Daar zit muziek in! Hoe kunnen de vijf domeinen van muziekonderwijs; zingen, bewegen op muziek, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren, binnen het team van de Delteykschool meer tot uitvoer komen binnen alle groepen? Astrid van Impelen 3989056 1 Onderzoeksverslag Inhoudsopgave: samenvatting_____________________________________________ blz.3 Inleiding_________________________________________________ blz.4 Theoretisch kader & onderzoeksvraagstelling_____________________blz.5-9 Opzet onderzoek___________________________________________blz.10-11 Resultaten________________________________________________blz.12-17 Conclusie_________________________________________________blz. 18-19 Literatuurlijst______________________________________________blz.20 Bijlage 1: planformulier 1____________________________________ blz.21-23 bijlage 2: planformulier 2____________________________________ blz.24-25 Bijlage 3: vragenlijst en uitwerkingen team______________________ blz.26-46 Bijlage 4: vragenlijst en uitwerkingen groep 1/2__________________ blz.47-49 Bijlage 5: vragenlijst en uitwerkingen groep 3/4__________________ blz.50-54 Bijlage 6: vragenlijst en uitwerkingen groep 5/6__________________ blz.55-62 Bijlage 7: vragenlijst en uitwerkingen groep 7/8__________________ blz.63-73 Bijlage 8: kerndoel 54______________________________________ blz.74-89 Bijlage 9: Voorbeeld Grafische partituur________________________ blz. 90 Bijlage 10: Presentatie team__________________________________blz. 91-94 2 Samenvatting Het doel van dit onderzoek was om te bepalen hoe de vijf domeinen van muziekonderwijs; zingen, bewegen op muziek, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren, binnen het team van de Delteykschool meer tot uitvoering kunnen komen binnen alle groepen en hoe de belemmeringen van het team ten aanzien van muziekonderwijs weggenomen kunnen worden. De directie vindt dat muziek onvoldoende aandacht krijgt. Met een schriftelijke enquête onder alle teamleden werden de belemmeringen en wensen duidelijk. Een aantal mist expertise, gebrek aan inspirerende lessen werd vaak genoemd, maar de grootste belemmering is dat de leerkrachten geen tijd kunnen vinden voor muziekonderwijs. De oplossing hiervoor is vakintegratie. Om te bepalen hoe de leerlingen het huidige muziekonderwijs beleven en graag zouden willen zien, zijn ook alle leerlingen geënquêteerd. De meeste leerlingen vinden muziek een leuk vak, de leerlingen van groep 7 en 8 gaven aan nauwelijks muziekles te krijgen. Het domein muziek vastleggen (muziekklanken grafisch noteren) is onbekend bij de leerlingen. Het bovenbouwteam wil graag een nieuwe methode, het hele team wil graag een kaartenbak met muzikale energizers. Aantal woorden:174. 3 Inleiding Context De Delteykschool in Werkhoven is één van de twee scholen in het dorp. Er zitten ongeveer 200 leerlingen op deze school, verdeeld over 8 groepen. Er zijn twee combigroepen 1/2, de overige groepen zijn homogene groepen. Op elke groep staan twee leerkrachten, alleen groep 6 heeft één leerkracht. Bij een vak als muziek wordt voor de lessen meestal een keuze gemaakt tussen de duopartners. Aanleiding tot het onderzoek Binnen het schoolteam van de Delteykschool is dit schooljaar een driejarig kunsten cultuurprogramma gestart. Vijf leerkrachten volgen de komende drie jaar, drie keer per jaar een workshop in drama, dans, literatuur, beeldende vakken en audio visuele vorming. Muziek was ook een mogelijkheid, maar daar was niemand beschikbaar voor. In de beleving van de directie wordt muziek te weinig gegeven in de groepen. De school heeft twee directeuren, die beiden ook les geven (res. in groep 7 en 8). De directie vraagt zich af wat de drempels van de leerkrachten zijn om muziekonderwijs te geven. Met dit onderzoek hoop ik een bijdrage aan de school te kunnen geven door te onderzoeken of er inderdaad te weinig muziekonderwijs wordt gegeven, welke belemmeringen de leerkrachten ervaren bij het geven van muziekonderwijs en hoe deze belemmeringen uit de weg geruimd kunnen worden. Tevens ga ik de mening van de leerlingen onderzoeken ten aanzien van muziekonderwijs. De leerkrachten kunnen met de meningen van de leerlingen, mijn conclusies en aanbevelingen, hun muziekonderwijs voor de komende schooljaren invulling geven. De verlegenheidsituatie Het aanbod van muziek is te minimaal in de diverse groepen van de Delteykschool, in de groepen 7 en 8 wordt nauwelijks muziekonderwijs gegeven. Mijn persoonlijke ontwikkelingsvraag ligt in het verlengde van de onderzoeksvraag. Ik ervaar een belemmering doordat ik onvoldoende zangkwaliteiten heb en niet goed een muziekinstrument kan bespelen. In mijn onderzoek verwacht ik te ontdekken dat dit geen belemmering hoeft te zijn voor het geven van goed muziekonderwijs. Het doel Uitzoeken wat de drempels van het team zijn voor het geven van muziek, uitzoeken of de school voldoet aan de normen voor muziekonderwijs, inzicht verkrijgen in de ervaringen van de leerlingen ten aanzien van muziekonderwijs. Uitzoeken wat de leerkrachtvaardigheden zijn bij het geven van muziekonderwijs en uitzoeken of de huidige methode Moet je doen (Hermus et al, 1999) voldoet aan de wensen van de leerkrachten. Tot slot ga ik inventariseren waar inspirerende en bruikbare muzieklessen gevonden kunnen worden. Voorlopige onderzoeksvraag Waar zit de handelingsverlegenheid binnen het team van de Delteykschool binnen de vijf domeinen (zingen, bewegen op muziek, muziek maken, muziek vastleggen, luisteren naar muziek) van muziekonderwijs? Verantwoording keuze van het type onderzoek Omdat het team te klein is voor een quasi-experiment (Harinck,2010) richt dit onderzoek zich op programma-evaluatie (Harinck,2010). Het programma in dit onderzoek gaat over het muziekonderwijs binnen de school. Om een juist beeld hiervan te krijgen, is er een enquête onder alle teamleden en alle leerlingen van de school gehouden. De literatuur moet duidelijkheid geven over de kerndoelen voor muziekonderwijs en hoe deze tot uitvoering moeten komen. 