Uitzonderingen Uitsluitend indien naar het oordeel van de commandant operationele of gewichtige persoonlijke omstandigheden of medische redenen de ambtenaar hebben verhinderd vakantie op te nemen, wordt de verval- datum van nog steeds niet-opgenomen verlofuren met nog een kalenderjaar opgeschoven. Medische redenen Om in aanmerking te komen voor opschorting van de vervaltermijn, op grond van medische redenen gelden ook nieuwe regels. Als bewijsvoering voor het feit dat de militair om medische redenen verhinderd was om vakantieverlof op te nemen, legt de militair een schriftelijke verklaring van de behandelend arts van de militair geneeskundige dienst, of een andere arts indien geen arts van de militaire geneeskundige dienst voorhanden is, over aan de commandant. Voor de burgermedewerker geldt in dit geval dat een schriftelijke verklaring van de behandelend arts aan de commandant dient te worden overlegd. Reeds opgebouwd ‘verlofstuwmeer’ Voor een reeds opgebouwd ‘verlofstuwmeer’ zijn bovenstaande regels één op één van toepassing. Hierop geldt één uitzondering: Bovenstaande regels gelden niet voor verlof dat reeds is opgebouwd, maar nog niet was verleend, voor 31 december 1996. Houdt de ProDef-website in de gaten voor de ingangsdatum van de nieuwe regelgeving. I ProDef bulletin, augustus 2014 | 7 ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 8 Medezeggenschapsverkiezingen door Peter van Sprang Binden door boeiende loopbaanpatronen In de vergadering van het Informeel Overleg Reorganisaties CLSK van woensdag 9 juli 2014, werd op verzoek van de centrales van overheidspersoneel, vanuit de Luchtmacht uitgebreid toegelicht welke de doelstellingen zijn op het gebied van loopbaanbegeleiding. Kort gezegd behelst dit in zijn algemeenheid de juiste man/vrouw op de juiste plaats, nu en straks, hetgeen wordt geconcretiseerd door te zorgen voor: • gemotiveerde werknemers met de kwaliteiten om de CLSK organisatie optimaal te laten functioneren en toekomstvast te maken; • uitstromende medewerkers te equiperen om goed voorbereid toe te treden tot de civiele arbeidsmarkt en het CLSK hiermee een waardevolle partner te maken. Invulling aan deze doelstellingen wordt gegeven door: • loopbaangesprekken conform AMAR; • inzichtelijk maken van loopbaanmogelijkheden; • aanbieden van loopbaan gerelateerde trainingen; • verzorgen van presentaties en voorlichting; • begeleiden van individuele scholings- en ontwikkeltrajecten; • meer aandacht voor burgermedewerkers. Belangrijk is dat de afdeling loopbaanbegeleiding als doelstelling heeft gesteld in 2014 en 2015 resultaten te willen zien op (onder meer) de volgende gebieden en daarop ook afgerekend te willen worden: • arbeidsontwikkelingen in kaart; • processen en tools verder geactualiseerd en geoptimaliseerd; • verdere professionalisering loopbaanbegeleiders. I De volgende medezeggenschapsverkiezingen zijn gepland: Defensieonderdeel Eenheid Uiterste datum indienen kandidatenlijst Kiesdatum BS gesloten 05-08-2014 Hoofddirectie Bedrijfsvoering Besturing en Innovatie BZK Rijksvastgoedbedrijf gesloten 28-08-2014 CDC KMA gesloten 03-09-2014 CDC Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid gesloten 08-09-2014 CZSK KMTO gesloten 10-09-2014 CLAS LO/Sportorganisatie KL gesloten 11-09-2014 CDC Divisie Facilitair en Logistiek FBD 06-08-2014 17-09-2014 CDC Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie Militair Geneeskundig Logistiek Centrum 14-08-2014 25-09-2014 CZSK D-OPS: STC, MTC en MBS 20-08-2014 01-10-2014 CLAS 42 Brigade Verkennings Eskadron 27-08-2014 07-10-2014 CZSK Van Ghentkazerne / MKRDAM 29-08-2014 15-10-2014 CDC DienstenCentrum Werving en Selectie 04-09-2014 06-11-2014 Kijk voor de actuele verkiezingen op: § www.ProDef.nl Reorganisaties door Peter van Sprang Voorlopig reorganisatieplan internationale ondersteuning van de Werkgroep Reorganisaties van donderdag 10 juli 2014 stond onder CZMCARIB Opmeerdeditagenda reorganisatieplan geagendeerd. I n het voortraject (onder meer besproken in de werkgroep organisaties van 11 april 2014) had hierover al uitgebreid discussie plaatsgevonden, vooral omdat het de mening van de centrales van overheidspersoneel was dat allereerst de discussie over het voorzieningenniveau buitenland zou moeten worden afgerond, voordat de inbedding van de organisatie aan de orde zou zijn. Voorstel van Defensie was om ondanks de niet afronding van deze discussie, de nu bestaande werkorganisatie op te heffen en over te gaan tot implementatie. 