Download PDF - Architectuurcentrum Eindhoven

Tuinstad Eindhoven onderweg
De stad Eindhoven, zoals wij
haar kennen, bestaat relatief
kort. In 1920 is het kleine, uit de
Middeleeuwen daterende stadje
Eindhoven, samengevoegd met
de even kleine kernen Woensel,
Gestel, Tongelre, Stratum en Strijp.
Allemaal om Philips en een toen al
voorziene (!) omvangrijke groei naar
200.000 inwoners te accommoderen.
Briljant is dat het toenmalige
gemeentebestuur gekozen heeft voor
een ontwikkeling gebaseerd op het
uit Engeland afkomstige idee van de
tuinstad. Daarmee is gekozen voor
een ontwikkeling van de nieuwe stad
die gebaseerd is op de waarde van de
bestaande beekdalen tussen en door
de verschillende gemeentes. Vandaar
de in Eindhoven zo kenmerkende
groene wiggen, die doorlopen tot in
het centrum. Niet dat men op dat
moment technisch in staat was in de
beekdalen te bouwen, maar het ging
dus verder. De erkenning van groen
als noodzakelijke kwaliteit van leven.
En dat werd ook zo algemeen beleefd
en breed gedeeld. Vandaar ook de
aanleg van de vele parken.
In de verdere ontwikkeling van de
stad is, vooral vanaf de jaren ‘70 van
de vorige eeuw, de parkstructuur met
2.
deze natuurlijke wiggen onder druk
komen te staan door gemeentelijke
besluitvorming. De herwaardering
van groen en water is aan het eind
van de eeuw vooral rond de Genneper
Parken vanuit de samenleving
bevochten. En, wordt nu weer
gezien als een van de belangrijkste
kwaliteiten van de stad.
En nu? Met elkaar zijn we aan
het heruitvinden wat het is een
samenleving te zijn. Je ziet dat in
de opkomst van de stadslandbouw.
De oude dorpsmeent, het gedeelde
gebruik van grond (nog steeds
zichtbaar in het nooit herverkavelde
Riel in Stratum) wordt eigenlijk
teruggebracht. Maar er zal veel
meer veranderen. Eigenlijk alles.
Door de nieuwe technologie. Daarbij
moeten we met elkaar beslissen
wat voor leven wij willen leiden. Wat
voor stad en samenleving wij willen
zijn. Maar het uitgangspunt blijft
onze prachtige tuinstad met zijn
basiskwaliteit van heel veel groen en
gemeenschappelijk delen.
Mary-Ann Schreurs
Wethouder innovatie en design,
cultuur en duurzaamheid
Inhoud
Tuinstad Eindhoven Onderweg
2
Inhoud3
De globetrotter ontwaakt 4
De emancipatie van het reizen
Op bedevaart
11
Pelgrimage in Eindhoven Museum
Op reis in een Dafje15
Bestemming: de wereld
Plattegrond19
Voor €3,- op busreis
21
Alvast enkele highlights
Op luchtreis 25
Over het begin van vliegveld Welschap
Parkeren in ...
29
Automobielbedrijf Van der Meulen-Ansems
Philipsproducten op reis33
Sporen van transport
Colofon36
Eindhoven op reis
3.
De globetrotter
ontwaakt
De emancipatie van het reizen
Reizen vinden we vanzelfsprekend. We pendelen met auto of trein naar school of
werk. Dagelijks retour Den Haag, Utrecht, Amsterdam of Maastricht, we draaien
onze hand er niet voor om. Even er tussen uit: We boeken online een vlucht
bij een prijsvechter en kunnen enkele uren later al in een all inclusive resort
genieten van zon, zee en strand. De hele wereld is onze achtertuin geworden.
Die vanzelfsprekendheid, de mogelijkheid om te gaan en staan waar en wanneer
we zelf willen, is niet vanzelf ontstaan…
Tot zo’n honderd jaar geleden was op
reis gaan en andere landen bezoeken
eigenlijk alleen weggelegd voor
welgestelden, avonturiers, soldaten
en matrozen. Reizen was toen niet
zonder gevaar, ook in Brabant niet.
Struikrovers hadden het regelmatig
gemunt op handelsreizigers en
postkoetsen. En ook de natuur
kon onverbiddelijk zijn. De
onherbergzame en waterrijke Peel
doorkruisen zonder de weg er goed
te kennen was levensgevaarlijk.
De trein die medio negentiende eeuw
in Noord-Brabant ging rijden zorgde
aanvankelijk ook voor een gevoel van
onveiligheid, zij het van een geheel
andere orde. Natuurlijk, Nederland
ging met de aanleg van een landelijk
spoornetwerk mee in de vaart der
volkeren, maar het voorbij razen
van de lawaaierige stoomlocomotief
zou kippen van de leg doen raken,
paarden en koeien op hol doen
“De onherbergzame en waterrijke Peel
doorkruisen zonder de weg er goed te
kennen was levensgevaarlijk.”
4.
Echtpaar op reis in de Alpen
slaan en ander onheil veroorzaken.
Sommigen zagen in deze nieuwe
vinding de hand van de duivel. Een
inwoonster van het dorp Best durfde
niet te gaan kijken toen de trein er in
juli 1866 voor het eerst voorbij stoof
naar Eindhoven met eindbestemming
Venlo.
Reizen met de trein was overigens
ook niet geheel vrij van ongemak,
vanwege het onvermijdelijke wachten.
Op grotere treinstations werden
‘wachtkamers der eerste, tweede
en derde klasse’ gebouwd zodat
ten minste ‘op stand’ kon worden
gewacht. Het summum, en alleen
mogelijk met een beter gevulde
portemonnee, was een geheel
verzorgde treinreis naar en door de
indrukwekkende Zwitserse Alpen.
In de regio werd inmiddels een
fijn vertakt stelsel van tramwegen
aangelegd dat de inwoners van
de Meierij, de kwartieren Peel- en
Kempenland, uit het isolement
haalde. Eersel, Reusel, Veghel,
Helmond, Deurne en Den Bosch en
meer plaatsen kwamen voor iedereen
5.