4 Theoretisch kader & onderzoeksvraagstelling Waar moet goed muziekonderwijs aan voldoen? Er is één kerndoel dat zich richt op muziekonderwijs namelijk kerndoel 54, kunstzinnige oriëntatie (Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, 2008). Dit kerndoel is onderverdeeld in de vijf domeinen van muziekonderwijs: * Zingen; * Luisteren; * Muziek maken; * Muziek vastleggen; * Bewegen. Zie voor de volledige uitwerking van dit kerndoel met tussendoelen bijlage 8. Het boek Muziekmeester! (Haverkort et al, 2010) gaat uitgebreid in op deze domeinen. Door de kinderen met deze domeinen te laten werken ervaren de kinderen wat ze zelf met muziek kunnen doen. Omdat muziek overal om ons heen is; in televisiereclames, in televisieprogramma’s, in winkels en op de radio maakt muziek ook automatisch onderdeel uit van het leven van kinderen. Bij muziek kun je je prettig voelen, het kan je ontspannen, ook kan de beleving intenser worden zoals bij een film. Muziek kan ook een gevoel bij je oproepen van bijvoorbeeld verdriet of blijdschap. De meeste mensen vinden muziek belangrijk, maar de mensen hebben wel verschillende voorkeuren voor muziek. Deze voorkeuren onderscheiden zich in klank, vorm en betekenis. De klanken van een muziekstuk zijn op het gehoor te onderscheiden; er zit verschil in tempo, hoogte-laagte, hard of zacht. Muziek kan variëren in klankduur, klankhoogte, klanksterkte en klankkleur (Haverkort et al, 2010). Bij klankduur moet je denken aan maat, ritme, tempo en articulatie. Bij klankhoogte aan de toonhoogteverschillen, samenklank en melodieën. De klanksterkte gaat over de dynamiek en de klankkleur behelst de instrumenten, materialen, stem (sopraan, alt, tenor, bas) en de orkestsamenstelling. De vorm krijgt een muziekstuk door herhalingen en contrastwerking. Hiertussen zit variatie waardoor de muziek verandert maar wel herkenbaar blijft. De vorm van een muziekstuk onderscheidt zich door vormprincipes (herhaling, contrast en variatie), vormeenheden (motief, thema, muzikale zin), vormtechnieken (echo, imitatie, stapelen, ostinaat) en compositievormen zoals canon, rondo en variatievorm (Haverkort et al, 2010). De derde essentie van muziekonderwijs is de betekenis van muziek. Men praat over de betekenis van muziek als het gaat over het gevoel dat muziek oproept, het verhaal dat een muziekstuk laat horen of het gegeven figuur 1: KVB-model. Gekopieerd muziek iets kan vertellen. Bovendien kan je er op dansen, op marcheren of geld mee uit Muziekmeester! (p. 23) F. Haverkort, R. van der Lei,L. De verdienen (Haverkort et.al, 2010). Klank, vorm en betekenis vormen de Noordam, 2010 Baarn/Utrecht/ essentie van muziekonderwijs. Wanneer dit Zuphen: ThiemeMeulenhoff. gecombineerd wordt met de vijf domeinen Copyright 2010 ThiemeMeulenhoff. van muziekonderwijs (zingen, bewegen, 5 muziek vastleggen, muziek maken en luisteren) krijg je het KVB-model (zie figuur 1). De vijf domeinen draaien in de buitenring om de taartpunten van klank, vorm en betekenis. Deze combinatie geeft de inhoud voor het muziekonderwijs in de basisschool. Methode Moet je doen. Deze visie is ook terug te vinden in de methode Moet je doen (Hermus et al, 1999). Omdat deze methode wordt gebruikt op de Delteykschool wordt een analyse van deze methode opgenomen in dit onderzoek. De methode heeft per jaargang een lesboek en een gecombineerd lesboek voor groep 1 en 2. Bij elk boek behoren twee tot vier cd’s en is er een uitleg terug te vinden over de klank, vorm en betekenis. Ook de vijf domeinen van muziek krijgen aandacht. In de methode is per groep een jaaroverzicht opgesteld van de lessen. Elke les heeft een naam, het doel wordt beschreven, welke onderdelen van het KVB-model aan bod komen, welke domeinen er aangesproken worden en indien mogelijk of er een thema bij de les past. De doelen zijn gebaseerd op kerndoel 54 (Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, 2008). Voor de groepen 5 t/m 8 is het domein bewegen achterwege gelaten. Bij het ontwikkelen van de methode muziek is tegelijkertijd de methode Moet je doen: dans (Van RijnKuijlenburg,1998) van ontwikkeld. Voor deze lessen wordt dan ook verwezen naar de methode Moet je doen: dans. Deze methode wordt ook gebruikt door de Delteykschool. Elke les heeft dezelfde structuur qua opzet: een inleiding, de kern en een afsluiting. De lessen zijn allemaal als klassikale lessen opgesteld. De lessen moeten binnen de gebruikelijke lesduur afgerond kunnen worden. Voor groep 1 en 2 is dat 30 minuten en vanaf groep 3 is dat 45 minuten. Elk lesboek heeft een overzicht van alle gebruikte