8 | ProDef bulletin, augustus 2014 Na langdurige discussie en (twee) schorsingen is overeengekomen dat: - het voorlopig reorganisatieplan wordt teruggetrokken; - de werkorganisatie blijft gehandhaafd; - het voorzieningenstelsel nader onder de loep wordt genomen; - en er een (nieuw) advies van de medezeggenschap (Tijdelijke reorganisatie medezeggenschapscommissie ) wordt opgevraagd. Er wordt naar gestreefd om een en ander op 1 oktober 2014 rond te hebben. I ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 9 Pensioenen door Martin Weusthuis Nieuwe rekenregels pensioen: Who’s afraid of risk and return? Staatssecretaris Klijnsma heeft een nieuw stelsel aan rekenregels naar de Tweede Kamer gestuurd waarmee zij de financiële handel en wandel van Nederlandse pensioenfondsen wil sturen en toetsen, het zgn. Financieel Toetsings Kader (FTK). GOV|MHBleden melden zich met vragen naar aanleiding van publicaties in de pers over lang niet kunnen indexeren. Nauwelijks indexatie De trigger voor deze vragen is de bekendmaking door ABP dat het voor de komende jaren als gevolg van dat nieuwe FTK geen indexatie verwacht en dat de pensioenen verder in koopkracht zullen dalen. Economen houden voor de toekomst rekening met lagere beurskoersen en rentestanden, kortom een minder florerende wereldeconomie. Klijnsma geeft de pensioenfondsen daarom opdracht de pensioenbetalingen in de toekomst te berekenen op basis van die lagere waarden. Tegelijkertijd stelt zij in het FTK de eis van hogere buffers voordat tot betaling van indexatie kan worden overgegaan. Historie Al in de vorige eeuw waarschuwden actuarissen ervoor dat de pensioenen in Nederland onbetaalbaar zouden worden. Het kabinet stuurde in het vorige decennium studiecommissies op pad die met analyses kwamen van blijvend stijgende levensverwachtingen, blijvend onstuimige financiële markten en aanbevelingen over de toekomstbestendige financiering van Nederlandse pensioenfondsen. Duidelijk stelden zij het hoge niveau van de Nederlandse pensioenvoorzieningen en het bijhorende risiconiveau. Organisaties van werkgevers en werknemers begonnen na de tweede financiële crisis in 2008 met de bevindingen van de commissies op zak, te onderhandelen over een nieuw pensioencontract. Ook bij hen was het besef doorgedrongen van de onbetaalbaarheid van de Nederlandse pensioenen en dat na twee financieel-economische crises en blijvend stijgende levensverwachtingen de bestaande pensioengaranties (een welvaartsvast pensioen vanaf 65 jaar) hun waarde hebben verloren. In juni 2010 kwam er een afspraak uit de bus, het zgn. Pensioenakkoord. In dat akkoord werd het zgn. ambitieniveau ongemoeid gelaten, d.w.z. dat de pensioenen niet werden verlaagd. Maar tegelijkertijd werd geregeld dat om die hoge ambitie te kunnen handhaven, dat niveau niet langer gegarandeerd zou zijn. Om dat hoge niveau te kunnen handhaven zou nl. meer risicovol moeten worden belegd (meer beleggingen met een langere tijdshorizon passend bij de lange termijn betalingsverplichtingen van een pensioenfonds) en er zouden ook geen grote zekerheidsbuffers worden aangelegd. Het gevolg is dan wel dat de dekkingsgraad tijdelijk onder de 100% kan zakken. Onderdeel van de deal was daarom ook dat de deelnemers en gepensioneerden duidelijk moest worden gemaakt dat de pensioenen op peil bleven, maar dat de prijs daarvoor was dat de garantie zou vervallen en het pensioen tijdelijk zou kunnen worden gekort. De werkgevers haalden een belangrijk punt binnen omdat nu duidelijk werd dat zij niet langer aansprakelijk konden worden gesteld voor dekkingsgraadtekorten in dit zgn. reële systeem. De werknemers hadden daar niet zo’n moeite mee omdat ook in het huidige nominale systeem deze ‘garantie’ een papieren tijger is en de pensioenen ook nu door het ijs kunnen en mogen zakken (zie de 0,5% korting in 2013). Bovendien bestaat in het reële systeem de meeste kans op hogere beleggingsrendementen en dus op indexatie. Premie verhogen Nu denkt u misschien: “Maar dan verhogen we toch de premie voor die garantie”. Dat heeft voor het ABP echter nauwelijks effect. Het ABP beheert grofweg ruim 330 miljard euro bij een jaarlijkse premie van pakweg 8 miljard euro. Dit premiebedrag komt tot stand bij een premiepercentage van 20%. Stel dat we de premie sterk verhogen naar 30% (er komen mensen in betalingsproblemen), dan komt er een premiebedrag bij van 4 miljard euro en de dekkingsgraad stijgt nauwelijks met 1,2%. Maakt het ABP daarentegen 1% meer beleggingsrendement dan stijgt de dekkingsgraad cp ook met 1%. De conclusie is dat het ABP, zijnde een grijs fonds, bijna geheel afhankelijk is van beleggingsrendementen. Vandaar de nadruk op de beleggingen in het Pensioenakkoord. Casinopensioen Na publicatie van het Pensioenakkoord gingen andere partijen er mee aan de haal. Binnen de FNV brak een richtingenstrijd uit tussen de partijen die de deal hadden bedacht en anderen die er niet bij betrokken waren en er de kwalificatie ‘casinopensioen’ op plakten. De gepensioneerdenorganisaties keerden zich ook tegen, omdat zij de vakbonden verdenken van belangenbehartiging van de actieven en vanuit de gedachte de in uitProDef bulletin, augustus 2014 | 9 ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 10 Pensioenen door Martin Weusthuis betaling zijnde pensioenen daarmee veilig te stellen. En uiteindelijk keerden ook de jongerenorganisaties zich tegen omdat zij de vakbonden juist zien als belangenbehartigers van hun oudere leden, die er op uit zijn om altijd en overal zo snel mogelijk te indexeren, zodat de pensioenpotten leeg zijn op het