Kranten koppen over toegenomen aantal ongevallen.
binnen reisafstand. Eeuwenlang
waren deze plaatsen (soms) meer
dan een zware dagreis verwijderd
geweest van Eindhoven.
Begin twintigste eeuw verschijnt
de auto in het straatbeeld. De
infrastructuur is er dan nog verre
van geschikt voor. Hobbelige
onverharde wegen die na een
flinke regenbui of bij winters weer
veranderen in een onbegaanbare
modderpoel. Het scheiden van de
verschillende weggebruikers en het
instellen van verkeersregels om
alles in goede banen te leiden zoals
we nu gewoon zijn is nog niet aan
de orde, laat staan zebrapaden of
6.
verkeerslichten. De kranten staan
dan ook bol van ongelukken tussen
paarden-, hondenkarren, auto’s,
voetgangers en fietsers.
Het hebben en rijden van een
automobiel was enkel voor
welgestelden weggelegd. Het was
vooral een vermaaksartikel, en
statussymbool, om met mooi weer
een toertocht te maken, of familie
en vrienden te bezoeken, zoals dat
in de voorgaande eeuwen vooral
te koets of te paard gebeurde. De
overtreffende trap van exclusiviteit
was natuurlijk het vliegtuig. Niet
toevallig dus dat juist Frits Philips
een van de oprichters was van de
sportvliegvereniging die in 1932 de
beschikking kreeg over een grasbaan
bij Welschap.
Tijdens de Wederopbouwperiode,
laat in de jaren vijftig en in
de jaren zestig, zorgen tal van
maatschappelijke ontwikkelingen
ervoor dat ons reisgedrag ingrijpend
verandert en onze actieradius
dramatisch vergroot. Door het
sterk toegenomen besteedbaar
inkomen en groeiende welvaart
verschenen steeds meer auto’s in
het straatbeeld, en ditmaal in alle
wijken en buurten. Vaak een product
van Eindhovense makelij. Naast de
populaire Volkswagen en het Fiatje
was de DAF nu eenmaal betrouwbaar
en vriendelijk in de aanschaf.
Het kunnen beschikken over een
eigen auto waarmee in vergelijking
tot vroeger tijden enorme afstanden
comfortabel kon worden afgelegd,
gaf de bestuurder een groot en bijna
“De DAF was nu eenmaal betrouwbaar en vriendelijk in de aanschaf.”
“Het was vooral een vermaaksartikel,
en statussymbool om met mooi weer een
toertocht te maken”
7.
De auto bracht je overal, zelfs in Moskou
“De wereld is van iedereen en iedereen is
van de wereld.”
ongeëvenaard gevoel van vrijheid.
Tegelijkertijd zagen grote
infrastructurele werken het
levenslicht, autowegen werden
op grote schaal aangelegd en
internationaal aan elkaar geknoopt.
De Autoroute du soleil waarop
8.
velen jaarlijks de zon tegemoet
reizen, al dan niet met aardappels,
pindakaas en hagelslag in de
kofferbak of caravan, is uitgegroeid
tot het icoon van die verworven
vrijheid. Vergelijkbaar daarmee is
het Tienertoer- en Interrailavontuur
waarmee door veel jongeren vanaf de
jaren zeventig de eerste stap op weg
naar zelfstandigheid werd gezet. Voor
het eerst onder moeders vleugels
vandaan! Eerst op Tienertoer een
paar dagen Nederland doorkruisen
en enkele jaren later als zestienjarige
op Interrail met rugzak, slaapmatje,
tentje en een stapeltje travellers
cheques heel Europa door.
De continue uitbreiding,
verdichting en verbetering van het
(internationale) spoornet, en het
invoeren van aantrekkelijke tarieven
wakkerden de reislust onder de
jongeren aan. Met de komst van
prijsvechters in de burgerluchtvaart
heeft de trein voor wat betreft verre
bestemmingen aan populariteit
ingeboet. Vanaf Eindhoven Airport
zijn voor een habbekrats populaire
vakantielanden als Griekenland,
Turkije en Portugal eenvoudig te
bereiken. De tijden dat Griekenland
en de foyer van Welschap alleen voor
de happy few waren liggen achter
ons. De wereld is van iedereen en
iedereen is van de wereld.
Op safari met de auto
De wereld is van iedereen
Loes Heuvelmans
9.
Eindhoven Museum
Kom tinnen pelgrimsinsignes gieten, ga in gesprek
met Eindhovense pelgrims en ontdek de levende
geschiedenis in het middeleeuwse Endehoven.
Eindhoven Museum
Boutenslaan 161b
5644 TV Eindhoven
+31 40 252 2281
Activiteiten
Tickets
•
•
Toegang: € 8,50
Museumkaart gratis
Santiagogangers gratis
•
•
•
•
•
•
10.
Pelgrimsmuziek op een orgeltje
Gesprekken met Santiagogangers,
paspoorten en Torta di Compostela
De Handelse processie, met film en
Huifkar 1
Levende geschiedenisgroep Sonderlinghe
Lieden
Inschrijven in het Pelgrimsregister
Lezing Pelgrimsinsignes om 12, 13, 15
en 16 uur.
Virtuele expositie
Diverse kinderactiviteiten
Open tussen 11:00-17:00 u
KINDERACTIVITEITEN: tinnen pelgrimsinsignes
gieten, kaarsen maken, “op kruistocht” en
zwaardvechten voor kinderen.
Op bedevaart naar Lourdes
Op bedevaart
Pelgrimage in Eindhoven Museum
Reizen is eeuwenlang een onderdeel geweest van het religieuze leven. Ook in de
geschiedenis van Eindhoven. Dichtbij de stad vinden wij het Maria-oord OnzeLieve-Vrouwe ter Eik in Meerveldhoven, dat is ontstaan in de dertiende eeuw. De
kapel van de Heilige Eik in Oirschot met een vijftiende-eeuws Madonnabeeldje
dateert uit de zeventiende eeuw. Pelgrims oftewel bedevaartgangers maakten ook
grote en verre reizen. Rome en Jeruzalem zijn al sinds de vroege middeleeuwen
befaamde bedevaartsoorden. En Lourdes? Dat is pas sinds de negentiende eeuw
een bedevaartsbestemming.