muziekinstrumenten. Als basisassortiment worden de volgende instrumenten gebruikt: Altxylofoon (gr1/2) buistrom klokkenspel tamboerijn bekken bellenkrans bellenstok claves ritmestokjes triangel handtrom sambaballen woodblock Klopper (voor de handtrom) Xylofoon rasp Maracas klankstaaf Schellenraam klopper met vilten kop (voor het bekken) Ritmestokjes Deze uitgave is uit 1999 en inmiddels wat gedateerd. In 2010 is een nieuwe uitgave van de methode Moet je doen verschenen. Evelein (2009) beschrijft een hele nieuwe opzet van muziekonderwijs, namelijk in coöperatieve werkvormen. Hij stelt dat de voorbereiding voor deze lessen meer vraagt van de leerkracht, maar dat de opbrengsten hoger zijn. De kinderen zijn creatiever, meer betrokken en meer gemotiveerd. Verder stelt Evelein (2009) dat je als leerkracht niet hoeft te beschikken over uitgebreide muzikale vaardigheden of veel over muziek te weten. Om te werken in coöperatieve werkvormen is bereidheid tot samenwerken een basisvoorwaarde. Pas als er vertrouwen en veiligheid is, kan er op deze manier gewerkt worden. Om te beginnen met coöperatieve werkvormen is het verstandig dit in kleinere stapjes te verdelen. Korte, overzichtelijke en 6 succesvolle ervaringen in coöperatief leren vormen de basis voor meer uitgebreide activiteiten met een opener structuur (Evelein, 2009). Zie figuur 2 voor het overzicht in de te nemen stappen naar samenwerken. Bij het aanleren van muziekonderwijs in de coöperatieve vorm, komen de klank, vorm en betekenis ook aan bod zoals eerder beschreven. Het doel van de les en daarmee de link naar het kerndoel met tussendoelen wordt niet duidelijk beschreven. De vijf domeinen worden anders omschreven dan het Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2008) ze heeft opgesteld. Alles lijkt wel aan bod te komen. De nadruk ligt echter op de werkvorm en niet op de doelen. Figuur 2; De te nemen stappen naar samenwerken. Gekopieerd uit Coöperatief leren in muziek. Activiteiten basisonderwijs (p. 17). F. Evelein, 2007, Baarn: HBuitgevers. Copyright 2007 HBuitgevers. Voor het werken volgens Evelein (2009) zijn de volgende instrumenten nodig: 15 klokkenspelen 5 sopraanxylofonen 5 altsylofonen 5 basxylofonen 10 handtrommels 4 tot 6 conga’s 4 setjes bongo’s cabasa’s diverse shakers boomwhackers en stampbuizen divers klein percussie keyboards (eventueel met twee koptelefoonaansluitingen) Om al deze instrumenten te gebruiken en op te slaan, heeft de school veel ruimte nodig of een apart muzieklokaal. Het boek geeft een aanbeveling voor verschillende muziekstukken die bij klank, vorm en betekenis aan bod komen en informatieve websites over muziek en muziekonderwijs. Vergelijking Moet je doen (Hermus et al, 1999) en Coöperatief leren in muziek (Evelein, 2007): Auteur Werkvorm Voorbereidings- Lesduur Lesopbouw Kerndoel en tijd leerkracht domeinen Evelein (2007) Coöperatief: duo’s, viertallen, zestallen en achttallen 20 minuten (inschatting) Variatie tussen 10, 30 en 45 minuten Fase 1: Klassikale oriëntatie Fase 2: werken in teams Fase 3: Klassikale presentatie en reflectie Domeinen wel duidelijk zichtbaar, kern- en tussendoelen niet. 7 Hermus et al (1999) Klassikaal 10 minuten (inschatting) Alle lessen 30 of 45 minuten, afhankelijk van de groep. Inleiding, kern, afsluiting Duidelijk zichtbaar in de doelen per les en inhoudsopgave Wetenschappelijk onderzoek waarom muziekonderwijs niet van de grond komt. In het artikel What me? Teach music to my primary class? Challenges to teaching music in primary school in five countries (Russell-Bowie, 2009) wordt een Australisch onderzoek beschreven onder studenten in vijf verschillende landen: Australië, USA, Namibië, Zuid-Afrika en Ierland. In dit onderzoek kwamen de volgende belemmeringen naar voren bij het geven van muziekonderwijs: * Gebrek aan kennis over de kerndoelen; * Gebrek aan tijd om de muzieklessen voor te bereiden; * Niet genoeg tijd in een onderwijsdag; * Gebrek aan prioriteit voor muziek; * Gebrek aan persoonlijke muzikale ervaring; * Gebrek aan voldoende middelen. Omdat ik verwacht dat deze belemmeringen ook in mijn onderzoek naar voren kunnen komen, heb ik deze vraag opgenomen in de enquête voor de teamleden van de Delteykschool, zie bijlage 3, grafiek 7. Ook het artikel The First year of teaching in primary school: Where is the place in music? (De Vries, 2001) gaat over een onderzoek uit Australië. De Vries onderzocht de wijze waarop eerstejaars leraren in muziek lesgeven. In het bijzonder onderzocht de studie de impact van het genoten muziekonderwijs uit de lerarenopleiding in de praktijk van de beginnende leraren. Net als in het onderzoek van Russel-Bowie (2009) werd een schriftelijke enquête gehouden, vervolgens werden een aantal leerkrachten geselecteerd om een interview mee te houden. Uit dit onderzoek bleek dat slechts 37% van de beginnende leerkrachten regelmatig muziekles gaven. Redenen die werden opgegeven om niet of weinig muziekles te geven waren: * Aanwezigheid van een muziekspecialist in de school; * Het niet zelf bespelen van een muziekinstrument; * De hoeveelheid tijd besteed aan muziekonderwijs in hun lerarenopleidingen; * Gebrek aan vertrouwen over het onderwijzen van muziek; * De beschikbaarheid van tijd om muziek te leren wanneer andere vakgebieden domineren; * Toegang tot hulpbronnen; * Gebrek