Jaarverslag 2013 - Stichting VO Haaglanden

Q
GH
DQ
JO
DD
+
92
3RVWEXV&-¶V*UDYHQKDJH
% H V W X X U V Q X P P H U J
LQ
KW
LF
VW
-DDUUHNHQLQJ
-DDUYHUVODJ
'HIRWRCVYDQGHHLQGH[DPHQOHHUOLQJHQ]LMQJHPDDNWGRRU+DUPHQGH-RQJ
Meryem Benaddi,
Johan de Witt Scholengroep
Vanaf de basisschool wil ik al
schoonheidsspecialiste worden,
mijn tante heeft een eigen salon
en dat wil ik ook. Niet voor het
geld. Gewoon, om mensen mooi te
maken. Je weet toch.
Ik ben niet bang om hard te werken, en ik kan met iedereen goed
opschieten. Blijf altijd vriendelijk.
Behalve als iemand agressief doet,
dan ga je over de grens.
Inhoudsopgave
blz.
Jaarverslag
Missie en besturingsfilosofie van VO Haaglanden
Bestuursstructuur/Governance
Intern toezicht
Samenwerkingsverband
Jaarverslag 2013 van de Raad van toezicht
Bestuurlijke en politieke trends in onderwijs
Strategische doelen 2012-2015
Herstructurering Praktijkschool De Einder
Additionele subsidies 2013
Activiteiten scholen in 2013
Kwaliteitszorg
Onderwijsprestaties en onderwijsontwikkelingen
Examenresultaten schooljaar 2012-2013
Klachten 2013
Tevredenheidsenquêtes
1
2
3
4
5
6
9
13
14
16
32
32
34
36
37
Middelen VO Haaglanden:
Financieel
Fonds VO Haaglanden
Intern risico- en beheersingssysteem
Risicoanalyse financiële positie
Financiële positie en resultaat
Personeelsbeleid
o Beheersing van uitkeringen na ontslag
o Ontwikkeling aantal fte’s verdeeld over functiecategorieën
o Convenant Leerkracht en functiemix
o Promotiebeurs
o Lerarenbeurs
o Actieplan LeerKRACHT
o Opleidingsschool Haaglanden
o Overzicht bevoegdheden leraren
Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen (WNT)
Ontwikkeling van het aantal leerlingen
Huisvestingsbeleid
Continuïteitsparagraaf
1. Ontwikkeling in leerlingaantallen en personeelsbezetting
2. Meerjarenbegroting 2014-2016
3. Risico’s en onzekerheden
Treasury statuut Stichting VO Haaglanden
40
41
42
43
45
47
47
47
47
50
50
51
51
52
53
54
55
60
60
63
67
68
Jaarrekening
Grondslagen
Balans
Staat van Baten en Lasten
Kasstroomoverzicht
Vaste activa
Voorraden & Vorderingen
Effecten & Liquide middelen
Eigen Vermogen
Voorzieningen
Langlopende schulden
Kortlopende schulden
Geoormerkte subsidies
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Overheidsbijdragen
Andere baten
Lasten
Financieel en buitengewoon
Verplichte toelichting
Accountantsverklaring
Bestemming van het exploitatiesaldo
70
72
73
75
76
78
79
80
81
82
83
84
85
86
88
89
92
93
94
96
Bijlagen
Gegevens rechtspersoon
98
Scholen:
Dalton Den Haag
o Baten en Lasten
o Overheidsbijdragen
o Andere baten
o Lasten
o Financieel en buitengewoon
De Einder
o Baten en Lasten
o Overheidsbijdragen
o Andere baten
o Lasten
o Financieel en buitengewoon
Gymnasium Haganum
o Baten en Lasten
o Overheidsbijdragen
o Andere baten
o Lasten
o Financieel en buitengewoon
99
100
102
103
105
106
107
109
110
112
113
114
116
117
119
Haags Montessori Lyceum
o Baten en Lasten
o Overheidsbijdragen
o Andere baten
o Lasten
o Financieel en buitengewoon
Johan de Witt Scholengroep
o Baten en Lasten
o Overheidsbijdragen
o Andere baten
o Lasten
o Financieel en buitengewoon
Lyceum Ypenburg
o Baten en Lasten
o Overheidsbijdragen
o Andere baten
o Lasten
o Financieel en buitengewoon
Maerlant-Lyceum
o Baten en Lasten
o Overheidsbijdragen
o Andere baten
o Lasten
o Financieel en buitengewoon
Maris College
o Baten en Lasten
o Overheidsbijdragen
o Andere baten
o Lasten
o Financieel en buitengewoon
Rijswijks Lyceum / Van Vredenburch College
o Baten en Lasten
o Overheidsbijdragen
o Andere baten
o Lasten
o Financieel en buitengewoon
Segbroek College
o Baten en Lasten
o Overheidsbijdragen
o Andere baten
o Lasten
o Financieel en buitengewoon
120
121
122
123
125
126
127
129
130
132
133
134
135
136
138
139
140
141
142
145
146
147
149
150
152
153
154
155
156
158
159
160
162
163
165
Grafische gegevens:
o
o
o
o
o
Leerlingaantallen VO Haaglanden 2006 – 2013
Overzicht aantal leerlingen per bestuur in Den Haag
Overzicht ziekteverzuim OP en OOP
Verdeling van het aantal personeelsleden naar arbeidstijd
Overzicht docenten naar indeling leeftijdscategorie
166
167
168
168
169
Jaarverslag
Missie en visie van VO Haaglanden
De Stichting VO Haaglanden is een samenwerkingsstichting van openbaar en algemeen
bijzonder voortgezet onderwijs in de regio Haaglanden. De stichting bestaat uit tien scholen
op 22 locaties in Den Haag en Rijswijk. De scholen zijn Dalton Den Haag, praktijkschool
De Einder, Gymnasium Haganum, Haags Montessori Lyceum, Lyceum Ypenburg, Johan de
Witt Scholengroep (waaronder locatie Capadosestraat, Hooftskade en Zusterstraat),
Maerlant-Lyceum, Maris College (waaronder de locaties Belgisch Park, Bohemen, Houtrust,
Kijkduin en Statenkwartier), Rijswijks Lyceum / Van Vredenburch College en het Segbroek
College.
VO Haaglanden acht het haar verantwoordelijkheid zorg te dragen voor een stelsel van
onderwijsvoorzieningen dat alle jonge mensen in samenwerking met de ouders
ondersteuning biedt die past bij hun aanleg en ambitie. Daaraan wordt vorm gegeven door
het instandhouden en stimuleren van een pluriform scholenbestand. De scholen zijn
openbaar of algemeen bijzonder en richten zich op een grote verscheidenheid van
doelgroepen, waaronder de voorhoede van de samenleving in het kader van de
kenniseconomie en het maatschappelijk middenveld ter stimulering van sociale ontwikkeling
en emancipatie. Ook het stimuleren van zelfredzaamheid en zorg voor de zwakkeren in de
samenleving geldt als een belangrijke opdracht.
VO Haaglanden heeft haar visie verwoord in een gezamenlijke missie. Die wordt gekenmerkt
door pluriformiteit, respect, hoge kwaliteit, bereikbaarheid, eigenheid en
ontwikkelingskansen.
Missie van VO Haaglanden
Pluriformiteit
VO Haaglanden kiest voor een pluriform onderwijsaanbod met
algemene toegankelijkheid.
Respect
Binnen VO Haaglanden is er respect voor medewerkers en leerlingen
met verschillende culturele, sociale en levensbeschouwelijke
achtergrond.
Hoge kwaliteit
VO Haaglanden stelt hoge kwaliteitseisen aan het onderwijs en
hanteert een kwaliteitssysteem.
Bereikbaarheid
VO Haaglanden streeft naar optimale spreiding en bereikbaarheid van
het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs in de regio
Haaglanden.
Eigenheid
VO Haaglanden legt eigen accenten in visie, onderwijsaanbod en
pedagogisch-didactisch klimaat.
Ontwikkelingkansen Elke leerling binnen VO Haaglanden krijgt (door de breedte van het
aanbod en de kwaliteit van het onderwijs) zelfstandige
ontwikkelingskansen en de mogelijkheid tot het behalen van optimale
leerresultaten.
1
De strategische missie is bepalend voor het handelen van VO Haaglanden. De
besturingsfilosofie is specifiek op deze missie afgestemd. De essentie van dit “Haags Model”
is dat scholen binnen vooraf geformuleerde kaders eigen zeggenschap hebben om hun
schoolbeleid nader vorm te geven. De bewuste diversiteit die hierdoor tussen de scholen
bestaat, wordt binnen VO Haaglanden als een groot goed beschouwd.
Haags Model (besturingsfilosofie van VO Haaglanden)
De op de missie van VO Haaglanden afgestemde kenmerken van het ‘Haags Model’ als
besturingsfilosofie zijn:
-
vrijheid in gebondenheid (eigen verantwoordelijkheid binnen algemene kaders op
bestuursniveau, benutting van schaalvoordelen);
pluriformiteit (breed onderwijsaanbod voor diverse doelgroepen, school specifiek
beleid aangepast aan doelgroep, verschillen tussen scholen in organisatie en
beleid);
sturen op resultaten (managementcontracten, monitoring, evaluatie en
verantwoording)
maatschappelijke verantwoordelijkheid (verantwoordelijkheid voor brede
spreiding en bereikbaarheid openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs in de
regio, deelname in projecten onderwijs-, jeugd- en welzijnsbeleid,
maatschappelijke verantwoordelijkheid voor zwakkere doelgroepen).
De scholen van VO Haaglanden zijn pluriform in het onderwijsaanbod en in het gehanteerde
onderwijsconcept, maar kennen daarentegen een sterke verbondenheid met de identiteit
van VO Haaglanden. Via frequente Rectoren/Directeuren vergaderingen, conferenties met
het bestuur, commissiebijeenkomsten, gezamenlijke studiereizen en zogenaamde ‘good
practice’ bijeenkomsten wordt het bewustzijn deel uit te maken van een groep van scholen
versterkt. Er ontstaat meerwaarde door onderlinge uitwisseling, gezamenlijke initiatieven en
beleid dat met gemeenschappelijk draagvlak wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Onderling
vertrouwen en transparantie zijn belangrijke kenmerken in een cultuur die de basis vormt
voor het realiseren van de maatschappelijke opdracht van de stichting.
Bestuursstuctuur/Governance
In de periode vanaf 2007 is binnen VO Haaglanden het Raad van Toezicht-model
geïmplementeerd. Er is, overeenkomstig de code good governance in het onderwijs,
helderheid ontstaan in rollen en verantwoordelijkheden tussen enerzijds het bestuur van de
organisatie en aan de andere kant het toezichtsorgaan.
2
Direct betrokken stakeholders
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
(afvaardiging van medewerkers, ouders en
leerlingen)
Lokale belangengroepen
Overleg van schoolbesturen met andere
partners (gemeenten)
Zorgleerlingen
Verantwoordelijkheid van schoolbesturen voor
sluitende regionale aanpak (bestuur van het
Samenwerkingsverband Zuid-Holland West)
Samenleving algemeen
Horizontale en verticale verantwoording van de
inzet van middelen en de bereikte resultaten
(meervoudige publieke verantwoording,
toetsing o.a. via de Onderwijsinspectie)
Intern toezicht
Het intern toezicht wordt binnen VO Haaglanden uitgevoerd door de Raad van toezicht.
De Raad van toezicht bestaat uit zeven leden. Het jaarverslag van de Raad is in dit
jaarverslag 2013 opgenomen. De Raad van Toezicht is in 2013 nauw betrokken geweest
bij beleids- en beheersprocessen binnen VO Haaglanden. De Raad van Toezicht heeft dat
gedaan door regulier overleg met het College van Bestuur, door formele en informele
contacten met schoolleiders, door overleg met de accountant, door aanwezig te zijn bij
vergaderingen van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en door bezoeken
aan de scholen. De Raad van Toezicht vergewist zich van de financiële ontwikkelingen
binnen de stichting en de scholen alsmede van ontwikkelingen in de organisatie,
onderwijsprocessen en de onderwijsresultaten van de individuele scholen. In 2013 is
door de Raad van toezicht een auditcommissie ingesteld. Een specifieke rol is binnen de
Raad van toezicht weggelegd voor de voorzitter. Over specifieke ontwikkelingen binnen
de stichting vindt ook afzonderlijk overleg met de voorzitter plaats. De voorzitter is op
uitnodiging van het College van bestuur ook aanwezig bij het jaarlijkse bestuursgesprek
met de onderwijsinspectie.
In 2009 is gekozen de leden van de Raad van Toezicht te honoreren conform het advies van
de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI).
De voorzitter en lid van het College van Bestuur worden bezoldigd conform de CAO
Bestuurders Voortgezet Onderwijs.
De totale som van de in 2013 uitbetaalde bedragen aan het College van Bestuur en de Raad
van Toezicht treft u aan in de verplichte toelichting van de jaarrekening, Wet Normering
bezoldiging topfunctionarissen.
3
Governance
Door VO Haaglanden is in 2012 de Code Goed Bestuur van de VO Raad onderschreven. In
deze code is vastgelegd waaraan een goed onderwijsbestuur moet voldoen. Een belangrijk
onderdeel van de code is het onderscheid tussen bestuur en toezicht. Binnen VO
Haaglanden wordt dit onderscheid gerealiseerd door de bestuurlijke taken onder te brengen
bij het College van Bestuur en de interne toezichtstaken bij de Raad van toezicht. In 2013 is
binnen VO Haaglanden na een interne consultatieronde ook een eigen integriteitscode
vastgesteld.
Samenwerkingsverband
Op 10 juli 2013 is door een besluit tot integrale statutenwijziging van de bestaande stichting,
de Stichting Regionaal Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Den Haag en omstreken,
kortweg SWV V(S)O Zuid Holland West ontstaan. Het bestuur telt 19 aangesloten
schoolbesturen, waarvan er twee met VSO-scholen buiten de regio, een bestuur houdt
onderwijsvoorzieningen in jeugdzorg+ instellingen in stand en twee besturen verzorgen het
onderwijs is een voorziening waar leerlingen ambulant behandeld worden vanuit de
jeugdhulp. Ook VO Haaglanden maakt deel uit van het Samenwerkingsverband. Alle
schoolleiders van de scholen/locaties zijn lid van een directiekring. Doel van de
directiekringen is om de samenwerking op schoolleidersniveau te stimuleren en te
versterken. Gezamenlijk garanderen de scholen van het SWV een antwoord op alle
onderwijsondersteuningsvragen van de leerlingen. Alle besturen/scholen nemen daarbij hun
verantwoordelijkheid. Het SWV houdt tevens een Orthopedagogisch en Didactisch Centrum
(OPDC ) in stand, genaamd het FlexCollege. Het FlexCollege bestaat uit een aanbod op
verschillende locaties voor leerlingen die tijdelijk of langdurig niet terecht kunnen in het
regulier onderwijs. Het varieert van kort verblijf met als doel terugkeer naar de stamschool,
tot langdurig verblijf gericht op diplomering en/of een vervolgtraject in het mbo.
4
JAARVERSLAG 2013 van de Raad van Toezicht VO Haaglanden
De samenstelling van de Raad van Toezicht was per 31-12-2013 als volgt:
Raad van Toezicht
mr. A.H. van Delden (voorzitter)
ir. J. de Jong (secretaris)
mevr. drs. L.E.J. Engering-Aarts
mevr. A. van den Heuvel
A.J. Mohamedajoeb
F.E. Nieboer
Gedurende het jaar 2013 was er een vacature die per januari 2014 is vervuld.
De Raad van Toezicht is in 2013 nauw betrokken geweest bij beleids- en beheersprocessen
binnen VO Haaglanden. De Raad van Toezicht heeft dat gedaan door regulier overleg met
het College van Bestuur, door formele en informele contacten met schoolleiders, door
overleg met de accountant, door aanwezig te zijn bij vergaderingen van de
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en door bezoeken van individuele leden aan
de scholen.
De Raad van Toezicht vergewist zich van de financiële ontwikkelingen binnen de stichting en
de scholen alsmede in de organisatie, onderwijsprocessen en de onderwijsresultaten van de
individuele scholen.
In 2013 is de Raad van Toezicht zeven keer bijeen geweest: op 28 januari, 13 februari, 8
april,25 juni, 14 oktober, 7 november en 2 december. Op 6 juni was de voorzitter van de
Raad van Toezicht aanwezig bij het jaarlijkse gesprek tussen Inspectie en bestuur. Op 4
november is de auditcommissie bijeen geweest.
Op 17 juli 2013 heeft de Raad van Toezicht deelgenomen aan het jaarlijkse uitje van RvT,
bestuur en Rectoren/Directeuren.
Op 7 november 2013 is de Raad van Toezicht aanwezig geweest bij de jaarlijkse VO
Haaglanden conferentie samen met het bestuur en de rectoren en directeuren van de
scholen. Deze is gehouden in Stadspaleis Het Spaansche Hof. Tijdens de conferentie is
gesproken over de ontwikkelingen binnen de diverse scholen en de beleidslijnen voor de
toekomst.
De leden van de Raad van Toezicht zijn in 2013 verder aanwezig geweest bij diverse
activiteiten op de scholen zoals openingen, optredens, overleg van conrectoren,
afscheidsrecepties e.d..
5
Mohamed Ben Hammouch, Johan de Witt Scholengroep
Ik wil zakenman worden. Je weet, netjes gekleed, produkten verhandelen.
Ja, of voetballer natuurlijk. Ik vind het spel leuk, ik blijf lachen, ook als je
het niet eens wordt. Mijn vader en opa deden dat ook. Ik heb hun
pokerface wel als het op handel aankomt.
Bestuurlijke en politieke trends in onderwijs
Kwaliteit van het onderwijs
In de periode vòòr 2010 was er vanuit de politiek vooral aandacht voor de zorgkant van het
onderwijsgebouw. Met de komst van het kabinet Rutte I in 2010 is de aandacht verschoven
naar die van de excellentie. Het kabinet Rutte I was er in de rijksbegroting en in de diverse
daaromheen gepresenteerde nota’s1 duidelijk over. Het kabinet vond dat Nederland minder
moet egaliseren. Er moest meer tolerantie zijn voor verschillen. De politieke prioriteit ligt bij
het actief stimuleren dat de onderwijsprestaties in Nederland hoger worden. In het
regeerakkoord2 van het tweede kabinet Rutte is opgenomen dat Nederland bij de beste 5
scorende landen van de wereld gaat behoren. Daarbij lijkt een belangrijke rol weggelegd
voor de betere leerling, voor de 20% beste vwo’ers (dat is ca 5% van het totaal aantal VOleerlingen). Het kabinet wil betere PISA-scores en heeft op dat punt concrete en ambitieuze
doelen gesteld.
PISA wordt sinds 2000 elke drie jaar uitgevoerd door de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) . Na afloop van ieder onderzoek brengt OESO een
internationaal verslag uit3. PISA (Programme for International Student Assessment)
onderzoekt de praktische kennis en vaardigheden van 15-jarige leerlingen. In de vierde PISAcyclus zijn in het jaar 2009 toetsen voor leesvaardigheid, wiskunde en natuurwetenschappen
afgenomen in 65 landen: 32 OESO-lidstaten en 33 partnerlanden of partnereconomieën. In
elk van de drie onderzoeksgebieden eindigt Nederland boven het gemiddelde van de OESOlidstaten. Er is echter een dalende tendens. Bij leesvaardigheid staat Nederland nu op de
tiende plaats in de lijst van alle deelnemende landen. Bij wiskunde en natuurwetenschappen
is dat de elfde plaats.
De overheid zet in op verhoging van de onderwijsopbrengsten van met name de betere
leerlingen. De PISA-scores moeten met name voor die groepen omhoog. VO Haaglanden kan
hierin een eigen rol spelen en in het strategisch plan 2012-2015 eigen ambitieuze
doelstellingen formuleren. Die kunnen gaan over PISA-scores, maar ook over
onderwijskundige doelen als het oprichten van een technasium, een internationale school
en andere innovatieve onderwijskundige initiatieven gericht op de bovenlaag van de
leerlingengroep.
Passend onderwijs
De rijksoverheid is van mening dat het huidige stelsel voor extra onderwijsondersteuning
voor zorgleerlingen niet houdbaar is. Het nodigt uit zoveel mogelijk kinderen als
hulpbehoevend te bestempelen, ook als dit niet in het belang van het kind is. Ook zou er
1
‘Leraar 2020 – een krachtig beroep!’ en ‘ Actieplan beter presteren’
Regeerakkoord PvdA/VVD 29 oktober 2012
3
Zie: http://www.oecd.org/edu/pisa/2009
2
6
sprake zijn van een steeds verdere bureaucratisering en ondoelmatigheid in de geleverde
zorg. De stijging tussen 2003 en 2009 van het totaal aantal leerlingen dat een indicatie heeft
voor lichte of zware zorg is samen circa 15%. Wordt alleen gekeken naar de groep met een
rugzak of een indicatie voor het (voortgezet) speciaal onderwijs (zware zorg) dan is de groei
65%. De kosten voor deze extra ondersteuning zijn fors gestegen. Daarnaast zitten volgens
de rijksoverheid jaarlijks 2.500 kinderen vier weken of langer thuis, omdat er voor hen geen
passende onderwijsplek is.
Verdere aanscherpingen van het bestaande stelsel bieden volgens de rijksoverheid geen
oplossing meer. Het kabinet Rutte I heeft er daarom gekozen voor een nieuw stelsel dat zich
kenmerkt door verdergaande decentralisatie naar scholen (meer zorgleerlingen in het
reguliere onderwijs). Scholen voor primair en voortgezet onderwijs krijgen een zorgplicht
Schoolbesturen moeten zorgen voor een sluitend zorgaanbod in de eigen regio. Niet elke
gewone school hoeft alle kinderen op te vangen. Scholen kunnen zich specialiseren en
onderling afspraken maken wie welke kinderen het beste onderwijs kan geven.
Verstatelijking
Tot voor enige tijd is de politieke en bestuurlijke ontwikkeling in Nederland gericht geweest
op een grotere autonomie van scholen en schoolbesturen Excessen in sectoren als
woningcorporaties, zorginstellingen, maar helaas ook onderwijsinstellingen. hebben
inmiddels gezorgd voor een kanteling. De politiek heeft inmiddels een neiging tot
hercentralisatie van eerder verzelfstandigde instituties. De ‘verzakelijking’ ten aanzien van
de positie van maatschappelijke organisaties lijkt te worden ingeruild door ‘verstatelijking’ 4
van diezelfde organisaties. Ook het onderwijs wordt daarmee geconfronteerd.
In een rapport van het Wetenschappelijk instituut van het CDA5 wordt terecht gesteld dat
de grenzen tussen maatschappelijke organisaties, overheid en markt op verschillende
terreinen vervaagd zijn. Er is onzekerheid over de positie van maatschappelijke organisaties
en de verantwoordelijkheid van de overheid. Gesteld wordt dat als maatschappelijke
organisaties zelf hun ambitie, waarden en inbedding laten verslonzen en die inruilen voor
overheidsdoelen of marktdenken, vervreemding en onvrede op de loer liggen.
Verstatelijking is geen optie. In het betreffende rapport wordt gesteld dat maatschappelijke
organisaties vitaal blijven als ze:
- Een eigen verhaal hebben (een gezamenlijke ambitie, gedeelde visie en waarden)
- Goed maatschappelijk zijn ingebed (organiseren van discussie en dialoog met alle
betrokkenen)
- Een beeld heeft waar ze mee bezig zijn (een antwoord op de vraag: Wat is goed
onderwijs?)
- Kritisch kijkt naar de eigen schaal (menselijke maat).
4
5
“Op zoek naar de kracht van de samenleving, Wetenschappelijk instituut CDA, mei 2011
Zie 3
7
Ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) wijst er in haar rapport6 op
dat de instellingen zelf het politiek-normatieve debat moeten voeren. De politiek is
verplaatst. De instellingen zijn de plaats waar de meeste kennis aanwezig is en waar de
kwesties spelen. De WRR stelt dat er een vacuüm is ontstaan. Ethische vragen die intrinsiek
met de maatschappelijke dienstverlening zijn verbonden, worden volgens de WRR
momenteel onvoldoende binnen de instellingen aan de orde gesteld.
Binnen VO Haaglanden moet een antwoord geformuleerd worden op de vraag hoe om te
gaan met de spanning tussen de (lokale) politiek en de eigen koers van onze organisatie.
6
WRR, Bewijzen van goede dienstverlening, 2004
8
Strategische doelen VO Haaglanden 2012-2015
1. VO Haaglanden is opbrengstgericht
VO Haaglanden heeft het opbrengstgericht werken geïntegreerd in de kwaliteitscyclus.
Er vindt sturing plaats op onderwijsrendementen, doorstroomcijfers en
examenresultaten. Onderwijsresultaten worden geëvalueerd en bijgestuurd. In de
periode 2012-2015 zal de opbrengstgerichtheid integraal onderdeel gaan uitmaken van
de kwaliteitscyclus binnen scholen zelf. Iedere school zal daarom een eigen toetssysteem
ontwikkelen en implementeren.
a. Iedere school heeft vanaf 2013 een toetssysteem ontwikkeld en geïmplementeerd om
voortgang, opbrengst en toegevoegde waarde binnen de eigen school te monitoren.
2. VO Haaglanden bevordert excellente onderwijsprestaties
De scholen van VO Haaglanden bevorderen excellentie. Leerlingen moeten worden
uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen. De scholen bevorderen dat door het
onderwijsaanbod, door extra stimulering van specifieke groepen en door
opbrengstgericht te werken.
a. Iedere school biedt vanaf het schooljaar 2013-2014 /specifieke
opstroom/doorstroomprogramma’s aan of aanbod voor excellente leerlingen.
b. Minimaal 3 van onze scholen kwalificeren zich tussen 2012 en 2016 als excellent
volgens de nieuwe inspectienormen
c. Leerlingen van de scholen van VO Haaglanden slagen in 2015 met een gemiddeld 0,2
punt hogere score dan het driejaarsgemiddelde in 2010 (2010/2009/2008) van het
eindexamen voor de vakken Wiskunde, Nederlands en Engels
d. De gemiddelde score op het eindexamen van de 20% best presterende leerlingen is in
2015 gestegen met 0,2 punt ten opzichte van het driejaarsgemiddelde in 2010
(2010/2009/2008).
9
3. VO Haaglanden heeft kwalitatief hoogwaardig personeel
De scholen van VO Haaglanden investeren in de kwaliteit van het personeel. De scholen
van VO Haaglanden willen geen onbevoegde docenten voor de klas. De docenten van VO
Haaglanden dienen niet alleen hun bekwaamheden up to date te houden, ze worden ook
gestimuleerd zich te blijven ontwikkelen.
a. Personeel wordt vanaf 2013 actief en systematisch aangesproken op slechte
resultaten.
b. Alle docenten zijn vanaf het schooljaar 2012-2013 bevoegd of in een opleidingstraject
c. 100% van de leraren heeft vanaf 2013 minimaal 1 x per jaar een formeel gesprek met
een leidinggevende
4. VO Haaglanden kent geen zwakke scholen
Een school is, overeenkomstig de normen van de onderwijsinspectie, zwak als een school
gemiddeld over drie jaar onvoldoende onderwijsrendementen heeft of drie jaar
achtereen een te groot verschil tussen het gemiddelde schoolexamencijfer en het cijfer
van het centraal examen.
a. De scholen van VO Haaglanden hebben vanaf 2015 geen zwakke afdelingen
5. VO Haaglanden ondersteunt passend onderwijs
Voor alle leerlingen van de scholen van VO Haaglanden wordt passend onderwijs
verzorgd. Als de eigen school daar, qua expertise of capaciteit, niet in kan voorzien, dan
worden onderlinge afspraken gemaakt wie welke kinderen het beste onderwijs kan
geven. Eventueel worden daar in de Haagse regio speciale voorzieningen voor getroffen.
a. VO Haaglanden zorgt voor passend onderwijs voor alle kinderen. In sommige gevallen
zal dat betekenen dat daarvoor in de Haagse regio specifieke voorzieningen moeten
worden getroffen. VO Haaglanden zal daartoe in het bestuur van het
samenwerkingsverband een actieve rol spelen.
10
6. VO Haaglanden heeft geen groei doelstelling
In de leerlingenpopulatie in het voortgezet onderwijs is een verschuiving gaande van
vbo-onderwijs naar avo-onderwijs. VO Haaglanden wil dit in het onderwijsaanbod
faciliteren. Dat betekent dat het aanbod van havo/vwo-onderwijs uitgebreid dient te
worden en het aanbod van vmbo-onderwijs in de eerstkomende jaren enigszins zal
kunnen verminderen. Naar verwachting zal zich overigens door de vergroting van de
eisen in havo/vwo (strengere exameneisen) binnen afzienbare tijd ook een
tegengestelde beweging gaan voordoen. VO Haaglanden heeft geen groeidoelstelling. De
huidige schaal van de organisatie maakt het mogelijk om flexibel in te spelen op
maatschappelijke ontwikkelingen, de kleinschaligheid in het onderwijsaanbod te
waarborgen en de betrokkenheid van een ieder op het onderwijs in de scholen te
verzekeren.
a. VO Haaglanden kiest in de periode 2012-2015 voor stabiliteit in het leerlingenaantal
b. VO Haaglanden handhaaft in 2012-2015 de huidige schaal van de organisatie (ca
12.000 leerlingen, ca 1.200 personeelsleden)
7. VO Haaglanden heeft een gezonde financiële basis
Voor continuïteit in het onderwijs is een gezonde financiële basis van de stichting en de
scholen noodzakelijk. Binnen VO Haaglanden is dat het geval. De bekostiging van het
voortgezet onderwijs staat echter door de economische crisis en de bezuinigingen van
het kabinet onder zware druk. Dat zal nog zeker een aantal jaren duren. VO Haaglanden
kiest daarom voor een voorzichtig financieel beleid.
a. VO Haaglanden heeft in de periode 2012-2015 een financiële buffer van tenminste
5%.