11.
“Een voetreis kon zelfs meerdere
jaren duren.”
Eindhovenaren gingen op
pelgrimstocht om gebeden verhoord
te krijgen. Genezing van ziekten,
andere gunsten, maar ook voor
een bezinningsperiode of om
boete te doen. In de middeleeuwse
rechtspraak kon je zelfs veroordeeld
worden om een pelgrimstocht te
maken, een verplichte vorm van
boetedoening. Daarmee was de
misdadiger gelijk een flinke periode
weg uit de gemeenschap.
De pelgrim ging meestal te voet
en individueel op pad maar vond
onderweg vaak aansluiting bij andere
pelgrims. In onveilige onherbergzame
streken was dat geen overbodige
luxe. Aan het eind van de route was
het van belang om een bewijs te
hebben dat je je doel had bereikt.
Dat kon een certificaat zijn, of een
insigne die je op je jas of hoed kon
spelden. Een bekend insigne is de
Jacobsschelp, het symbool van het
Spaanse bedevaartsoord Santiago de
Compostela.
Zo gaan Eindhovenaren al generaties
lang op reis, gemotiveerd door hun
religie. Sinds enkele decenia denken
we bij bedevaart ook aan Mekka. Het
bezoeken van deze plek is zelfs één
van de religieuze plichten binnen de
Islam.
12.
Wie ver reist, kan veel verhalen.
Voor de Eindhovenaar van vóór
de twintigste eeuw speelde het
dagelijks leven zich af in en rond de
eigen woonomgeving. Reizen waren
voorbehouden aan de allerrijksten.
Een bedevaart was een unieke
manier om op avontuur te gaan en
de wereld te ontdekken. Wie een
pelgrimsinsigne droeg, kon thuis
in Eindhoven spannende verhalen
vertellen.
Er zijn bij opgravingen in
Eindhoven diverse middeleeuwse
pelgrimsinsignes teruggevonden. In
Eindhoven Museum worden ze tijdens
Open Monumentendag nog steeds
gemaakt: de tinnen schelpen van
Santiago de Compostela.
Een voetreis kon meerdere jaren
duren. Zo is er het verhaal van de
pelgrim, die naar Santiago vertrok
om te bidden dat hij en zijn vrouw
kinderen zouden mogen krijgen. Na
twee jaar keerde hij terug en zowaar,
het wonder was geschied! Zijn vrouw
had inmiddels twee kinderen gebaard.
In de negentiende eeuw maakte de
trein groepsbedevaarten mogelijk.
Vanaf het station in Eindhoven
kon je met het parochiekoor of
het gilde moeiteloos op reis naar
Kevelaer, Lourdes of andere Mariaoorden. Vooral de processie naar
Pelgrimsinsigne gevonden in Eindhoven
Kevelaer kende in talloze plaatsen
broederschappen. Zo startte de
processie van Eindhoven naar
Kevelaer al in 1742 en vindt die tot
de dag van vandaag nog elk jaar
plaats.
De aloude pelgrimsinsignes maakten
plaats voor andersoortige souvenirs
zoals devotieprentjes, beeldjes,
kaarsen, rozenkransen, lepeltjes.
Het Lourdeswater kwam in plastic
Mariabeeldjes in menig Eindhovens
huisgezin.
Terwijl de invloed van de kerk
sinds 1960 afneemt, groeide één
‘bedevaart’ nog altijd in populariteit:
de tocht naar Santiago de
Compostela. De laatste jaren lopen
en rijden duizenden Nederlanders de
‘camino’ (pad), vaak als een vorm
van ‘sabbatical’, een periode van
bezinning.
Sinds 1986 bestaat het Nederlands
Genootschap van Sint Jacob, met
ruim twaalfduizend leden! De
afdeling Zuidoost Brabant telt 560
leden. Tijdens Open Monumentendag
verandert de herberg van Eindhoven
Museum in een ‘Albergo’ en is
het genootschap aanwezig om
de bezoekers te vertellen over de
pelgrimage naar Santiago en is er
originele Torta de Santiago bij de
koffie.
Luc Eekhout
13.
DAF museum
Tijdens de Open Monumentendag zet het museum zijn
deuren open tegen een speciale entreeprijs van €6,00
en kunt u gratis om 11.00 uur en om 14.00 uur aan
rondleidingen deelnemen en de DAF-verhalen bij de
diverse modellen opsnuiven.
DAF Museum
Tongelresestraat 27
5613 DA Eindhoven
040 - 24 44 364
Tickets
Toegang: € 6,00. U kunt gratis rondleidingen
volgen om 11.00 en 14.00 uur
Openingstijden: 10:00 - 17:00 u
14.
Op reis...
in een Dafje
Op reis met een Dafje
Bestemming: de wereld
Door de gestegen welvaart is het reizen tegenwoordig voor iedereen weggelegd,
maar dat was voor de Tweede Wereldoorlog beslist niet het geval. Reizen
was toen eerder uitzondering dan regel. En, als de gewone man op reis
ging, pakte hij de fiets of bromfiets al dan niet uitgerust met de tent, en
vertrok naar een camping op de Veluwe of naar de Peel. In de naoorlogse
consumptiemaatschappij komt de auto voor grote groepen mensen binnen
financieel bereik. Met name in de jaren ’50 spelen autofabrikanten daar slim op
in. Ook de Nederlandse autofabrikant DAF…
In Duitsland is er al voor de Tweede
Wereldoorlog de Volkswagen Kever.
Omstreeks 1957-1958 komt vrijwel
gelijktijdig in Italië de Fiat 600, in
Oost-Duitsland de Trabant en in
Nederland de DAF 600 op de markt.
Deze laatste is uitgerust met een
noviteit, de Variomatic-aandrijving.
Dit zogeheten ‘pientere pookje’,
vereenvoudigt het rijden doordat
er niet steeds geschakeld hoeft te
worden. Het ‘koekblik’ wordt door
zwaardere modellen zoals DAF 750
en de luxere Daffodil opgevolgd.