aan een apart muzieklokaal; * Relevante professionele ontwikkeling. Ook deze belemmeringen verwacht ik terug te zien en heb ik in mijn enquête opgenomen voor het team. Zie bijlage 3, vraag 13 en grafiek 7. In het artikel wordt voorgesteld om muziek meer te integreren in andere vakgebieden. Een hele interessante invalshoek die mogelijk een van de conclusies en adviezen van dit onderzoek zal zijn. De Vries vroeg leerkrachten in zijn onderzoek wat ze nodig hadden om tot beter muziekonderwijs te komen. De ondervraagden gaven aan met name behoefte te hebben aan een vakdocent voor muziekonderwijs. Deze vraag is ook opgenomen in de vragenlijst voor het team van dit onderzoek. Zie bijlage 3, grafiek 8. Verder 8 wordt in dit artikel er een verschil opgemerkt tussen de onderbouw en de bovenbouw van basisscholen. Deze vergelijking zal ik ook gaan maken bij het verwerken van de antwoorden. Vanuit de verlegenheidsituatie en het theoretische kader volgt de volgende onderzoeksvraag: Hoe kunnen de vijf domeinen van muziekonderwijs; zingen, bewegen op muziek, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren, binnen het team van de Delteykschool meer tot uitvoer komen binnen alle groepen? In een eerdere fase was de centrale vraag: Waar zit de handelingsverlegenheid binnen het team van de Delteykschool binnen de vijf domeinen (zingen, bewegen, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren) van muziekonderwijs? Deze vraag is een deelvraag geworden. Ik heb voor deze verandering gekozen omdat ik daarmee betere aanbevelingen kan doen en de conclusie anders te beperkt zou zijn. Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden, zijn de volgende deelvragen opgesteld: * Wat zijn de belemmeringen binnen het team bij het geven van muziekonderwijs? * Wat zijn de leerkrachtvaardigheden bij het geven van muziekonderwijs? * Waar zit de handelingsverlegenheid binnen het team van de Delteykschool binnen de vijf domeinen (zingen, bewegen, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren) van muziekonderwijs? * Hoe ervaren de leerlingen van de Delteykschool het huidige muziekonderwijs? * Wat zijn de kerndoelen voor muziek-onderwijs en hoe zijn deze terug te vinden in de muziekmethode Moet je doen(1999), de huidige methode van de school? Vijftien teamleden hebben de volgende aspecten opgegeven die gemist worden bij het geven van muziekonderwijs: 1/2 3/4 5/6 anders….. karretje met….. meer prioriteit binnen team zelfvertrouwen expertise apart muzieklokaal tijd in het rooster voldoende cd's inspirerende lessen 7/8 voldoende voorbereidingstijd 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Voldoende muziekinstrumenten aantal keer genoemd Wat wordt er gemist bij het geven van muziekonderwijs? onderdelen Grafiek 1 9 In bijlage 3 staan de volledige antwoorden van de leerkrachten van de Delteykschool. Door deze aspecten mogelijk te maken, krijgt muziekonderwijs een nieuwe impuls. Met name meer tijd in het rooster heeft aandacht nodig. Hermus et al (1999) stellen het volgende schema op ten aanzien van het aantal uren en de duur van de groepen: Groep 1 2 4 5 6 7 8 Aantal 25 25 25 22 22 22 22 Duur (min) 30 30 45 45 45 45 45 Uren per jaar 12,5 12,5 18,75 18,75 16,5 16,5 16,5 lessen Hermus et al (1999), gaat uit van 25 lessen per jaar voor de groepen 1 tot en met 4 en 22 lessen per jaar voor de groepen 5 tot en met 8. Dit komt neer op één les per anderhalf a twee weken Ik verwacht tot de conclusie te komen dat gebrek aan tijd in het rooster en zelfvertrouwen in het geven van muziekonderwijs een grote belemmering binnen het team zal zijn. Om muziekonderwijs meer tot uitvoering te laten komen, wil ik per groep aanbevelingen, aandragen. Bovendien wil ik aantonen dat er hulpmiddelen zijn om te gebruiken bij muziekonderwijs, bijvoorbeeld bij gebrek aan zelfvertrouwen bij het voorzingen. 10 Opzet onderzoek Er waren twee fases in dit onderzoek. De eerste fase was het literatuuronderzoek. In de theorie onderzocht ik op welke manier de kerndoelen terugkomen in de methode van de school Moet je doen (Hermus et al, 1999). Ter vergelijking is een andere manier van muziekonderwijs, het coöperatief werken, in dit onderzoek opgenomen. Daarnaast werden twee Australische artikelen bestudeerd. Hierin werd onderzocht waarom muziekonderwijs niet goed van de grond kwam in vijf verschillende landen. Een aantal uitkomsten van dit onderzoek zouden van toepassing kunnen zijn op Nederland en mijn onderzoek. Daarom heb ik dat verwerkt in de enquête voor de teamleden. Fase twee was het praktijkonderzoek. Dit onderzoek lijkt enigszins op het onderzoek van Russel-Bowie (2009) alleen heb ik er voor gekozen om geen interviews te houden met een aantal leerkrachten. De enquêtes gaven mij voldoende informatie. In het praktijkonderzoek werden de zestien teamleden gevraagd een schriftelijke enquête in te vullen. Vijftien teamleden hebben hieraan voldaan. Alleen één van de leerkrachten van groep 7 was door persoonlijke omstandigheden niet in de gelegenheid de enquête in te vullen. Hiervoor in de plaats heb ik de antwoorden gebruikt van de vaste invalkracht en RT-medewerkster zodat het beeld toch compleet kon worden. Daarnaast is er voor gekozen om ook de invalshoek vanuit de leerlingen aan bod te laten komen en daarmee een vorm van triangulatie te