8. VO Haaglanden heeft goed geoutilleerde schoolgebouwen
Alle schoolgebouwen van VO Haaglanden dienen in goede staat te zijn en geschikt te zijn
voor modern onderwijs. Dat geldt ook voor de bestaande monumentale schoolpanden
van VO Haaglanden. In de periode 2012-2015 dienen nog een beperkt aantal
schoolgebouwen aangepast te worden. Dat zal gefaseerd gebeuren.
a. Alle schoolgebouwen dienen in goede onderhoudsstaat te zijn en geschikt voor
modern onderwijs
11
9. VO Haaglanden heeft een geringe overhead
De overhead van VO Haaglanden is gering en zal dat moeten blijven. Het bestuursbureau
is en blijft ‘lean and mean’.
a. Het bestuursbureau van VO Haaglanden blijft beperkt van omvang.
10. VO Haaglanden is creatief en innovatief
Binnen VO Haaglanden wordt uitvoering gegeven aan het uitgangspunt dat het
onderwijs- en kwaliteitsbeleid aangepast moet zijn aan de wensen en behoeften van
onze leerlingen en ouders. Het moet rekening houden met de lokale situatie en met
landelijke en lokale politieke keuzes. Het beleid van VO Haaglanden wordt vormgegeven
in overleg met schoolleiders, GMR en MR’en. Maar ook in overleg met andere
schoolbesturen, samenwerkingsverband en met de gemeenten Den Haag en Rijswijk.
a. VO Haaglanden is creatief en innovatief. Maatschappelijke behoeften worden
vertaald in onderwijsprogramma’s en voor maatschappelijke problemen (zoals
bijvoorbeeld voortijdig schoolverlaten) worden oplossingen gezocht. Daarover wordt
intensief overlegd met alle relevante actoren binnen en buiten de scholen.
12
Dzhhevdet Kati, De Einder
Ik wil timmerman worden. Stucen, verven,
ik vind het gewoon leuk. Als iets af is ben
ik blij met mezelf. Als ik mijn certificaat
heb wil ik gelijk aan het werk. Nee, ik hoef
niet langer naar school nee.
Herstructurering Praktijkschool De Einder
Praktijkschool De Einder heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van
een KansenWerk Centrum in de Schalkburgerstraat. Via het KansenWerk Centrum zouden de
leerlingen van praktijkschool De Einder binnen het eigen schoolgebouw werkervaring
kunnen opdoen in een vertrouwde omgeving, op een echte werkplek en onder begeleiding
van praktijkbegeleiders van de school.
In het najaar van 2013 hebben we moeten constateren dat de verwachte subsidies hiervoor
niet beschikbaar kwamen. Dat geldt zowel voor subsidies van de Europese Commissie (ESFgelden) als van de gemeente Den Haag. Het gevolg hiervan is dat de uitgaven in de begroting
van praktijkschool De Einder over het schooljaar 2013/2014 niet langer gedekt konden
worden.
Als gevolg daarvan heeft het bestuur van de Stichting VO Haaglanden in overleg met de
directeur van praktijkschool De Einder helaas moeten besluiten per 1 februari 2014 te
stoppen met het project KansenWerk Centrum.
Het gevolg hiervan is dat het aantal formatieplaatsen bij praktijkschool De Einder met 12 fte
moet worden teruggebracht.
13
Additionele subsidies 2013
In 2013 zijn additionele subsidies verstrekt door het Rijk en de Gemeente Den Haag. Voor de
inzet van de hieronder activiteiten zijn de volgende subsidies van groot belang.
Subsidies van OCW
o Maatschappelijke stages:
De maatschappelijke stage heeft als doel leerlingen voor hun ontwikkeling een vorm van
buitenschools leren te bieden, als onderdeel van het onderwijsprogramma. Door het doen
van vrijwilligersactiviteiten maken de leerlingen actief kennis met allerlei aspecten van de
samenleving. Hierdoor wordt positief bijgedragen aan het vergroten van hun
maatschappelijke betrokkenheid, van hun besef voor waarden en normen en wordt actief
burgerschap gestimuleerd. De ontwikkeling en implementatie van maatschappelijke stages
vragen bereidheid en inzet van alle drie de betrokken partijen: leerlingen, scholen en
maatschappelijke organisaties. De regeling in dit katern heeft als doel om scholen een
tegemoetkoming te geven in de personele kosten die gemoeid zijn met het coördineren en
organiseren van de maatschappelijke stage, het opbouwen van een netwerk voor de
ontwikkeling en uitvoering van de maatschappelijke stage, de inbedding in de school en de
eventuele inhuur van derden. Op deze manieren krijgen de scholen de financiële
mogelijkheid om òf een personeelslid gedeeltelijk vrij te stellen voor deze activiteiten òf om
een externe in te huren voor de uitvoering van deze activiteiten, bijvoorbeeld een
medewerker van een vrijwilligerscentrale.
Het beschikbare bedrag in 2013 bedroeg € 0,6 mln.
o Leerplusmiddelen
In het kader van het Leerplusarrangement VO wordt voor leerlingen die komen uit
Achterstand Postcodegebieden (APC) aan scholen – mits zij boven een bepaald percentage
APC-leerlingen hebben - bedragen verstrekt ten behoeve van de vermindering van voortijdig
schoolverlaten, het leveren van meer maatwerk aan leerlingen en het maximaliseren van de
schoolprestatie. In 2013 zijn de middelen afgenomen nemen door de wijziging in de
aangewezen postcodes. In Den Haag zijn twee postcodes toegevoegd aan de APC monitor en
twee postcodes zijn er komen te vervallen. Deze wijziging betekent dat – naast de korting
van 16% van het vergoedingsbedrag ten opzichte van 2011 - er door deze verschuiving in
postcodes de scholen van de stichting er nog een korting plaatsvindt van 0,6 mln. euro.
Het beschikbare bedrag in 2013 bedroeg € 2,2 mln., in 2012 was dit nog € 2,8 mln. en in 2011
€ 3,2 mln.
o Prestatieboxgelden
Op 14 december 2011 is door de minister en staatssecretaris van Onderwijs en de voorzitter
van de VO-raad het bestuursakkoord 2012-2015 ondertekend. De VO-raad en OCW spreken
in dit bestuursakkoord de gezamenlijke ambitie uit om de kwaliteit van het onderwijs te
versterken en hogere prestaties van alle leerlingen te bevorderen.
Binnen de scholen van VO Haaglanden is in 2013 sterk ingezet op de kwaliteit van het
onderwijs en het realiseren van hogere prestaties door de leerlingen.
Het beschikbare bedrag voor 2013 bedroeg € 1,9 miljoen
14
Subsidies gemeente Den Haag onderwijsbeleid
In het kader van de Haagse Educatie Agenda (HEA) kunnen scholen subsidies aanvragen. In
de HEA zijn ambities geformuleerd die zijn uitgewerkt in thema’s. Voor het voortgezet
onderwijs zijn de volgende thema’s voor de gemeente en schoolbesturen vastgesteld.
Stadsbreed:
x geen zwakke scholen meer;
x actieve ouders;
x sterk internationaal profiel.
12-18 jarigen:
x de brede functie van scholen voor voortgezet onderwijs;
x excellente prestaties;
x zorg voor leerlingen.
De scholen kunnen aanvragen indienen op deze thema’s.
De scholen van VO Haaglanden hebben projectplannen ingediend op bovengenoemde
thema’s en hebben voor dit doel in 2013 een bedrag van € 1,1 mln. toegewezen gekregen.
Gemeente Den Haag, Sociale zaken en Werkgelegenheidsprojecten
Kinderen doen mee
Voor de inwoners van de gemeente Den Haag met een laag inkomen bestaat de
mogelijkheid een ooievaarspas aan te vragen. Met deze pas is het mogelijk korting te krijgen
op bijvoorbeeld sportclubs, bibliotheek enz. Soms is het zelfs gratis.
In dit kader hebben de scholen van VO Haaglanden in 2013 € 0,2 mln. ontvangen voor deze
leerlingen om vrijstelling te geven van de jaarlijkse vrijwillige ouderbijdrage en excursies.
15
Activiteiten scholen in 2013
Genoemde subsidies (rijk en gemeente) maken deel uit van de bekostiging van de hieronder
genoemde activiteiten per school.
Dalton Den Haag
In 2013 heeft de nadruk gelegen op een verandering van de daltonwerkwijze, met name
waar het ging om het onderwijsrendement. Er is een scherpe scheiding aangebracht tussen
het huiswerk en het taakwerk, om zodoende te voorkomen dat het rendement van de lessen
verstoord zou kunnen worden door achterstand in het taakwerk, dat immers geïntegreerd
werd aangeboden. Hoewel in de praktijk bleek dat er grote verschillen waren tussen de
secties – sommige secties waren al weer teruggekeerd van het geïntegreerde werken,
andere secties waren daar niet eens aan begonnen – kan de operatie geslaagd genoemd
worden en stond ook centraal tijdens de visitatie door de Nederlandse Dalton Vereniging.
Gelukkig bleek de nieuwe werkwijze ook naar de mening van de visiteurs goed te passen in
de kaders die op een Daltonschool leidend dienen te zijn. Wel werd opgemerkt dat we er
nog niet waren en dat de nieuwe werkwijze verder uitgewerkt diende te worden.
Het omgaan met verschillen hebben we dan ook verheven tot jaarthema: differentiatie van
het (taak)werk dat wordt aangeboden, differentiatie met betrekking tot de verschillende
tempi waarin leerlingen de stof (kunnen) verwerken, dat zijn uitgangspunten en
vraagstukken die onze volle aandacht verdienen. De Conferentiedag op 4 november stond
gedeeltelijk in het teken staan van die differentiatie.
Excellentie in het onderwijs
Zowel voor de onder- als bovenbouw geldt, dat blijvend zal geprobeerd worden om, waar
mogelijk, de leerlingen die aangetoond hebben meer aan te kunnen dan het reguliere
programma, daarin ook steeds verder te stimuleren. Het participeren aan het LAPP-TOP
project van de Universiteit van Leiden en aan het Pre-University onderwijs van diezelfde
instelling, mag daar een bewijs voor heten.
Daarnaast biedt ook het project Masterclass vwo-leerlingen de mogelijkheid om te
excelleren. Samen met het Gymnasium Haganum, het Maerlant-Lyceum en het Haags
Montessori Lyceum heeft onze school 20 leerlingen en vier docenten ingezet om drie
Masterclasses te volgen en te organiseren: Humanities, Politics, Arts en Science: onder die
noemers worden eendaagse werkcolleges en –groepen georganiseerd die resulteren in het
behalen van een Mastercertificate: het bewijs van deelname aan deze soms zeer
diepgravende minicursussen.
Aandacht voor het Gymnasium
Daarnaast blijft de aandacht voor een bloeiende gymnasiumafdeling een constante factor.
Ook daar zullen we moeten proberen een goede balans te vinden die de continuïteit van de
gymnasiumafdeling waarborgt en tegelijkertijd geen onevenredige claims legt op de
bekostiging. Initiatieven daartoe zijn in gang gezet: er is een paar jaar geleden een aparte
folder gemaakt voor de gymnasiumafdeling en in deze cursus is een voorlichtingsavond
georganiseerd waar 200 ouders en leerlingen geïnformeerd werden over de opzet van de
gymnasiumstroom en de consequenties die een keuze daarvoor inhouden.
16
Tweetalig vwo, Theaterklas en Cultuurprofielschool
Het tweetalig vwo en de Theaterklas zijn voorbeelden van de ambitie die Dalton Den Haag
heeft voor de brede intellectuele en muzische vorming van de leerlingen. Beide
onderwijsstromen behoeven continue aandacht en energie juist om te voorkomen dat de
school die afdelingen beschouwt als vanzelfsprekendheden. Op basis van de accreditatie als
officiële TTO-school wordt ook daar de roep om kwaliteit steeds harder: collectieve
taaltraining voor de TTO-docenten, een bredere internationalisering, mogelijke
samenwerkingsverbanden en –initiatieven met de International School of the Hague in het
kader van het gemeentelijke project De Haagse Brug als onderdeel van de Haagse
Educatieve Agenda.
Voor iedereen is de Theaterklas inmiddels ook een verworvenheid die bij de school hoort
alsof die er altijd al geweest is. Ook voor de Theaterklas en het samenwerkingsverband met
Jeugdtheaterschool Rabarber geldt dat dit niet mag leiden tot sleur of zelfgenoegzaamheid.
Er bestaat een groeiende behoefte om meer kaders te scheppen voor alle culturele
(buitenschoolse) activiteiten. Die wens komt ook voort uit het feit dat het predicaat
Cultuurprofielschool om betere opzet vraagt van alles wat er tot nu toe - zonder
ogenschijnlijke structuur - plaatsvond. Het Cultuurbeleidsplan, dat als basis diende voor de
(succesvol afgeronde) visitatie van een paar jaar geleden door de Vereniging voor
Cultuurprofielscholen zal die kaders moeten gaan bieden.
17
Praktijkschool De Einder
Praktijkschool de Einder heeft in 2013 grote stappen vooruit gemaakt met de hoogst
noodzakelijke interne stages. Deze stages dienen als opmaat op de externe plaatsingsstages
die al onze leerlingen dienen te doorlopen voordat zij onze school in het bezit van een baan
kunnen verlaten.
Binnen de catering, receptie, facilitaire dienst en beveiliging van onze gebouwen
functioneren daardoor steeds meer eigen leerlingen. Dankzij coaching door onze
praktijkleermeesters zijn deze leerlingen daardoor veel beter voorbereid op hetgeen hen bij
de externe stages te wachten staat.
Belangrijke neveneffecten zijn, naast het feit dat er aanzienlijk minder mismatches zijn bij de
externe stages, dat onze school steeds meer van de leerlingen gaat worden. Daardoor meer
betrokkenheid, verantwoordelijkheid en zelfvertrouwen.
Opmerkelijk daarbij is de steeds groeiende belangstelling voor het groen. Het samen met
onze leerlingen transformeren van de overblijfplaats aan de Schalkburgerstraat tot een
prachtige binnentuin is hiertoe de aanzet geweest.
Waar het 2 jaar geleden nog ondenkbaar was dat de Einder leerlingen in het groen aan het
werk zouden gaan, dit vanwege het zeer slechte imago verkregen door slechte ervaringen
van familieleden in het Westland, onderhouden onze leerlingen dagelijks de eigen
binnentuin. Maar inmiddels ook de mobiele moestuinen achter de Kesslerstichting in onze
wijk Transvaal, het hof van Wouw, de Spinoza hof en het Lusthof in stadsdeel centrum.
Door dit alles geven onze leerlingen een enorme boost aan het stads tuinieren in de
achterstandswijken van ons mooie Den Haag. Dat is iets waar wij als de Einder heel trots op
zijn.
Gymnasium Haganum
In het kader van het Talentbeleid is een aantal docenten in het schooljaar 2013-2014
geschoold door Joost de Maare van de Stichting Leren Motiveren. Gedurende het schooljaar
zijn twee groepen aan de slag geweest met POP-gesprekken en Compacten en Verrijken.
Voor de POP-gesprekken zijn zij getraind in allerlei gesprekstechnieken en het werken met
materialen, die het gesprek met de onderpresterende, minder gemotiveerde, op gang
kunnen brengen. Vervolgens brachten de docenten in gesprekken met leerlingen de tips en
18
technieken in de praktijk. Het enthousiasme onder de docenten is groot: zij voeren andere,
effectievere gesprekken met hun mentorleerlingen. Het enthousiasme van deze docenten
maakt ook dat al een nieuwe groep zich heeft aangemeld voor deze trainingen in het
komend jaar.
Voor een deel van de leerlingen op het Haganum is de geboden stof niet diepgaand of
uitdagend genoeg. Op het maken van materiaal voor deze leerlingen is de training
Compacten en Verrijken gericht. Docenten uit verschillende (alfa-, gamma-, en beta-) secties
hebben zich gebogen over methoden om de gebruikte leergangen in te dikken (compacten)
en verrijkingsopdrachten te maken voor de tijd die de leerlingen , na het doorwerken van de
gecompacte stof, overhouden. Een aantal leerlingen heeft bij verschillende vakken,
waaronder Grieks (zie foto), inmiddels een verrijkingsopdracht uitgevoerd. Ook het komend
jaar zullen bij verschillende vakken zulke verrijkingsopdrachten aangeboden worden.
Voor de 12e maal vond het Haganumfestival plaats, een festival rond het geschreven en
gesproken woord. Leerlingen van verschillende scholen volgden voorafgaand aan het festival
diverse masterclasses op het gebied van debatteren, presenteren, poetry slam, artikelen en
columns schrijven en (voor het eerst dit jaar) filmmaken en (camera-)acteren. De resultaten
van de masterclasses werden op het festival gepresenteerd. Daarnaast waren er
lezingen/optredens van o.a. Mayke Celis en Herm Kisjes (over het verschijnsel
“socialbesitas”), Diederik Jekel (auteur van het boek “Bèta voor alfa’s”), Thierry Baudet (“Pro
Europa dus tegen de EU”), interviewer Frénk van der Linden, kunstenaar/ontwerper Joost
Conijn en oudgedienden Jan Siebelink en Kees van Kooten. Het 12e Haganumfestival werd
druk bezocht door leerlingen, ouders, docenten en andere geïnteresseerden. Net als bij de
vorige edities was het een inspirerende en sfeervolle avond.
Haags Montessori Lyceum (HML)
Het HML is een school waar leerlingen met uiteenlopende talenten en interesses ruimte
krijgen om deze te ontwikkelen. Daarnaast zijn we ervan overtuigd dat sociale en culturele
activiteiten niet alleen vormend zijn, maar ook bijdragen aan de motivatie van leerlingen.
Tegelijkertijd is de aandacht voor versterking van de leervakken gegroeid. Leerlingen op alle
19
niveaus uitdagingen bieden en juist binnen het leerprogramma keuzes geven zijn doelen die
we onszelf hebben gesteld.
In het kader van aansluiten bij talent en interesse is in 2013 een theaterklas van start
gegaan, die naast de kunstklassen en sportklassen een eigen programma draait naast de
reguliere lessen. Het HML werkt samen met Theater aan het Spui hierin.
Wat betreft de leervakken zijn er activiteiten ontwikkeld op het terrein van het taal- en
rekenonderwijs. Het gaat zowel om investeringen in basisvaardigheden als in verdieping.
Wat betreft de basisvaardigheden krijgen onderbouwklassen waarin veel leerlingen zitten
met dyslexie aparte leeslessen aangeboden (wekelijks). Alle eersteklassers nemen bovendien
drie maal per jaar deel aan een mini project schrijfvaardigheid waarbij vakoverstijgend
gewerkt wordt door het vak Nederlands met de zaakvakken. Voor leerlingen die problemen
hebben met tekstbegrip of spelling zijn er aparte steunlessen. Alle eersteklassers volgen een
apart rekenuur waarvoor digitaal materiaal wordt ontwikkeld in samenwerking met een
andere school.
20
In het kader van uitdagen en motiveren zijn we in 2013 gestart met het aanbieden van
Goethe en Delf programma’s voor de gemotiveerde leerlingen bij de vakken Duits en Frans
in klas 3 havo en 3 vwo en 4 vwo. In 4 vwo is naast het profielproject van een week in de
tweede helft van het schooljaar een tweedaags project gestart van twee dagen in de eerste
helft van het schooljaar waarvoor de leerlingen onder andere naar Duisburg gaan. Voor de
betere 5 vwo leerling is het HML samen met het Dalton Den Haag, het Gymnasium Haganum
en buurschool het Maerlant-Lyceum gestart met het organiseren van een Masterclass.
Leerlingen nemen verdeeld over vier domeinen driemaal per jaar deel aan een lesdag
waarop verschillende vakdocenten buiten de gebaande paden van de leerprogramma’s
treden onder andere met behulp van sprekers uit het veld om leerlingen de verbinding te
laten zien en voelen tussen schoolvakken en de samenleving.
Om de kwaliteit van ons onderwijs in zijn geheel te verhogen is het HML in 2013 ingestapt bij
het project LeerKRACHT. Onze drijfveer hierbij is dat wij meer leerlingen meer willen leren.
Uitwisseling, lesbezoek en samenwerking staan centraal bij LeerKRACHT. Docenten
experimenteren met acties die zijn geformuleerd op basis van concrete en haalbare doelen.
Feedback geven vormt een vast onderdeel van de werkwijze. Leerlingen worden actief
betrokken bij het proces via klankbordgroepen waarin zij aangeven wat zij belangrijke
ingrediënten vinden van een goede les en waarin zij instrumenten aangereikt krijgen om
docenten feedback te geven.
Johan de Witt Scholengroep
Het Johan de Witt wil de kansen van haar eigen leerlingen maar ook van andere bewoners
uit Schilderswijk en Laakkwartier, zowel jong als oud, vergroten. Zij is er van overtuigd dat dit
bereikt kan worden door, in een veilige omgeving, meer onderwijstijd te bieden. Daarbij
rekening houdend met ieders persoonlijke beginsituatie qua leerontwikkeling.
Om meer onderwijstijd te kunnen bieden organiseert het Johan de Witt zaterdagscholen op
3 locaties (Zusterstraat, Capadosestraat en Hooftskade), vakantiescholen en een
zomerschool; wordt de lessentabel uitgebreid (voor zover mogelijk in relatie tot de
financiën); en worden doordeweeks voor leerlingen uit omringende basisscholen extra
lessen geboden (samenwerken = samen leren). Dit alles bij elkaar is de brede school van het
Johan de Witt. Deze brede school wordt gerealiseerd met behulp van gemeentelijke
subsidiegelden.
De brede school is al een flink aantal jaren een groot succes. Iedere zaterdag zijn er rond de
350 deelnemers die in hun vrije tijd vrijwillig naar school gaan. Zo’n 65% daarvan zijn
leerlingen van het Johan de Witt, 20% leerlingen uit groep 6 t/m 8 van de basisschool en 15%
volwassenen. Op de zaterdagschool worden lessen aangeboden in de kernvakken
(Nederlands, Engels, rekenen, wiskunde), science en computervaardigheden.
Iedere schoolvakantie zijn er tussen de 80 en 100 leerlingen van het Johan de Witt die extra
trainen op de kernvakken of examentraining volgen.
21
In de zomer is het Johan de Witt ook twee weken geopend en wordt de zomerschool
georganiseerd. Leerlingen van het Johan de Witt komen naar de zomerschool om hun
vaardigheden op de kernvakken bij te spijkeren of te onderhouden, een aantal zittenblijvers
werkt keihard om alsnog over te gaan en leerlingen uit groep 7 & 8 van verschillende
basisscholen komen in de ochtend hun taalvaardigheden verbeteren en nemen ’s middags
deel aan leuke activiteiten.
Met een aantal basisscholen is het Johan de Witt een samenwerking aangegaan. Iedere
dinsdag en/of woensdag zijn er bij het Johan de Witt basisschoolleerlingen uit groep 7 & 8 in
huis om lessen te komen volgen. Met deze samenwerking hoopt het Johan de Witt de kloof,
die er nog vaak is, tussen PO en VO te dichten.
Mede dankzij de gekozen aanpak in de brede school zijn de resultaten van het Johan de Witt
voldoende. Kwaliteit staat hoog in het vaandel bij het Johan de Witt en dus ook binnen de
brede school. Continu wordt er geschaafd aan de aanpak en het inhoudelijke programma
van de brede school. Inmiddels is dit dan ook een professionele organisatie geworden en
een begrip in de Schilderswijk en Laakkwartier.
Lyceum Ypenburg
Het jaar 2013 stond in het teken van ontvlechting en herstructurering. Lyceum Ypenburg, de
jongste telg van de toenmalige en inmiddels ontvlochten Atlas Onderwijsgroep, ging op
eigen benen staan en viel daardoor direct onder het bevoegd gezag, VO Haaglanden. De
school kreeg een eigen directie, bestaande uit een rector en een conrector. Samen met de
teamleiders vormen zij de schoolleiding.
22
Met de ontvlechting moest ook een aanzienlijke besparing gerealiseerd worden. Een aantal
collega’s was boventallig verklaard. Gelukkig vonden zij binnen zeer korte tijd een nieuwe
passende baan waar ze hun loopbaan verder konden voortzetten.
Lyceum Ypenburg heeft de broekriem flink moeten aanhalen. Er was minder formatie
beschikbaar, zowel voor ondersteunend als onderwijzend als ook leidinggevend personeel.
Met minder mensen dezelfde taken uitvoeren, dat was de bedoeling. Bovendien moest het
negatieve weerstandsvermogen binnen korte tijd omgebogen worden naar een positief
saldo van 900.000 euro.
Met de ontvlechting kwam de bedrijfsvoering naar onze eigen school. Werd tot voor kort
alles “centraal” geregeld voor Lyceum Ypenburg, nu was het zaak dat de school hierin zijn
eigen expertise in huis zou hebben of zien te krijgen. Op alle gebieden: financiën, personeel,
facilitaire zaken, huisvesting, applicatiebeheer, rooster. Alle verschillende taakgebieden zijn
snel ondergebracht bij nieuwe of zittende collega’s die voortvarend en succesvol te werk zijn
gegaan. Het principe “tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door” hebben zij op
knappe en kundige wijze onderstreept.
Gekozen is het aansprekende profiel van de school te behouden: mavo, havo, atheneum en
gymnasium met talentgroepen. Om een structureel financieel gezonde school veilig te
stellen is besloten de instroom in de toekomst te beperken tot 9 brugklassen, met iets
hogere aanname-eisen.
De kwaliteit van het onderwijs is goed, getuige de positieve beoordeling van de inspectie
direct nadat de eindexamenresultaten van 2013 bekend werden. Alle drie de afdelingen zijn
toen “groen” bevonden. Het kansenbeleid van vroeger was met succes veranderd naar “zo
hoog mogelijke prestaties neerzetten”.
Lyceum Ypenburg participeert in de Rode Loper en in de Opleidingsschool Haaglanden. Door
de constante groei van het aantal leerlingen zijn er steeds nieuwe collega’s nodig. We leiden
- in samenwerking met lerarenopleidingen - docenten op en hebben speciaal hiervoor
23
opgeleide collega’s in huis: vakcoaches, schoolopleiders, video-interactiebegeleiding.
Lyceum Ypenburg heeft – met de groei van de school, met name in de bovenbouw havo en
vwo – een flink aantal eerstegraadsdocenten nodig. Sommige collega’s hebben gekozen voor
een eerstegraadsvervolgopleiding. Deels zijn eerstegraders van buiten geworven zodra er
vacatures waren. In het gebouw werden drie extra lokalen gerealiseerd om het grotere
aantal leerlingen les te kunnen geven. Eveneens werden de verbouwplannen voorbereid
voor een jaar later. De school heeft dan het optimum bereikt: alle ruimtes die voor
onderwijs kunnen worden gebruikt zijn dan ingezet.
Maerlant-Lyceum
Het Maerlant-Lyceum heeft het Schoolplan 2010-2014 opgesteld. In dit Schoolplan is een
groot aantal beleidsvoornemens opgenomen waaraan de school in de afgelopen jaren heeft
gewerkt. Deze beleidsvoornemens hebben hun uitwerking gehad in activiteitenplannen per
schooljaar.
De school werkt sterk opbrengstgericht. Dat wil zeggen dat doelstellingen zo “smart” als
mogelijk worden geformuleerd en er jaarlijks kritisch wordt gekeken naar de opbrengsten.
Borging van verbeteringen ( op velerlei terrein) en veranderingen binnen de organisatie zijn
daarbij het uitgangspunt.
Met betrekking tot de kwaliteit en de resultaten van het onderwijsproces streeft de school
naar het predicaat goed/excellent. Daartoe worden zorgvuldig gemonitord de
geprogrammeerde en gerealiseerde onderwijstijd, de zorg en begeleiding van leerlingen, het
didactisch en pedagogisch handelen en het klassenklimaat. In de onderbouw zijn methodenonafhankelijke toetsen (Cito-Vas-toetsen) ingevoerd om te komen tot vaststelling van het
(relatieve) niveau van de leerlingenpopulatie en het in kaart brengen van het
onderwijsrendement in de onderbouw. In de examenklassen vinden bij-spijkerprogramma’s
plaats voor leerlingen die deelname hieraan nodig achten.
Het Maerlant-Lyceum wil iedere leerling een onderwijsomgeving aanbieden die maximaal
recht doet aan de kwaliteiten en capaciteiten van de leerling. In het bijzonder gaat daarbij de
laatste jaren onder invloed van de Prestatiebox de aandacht uit naar de beter presterende
leerling. In het kader van de Prestatiebox worden vele (deels nieuwe) activiteiten opgepakt.