Vervolgens verschijnen de typen
DAF 33 en de iets grotere,
15.
De DAF wordt op allerlei manieren aangeprezen
door de Italiaanse ontwerper
Giovanni Michelotti (1921-1980)
vormgegeven, DAF 44, DAF 55
en DAF 66 op de markt. Daarna
neemt Volvo de productie over.
Het personenwagenavontuur is
in 1975 voor DAF afgelopen. De
beperkte afzetmarkt van de DAFpersonenwagen en de sterker
wordende concurrentie van kleinere
auto’s van andere automerken doen
het product de das om.
Het op reis gaan met de auto geeft
mensen een gevoel van vrijheid en
de mogelijkheid grotere afstanden
te overbruggen in relatief korte
tijd. Vakantiereizen naar verder
weggelegen bestemmingen komen
binnen bereik. In de DAFbode uit
de jaren 1960 treft men talloze
artikelen aan met enthousiaste
reisverhalen, geïllustreerd met foto’s.
16.
De DAF wordt op allerlei manieren
aangeprezen, de reclamestrekking
ligt er duimendik bovenop.
Na de introductie van de DAF 600
in 1958 reist DAF-dealer Zarychta
–een Poolse bevrijder uit Breda–
met vrouw in 1959 naar familie in
Polen, waarbij “de grote bagageruimte vakkundig met bagage en
allerlei nuttige zaken voor de familie
in Polen was volgestouwd, zodat
geen hoekje of gaatje onbenut was
gebleven.” Bewust gaat hij via het
Karpatengebergte, Tsjecho-Slowakije
en Duitse autobaan terug naar
Nederland: “Het meest frappante
vond ik, dat als je met een DAF aan
het begin van een stevige steiging
een vaart van 80 km hebt, je aan de
top nog een snelheid hebt van 40
km. … Met een DAF heb je altijd de
juiste versnelling, want je beschikt
over een oneindig aantal ervan.” Er
wordt bijna 4000 km afgelegd met
een gemiddeld verbruik van één liter
benzine per 16,8 km. Het reisverslag
besluit: “… DAF 600 bezitters zijn
immers in het vacantieseizoen gelijk
nomaden. En van hen die verre reizen
doen, kan men veel verhalen.”
Het jaar daarop worden alle
belevenissen onderweg van de familie
Kruyssen door Frankrijk en Spanje
naar Noord-Afrika verhaald. Op de
terugweg “tegen de Franse grens op
de Costa Brava ontmoetten wij een
Hollandse familie, die zeer verbaasd
was dat we zo ver van huis waren
met ons Dafje” en “…toen we ons
huis in Apeldoorn hadden bereikt
waren 6000 km onder ons door en
16 dagen voorbijgegleden.” Bij het
verslag van de tocht over 12.000 km
door de Balkan in drie maanden met
een rode Daffodil en witte Speurdercaravan slaakt Wim Dussel de kreet
“Mensen, wat heb ik genoten van dat
rijden! Wat is dat toch een gemak,
die Variomatic!” en “… ik wilde U met
dit verhaal alleen maar enthousiast
maken om ook te gaan caravannen.”
Al ligt de fabricage van DAFpersonenwagens inmiddels ver achter
ons, in het DAF museum worden de
herinneringen tastbaar en levendig
gehouden. Alle modellen zijn er
‘spic en span’ te bewonderen naast
andere DAF-producten zoals bussen,
legervoertuigen, vuilniswagens en
nog veel meer. Het is bijzonder,
wanneer men zich realiseert dat
het museum is gevestigd in de
voormalige Stoom-bierbrouwerij
De Valk van A.H. Huenges (18661950) – later IJsfabriek Ant. Coolen
& Co. Met diens financiële hulp
begon smidszoon Hub van Doorne
(1900-1979) met broer Wim van
Doorne (1906-1978) in 1928 achter
de brouwerij een machinefabriek
en reparatie-inrichting, die via Van
Doorne’s Aanhangwagen Fabriek in
1932 tot Van Doorne’s Automobiel
Fabrieken in 1948 zal uitgroeien.
Bij vele mensen komt in het museum
nostalgie en wellicht heimwee
aan vervlogen tijden bovendrijven
toen ze met een DAF 600 of
Daffodil met volgepakt imperiaal of
aangekoppelde caravan hun eerste
verre buitenlandse reis maakten,
naar oorden waar ze voordien slechts
over konden dromen.
Inmiddels zijn er tal van liefhebbers
die hun Variomatic aangedreven
DAF-voertuig rijdend houden. Er zijn
DAF-clubs in Nederlands, Engeland,
Duitsland en België. De Nederlandse
vereniging organiseert toertochten,
rally’s, kampeerevenementen en
dergelijke om de leden samen te
brengen. Dat gebeurt ook tijdens
de ‘museumdagen van het DAF
museum’, het eerste weekend van
oktober in het DAF museum.
Peter Thoben
17.
EYNDHOVEN
MEERHOVEN
Ka
sta
Sliffertsestraat
an
f
Begintpunt: Centraal Station Eindhoven (voorzijde)
Duur:1 uur
Kosten:€3,Bestellen: www.architectuurcentrumeindhoven.nl
Busroute
18.
aan
Gr
as
dr
ee
n
ba
a
r
dB
r
o
No
urgl
Limb
a
tl
jel
Stationsplein
PSV-laan
TONGELRE
aa
n
jk
di
st
Ve
STRIJP
Kana
aldij
STRATUM
n
Jacob Reviuslaan
GESTEL
tens
laa
eg
B ou
k Zuid
Aalsterw
an
WOENSEL ZUID
19.
Historische Busrit
Tijdens Open Monumentendag 2014 rijden er klassieke
oldtimerbussen rond. Stap in en ontdek de verhalen
van Eindhovenaren op reis. De VVV gids vertelt vele
weetjes en interessante geschiedenissen over plekken
die te maken hebben met reizen: het monumentale NSstation; Strijp-S; historische luchthavengebouwen;
DAF-museum en Eindhoven Museum.
Bezoekers kunnen voor slechts drie euro een rondrit
maken in deze historische bus.