realiseren, bedoeld om de mening van verschillende belanghebbenden. In de twee combinatiegroepen 1/2 werd een klassikale enquête afgenomen. Hier is voor gekozen omdat de leerlingen nog zo jong zijn en zij hun mening nog moeilijk onder woorden kunnen brengen. De leerlingen konden hun vinger opsteken als ze het met een vraag eens waren. Vanuit deze enquête is een algemeen beeld af te leiden. De groepen 3 tot en met 8 kregen een schriftelijke enquête die klassikaal werd behandeld. Op deze manier konden vragen direct beantwoord worden, vragen verduidelijkt worden en kon de enquête klassikaal, met een korte muzikale activiteit worden afgesloten. Omdat in de groepen 3 tot en met 8 zo’n 150 leerlingen zitten is er voor gekozen om de vragenlijsten in te verdelen in combinatiegroepen: groep 3 en 4, groep 5 en 6, groep 7 en 8. De vragen zijn nagenoeg hetzelfde, de groepen 5/6 en 7/8 kregen wat meer vragen. De antwoorden van de jongens en meisjes zijn, waar mogelijk, per groep opgeteld en met elkaar vergeleken. In alle enquêtes komen de vijf domeinen van muziek (zingen, bewegen, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren) aan bod. De onderzoeksvragen worden middels de volgende instrumenten beantwoord: Onderzoeksvragen Instrumenten Centrale vraag: Hoe kunnen de vijf domeinen van muziekonderwijs; zingen, bewegen op muziek, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren, binnen het team van de Delteykschool meer tot uitvoer komen binnen alle groepen? Theorie Vragenlijst leerkrachten Vragenlijst leerlingen antwoorden op de deelvragen Deelvraag 1: Wat zijn de belemmeringen binnen het team bij het geven van Vragenlijst leerkrachten theorie 11 muziekonderwijs? Deelvraag 2: Wat zijn de leerkrachtvaardigheden bij het geven van muziekonderwijs? Vragenlijst leerkrachten Theorie Deelvraag 3: Waar zit de handelingsverlegenheid binnen het team van de Delteykschool binnen de vijf domeinen (zingen, bewegen, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren) van muziekonderwijs? Deelvraag 4: Hoe ervaren de leerlingen van de Delteykschool het huidige muziekonderwijs? Vragenlijsten leerlingen 1/2, 3/4, 5/6, 7/8 Deelvraag 5: Wat zijn de kerndoelen voor muziek-onderwijs en hoe zijn deze terug te vinden in de muziekmethode Moet je doen(2008), huidige methode van de school? Theorie (www.tule.slo.nl) Theorie (methode Moet je doen 1/2,3,4, 5,6,7,8) Hoe kunnen de vijf domeinen van muziekonderwijs; zingen, bewegen op muziek, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren, binnen het team van de Delteykschool meer tot uitvoer komen binnen alle groepen? Het antwoord op deze vraag zal tot uiting komen in de conclusie. Om te bepalen hoeveel aandacht de domeinen krijgen zijn de vragenlijsten van het team en de groepen van essentieel belang. Daaruit volgt een aanbeveling om aan bepaalde domeinen meer aandacht te geven. Wat zijn de belemmeringen binnen het team bij het geven van muziekonderwijs en Waar zit de handelingsverlegenheid binnen het team van de Delteykschool binnen de vijf domeinen (zingen, bewegen, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren) van muziekonderwijs? Hiervoor wordt de vragenlijst van het team gebruikt. Alleen het team kan tenslotte aangeven waar hun belemmeringen zitten. Vanuit de theorie zijn een aantal mogelijkheden gegeven wat een belemmering zou kunnen zijn. Deze mogelijke belemmeringen zijn verwerkt in de vragenlijst. Er zijn geen vragen letterlijk uit de theorie overgenomen. Wat zijn de leerkrachtvaardigheden bij het geven van muziekonderwijs? Haverkort (2010) noemt een aantal competenties die nodig zijn bij het geven van muziek. Het team zelf noemt andere leerkrachtvaardigheden. Hoe ervaren de leerlingen van de Delteykschool het huidige muziekonderwijs? Deze vraag kunnen alleen de leerlingen beantwoorden. Wat zijn de kerndoelen voor muziek-onderwijs en hoe zijn deze terug te vinden in de muziekmethode Moet je doen(1999), (huidige methode van de school)? De kerndoelen vormen de basis voor elk vak in het basisonderwijs. Ook voor muziek is er een kerndoel met tussendoelen. Deze zijn volledig opgenomen in dit onderzoek en terug te vinden onder bijlage 8. Om te achterhalen of de huidige 12 methode voldoet aan het kerndoel is dit met elkaar vergeleken in het theoretische kader. 13 4. Resultaten * Wat zijn de belemmeringen binnen het team bij het geven van muziekonderwijs? Evelein (2009) noemt: * Leerkrachten voelen zich niet competent; * Er zijn onvoldoende financiële middelen voor het aantrekken van vakleerkrachten; * Lesprogramma overvol; * Het ontbreken van leermiddelen. Russel-Bowie, (2009) beschrijft de volgende belemmeringen: * Gebrek aan kennis over de curriculum eisen; * Gebrek aan tijd om de muziek lessen voor te bereiden; * Niet genoeg tijd in een onderwijsdag; * Gebrek aan prioriteit voor muziek; * Gebrek aan persoonlijke muzikale ervaring; * Gebrek aan voldoende middelen. De Vries, (2011) beschrijft de volgende belemmeringen: * Gebrek aan tijd * Gebrek aan expertise/opleiding * Beperkte toegang tot hulpleiding * Onvoldoende ruimte De leerkrachten van de Delteykschool noemen de volgende persoonlijke belemmeringen: Belemmering: Niet goed kunnen zingen Gebrek ritmegevoel Leuke lesideeën Instrument bespelen Kennis Betere muzikale intelligentie Tijd Spontaniteit Kennis muzieknotatie Durf Aantal keer genoemd 3 3 2 1 1 1 1 1 1 1 Een aantal leerkrachten ervaart geen belemmeringen (zie bijlage 3, antwoorden bij vraag 15). Er worden veel verschillende belemmeringen genoemd. Uit de vorige vraag blijkt dat enthousiasme & plezier het vaakst werd genoemd, de leerkrachten ervaren dit niet als een belemmering. Maat/ritmegevoel werd ook vaak genoemd bij leerkrachtvaardigheden, deze werd ook vaakst genoemd bij belemmeringen. Zeven leerkrachten ervaren geen belemmeringen. Zie cirkelgrafiek 1 voor het totaalbeeld. 