Een niet uitputtende opsomming:
x Projecten in de gymnasiumklassen van de onderbouw.
x Robotica in onderbouw en bovenbouw
x Bijzondere profielwerkstukken met name bij de exacte vakken
x De organisatie, samen met een drietal andere VO Haaglanden scholen, van
Masterclasses in 5 VWO. Domeinen: humanities, science, politics en arts&litertaure.
x Public Speaking
x MUN-activities, MEP
x DELF-examens
x IGCSE-, CAE- en CPE-examens
x Examens Goethe Institut
x Olympiades voor vele vakken.
x Samenwerking met Universiteiten: Junior MED EUR, Wageningen
24
x
x
Interscholaire en culturele manifestaties
Vele activiteiten in het kader van de bevordering van techniek en bètavakken
In het kader van de begeleiding en beoordeling van medewerkers vindt er een
gesprekscyclus plaats.
Bij de gesprekscyclus speelt een 360-graden-feedback een grote rol. Met ingang van het
schooljaar 2012/2013 zijn bij de 360-graden-feedback ook leerlingen-enquêtes betrokken.
Bij vele collega’s vinden er lesbezoeken plaats.
Startende collega’s worden begeleid door een tweetal ervaren docenten die daarvoor een
opleiding hebben gehad. Deze begeleiding wordt door de startende docenten zeer
gewaardeerd.
Robotica is reeds langere tijd een bijzonder aandachtspunt op het Maerlant-Lyceum.
Daartoe heeft de school aansluiting gezocht bij de organisatoren (nationaal en
internationaal) van de First Lego Legeau (FLL) en de First Tech Challenge (FTC).
De non-profit organisatie FIRST (For Inspiration and Recognition of Science and Technology)
in New Hampshire Amerika heeft als doel jongeren te interesseren voor techniek door ze uit
te dagen in teamwork te werken aan technologische oplossingen voor grote problemen. De
kern van het concept is het proces van het construeren van robots, het teamwork, de
opdrachten, de verslaglegging van het proces, de hands-on minds-on activiteiten, het inzicht
krijgen in natuurwetenschappelijke en technische principes.
De organisatievorm van het concept van FIRST zijn onder andere de jaarlijkse
techniekwedstrijden voor jongeren in alle leeftijdscategorieën. Voor het Maerlant-Lyceum
zijn daarvan met name van belang de FIRST LEGO League (9-14 jaar) en de FIRST Tech
Challenge (15-20 jaar).
25
Licentiehouder in Nederland van FLL en FTC is de Stichting Techniek Promotie (STP) van de
TU Eindhoven en sinds 2009 het HCO. Nederland was daarmee het eerste land buiten
Amerika dat hiermee een aanzet geeft voor een longitudinaal leerstofpakket techniek van
PO tot en met VO, voor 6-20-jarigen!
De FLL- en FTC teams van het Maerlant-Lyceum zijn zeer succesvol. In Nederland behoren
deze teams bij de top. Ook internationaal slagen de schoolteams steeds meer successen te
behalen. Zo nam reeds drie maal een Maerlant-team met groot succes deel aan de FTCwereldfinale in St.Louis in Amerika. Ook de deelnames aan Europese toernooien waren
succesvol (FTC-München- Duitsland- 2013, FLL-Stadtlohn- Duitsland- 2013, FLL-Pamplona –
Spanje-2014).
Het Maerlant-Lyceum gaat samenwerking aan met scholen voor primair onderwijs om
leerlingen te enthousiasmeren voor lego, robotica en techniek.
Maris College
Het Maris College blijft in beweging! Twee heel memorabele momenten uit schooljaar 20132014 zijn de start van het tweetalig (Engels) mavo op Houtrust en de officiële opening van
het technasium op Belgisch Park. Twee vormen van onderwijs die nog niet in de stad Den
Haag werden aangeboden.
T-mavo
In september 2013 startte de eerste brugklas tweetalig mavo. Dit onderwijs wordt slechts
op zo’n 30 van de 700 mavoscholen die Nederland gegeven. De leerlingen krijgen dertig
procent van hun lessen in het Engels: wiskunde, biologie, aardrijkskunde, geschiedenis,
lichamelijke opvoeding en kunstvakken. In de eerste week werd de kick-off gevierd met
ouders en leerlingen. Zij werden toegesproken door journalist Willem Post, die uitgebreid in
ging op de voordelen van Engelstalig onderwijs in de stad Den Haag waar zo veel
internationale bedrijven, organisaties en ambassades zijn gevestigd. Hij hield de leerlingen
voor dat de opleiding best zwaar zal zijn, maar dat je door grote motivatie en hard werken
veel kunt bereiken. Op 17 oktober gaf Ingrid van Engelshoven, wethouder onderwijs, het
officiële startschot door het onthullen van het logo van de opleiding: Maris International.
Technasium
In november 2013 was de wethouder weer te gast bij het Maris College, maar nu voor de
opening van het technasium op Maris Belgisch Park. Een bijzondere aanvulling op het
Haagse onderwijsaanbod. Het technaisum is een bèta-opleiding die denken en doen
combineert en constructief en creatief denken vereistLeerlingen leren onderzoeken en
ontwerpen in nauwe samenwerking met elkaar. Dat is het onderwijs van de toekomst.
De officiële openingshandeling was zoals je die van een technasium mag verwachten:
creatief en gedurfd! Twee leerlingen hadden twee drones gemaakt die het doek van de
technasiumplaquette moesten trekken. Na een paar pogingen lukte het. Het technasium, in
het fraai verbouwde gebouw aan de Nieuwe Duinweg, was echt van start.
26
Pretechnasium
Het technasium is er niet alleen voor onze eigen leerlingen. In het pretechnasium en het
technasiumatelier worden leerlingen van de basisschool al voorbereid op deze unieke
onderwijsvorm. Gedurende een aantal woensdag- en donderdagmiddagen werkten zij aan
een opdracht van een externe opdrachtgever. De eerste groep kreeg de vraag over ‘de stad
van de toekomst’ na te denken en voorbeelden te geven van hoe die er uit moet zien.
Uiteraard werd het eindproduct gepresenteerd aan ouders, leerkrachten en medeleerlingen.
Maris Academie
In 2013-2014 is de Maris Academie gestart voor docenten van alle Marislocaties. Het is een
‘instituut’ binnen de school ter ondersteuning van de deskundigheidsbevordering en het
professionaliseren van het personeel binnen een lerende organisatie. De grondgedachte is
‘leren van en met elkaar’.
Deskundigheid wordt zowel intern als extern gezocht. Intern heeft de school veel docenten
die expertise hebben op gebieden die eveneens voor collega’s van belang zijn. In de Maris
Academie kan deze collega zijn/haar kennis aan andere geïnteresseerden overdragen. Voor
andere onderwerpen halen we de deskundigheid buiten de school bij pedagogische centra
of andere instituten. Het gaat om deskundigen op tal van gebieden. Zij geven trainingen
en/of workshops, en werken soms volgens het ‘train de trainer’-principe: de externe
deskundige traint enkele docenten, die vervolgens binnen de Maris Academie deze kunde
weer aan andere docenten overbrengen. ‘Leren van elkaar’ en ‘elkaar sterker maken’ dragen
bij aan de lerende organisatie die het Maris College is.
27
Opleidingsschool Haaglanden
Het Maris College heeft zich aangesloten bij Opleidingsschool Haaglanden. Daarin werken
InHolland (Amstelveen), Hogeschool Rotterdam, ICLON Leiden, TULO Delft, en een aantal
scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Haaglanden samen aan een lerarenopleiding.
Komend schooljaar zal een aantal studenten binnen het Maris College hun opleiding krijgen.
Zij moeten veertig procent van hun studiepunten halen in de praktijk. Niet alleen de
studenten worden beoordeeld, maar ook het Maris College moet aan strikte
kwaliteitsnormen voldoen om binnen OSH deel te nemen. Vakcoaches binnen onze school
begeleiden de studenten in de klas. Komend schooljaar zullen meer mensen als vakcoach
worden opgeleid, en een paar van de huidige vakcoaches worden getraind als BOS’er –
begeleider op school. Zij worden gecoacht door schoolopleider Annet Burgers.
Rijswijks Lyceum & Van Vredenburch College
De eerste helft van 2013 hebben op het Rijswijks Lyceum en het Van Vredenburch College
vooral in het teken gestaan van de herstructurering van de Atlas Onderwijsgroep onder regie
van de toenmalige centrale directie. De activiteiten waren in de eerste helft van 2013 vooral
gericht op het (organisatorisch) splitsen van de bestaande organisatie in twee zelfstandige
scholen. Het herplaatsen van boventallig verklaard personeel, het aanpassen van het
taakbeleid om de met de herstructurering gepaard gaande bezuiniging op te kunnen
opvangen en het splitsen en opnieuw organiseren van de facilitaire diensten en
directiestructuur waren belangrijke aandachtspunten.
Per 1 augustus 2013 is de Atlas onderwijsgroep ophouden te bestaan. De beide scholen in
Rijswijk zijn als één school onder leiding van één rector verder gegaan en vielen vanaf dat
moment rechtstreeks onder het bestuur van de SVOH. Ondanks het vele goede voorwerk
van de toenmalige directie van de Atlas Onderwijsgroep, heeft de ontvlechting van de
onderwijsgroep en de inrichting van de nieuwe Rijswijkse school ook vanaf 1 augustus 2013
nog de nodige aandacht gevraagd. Er lagen daarmee echter ook vele kansen voor de beide
Rijswijkse scholen om het onderwijs verder vorm te geven, passend bij de eigen doelgroep
en situatie. Sinds 1 augustus 2013 zijn onder andere de volgende (onderwijskundige)
speerpunten opgepakt en verder uitgewerkt.
De directie bestaat sinds 1 augustus 2013 uit een rector en een directeur bedrijfsvoering. De
rector is integraal verantwoordelijk voor de school en is verantwoording schuldig aan het
bestuur. De rector geeft direct leiding aan 6 teamleiders en richt zich primair op de volgende
beleidsgebieden: onderwijs, leerlingzorg, personeelsbeleid, deskundigheidsbevordering, PR
en voorlichting, interne en externe verantwoording en vertegenwoordiging. De rector richt
zich secundair op de taakgebieden waarvoor de directeur bedrijfsvoering verantwoordelijk
is. De directeur bedrijfsvoering is verantwoording schuldig aan de rector en geeft leiding aan
de volgende facilitaire teams: de roostermaker, de administratie, de conciërges de facilitaire
medewerker en de netwerk/applicatiebeheerders. Daarnaast geeft de directeur
bedrijfsvoering leiding aan de organisatie en uitvoering van de bedrijfsmatige processen.
De schoolleiding bestaat sinds 1 augustus 2013 uit de rector en de teamleiders. De
teamleiders zijn verantwoording schuldig aan de rector en geven leiding aan het eigen team
van docenten in de betreffende afdeling. De taken van de teamleiders richten zich op
onderwijs, leerling-zorg en personeelsbeleid. Daarnaast hebben de teamleiders een aantal
locatie- of schoolbrede (proces)verantwoordelijkheden, welke jaarlijks worden vastgesteld.
28
De teamleiders hebben tevens een schoolbrede verantwoordelijkheid in de
beleidsontwikkeling van de school.
Sinds 1 augustus 2013 zijn de taken en verantwoordelijkheden binnen het facilitaire team
opnieuw verdeeld als gevolg van de herstructurering. Het opnieuw organiseren van
bedrijfsmatige processen op het vlak van vooral de administratie is voortvarend opgepakt
o.l.v. een nieuw benoemd hoofd administratie.
Aan de hand van het Plan van Aanpak ‘het verschil maken’ is veel tijd en energie gestoken in
de kwaliteit van het onderwijs van het vwo. Het doel is om de examenresultaten van het
vwo te verbeteren. Het examen van 2013 heeft inmiddels een positieve ontwikkeling laten
zien.
Vanuit de onderbouw vwo is een nieuw onderwijsconcept uitgewerkt om er voor te zorgen
dat het vwo op het Rijswijks Lyceum toekomstbestendig wordt. Dit vwo concept is afgeleid
van en geïnspireerd door het onderwijsconcept van het hoogbegaafdenonderwijs. Het doel
is om excellentie bij vwo leerlingen te stimuleren door middel van uitdagend onderwijs.
Het hoogbegaafdenonderwijs heeft de pilotstatus achter zich gelaten en behoort nu tot het
reguliere onderwijsaanbod van het Rijswijks Lyceum.
Het Van Vredenburch College is, binnen de afdeling Zorg en Welzijn, gestart met een
intensief samenwerkingstraject met het ID College om een doorlopende leerlijn te
ontwikkelen van het vmbo naar het mbo. Op termijn wordt binnen deze afdeling de
mogelijkheid aangeboden om mbo programma onderdelen af te sluiten in het vmbo.
Schoolbreed is een samenhangend in- door- en uitstroombeleid opgesteld. Dit idu-beleid
geeft vorm aan en houvast bij alle belangrijke beslismomenten in de loopbaan van de
leerlingen.
De Leerlingbegeleiding heeft speciale aandacht gekregen in de tweede helft van 2013. Er
wordt een nieuw zorgplan opgesteld waarbij de zorgcoördinatoren zich vooral richten op het
29
coördineren en opnieuw structureren van de leerlingzorg. De invoering van Passend
Onderwijs en het voorbereiden van een aanvraag lwoo staan hierbij centraal.
Het Rijswijks Lyceum heeft deelgenomen aan de pilot ‘leerwinst en toegevoegde waarde’.
Deze pilot is bedoeld om samen met scholen te onderzoeken hoe op hun school de leerwinst
van leerlingen (en daarmee mogelijk ook de toegevoegde waarde van hun school) in kaart
kan worden gebracht. Deze pilot loopt tot in 2014 door.
Schoolbreed is een samenhangend taal en rekenbeleid opgesteld met als doel achterstanden
bij de leerlingen in te lopen en om de leerlingen optimaal voor te bereiden op de
aangescherpte exameneisen.
Segbroek College
Op het gebied van onderwijs, personeel, organisatie en kwaliteit van voorzieningen hebben
zich in de tweede helft van het schooljaar 2012-2013 en de eerste helft van het schooljaar
2013-2014 de volgende ontwikkelingen voorgedaan:
Onderwijs
Gegeven de noodzaak de doorlopende leerlijn verder te ontwikkelen heeft de school in de
loop van 2013 onderzoek besloten de afdelingen mavo, havo, vwo anders te verdelen over
beide gebouwen: de mavo aan de Goudsbloemlaan en de havo en vwo afdeling aan de
Klaverstraat. Het Segbroek College is in 2013 gestart met de voorbereiding en daarna de
start in september 2013 met een tweetal grote onderwijskundige projecten: verhoging van
de kwaliteit van het vwo en werken met iPads.
Wat betreft vwo: deelname ter bevordering van excellentie aan het WON-programma:
Wetenschaps Oriëntatie Nederland. Daarnaast in net kader van verdieping en verbreding het
extra vak in vijf vwo.
Wat betreft werken met iPads: een drietal klassen uit de onderbouw is daarmee gestart. Het
project krijgt in 2014 een vervolg met een verdubbeling van het aantal klassen.
Nb: uit de Prestatiebox zijn ten behoeve van deze projecten met name middelen ingezet om
docenten te faciliteren in tijd voor overleg en deskundigheidsbevordering.
Kernvakken: uit de prestatiebox is bekostigd de klassenopvang waarbij materiaal is
ontwikkeld om de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde te ondersteunen. In 2013 is
de school gestart met het afnemen van VAS toetsen in de klassen 1 en 2.
Personeel
In het kalenderjaar 2013 is na een periode van stilstand de gesprekscyclus voor OP weer op
gang gekomen. Cruciaal daarin waren de leerjaarcoördinatoren, die na gedegen scholing de
rol van direct leidinggevende hebben overgenomen van de conrectoren.
Een drietal leerjaarcoördinatoren is begonnen aan een studie: een coördinator met een
opleiding middenmanagement aan de NSO in Amsterdam, één met een studie
onderwijskunde aan de Open Universiteit en één bij TIAS.
Daarnaast hebben twee conrectoren een basiscursus financieel management gevolgd.
Nb: de kosten hiervan zijn ten laste gekomen van het scholingsbudget dat vanuit de
prestatiebox daartoe was verhoogd.
Scholing personeel
30
Dit kalenderjaar heeft het personeel een tweetal studiemiddagen gehad aan de hand van
het thema "lesbezoek en feedback'.
Organisatie en Voorzieningen
Zoals al gemeld onder het kopje onderwijs, heeft de school besloten met ingang van het
schooljaar 2014-2015 te gaan werken met complete afdelingen in aparte gebouwen. Dat
heeft geleid tot een uitbreiding van het aantal uit te voeren renovatie- en nieuwbouw
activiteiten. Naast de al in gang gezette voorbereiding van de eerste fase
nieuwbouw/renovatie aan de Klaverstraat, zijn de eerste plannen gemaakt voor de renovatie
van de Goudsbloemlaan.
Onderdeel van de introductie van de iPadklassen was het wifi-proof maken van beide
gebouwen. Hieraan vooraf ging een onderzoek naar de kwaliteit en organisatievan de ICT
afdeling, verricht door een extern bureau. Op basis daarvan is de organisatie van de afdeling
opnieuw ingericht en zijn op uitvoeringsniveau protocollen aangepast.
31
Kwaliteitszorg
De kwaliteitszorg van het onderwijs heeft binnen VO Haaglanden grote aandacht. Periodiek
wordt overleg gevoerd tussen bestuur en schoolleiders aan de hand van de zogenaamde
pasfoto. Aan de hand van een groot aantal kengetallen worden de beleids- en
beheersprocessen binnen de scholen besproken. Op grond daarvan worden afspraken
gemaakt over doelstellingen en actiepunten. In een cyclisch proces worden deze ook
geëvalueerd. De resultaten worden eveneens voorgelegd aan de interne- en externe
toezichthouders: de medezeggenschapsraden en de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad, de raad van toezicht en de onderwijsinspectie.
Onderwijsprestaties en onderwijsontwikkelingen
De scholen van VO Haaglanden hebben in 2013 verder gewerkt aan de continuering en
verdere uitbouw van de onderwijskwaliteit en –processen. De scholen zijn ook in 2013 door
de onderwijsinspectie beoordeeld. In de volgende tabel is per school een korte samenvatting
gegeven van de inspectie oordelen en de onderwijskundige ontwikkelingen.
Onderwijs
rendement
Dalton DH
Oordeel
onderwijsinspectie
De school heeft goede
onderwijsresultaten voor
alle afdelingen.
Gymnasium
Haganum
De examenresultaten van
de school behoren tot de
beste van Nederland.
HML
De school heeft goede
onderwijsresultaten voor
alle afdelingen.
Johan de Witt
Scholen
groep
Lyceum
Ypenburg
De school heeft goede
onderwijsresultaten voor
alle afdelingen.
De school heeft goede
onderwijsresultaten voor
alle afdelingen.
MaerlantLyceum
De school heeft goede
onderwijsresultaten voor
alle afdelingen.
toelichting
32
Onderwijs
rendement
Maris College
Oordeel
onderwijsinspectie
De onderwijsresultaten
van het Maris College zijn
goed. Aandachtspunten
zijn nog de MAVO en
HAVO op de Nieuwe
Duinweg.
toelichting
Rijwijks
Lyceum / Van
Vredenburch
College
RL:
De onderwijsresultaten
voor MAVO en HAVO zijn
voldoende. De resultaten
voor het VWO blijven nog
achter.
VVC:
De school heeft goede
onderwijsresultaten voor
alle afdelingen.
RL:
De school werkt met succes aan verhoging
van het bovenbouw- en
examenrendement: de verwachting is dat
de rendementen van het VWO volgend jaar
voldoende zijn.
Segbroek
College
De onderwijsresultaten
voor MAVO en HAVO zijn
voldoende. De resultaten
voor het VWO blijven nog
achter.
De school werkt aan verhoging van de
rendementen van alle afdelingen, in het
bijzonder het VWO.
De onderwijsrendementen op de Nieuwe
Duinweg worden versterkt.
33
Wikanda Thaenkaew,
Johan de Witt
Scholengroep
Ik wil stewardess
worden, het lijkt me
heerlijk om de wereld
rond te vliegen.
Misschien wordt
het trouwens wel
grondstewardess,
dan kom je wel al die
mensen uit verschillende
landen tegen, maar je
maakt geen kans om
neer te storten.
Examenresultaten schooljaar 2012 - 2013
Bij percentage blauw is lager dan vorig jaar en groen is hoger dan vorig jaar en zwart gelijk
aan vorig jaar.
VMBO BBL
scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Johan de Witt SG
57
56
98%
Maris College
47
46
98%
RL/VVC
47
47
100%
totaal BBL
151
149
99%
Het gemiddelde slagingspercentage BBL van schooljaar 2009-2010 87%, in 2010-2011 89%
en 2011-2012 92%.
VMBO KBL
scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Johan de Witt SG
43
42
98%
Maris College
165
161
98%
RL/VVC
57
57
100%
totaal KBL
265
260
98%
Het gemiddelde slagingspercentage KBL van schooljaar 2009-2010 92%, in 2010-2011 93%
en 2011-2012 91%.
VMBO GL
scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Maris College
24
22
92%
totaal GL
24
22
92%
Het gemiddelde slagingspercentage GL in schooljaar 2009-2010 100%, in 2010-2011 100% en
in 2011-2012 73%.
MAVO
scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Haags Montessori Lyceum
36
27
75%
Johan de Witt SG
35
34
97%
Lyceum Ypenburg
80
77
96%
Maris College
132
122
92%
RL/VVC
76
69
91%
Segbroek College
190
177
93%
totaal MAVO
549
506
92%
Het gemiddelde slagingspercentage MAVO van schooljaar 2009-2010 92%, in 2010-2011 89%
en in 2011-2012 92%.
34
HAVO
scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Dalton Den Haag
98
80
82%
Haags Montessori Lyceum
74
60
81%
Johan de Witt SG
32
22
69%
Lyceum Ypenburg
72
65
90%
Maerlant-Lyceum
37
33
89%
RL/VVC
51
44
86%
Segbroek College
190
173
87%
totaal HAVO
554
477
86%
Het gemiddelde slagingspercentage HAVO van schooljaar 2009-2010 was 84%, in 2011-2012
ook 84% en in 2011-2012 91%.
VWO
scholen
aantal kandidaten
aantal geslaagd
slagingspercentage
Dalton Den Haag
77
70
91%
Gymnasium Haganum
85
79
93%
Haags Montessori Lyceum
35
34
97%
Johan de Witt SG
7
6
86%
Lyceum Ypenburg
36
32
89%
Maerlant-Lyceum
64
57
89%
RL/VVC
12
11
92%
Segbroek College
81
73
90%
totaal VWO
397
362
91%
Het gemiddelde slagingspercentage VWO van schooljaar 2009-2010 88%, in 2011-2012 86%
en in 2011-2012 83%.
De slagingspercentages in het schooljaar 2012-2013 waren voor het VMBO: MAVO gelijk
gebleven en BBL, KBL en GL hoger dan het voorgaande schooljaar.
Het slagingspercentage voor de HAVO is 5% lager en voor het VWO 8% hoger dan het
voorgaande schooljaar.
Het aantal kandidaten dat in het schooljaar 2012-2013 voor het VMBO-examen zijn
opgegaan waren er 164 (BBL +1, KBL -38, GL +13 en MAVO -140) minder dan in het
voorgaande schooljaar.
Het aantal kandidaten dat in het schooljaar 2012-2013 voor het HAVO-examen zijn
opgegaan waren er 120 minder en voor het VWO-examen 78 minder dan het voorgaande
schooljaar.
35
Klachten 2013
De klachtenregeling van de Stichting VO Haaglanden is breder dan de wet voorschrijft. Naast
ouders en leerlingen kan een ieder die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap een klacht
indienen. Deze klachten kunnen betrekking hebben op gedragingen en beslissingen van het
bevoegd gezag en personeel of het nalaten daarvan. Veruit de meeste klachten over de
dagelijkse gang van zaken in de school worden in onderling overleg tussen ouders,
leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze afgehandeld. Ouders, leerlingen en
personeel kunnen gebruik maken van de bovenschoolse vertrouwenspersoon van de
Stichting VO Haaglanden.
In 2013 zijn in totaal 33 klachten en bezwaren door ouders/verzorgers ingediend bij het
Bestuursbureau van de Stichting VO Haaglanden, 4 meer dan in 2012. Het betrof negen
bezwaren met betrekking tot schorsen en voornemens tot verwijderen, 19 klachten hadden
betrekking op de organisatie van het onderwijs, 5 klachten hadden betrekking op
beslissingen ten aanzien van onregelmatigheden tijdens het schoolexamen.
12 klachten zijn rechtstreeks afgehandeld in overleg tussen de ouders en de school. De
overige 21 klachten zijn afgedaan door het College van bestuur.
Van deze klachten is 10% (gedeeltelijk) gegrond en is 76% ongegrond verklaard.
14% van de klachten hebben geleid tot een klachtenprocedure bij de landelijke
klachtencommissie.
36
Tevredenheidsenquêtes
In 2009/2010 en 2011/2012 heeft de Stichting VO Haaglanden tevredenheidsenquêtes
afgenomen onder haar leerlingen, ouders en personeelsleden. In 2013/2014 is de peiling
opnieuw uitgevoerd.
Leerlingen: de resultaten worden per aspect gepresenteerd. De gezamenlijke resultaten van
alle scholen en locaties worden weergegeven onder gem. score VOH ’10 en
gem. score VOH ’12 en gem. score ’14.
De referentiegroep wordt gevormd door alle leerlingen die sinds 2000 landelijk aan de
peilingen hebben deelgenomen. In 2013 hebben 8.350 leerlingen deelgenomen.
leerlingtevredenheidspeiling 2014
schoolcultuur
9
toezicht
imago van de
school
8
7
6
schoolgebouw
docentgedrag
5
4
3
toetsing en
feedback
begeleiding
veiligheid op
school
gem. score VOH '10
motivatie
gem. score VOH '12
contact leiding
en leerlingen
informatie
gem. score VOH '14
referentie 2010
referentie 2012
referentie 2014
8.350 leerlingen van de VOH hebben deelgenomen aan de tevredenheidspeiling 2014
Het gemiddelde rapportcijfer per school varieert van 5,5 tot 7,7. Het totale gemiddelde komt
op 6,7 (tegenover een landelijk gemiddelde van 6,5). Op veel scholen zijn de leerlingen
tevredener dan de vorige keer. Op veel scholen is ‘docentgedrag’ wel een aandachtspunt.
Een grote uitzondering daarop vormen De Einder en JWS Hooftskade, die op dat onderdeel
hoog scoren. De Einder en JWS Hooftskade scoren over de hele linie voldoende tot ruim
voldoende bij de leerlingen. De uitkomsten van de leerlingenquêtes worden gebruikt bij de
versterking van de onderwijskundige processen.
37
Ouders: de resultaten worden per aspect gepresenteerd. De gezamenlijke resultaten van
alle scholen en locaties worden weergegeven onder gem. score VOH ’10 en gem. score VOH
’12 en gem. score ’14.
De referentiegroep wordt gevormd door alle ouders die sinds 2000 landelijk aan de peilingen
hebben deelgenomen.
oudertevredenheidspeiling 2014
school
gebouw
9
omgang met
elkaar
8
toezicht
7
6
contact met
ouders/
verzorgers
school
cultuur
5
4
3
missie van
de school
informatie
docent
gedrag
veiligheid
gem. score VOH '10
gem. score VOH '12
begeleiding
gem. score VOH '14
referentie 2010
referentie 2012
referentie 2014
3.869 ouders de VOH hebben deelgenomen aan de tevredenheidspeiling 2014
Het gemiddelde rapportcijfer dat ouders d.m.v. deze peiling aan de school geven varieert
van 6,8 tot 8,3. Het totale gemiddelde is een 7,7 (t.o.v. de landelijke referentiegroep 7,2).
Over het algemeen zijn de ouders op de meeste scholen meer tevreden dan de vorige keer.
Er komen uit de ouderpeilingen geen noemenswaardige aandachtspunten.
Hoge scores zien we bij Dalton, De Einder, Haganum, JWS Capadosestraat, JWS Hoofstkade,
Lyceum Ypenburg, Maerlant, Maris Belgisch Park, Bohemen en Statenkwartier en Segbroek
College.
Ook hier geldt dat de uitkomsten van de enquêtes door de schoolleiding gebruikt worden bij
de versterking van de organisatorische en onderwijs processen.
38
Personeel: de resultaten worden per school of locatie gepresenteerd. De gezamenlijke
resultaten van alle scholen en locaties worden weergegeven onder gem. score VOH ’10 en
gem. score VOH ’12 en gem. score VOH ‘14. De referentiegroep wordt gevormd door alle
personeelsleden die sinds het jaar 2004 landelijk aan de peilingen hebben deelgenomen.
personeeltevredenheidspeiling 2010, 2012 en 2014
verzuimbegeleiding
arbodienst
verzuimbegeleiding
school
schoolleiding
management
contact met ouders
schoolgebouw
9
schoolklimaat
8
pedagogisch klimaat
7
leerstofaanbod en
leermiddelen
6
5
organisatiecultuur
4
externe communicatie
3
procedures
beleid tav seks.