De kaartjes zijn online te koop via
www.architectuurcentrumeindhoven.nl.
Opstappunt-Eindpunt
Busroute
Stationsweg stadszijde
bij Centraal Station Eindhoven
Vertrek Bussen
Bus
Bus
Bus
Bus
Bus
Bus
20.
1
2
1
2
1
2
10.00
10.30
11.00
11.30
12.00
12.30
Bus
Bus
Bus
Bus
Bus
Bus
1
2
1
2
1
2
13.30
14.00
14.30
15.00
15.30
16.00
Met de bus door de Rechtestraat
Voor € 3,- op busreis
Alvast enkele highlights
NS-Station
Dit stationsgebouw werd gebouwd in 1956, naar
een ontwerp van architect Koen van der Gaast
(1923-1993). In de visie van Van der Gaast
moest een station functioneren als een slim
ontworpen doorgangsruimte, met (rol)trappen en
doordachte looproutes. Daarmee belichaamde dit
stationsgebouw de nieuwe, naoorlogse visie op
openbaar vervoer. Station Eindhoven is inmiddels
rijksmonument en wordt tussen 2013 en 2016
aangepast vanwege de verwachte stijging van
het aantal reizigers naar zo’n 115.000 in 2020.
Belangrijke ingrepen zijn de 13 meter brede
reizigerspassage, de extra liften en roltrappen naar
de perrons. De vernieuwing gebeurt met behoud van
de oorspronkelijke uitstraling en de vele authentieke
details.
21.
Strijp-S, decennialang het gesloten domein van
Philips, staat sinds 2002 model voor de ambities
van Eindhoven op het gebied van wonen, werken en
cultuur. Strijp-S is inmiddels een uniek en bruisend
stedelijk gebied. Het Klokgebouw is succesvol
getransformeerd tot cultuurfabriek, waar inmiddels
uiteenlopende creatieve bedrijven onderdak
hebben. Het Ketelhuis en De Machinekamer voeden
tegenwoordig de inwendige mens. Naast horeca
zijn er veel winkels met een uniek assortiment.
Woningcorporatie Woonbedrijf had in de voormalige
‘verboden stad’ de primeur voor wat betreft de
nieuwbouw van woningen. De eerste bewoners
trokken eind 2012 in complex SAS-3. Trudo gooide
hoge ogen met de herbestemming van twee grote
fabrieksgebouwen tot lofts. De gebouwen SAN
en SBP, omgedoopt tot respectievelijk Gerard
en Anton, ontvingen in 2013 de gemeentelijke
architectuurprijs. Strijp-S huisvest ook tal van
innovatieve bedrijven. Op zondag 14 september
staan de deuren van zowel deze bedrijven als
culturele instellingen wijd open. Frequentie Strijp-S
wordt een dag met verrassende ontdekkingen,
prikkelende verhalen, opmerkelijke smaken en
weidse perspectieven…
Evoluon
22.
Frequentie
Strijp-S
Het Evoluon opende in 1966 geopend, het jaar dat
Philips zijn 75-jarig jubileum vierde. Het Evoluon
is een geschenk van Philips aan de gemeente en
haar bevolking, terwijl de gemeente op haar beurt
een terrein van zes hectare beschikbaar stelde. Het
gedurfde futuristische ontwerp, een soort vliegende
schotel, is van Louis Kalff en Leo de Bever. Het
gebouw bestaat uit een betonnen schotel met een
diameter van 77 meter die rust op 12 V-vormige
bettonnen kolommen. De naastgelegen vijver
vormt als het ware de schaduw van de schotel en
heeft ook een diameter van 77 meter. Het gebouw
was van 1966 tot 1989 in gebruik als educatief
technologiemuseum.
Op 11 mei 1935 werd het nieuwe luchthavengebouw
geopend. Het ‘stationsgebouw’ werd gebouwd op
een opgehoogd terrein, naar ontwerp van architect
Dirk Roosenburg (1887-1962). Aan de stadskant
van het gebouw werd een plein aangelegd van
85 bij 70 meter met een parkeergelegenheid.
Het luchthavengebouw bestond uit een caférestaurant, en een deel dat onderdak bood aan
een ontvangsthal, ruimten met KLM-loketten, een
bagagekamer met weegschaal, en ruimten voor
douane, EHBO en de havenmeester. Boven dit
noordelijk deel bevond zich de dienstwoning en de
restaurantkeuken. De keuken stond in verbinding
met het restaurant door een dubbele ‘spijzenlift’. In
het midden van het gebouw voegde Roosenburg de
verkeerstoren als een herkenbaar accent toe.
Eindhoven
Museum
Luchthavengebouw
Een verdwenen stad komt tot leven in Eindhoven
Museum. Het Erfgoedpark verbeeldt op ware grootte
het leven in Eindhovense hoeven en huizen in de
prehistorie en middeleeuwen. Maak kennis met de
bewoners uit die voorbije tijden en doe zelf mee
met de bezigheden van vroeger. De historie vanaf
de 17e eeuw is vastgelegd in de museumcollectie,
die te zien is op verschillende locaties in en rond de
Kempen. Eindhoven Museum organiseert educatieve
programma’s, exposities, evenementen, lezingen en
demonstraties. Levende geschiedenis en collectie
geven samen een levendig beeld van het dagelijks
leven van “Begin tot Eindhoven”.
In het DAF Museum valt men van de ene verbazing
in de andere. De vindingrijkheid die DAF
voertuigen kenmerkt, vanaf 1928 tot heden, zal
ook de niet- deskundige bezoeker boeien. Op de
benedenverdieping is een fraai dorpsplein ingericht,
met winkeltjes uit de dertiger jaren, een gezellig
café en niet te vergeten een replica van het kantoor
van de Van Doorne´s, alsmede een garage uit die
tijd.
DAF-Museum
23.
Vliegveld Welschap
Ontdek het unieke verleden van twee opmerkelijke
gebouwen in de nieuwe woonwijk Meerhoven. Wandel
samen met een VVV-gids door het Luchthavengebouw
en de wijk. Hoe zou het zijn geweest om in de jaren dertig
vanaf hier op reis te gaan?
luchthavengebouw Welschap
Luchthavengebouw Meerhoven
Zandkasteel 43
5658 BE Eindhoven
Gratis rondleidingen
start 11.00 (duur: ongeveer 1 uur)
start 13.30 (duur: ongeveer 1 uur)
24.