14 geen belemmering ritmegevoel niet kunnen/durven zingen instrument bespelen spontaniteit muzikale intelligentie Cirkelgrafiek 1 * Wat zijn de leerkrachtvaardigheden bij het geven van muziekonderwijs? Haverkort, et al (2010) noemen de volgende competenties voor het geven van muziekonderwijs: De leerkracht kan: * kinderen liedjes zingen met aandacht voor expressie, zuiverheid, adem, resonans en articulatie; * jonge en oudere kinderen geïnspireerd naar muziek uit verschillende culturen en cultuurperioden laten luisteren en op muziek laten bewegen; * met groepen kinderen instrumentele speelstukjes laten ontwerken en uitvoeren met aandacht voor klank, vorm en betekenis. * groepen kinderen muziek laten maken, ontwerpen en beluisteren met behulp van de grafische en de traditionele notatie; * groepen kinderen klank-, vorm- en betekenisaspecten van muziek met bewegingen laten uitdrukken. Het team van de Delteykschool noemt de volgende leerkrachtvaardigheden: Vaardigheid Enthousiasme en plezier in muziekles Maat/ritmegevoel Kunnen zingen/durven voorzingen Durven Kennis aanleren lied Kennis soorten muziek, instrumenten Goede voorbereiding Muzikale intelligentie Kennis onderdelen per groep Kennis inzet instrumenten Creativiteit Open staan voor inbreng leerlingen Differentiatie Passie Aantal keer genoemd 7 7 4 3 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 15 Spontaniteit Noten kunnen lezen Plezier Niet alles zo perfect willen doen Notenbalk kunnen lezen Partituur kunnen maken Vertrouwen in eigen kunnen Leuke lessen 1 1 1 1 1 1 1 1 Het team noemt veel verschillende leerkrachtvaardigheden voor het geven van muziek, Haverkort et (2010) heeft het over competenties bij het geven van muziekonderwijs zoals zingen, voor kunnen doen en het begeleiden van muzieklessen. Enthousiasme & plezier voor muziek en maat/ritmegevoel werden daar het meeste genoemd. Waar zit de handelingsverlegenheid binnen het team van de Delteykschool binnen de vijf domeinen (zingen, bewegen, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren) van muziekonderwijs? Het antwoord op deze vraag is een combinatie van de ervaren persoonlijke belemmeringen en de onderdelen die bij muziekonderwijs gemist worden. Vanaf groep 3 is tijd in het rooster een grote belemmering. Verder worden door alle leerkrachten genoemd: * voldoende muziekinstrumenten; * inspirerende lessen * een karretje met veel muziekinstrumenten, muziekboeken, cd’s en andere muzikale benodigdheden (wel aparte kar voor de onderbouw en een voor de bovenbouw). 1/2 3/4 5/6 anders….. karretje met….. meer prioriteit binnen team zelfvertrouwen expertise apart muzieklokaal tijd in het rooster voldoende cd's inspirerende lessen 7/8 voldoende voorbereidingstijd 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Voldoende muziekinstrumenten aantal keer genoemd Wat wordt er gemist bij het geven van muziekonderwijs? onderdelen Grafiek 7 Als persoonlijke belemmeringen werd het meeste genoemd: * Niet goed kunnen zingen. * gebrek aan ritmegevoel. * gebrek aan leuke en inspirerende lesideeën. 16 Uit het onderzoek is verder gebleken dat er onvoldoende gewerkt wordt met het domein muziek vastleggen. De leerlingen en leerkrachten geven hier weinig prioriteit aan, zie tabel 1C, 10, 15, 21 en 30. Tijdens het afnemen van de enquêtes van de leerlingen, moest deze vraag ook een aantal keer uitgelegd worden in elke groep. * Hoe ervaren de leerlingen van de Delteykschool het huidige muziekonderwijs? 40 35 30 25 20 15 10 5 0 ja nee gr Jo oe ng p 1/ en 2 s gr m oe ei sje p 3 s gr Jo o ng ep en 3 s gr m o ei ep sje 4 s gr Jo oe ng p en 4 s g m r oe ei sje p 5 s gr Jo o ng ep en 5 s gr m oe ei sje p 6 s g jo r o ng ep en 6 s gr m o ei ep sje 7 s gr jo oe ng p en 7 s g m r oe ei sje p 8 s gr oe p 8 aantal leerlingen Alle leerlingen kregen de vraag of ze muziek een leuk vak vonden. Hierbij de verdeling: groepen Grafiek 2 aantal punten 160 140 kleuters 120 totaal groep 3 totaal groep 4 100 totaal groep 5 80 totaal groep 6 60 meisjes groep 8 40 totaal groep 7 20 totaal groep 8 0 zingen Bewegen op muziek muziek vastleggen muziek maken muziek luisteren Domeinen Grafiek 3; de diagrammen met de hoogste punten, krijgen de minste voorkeur. De diagrammen met de laagste punten, krijgen de meeste voorkeur. 