moment dat de jongeren pensioneren. Wetgever Het laatste woord is voorlopig aan de wetgever. Die laat zich weinig gelegen liggen aan het Pensioenakkoord en aan een reëel systeem en komt met een verdere stapeling van zekerheden in een verzwaring van het bestaande nominale FTK. Pas boven een dekkingsgraad van 110% (nu 105%) mag gedeeltelijk worden geïndexeerd en dan alleen voor zover deze indexatie ook in de toekomst zal kunnen worden betaald, uitgaande van het verwachte aandelenrendement over de buffer boven die 110%. Bij 135% (nu 130%) kan een fonds met loonindexatieambitie zoals het ABP volledig indexeren. Pas boven een dekkingsgraad van 135% mogen eerdere kortingen worden terug gegeven en mag inhaalindexatie plaatsvinden. Echter die teruggave en die inhaalindexatie moeten wel over een periode van 10 jaar worden uitgesmeerd, zodat bijv. bij een stand van 140% (5% in de plus) in het eerste jaar slechts 0,5% kan worden uitgekeerd. Als in het jaar daarna de dekkingsgraad weer wegzakt naar bijv. 135%, is geen inhaalindexatie meer mogelijk. Aan de andere kant, als de dekkingsgraad onder de 105% wegzakt geldt eenzelfde systeem, ook dan moet de korting over 10 jaar worden uitgesmeerd. Bij een stand van 100% in enig jaar wordt er in dat jaar 0,5% gekort. En volgend jaar zien we wel weer. Analyse nieuwe FTK De pensioenfondsen zitten nu opgescheept met een FTK dat uit angst voor pensioenoproer de kool en de geit wil sparen. Dit is ook een goed FTK voor de toezichthouder DNB die graag het financieringssysteem van pensioenfondsen met zekerheden wil dichttimmeren. Dit FTK is niet wat de vakcentrales en ook de GOV|MHB voor ogen hadden. Gepensioneerdenorganisaties wilden zekerheden, maar het is slecht voorstelbaar dat zij met dit zekerheids-FTK waarin het nauwelijks tot indexatie lijkt te komen, tevreden zijn. Jongeren wilden een systeem dat bij lage dekkingsgraden tot beperking van de 10 | ProDef bulletin, augustus 2014 indexatie leidt, maar zullen nu waarschijnlijk constateren dat zij zullen moeten afschrijven op hun opgebouwde pensioenen, terwijl zij vanaf 2015 al 20% minder pensioen opbouwen dan hun collega’s voor hen. In dit FTK lijkt de inmiddels opgelopen indexatieschade van 9,25% ook onherstelbare pensioenschade. Voordat die is ingelopen zijn we 20 jaar verder. De conclusie zou kunnen zijn dat de politiek via een gecombineerde actie het niveau van de Nederlandse pensioenen omlaag wil brengen. Enerzijds wordt vanaf 2015 via fiscale wetgeving (het zgn. Witteveenkader) nieuwe pensioenopbouw omlaag gebracht (grootste effect jongeren) en anderzijds wordt via dit nieuwe toetsingskader pensioenopbouw en -uitbetaling aan banden gelegd (grootste effect ouderen). Standpunt GOV|MHB De GOV|MHB heeft zich altijd achter de idee van het reële systeem geschaard vanwege de grootste kans op behoud van de bestaande pensioenen, inclusief indexatie. Het is ook merkwaardig dat een pensioenfonds als het ABP, dat al sinds vele jaren ook nog na de crises van 2003 en 2008 een gemiddeld netto jaarrendement haalt van 7%, zijn dekkingsgraad en zijn premie moet berekenen op basis van de laagste rente in de markt, de volledig risicovrije rente die momenteel onder de 3% is gezakt. Dan krijg je de vreemde situatie dat het fonds door goed renderende beleggingen steeds meer vermogen vergaart, maar vanwege de verplichte kapitalisatie van de betalingsverplichtingen tegen die lage marktrente, een dekkingsgraad houdt waarbij niet of nauwe- lijks kan worden geïndexeerd en zelfs moet worden gekort. Ten diepste gaat het in deze kwestie om de angst voor het lopen van risico. Die angst zit bij de deelnemer en de gepensioneerde, maar ook bij de politiek en de toezichthouder DNB. Iedereen wil graag een goed pensioen, en als het effe kan zonder risico, dat geeft zo’n veilig gevoel. Maar rendement is gekoppeld aan risico. Bent u bereid risico te lopen voor behoud van uw pensioen? Als u gaat voor een zeker pensioen weet u zeker dat u een vast pensioen krijgt, maar dan wel een lager minder geïndexeerd pensioen. Durft u te gaan voor een systeem met een gecontroleerde mate aan risico, waarmee het ABP al jaren netto gemiddeld 7% realiseert, dan kunt u geconfronteerd worden met tijdelijk niet geïndexeerde zelfs dalende pensioenen, maar uiteindelijk van een hoger niveau met een grotere kans op indexatie. Zo’n reëel systeem wordt dan natuurlijk wel gekoppeld aan het in 10 jaar uitsmeren van korting en indexatie, zodat er geen grote klappen vallen in één leeftijdscategorie. De GOV|MHB keert zich tegen dit FTK, een systeem van zekere lagere pensioenen. Gezien de volatiliteit op de internationale financiële beurzen, de nog steeds stijgende levensverwachting en de vergrijzing van het ABP, is het reële stelsel nog steeds het beste alternatief voor koopkrachtbehoud van uw pensioen. I ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 11 GOV|MHB verenigingszaken door Mark Heijligers Terugkoppeling eerste gecombineerde sectorraad en ledenraad Op 26 juni jl. vond de eerste gecombineerde sector- en