“het mooiste stationsgebouw bezit momenteel gewis het Eindhovensche vliegveld Welschap.”
Op luchtreis
Over het begin van vliegveld Welschap
‘Mag dat van Schiphol grootscher zijn en dat op Twente fraaier gelegen, het
mooiste stationsgebouw bezit momenteel gewis het Eindhovensche vliegveld
Welschap.’. Dat schreef Henri Hegener in 1935 in het blad Het Vliegveld.
Enkele jaren daarvoor, in 1932, opende het vliegveld en werd ook al meteen de
Eindhovensche Zweefvlieg Club opgericht. In de wijk Meerhoven herinneren nog
twee gebouwen aan deze beginperiode van de Nederlandse luchtvaart…
De crisis in de jaren dertig van
de twintigste eeuw kwam hard
aan in Eindhoven. Veel mensen
verloren hun baan. In het kader
van een werkverschaffingsproject
werd besloten om werklozen in te
zetten bij het gereed maken van
een stuk heide als vliegveld. In
1932 was er een veld van 600 bij
900 meter gebruiksklaar, inclusief
een houten directiekeet, hangar
en wachtlokaal voor reizigers. Dit
werd 10 september 1932 feestelijk
geopend. Er waren de hele week
feestelijkheden en rondvluchten.
De KLM bouwde in deze periode aan
een landelijke dienstregeling en
startte op 1 mei 1934 een dienst
Eindhoven-Rotterdam-Amsterdam.
In deze dagen werd er Nederlandse
25.
Rondleiding op vliegveld Welschap in de jaren dertig.
luchtvaartgeschiedenis geschreven.
De DC-2 Uiver won in 1934 de
recordrace naar Melbourne.
Met een totale vliegtijd van ruim
negentig uur had het KLM-toestel de
handicaprace gewonnen. Vreugde en
trots golfden over de natie. Het hele
land gaf zich over aan Uiverspeldjes,
Uiversigaren, Uiverliederen,
Uiversouvenirborden en Uivermenu’s
in het restaurant. De opening van de KLM-diensten
vanaf Eindhoven was voor de
gemeente aanleiding om het
luchtvaartterrein uit te rusten met
een nieuw luchthavengebouw. Al snel
kwam architect Dirk Roosenburg
(1887-1962) in beeld, vooral omdat
hij in Eindhoven actief was als
architect van Philipsgebouwen, maar
ook omdat hij al regelmatig voor de
KLM werkte. In 1934 kwam hij met
en ontwerp dat in razend tempo werd
26.
gerealiseerd.
Op 11 mei 1935 werd het nieuwe
luchthavengebouw geopend. Het
‘stationsgebouw’ werd gebouwd
op een opgehoogd terrein. Aan
de stadskant van het gebouw
werd een plein aangelegd
van 85 bij 70 meter met een
parkeergelegenheid. Daarnaast
kwamen er ook een portiersloge, een
transformatorgebouw en bouwde het
bedrijf Rörink en Van den Broek uit
Enschede een hangar voor vier á vijf
toestellenomd. Het luchthavengebouw
zelf bestond uit twee delen met in het
midden een accent: de verkeerstoren.
Het zuidelijk gebouwdeel werd
ingericht als café-restaurant. Het
noordelijke bood onderdak aan een
ontvangsthal, ruimten met KLMloketten, een bagagekamer met
weegschaal, en ruimten voor douane,
EHBO en de havenmeester. Boven
van de KLM-diensten vanaf Eindhoven was voor
“De opening
de gemeente aanleiding om het luchtvaartterrein uit
te rusten met een nieuw luchthavengebouw
”
dit noordelijk deel bevond zich een
dienstwoning en de keuken voor het
restaurant. Deze keuken stond in
verbinding met het restaurant door
een dubbele ‘spijzenlift’.
Opmerkelijk is de kleurkeuze: een
lichtgroene, bijna witte mineraalverf.
Die originele kleur heeft het gebouw
weer gekregen na de restauratie door
architect Jan van den Burg in 2000.
De groenig witte kleur werd gekozen
met het oog op de zichtbaarheid
vanuit de lucht. Bij de restauratie zijn
onderdelen uit een ander gesloopt
gebouw van architect Roosenburg
toegepast, zoals enkele originele
raamhendels.
Iets verderop herinnert ook het
gerenoveerde clubhuis van de NoordBrabantse Aero Club aan de begin
periode van vliegveld Welschap.
Op 28 september 1932 werd de
NBAC opgericht door onder meer
Frits Philips, zelf een enthousiast
sportvlieger. De nieuwe vereniging
had tot doel het sportvliegen in deze
regio te bevorderen. De club vroeg
Louis Kalff (1897-1976) om een
ontwerp te maken voor een eigen
paviljoen. Kalff was werkzaam als
architect en ontwerper bij Philips en
ontwierp bijvoorbeeld het bekende
Philips embleem met golven en
sterren. Ook tekende hij, samen met
Leo de Bever, de ontwerpen voor het
Evoluon.
Op 30 april 1933 werd het eigen
clubhuis feestelijk in gebruik
genomen en werd ‘t Schuurke
gedoopt. In 1938 veranderde de
naam van de NBAC in Eindhovensche
Aero Club (EAC), een vereniging voor
zowel motor- als zweefvliegen. De
nieuwe voorzitter werd Frits Philips.
’t Schuurke raakte in verval na de
ingebruikname in 1968 van de FlyInn, een nieuw clubgebouw elders op
Welschap.
Hans de Jong en Egon van Eulem
ontdekten het door onkruid
overwoekerde pandje. Ze zagen
onmiddellijk de mogelijkheden van
het gebouw en de plek. Na grondige
renovatie en verbouwing door het
Eindhovense architectenbureau
Open Architecture Office (OAO)
is het ‘t Schuurke momenteel in
gebruik als praktijk voor manuele en
fysiotherapie.