17 De vraagstelling voor de leerlingen van groep 1 en 2 was anders dan voor de leerlingen van de groepen 3 tot en met 8. In groep 1/2 konden de leerlingen hun hand opsteken als ze het eens waren met de vraag. In de groep 3 tot en met 8 werden de leerlingen verzocht om de antwoorden schriftelijk te noteren. Door de uitkomst om te rekenen, kon deze wel in de grafiek opgenomen worden. Doordat de leerlingen werd gevraagd het laagste aantal punten aan hun favoriete onderdeel toe te kennen, geven de laagste staafdiagrammen hun favoriete onderdeel weer. De hoogste staafdiagrammen geven het minst favoriete onderdeel weer. * Wat zijn de kerndoelen voor muziekonderwijs en hoe zijn deze terug te vinden in de muziekmethode Moet je doen(Hermus et al, 1999), (huidige methode van de school)? Kerndoel 54 onder het vak kunstzinnige oriëntatie beschrijft het doel voor muziek: De kinderen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren (Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, 2008). In bijlage 8 zijn de volledige tussendoelen per groep opgenomen in dit verslag. De methode Moet je doen (Hermus et al, 1999) is volledig gebaseerd op deze kerndoelen. De doelen per les zijn geformuleerd volgens de bestaande tussendoelen van kerndoel 54. Alle domeinen komen aan bod. De nadruk ligt vooral op luisteren en bewegen. Vastleggen komt het minst aan bod. * Hoe kunnen de vijf domeinen van muziekonderwijs binnen het team van de Delteykschool meer tot uitvoer komen binnen alle groepen? Vijftien teamleden hebben de volgende aspecten opgegeven die gemist worden bij het geven van muziekonderwijs: 1/2 3/4 5/6 anders….. karretje met….. meer prioriteit binnen team zelfvertrouwen expertise apart muzieklokaal tijd in het rooster voldoende cd's inspirerende lessen 7/8 voldoende voorbereidingstijd 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Voldoende muziekinstrumenten aantal keer genoemd Wat wordt er gemist bij het geven van muziekonderwijs? onderdelen Grafiek 1 In bijlage 3 staan de volledige antwoorden van de leerkrachten van de Delteykschool. 18 Door deze aspecten mogelijk te maken, krijgt muziekonderwijs een nieuwe impuls. Met name meer tijd in het rooster heeft aandacht nodig. Hermus et al (1999) stellen het volgende schema op ten aanzien van het aantal uren en de duur van de groepen: Groep 1 2 4 5 6 7 8 Aantal 25 25 25 22 22 22 22 Duur (min) 30 30 45 45 45 45 45 Uren per jaar 12,5 12,5 18,75 18,75 16,5 16,5 16,5 lessen Hermus et al (1999), gaat uit van 25 lessen per jaar voor de groepen 1 tot en met 4 en 22 lessen per jaar voor de groepen 5 tot en met 8. Dit komt neer op één les per anderhalf a twee weken 19 Conclusie Hoe kunnen de vijf domeinen van muziekonderwijs, zingen , bewegen op muziek, muziek vastleggen, muziek maken en luisteren, binnen het team van de Delteykschool meer tot uitvoer komen binnen alle groepen? Allereerst moeten de belemmeringen weggenomen worden. Een aantal leerkracht voelt zich niet competent genoeg om voor te zingen. Er zijn hier hulpmiddelen voor. Haverkort et al (2010) beschrijft er een aantal; kies een lied dat past bij de belevingswereld van de leerlingen, niet te snel opgeven als leerlingen het niet leuk vinden omdat de waardering vaak pas later komt, kies een lied met gebruiksmogelijkheden en ten slotte laat de cd het lied voorzingen. Indien er geen cd beschikbaar is, kun je via muziekwebsite als www.youtube.com het betreffende lied opzoeken en dit gebruiken om voor te zingen. Evelein (2009) laat zien dat gebrek aan ritme door inspirerende lessen omzeild kan worden door vooral de leerlingen aan het werk te zetten. Door de leerkrachten werd het gebrek aan tijd in het rooster als de allergrootste belemmering ervaren. Dit kan opgelost worden door vakintegratie. Evelein (2009) noemt de volgende mogelijkheden: * Taal: ritmewoorden, muziek en verhaal, gedichten. * Beeldende vorming: sfeer tekenen of verven op muziek, grafische partituur. * Rekenen: hoeveel klanken hoor je, muzikale rekensommen (hoeveel keer van hoog naar laag, dalen, stijgend). * bewegingsonderwijs: Binnen bewegingsonderwijs is bewegen op muziek ook een kerndoel. Een gymzaal biedt veel meer ruimte om dit tot uitvoer te laten komen. * geschiedenis: maak gebruik van muziek uit verschillende tijden. * cultuur: gebruik muzikale contexten uit ander culturen. Na verwerking van alle theorie en enquêtes komt ik tot de volgende aanbevelingen om de vijf domeinen meer tot uitvoer te laten komen binnen de Delteykschool: Domein Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Zingen Gebeurt voldoende 1x per maand lied aanleren met behulp van Eigenwijs. Gebeurt voldoende 1x per maand lied aanleren met behulp van Eigenwijs. Vakintegratie met Engels Bewegen op muziek Gebeurt voldoende Vakintegratie met bewegingsonderwijs Vakintegratie met bewegingsonderwijs Vakintegratie met bewegingsonderwijs Muziek vastleggen Gebruik maken van Kijken naar muziek (Lach, 2006) 1) Gebruik maken van Kijken naar muziek (Lach, 2006) 2) vakintegratie met beeldende vakken. 1) Gebruik maken van Kijken naar muziek (Lach, 2006) 2) vakintegratie met beeldende vakken. 1) Gebruik maken van Kijken naar muziek (Lach, 2006) 2) vakintegratie met beeldende vakken. 3) Elke leerling maakt een grafische partituur. Bij groep 8 op de 20 jaartaak. Muziek maken Geschikte liedjes uitzoeken voor nieuwe schooljaar, nu zijn de groepen iets te groot. 