ledenraad plaats op de Frederikkazerne in Den Haag. Het verschil in beide raden? De ledenraad vertegenwoordigt alle officieren en burgermedewerkers van de GOV|MHB. In de sector die daar boven staat, waarin het overleg wordt gevoerd, komt daar alleen nog de Onafhankelijke Defensie Bond (ODB) bij. Overlegstructuur CMHF-sector Defensie In de vergadering werd de strategie richting de toekomst besproken met als bepalend onderwerp de agenda van de toekomst met daarin de bijzondere positie van de militair en de ambtenarenstatus van de burgers bij Defensie. Daarna kwamen het jaarverslag en het financieel jaarverslag aan bod. Ook over 2013 kon de vergadering de inmiddels teruggetreden penningmeester en erelid Ton Thoma décharge verlenen. Ton is nog niet uit het zicht verdwenen. Waar nodig kan nog een beroep op zijn deskundigheid worden gedaan. De nieuwe penningmeester, Pieter Vogel, kon melden dat de realisatie over 2014 conform de verwachting verloopt. In deze eerste vergadering was het nog even zoeken naar de juiste modus. Maar uiteindelijk konden de nieuw gekozen leden in de ledenen sectorraad worden geïnstalleerd. Deze nieuwe leden zijn Marcel Duvekot en Karel van Geet namens de NOV en Kees Metselaar namens de burgerleden van de GOV|MHB. Daarnaast werd Fred Vermeer geïnstalleerd als sectorraadlid namens de ODB. Bij de behandeling van de collectieve belangenbehartiging kwamen onder meer de outsource-trajecten als die van het museale bestel en de overgang van het personeel van de Dienst Vastgoed Defensie naar de Rijksvastgoeddienst aan de orde. Daarnaast speelt nog steeds de discussie over de Verklaring van Geen Bezwaar waarop inhoudelijk werd ingegaan. Ten aanzien van het ondertekende ontslagbesluit voor medewerkers die de organisatie gaan verlaten kon worden gemeld dat hierover geen nieuwe signalen zijn ontvangen. De middag werd afgesloten door Martin Weusthuis, die de ontwikkelingen op pensioengebied voor 2015 en verder bij de aanwezige leden op het netvlies bracht. De volgende gecombineerde sector-en ledenraad staat gepland op donderdag 13 november, als vanouds op de Frederikkazerne met een hapje en een drankje, waarin onder meer de begroting 2015 en de laatste ontwikkelingen aan de orde zullen komen. I Kantoortijden GOV|MHB in zomerverlofperiode Van 21 juli tot 25 augustus 2014 is steeds iemand van het secretariaat op het kantoor aan de Wassenaarseweg in Den Haag aanwezig. In die periode zijn gedurende wisselende weken de overige medewerkers afwezig met zomerverlof. ProDef bulletin, augustus 2014 | 11 ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 12 Veteranen door Peter van uhm Stichting Hulphond Toen ik nog in dienst was had ik nog nooit gehoord van PTSS-hulphonden. Na mijn FLO werd ik door de Stichting Hulphond Nederland benaderd om hun eerste PTSS-hulphond uit te reiken aan Patrick Kaslander. rolstoel helpen bij de Activiteiten in het Dagelijks Leven. Deze honden worden dan ook ADL-honden genoemd. De tweede groep zijn hulphonden die bij therapiesessies kinderen met gedragsproblemen helpen. De derde groep zijn de signaleringshonden. Deze honden helpen mensen met epilepsie en mensen met PTSS. Ik kreeg te horen wat voor een fantastisch werk deze honden doen en inmiddels heb ik er zelf vele voorbeelden van gezien. I k kende Patrick als de sergeant-majoor AMV die aanwezig was bij de IEDaanslag waarbij Mark Schouwink en onze zoon Dennis sneuvelden. Tevens raakten twee collega’s zwaar gewond. Door het professionele optreden van Patrick en zijn mensen overleefden de twee zwaargewonden de aanslag. Mark en Dennis waren op slag overleden, die konden niet gered worden. Ik hoefde niet lang na te denken en heb meteen ja gezegd op dit verzoek van de Stichting om Vigo aan Patrick te geven. Op basis van dit verzoek heb ik mij wel verdiept in wat PTSS-hulphonden zijn en wat zij doen. Ik zag dat in landen als Amerika en Canada dit een bekend fenomeen is en grote steun biedt aan veel collega’s. Ik vroeg mij af waarom dat in Nederland nog niet zo was en wat ik er aan kon doen. De Stichting Hulphond was echter sneller dan ik en de twee directeuren vroegen mij om ambassadeur te worden voor de PTSS-hulphond. Hierdoor help ik hen om meer bekendheid te verkrijgen voor het goede werk dat deze honden doen. Toen ik gevraagd werd heb ik mij laten voorlichten over wat deze stichting doet. Zij leidt verschillende soorten hulphonden op. De eerste groep zijn honden die mensen in een 12 | ProDef bulletin, augustus 2014 Je kunt je nauwelijks voorstellen dat er honden zijn die een injectienaald met hun neus induwen of honden die hun verlamde baasje iedere nacht om de drie uur omdraaien. Er zijn honden die hun baasje helpen met het douchen door samen bij het afdrogen een punt van de handdoek te pakken en zo de rug afdrogen. Er zijn PTSShulphonden die hun baasje wakker maken bij een herbeleving, hun baasje afblokken van vreemde mensen en aangeven dat er geen dreiging achter een hek of geparkeerde auto zit. De veteraan kan dus ‘gewoon’ weer naar buiten. De honden geven