René Erven
27.
De oude luciferfabriek
Wandel met een deskundige gids door de voormalige
luciferfabriek aan de Vestdijk. In dit complex was ook
het Automobielbedrijf van Van der Meulen Ansems
gevestigd. Tal van boeiende historische details vertellen
het verhaal van veranderen en aanpassen…
Luciferfabriek vd Meulen Ansems
Zustersflat/De Hub, Vestdijk 25
5611 CA, Eindhoven
Gratis
Rondleidingen
start bij ‘de Hub’ om:
11:00
13:00
15:00
28.
De Vestdijk met Van der Meulen- Ansems
Parkeren in ...
Automobielbedrijf Van der MeulenAnsems en de voormalige luciferfabriek
Door de aanleg van het Eindhovens kanaal aan de oostzijde van de stad
(1843-1846) en de komst van het spoor tussen 1863 en 1870 verbeterde
de bereikbaarheid van Eindhoven en kreeg de industrie een impuls. De
belangrijkste bedrijfstakken waren de textiel- en tabaksindustrie, maar ook
de houtindustrie en hoedenfabricage. Eind negentiende-eeuw werd op de hoek
Dommelstraat-Tramstraat de tramremise aangelegd. In het begin vertrok er de
paardentram en vanaf 1906 de stoomtram naar Geldrop en een goederentram
naar het kanaal. De verstedelijking van Eindhoven en omgeving kwam op stoom.
29.
Tegen deze achtergrond kwam de
luciferfabriek Vissers, Langemeyer &
Co aan de Vestdijk tot stand, dat later
het complex van het garagebedrijf
Van der Meulen-Ansems zou worden.
Het gebied aan de oostkant van
Eindhoven maakte eind 19e eeuw een
snelle ontwikkeling door. De Vestdijk
werd in deze tijd een laan met enkele
villa’s en fabrieken, met onder meer
de luciferfabriek Vissers Langemeyer
& Co.
Deze industriële ontwikkeling en
de komst van het gemotoriseerde
verkeer maakten ruimtelijke
maatregelen noodzakelijk. In
1928-1929 werden de Gender en
de stadsgracht gedempt. Ook na
de Tweede Wereldoorlog zette de
snelle ontwikkeling zich voort en
veranderde de bebouwing aan de
Vestdijk enorm. De fabrieken met
villa’s en het Binnenziekenhuis
werden vervangen door hoge
kantoren, appartementen, een hotel
en een winkelcentrum. Hierdoor
transformeerde de Vestdijk in één
eeuw van een lommerrijke weg in een
drukke verkeersader.
Ook het complex van Ford-dealer
en garagebedrijf Van der MeulenAnsems heeft in deze periode grote
veranderingen ondergaan. Het
oudste deel is in 1880 gebouwd
als luciferfabriek door de eerder
genoemde firma Vissers, Langemeyer
& Co. Na een korte periode als
huisvesting te hebben gediend voor
de boek- en steendrukkerij Schäfer &
Co en sigarenfabriek Meijer, Blomhof
30.
Jzn (1906-1916) nam de firma Van
der Meulen-Ansems het pand in
gebruik.
De voormalige luciferfabriek kreeg
een nieuw leven als autostalling en
is zodoende een vroeg voorbeeld van
een parkeergarage. De garage bood
plaats aan 250 auto’s en er werden
ook parkeerplaatsen verhuurd aan de
villabewoners van de Raiffeisenstraat,
die met een loopbrug hun woning
konden bereiken. Het gebouw werd
aan de zuidzijde in twee fasen
uitgebreid, in 1926 met een hoog
bouwdeel en in 1929 met een
laag bouwdeel. Bij de bouw werd
gebruik gemaakt van een destijds
nieuwe Duitse techniek, de stalen
vakwerkbouw, waarvan in Nederland
maar weinig voorbeelden te vinden
zijn.
Bij het Duitse bombardement van
19 september 1944 raakte het
complex beschadigd en werd de
voorbouw verwoest. Hierop volgden
veranderingen aan het complex in de
wederopbouwperiode. Het meest in
het oog springend is de bouw van de
verpleegstersflat langs de Vestdijk
in 1956 met op de begane grond
de garage Van der Meulen-Ansems.
De laagbouw aan de achterzijde
werd vanaf 1947 deels verhuurd
aan autobusonderneming Vitesse
voor het stallen en onderhouden
van het materieel. Ook na de
wederopbouwperiode vonden
aanpassingen aan het complex
plaats, zoals het aanbrengen van
stalen beplating, die ook nu nog
“De garage bood plaats aan 250 auto’s ...”
enkele oorspronkelijke gevels aan het
zicht onttrekt.
In het laatste kwart van de twingste
eeuw raakte het pand in onbruik.
Hierdoor is de oude toestand goed
bewaard gebleven evenals bijzondere
details, zoals muurschilderingen
van klassieke auto’s. Het complex
speelde een rol in de film ‘Doodslag’
met Theo Maassen (2012) en ook
was het pand het decor van een
lichtinstallatie tijdens Lichtfestival
GLOW 2010.
Veronie Delmee
31.
Frequentie Strijp-S
Tijdens Frequentie Strijp-S zijn er op Strijp-S tal van
monumentale gebouwen geopend voor het publiek.
Er worden mondelinge toelichtingen verzorgd door
ontwerpers en oud-Philipsmedewerkers.
Meer informatie:
www.architectuurcentrumeindhoven.nl
Strijp S
Bushalte: Glaslaan of Ir. Kalffsstraat.
Trein: Station Beukenlaan
32.
Tijden
Bezienswaardigheden
Tussen 12:00 en 17:00
•
•
•
•
•
•
SAS 3 Appartementen
Speciale evenementen
Lofts Anton & Gerard
Daktuinen
Werkplekken
en meer
Het Bels lijntje
Philipsproducten op reis
Sporen van transport
Miljoenen Philipsproducten zoals lampen, radio’s en televisies hebben via
het spoor – in de hoogtijdagen zo’n 40.000 wagonladingen per jaar – hun
bestemming over de wereld gevonden. Andere bedrijven, die niet over eigen
vervoersmogelijkheden beschikten, gebruikten de goederenloodsen van Van
Gend & Loos. De spoorweg is dan ook bijzonder belangrijk geweest voor de
Eindhovense industrie. Op Strijp-S zijn daarvan nog, bijna vergeten, elementen
zichtbaar.