Intimidatie en agressie
vergadering en overleg
veranderingsbereidheid
motivatie
informatievoorziening
signalen van stress en
burnout
arbeidsverhoudingen
arbeidsvoorwaarden
arbeidsinhoud
arbeids
omstandigheden
gem. score VOH '10
gem. score VOH '12
gem. score VOH '14
referentie 2010
referentie 2012
referentie 2014
747 personeelsleden van de VOH hebben deelgenomen aan de tevredenheidspeiling 2014
Het gemiddelde rapportcijfer per school varieert van 6,7 tot 8,1. Het totale gemiddelde is 7,4
(landelijke referentiegroep 7,1).
Opmerkelijk bij alle scholen is de lage score voor de arbodienst. De verklaring daarvoor is dat
de arbodienst bij de meeste personeelsleden onbekend is.
Ten opzichte van de vorige peiling valt op dat de tevredenheid van het personeel op een
aantal punten gedaald is. Aandachtspunten liggen vooral in de organisatiestructuur (m.n. op
het gebied van feedback op het werk en het verloop van besluitvorming),
informatievoorziening, arbeidsomstandigheden (voornamelijk de piekbelasting) en signalen
van stress en burn out (voornamelijk in gevoelde vermoeidheid en het beroep dat de
schoolorganisatie op de respondent doet). Johan de Witt Scholengroep en De Einder scoren
bij het personeel op geen enkel deelonderwerp een onvoldoende.
39
Lotte Kaster,
Dalton Den Haag
Ik wil sowieso student
worden. Op tijd uit huis,
een tussenjaar naar
Spanje. Scheikunde zal
ik in mijn leven nooit
gebruiken, denk ik. Nee,
tekenen vind ik leuk.
Lekker vrij, niet binnen de
lijntjes. Ik ben niet echt
iemand die alles volgens
de regels doet.
Middelen VO Haaglanden
Financieel
Bestuurlijke kaders financieel beleid
Vanwege het Haags model wordt de rijksvergoeding, die op het brinnummer van een school
binnenkomt, volledig aan de betrokken school overgedragen. Dit geldt voor de totale
lumpsum (personeel en materieel) met uitzondering van de eigenaarsvergoeding voor de
huisvesting. Hiervoor wordt een gezamenlijk meerjarenplan huisvesting opgesteld; de
besteding 2013 treft u verderop in het jaarverslag aan. De middelen voor het dagelijks
onderhoud worden wel aan het schoolbudget toegevoegd.
De meerjarenbegroting en het formatieplan van de school moeten leiden tot een structureel
sluitend financieel perspectief in de begroting en moeten ook passen in het totale
bestuurlijke formatieplan van de stichting. De school mag geen verplichtingen aangaan die
nadelige effecten genereren voor de andere scholen van de stichting, nu of in de toekomst.
Hiervoor gelden strikte procedures tussen bestuur en de schoolleiding, die zijn vastgelegd in
de bijlage bij het managementstatuut VOH. De scholen ontvangen maandelijks een
rapportage (MARAP) waarop de uitputting van het beschikbare budget in beeld gebracht is.
Zo nodig vindt hier direct overleg over plaats tussen bestuur en de schoolleiding.
VO Haaglanden formuleert jaarlijks het bestuursformatieplan (met de verwachtingen voor
steeds de komende 5 jaar). Hierin zijn het meerjarenformatiebeleid en een formatieplan op
bestuursniveau en het meerjarenformatiebeleid en een formatieplan per instelling
opgenomen. Hierbij is aangegeven welke afspraken gemaakt zijn en welke prioriteiten zijn
opgesteld op bovenschools niveau. Ook wordt aangegeven welke risicobuffer de scholen
dienen te handhaven voor het oplossen van eigen knelpunten.
In de schoolformatieplannen geven de scholen aan op welke wijze budgetten worden
ingezet voor schoolspecifiek personeelsbeleid. Op basis van een meerjarenplan geven
scholen aan welk deel van de budgetten in reserveringen of voorzieningen dienen te worden
ondergebracht en op basis van een risicoanalyse hoe hoog de eigen risicobuffer dient te zijn.
Het bestuur stelt de begroting vast en zet zo de kaders uit voor het volgend jaar. Op basis
van de vastgestelde begroting kennen het bestuursmanagement en de schoolleiders de
randvoorwaarden waarbinnen geopereerd moet worden.
Op stichtingsniveau wordt de begroting (inclusief het formatieplan) jaarlijks voor 1
november ter informatie aan de GPMR en aan de gemeente Den Haag en de gemeente
Rijswijk gezonden. De basis hiervan is het kalenderjaar.
Op schoolniveau wordt de begroting (inclusief het formatieplan) jaarlijks voor 1 juni ter
instemming aan de PMR aangeboden. De basis hiervan is het schooljaar. De voorgelegde
schoolbegroting betreft een nadere uitwerking binnen de kaders van de begroting op
stichtingsniveau. Wijzigingen op de begroting worden voor akkoord aan het bestuur
voorgelegd. Via de jaarrekening wordt achteraf verantwoording afgelegd over het gevoerde
beleid. De jaarrekening wordt door de Raad van Toezicht goedgekeurd.
In de managementcontracten met de schoolleiders wordt jaarlijks aandacht besteed aan de
bestuurlijke beleidskaders op het gebied van financiën, personeel en huisvesting. Ook op
deze punten vindt periodieke evaluatie plaats.
40
VO Haaglanden voert een voorzichtig financieel beleid. De kern daarvan is dat risico’s in
beeld gebracht en afgedekt worden. Dat kan zijn door eventuele beleidsbijstellingen of door
het aanleggen van een financiële buffer. Dit zorgt voor een gezond financieel beeld bij de
scholen en bij VO Haaglanden als geheel. VO Haaglanden draagt er zorg voor binnen de
grenzen te vallen, die het ministerie van OCW heeft aangegeven voor een goed financieel
beleid bij VO-besturen.
Van alle scholen wordt periodiek op basis van een integrale risicoanalyse met betrekking tot
leerlingontwikkeling, ontwikkelingen in het personeelsbestand, onderwijskundige
veranderingen, scholingsbehoeften enz. per school een normbuffer (weerstandsvermogen)
bepaald. Het betreft een percentage van de jaaromzet dat een school in buffer moet hebben
om eventuele tegenvallers binnen de school te kunnen opvangen. De minimale hoogte van
de buffer ligt tussen 10 en 15% van de omzet van de school. Scholen die meer in reserve
hebben dan de normbuffer dienen een meerjarig bestedingsplan op te stellen. Scholen die
onder de norm zitten dienen maatregelen te treffen om gefaseerd naar de norm toe te
groeien. Een deel van de normbuffer van elke school (nl. 5% van de omzet) is geoormerkt
voor eventuele maatregelen zoals vastgelegd in het sociaal statuut.
In uitzonderlijke situaties kan dat ook betekenen dat een deel van de buffer van de ene
school wordt ingezet voor de financiering van activiteiten uit het sociaal statuut bij een
andere school. Eventuele toekenningen daaruit lopen technisch via het gemeenschappelijk
fonds (Fonds VO). Het doel is dat de buffers gemiddeld in totaal 10% zijn.
De scholen kunnen in principe over hun eigen budget beschikken. De continuïteit van VO
Haaglanden moet echter te allen tijde gewaarborgd zijn. Naast het financiële beleid op de
scholen wordt ook bovenschools beleid gevoerd. Via het Fonds VO Haaglanden, in de vorm
van een bestemmingsreserve en ondergebracht bij de algemene reserve, worden risico’s
gezamenlijk afgedekt.
Fonds VO Haaglanden
1% van de baten van de scholen wordt centraal beheerd. In 2013 was dit € 0,9 mln. Op
moment dat er geld overblijft wordt dit aan het budget van de scholen toegevoegd.
Het Fonds VO Haaglanden heeft als doel uitgaven te financieren welke in redelijkheid niet
aan één of meer afzonderlijke scholen kunnen worden toegerekend, dan wel uitgaven die
gezien kunnen worden als voortvloeiende uit bestuurlijke risico’s.
Het besluit is genomen het Fonds VO Haaglanden, indien daartoe ruimte in het fonds
aanwezig is, te gebruiken voor het voeren van een meerjarig investeringsbeleid huisvesting.
Het betreft dan het bijdragen uit het Fonds aan
nieuwbouwprojecten en grootschalige renovaties en revitalisaties (bijvoorbeeld ook
aanpassingen aan de monumentale schoolgebouwen).
Ook het Fonds VO Haaglanden zal een minimumomvang moeten hebben. Die
minimumomvang zal gekoppeld moeten zijn aan de geaccumuleerde saldi van de
meerjarenbegrotingen van de scholen en de daarmee samenhangende
liquiditeitsprognose van VO Haaglanden. Dat minimumbedrag is nodig voor het
bestuur om plotselinge risico’s (calamiteiten) te kunnen opvangen.
De begroting van het meerjarig bestedingsplan van het Fonds VO Haaglanden en de
41
jaarlijkse verantwoording worden steeds voorgelegd aan de vergadering van rectoren en
directeuren.
VO Haaglanden voert een centraal treasury-beleid. Het beleggingsbeleid van de stichting is
niet-risicodragend (defensief). Door het bovenschools liquiditeitsbeheer is het mogelijk
optimaal in te spelen op de specifieke liquiditeitsbehoeften van de verschillende scholen op
een bepaald moment en daardoor rentevoordelen te genereren. De zgn. bruidsschat van de
gemeenten Den Haag en Rijswijk speelt in het treasury-beleid een belangrijke rol. De rente
over de liquiditeiten die door de bruidsschat vrij gemaakt konden worden zijn nodig voor de
structurele financiering van het Bureau voor Managementondersteuning (BMO). In 2007 is
het laatste gedeelte van de totale bruidsschat van de gemeente Den Haag en Rijswijk
ontvangen.
De scholen betalen jaarlijks een vergoeding voor de dienstverlening door BMO, dit is 1,66%
van de rijks- en gemeentebaten.
Voor uitkeringskosten geldt een gelijke systematiek als ten aanzien van de consequenties
van het Sociaal Statuut. De scholen betalen wachtgeldaanspraken uit hun eigen exploitatie
dekking onder anderen uit wachtgeldopslag (1,58% van de personele lumpsum bekostiging).
Indien de exploitatiemiddelen ontoereikend zijn, dan maken scholen gebruik van hun
financiële buffer. Zijn de wachtgeldaanspraken te groot om binnen de eigen financiële buffer
op te lossen en scholen kunnen aantonen alles wat mogelijk was te hebben gedaan om de
betreffende wachtgeldaanspraken te voorkomen, dan kan een beroep op de andere scholen
worden gedaan.
Evenals ten aanzien van de uitgaven in het kader van het sociaal statuut, staan de 5%
geoormerkte reserves van de andere scholen garant voor het oplossen van een dergelijk
probleem. De technische afwikkeling hiervan vindt plaats via het Fonds VOH: er zal dan een
extra heffing (boven de 1%) worden gedaan.
Voor vervangingskosten is het risico goed in te schatten en qua financieel effect beperkter
dan de uitkeringskosten en er is altijd nog een keuze tussen wel of niet vervangen. Scholen
moeten dit te allen tijde zelf oplossen. In extreme gevallen en als duidelijk is dat de
betreffende school alles gedaan heeft om deze calamiteit te voorkomen, dan staat de 5%
geoormerkte reserve van de andere scholen garant. Ook hier loopt dan de technische
afwikkeling via een extra heffing (boven de 1%) via het Fonds VOH.
Intern risico- en beheersingssyteem
VO Haaglanden heeft een uitgebreid risico- en beheersingssysteem. Van alle scholen worden
periodiek risicoanalyses gemaakt. Daarbij wordt gekeken naar aspecten als kwaliteit van
schoolleiding, demografische ontwikkelingen, leerlingstromen, onderwijskundige prestaties,
huisvesting, financiële positie e.d. Op basis daarvan wordt ook per school een norm voor een
financiële buffer bepaald. Er vinden ook periodiek analyses plaats van de liquiditeits- en
vermogenspositie van de stichting. Van elke school wordt een zogenaamde pasfoto
opgesteld met daarin relevante kengetallen over de ontwikkeling van de specifieke school
(o.a. ook uitkomsten tevredenheidenquêtes leerlingen, ouders en personeel). Deze pasfoto
42
dient ook voor het maken van afspraken tussen het bestuur en de schoolleiding over
eventuele bijsturingen. Deze afspraken worden ook periodiek geëvalueerd. Maandelijks
worden financiële rapportages naar de scholen gestuurd. Indien daartoe aanleiding is
worden deze vanuit het bestuur met de schoolleidingen besproken. Er zijn ook maandelijks
bilaterale gesprekken tussen het bestuur en de schoolleidingen. Het bestuur van VO
Haaglanden beschouwt ook de informatie uit ingediende klachten als een aspect van het
risico- en beheersingssysteem.
Risicoanalyse financiële positie
Voor de scholen van de Stichting VO Haaglanden wordt een risicoanalyse gemaakt. Tijdens
de jaarlijkse bespreking van de managementcontracten worden deze getoetst en zo nodig
aangepast.
Voor elke school is bepaald in welke mate de school een risicovolle school is. Dit in verband
met de hoogte van de bufferfunctie eigen vermogen (weerstandsvermogen).
Hierbij is gekeken naar de volgende onderwerpen:
Leerlingen:
x ontwikkelingen aantallen
x concurrentiepositie
x onzekere financiering leerlingstromen
Onderwijs:
x breedte van het aanbod
x kwaliteit van het onderwijs
x intensiteit noodzakelijke vernieuwingen
Personeel:
x gemiddelde leeftijd/spreiding
x ziekteverzuim
x wachtgeldrisico/claims
x deskundigheid
x verloop
Organisatie
x kwaliteit van management en middenmanagement
x kwaliteit beheerorganisatie/secundaire processen
x structuur/efficiency
x communicatie
Gebouwen
x bezettingsgraad
x aantrekkelijkheid
x aangepast aan actuele onderwijskundige eisen
43
Inventaris
x aangepast aan actuele onderwijskundige eisen
x wijzigingen in toekomstig investeringsniveau
Op basis hiervan zijn twee percentages voor het weerstandsvermogen vastgesteld:
a. 15% van de jaaromzet voor scholen met een gemiddeld risico
b. 10% van de jaaromzet voor scholen met een laag risico
Van deze buffer is 5% gereserveerd voor het sociaal fonds. De gezamenlijke 5% buffers van
de scholen vormen het sociaal fonds.
De normatieve buffers worden vastgesteld op basis van baten uit normale bedrijfsvoering.
Ad a. scholen met een gemiddeld risico in 2013:
Segbroek College, Johan de Witt Scholengroep, Maris College.
Ad b. scholen met een laag risico in 2013:
Gymnasium Haganum, Maerlant-Lyceum, Haags Montessori Lyceum, Dalton Den Haag en
Praktijkschool De Einder. In 2010 is besloten ook Atlas Onderwijsgroep onder te brengen in
groep b.
44
Financiële positie en resultaat
Resultaatanalyse
VO Haaglanden heeft in 2013 een positief resultaat behaald van € 5.195.300 (begroot
€ 320.000 positief). Het verschil van € 4.875.300 wordt voornamelijk veroorzaakt door de
baten uit het najaarsakkoord die ontvangen zijn in december 2013 ter besteding in 2014.
Verder zijn er incidentele baten ontvangen in 2013.
Na verwerking van het resultaat 2013 heeft VO Haaglanden op dit moment voldoende eigen
vermogen beschikbaar om eventuele tekorten in de toekomst te kunnen opvangen
(zie paragraaf Financiële positie). Voor 2014 is een positief resultaat van € 120.000 begroot.
Het eigen vermogen ad € 20.182.700 is opgebouwd uit resultaten van publieke middelen. De
private middelen (ouderbijdragen) zijn volledig besteed.
Ontwikkeling financiële positie
Het ministerie van OCW heeft kengetallen bepaald op basis waarvan de financiële positie
van onderwijsinstellingen dient worden getoetst. De financiële kengetallen geven een
indicatie of een instelling haar middelen optimaal benut. Hieronder is de situatie van VO
Haaglanden per 31 december 2013 weergegeven:
Kengetallen
1. vermogensbeheer
a. kapitalisatiefactor
b. solvabiliteit
2. budgetbeheer
a. current ratio
b. rentabiliteit
c. financiële buffer
Signaalgrens
ministerie
VOH per
31-12-2013
VOH per
31-12-2012
VOH per
31-12-2011
max 35%
min. 30%
26%
53%
22%
46%
31%
36%
0,5 tot 1,5
0% tot 5%
5%
1,4
5%
1,8
0%
0,6
-2%
10% of 15% (norm VOH)
1. Vermogensbeheer
Voor een doelmatig vermogensbeheer is de kapitalisatiefactor in het leven geroepen. Bij een
kapitalisatiefactor tot 35% wordt door het Ministerie aangenomen dat er sprake is van een
doelmatig vermogensbeheer. VO Haaglanden (26%) blijft onder deze signaleringsgrens.
Een ander kengetal voor het meten van het vermogensbeheer is de solvabiliteit. Dit kengetal
geeft een indicatie van de mate waarin VO Haaglanden in staat is om normale financiële
risico’s te kunnen opvangen binnen het eigen vermogen, zonder dat direct extra kosten
(kredieten) ontstaan bij externe kapitaalverschaffers. Eind 2013 (53%) blijft VO Haaglanden
ver boven het door het Ministerie gestelde ondergrens (30%).
45
2. Budgetbeheer
Bij het beoordelen van het budgetbeheer gaat het om de capaciteit om tegenvallers op korte
termijn op te vangen. Hiervoor worden de kengetallen current ratio en rentabiliteit
gehanteerd. De current ratio geeft aan in hoeverre VO Haaglanden in staat is aan haar korte
termijn verplichtingen te kunnen voldoen. De rentabiliteit geeft de mate aan waarin
inkomsten en uitgaven – in een meerjarig perspectief – met elkaar in evenwicht zijn.
De current ratio bevindt zich in 2013 (1,4) in de bandbreedte (0,5 tot 1,5).
De rentabiliteit (over de afgelopen drie jaar) past in de bandbreedte van het Ministerie. De
rentabiliteit in 2013 – gecorrigeerd voor de baten (€ 3,4 mln.) die in december 2013 zijn
ontvangen voor besteding in 2014 – is 1%.
Het negatieve resultaat over 2011 werd veroorzaakt door de uitgestelde investeringen in de
huisvesting.
Om onvoorziene risico’s op te kunnen vangen, waaronder fluctuaties in leerlingaantallen,
arbeidsconflicten en instabiliteit en onvolledige indexatie in de bekostiging, wordt door
onderwijsinstellingen een financiële buffer (weerstandsvermogen) aangehouden. Het
Ministerie hanteert 5% van de baten als buffer. Op basis van een eigen inschatting (zie
“risicoanalyse financiële positie” pagina 43/44) wordt maximaal een buffer van 10%
gehanteerd voor scholen met een laag risico en 15% voor de scholen met een gemiddeld
risico.
46
Ole Kramer, HML
Na mijn wereldreis wil ik naar de Toneelschool, in
Maastricht. Nee, ik heb geen andere plannen. Ik vond
toneelspelen al leuk toen ik vijf was, ik speelde in groep
acht de IJsbeer, dat was de hoofdrol. Het applaus dat
daarop volgde smaakte naar meer, dit wíl ik doen.
Personeelsbeleid
Beheersing van uitkeringen na ontslag
VO Haaglanden streeft ernaar de uitkeringen na ontslag te beperken. De
informatievoorziening op dat punt door het UWV is beperkt dan wel afwezig. In
voorkomende gevallen verwijst het UWV uitkeringsgerechtigden wel terug naar de oude
werkgever voor eventuele re-integratie activiteiten en financieringen daarvan.
VO Haaglanden heeft dergelijke verzoeken ook in 2013 steeds in behandeling genomen en
- afhankelijk van de aard van de voorstellen en de mate waarin kansen op de arbeidsmarkt
vergroot worden - ook gehonoreerd.
Ontwikkeling aantal fte’s verdeeld over functiecategorieën
Hieronder treft u een overzicht aan van alle medewerkers verdeeld naar functiecategorie
directie, OP (onderwijzend personeel) en OOP (onderwijs ondersteunend personeel). Er is
jaarlijks gemeten in de maand oktober, waarbij er is gekeken naar de norm werktijdfactor.
De eventuele tijdelijke uitbreidingen zijn achterwege gelaten. Dit overzicht betreft vier
schooljaren.
functie
categorie
2013-2014
(oktober 2013)
aantal
fte’s
2012-2013
(oktober 2012)
aantal
fte’s
2011-2012
(oktober 2011)
aantal
fte’s
2010-2011
(oktober 2010)
aantal
fte’s
directie
33
33,0
33
33,0
35
35,0
40
40,0
OP
960
756,0
962
766,7
932
753,8
942
763,5
OOP
267
219,9
280
227,9
283
231,7
292
231,1
1.260
1.008,9
1.275
1.027,6
1.250
1.020,5
1.274
1.034,6
totaal
Convenant LeerKracht en functiemix
Op 16 april 2008 is door de sociale partners in het onderwijs en de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap het Convenant LeerKracht van Nederland ondertekend. Op basis
daarvan heeft VO Haaglanden beleid ontwikkeld op het gebied van functiemix,
personeelsbeoordelingen en benoemingsbeleid.
Door de extra middelen uit het Convenant LeerKracht worden binnen VO Haaglanden vele
nieuwe extra LC- en LD- functies gecreëerd. De aanpassing van de functiemix vindt gefaseerd
plaats. Voor deze fasering is de financiële ruimte van de school bepalend. De financiële
ruimte verschilt per school. De opbouw van het personeelsbestand is daarbij een belangrijke
variabele. Jaarlijks zal per school, op basis van de financiële ruimte die voor dat doel voor de
47
betreffende school door het ministerie beschikbaar is gesteld, bepaald worden welke
mogelijkheden er zijn voor aanpassing van de functiemix.
Het Convenant LeerKracht koppelt deze nieuwe functies aan een kwaliteitsslag in het
onderwijs. Ook binnen VO Haaglanden wordt het personeelsbeleid in het kader van de Wet
op de beroepen in het onderwijs (wet BIO) en het integraal personeelsbeleid (IPB), verder
geprofessionaliseerd en wordt de onderwijskwaliteit versterkt.
Door alle scholen van VO Haaglanden wordt in het kader van de versterking van het
kwaliteitsbeleid een beoordelingssystematiek gehanteerd. Toekenning van periodieken
wordt aan deze beoordelingssystematiek gekoppeld. Tenminste eenmaal per drie jaar wordt
van alle medewerkers binnen de school (OP, OOP, directie) een beoordeling uitgevoerd. Ook
zal voor alle medewerkers van de scholen gefaseerd een 360˚ feedback-procedure worden
doorgevoerd. De kaders hiervoor zijn door de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
vastgesteld. De uitwerking, waaraan de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad
goedkeuring moet verlenen, zal per school verschillen. Dit geheel overeenkomstig de missie
van VO Haaglanden, waarin pluriformiteit, eigenheid en doelgroepenbeleid centrale
elementen zijn.
Het overzicht functiemix treft u hierbij aan.
In 2009 is de eerste tranche van het Randstadgeld overgemaakt. Het budget voor de
functiemix Randstad in de eerste tranche is 3,6 mln.
Met dit budget moet er 27% meer LC-functies worden ingevoerd ten koste van de
LB-formatie, nulmeting is oktober 2008.
De invoering van de tweede tranche van de functiemix wordt bemoeilijkt doordat het budget
voor Convenant leerkracht bijna in zijn geheel moet worden aangewend voor de inkorting
van de salarislijnen en de kosten die de eerste tranche functiemix 2009-2011 met zich
meebrengt. De afspraak is gemaakt de percentages van de eerste tranche minimaal te
handhaven en wanneer er budget overblijft dit budget in te zetten voor nieuwe functies.
Vanaf het begin van de invoering is de afspraak gemaakt de doelsubsidie functiemix wordt
aangewend voor dit specifieke doel. Voor het bereiken van de gestelde percentages wordt
geen beroep gedaan op de reguliere lumpsum.
Daarom is er tot en met 2013 alleen gemonitord op het in standhouden van de 1e tranche.
Recent is afgesproken dat scholen die onvoldoende middelen ontvangen om de voor 2014
gestelde doelen te halen maatwerkafspraken kunnen maken.
In opdracht van het ministerie van OCW heeft Centerdata een onderzoek uitgevoerd naar de
betaalbaarheid. Daaruit is gebleken dat de vo-scholen in totaal 80 miljoen tekort komen.
De VO-raad heeft in overleg met de bonden een rekentool ontwikkel, die inzicht geeft in
welke functiemixpercentages realiseerbaar zijn met het toegekende budget. Als hieruit blijkt
dat de school de afgesproken percentages voor 2014 niet kan halen dan kunnen er
maatwerkafspraken met de PMR gemaakt worden.
48
functiemix 2013
70%
60%
50%
40%
LB
LC
30%
LD/LE
20%
10%
0%
nulmeting
2008
mix 2009
nulmeting 2008
mix 2010
mix 2009
mix 2011
mix 2010
mix 2012
mix 2013
mix 2011
mix 2012
mix 2013
functies
fte's
%
fte's
%
fte's
%
fte's
%
fte's
%
fte's
%
LB
481,1
66
377,6
53
297,1
40
254,1
33
269,9
35
255,0
33
LC
113,0
16
204,5
28
284,5
38
340,0
44
333,8
44
337,8
45
LD/LE
127,9
18
137,3
19
162,3
22
175,2
23
156,8
21
163,2
22
De percentages van de 1e tranche zijn voor VO Haaglanden in totaal op orde: meer dan 30%
minder LB-functies ten opzichte van de nulmeting in 2008 en de LD-formatie is toegenomen.
In 2014 worden nieuwe functies omgezet.
49
Promotiebeurs
Binnen VO Haaglanden bestaat sinds 2008 voor docenten de mogelijkheid tot het verkrijgen
van een promotiebeurs. De stichting biedt leraren daarmee de mogelijkheid
promotieonderzoek te doen en vervolgens te promoveren aan een universiteit in Nederland
of in één van de buurlanden.
Een promotiebeurs bestaat uit een vrijstelling voor de helft van de werktijd met
doorbetaling van salaris gedurende een periode van maximaal vier jaar. De resterende
werktijd moet dan in overwegende mate uit lesgevende taken bestaan.
In 2013 maken zes docenten van VO Haaglanden gebruik van de mogelijkheid om gedurende
de helft van de werktijd vrijgesteld te worden om promotieonderzoek te doen aan een
Nederlandse universiteit. De ervaringen hiermee zijn positief. Het is voor leerlingen
belangrijk om in aanraking te komen met de academische waarden en houding. Het
stimuleert medewerkers tot inhoudelijke verdieping van hun kennis en kunde. De eerste VO
Haaglanden docent is in april 2014 gepromoveerd in natuurkunde.
Lerarenbeurs
Rijk
Van de mogelijkheid een lerarenbeurs aan te vragen bij de IB Groep is door 44 docenten van
VO Haaglanden gebruik gemaakt, ook waren er drie zij-instromers in het onderwijs.
De Haagse lerarenbeurs
-
In het kader van de Haagse Educatieve Agenda (HEA)
wordt leraren in Den Haag de mogelijkheid geboden
een lerarenbeurs aan te vragen. Met de Haagse
Lerarenbeurs wordt het aantal lessen dat onbevoegd
wordt gegeven verder teruggedrongen.
De beurs richt zich op drie deelgroepen:
- onbevoegde leraren;
leraren met een pabo-diploma die een tweedegraads bevoegdheid willen behalen;
leraren met een tweedegraads bevoegdheid die een eerstegraads bevoegdheid
willen behalen.
De Haagse wethouder van Onderwijs heeft in 2013 een subsidiebedrag beschikbaar gesteld
voor de Haagse Lerarenbeurs. In 2013 kregen 30 leraren een beurs uitgekeerd voor een
totaalbedrag van €75.400. Van deze mogelijkheid hebben 15 leraren van VO Haaglanden
gebruik gemaakt.
Ook in 2014 stelt de gemeente Den Haag weer geld beschikbaar voor de lerarenbeurs.
50
Actieplan LeerKRACHT
In december 2012 vond een gesprek plaats tussen
vertegenwoordigers van de dienst OCW van de
gemeente Den Haag, drie Haagse scholen voor
voortgezet onderwijs, De Rode Loper en Stichting
LeerKRACHT. De drie scholen participeren in een cirkel
van scholen die, ondersteund door de Stichting
LeerKRACHT, werken aan de verbetering van de kwaliteit van hun onderwijs.
Deze verbetering moet tot stand komen door de inzet van coaches.
De coach zal op twee of drie scholen actief zijn. Hij/zij is een ervaren docent of teamleider
van een van de scholen die, op voordracht van de schoolleider, geselecteerd en getraind
wordt door LeerKRACHT. De coach is de eerste begeleider van het programma op de school.
De coach is tevens beschikbaar voor training en overleg met de Stichting LeerKRACHT.
In 2013 is van de scholen van VO Haaglanden het Haags Montessori Lyceum in dit project
gestapt. In 2014 volgt het Segbroek College.