ook structuur aan het leven van hun baas, want ze moeten op tijd eten en drinken krijgen en ze moeten ook uitgelaten worden, hoe moeilijk dat soms ook is voor een veteraan. Mijn vrouw en ik waren snel overtuigd. Ik wilde niet alleen ambassadeur zijn maar ook gastgezin voor een pup van de Stichting Hulphond. Dit houdt in dat je volgens de richtlijnen van de stichting een jonge hond opvoedt tot een sociale, stabiele hond. Je moet je voortdurend bewust zijn van het toekomstige werk van je pup. Dus niet straffen als hij er met je schoenen vandoor gaat, want later moet hij misschien de schoenen naar de baas brengen. Het motto is belonen voor goed gedrag. Zo kwam de acht weken oude pup Parbo bij ons thuis. Ik mocht hem ontvangen uit de handen van Patrick Kaslander. Het zijn van gastgezin is veeleisend, maar zeer dankbaar en ook gewoon heel leuk. De hond moet in de circa twaalf maanden dat jij hem hebt, alles hebben meegemaakt. Dus mee de trein in, naar de kinderboerderij en ook naar het restaurant en café. Vooraf beziet de stichting of jijzelf, je gezin en je leefomstandigheden wel geschikt zijn voor dit mooie werk. Je moet ook bereid zijn om twee keer per week naar een les met andere gastgezinnen en honden te gaan. Na een jaar geef je de hond dan weer terug aan de stichting en wordt hij pas echt opgeleid door professionele hondentrainers voor het toekomstig werk. Door in het eerste jaar de hond goed te beoordelen bepalen de mensen van de stichting welk soort werk het gaat worden. Veel mensen denken dat onze Parbo een PTSShulphond wordt. Dat hoeft dus niet. Als zijn talenten bijvoorbeeld meer bij ADL-werk liggen, zal dat zijn toekomst zijn. Momenteel is de Stichting Hulphond Nederland in gesprek met het ministerie van Defensie om te bezien of en hoe het ministerie kan bijdragen aan de opleiding van deze honden. Iedereen is het er over eens dat de kwaliteit van leven van de veteraan en zijn gezin door deze honden enorm wordt verhoogd. Het is nu zaak om samen te bezien hoe dit nieuwe fenomeen goed is te borgen. Helaas vergoeden de verzekeraars er niets voor. De stichting Hulphond Nederland is voor het opleiden van de honden ondanks de inzet van veel vrijwilligers grotendeels afhankelijk van donaties en giften. Mocht u meer willen weten over het reilen en zeilen van deze stichting dan kunt u meer informatie vinden op www.hulphond.nl. Ik ben verheugd te constateren dat de bekendheid over de PTSS-hulphonden toeneemt en er ook mensen bereid zijn om de opleiding van de honden te steunen. Er zijn al verschillende collega’s die bij hun FLO geen cadeau’s willen maar gevraagd hebben om een bijdrage voor de PTSS-hulphonden. Er zijn eenheden zoals een rotatie van de Air Taskforce in Afghanistan die op missie geld hebben ingezameld voor ‘onze’ honden. De helft van de opbrengst van de GrebbebergMasters werd gedoneerd voor de PTSShulphonden. Ik wil bij deze dan ook al die mensen die een bijdrage hebben geleverd of gaan leveren van harte dank zeggen. I ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 13 Pensioen door Martin Weusthuis Overleg pensioenregelingen 2015 nog niet afgerond Per 2015 worden de fiscale regels voor pensioenopbouw versoberd. Die fiscale regels worden in de wandelgangen het Witteveenkader genoemd. Het doel erachter is dat door de geringere pensioenopbouw de premies dalen, waardoor de minister van Financiën meer geld in kas houdt. D it Witteveenkader raakt ook de pensioenregeling voor het defensiepersoneel. De huidige pensioenregeling voor militairen en de regeling voor burgerambtenaren passen niet meer binnen de fiscale kaders die per 1 januari 2015 van toepassing zijn. Onderhandelingen militaire pensioenregeling In de afgelopen maanden hebben de Centrales van Overheidspersoneel met Defensie onderhandeld om een fiscaal zuivere regeling voor de militaire pensioenen neer te leggen, waarbij rekening wordt gehouden met het feit dat bij militairen sprake is van een zogenaamde eindloonregeling. Vlak voor het zomerreces hebben de Centrales in een regulier overleg wederom met Defensie om de tafel gezeten. Medewerkers van ABP waren ook bij dit overleg aanwezig. Op dat moment konden de Centrales en Defensie elkaar niet vinden in een aangepaste pensioenregeling voor 2015. Defensie en de Centrales kijken op dit moment in de volle breedte naar de rechtspositie van de militair. Dat gebeurt vanuit het besef dat die rechtspositie aan ‘onderhoud’ toe is. Er is, om het maar even duidelijk te stellen, geen bezuinigingsdoelstelling. Enerzijds zien beide partijen dat in de huidige rechtspositie meer aandacht moet komen voor het bijzondere van de positie van de militair en de waardering daarvan, anderzijds zien beide partijen dat mede ten gevolge van de bijzondere positie van de militair zijn/haar rechtspositie op verschillende vlakken flink begint af te wijken van wat buiten Defensie gebruikelijk is. Op basis van het kabinetsbeleid voelt Defensie vanwege die afwijkende rechtspositie dan ook veel druk vanuit andere departementen om de militaire rechtspositie