In de industrie speelt vervoer altijd
een belangrijke rol: de aanvoer
van grondstoffen en halffabricaten
en de distributie van kant-en-klaar
verpakte producten. Hoe sneller
het vervoer, hoe economischer,
en dus winstgevender. Binnen
grote fabriekscomplexen is allerlei
transport vanzelfsprekend ook
noodzakelijk. Ook Philips heeft op
de verschillende industriecomplexen
een uitgebreid spoornetwerk gehad,
33.
dat aansluiting had op het normale
spoorwegnet van de Nederlandse
Spoorwegen.
De eerste aansluiting van Philips
op het spoor dateerde al van
1908 en betrof de spoorlijn
naar Valkenswaard en Achel,
het zogeheten Bels lijntje. Na de
grootschalige uitbreidingen aan de
Emmasingel in de jaren twintig had
Philips een spoorwegaansluiting,
of in vakjargon raccordement,
ter hoogte van de Parallelweg en
Mathildelaan. Daarbij werd nog altijd
van de spoorlijn naar Valkenswaard
Het Strijps Bultje
34.
en Achel gebruik gemaakt. Later werd
het raccordement uitgebreid richting
het PSV-sportterrein en Strijp-S
met aansluiting op de spoorlijn
Eindhoven-Boxtel. Een herinnering
aan deze spoorlijn is zichtbaar
gemaakt in de berm ter hoogte van
de bushalte Glaslaan.
De kenmerken van de ruimtelijke
opzet van Strijp-S heeft ook alles
met spoorwegen te maken. Omdat
sporen geen haakse bochten kunnen
maken, is Strijp-S ingedeeld langs
een zich uitwaaierend spoor. Het
meest opmerkelijke element daarvan
is de Hoge Rug, de reeks witte
fabrieksgebouwen langs de spoorlijn.
Haaks op deze sporen waren er
wegen en leidingstraten die de
uiteenlopende fabrieksgebouwen met
elkaar verbonden.
Op Strijp-S werd in 1942 het
Veemgebouw gebouwd speciaal
voor de opslag van gereed zijnde
producten. De luifel accentueert
de inmiddels in ongebruikgeraakte
laadperrons. Hier werd ook het
zogeheten Strijps Bultje gebouwd,
over het spoor naar Strijp-T.
Tezamen met de terreinen Strijp-R
en -T lagen er spoorrails met een
lengte van circa 23 kilometer, terwijl
er een spoorlijn van Strijp langs de
Achtseweg naar het emplacement
Acht liep. Hier werd in 1959 door
Philips het eigen expeditiecentrum
gevestigd. Ook daar was een
zogeheten ‘overgavespoor’ op het
Nederlandse spoorwegnet.
Philips beschikte over een eigen
Rangeerdienst en Onderhoudsploeg.
Het bedrijf maakte vooral gebruik
van NS-locomotieven, maar
had zelf in de jaren vijftig drie
diesellocomotieven rijden van het
merk Deutz (Loc A, B en C). Deze
waren aangeschaft via Spoorijzer te
Delft, een leverancier van speciaal
fabrieksspoorwegmaterieel. In
1978 werden deze deels vervangen
door een diesellocomotief van de
Franse fabrikant Moyse (Loc D).
Overigens werden op Strijp-S de
goederenwagons door autotractie
getrokken, omdat de rails te zeer in
de bestrating lagen.
Hoewel er van 1967 tot 1973 nog
spoorgoederenwagons over de
weg met speciale trailers naar de
magazijnen in Veldhoven reden, nam
het goederenvervoer per spoor in
die jaren met de helft af. Dat kwam
onder meer omdat men steeds meer
elders ging produceren, maar ook
omdat het transport per vrachtwagen
sterk opkwam. Desondanks wordt in
een artikel uit 1973 nog gesproken
over 1000 goederenwagons per
maand, die door vier rangeerploegen
werden verwerkt.
Na 1984 vond het vervoer nog
uitsluitend via Expeditiecentrum
Acht plaats, zodat veel rails en
het verbindingsspoor Strijp-Acht
geruimd werden. Het illustreert dat
het spoorvervoer snel terugliep en in
1993 werd het definitief beëindigd.
Het raccordement bij Acht is er
nog steeds, nu ongebruikt als stille
getuige van een eens zo dynamische
vervoersstroom.
Peter Thoben & René Erven
35.
Ontdek de verhalen van Eindhoven op reis ...
Zondag 14 september
*
**
* Bussen vertrekken vanaf Centraal Station (stadszijde/zuidkant) en gaan ieder half uur.
Tickets zijn vóór 14 september te koop: www.ArchitectuurCentrumEindhoven.nl
** Frequentie Strijp-S is de open dag van Strijp-S. Tal van bedrijven en instellingen openen er hun
deuren.
Colofon
Teksten en Redactie
René Erven
Loes Heuvelmans
Peter Thoben
Luc Eekhout
Veronie Delmee
Grafische Vormgeving
Rik Verhalle, Rock9 Design
Open Monumentendag 2014
werd georganiseerd door:
Architectuurcentrum Eindhoven, met
medewerking van: Gemeente Eindhoven,
DAF-Museum, Rock9 Design, EHV 365,
Eindhoven Museum, Regionaal Historisch
Centrum Eindhoven, Frequentie Strijp-S,
Archeologisch Centrum Eindhoven /
Helmond, Henri Van Abbe Stichting,
Stichting Eindhoven in beeld, Philips
Museum en vele vrienden en vrijwilligers!
Fotografie
Regionaal Historisch Centrum Eindhoven,
Archeologisch Centrum Eindhoven /
Helmond en DAF-Museum
Druk
Goedhart Repro
Copyright:
Comité Open Monumentendag Eindhoven / Architectuurcentrum Eindhoven, 2014