Enkele van de scholen die participeren in De Rode Loper vormen de Opleidingsschool
Haaglanden (OSH). Bij de OSH zijn tevens twee scholen uit respectievelijk Wassenaar en
Zoetermeer betrokken. De opleidingsschool leidt jaarlijks 120 studenten op. Als aanvulling
op de expertise van de lerarenopleidingen leveren de scholen middels hun ‘begeleiders op
school’ en hun vakcoaches een bijdrage aan de opleiding van de studenten. Het overgrote
deel van deze studenten vindt een baan in een van de scholen van De Rode Loper. Daarmee
levert de OSH een bijdrage aan de bestrijding van het kwalitatieve en kwantitatieve tekort
aan leraren.
Het ministerie van OCW heeft in 2010 de Opleidingsschool Haaglanden officieel erkend. Zes
jaar lang mag dit samenwerkingsverband van vijf scholen voor voortgezet onderwijs en vier
lerarenopleidingen in goed overleg studenten opleiden tot leraar. Daarvoor geeft het
ministerie van OCW jaarlijks 200.000 euro subsidie.
Van VO Haaglanden nemen de scholen Lyceum Ypenburg, Rijswijks Lyceum / Van
Vredenburch College en Maris College deel. Naast andere scholen in de regio is er de
samenwerking met de Hogeschool Rotterdam, Inholland (Amstelveen), de TU Delft en het
Iclon (Leiden).
51
In onderstaand overzicht treft u de leraren van de scholen van VO Haaglanden aan verdeeld
naar bevoegdheden.
Overzicht bevoegdheden leraren
400
350
300
250
2013-2014
2012-2013
200
2012-2013
150
2011-2012
100
50
0
onbevoegd
bevoegdheden
onbevoegd
2e graads
bevoegd
1e graads
bevoegd
totaal
2e graads
2013-2014
aantal
fte’s
1e graads
2012-2013
aantal
fte’s
2011-2012
aantal
fte’s
2010-2011
aantal
fte’s
152
98,5
157
105,0
154
111,7
164
114,1
415
351,6
423
362,9
410
352,6
418
360,5
393
305,9
382
298,8
368
289,5
360
288,9
960
756,0
962
766,7
932
753,8
942
763,5
Bij VO Haaglanden wordt veel aandacht gegeven aan het in opleiding zijn van leraren. Zij
worden door de scholen gefaciliteerd om bevoegd te geraken. Door de bepaling in de CAO is
het nu mogelijk om leraren die niet studeren te kunnen ontslaan.
Van de 152 onbevoegde leraren zijn er 123 in opleiding. Van de 29 leraren die (nog) niet
studeren zijn er twee native speaker (wel hoog opgeleid maar geen onderwijsbevoegdheid),
elf leraren zitten tegen hun pensioenleeftijd aan, een leraar is combifunctionaris, drie
leraren hebben een pabo-opleiding en worden geacht op termijn te gaan studeren, vijf
verrichten vervangingswerkzaamheden, vier leraren studeren niet en krijgen aan het eind
van het schooljaar 2013-2014 ontslag en drie leraren gaan volgend schooljaar beginnen met
de opleiding.
52
Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen (WNT)
In 2013 zijn stamrechtuitkeringen en afkoopsommen betaald aan medewerkers, deze
uitkeringen varieerden van € 25.000 tot maximaal € 50.000.
De hoogte van de loonsommen van de medewerkers en bestuursleden behoren niet tot de
topinkomens.
53
Ontwikkeling van het aantal leerlingen
Totaal aantal leerlingen
2013-2014
opleiding
pro
alle jaren
brugklas
1 en 2
vmbo
mavo
havo
vwo
totaal
aantal lln.
427
5.229
1.084
1.204
1.933
2.197
12.074
in procenten
4%
43%
9%
10%
16%
18%
aantal lln.
326
5.114
1.113
1.177
1.852
2.098
in procenten
3%
43%
10%
10%
16%
18%
aantal lln.
365
5.112
1.134
1.097
1.668
2.042
in procenten
3%
44%
10%
10%
15%
18%
aantal lln.
359
4.971
1.171
1.103
1.649
2.004
in procenten
3%
44%
10%
10%
15%
18%
2012-2013
11.680
2011-2012
11.418
2010-2011
Het totaal aantal leerlingen is toegenomen:
o in 2013-2014 ten opzichte van 2012-2013 met 3,3%;
o in 2012-2013 ten opzichte van 2011-2012 met 2,3%;
o in 2011-2012 ten opzichte van 2010-2011 met 1,4%.
Totaal aantal leerweg ondersteunende (LWOO) leerlingen
Twee scholen van VO Haaglanden, Johan de Witt Scholengroep en Maris College geven
leerweg ondersteunend onderwijs. Het aantal leerlingen en het percentage van het totaal
aantal leerlingen in de vier schooljaren is als volgt:
schooljaren
aantal lwoo lln.
perc. van totaal
2013-2014
773
6,4%
2012-2013
733
6,3%
2011-2012
696
6,1%
2010-2011
725
6,4%
54
11.257
Adrianne Lohmeijer, Maerlant-Lyceum
Ik controleer de roddelrubriek in de schoolkrant. Dat er niet
te erge dingen in komen. Ja, journalist worden, dat lijkt me
wel wat. Ik ben nieuwsgierig, ik hou van schrijven. Mijn
moeder zegt dat ik de politiek in zou moeten, maar daar
vind ik he-le-maal niets aan.
Huisvestingsbeleid
In 2013 is ten laste van de exploitatie is € 5,0 mln. uitgegeven aan huisvesting. Van dit
bedrag wordt € 2,0 mln. ontvangen door de gemeente Den Haag afdeling Vastgoed.
In 2013 is € 0,009 mln. geïnvesteerd (materiële vaste activa) in huisvestingsprojecten en
€ 0,4 mln. onttrokken aan de voorziening bouwkundige aanpassingen.
In 2013 zijn – naast het planmatige en reguliere onderhoud - diverse activiteiten uitgevoerd
in de huisvesting van de scholen:
Asbestsanering
De gemeente Den Haag heeft een regeling asbest in het leven geroepen, die inhoudt dat alle
scholen in de komende jaren zo veel mogelijk asbestvrij gemaakt worden. VO Haaglanden
heeft daar een planning op gezet. In 2013 kwam Dalton Den Haag als eerst aan de beurt en
wel met een spoedprocedure toen bleek dat de vervanging van de brandmeldinstallatie
dreigde te stagneren door de aanwezigheid van asbest. Dat deel van het asbest is in de
zomer van 2013 verwijderd.
In 2014 zal het nog resterende asbest ook verwijderd worden.
Asbest in het gebouw van Dalton Den Haag
55
Dalton Den Haag
In 2002/2003 is het gebouw van het Dalton geheel gerenoveerd, op een klein stukje na, de
zogenoemde leerlingen soos. De renovatie van dit gebied wordt na een uitgebreide
voorbereiding nu in de zomer van 2014 uitgevoerd.
Daarbij wordt deze ruimte multifunctioneel ingericht: extra kantineruimte,
tentoonstellingsruimte, tutor ruimtes, administratieve werkplekken en leerlingen soos. De
voorbereidingskosten zijn opgenomen in de exploitatie van 2013.
Dalton Den Haag creëren van een multifunctionele ruimte
Johan de Witt Scholengroep, locatie Glasblazerslaan
De groei van het aantal leerlingen van JWS rechtvaardigde om het lesgebouw aan de
Glasblazerslaan weer volwaardig in gebruik te nemen. Hierdoor kon de druk op de
Zusterstraat verlicht worden. Tevens gaf dit JWS de mogelijkheid om de locaties elk een
heldere profilering te geven. Voor de Glasblazerslaan betekent dit: de locatie voor de
onderbouw van de nieuwkomers.
Het gebouw heeft een facelift ondergaan, waarbij een aantrekkelijke aula annex
studieruimte gecreëerd is, alsmede een aantrekkelijke buitenruimte. Een mooie
kleinschalige locatie , toegesneden op deze doelgroep
Johan de Witt Scholengroep, locatie Glasblazerlaan
56
Maris College, Belgisch Park
Eind 2011 is het oude, maar monumentale gebouw aan de Nieuwe Duinweg ook formeel in
het gemeentelijke monumentenregister opgenomen. In 2012 is de planvorming gestart om
dit monument geheel te revitaliseren voor de nieuwe havo/vwo afdeling van het Maris
College. In de zomer van 2013 is fase 1 uitgevoerd.
Maris College, Belgisch Park Nieuwe Duinweg
Maris College, Kijkduin
Nadat de plannen om in de Landrestraat te komen tot een gezamenlijke nieuwbouw van het
Maris college, Vestia en verzorgingscentrum Cardia gestrand waren, is in 2012 een doorstart
gemaakt met de planvorming om te komen tot alleen nieuwbouw van de school. De sloop
van het gebouw gaat van start in de zomer van 2014. In afwachting van de nieuwbouw
nemen de leerlingen gebruik van een schoolgebouw aan de Stokroosstraat.
Maris, Kijkduin – impressie Landréstraat
57
Maris College, locatie Statenkwartier
De opleiding grafisch (MVI, media, vormgeving, informatica) verhuist van de locatie Nieuwe
Duinweg naar de locatie Antonie Duijckstraat. Daartoe moeten in het gebouw vaklokalen
gerealiseerd worden in de – op dit moment te kleine – kantine, waarbij een nieuwe kantine
gerealiseerd wordt op het schoolterrein, dat tevens opnieuw ingericht wordt.
Maris College, Statenkwartier – impressie kantine Antonie Duijckstraat
Segbroek College, locatie Klaverstraat
Het monumentale gebouw van het Segbroek College aan de Klaverstraat is na 60 jaar toe
een revitalisatie. In 2012 is gestart met de planvorming om tot een geheel vernieuwd
gebouw te komen, dat aangepast is aan de huidige onderwijskundige en technische eisen. In
2014 zal naar verwachting gestart worden met de 1e fase van dit project.
Segbroek College – impressie Klaverstraat
verdiept atrium
verdiepte entree
58
Segbroek College, locatie Goudsbloemlaan
Het gebouw aan de Goudsbloemlaan is een rijksmonument. In 2013 is besloten in dit
gebouw de MAVO te huisvesten. Het gebouw behoeft revitalisatie en aanpassing. De
voorbereidingskosten zijn gemaakt en de school heeft ten laste van de exploitatie gedoteerd
aan de voorziening bouwkundige aanpassingen.
Segbroek College – impressie locatie Goudsbloemlaan
leerruimte
entree
59
Continuïteitsparagraaf
1. Ontwikkeling in leerlingaantallen en personeelsbezetting
* € 1.000
prognose
Kengetal
(stand 31/12)
verslagjaar
2013
2014
2015
2016
29,0
768,8
215,3
30,0
773.1
217,9
28,0
769,2
217,3
28,0
766,5
217,7
Totaal fte’s (exclusief vervanging)
1.031,1
1.021,0
1.014,5
1.012,2
Leerlingaantallen (exclusief vavo)
12.074
12.365
12.498
12.636
Personele bezetting in fte:
o Directie
o Onderwijzend personeel
o Overige medewerkers
De leerlingenaantallen in het voortgezet onderwijs in Den Haag en Rijswijk vertonen nog
steeds een groei. In de periode van 2008 tot 2013 zijn er in totaal in Den Haag in het
voortgezet onderwijs circa 1.000 leerlingen bijgekomen.
60
Ook in de komende jaren is er verdere groei. Uit de leerlingprognose van het Regionaal
Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) blijkt de Haagse regio positief af te wijken van de
gemiddelde trend in Nederland en ook van die van bijvoorbeeld de regio Rijnmond.
Bron: Leerlingenprognose Rijnmond en Haaglanden 2012-2025 , Onderzoeksnotitie Onderzoek in opdracht van het
ministerie van OCW , Vrielink & Leering,2012
Voor VO Haaglanden is er in de periode van 2013 tot 2016 een verwachte leerlingengroei
van in totaal 572 leerlingen (12.636 leerlingen in 2016 t.o.v. 12.074 leerlingen in het
verslagjaar 2013. VO Haaglanden heeft in Den Haag een marktaandeel van ca. 43%. De
verwachting is dat dit percentage de komende jaren stabiel zal blijven.
61
leerlingen VO Haaglanden (excl vavo)
12700
12600
12500
12400
12300
12200
leerlingen VO Haaglanden (excl
vavo)
12100
12000
11900
11800
11700
2013
2014
2015
2016
De stijging van het leerlingenaantal is niet gelijkmatig over de onderwijssoorten verdeeld.
Ook in Den Haag neemt het aantal havo/vwo-leerlingen relatief toe ten opzichte van het
aantal leerlingen in het vmbo. Wij verwachten dat dit de komende jaren gaat keren. Vooral
ook omdat de rijksoverheid heeft ingezet op het verzwaren van de exameneisen in
havo/vwo.
De financiën van de scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland staan onder druk. De
gevolgen daarvan zijn merkbaar in de dagelijkse onderwijspraktijk. De personeelsbezetting
bij VO Haaglanden blijft noodgedwongen achter bij de ontwikkeling van het leerlingenaantal.
Dat geldt zowel voor de bezetting van het onderwijzend personeel als voor die van het niet
onderwijzend personeel.
Schematisch geeft dat het volgende beeld:
ontwikkelingen aantal leerlingen en leraren, index, 2013=100
106
105
104
103
102
leerlingen VO Haaglanden
101
onderwijzend personeel
100
99
98
97
2013
2014
2015
2016
62
2. Meerjarenbegroting 2014 - 2016
* € 1.000
Balans
Activa
prognose
verslagjaar
2013
2014
2015
2016
Vaste activa
o Materiële vaste activa
o Financiële vaste activa
13.197,7
10.206,0
12.390
10.620
11.770
11.030
11.230
11.440
Totale vaste activa
24.403,7
23.010
22.800
22.670
Vlottende activa
14.730,1
14.900
13.720
14.370
Totaal activa
38.133,8
37.910
36.520
37.040
2015
2016
Passiva
Eigen vermogen
o Algemene reserve
o Bestemmingsreserve (publiek)
verslagjaar
2013
2014
10.712,7
9.470,0
14.840
5.200
15.260
5.490
15.930
5.850
4.869,7
5.030
3.090
2.740
Langlopende schulden
2.500
2.340
2.180
2.020
Kortlopende schulden
10.581,4
10.500
10.500
10.500
Totaal passiva
38.133,8
37.910
36.520
37.040
Voorzieningen
63
* € 1.000
St
Staat / Raming baten en lasten
prognose
verslagjaar
2013
2014
2015
2016
Baten:
Rijksbaten
93.692,6
95.560
95.550
96.470
Overige overheidsbijdragen en
subsidies
4.148,5
2.510
6.860
2.860
Overige baten
6.427,2
5.000
4.960
4.870
104.268,3
103.070
107.370
104.200
76.126,6
78.360
78.920
79.860
834,6
870
870
890
Huisvestingslasten
10.278,8
11.030
13.780
9.230
Overige lasten
12.761,4
13.230
13.540
13.630
Totaal lasten
100.001,4
103.490
107.110
103.610
4.266,9
-420
260
590
928,4
540
450
440
5.195,3
120
710
1.030
Totaal baten
Lasten:
Personeelslasten
Afschrijvingen
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten
Resultaat
64
A. Financieringsstructuur
Door rijksbezuinigingen en het niet of nauwelijks compenseren van personeelslasten die –
mede door de functiemix en het inkorten van de salarislijnen- explosief groeien, staan de
financiën van de scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland onder druk.
De meerjarenbegroting 2014-2016 van VO Haaglanden is structureel sluitend. Een sluitende
exploitatiebegroting is echter in de huidige tijd geen gemakkelijke opgave. Aan de scholen
zijn taakstellingen opgelegd om een dergelijke sluitende exploitatie te realiseren. Die
taakstellingen zijn ingrijpend. Dat betekent in voorkomende gevallen grotere klassen,
beperkingen in het onderwijsaanbod en/of een grotere werkdruk. Zoals in de vorige
paragraaf aangegeven stijgt het aantal leerlingen tot 2016 met 572 leerlingen terwijl het
aantal formatieplaatsen daarentegen iets afneemt.
Door een stringent financieel beleid binnen VO Haaglanden zijn de financiële kengetallen
voor VO Haaglanden positief. In de periode tot 2016 geven die het volgende beeld:
Financiële kengetallent
prognose
verslagjaar
2013
2014
2015
2016
Solvabiliteit (EV/TV)
53%
53%
57%
59%
Liquiditeit (VA/VP)
1,39
1,45
1,33
1,39
Rentabiliteit (saldo exploitatie/TB)
4,9%
0,1%
0,7%
1,0%
Weerstandsvermogen (EV/TB)
19,2%
19,6%
19,5%
21,0%
10%
14%
14%
15%
VO Haaglanden
Financiële buffer (Algemene reserve/TB)
B. Huisvestingsbeleid
In 2013 is intensief overleg gevoerd met de gemeente Den Haag over de
verantwoordelijkheden ten aanzien van nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen. De
stichting VO Haaglanden heeft daarbij gepleit voor doordecentralisatie van de gemeentelijke
huisvestingsgelden. Dat is uiteindelijk niet de keuze van het gemeentebestuur geweest. Wel
is afgesproken de sturingsmogelijkheden voor de schoolbesturen in Den Haag voor een
efficiënte inzet van huisvestingsmiddelen vanaf 2015 te vergroten. De Haagse
schoolbesturen worden gezamenlijk verantwoordelijk voor een investeringsplan 2015-2025.
65
Tegelijkertijd wordt de gemeentelijke verordening voor de onderwijshuisvesting aangepast.
Er wordt een kwaliteitskader gehanteerd bij aanpassingen in de onderwijsgebouwen met
normen die daaraan zijn aangepast, er komt een betere financiering van de renovaties van
monumentale schoolgebouwen en de overheadkosten worden gereduceerd. In de jaren
voor 2015 heeft VO Haaglanden noodgedwongen steeds aanmerkelijke bedragen zelf
gefinancierd voor nieuwbouw en renovatie. In de meerjarenbegroting is ervan uit gegaan
dat de gemeentelijke financiering voor nieuwbouw/renovaties vanaf 2015 afdoende zal zijn.
Onderstaand een kort overzicht van een aantal huisvestingprojecten dat op stapel staat:
-Nieuwbouw Maris Kijkduin (Landrestraat).
Naar verwachting zal de nieuwbouw in 2014 kunnen starten.
-Renovatie Maris Belgische Park (Nieuwe Duinweg)
Fase 1 van de renovatie is in 2013 uitgevoerd. De start van fase 2 is afhankelijk van de
ontwikkeling van het aantal leerlingen. Naar verwachting zal fase 2 nog enige jaren op zich
laten wachten.
-Aanpassing Maris Statenkwartier (Antonie Duyckstraat)
De opleiding grafisch/media zal gehuisvest worden in het gebouw aan de Antonie
Duyckstraat. Daartoe zal het gebouw in de zomer van 2014 uitgebreid worden met een
aanbouw op het schoolplein.
-Revitalisatie Segbroek College (Klaverstraat en Goudsbloemlaan)
De voorbereidingen om te komen tot revitalisatie van de locatie Klaverstraat
(rijksmonument) alsmede vervangende nieuwbouw van een gymzaal daar zijn in het
schooljaar 2013/2014 voortgezet. De planning is gericht op uitvoering van fase 1 nog in
2014. Vanaf de zomer van 2014 zullen ook het terrein en het gebouw Goudsbloemlaan
opgekapt worden.
-Aanpassing Dalton Den Haag
In de zomer van 2014 zal een herbestemming en aanpassing binnen het schoolgebouw
plaatsvinden.
-Rijswijks Lyceum
Met de gemeente Rijswijk wordt momenteel gesproken over vervangende nieuwbouw voor
twee sterk verouderde gymzalen. De planning daarvan is gericht op uitvoering in 2016.
Voor het onderhoud van de schoolgebouwen zijn schoolbesturen afhankelijk van
rijksmiddelen. Deze middelen zijn te beperkt. Naar schatting komt VO Haaglanden jaarlijks
circa 600.000 euro tekort om noodzakelijke onderhoudsaanpassingen te kunnen
doorvoeren. Dat betekent vooral fasering en uitstel. In een aantal gevallen moeten de
schoolbudgetten hiervoor echter worden ingezet.
66
C. Ontwikkeling reserves, fondsen en voorzieningen
Het weerstandsvermogen van de stichting blijft nagenoeg gelijk in de planperiode. Het
weerstandsvermogen is gebaseerd op de verschillende risicoprofielen van de scholen (zie
hierna). De financiële buffer wordt gebruikt om incidentele tegenvallers in de exploitatie op
te vangen. Daarbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan tegenvallers bij de invulling van
de taakstellingen in de schoolbegrotingen. Ook voorfinanciering van leerlingengroei moet
incidenteel uit reserves worden afgedekt. De voorzieningen nemen in de periode tot 2016
af. Dit is het gevolg van onttrekkingen aan de voorziening onderhoud ten behoeve van
renovaties aan schoolgebouwen.
3. Risico’s en onzekerheden
a. realisering taakstellingen scholen
De financiën van de scholen staan onder druk. In de meerjarenbegroting 2014-2016 zijn
taakstellingen aan de scholen opgelegd om een sluitende exploitatie mogelijk te maken. De
consequentie hiervan is dat de personeelsbezetting binnen VO Haaglanden geen gelijke tred
houdt met de ontwikkeling van het leerlingenaantal.
b. financiering huisvesting
In overleg en in samenwerking met de gemeente Den Haag wordt in 2014 gewerkt aan een
andere gemeentelijke verordening voor de onderwijshuisvesting. De normen in de
verordening worden aangepast aan het kwaliteitskader voor het voortgezet onderwijs. Via
een bovenbestuurlijk investeringsplan onderwijshuisvesting VO Den Haag worden voor de
periode 2015-2025 prioriteiten gesteld. De aanpassingen in het onderwijshuisvestingsbeleid
van de gemeente Den Haag zouden moeten leiden tot meer sturingsmogelijkheden voor de
scholen en minder inzet van eigen financiële middelen.
c. leerlingenstromen
De concurrentiekracht van het Haagse onderwijs is groot. Er zijn in Den Haag ca. 50 scholen
voor voortgezet onderwijs die uiteenlopen in pedagogische en didactische uitgangspunten.
Er is dus keus voor ouders en leerlingen. Voor de bedrijfsvoering van scholen brengt dat
echter ook risico’s met zich mee. Leerlingstromen kunnen wijzigen.
De toelichting op het intern risico- en beheersingssystematiek treft u aan op pagina 42 van
dit jaarverslag. De toelichting op het intern toezicht op pagina 3.
67
Hamid Aouragh,
Johan de Witt Scholengroep
Volleybal is het leukst op
school, al wil ik eigenlijk
coureur worden.
Formule 1 ja, of bokser.
Ik kan tegen mijn verlies,
maar ik wil wel winnen.
Treasury statuut Stichting VO Haaglanden
1. Inleiding
Treasury is het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht
houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en
de hieraan verbonden risico's.
In dit treasury statuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving
gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de
treasuryfunctie.
Het treasury statuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico's te
beperken.
2. Uitgangspunten en doelstellingen
2.1. Uitgangspunten
x Het treasurybeleid van de Stichting VO Haaglanden vindt plaats binnen de kaders van
de "Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek"
van de Minister van OCW d.d. 13 juli 2001, nr. FVE 2001/57965N zoals gepubliceerd
in Uitleg Gele Katern 18a d.d. 25 juli 2001.
x Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk
overtollige middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling gestelde
verplichtingen.
x Ten aanzien van het beleggen van tijdelijk overtollige liquiditeiten schrijft de regeling
voor, dat deze risicomijdend belegd moeten worden op een wijze die zo veel
mogelijk garandeert dat de hoofdsom intact blijft.
Bij onderstaande richtlijnen en limieten t.a.v. beleggingen worden hiertoe criteria genoemd
die overgenomen zijn van de boven aangehaalde OCW-regeling.
2.2. Doelstellingen
De algemene doelstellingen van het treasurybeleid zijn:
x Het zorgdragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen
tegen acceptabele condities (beschikbaarheid);
x Het minimaliseren van de kosten van leningen (kosten minimalisatie);
x Het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de
kaders van dit treasury statuut (rente maximalisatie);
x Het beheersen en bewaken van financiële risico's die aan de financiële posities en
geldstromen van de instelling zijn verbonden (risico minimalisatie);
3. Richtlijnen en limieten
3.1. Risico uitgangspunten
Het treasurybeleid is gericht op het uitsluiten dan wel minimaliseren van het
debiteurenrisico, het renterisico en het interne liquiditeitsrisico.
68
Het debiteurenrisico is de kans dat belegde middelen niet worden terugontvangen van
debiteuren. Dit risico wordt beperkt door te beleggen bij marktpartijen die voldoen aan de in
de eerdergenoemde regeling "Beleggen en belenen" vermelde voorwaarden. Zie hieronder
bij artikel 3.3.
Het renterisico is het risico verbonden aan de veranderingen in de rentestructuur. Enerzijds
bestaat dit uit het risico dat bij teveel uitgezette respectievelijk opgenomen leningen nadeel
wordt ondervonden van een rentestijging respectievelijk rentedaling. Anderzijds bestaat dit
uit het risico dat bij teveel langlopend uitgezette respectievelijk opgenomen leningen niet
kan worden geprofiteerd van een rentestijging respectievelijk rentedaling.
Het renterisico dient te worden afgedekt door het opbouwen van een evenwichtige
beleggingsportefeuille in relatie tot de geldende rentestructuur en de verwachtingen ten
aanzien van de renteontwikkeling.
Het interne liquiditeitsrisico is de kans dat opbrengsten worden gemist dan wel kosten
worden gemaakt door wijzigingen in de geprognosticeerde financieringsbehoefte en
investeringsplannen. Met name de interne informatieverstrekking en de planning van
projecten in de investeringssfeer spelen hierbij een belangrijke rol. Goede interne afspraken
en een regelmatige actualisatie van de prognoses van de financieringsbehoefte zullen het
liquiditeitsrisico beperken.
3.2. Richtlijnen en limieten t.a.v. financiering
Het aantrekken van alle voor de instelling benodigde middelen dient plaats te vinden op
basis van een actuele prognose van de financieringsbehoefte en een actuele rentevisie.
Bij het aantrekken van langlopende geldleningen worden offertes gevraagd bij minimaal 3
partijen.
3.3. Richtlijnen en limieten t.a.v. beleggingen
Bij het uitzetten van overtollige gelden mogen transacties worden afgesloten met de
volgende geldnemers:
x Financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal
een A-rating, afgegeven door tenminste één erkende rating agency
x Rechtspersonen voor wier papier een solvabiliteitsratio van 0% geldt
x Financiële instellingen, met een kredietwaardigheid vergelijkbaar met het gestelde
onder het eerste punt, voor zover vastgelegd en onderbouwd door de instelling.
De effecten van de post Financiële vaste activa (1.3.6) zijn belegd in de vorm van een
garantiefonds van € 10 mln. conform de regeling “Beleggen en belenen” van het ministerie
van OCW.
Het aangetrokken langlopend krediet ad € 2,7 mln. voldoet aan de regeling “Beleggen en
belenen” van het ministerie van OCW.
69
Jaarrekening
Grondslagen
Bij het opstellen van de jaarrekening zijn de wettelijke voorschriften inzake de jaarrekening
van het Burgerlijk Wetboek, titel 9 van boek 2 en de richtlijnen jaarverslaglegging toegepast.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met cumulatieve
afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. De kostprijs van
een materieel vast actief bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten
om het actief op zijn plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik.
De lineaire afschrijvingen vinden plaats op basis van de verwachte economische levensduur
en de eventuele restwaarde.
Voor de materiële vaste activa worden 5 categorieën met bijbehorende
afschrijvingstermijnen gehanteerd, te weten:
x gebouwen
30 jaar
x verbouwingen
20 jaar
x installaties
20 jaar
x inventaris
10 jaar
Op grond wordt niet afgeschreven.
De activeringsgrens is bepaald op € 10.000 per stuk. De inrichting van één complex of grote
ruimte, het in één keer aanschaffen van een omvangrijke kwantiteit aan
investeringsgoederen en nieuw- of aanbouw van een pand worden als één stuk aangemerkt
en om die reden geactiveerd. Panden worden alleen geactiveerd voor zover het economisch
eigendom bij VO Haaglanden rust. In de regel ligt het economisch eigendom van de panden
bij de gemeente Den Haag.
Financiële vaste activa
Financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs of lagere marktwaarde.
Effecten
Effecten zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs of lagere marktwaarde.
Liquide middelen
Liquide middelen worden tegen nominale waarde gewaardeerd en omvatten kasmiddelen
en tegoeden op bank- en girorekeningen. De tijdelijk vastgelegde geldmiddelen (deposito's
en spaarrekeningen) met een looptijd korter dan een jaar, worden beschouwd als liquide
middelen. Vastgelegde middelen langer dan een jaar, worden verantwoord onder de
financiële vaste activa.
Vorderingen
Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde, onder aftrek van een eventuele
noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid.
70
Voorzieningen
Deze zijn tegen de nominale waarde gewaardeerd: onttrekking direct van de voorzieningen.
Vrijval en dotaties lopen via de exploitatie.
Onderhoudsvoorziening
Een kosten-egalisatievoorziening, wordt bovenschools planmatig gevormd voor kosten van
groot onderhoud aan onroerende zaken die een onregelmatig verloop hebben over de jaren.