te wijzigen, zoals bijv. ten gevolge van de pensioendiscussie. Het gevaar is dan dat allerlei complexe trajecten naast en door elkaar gaan lopen. Dat zal een reële voort- gang van de brede discussie erg gaan belemmeren. Het voorstel is om zoveel mogelijk rust bij de stukken te houden in de periode dat het overleg plaatsvindt over de complexe thema’s van de stelselwijzigingen. Na de vakantie van de minister zal dit voorstel in een overleg tussen minister en de Centrales worden besproken. Onderhandelingen burger pensioenregeling De Centrales van Overheidspersoneel en de overheidswerkgevers onderhandelen sinds mei over de pensioenregeling voor burgerambtenaren en onderwijspersoneel. Begin juli leidde dit bijna tot een onderhandelingsresultaat. Maar toen floot het kabinet haar eigen onderhandelaars terug, waarmee het resultaat op losse schroeven staat. maar het kabinet kiest ervoor om minder te repareren en meer geld te laten weglekken naar de werkgevers. En dat alles onder het mom dat er meer geld naar het loon gaat. De Centrales hebben tijdens het overleg geprobeerd om te redden wat er te redden viel voor een fatsoenlijk pensioen. De politiek steekt daar echter een stokje voor. De Centrales zijn dan ook teleurgesteld over het optreden van het kabinet. Het Kabinet wil tweemaal scoren, eenmaal als wetgever (de beperkingen van Witteveen II) en eenmaal via de werkgeversonderhandelingsdelegatie. Ook hier worden vanwege de vakantieperiode de onderhandelingen op zijn vroegst eind augustus hervat. Shell Ook in de marktsector, bijv. bij Shell, wordt de pensioenregeling als een dusdanig belangrijke arbeidsvoorwaarde gezien, dat het nieuwe Witteveenkader als te beperkt wordt ervaren. Shell is creatief omgegaan met de eisen van het Witteveenkader zodat er goedkeuring van de fiscus nodig is voor de afwijking van de norm. Op het moment van schrijven heeft het ministerie van Financiën nog niet gereageerd op de Shell-plannen. I Het is duidelijk dat het kabinet dit onderhandelingsresultaat blokkeert op basis van politieke overwegingen. ‘Vanwege de beleidsmatige effecten en de daaraan gerelateerde uitstraling’, klinkt namelijk het verweer van de werkgeversonderhandelaars. Frustrerend, want de kans van slagen leek tot kort geleden groot. Het geld en de fiscale mogelijkheden zijn er wel degelijk – ook na invoering van de nieuwe belastingregels – militaire pensioenregeling 2015 ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 14 Column juridische zaken door Bert Blonk Dienstreis met schade We zijn er inmiddels zo aan gewend dat Defensie, door de financiële situatie gedwongen, de hand stevig op de knip houdt, dat de hieronder te bespreken casus mij zeer blij verraste. E en militair volgde een opleiding op een locatie in België die niet met openbaar vervoer was te bereiken. Omdat er ook door Defensie geen vervoer beschikbaar was gesteld, was de militair gedwongen om gebruik te maken van zijn eigen auto. Op een zondagnacht, toen de militair onder hevige winterse omstandigheden van zijn woning naar de opleidingslocatie reed, kreeg hij een klapband en reed tegen de vangrail. De nodige schade was het gevolg. Toen de militair van DC-HR te horen had gekregen dat hij op grond van het besluit dienstreizen defensie, niet voor schadever- goeding in aanmerking kwam, heeft hij, met inschakeling van GOV|MHB, tegen de betreffende email bezwaar gemaakt. Aanvankelijk dreigde het mis te gaan, doordat het bezwaar niet-ontvankelijk werd geoordeeld; de email van DC-HR kon, volgens het bevoegde gezag, niet worden beschouwd als een besluit in de zin van de algemene wet bestuursrecht. Gelukkig bevatte het bezwaarschrift nog een verwijzing naar artikel 115 AMAR, de schadeloosstelling naar billijkheid, waar het bevoegde gezag nog wel naar wilde kijken. Het heeft vervolgens best nog wat bewijsvoering en argumentatie gevergd om het bevoegde gezag te overtuigen van de redelijkheid van de schadeloosstelling. Zo werd aan de militair onder andere tegengeworpen dat het, gezien de sneeuw, onverantwoord was om op dat moment met de auto te reizen. Gelukkig accepteerde het bevoegde gezag de stelling van de militair dat de klapband niet door de winterse omstandigheden was veroorzaakt en dat de schade door de vangrail ook bij normale omstandigheden had kunnen ontstaan. Nadat ook was aangetoond dat de auto een geldige Apk-keuring had, is het schadebedrag aan de militair uitgekeerd. I A D V E R T E N T I E Advies bij (echt)scheiding? Jaarlijks besluiten zo’n 33.000 echtparen te scheiden. Daarnaast zijn er vele stellen die besluiten uit elkaar te gaan. Bij de beëindiging van een samenleving moet in relatief korte tijd een groot aantal financiële en fiscale beslissingen worden genomen. Als er kinderen bij de scheiding betrokken zijn, komen daar nog zaken als het ouderschapsplan, alimentatie, omgang en zorgregeling bij. Dit veelal in een periode waarin emoties een belangrijke rol spelen. Begeleiding en advies van een scheidingsadviseur die gespecialiseerd is in de financiële afwikkeling en in staat is eventuele kinderen centraal te stellen, is dan meer dan welkom. Prinsenland heeft haar dienstverlening uitgebreid met (echt)scheidingsadvies. Wij zijn aangesloten bij het kwaliteitsregister RFEA www.rfea.nl . Hierdoor is de deskundigheid en kwaliteit van uw adviseur gewaarborgd. Wij bieden u een totaaloplossing. Uw scheiding wordt van A tot Z afgewikkeld. In deze afwikkeling komen alle juridische, financiële, fiscale en emotionele aspecten naar voren. Wij geven u volledig inzicht in uw financiële positie voor en na de scheiding; het maken van een alimentatieberekening hoort daar uiteraard bij. De dienstverlening start altijd met een kennismakingsgesprek. De kosten van dit gesprek nemen wij voor onze rekening. Heeft u vragen? Neem dan contact op met ons kantoor. Tel 14 | ProDef bulletin, augustus 2014 010-4552500 www.prinsenland.nl ProDef bulletin, augustus 2014 | 14 [email protected] ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 15 Over Defensie door Peter van Maurik Denkfouten bij Defensie Deel 1: Life Cycle Costing Het concept van Life Cycle Costing (LCC) lijkt op het eerste gezicht heel logisch en gebruik ervan komt verstandig over. En het concept is eigenlijk ook erg slim, probleem is echter dat het niet altijd uitvoerbaar is. Of beter gezegd; het is alleen uitvoerbaar onder bepaalde voorwaarden. En helaas voldoet het materieel van de krijgsmacht zelden aan de randvoorwaarden. H et idee is uiterst eenvoudig en kan in drie zinnen worden uitgelegd. Bij het nemen van een besluit over de aanschaf van materiaal is verstandig om de totale kosten gedurende de levensduur, of gebruiksperiode, te beschouwen. De totale kosten bestaan dan behalve uit de aanschaf- en ontwikkelkosten ook uit de onderhouds- en gebruikerskosten, mogelijk ook uit de kosten van modificatie en upgrades. Door daar een goed beeld over te vormen kunnen uiteindelijk de kosten van materieel per stuk per jaar worden geminimaliseerd en dat betekent verstandig gebruik van de beschikbare, en vaak schaarse, financiële middelen. Zeker voor duur materieel, dat men lang wil gebruiken, is de besparing dan aanzienlijk. Tot zover de theorie, helaas is de praktijk weerbarstiger. Dit wordt veroorzaakt door de onhebbelijke kenmerken van de statistiek. En het is nu juist de statistiek die noodzakelijk is om een goed beeld van de verschillende kostenposten te krijgen. Er doen zich drie problemen voor die het uiteindelijke gebruik van het LCC-concept onder druk zetten en soms onmogelijk maken. Ten eerste wordt statistiek betrouwbaarder naarmate de omvang van de steekproef groter wordt. Dan kan in het LCC-concept door of grote hoeveelheden materieel te beschouwen of door over een langere periode te meten. Simpel gezegd, de gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten van een object kun je makkelijker bepalen over honderdduizend broodroosters dan over twee campers. Ook is de gemiddelde jaarlijks onderhoudslast beter te bepalen over één huis dat je veertig jaar gebruikt dan over slechts één paar schoenen met een gebruiksperiode van een zomer. De tweede tactiek, langer meten, heeft daarbij slechts zin als men in die periode de omstandigheden van gebruik gelijk houdt. En daarmee wordt het tweede probleem zichtbaar. Als u een auto gedurende vijf jaar gebruikt voor lokaal stadsvervoer en boodschappen doen, dan zullen uw onderhoudskosten een ander beeld geven dan wanneer u hem gedurende vijf jaar gebruikt als transportmiddel voor uw ontwikkelingsproject in de binnenlanden van Suriname. Nu kunt u dat probleem natuurlijk oplossen door de goede keuze van het materiaal bij het doel waarvoor u het wilt gebruiken. Door iets meer uit te geven aan ontwikkeling en robuustere bouw, met uiteraard daardoor hogere aanschafkosten, kun je op onderhoud besparen. Dit is de essentie van het LCC concept. Dat klopt, maar dit houdt geen rekening met onvoorspelbaarheden. Probeert u maar eens te voorspellen wat er de komende dertig jaar gaat gebeuren en vervolgens wat u dus aan materiaal nodig hebt. U zult vast en zeker ergens, en vaker meer dan eens, in die periode uw materiaal moeten aanpassen. En daarbij vinden we praktisch probleem nummer drie. De modificatie, of upgrade, verandert niet alleen het mogelijk gebruik en introduceert extra kosten. Maar het verandert ook het gebruiksprofiel en daarmee vaak ook het onderhoudsprofiel. Dat betekent dat uw statistische onderhoudsgegevens na een modificatie minder of helemaal niet bruikbaar zullen zijn. Ook hier zou je rekening mee kunnen houden bij ontwerp en bouw, door bijvoorbeeld modificatie technisch makkelijk te maken. Uiteraard gaan dan de kosten aan het begin omhoog, maar dat compenseer je later door minder modificatiekosten en minder veranderingen in de onderhoudskosten. Maar ja, wat nu als die noodzaak voor aanpassing zich niet voordoet. Dan heb je geld weggegooid. Het aardige van LCC is dat je dit totaalbeeld uiteindelijk wel zichtbaar krijgt. Het onhebbelijke is echter dat die zichtbaarheid pas voldoende helder wordt later in de