Onder groot onderhoud is begrepen het instandhouden van gebouwen en installaties die de
waarde van het gebouw, inventaris en /of terrein niet beïnvloeden. De voorziening wordt
bepaald op basis van het meerjaren onderhoudsplan. De werkelijke uitgaven voor
onderhoud van onroerende zaken wordt ten laste van de voorziening gebracht.
Voorziening personeel
Deze wordt gevormd voor spaarverlof en jubilea uitgaven. Hierin wordt gerekend met de in
de CAO van VO Haaglanden hiervoor opgenomen bedragen en vereisten. De kosten worden
ten laste van de voorziening gebracht. De dotaties ten laste van de exploitatie.
Schulden
Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde.
Bepaling van het exploitatiesaldo
Het exploitatieresultaat wordt ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht. De
baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Het
uitgangspunt bij baten is het realisatieprincipe en bij lasten het voorzichtigheidsprincipe. Als
boekjaar wordt een kalenderjaar gehanteerd.
Consolidatie
De balans en de exploitatierekening van de Stichting VO Haaglanden en de Stichting BMO VO
Haaglanden zijn geconsolideerd. De Stichting VO Haaglanden kan direct dan wel indirect
beslissende zeggenschap uitoefenen op Stichting BMO VO Haaglanden. Daarom is de
Stichting BMO VO Haaglanden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting
VO Haaglanden.
Kasstroomoverzicht
Dit overzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
Interne boekingen
Om de interne beheersing zo optimaal mogelijk te hebben worden de baten en lasten tussen
de scholen en het managementbureau verdeeld. In 2013 zijn de interne baten en lasten
gesaldeerd gepresenteerd in de geconsolideerde jaarrekening om een juist beeld te krijgen.
Valuta
De bedragen zijn opgenomen in hele euro’s tenzij anders vermeld.
71
Nouka Rous, Gymnasium Haganum
Mijn droombaan is celliste. Ik ben op mijn negende
begonnen, speel in het schoolorkest en we hebben zelfs
eens in het Concertgebouw gespeeld. Ik ben ook dol
op schrijven, je kan lezend in een andere werkelijkheid
stappen, en die wil ik scheppen. Je kan zowel bij muziek
als met schrijven de wereld om je heen even vergeten, je
in de muziek of de tekst onderdompelen.
Balans
1
Activa
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Vaste Activa
1.2
Materiële vaste activa
13.197.700
13.544.700
1.3
Financiële vaste activa
10.206.000
0
Totaal vaste activa
23.403.700
13.544.700
Vlottende activa
1.5
Vorderingen
1.6
Effecten
1.7
Liquide middelen
4.075.700
7.243.500
0
10.000.000
10.654.400
1.786.700
Totaal vlottende activa
14.730.100
19.030.200
Totaal activa
38.133.800
32.574.900
2
Passiva
2.1
Eigen Vermogen
2.2
20.182.700
14.987.400
Voorzieningen
4.869.700
4.598.500
2.3
Langlopende schulden
2.500.000
2.660.000
2.4
Kortlopende schulden
10.581.400
10.329.000
Totaal passiva
38.133.800
32.574.900
Staat van Baten en Lasten
Baten
31-12-2013
EUR
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
Begroot 2013
EUR
31-12-2012
EUR
93.692.600
90.600.000
89.446.300
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
4.148.500
2.160.000
3.948.500
Overige baten
6.427.200
4.950.000
5.906.500
104.268.300
97.710.000
99.301.300
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
4.4
Begroot 2013
31-12-2012
EUR
EUR
EUR
76.126.600
77.270.000
76.303.900
834.600
940.000
757.000
Huisvestingslasten
10.278.800
7.760.000
9.750.000
Overige lasten
12.761.400
11.740.000
12.586.100
100.001.400
97.710.000
99.397.000
4.266.900
0
-95.700
928.400
320.000
380.700
5.195.300
320.000
285.000
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
31-12-2013
Financiële baten en lasten
Resultaat
De toelichting op de begroting 2013 ten opzichte van de realisatie treft u op de volgende pagina aan.
Staat van Baten en Lasten
De begroting
De begroting wordt gemaakt op basis van het voorzichtigheidsbeginsel: alleen die baten worden opgenomen
in de begroting die redelijk zeker zijn. De overige baten, huisvestingslasten en overige lasten in 2013 zijn
intercompany gesaldeerd gepresenteerd in de geconsolideerde jaarrekening om een juist beeld te krijgen.
Verklaring resultaat:
Het resultaat 2013 is € 4,9 mln. positiever dan begroot. Dit is grotendeels te verklaren door inkomsten die zijn
ontvangen voortvloeiend uit het najaarsakkoord. In december (baten 2013) zijn er twee subsidies ontvangen
van het ministerie van OC en W; incidentele baten (€ 2,6 mln.) en een subsidie voor het behoud van jonge
leerkrachten (€ 0,8 mln.).
Verder zijn er meer rentebaten onvangen dan begroot (€ 0,6 mln.) en een baten Vastgoed voor de renovatie
van Gymnasium Haganum (€ 0,6 mln.). De kosten waren al genomen in voorgaand jaar. De belastingdienst
heeft eenmalig € 0,3 mln. gecorrigeerd op de werkgeverslasten.
Verklaring grootste verschillen per baten/lastenpost:
◦ De rijksbijdragen zijn € 3 mln. hoger dan begroot doordat er baten zijn ontvangen uit het naarjaarsakkoord
(€ 3,4 mln.) die pas in december 2013 bekend waren.
◦ De gemeentelijke baten zijn € 2 mln. hoger dan begroot doordat enerzijds € 0,7 mln. ontvangen is voor de
renovatie van het Gymnasium Haganum en € 2,5 mln. voor overige huisvestingsprojecten, die niet zijn
begroot (zie ook de huisvestingslasten).
Anderzijds zijn er minder baten ontvangen van de afdeling Onderwijsbeleid omdat de baten voor de Brede
Buurtschool ondergebracht zijn bij de Stichting Brede Buurtschool (- € 1,2 mln.)
◦ De overige baten zijn € 1,5 mln. hoger dan begroot. Bij de scholen wordt deze post voorzichtig begroot
omdat het in vele gevallen op het moment van begroten nog niet bekend is of de incidentele subsidies van
derden wel worden toegekend. En er is in 2014 een bedrag ad € 0,3 mln. ontvangen van de Belastingdienst als
correctie op de werkgeverspremies 2013.
◦ De personele lasten zijn € 1,1 mln. lager dan begroot. Dit verschil is te verklaren doordat de post ingehuurd
personeel € 1,1 mln. lager is dan begroot. De verklaring hiervan zit hem in het onderbrengen van de subsidie
voor de Brede Buurtschool bij de Stichting Brede Buurtschool ( zie ook de verklaring bij de gemeentelijke
baten).
◦ De financiële baten en lasten zijn € 0,6 mln. hoger dan begroot. Dit is te verklaren doordat de
garantiefondsen boven de gegarandeerde rente nog een click hebben gemaakt voordat ze zijn vrijgekomen.
Kasstroomoverzicht
Saldo Baten en Lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
4.266.900
-95.700
834.600
271.200
757.000
913.700
-3.167.800
1.224.300
252.400
-8.844.400
Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties
8.792.900
-8.493.700
Ontvangen interest
1.096.600
1.559.900
168.200
1.179.200
9.721.300
-8.113.000
Investeringen in materiële vaste activa
487.600
1.983.500
Overige investeringen in financiële vaste activa
206.000
-10.946.000
-693.600
8.962.500
160.000
160.000
-160.000
-160.000
8.867.700
689.500
Aanpassing voor:
Afschrijvingen
Mutaties voor voorzieningen
Veranderingen in vlottende middelen:
Vorderingen
Schulden
Betaalde interest
Totaal kasstroom uit operationele
activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Nieuw opgenomen leningen
Aflossing langlopende schulden
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
14.448.300
903.600
447.000
456.600
Afschrijvingen
cumulatief
1-1-2013
EUR
€
€
Maris College, gebouw Nolenslaan
Maris College, gymzaal Nolenslaan
1.492.700
2.792.000
1.280.900
146.500
1.103.700
625.800
1.600
6.200
1.202.600
208.700
1.591.500
30 jaar
30 jaar
30 jaar
30 jaar
30 jaar
geen
geen
30 jaar
10 jaar
20 jaar
afschr.
termijn
20 jaar
487.600
478.500
0
0
0
834.600
421.200
413.400
EUR
Afschrijvingen
14.935.900
4.483.700
10.452.200
Aanschaf
prijs
31-12-2013
EUR
€ 4.483.700
1.738.200
Johan de Witt scholengroep, inventaris Zusterstraat
Maris College, inventaris Nolenslaan (gym- en lesgebouw)
Maerlant-Lyceum, inventaris
868.200
870.000
208.000
158.300
173.600
465.100
393.300
€ 1.790.300
€
€
€
€ 1.295.100
€
€
13.197.700
3.615.500
9.582.200
Afschrijvingen Boekwaarde
cumulatief
31-12-2013
31-12-2013
EUR
EUR
Johan de Witt scholengroep, inventaris Capadosestraat
Gymnasium Haganum, inventaris
Einder, inventaris Schalkburgerstraat
inventaris en apparatuur
Rijswijks Lyceum, inventaris Karmozijnstraat
EUR
Desinvesteringen
10 jaar
10 jaar
10 jaar
10 jaar
10 jaar
10 jaar
afschr.
termijn
10 jaar
Alle projecten zijn in gebruik genomen. In 2010 is het project Maerlant-Lyceum in gebruik genomen. In 2011 zijn de projecten Zusterstraat van de Johan de Witt Scholengroep en de
Nolenslaan, het gebouw en de gymzaal van Maris College in gebruik genomen. In 2012 zijn de projecten Atlas Karmozijnstraat, De Einder Schalkburgerstraat, Gymnasium Haganum en
de Capadosestraat van de Johan de Witt Scholengroep in gebruik genomen.
€
€
Johan de Witt scholengroep, grond
Maerlant-Lyceum, gebouw Johannes Bildersstraat
€
Haags Montessori Lyceum, grond
€
€
Gymnasium Haganum, gebouw Laan van Meerdervoort
€
€
Einder aanpassing Schalkburgerstraat
Johan de Witt scholengroep, gebouw Capadosestraat
€
Johan de Witt scholengroep, gebouw Zusterstraat
€
Rijswijks Lyceum, KWO project en ventilatie
€ 10.452.200
13.544.700
3.558.200
9.100
EUR
1-1-2013
EUR
9.986.500
Investeringen
Boekwaarde
gebouwen en terreinen
Rijswijks Lyceum, gebouw Karmozijnstraat
De activering van € 14.935.900 betreft de volgende projecten:
Materiële vaste activa
4.005.200
1.2.2 Inventaris en apparatuur
Aanschaf
prijs
1-1-2013
EUR
10.443.100
Materiële vaste activa
1.2.1 Gebouwen en terreinen
1.2
Vaste activa
Vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
Boekwaarde
Investeringen Desinvestering
1-1-2013
en verstrekte
en
leningen
afgeloste
Resultaat
Boekwaarde
deelnemingen
31-12-2013
EUR
EUR
leningen
EUR
EUR
EUR
1.3.1
Groepsmaatschappijen
0
0
0
0
0
1.3.2
Andere deelnemingen
0
0
0
0
0
1.3.6
Effecten
0
10.000.000
0
0
10.000.000
1.3.7
Overige vorderingen
0
206.000
0
0
206.000
Financiële vaste activa
0
10.206.000
0
0
10.206.000
1.3.6.1 Aandelen
0
0
0
0
1.3.6.2 Obligaties
0
10.000.000
0
10.000.000
1.3.6.3 Overige
0
0
0
0
Effecten
0
10.000.000
0
10.000.000
Uitsplitsing
1.3.6 Effecten
1.3.6.2 Obligaties
In juli 2013 is een bedrag ad € 10.000.000 herbelegd in twee garantiefondsen bij Oyens & Van Eeghen Beheer
BV. De marktwaarde van de effecten ultimo 2013 is € 10.128.547.
1.3.7 Overige vorderingen
De post onder 1.3.7 betreft de te vorderen rente over de garantiefondsen van € 10.000.000. De mutatie van
€ 206.000 betreft de te vorderen gegarandeerde rente 2013 (juli tot en met december) over de
€ 10.000.000. Deze rente wordt in mei 2023 uitgekeerd.
Voorraden & Vorderingen
1.5
Vorderingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
1.5.1
Debiteuren
370.500
201.700
1.5.2
OCW
188.200
247.000
1.5.4
Andere deelnemingen
0
0
1.5.5
Studenten/deelnemers/cursisten
0
0
1.5.6
Overige overheden
0
0
1.5.7
Overige vorderingen
1.794.400
5.875.200
1.5.8
Overlopende activa
1.722.600
919.600
Vorderingen
4.075.700
7.243.500
1.5 Vorderingen
1.5.1 Debiteuren
De post debiteuren betreft hoofdzakelijk vorderingen op ouders. De toename ten opzichte van 2012 betreft
vooral een vordering op derden.
1.5.2 OCW
De post vordering op OCW van € 0,2 mln. betreft de leerlinggebonden budgetten van schooljaar 2013-2014.
1.5.7 Overige vorderingen
Deze post van € 1,8 mln. betreft de vorderingen op de gemeente Den Haag:
◦ € 0,05 mln. betreft Onderwijsbeleid (subsidies) en Risicomanagement (vordering schade).
◦ € 1,75 mln. betreft de afdeling Vastgoed. Deze vordering betreft de volgende huisvestingprojecten:
De Einder
€ 0,2 mln. betreft huur Badhuis;
Johan de Witt Scholengroep,Capadosestraat
€ 0,3 mln. betreft afwikkeling nieuwbouwkosten;
Maris College, Nieuwe Duinweg
€ 0,6 mln. betreft revitalisatiekosten monument;
Maris College, Landréstraat
€ 0,3 mln. betreft voorbereidingskrediet nieuwbouw;
Diverse schoolgebouwen
€ 0,4 mln. betreft asbestverwijdering;
1.5.8 Overige overlopende activa
De toename van de post overlopende activa nog te ontvangen baten van 0,8 mln. betreft de volgende
posten:
◦ Subsidies derden;
◦ Nog te ontvangen rente van deposito's van de Rabobank (0,1 mln.);
◦ Vordering op de belastingdienst (€ 0,3 mln.) teruggave premie WAO/WIA;
◦ Vooruitbetaalde kosten (€ 0,5 mln.), deze kosten hebben betrekking op 2014.
Effecten & Liquide middelen
1.6
Effecten
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
1-1-2013
Boekwaarde
31-12-2013
EUR
EUR
EUR
EUR
1.6.1
Aandelen
0
0
0
0
1.6.2
Obligaties
0
0
0
0
1.6.3
Overige effecten
10.000.000
0
10.000.000
0
Effecten
10.000.000
0
10.000.000
0
1.6 Effecten
1.6.3 Overige effecten
De post overige effecten met de boekwaarde van € 10 mln. op de openingsbalans betreft het garantiefonds
Onderwijs. Dit bedrag is na tien jaar vrijgevallen in maart 2013.
1.7
Liquide middelen
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
71.200
73.100
Tegoeden op bank- en
girorekeningen
8.222.300
1.712.500
1.7.3
Deposito's
2.360.900
1.100
1.7.4
Overige liquide middelen
0
0
10.654.400
1.786.700
Liquide middelen
1.7 Liquide middelen
1.7.1 en 1.7.2 Kasmiddelen en tegoeden op bank-en girorekeningen
De tegoeden op de bankrekeningen zijn op balansdatum met € 9 mln. toegenomen ten opzichte van 2012 .
Dit is als volgt te verklaren:
◦ De gerarandeerde rente van de vrijgekomen effecten vermeerderd met de laatste positieve click van de
belegging (€ 5,4 mln.);
◦ In december heeft het ministerie van OCW € 3,4 mln overgemaakt met de bestemming voor 2014;
◦ Positief resultaat over 2013.
Eigen vermogen
2.1
Eigen vermogen
Stand
Resultaat
Overige mutaties
1-1-2013
Stand per
31-12-2013
EUR
EUR
EUR
EUR
2.1.1
Algemene reserve
9.594.900
840.900
0
10.435.800
2.1.2
Bestemmingsreserve (publiek)
5.392.500
4.354.400
0
9.746.900
14.987.400
5.195.300
0
20.182.700
4.940.300
452.200
926.600
3.427.800
0
0
5.866.900
3.880.000
5.392.500
4.354.400
0
9.746.900
Eigen vermogen
Uitsplitsing
2.1.2.N Personele reserve
Reservering additionele subsidies
Bestemmingsreserve (publiek)
2.1 Eigen vermogen
2.1.1 Algemene reserve
De voorgenomen bestemming van de algemene reserve is als volgt:
op basis van de risicoanalyse van de scholen is het weerstandsvermogen vastgesteld. Hierbij zijn twee
percentages tot stand gekomen: maximaal 10% voor de scholen met een laag risico, totaal € 4,7 mln. en
maximaal 15% voor scholen met een gemiddeld risico, totaal € 7,8 mln. (zie bestuursverslag/ risicoanalyse
financiële positie). In de bovengenoemde buffers van 10% en 15% is 5% (€ 5,0 mln.) gereserveerd voor het
sociaal fonds (zie bestuursverslag/algemene instellingsgegevens/het fonds VO Haaglanden). Een gemiddelde
buffer van 10% is toereikend.
2.1.2 Bestemmingsreserve
De bestemmingsreserve voor personele verplichtingen bestaat uit:
1. reserve bapo € 2,4 mln., volgens het addendum behorend bij de CAO VO Haaglanden is het uitstellen van
bapo door de functiecategorie directie en Onderwijs Ondersteunend Personeel mogelijk. De
bestemmingreserve bapo is hiervoor opgebouwd;
2. fonds VO Haaglanden ad € 1,7 mln., zie toelichting jaarverslag/fonds VO Haaglanden;
3. risico's met betrekking tot wachtgeld en andere personele verplichtingen ad € 1,7 mln.
4. niet opgenomen lasten januari - juli 2014 voor maatschappelijke stages en leerling-gebonden budget
€ 0,4 mln. En de ontvangen baten ad € 3,4 mln. (vanuit najaarsakkoord) bestemd voor 2014 en onvangen in
december 2013.
4.598.500
Overige voorzieningen
Voorzieningen
2.2.3
1.381.600
879.000
755.000
124.000
575.700
400.000
175.700
32.100
0
32.100
EUR
0
0
0
4.869.700
3.571.900
1.297.800
EUR
31-12-2013
Stand per
695.000
695.000
EUR
deel<1 jaar
Kortlopend
4.174.700
2.876.900
1.297.800
EUR
deel>1 jaar
Langlopend
2.2.3 Overige voorzieningen
De overige voorzieningen betreft de voorziening onderhoud.
De voorziening onderhoud is opgebouwd om het meerjarig onderhoudsplan (MOP) uit te kunnen voeren.
De dotatie van € 0,8 mln. betreft de actualisatie van de voorziening onderhoud voor het gebouw van Dalton Den Haag (€ 0,2 mln.). De voorziening voor het gebouw van Rijswijks
Lyceum/ Van Vredenburch College aan de Van Vredenburchweg (0,4 mln.) en de voorziening voor het gebouw van het Segbroek College aan de Goudsbloemlaan (0,2 mln.). De
onttrekking betreft de voorziening Segbroek College voor de renovatie van het gebouw aan de Klaverstraat.
De voorziening ultimo 2013 van € 3,6 mln. is bestemd voor de volgende projecten:
◦ Dalton Den Haag, renovatie leerlingensoos;
◦ Haags Montessori Lyceum, renovatie studieruimte begane grond;
◦ Maris College, verbouwing locatie Kijkduin;
◦ Rijswijks Lyceum/Van Vredenburch College, renovatie Van Vredenburchweg;
◦ Segbroek College, renovatie gebouw Klaverstraat en Goudsbloemlaan.
2.2.1 Personeelsvoorzieningen
De personele voorzieningen betreffen ultimo 2013 spaarverlof en jubilea. De voorziening jubilea is als volgt opgebouwd: per personeelslid berekend op basis van leeftijd, aantal
dienstjaren, werktijdfactor schaal, aantal opbouwjaren en blijfkans.
De onttrekking betreft voornamelijk de voorziening jubilea (Dalton Den Haag, Rijswijks Lyceum Van Vredenburch College en Segbroek College).
2.2 Voorzieningen
3.216.900
Personeelsvoorzieningen
EUR
Rente mutatie (bij
EUR
EUR
Vrijval
EUR
Onttrekkingen
contante waarde)
Dotaties
1-1-2013
2.2.1
Stand
Voorzieningen
2.2
Voorzieningen
2.660.000
Langlopende schulden
Aangegane
leningen
EUR
0
0
160.000
160.000
EUR
Aflossingen
2.500.000
2.500.000
Stand
31-12-2013
EUR
Looptijd
> 1 jaar
EUR
0
2.860.000
2.860.000
Looptijd
> 5 jaar
EUR
3,89
3,89
Rentevoet
2.3.5 Overige langlopende schulden
In 2011 is een langlopend (maximale aflossingstermijn 20 jaar) krediet afgesloten bij de ING voor de bouw van de gymzalen aan de Mgr. Nolenslaan, locatie van het Maris
College.
De opbouw van de rente van 3,89% is Euribor 0,24% en vaste rente 3,65%.
2.660.000
Overige langlopende schulden
2.3.5
Stand
1-1-2013
EUR
Langlopende schulden
2.3
Langlopende schulden
Kortlopende schulden
2.4
Kortlopende schulden
31-12-2013
EUR
31-12-2012
EUR
2.4.3
Crediteuren
1.958.200
1.619.200
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
3.688.700
3.596.000
2.4.8
Schulden ter zake van pensioenen
934.100
879.700
2.4.9
Overige kortlopende schulden
0
0
2.4.10
Overlopende passiva
4.000.400
4.234.100
10.581.400
10.329.000
3.314.200
3.201.000
Kortlopende schulden
Uitsplitsing
2.4.7.1
Loonheffing
2.4.7.2
Omzetbelasting
178.100
175.700
2.4.7.3
Premies sociale verzekeringen
196.400
219.300
3.688.700
3.596.000
135.600
510.900
2.354.900
2.375.000
105.500
0
1.404.400
1.348.200
4.000.400
4.234.100
Belasting en premies sociale verzekeringen
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt
2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen
2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten
2.4.10.8 Overige
Overlopende passiva
2.4 Kortlopende schulden
2.4.3 Crediteuren
De post crediteuren is ten opzichte van 2012 met 0,3 mln. toegenomen. De toename betreft faturen van ROC
Mondriaan (vavokosten) en facturen waar discussie over wordt gevoerd (accountantskosten controle 2012 en
meer- en minderwerk van een bouwbedrijf). In 2014 worden de facturen, al dan niet gecorrigeerd, betaald.
2.4.10 Overlopende passiva
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW
De post vooruitontvangen subsidies OCW is ten opzichte van 2012 met € 0,3 mln. afgenomen. Het opgenomen
bedrag betreft voornamelijk de prestatiesubsidie voortijdig schoolverlaten. De subsidie heeft betrekking op
2014 en is ontvangen in 2013.
2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten
In afwijking tot 2012 is onder deze post de begrote kosten voor het jaarwerk 2013 opgenomen.
diverse
diverse
diverse
Energie binnenmilieu
Zij-instromers
Studieverlof
1.661.600
371.800
448.000
839.300
2.500
Bedrag van
toewijzing
EUR
Totaal
Soc.veiligheid LHBT-jongeren
Prestatiesubsidie VSV
Innovatieimpuls
Omschrijving
12/59935
diverse
309171/309312
Toewijzing
kenmerk
322.800
10.000
299.900
152.900
0
150.000
2.900
EUR
EUR
12.900
Saldo
1-1-2013
1.661.600
371.800
448.000
839.300
2.500
Ontvangen
t/m verslagjaar
EUR
Bedrag van
toewijzing
G2B Geoormerkte subsidies en doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Totaal
279976
Toewijzing
kenmerk
Innovatieimpuls Onderwijs
Omschrijving
G2A Geoormerkte subsidies en aflopend per ultimo verslagjaar
OCW
Geoormerkte subsidies
10.000
169.900
10.000
149.900
EUR
Ontvangen in
verslagjaar
1.063.100
363.000
155.000
542.600
0
11.700
162.900
1.200
150.000
EUR
Lasten in
verslagjaar
598.500
8.800
293.000
296.700
EUR
EUR
2.500
Te verrekenen
Totale kosten
11.700
162.900
1.200
150.000
EUR
Totale kosten
31-12-2013
159.900
8.800
149.900
1.200
Saldo nog te
besteden
31-12-2013
EUR
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
◦ Voor de huisvesting van het bestuursbureau (BMO) is een huurcontract voor het pand De Ruijterstraat 36 te
Den Haag afgesloten Per ultimo 2013 loopt het huurcontract nog drie jaar en negen maanden. De huursom
betreft € 150.000 voor deze periode.
◦ Voor de huur Schalkburgerstraat (De Einder) is een huurcontract afgesloten. Per ultimo 2013 loopt het
huurcontract nog 7 maanden. De huursom betreft € 60.401 voor deze periode. Indien er niet wordt opgezegd
loopt deze huur nog een jaar door tot 1 augustus 2015 (stilzwijgende verlenging).
◦ Voor de huur badhuis/Spionkopstraat 15 (De Einder) is een huurcontract afgesloten. Per ultimo 2013 loopt het
huurcontract nog vijf jaar en negen maanden. De huursom betreft € 1.006.250 voor deze periode. Van dit
bedrag komt € 161.000 ten laste van de school. Het resterende bedrag wordt vergoed door de Gemeente Den
Haag, afdeling Vastgoed.
◦ Voor de Landréstraat (Maris College) is een medegebruiksovereenkomst afgesloten. Per ultimo 2013 loopt het
huurcontract nog zeven maanden (opgezegd per 1 augustus 2014). De som betreft € 23.440 voor deze periode.
◦ Voor de huur noodlokalen aan de Goudsbloemlaan (Segbroek College) is een huurcontract afgesloten. Per
ultimo 2013 loopt het huurcontract nog een jaar en acht maanden. De huursom betreft € 23.080 voor deze
periode. Dit contract wordt nog met minimaal een jaar verlengd.
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
77.045.600
76.535.700
3.1.2
Overige subsidies OCW
16.647.000
12.910.600
Rijksbijdragen
93.692.600
89.446.300
77.045.600
76.535.700
618.600
493.900
16.028.400
12.416.700
16.647.000
12.910.600
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW
De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is per saldo toegenomen met € 0,5 mln. ten opzichte van 2012. De
toename is als volgt te verklaren:
Toename van de lumpsum:
◦ Toename van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2012 met 3%;
◦ Verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de
landelijke functiemix;
◦ Kabinetsbijdrage 2013 voor de premiekostenontwikkeling van de sociale werkgeverslasten;
◦ Prijsbijstelling bekostiging exploitatiekosten in 2013.
Afname van de lumpsum:
◦ Taakstelling uit het Regeerakkoord 2010 (in verband met voorgenomen vereenvoudiging van de bekostiging);
◦ Correctie van de kasschuif (eenmalige compensatie, dit bedrag is uitbetaald in 2010).
3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
De toename van de geoormerkte subsidies ten opzichte van 2012 met € 0,1 mln. wordt veroorzaakt door de
stijging van de de prestatiesubsidie VSV en de toename van het aantal studieverloven in verband met de
Lerarenbeurs. De subsidie doorontwikkeling praktijkonderwijs is komen te vervallen.
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
De toename van de niet-geoormerkte subsidies ten opzichte van 2012 met € 3,6 mln. is als volgt te verklaren:
◦ Incidentele baten in het kader van het najaarsakkoord 2013 (€ 2,6 mln.);
◦ Bijdrage om werkgelegenheid voor jonge leerkrachten in het VO te handhaven (0,8 mln.);
◦ Afname van de Leerplusmiddelen (- 0,6 mln.);
◦ Verhoging van de vergoedingsbedragen voor de Functiemix Randstad en de Prestatiebox (€ 0,8 mln.).
Overheidsbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
4.148.500
3.948.500
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
4.148.500
3.948.500
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Deze baten betreffen de subsidies van de gemeente Den Haag van diverse productgroepen, in het bijzonder
Vastgoed en Onderwijsbeleid.
De toename van € 0,2 mln. ten opzichte van 2012 is als volgt te verklaren:
◦ Afname van de onderwijssubsidies met € 1 mln. Dit betreft de subsidie voor de Brede Buurtschool. Om
personele risico's te voorkomen is de Stichting Brede Buurtschool opgericht. De aanvraag/toekenning en
verantwoording van De Einder en Johan de Witt Scholengroep loopt nu via de stichting. De kosten en baten
worden niet meer opgenomen in deze jaarrekening.
◦ Toename van de baten Vastgoed van de gemeente Den Haag en Rijswijk met € 1,2 mln. betreft de te
declareren renovatiekosten van de Nieuwe Duinweg, locatie Maris College, de afrekening van de renovatie Laan
van Meerdervoort, locatie Gymnasium Haganum. Tevens heeft de gemeente Den Haag en Rijswijk de kosten
vergoed die zijn voortgekomen uit de asbestverwijdering van diverse panden.