levensduur. En hoe minder aantallen waarover je kunt meten en hoe meer onvoorspelbaar het gebruik over een gebruiksperiode, hoe later die helderheid verschijnt. Als je pech hebt, pas aan het einde van de levensduur. Als je dus LCC wilt gebruik als middel voor besluiten bij aanschaf dan heb je een probleem. Dat besluit, met al zijn nuances over meer of minder ontwikkeling en risicoafdekking in de bouw, zit namelijk aan het begin. Voor defensiemateriaal kan helaas zelden worden voldaan aan de voorwaarden voor betrouwbare statistiek bij het LCC-concept. De aantallen zijn te klein en het gebruik is te onvoorspelbaar. Je kunt je dus bij aanschaf wel een ‘idee’ vormen over de totale kosten, maar de betrouwbaarheid in de zin van harde cijfers is zo laag dat het geen basis kan vormen voor een besluit. Nu kun je natuurlijk gebruik maken van historische gegevens van het materiaal dat vervangen moet worden. Je hebt immers een totaalbeeld van het ‘oude’ materiaal. Maar dat is nog onverstandiger. Het vergelijken van de vorige generatie middelen, bijvoorbeeld vliegtuigen, met de volgende, is hetzelfde als de kosten van een typemachine vergelijken met de van een laptop. Of de kosten van een paard met die van een auto. Het is leuk voor de historici, maar bestuurlijk volkomen onzinnig. I ProDef bulletin, augustus 2014 | 15 ProDef_opmaak _5_2014 22-07-2014 15:20 Page 16 Column door Tom Kofman, vice-voorzitter GOV|MHB A(ller) B(elabberdst) P(ensioen) Op een moment dat je ziet dat het consumentenvertrouwen van de burger enigszins toeneemt, valt als een donderslag bij heldere hemel het bericht de gelagkamers binnen dat het ABP verwacht dat er de komende jaren geen ruimte zal zijn voor indexatie. Je hebt de afgelopen jaren de waarde van je pensioen fiks zien dalen en nu krijg je als ´toetje toe´ de boodschap dat het alleen maar minder zal worden als gevolg van de regels die het nFTK (nieuw Financieel Toetsings Kader) de pensioenfondsen oplegt. Niets blijft je bespaard en s.v.p. niet met de flauwe opmerking komen dat je er in de meeste landen op deze aardkloot veel slechter aan toe zou zijn als oudere jongere. 12 maanden in plaats van per maand; • Afhankelijkheid van dagkoersen daalt, De perschef van het ABP weet er zowaar nog positieve elementen (z.g. goed nieuws…) uit te halen, t.w. : • Kans op een plotsklapse en forse verlaging van het pensioen wordt kleiner. Tegenvallers worden over 10 jaar uitgesmeerd; • Premie vanaf 2015 stabieler; • Dekkingsgraad gaat worden berekend over Over het waarom van de maatregelen kun je discussiëren: • Onrust op de financiële markten speelt een (grote) rol. Rente is laag en heeft direct invloed op beleggingen; • Levensverwachting stijgt sneller dan voorspeld. Langer leven en langer genieten van het opgebouwde pensioengeld gaan niet samen; Het slechte nieuws: • Pensioen wordt later en minder geïndexeerd. Vaarwel waardevast pensioen!; • Gemiste indexatie afgelopen jaren (9,24%) wordt niet ingehaald; • Regels worden meer, strenger en ingewikkelder. Uitvoeringskosten nemen toe. • De overheidsmaatregelen zouden de insteek hebben om het pensioenstelsel toekomstbestendig te maken. Ik stel dat het er louter om gaat om de staatsruif zo goed mogelijk gevuld te krijgen en te vermijden dat de ouderdomspensioenen te snel omhoog gaan, waardoor de buffers een knauw krijgen met het risico dat er op termijn minder overblijft voor de huidige generatie (jonge) werkenden. De niet verleende indexatie wordt gebruikt om de buffers te vergroten… Waar hebben wij dit alles aan verdiend is de grote vraag. De burger heeft de crisis op de financiële markten niet veroorzaakt, maar betaalt wel het gelag. De bancaire wereld lacht in haar vuistje en gaat op de oude voet voort met het vullen der zakken. I VOORAANKONDIGING GOV|MHB Medezeggenschapsdag 2014 Vaak hoor je dat lid zijn van een medezeggenschapscommissie niet goed is voor je carrière. Ook is het geen echt werk en kost het te veel tijd van de baas. De adviezen van de Medezeggenschap kunnen op gespannen voet staan met dat wat het HDE wil. Vooral voor leidinggevenden is de combinatie organisatiebepaler versus lid van de Medezeggenschap soms lastig. O Als dit uw idee is van medezeggenschap hoeft u niet te komen. ver deze en andere vooroordelen willen wij graag van gedachte wisselen en met u discussiëren op onze GOV|MHB Medezeggenschapsdag 2014. Doel is onze leden beter te leren kennen (wat leeft er op de werkvloer) en hen te interesseren voor deelname aan een medezeggenschapscommissie. Hoogstaande en kwalitatieve medezeggenschap is een winst voor Defensie. Om die reden willen wij onze eerste Medezeggenschapsdag het volgende thema meegeven: ‘Nog een slag te winnen bij medezeggenschap bij Defensie’ ‘Wat is daarbij de rol van de officier / middelbaar & hoger burgermedewerker?’ Datum Plaats Aanvang Einde Reserveer deze datum alvast in uw agenda. Aanmelden via www.prodef.nl I KVNRO 16 | ProDef bulletin, juni 2014 : dinsdag 21 oktober 2014 : Marinekazerne Amsterdam : 10.00 uur : 15.00 uur
© Copyright 2024 ExpyDoc