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
31-12-2012
EUR
3.5.1
Verhuur
210.000
140.700
3.5.2
Detachering personeel
329.300
183.500
3.5.5
Ouderbijdragen
3.021.100
3.066.100
3.5.6
Overige
2.866.800
2.516.200
Overige baten
6.427.200
5.906.500
3.5 Overige baten
3.5.1 Verhuur
De toename van de inkomsten verhuur met € 0,07 mln. ten opzichte van 2012 betreft de verhuur van ruimten
aan derden. De huurpenningen zijn gestegen bij De Einder, Gymnasium Haganum, Maerlant-Lyceum en
Rijswijks Lyceum/Van Vredenburch College.
3.5.2 Detachering personeel
De post detachering personeel is toegenomen met € 0,15 mln. ten opzichte van 2012. De toename betreft de
detachering van medewerkers aan de Cor Emousschool (De Einder) en aan de Rebound (Johan de Witt
Scholengroep).
3.5.5 Ouderbijdragen
De inkomsten ouderbijdragen zijn met € 0,04 mln. afgenomen ten opzichte van 2012 terwijl het aantal
leerlingen is gestegen met 3%. De oorzaak ligt in het feit dat steeds meer ouders niet kunnen of willen betalen.
3.5.6 Overige
De overige baten zijn met € 0,3 mln. toegenomen ten opzichte van 2012. In 2014 is dit bedrag ontvangen van
de Belastingdienst als teruggave premie WAO/WIA over 2013.
Lasten
4.1
Personeelslasten
31-12-2013
4.1.1
4.1.2
4.1.3
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
31-12-2012
EUR
71.245.400
5.329.400
448.200
EUR
69.734.300
6.968.400
398.800
Personeelslasten
76.126.600
76.303.900
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
55.975.500
6.493.200
8.776.700
55.541.600
6.163.200
8.029.500
Lonen en salarissen
71.245.400
69.734.300
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
124.000
2.196.800
3.008.600
235.900
3.370.600
3.361.900
Overige personele lasten
5.329.400
6.968.400
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
4.1 Personeelslasten
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen
De post salarissen is toegenomen met € 1,5 mln. ten opzichte van 2012. De verklaring hiervan is als volgt:
◦ inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 14 naar 13 treden);
◦ invoering van de functiemix 2013, meer LC en LD schalen voor docenten;
◦ stijging van ABP-premies en de WGA-premie.
In 2013 had de Stichting VO Haaglanden 20 fte's (2%) minder in dienst dan in 2012 bij een toename van het
aantal leerlingen van 3%. Toch heeft dit niet geresulteerd in lagere personeelslasten dan in 2012.
4.1.2 Overige personele lasten
4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen
De post dotaties is ten opzichte van 2012 met € 0,1 mln. afgenomen. Dit betreft een lagere dotatie in de
voorziening jubilea bij Dalton Den Haag, Johan de Witt Scholengroep, Lyceum Ypenburg, Rijswijks Lyceum/Van
Vredenburch College en Segbroek College.
4.1.2.2 Personeel niet in loondienst
De post Personeel niet in loondienst is ten opzichte van 2012 met € 1,2 mln. afgenomen. Dit is te verklaren
doordat de kosten die gemaakt worden voor de subsidie Brede buurtschool voor De Einder en Johan de Witt
Scholengroep niet meer in de jaarrekening worden opgenomen. Zie de opmerking bij 3.2.2.
Bij Maerlant-Lyceum en Maris College is minder personeel ingehuurd.
4.1.2.3 Overig
De afname van de post overig met € 0,36 mln. ten opzichte van 2012 is als volgt te verklaren:
◦ Toename van de post uitkeringen bij alle scholen (€ 0,1 mln.);
◦ Afname van de post uitkeringen aan personeel bij Johan de Witt Scholengroep. In 2012 zijn er veel uitkeringen
geweest in verband met het herstructureringsplan (- € 0,6 mln.);
◦ Toename van de post vavokosten bij Maris College en Segbroek College (0,09 mln.);
◦ Toename van de post nacholing bij Maris College (0,05 mln.).
Lasten
4.2
4.2.1
4.2.2
Afschrijvingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
834.600
0
757.000
Afschrijvingen
834.600
757.000
4.2.2 Materiële vaste activa
De post afschrijvingen is toegenomen ten opzichte van 2012 met € 0,06 mln. In 2013 zijn alle projecten
afgerond. De geactiveerde kosten zijn afgeschreven.
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
Huisvestingslasten
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
Huisvestingslasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
633.400
0
4.994.000
1.602.200
1.808.100
176.200
755.000
309.900
647.800
0
4.632.000
1.486.400
1.740.200
207.400
707.700
328.500
10.278.800
9.750.000
4.3 Huisvestingslasten
4.3.3 Onderhoud
De post onderhoud is met € 0.4 mln. toegenomen ten opzichte van 2012. Enerzijds is € 1,6 mln. meer
uitgegeven als gevolg van de asbestsanering in het bijzonder de Aronskelkweg (Dalton Den Haag) en de
renovatie van de Nieuwe Duinweg (Maris College).
Anderzijds is € 1,2 mln. minder uitgegeven aan onderhoud. In 2012 zijn de kosten voor de Capadosestraat
opgenomen. In 2013 zijn deze werkzaamheden afgerond.
4.3.7 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
De post dotatie van € 0,7 mln. betreft de voorziening onderhoud voor Aronskelkweg (Dalton Den Haag), Van
Vredenburchweg (Rijswijks Lyceum/Van Vredenburch College) en Goudsbloemlaan (Segbroek College).
Lasten
4.4
Overige lasten
31-12-2013
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
Overige lasten
31-12-2012
EUR
2.376.300
6.007.900
0
4.377.200
EUR
1.913.900
6.289.200
0
4.383.000
12.761.400
12.586.100
4.4 Overige lasten
4.4.1 Administratie en beheerslasten
De kosten zijn met € 0,46 mln. toegenomen ten opzichte van 2012. In 2013 heeft het Segbroek College een
boete van € 0,16 moeten betalen aan het ministerie van OC en W wegens het niet halen van de onderwijstijd. Er
is door het Segbroek en BMO geïnvesteerd in ICT (€ 0,11 mln.) en er is meer uitgegeven aan jubileum (BMO en
het Segbroek College). In 2013 zijn de accountantskosten van het jaarwerk 2012 - gefactureerd in 2013 - en de
begrote kosten van het jaarwerk 2013 opgenomen. Het verschil ten opzichte van 2012 is € 0,17 mln. In het
vervolg zullen de afrekening t-1 en de begrote kosten worden opgenomen onder deze post.
4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Deze post is € 0,3 mln. afgenomen ten opzichte van 2012. Enerzijds is er minder uitgegeven aan inkopen
schoolboeken (- € 0,16 mln.) bij het Maris College, maar meer bij de Johan de Witt Scholengroep (€ 0,05 mln.).
Door een nieuw contract voor de kopieermachine zijn de kopieerkosten in totaal voor alle scholen met € 0,2
mln. afgenomen.
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
5.1
Rentebaten
5.5
31-12-2012
EUR
1.096.600
1.559.900
Rentelasten (-/-)
168.200
1.179.200
Financiële baten en lasten
928.400
380.700
5 Financiële baten en lasten
De toename van de totale rentebaten en lasten is € 547.700 ten opzichte van 2012. Dit is te verklaren doordat
bij de afloop van de twee garantiefondsen nog een click is gemaakt bovenop de gegarandeerde rente.
In mei 2003 is € 10 miljoen ondergebracht in garantiefonds onderwijs met een gegarandeerde rente van 47,5%
op de einddatum van mei 2013. Jaarlijks maakte dit produkt een click ten opzicht van de waarde van het jaar
ervoor en werd de waarde opnieuw bepaald. Doordat de laatste jaren de obligaties in waarde zijn gedaald en in
2013, op het moment van de click zijn gestegen, betekende dit een positieve click waardoor het rendement
geen 47,5% was maar 53,1% over de € 10 miljoen.
Stichting
Stg. BMO VO Haaglanden
Den Haag
Statutaire zetel
4
Code
activiteiten
Resultaat
jaar 2013
EUR
Eigen vermogen
31-12-2013
EUR
Totaal Toezichthouders
mr. A.H. van Delden
ir. J. de Jong
J. Mohamedajoeb
F.E. Nieboer
mevr. drs. L.E.J. Engering
mevr. A.A. van den Heuvel
10-04-2012
01-01-2009
01-01-2009
01-01-2009
Einddatum
dienstverband
1,0000
1,0000
Omvang
dienstverband
in FTE
31.500
0
2.947
1.200
1.747
2013
2013
124.771
113.446
Belastbare vaste
en variabele
onkosten
100
%
Deelname
Beloning
6.500
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
J
N
N
N
N
N
01-01-2003
01-01-2013
Ingangsdatum
dienstverband
Raad van Toezicht
voorzitter
secretaris
lid
lid
lid
lid
drs. F.A.E.Burema
drs. P.H. van Laarhoven
Naam
238.217
J
N
Voorzitter
(J/N)
ja
ja/nee
Art 2
403 BW
Totaal Bestuurders
College van Bestuur:
voorzitter
lid
Functie
4.1 Vermelding bezoldiging topfuctionarissen en vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking
WNT Wet Nomering bezoldiging topfunctionarissen
Juridische
vorm
Naam
Model E: Verbonden partijen
Verplichte toelichting
0
38.618
21.184
17.434
Voorziening
beloning
betaalbaar op
termijn
2013
ja
ja/nee
Consolidatie
0
0
2013
Uitkering
beëindiging
diensverband
Christel Molina,
Lyceum Ypenburg
Ik weet gewoon nog niet
zo goed wat ik wil worden.
Ik wil in ieder geval buiten
werken, niet de hele dag op
een kantoor. En met mensen,
ik wil graag helpen. En biologie gaat me goed af, dus
misschien arts in een ander
land? Al wil ik niet zo lang
studeren, dus. Eerst wilde
ik dolfijnentrainer worden,
maar dat is volgens mij meer
een vakantiebaan. Bovendien
wil iedereen het, dus laat
maar.
Bestemming van het exploitatiesaldo
Het geboekte resultaat van € 5.195.300 is ten gunste van het eigen vermogen geboekt.
Bijlagen
Gegevens rechtspersoon
Bestuursnummer
41360
Naam instelling
Stichting VO Haaglanden
Juridische vorm
stichting
Adres
De Ruijterstraat 36
Postadres
Postbus 85695
Postcode/Plaats
2508 CJ Den Haag
Telefoon
070 4262626
Fax
070 4262630
E-mail
[email protected]
Internetsite
www.vohaaglanden.nl
Samenstelling College van Bestuur en Raad van Toezicht op balansdatum
College van bestuur:
Voorzitter
mevrouw drs. F.A.E. Burema
Lid
drs. P.H. van Laarhoven
Raad van toezicht:
Voorzitter
mr. A.H. van Delden
Secretaris
ir. J. de Jong
Leden
A.J. Mohamedajoeb
F. Nieboer
mevrouw drs. L.E.J. Engering
mevrouw A.A. van den Heuvel
Contactpersoon
mevrouw M.J.C. de Mari
Telefoon
070 4262620
Fax
070 4262630
E-mail
[email protected]
Niels van Heijningen,
Dalton Den Haag
Ik vind typetjes spelen
heel leuk. Inleven in
een ander, blij, zielig,
alles. Presentator wil
ik ook wel worden, een
zaal vol vreemdelingen
schrikt me niet af. Ik
was vroeger verlegen,
maar dat is voorbij.
Applaus, da’s leuk.
Staat van Baten en Lasten
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
7.043.000
6.596.800
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
398.900
32.000
Overige baten
487.900
463.800
7.929.800
7.092.600
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
5.641.600
5.506.100
0
0
1.015.600
478.900
937.000
975.000
7.594.200
6.960.000
335.600
132.600
-900
-300
334.700
132.300
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
6.038.200
5.953.400
3.1.2
Overige subsidies OCW
1.004.800
643.400
Rijksbijdragen
7.043.000
6.596.800
6.038.200
5.953.400
15.500
5.500
989.300
637.900
1.004.800
643.400
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.1 Rijksbijdragen
3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
De toename van de niet-geoormerkte subsidies ten opzichte van 2012 met € 351.400 is als volgt te
verklaren:
◦ Incidentele baten in het kader van het najaarsakkoord 2013;
◦ Bijdrage om werkgelegenheid voor jonge leerkrachten te handhaven;
◦ Verhoging van de vergoedingsbedragen voor de Functiemix Randstad en de Prestatiebox.
Overheidsbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
398.900
32.000
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
398.900
32.000
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
De toename van de overige overheidsbijdragen en -subsidies ten opzichte van 2012 met € 366.900 is te
verklaren door de baten van de gemeente Den Haag afdeling Vastgoed. Dit betreft de vergoeding voor de
gemaakte kosten die zijn voortgekomen uit de asbestsanering. Zie ook pagina 55 van het jaarverslag.
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5
Ouderbijdragen
3.5.6
Overige
Overige baten
31-12-2012
EUR
8.500
8.900
14.000
12.800
430.900
423.400
34.500
18.700
487.900
463.800
3.5 Overige baten
3.5.6 Overige
De post overige is toegenomen ten opzichte van 2012 met € 15.800. Dit betreft voornamelijk de van de
Belastingdienst ontvangen teruggave premie WAO/WIA over 2013.
Lasten
4.1
Personeelslasten
31-12-2013
4.1.1
4.1.2
4.1.3
EUR
5.283.300
381.800
23.500
EUR
5.122.100
395.100
11.100
5.641.600
5.506.100
5.283.300
5.122.100
5.283.300
5.122.100
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
0
176.200
205.600
20.500
236.100
138.500
Overige personele lasten
381.800
395.100
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
31-12-2012
4.1 Personeelslasten
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen
De post salarissen is toegenomen met € 161.200 ten opzichte van 2012. De verklaring hiervan is als volgt:
◦ inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 14 naar 13 treden);
◦ invoering van de functiemix 2013, meer LC en LD schalen voor docenten;
◦ stijging van ABP-premies en de WGA-premie.
In 2013 had Dalton Den Haag minder fte's in dienst dan in 2012 bij een kleine toename van het aantal
leerlingen. Toch heeft dit niet geresulteerd in lagere personeelslasten dan in 2012.
4.1.2 Overige personele lasten
4.1.2.3 Overig
De post overig is ten opzichte van 2012 toegenomen met € 67.100. Dit betreft vooral de post vavokosten en
de post uitkeringen. De post collectieve uitkeringen wordt in 2014 nog verdeeld in "schoolgebonden" en
"collectieve" uitkeringen. Dit zal een voordeel betekenen voor het Dalton.
Lasten
4.2
Afschrijvingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
4.2.1
4.2.2
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
0
0
0
Afschrijvingen
0
0
Huisvestingslasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
Huisvestingslasten
34.700
0
599.000
73.800
117.900
13.300
155.000
21.900
32.800
0
192.200
73.900
130.000
32.500
0
17.500
1.015.600
478.900
4.3 Huisvestingslasten
4.3.3 Onderhoud
De post onderhoud is met € 406.800 toegenomen ten opzichte van 2012. Dit betreft de kosten voor de
asbestsanering, zie ook de opmerking bij de post 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies.
4.3.7 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
De post dotatie overige onderhoudsvoorzieningen is met € 155.000 toegenomen ten opzichte van 2012. Dit
betreft de voorziening onderhoud voor Aronskelkweg. Zie ook pagina 56 van het jaarverslag.
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
97.400
406.700
0
432.900
74.000
402.200
0
498.800
Overige lasten
937.000
975.000
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
Financiële baten en lasten
31-12-2012
EUR
0
0
900
300
-900
-300
Daria Stasinska, De Einder
Ik vind dit een inspirerende plek, ik houd van schilderen
en tekenen. Ik wil fotograaf worden, schilder of zangeres.
Ik weet niet of dat lukt, maar ik ga in mijzelf geloven.
Staat van Baten en Lasten
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
3.748.800
3.036.500
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
408.600
402.700
Overige baten
811.900
659.700
4.969.300
4.098.900
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
4.4
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
3.533.900
3.368.200
36.700
14.300
Huisvestingslasten
764.800
522.500
Overige lasten
429.600
337.300
4.765.000
4.242.300
204.300
-143.400
-200
-100
204.100
-143.500
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
3.212.400
2.666.400
536.400
370.100
3.748.800
3.036.500
3.212.400
2.666.400
0
15.100
536.400
355.000
536.400
370.100
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW
De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is per saldo toegenomen met € 546.000 ten opzichte van 2012. De
toename is als volgt te verklaren:
Toename van de lumpsum:
◦ Toename van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2012;
◦ Verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de
landelijke functiemix;
◦ Kabinetsbijdrage 2013 voor de premiekostenontwikkeling van de sociale werkgeverslasten;
◦ Prijsbijstelling bekostiging exploitatiekosten in 2013.
Afname van de lumpsum:
◦ Taakstelling uit het Regeerakkoord 2010 (in verband met voorgenomen vereenvoudiging van de
bekostiging);
◦ Correctie van de kasschuif (eenmalige compensatie, dit bedrag is uitbetaald in 2010).
3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
De toename van de niet-geoormerkte subsidies ten opzichte van 2012 met € 181.400 is als volgt te verklaren:
◦ Incidentele baten in het kader van het najaarsakkoord 2013;
◦ Bijdrage om werkgelegenheid voor jonge leerkrachten te handhaven;
◦ Verhoging van de vergoedingsbedragen voor de Functiemix Randstad en de Prestatiebox.
Overheidsbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
408.600
402.700
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
408.600
402.700
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
31-12-2012
EUR
3.5.1
Verhuur
33.200
0
3.5.2
Detachering personeel
25.700
0
3.5.5
Ouderbijdragen
0
0
3.5.6
Overige
753.000
659.700
Overige baten
811.900
659.700
3.5 Overige baten
3.5.2 Detachering personeel
De post detachering personeel is toegenomen met € 25.700 ten opzichte van 2012. De toename betreft de
detachering van medewerkers aan de Cor Emousschool.
3.5.6 Overige
De post overige is toegenomen ten opzichte van 2012 met € 93.300. Dit betreft voornamelijk de van de
Belastingdienst ontvangen teruggave premie WAO/WIA over 2013 en inkomsten derden.
Lasten
4.1
Personeelslasten
31-12-2013
4.1.1
4.1.2
4.1.3
EUR
3.159.900
410.000
36.000
EUR
2.939.400
464.800
36.000
3.533.900
3.368.200
3.159.900
2.939.400
3.159.900
2.939.400
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
0
314.900
95.100
9.000
361.600
94.200
Overige personele lasten
410.000
464.800
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
31-12-2012
4.1 Personeelslasten
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen
De post salarissen is toegenomen met € 220.500 ten opzichte van 2012. De verklaring hiervan is als volgt:
◦ inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 14 naar 13 treden);
◦ invoering van de functiemix 2013, meer LC en LD schalen voor docenten;
◦ stijging van ABP-premies en de WGA-premie.
4.2
Afschrijvingen
31-12-2013
EUR
4.2.1
4.2.2
31-12-2012
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
36.700
0
14.300
Afschrijvingen
36.700
14.300
4.2 Afschrijvingen
4.2.2 Materiële vaste activa
De post materiële vaste activa is toegenomen met € 22.400 ten opzichte van 2012. De inrichting van de
Schalkburgerstraat is gedurende het jaar 2012 in gebruik genomen. In 2013 betreft de afschrijving over een
geheel jaar.
Lasten
4.3
Huisvestingslasten
31-12-2013
EUR
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
31-12-2012
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
236.800
0
276.900
148.600
92.100
6.900
0
3.500
EUR
129.300
0
256.400
44.000
80.800
7.500
0
4.500
Huisvestingslasten
764.800
522.500
4.3 Huisvestingslasten
4.3.1 Huur
De post huur is ten opzichte van 2012 met € 107.500 toegenomen. Dit betreft de huur van een extra etage
Schalkburgerstraat.
4.3.4 Energie en water
De post energie en water is ten opzichte van 2012 met € 104.600 toegenomen. Dit betreft de afrekening
energie van 2012 die betaald is in 2013 en de extra m².
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
78.600
204.100
0
146.900
45.300
187.100
0
104.900
Overige lasten
429.600
337.300
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
Financiële baten en lasten
31-12-2012
EUR
0
0
200
100
-200
-100
Igor Grotenhuis,
Gymnasium Haganum
Ik wil iets in de techniek.
Piloot worden, of iets in de
wiskunde. Het is een puzzel,
die ik altijd wel oplos. Drama
vind ik ook leuk, je gebruikt
je fantasie. Terwijl wiskunde
objectief is, is drama lekker
subjectief. Ik durf eigenlijk
alles, met drama.
Staat van Baten en Lasten
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
4.661.600
4.833.800
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
737.300
11.500
Overige baten
213.100
234.400
5.612.000
5.079.700
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
3.847.700
3.602.300
Afschrijvingen
169.600
196.000
4.3
Huisvestingslasten
412.900
598.500
4.4
Overige lasten
531.100
304.800
4.961.300
4.701.600
650.700
378.100
-200
-200
650.500
377.900
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
3.887.900
4.385.100
773.700
448.700
4.661.600
4.833.800
3.887.900
4.385.100
10.000
-3.500
763.700
452.200
773.700
448.700
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.1 Rijksbijdragen
3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
De toename van de niet-geoormerkte subsidies ten opzichte van 2012 met € 311.500 is als volgt te
verklaren:
◦ Incidentele baten in het kader van het najaarsakkoord 2013;
◦ Bijdrage om werkgelegenheid voor jonge leerkrachten te handhaven;
◦ Verhoging van de vergoedingsbedragen voor de Functiemix Randstad en de Prestatiebox.
Overheidsbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
31-12-2013
EUR
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2012
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
737.300
11.500
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
737.300
11.500
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
De post overige overheidsbijdragen en -subsidies is met € 725.800 toegenomen. Dit betreft de afrekening
van de renovatie van het gebouw van de school.
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5
Ouderbijdragen
3.5.6
Overige
Overige baten
31-12-2012
EUR
21.800
4.800
0
0
145.200
197.000
46.100
32.600
213.100
234.400
Lasten
4.1
Personeelslasten
31-12-2013
4.1.1
4.1.2
4.1.3
EUR
3.642.500
217.400
12.200
EUR
3.447.900
166.400
12.000
3.847.700
3.602.300
3.642.500
3.447.900
3.642.500
3.447.900
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
2.800
64.300
150.300
2.800
44.000
119.600
Overige personele lasten
217.400
166.400
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
31-12-2012
4.1 Personeelslasten
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen
De post salarissen is toegenomen met € 194.600 ten opzichte van 2012. De verklaring hiervan is als volgt:
◦ inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 14 naar 13 treden);
◦ invoering van de functiemix 2013, meer LC en LD schalen voor docenten;
◦ stijging van ABP-premies en de WGA-premie.
4.1.2 Overige personele lasten
4.1.2.3 Overig
De post overig is ten opzichte van 2012 toegenomen met € 30.700. Dit betreft vooral de post bij- en
nascholing personeel en de post uitkeringen. De post collectieve uitkeringen wordt in 2014 nog verdeeld in
"schoolgebonden" en "collectieve" uitkeringen. Dit zal een voordeel betekenen voor het Haganum.
Lasten
4.2
4.2.1
4.2.2
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
Afschrijvingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
169.600
0
196.000
Afschrijvingen
169.600
196.000
Huisvestingslasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
16.100
0
137.200
118.000
112.700
8.600
0
20.300
23.000
0
340.700
106.200
102.400
7.900
0
18.300
Huisvestingslasten
412.900
598.500
4.3 Huisvestingslasten
4.3.3 Onderhoud
De post onderhoud is met € 203.500 afgenomen. In 2012 is de revitalisatie van het gebouw aan de Laan van
Meerdervoort afgerond. De kosten 2013 betreffen het reguliere onderhoud.
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
78.100
147.700
0
305.300
50.800
125.100
0
128.900
Overige lasten
531.100
304.800
4.4 Overige lasten
4.4.4 Overige
De post overige is toegenomen met € 176.400 ten opzichte van 2012. Dit betreft de post
excursies/werkweken en schoolactiviteiten. In 2013 zijn er meer schoolactiviteiten geweest.
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
Financiële baten en lasten
31-12-2012
EUR
0
0
200
200
-200
-200
Anouk Westerhuis, HML
Ik weet niet wat ik later wil
gaan doen, er zijn zo veel
dingen die ik leuk vind. Ik wil
heel graag iets maken, iets
waar je je eigen ideeën in
kwijt kan. Als ik mijn fantasie
gebruik, met verf of wat
dan ook, ben ik opeens heel
geconcentreerd, fijn is dat.
Staat van Baten en Lasten
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
3.5
Overige baten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Totaal baten
6.454.500
6.194.500
31.800
31.000
674.400
575.800
7.160.700
6.801.300
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
5.031.600
4.969.200
0
0
506.800
343.800
Overige lasten
1.026.800
1.092.600
Totaal lasten
6.565.200
6.405.600
595.500
395.700
500
300
596.000
396.000
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
5.467.400
5.506.700
987.100
687.800
6.454.500
6.194.500
5.467.400
5.506.700
30.000
84.800
957.100
603.000
987.100
687.800
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.1 Rijksbijdragen
3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
De toename van de niet-geoormerkte subsidies ten opzichte van 2012 met € 354.100 is als volgt te verklaren:
◦ Incidentele baten in het kader van het najaarsakkoord 2013;
◦ Bijdrage om werkgelegenheid voor jonge leerkrachten te handhaven;
◦ Verhoging van de vergoedingsbedragen voor de Functiemix Randstad en de Prestatiebox.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
31.800
31.000
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
31.800
31.000
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
31-12-2012
EUR
3.5.1
Verhuur
16.700
18.300
3.5.2
Detachering personeel
20.000
7.800
3.5.5
Ouderbijdragen
535.400
503.700
3.5.6
Overige
102.300
46.000
Overige baten
674.400
575.800
3.5 Overige baten
3.5.6 Overige
De post overige is toegenomen ten opzichte van 2012 met € 56.300. Dit betreft voornamelijk de van de
Belastingdienst ontvangen teruggave premie WAO/WIA over 2013 en inkomsten derden.
Lasten
4.1
4.1.1
4.1.2
4.1.3
Personeelslasten
31-12-2013
EUR
4.692.000
369.900
30.300
31-12-2012
EUR
4.661.300
369.200
61.300
5.031.600
4.969.200
4.692.000
4.661.300
4.692.000
4.661.300
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
0
107.100
262.800
12.800
127.000
229.400
Overige personele lasten
369.900
369.200
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
4.1 Personeelslasten
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen
De post salarissen is toegenomen met € 30.700 ten opzichte van 2012. De verklaring hiervan is als volgt:
◦ inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 14 naar 13 treden);
◦ invoering van de functiemix 2013, meer LC en LD schalen voor docenten;
◦ stijging van ABP-premies en de WGA-premie.
In 2013 had HML minder fte's in dienst dan in 2012 bij een kleine toename van het aantal leerlingen. Toch
heeft dit niet geresulteerd in lagere personeelslasten dan in 2012.
4.2
4.2.1
4.2.2
Afschrijvingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
0
0
0
Afschrijvingen
0
0
Lasten
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
Huisvestingslasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
0
0
282.000
92.200
114.900
4.200
0
13.500
0
0
106.300
108.100
107.700
4.700
0
17.000
Huisvestingslasten
506.800
343.800
4.3 Huisvestingslasten
4.3.3 Onderhoud
De post onderhoud is toegenomen ten opzichte van 2012 met € 175.700. In 2013 zijn de installaties
aangepast.
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Overige lasten
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
42.100
488.100
0
496.600
53.400
474.700
0
564.500
1.026.800
1.092.600
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
31-12-2012
EUR
5.1
Rentebaten
2.400
1.900
5.5
Rentelasten (-/-)
1.900
1.600
500
300
Financiële baten en lasten
Saman Shahzadi,
Johan de Witt
Scholengroep
Ik wil mensen helpen,
dat is mijn grootste
ambitie. Daarom word
ik dokter. Ik moét dit
doen, ik kan het niet
opgeven. Mocht het
allemaal misgaan, dan
kan ik altijd nog
douanier worden. Ik
kan in elk geval niet
tegen nietsdoen.
Staat van Baten en Lasten
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
15.505.500
16.109.400
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
497.200
2.392.800
Overige baten
566.200
707.200
16.568.900
19.209.400
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
4.4
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
13.486.200
14.921.300
140.600
99.200
Huisvestingslasten
1.063.800
2.521.800
Overige lasten
1.502.900
1.806.300
16.193.500
19.348.600
375.400
-139.200
0
0
375.400
-139.200
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
11.176.100
11.933.900
4.329.400
4.175.500
15.505.500
16.109.400
11.176.100
11.933.900
133.600
133.000
4.195.800
4.042.500
4.329.400
4.175.500
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW
De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is per saldo afgenomen met € 757.800 ten opzichte van 2012. De
toename is als volgt te verklaren:
Toename van de lumpsum:
◦ Verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de
landelijke functiemix;
◦ Kabinetsbijdrage 2013 voor de premiekostenontwikkeling van de sociale werkgeverslasten;
◦ Prijsbijstelling bekostiging exploitatiekosten in 2013.
Afname van de lumpsum:
◦ Afname van het aantal leerlingen en het aantal LWOO en PRO leerlingen is afgenomen;
◦ Taakstelling uit het Regeerakkoord 2010 (in verband met voorgenomen vereenvoudiging van de
bekostiging);
◦ Correctie van de kasschuif (eenmalige compensatie, dit bedrag is uitbetaald in 2010).
3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
De toename van de niet-geoormerkte subsidies ten opzichte van 2012 met € 153.300 is als volgt te
verklaren:
Toename:
◦ Incidentele baten in het kader van het najaarsakkoord 2013;
◦ Bijdrage om werkgelegenheid voor jonge leerkrachten te handhaven;
◦ Verhoging van de vergoedingsbedragen voor de Functiemix Randstad en de Prestatiebox.
Afname:
◦ Afname van het aantal leerlingen;
◦ De leerplusmiddelen.
Overheidsbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
497.200
2.392.800
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
497.200
2.392.800
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
De post overige overheidsbijdragen en -subsidies is afgenomen met € 1.895.600 ten opzichte van 2012. Dit
is als volgt te verklaren:
◦ Afname van de onderwijssubsidies. Dit betreft de subsidie voor de Brede Buurtschool. Om personele
risico's te voorkomen is de Stichting Brede Buurtschool opgericht. De aanvraag/toekenning en
verantwoording loopt nu via de stichting. De kosten en baten worden niet meer opgenomen in deze
jaarrekening.
◦ Afname van de baten Vastgoed van de gemeente Den Haag. De nieuwbouw aan de Capadosestraat is in
2012 afgerond.
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
31-12-2012
EUR
3.100
1.900
Detachering personeel
80.200
33.800
3.5.5
Ouderbijdragen
37.200
31.100
3.5.6
Overige
445.700
640.400
Overige baten
566.200
707.200
3.5 Overige baten
3.5.6 Overige
De post overige is afgenomen ten opzichte van 2012 met € 194.700. In 2013 zijn de subsidies van derden
gedeeltelijk komen te vervallen.
Lasten
4.1
Personeelslasten
31-12-2013
4.1.1
4.1.2
4.1.3
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
Overige personele lasten
31-12-2012
EUR
12.530.600
1.028.100
72.500
EUR
12.781.900
2.166.900
27.500
13.486.200
14.921.300
12.530.600
12.781.900
12.530.600
12.781.900
7.600
380.600
639.900
21.500
885.400
1.260.000
1.028.100
2.166.900
4.1 Personeelslasten
4.1.2 Overige personele lasten
4.1.2.2 Personeel niet in loondienst
De post personeel niet in loondienst is ten opzichte van 2012 met € 504.800. afgenomen. Dit is te verklaren
doordat de kosten die gemaakt worden voor de subsidie Brede buurtschool niet meer in de jaarrekening
worden opgenomen. Zie de opmerking bij post 3.2.2 overige overheidsbijdragen en -subsidies.
4.1.2.3 Overig
De post overig is met € 620.100 afgenomen ten opzichte van 2012. In 2012 zijn er veel uitkeringen geweest
in verband met het herstructureringsplan.
Lasten
4.2
4.2.1
4.2.2
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
Afschrijvingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
140.600
0
99.200
Afschrijvingen
140.600
99.200
Huisvestingslasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
Huisvestingslasten
11.400
0
537.900
173.500
286.000
11.700
0
43.300
45.800
0
1.830.100
313.500
274.900
13.800
0
43.700
1.063.800
2.521.800
4.3 Huisvestingslasten
4.3.3 Onderhoud
De post onderhoud is ten opzichte van 2012 met € 1.292.200 afgenomen. In 2012 is de locatie aan de
Capadosestraat afgerond. Zie de opmerking bij post 3.2.2 overige overheidsbijdragen en -subsidies.
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
157.700
1.008.400
0
336.800
223.500
1.186.800
0
396.000
Overige lasten
1.502.900
1.806.300
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
31-12-2012
EUR
5.1
Rentebaten
0
0
5.5
Rentelasten (-/-)
0
0
Financiële baten en lasten
0
0
Robin Peverelli,
Lyceum Ypenburg
Ik wil kinderoncoloog worden. Medicijnen hebben vaak
latijnse namen, wel handig
dan als je weet wat er staat.
Ik vond het toen ik klein was
heerlijk om in boeken over
mythologie te bladeren. Ik
snapte lang niet alles, maar ik
vond de plaatjes erg mooi.
Als plan B wil ik wel lerares
op een basisschool worden.
Lijkt me ook hartstikke leuk.
Staat van Baten en Lasten
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
3.5
Overige baten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Totaal baten
3.905.200
0
47.600
0
445.400
0
4.398.200
0
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
4.4
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
2.701.800
0
0
0
Huisvestingslasten
301.700
0
Overige lasten
793.700
0
3.797.200
0
601.000
0
-500
0
600.500
0
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
In 2013 heeft de herstructurering van de Atlas Onderwijsgroep plaatsgevonden. Na de
herstructurering zijn Lyceum Ypenburg en Rijswijks Lyceum / Van Vredenburch College in
augustus 2013 als twee zelfstandige scholen verder gegaan. Om deze reden zijn er geen
gegevens uit 2012 opgenomen.
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
2.838.600
0
3.1.2
Overige subsidies OCW
1.066.600
0
Rijksbijdragen
3.905.200
0
2.838.600
0
0
0
1.066.600
0
1.066.600
0
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
47.600
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
47.600
0
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5
Ouderbijdragen
3.5.6
Overige
1.200
31-12-2012
EUR
0
0
Overige baten
397.400
0
46.800
0
445.400
0
Lasten
4.1
Personeelslasten
31-12-2013
4.1.1
4.1.2
4.1.3
EUR
2.601.200
106.500
5.900
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
4.2.1
4.2.2
EUR
0
0
0
2.701.800
0
2.601.200
0
2.601.200
0
10.800
12.600
83.100
0
0
0
106.500
0
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
Overige personele lasten
4.2
31-12-2012
Afschrijvingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
0
0
0
Afschrijvingen
0
0
Lasten
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Huisvestingslasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
25.400
0
134.200
45.200
73.600
3.400
0
19.900
0
0
0
0
0
0
0
0
Huisvestingslasten
301.700
0
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
56.700
557.700
0
179.300
0
0
0
0
Overige lasten
793.700
0
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
Financiële baten en lasten
31-12-2012
EUR
0
0
500
0
-500
0
Thijs Hoppenbrouwers,
Maerlant-Lyceum
Ik ga denk ik de economische
kant op, maar er zijn zo veel leuke
beroepen dat ik het gewoon nog
niet weet. Al mijn cijfers zitten
daarbij ook nog op één lijn, dus
daaraan kan ik het ook al niet
zien. Wel vind ik het fijn om dingen
in elkaar te zetten, te knutselen.
Bezig zijn, met je handen, past
gewoon beter bij mij dan saaie
vakken, al vind ik geschiedenis wel
weer heel erg leuk.
Staat van Baten en Lasten
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
3.5
Overige baten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Totaal baten
5.450.200
5.141.700
28.000
61.700
541.800
444.700
6.020.000
5.648.100
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
4.4
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
4.499.800
4.466.900
22.200
22.200
Huisvestingslasten
424.800
336.500
Overige lasten
949.500
741.400
5.896.300
5.567.000
123.700
81.100
-500
800
123.200
81.900
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
4.674.100
4.633.100
776.100
508.600
5.450.200
5.141.700
4.674.100
4.633.100
36.600
24.100
739.500
484.500
776.100
508.600
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.1 Rijksbijdragen
3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
De toename van de niet-geoormerkte subsidies ten opzichte van 2012 met € 255.000 is als volgt te
verklaren:
◦ Incidentele baten in het kader van het najaarsakkoord 2013;
◦ Bijdrage om werkgelegenheid voor jonge leerkrachten te handhaven;
◦ Verhoging van de vergoedingsbedragen voor de Functiemix Randstad en de Prestatiebox.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
28.000
61.700
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
28.000
61.700
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5
Ouderbijdragen
3.5.6
Overige
Overige baten
31-12-2012
EUR
50.300
42.300
3.000
0
438.000
340.800
50.500
61.600
541.800
444.700
3.5 Overige baten
3.5.5 Ouderbijdragen
De post ouderbijdragen is toegenomen ten opzichte van 2012 met € 97.200. In 2013 is het aaantal
leerlingen gestegen en de school heeft een extra bijdrage ontvangen van het Ouderfonds.
Lasten
4.1
Personeelslasten
31-12-2013
4.1.1
4.1.2
4.1.3
EUR
4.242.500
287.000
29.700
EUR
4.174.400
328.800
36.300
4.499.800
4.466.900
4.242.500
4.174.400
4.242.500
4.174.400
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
1.500
91.300
194.200
4.800
172.700
151.300
Overige personele lasten
287.000
328.800
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
31-12-2012
4.1 Personeelslasten
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen
De post salarissen is toegenomen met € 68.100 ten opzichte van 2012. De verklaring hiervan is als volgt:
◦ inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 14 naar 13 treden);
◦ invoering van de functiemix 2013, meer LC en LD schalen voor docenten;
◦ stijging van ABP-premies en de WGA-premie.
Lasten
4.2
4.2.1
4.2.2
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
Afschrijvingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
22.200
0
22.200
Afschrijvingen
22.200
22.200
Huisvestingslasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
23.200
0
138.100
123.700
116.500
16.800
0
6.500
20.700
0
45.100
125.800
120.300
17.900
0
6.700
Huisvestingslasten
424.800
336.500
4.3 Huisvestingslasten
4.3.3 Onderhoud
De post onderhoud is ten opzichte van 2012 met € 93.000 toegenomen. In 2013 zijn de installaties
aangepast.
Lasten
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
140.900
420.700
0
387.900
120.500
332.200
0
288.700
Overige lasten
949.500
741.400
4.4 Overige lasten
4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen
De post inventaris, apparatuur en leermiddelen is ten opzichte van 2012 met € 88.500 toegenomen. Dit
betreft de aanschaf van gratis lesmateriaal en investering in onderwijsinventaris.
4.4.4 Overige
De post overige is toegenomen met € 99.200 ten opzichte van 2012. Dit betreft de post
excursies/werkweken en schoolactiviteiten. In 2013 zijn er meer schoolactiviteiten geweest.
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
Financiële baten en lasten
31-12-2012
EUR
600
1.600
1.100
800
-500
800
Staat van Baten en Lasten
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
3.5
Overige baten
Totaal baten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
16.101.700
15.101.400
1.493.600
656.900
712.500
711.600
18.307.800
16.469.900
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
4.4
31-12-2012
EUR
EUR
12.792.000
12.466.000
290.500
269.600
Huisvestingslasten
2.673.300
1.546.800
Overige lasten
1.898.700
2.106.800
17.654.500
16.389.200
Saldo baten en lasten
653.300
80.700
Financiële baten en lasten
-140.200
-138.900
Resultaat
513.100
-58.200
Totaal lasten
5
31-12-2013
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
13.543.700
13.124.600
2.558.000
1.976.800
16.101.700
15.101.400
13.543.700
13.124.600
172.600
91.000
2.385.400
1.885.800
2.558.000
1.976.800
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW
De normatieve Rijksbijdrage (lumpsum) is per saldo toegenomen met € 419.100 ten opzichte van 2012. De
toename is als volgt te verklaren:
Toename van de lumpsum:
◦ Toename van het aantal leerlingen ten opzichte van de bekostigde leerlingen in 2012;
◦ Verhoging van de baten in het kader van Convenant leerkracht, de inkorting van de carrièrepatronen en de
landelijke functiemix;
◦ Kabinetsbijdrage 2013 voor de premiekostenontwikkeling van de sociale werkgeverslasten;
◦ Prijsbijstelling bekostiging exploitatiekosten in 2013.
Afname van de lumpsum:
◦ Taakstelling uit het Regeerakkoord 2010 (in verband met voorgenomen vereenvoudiging van de
bekostiging);
◦ Correctie van de kasschuif (eenmalige compensatie, dit bedrag is uitbetaald in 2010).
3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
De toename van de niet-geoormerkte subsidies ten opzichte van 2012 met € 499.600 is als volgt te
verklaren:
Toename:
◦ Incidentele baten in het kader van het najaarsakkoord 2013;
◦ Bijdrage om werkgelegenheid voor jonge leerkrachten te handhaven;
◦ Verhoging van de vergoedingsbedragen voor de Functiemix Randstad en de Prestatiebox.
Afname:
◦ De leerplusmiddelen.
Overheidsbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
1.493.600
656.900
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
1.493.600
656.900
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
De post overige overheidsbijdragen en -subsidies is toegenomen met € 836.700 ten opzichte van 2012. Dit
betreft de te declareren renovatiekosten van de Nieuwe Duinweg bij de gemeente Den Haag afdeling
Vastgoed en de toename van de subsidies van de gemeente Den Haag afdeling Onderwijsbeleid.
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.5
3.5.6
31-12-2012
EUR
1.400
3.100
85.600
0
Ouderbijdragen
310.900
360.200
Overige
314.600
348.300
Overige baten
712.500
711.600
Lasten
4.1
Personeelslasten
31-12-2013
4.1.1
4.1.2
4.1.3
EUR
12.011.800
835.900
55.700
EUR
11.469.000
1.070.000
73.000
12.792.000
12.466.000
12.011.800
11.469.000
12.011.800
11.469.000
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
27.000
341.600
467.300
22.800
677.900
369.300
Overige personele lasten
835.900
1.070.000
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
31-12-2012
4.1 Personeelslasten
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen
De post salarissen is toegenomen met € 542.800 ten opzichte van 2012. De verklaring hiervan is als volgt:
◦ inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 14 naar 13 treden);
◦ invoering van de functiemix 2013, meer LC en LD schalen voor docenten;
◦ stijging van ABP-premies en de WGA-premie.
In 2013 had Maris College minder fte's in dienst dan in 2012 bij een toename van het aantal leerlingen. Toch
heeft dit niet geresulteerd in lagere personeelslasten dan in 2012.
Lasten
4.2
4.2.1
4.2.2
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
Afschrijvingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
290.500
0
269.600
Afschrijvingen
290.500
269.600
Huisvestingslasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
103.300
0
1.785.800
289.300
374.500
54.100
0
66.300
190.700
0
636.500
236.600
354.300
58.700
0
70.000
Huisvestingslasten
2.673.300
1.546.800
4.3 Huisvestingslasten
4.3.3 Onderhoud
De post onderhoud is ten opzichte van 2012 met € 1.149.300 toegenomen. In 2013 heeft de eerste fase van
de revitalisatie van de locatie Nieuwe Duinweg plaats gevonden. Zie ook pagina 57 van het jaarverslag.
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Overige lasten
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
443.500
752.700
0
702.500
448.300
983.900
0
674.600
1.898.700
2.106.800
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
Financiële baten en lasten
31-12-2012
EUR
0
0
140.200
138.900
-140.200
-138.900
Ikram Bouzaghdoud, Rijswijks Lyceum/Van Vredenburch College
Ik heb op tv gezien hoe slecht het in zuidelijk Afrika gaat, daarom
wil ik geneeskunde studeren. Je hecht je misschien wel aan een ziek
kind, maar je kan er tenminste iets voor doen. Astrobiologie lijkt
me ook leuk, speuren naar buitenaards leven.
Staat van Baten en Lasten
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
3.5
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
14.115.100
0
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
188.800
0
Overige baten
407.100
0
14.711.000
0
Totaal baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
4.4
31-12-2012
EUR
EUR
10.431.700
0
175.000
0
Huisvestingslasten
1.615.400
0
Overige lasten
1.513.000
0
13.735.100
0
Saldo baten en lasten
975.900
0
Financiële baten en lasten
-73.300
0
Resultaat
902.600
0
Totaal lasten
5
31-12-2013
In 2013 heeft de herstructurering van de Atlas Onderwijsgroep plaatsgevonden. Na de
herstructurering zijn Rijswijks Lyceum / Van Vredenburch College en Lyceum Ypenburg in
augustus 2013 als twee zelfstandige scholen verder gegaan. Om deze reden zijn er geen
gegevens uit 2012 opgenomen.
De baten en de lasten voor de Atlas Onderwijsgroep van januari tot en met juli 2013 zijn
opgenomen bij het Rijswijks Lyceum / Van Vredenburch College.
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
11.875.300
0
2.239.800
0
14.115.100
0
11.875.300
0
109.500
0
2.130.300
0
2.239.800
0
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
188.800
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
188.800
0
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
31-12-2012
EUR
3.5.1
Verhuur
25.900
0
3.5.2
Detachering personeel
17.900
0
3.5.5
Ouderbijdragen
206.400
0
3.5.6
Overige
156.900
0
Overige baten
407.100
0
Lasten
4.1
Personeelslasten
31-12-2013
4.1.1
4.1.2
4.1.3
EUR
9.934.800
604.700
107.800
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
4.2
4.2.1
4.2.2
EUR
0
0
0
10.431.700
0
9.934.800
0
9.934.800
0
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
33.100
177.200
394.400
0
0
0
Overige personele lasten
604.700
0
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
31-12-2012
Afschrijvingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
175.000
0
0
Afschrijvingen
175.000
0
Lasten
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
Huisvestingslasten
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
31-12-2012
EUR
EUR
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
Huisvestingslasten
4.4
31-12-2013
32.700
0
545.400
233.200
325.200
30.200
400.000
48.700
0
0
0
0
0
0
0
0
1.615.400
0
Overige lasten
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
181.400
822.300
0
509.300
0
0
0
0
1.513.000
0
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
Financiële baten en lasten
31-12-2012
EUR
900
0
74.200
0
-73.300
0
Julian Metz, Segbroek College
Ik wil makelaar worden, dan moet je gefocust zijn, weten
wat je doet. Met scheikunde is het niet anders; als je iets
fout doet kan je een verkeerde chemische reactie krijgen. Als
je bij een huis van een paar miljoen niet goed afrondt, gaat
het gelijk om heel veel geld.
Staat van Baten en Lasten
Baten
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en
-subsidies
3.5
Overige baten
Totaal baten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
15.337.100
14.786.300
194.800
135.200
1.469.700
1.273.600
17.001.600
16.195.100
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
4.4
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
12.393.700
11.979.200
0
0
Huisvestingslasten
1.343.800
1.825.700
Overige lasten
2.490.600
2.142.700
16.228.100
15.947.600
773.500
247.500
-4.600
-5.200
768.900
242.300
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
Overheidsbijdragen
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.2
Overige subsidies OCW
Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
12.961.900
13.021.200
2.375.200
1.765.100
15.337.100
14.786.300
12.961.900
13.021.200
110.700
81.000
2.264.500
1.684.100
2.375.200
1.765.100
Uitsplitsing
3.1.1.1
OCW
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
Overige subsidies OCW
3.1 Rijksbijdragen
3.1.2 Overige subsidies OCW
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
De toename van de niet-geoormerkte subsidies ten opzichte van 2012 met € 580.400 is als volgt te verklaren:
Toename:
◦ Incidentele baten in het kader van het najaarsakkoord 2013;
◦ Bijdrage om werkgelegenheid voor jonge leerkrachten te handhaven;
◦ Verhoging van de vergoedingsbedragen voor de Functiemix Randstad en de Prestatiebox.
Afname:
◦ De leerplusmiddelen zijn vervallen.
Overheidsbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Participatiebudget
3.2.2
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
0
0
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
194.800
135.200
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
194.800
135.200
Andere baten
3.3
College- cursus-, les- en examengelden
Niet van toepassing
3.4
Baten in opdracht van derden
Niet van toepassing
3.5
Overige baten
31-12-2013
EUR
31-12-2012
EUR
3.5.1
Verhuur
47.900
43.200
3.5.2
Detachering personeel
82.900
84.300
3.5.5
Ouderbijdragen
519.700
527.800
3.5.6
Overige
819.200
618.300
1.469.700
1.273.600
Overige baten
3.5 Overige baten
3.5.6 Overige
De post overige is toegenomen ten opzichte van 2012 met € 200.900. Dit betreft voornamelijk de van de
Belastingdienst ontvangen teruggave premie WAO/WIA over 2013 en inkomsten derden.
Lasten
4.1
Personeelslasten
31-12-2013
4.1.1
4.1.2
4.1.3
EUR
11.522.400
931.600
60.300
EUR
11.012.600
1.015.800
49.200
12.393.700
11.979.200
11.522.400
11.012.600
11.522.400
11.012.600
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overig
24.200
426.700
480.700
47.200
535.800
432.800
Overige personele lasten
931.600
1.015.800
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
Personeelslasten
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Uitsplitsing
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
31-12-2012
4.1 Personeelslasten
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen
De post salarissen is toegenomen met € 509.800 ten opzichte van 2012. De verklaring hiervan is als volgt:
◦ inkorting van de carrièrepatronen bij de docenten (van 14 naar 13 treden);
◦ invoering van de functiemix 2013, meer LC en LD schalen voor docenten;
◦ stijging van ABP-premies en de WGA-premie.
In 2013 had Segbroek College minder fte's in dienst dan in 2012 bij een toename van het aantal leerlingen.
Toch heeft dit niet geresulteerd in lagere personeelslasten dan in 2012.
Lasten
4.2
Afschrijvingen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
4.2.1
4.2.2
4.3
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
4.3.7
4.3.8
EUR
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
0
0
0
0
Afschrijvingen
0
0
Huisvestingslasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
Overige
Huisvestingslasten
79.600
0
483.400
304.700
184.800
26.100
200.000
65.200
61.400
0
514.900
228.200
194.100
30.100
707.700
89.300
1.343.800
1.825.700
4.3 Huisvestingslasten
4.3.7 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
De post dotatie overige onderhoudsvoorzieningen van € 200.000 betreft de dotatie aan de voorziening
onderhoud voor de aanpassing van het gebouw aan de Goudsbloemlaan. Zie ook pagina 59 van het
jaarverslag.
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Overige lasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Administratie en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
519.900
1.154.900
0
815.800
238.400
1.079.800
0
824.500
Overige lasten
2.490.600
2.142.700
4.4 Overige lasten
4.4.1 Administratie en beheerslasten
De post administratie en beheerslasten ismet € 281.500 toegenomen ten opzichte van 2012. De toename
betreft voornamelijk de boete aan het ministerie van OCW wegens het niet halen van de onderwijstijd.
Financieel en buitengewoon
5
Financiële baten en lasten
31-12-2013
EUR
5.1
Rentebaten
5.5
Rentelasten (-/-)
Financiële baten en lasten
31-12-2012
EUR
900
1.800
5.500
7.000
-4.600
-5.200
101
11.061
11.146
11.357
11.523
11.791
12.160
103
1 oktober 2008
1 oktober 2009
1 oktober 2010
1 oktober 2011
1 oktober 2012
1 oktober 2013
990
971
970
968
976
975
107
273
254
204
202
207
186
185
198
Einder
103
777
753
683
682
670
677
656
631
Haganum
2009
101
951
937
940
940
895
855
839
857
HML
2010
166
103
1.467
1.427
1.455
1.558
1.593
1.695
1.768
1.771
JWS
Leerlingaantallen VO HAAGLANDEN 2006 - 2013
*) tot en met schooljaar 2010-2011 locatie van Johan de Witt Scholengroep, vanaf schooljaar 2011-2012 locatie Maris College.
Index leerlingengroei 2013 t.o.v. 2012 (=100)
996
11.132
1 oktober 2007
953
11.092
Dalton
2008
1 oktober 2006
2007
Totaal
2006
Aantal leerlingen op teldatum
60
jaren
80
100
120
140
160
180
index 2006 = 100
110
1.310
1.196
1.137
1.095
1.081
1.032
890
706
Lyceum
Ypenburg
2011
112
832
745
722
681
678
702
746
809
Maerlant
93
340
367
465
460
474
439
457
492
Media/
Belgisch
Park*)
2012
102
1.574
1.543
1.425
1.286
1.195
1.172
1.248
1.258
Maris
106
1.342
1.261
1.251
1.229
1.149
1.147
1.179
1.210
Rijswijks
Lyceum/ Van
Vredenburch
College
2013
99
2.298
2.318
2.270
2.254
2.236
2.180
2.189
2.207
Segbroek
100
SBC
RL/VC
Maris
Media/BP
Maerlant
LY
JWS
HML
Haganum
Einder
DDH
overzicht aantal leerlingen per bestuur in Den Haag
Ver. Het Vrijzinnig
Chr. Lyceum
Stg. Vrije Scholen
Zuid-West Nederland
Wellant College
Stg. Het Rijnlands
Lyceum
Aloysiusstichting
Stg. Christelijk
Onderwijs
Haaglanden
Ver. Het 's
Gravenhaags Chr.
Gymnasium
Stg. Lucas Onderwijs
Stg. VO Haaglanden
Stg. SG Den Haag Zuid
West
schooljaar
schoolbesturen
schooljaar
%
13/14
schooljaar
%
12/13
%
11/12
Aloysiusstichting
856
3
916
4
959
4
Stg. Christelijk Onderwijs Haaglanden
185
1
200
1
205
1
896
4
820
3
853
4
6.369
25
6.160
24
6.081
25
2.050
8
1.889
7
1.862
8
**) Stichting SG Spinoza
1.073
4
976
4
950
4
*) Stg. VO Haaglanden
10.722
42
10.430
41
10.166
42
699
3
663
3
624
3
Ver. Het 's Gravenhaags Chr. Gymnasium
728
3
715
3
732
3
Ver. Het Vrijzinnig Chr. Lyceum
740
3
762
3
820
3
919
4
880
3
820
3
**) Stg. Het Rijnlands Lyceum
**) Stg. Lucas Onderwijs
Stg. SG Den Haag Zuid West
**) Stg. Vrije Scholen Zuid-West Nederland
**) Wellant College
Totaal aantal leerlingen
25.237
24.411
* ) deze aantallen zijn exclusief Rijswijks Lyceum en Van Vredenburch College
** ) alleen Haagse schoollocaties
167
24.072
Overzicht ziekteverzuim OP en OOP, inclusief langdurig zieken
7%
6%
jaren
functie
categorie
%
OP
5,05
5%
4%
2012
OOP
2012
5,93
2013
3%
landelijk
OP
4,98
OOP
5,05
2013
2%
1%
0%
OP
OOP
Het landelijk gemiddelde verzuimpercentage in het voortgezet onderwijs (lang en kort) in 2012 bedroeg 5,0% voor het OP en
5,3% voor het OOP.
Verdeling van het aantal personeelsleden naar arbeidstijd
2013/2014
schooljaar
part
time
full
time*
totaal
2013/2014
488
775
1.263
2012/2013
2012/2013
490
785
1.275
parttime
fulltime
2011/2012
452
816
1.268
2011/2012
0%
20%
40%
60%
* Onder een fulltime personeelslid wordt verstaan een personeelslid met een werktijdfactor ≥ 0,8
168
80%
100%
overzicht docenten naar indeling leeftijdscategorie
okt-13
< 25
25 - 29
30 - 34
34 - 39
40 - 44
45 - 49
50 - 54
55 - 59
≥ 60
okt-13
okt-12
okt-11
leeftijds
categorie
aantal
docenten
%
%
%
< 25
38
4,0
3,7
3,0
25 - 29
98
10,2
11,2
11,0
30 - 34
107
11,1
12,5
11,4
34 - 39
133
13,8
11,2
11,3
40 - 44
107
11,1
9,6
9,8
45 - 49
92
9,6
11,6
11,2
50 - 54
112
11,7
14,6
14,4
55 - 59
122
12,7
15,3
16,0
≥ 60
152
15,8
10,3
11,9
totaal
961
100,0
100,0
100,0
55+
2013
2012
2011
VO Haaglanden
28,5%
25,6%
27,9%
169
Ritesh Jangi,
Rijswijks Lyceum/
Van Vredenburch College
Ik vind zelf dat ik beter
met mijn handen dan met
mijn hoofd kan werken,
en elektrotechniek, daar
heb je thuis ook nog iets
aan. Handig toch? Mijn
droom is vliegtuigtechniek,
straalmotoren vind ik mooie
dingen, zulke grote vliegtuigen,
die dan toch in de lucht
blijven. Dan denk ik “wauw”.
92
+
DD
JO
DQ
GH
Q
VW
LF
KW
LQ
J
2QGHUKHWEHVWXXUYDQGH6WLFKWLQJ92+DDJODQGHQUHVVRUWHUHQGHYROJHQGHVFKROHQ
/\FHXP<SHQEXUJ
/DDQYDQ.DQV
9%'HQ+DDJ
7HO
0DHUODQW/\FHXP
-RKDQQHV%LOGHUVVWUDDW
(''HQ+DDJ
7HO
*\PQDVLXP+DJDQXP
/DDQYDQ0HHUGHUYRRUW
$*'HQ+DDJ
7HO
0DULV&ROOHJH
0JU1ROHQVODDQ
;='HQ+DDJ
7HO
'DOWRQ'HQ+DDJ
$URQVNHONZHJ
*$'HQ+DDJ
7HO
+DDJV0RQWHVVRUL/\FHXP
1DVVDX%UHGDVWUDDW
$.'HQ+DDJ
7HO
5LMVZLMNV/\FHXP
9DQ9UHGHQEXUFK&ROOHJH
.DUPR]LMQVWUDDW
*$5LMVZLMN
7HO
'H(LQGHU
6SLRQNRSVWUDDW
1.'HQ+DDJ
7HO
-RKDQGH:LWW6FKROHQJURHS
=XVWHUVWUDDW
73'HQ+DDJ
7HO
6HJEURHN&ROOHJH
.ODYHUVWUDDW
%7'HQ+DDJ
7HO