1) Geschikte liedjes zoeken en gewoon doen! 2) vakintegratie met handvaardigheid (eigen muziekinstrument maken) 1) Geschikte liedjes zoeken en gewoon doen! 2) vakintegratie met handvaardigheid (eigen muziekinstrument maken) 1) Geschikte liedjes zoeken en gewoon doen! 2) vakintegratie met handvaardigheid (eigen muziekinstrument maken) luisteren Gebeurt voldoende Leerkracht verzamelt muziekstukken, via youtube (eigen speellijst aanmaken) Leerlingen kiezen zelf een muziekstuk en verzinnen daar een luistervraag bij. Leerlingen kiezen zelf een muziekstuk en verzinnen daar een luistervraag bij. Ten slotte zou het voor alle groepen wenselijk zijn om een goede geluidsinstallatie in de gymzaal te hebben. Voor de bovenbouw is een nieuwe, eigentijdse methode wenselijk aangezien de huidige wat gedateerd is. Zie bijlage 10 voor uitgebreide aanbevelingen per groep. Discussie onderzoek De kern van dit onderzoek zit in de vragenlijsten van het team en alle leerlingen. Dit gaf heel veel data om te verwerken, maar om het juiste beeld te krijgen was dit essentieel. De leerkrachten worden uitgenodigd om de antwoorden van hun leerlingen te bekijken en te ontdekken wat er op muziekgebied leeft bij hun leerlingen. Bij een volgend onderzoek zou ik de vragenlijsten van de verschillende groepen meer gelijk houden zodat ik tot een betere vergelijking kan komen. De hogere groepen kunnen meer vragen aan, maar dit zou ik dan aanpassen naar bijvoorbeeld een vraag 7 en 7A. Bij vraag 3, voor elke groep, werd de leerlingen gevraagd om één punt te geven aan het favoriete muziekonderdeel, een twee aan het volgende enz. De vijf kreeg het minst favoriete muziekonderdeel. De vraag zag er zo uit: Zingen Bewegen op muziek Muziek vastleggen Muziek Maken Muziek luisteren Door deze manier van vraagstelling kreeg het favoriete muziekonderdeel de laagste punten. Bij het aflezen in de grafiek kan dit voor wat verwarring zorgen, aangezien de lezer geneigd kan zijn om van de hoogste diagram het meest favoriete muziekonderdeel af te lezen. Ter verduidelijking is de juiste wijze van aflezen bij elke diagram genoteerd. Bij een volgende onderzoek zou ik de puntentelling omdraaien. Op donderdag 3 juli zal dit onderzoek aan het team gepresenteerd worden met aanbevelingen. Tevens zullen de teamleden uitgenodigd worden om het hele onderzoeksverslag te lezen. De betekenis voor andere scholen zou kunnen liggen in de manier van onderzoeken. Omdat op elke school weer andere mensen werken, ervaren deze mensen wellicht weer andere belemmeringen. Uiteraard zijn de vragenlijsten en mogelijke belemmeringen uit dit onderzoek wel te gebruiken. 21 Literatuurlijst (APA- norm) Evelein, F. (2007). Coöperatief leren in muziek. Activiteiten basisonderwijs. Baarn: HBuitgevers. Harcink, F. (2010). Basisprincipes praktijkonderzoek. Antwerpen-Apeldoorn: Garant Haverkort, F., Lei, van der R., Noordam, L. (2010). Muziekmeester! Baarn/Utrecht/Zutphen: TheimeMeulenhoff. Haverkort, F., Lei, van. der. R., Noordam, L. (2009). Eigen-wijs. Liedbundel voor kinderen van 4-12 jaar. Born: Stichting ter bevordering van de Muzikale Vorming. Hermus, T., Leender, J., Vuijst, J. de. (1999). Moet je doen: muziek groep 1 t/m 8. Amsterdam: Meulenhoff educatief. Lach, W. (2006). Kijken naar muziek. Rotterdam: Lemniscaat. Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2008). Kerndoelen kunstzinnige oriëntatie. Geraadpleegd op 28 februari 2014 via http://tule.slo.nl/. Rijn-Kuijlenburg, van. G., Verwaayen, S. Wouw, van. der. L. (1998). Moet je doen: dans groep 1 t/m 8. Amsterdam: Meulenhoff educatief. Russel-Bowie, D. (2009) What me? Teach music to my primary class? Challenges to teaching music in primary schools in five countries. Music Education Research, (vol. 11, no. 1), 23-36. Geraadpleegd op 24 maart 2014 van : http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/14613800802699549 Schipper, J. (2007). Rood rood mannetje. Kleurrijke, nieuwe liedjes voor kinderen. Amsterdam: Uitgeverij SWP BV. Sterenborg, F. (2011). Hoe kunnen we de interesse vergroten naar muziek en muziek stimuleren op basisschool de Golfslag en de Frans Naereboutschool? Geraadpleegd op 17 maart 2014 via http://www.hbokennisbank.nl/nl/page/hborecord.view/?uploadId=zeelandhogeschool%3Aoai%3 Arepository.samenmaken.nl%3Asmpid%3A41559 Vries, P. de. (2011). The First Year of Teaching in Primary School: Where is the place of music? International Journal of Education & the Arts, 12 (2), 1-26. Geraadpleegd op 24 maart 2014 van: http://www.ijea.org/v12n2/v12n2.pdf. 22 Bijlage 1: planformulier 1: wat te onderzoeken Naam Astrid van Impelen Opleiding: DAV Studentnummer: 3989056 SBL’er: Emmie den Boon Datum: Juni 2014 1 aanleiding tot het onderzoek. Binnen het schoolteam van mijn stageschool is dit schooljaar een driejarig kunsten cultuurprogramma gestart. Vijf leerkrachten volgen de komende drie jaar, drie keer per jaar een workshop in drama, dans, literatuur, beeldende vakken en audio visuele vorming. Muziek was ook een mogelijkheid, maar daar was niemand beschikbaar voor. Muziek wordt te weinig gegeven in de groepen. 2. Praktijkvraag Aanscherping en inperking van de aanleiding. Het stuk van de aanleiding waarop je je gaat richten: Waar zit de handelingsverlegenheid binnen het team van de Delteykschool binnen de vijf domeinen van muziekonderwijs? 3. Doel Doel in: De beoogde opbrengst van je onderzoek. Bereikt als het onderzoek klaar is: * Uitzoeken wat de drempels van het team zijn voor het geven van muziek. * Uitzoeken of de school voldoet aan de normen voor muziekonderwijs. * Inzicht verkrijgen in de ervaringen van de leerlingen ten aanzien van muziekonderwijs. * Uitzoeken wat de leerkrachtvaardigheden zijn bij het geven van muziekonderwijs. * Uitzoeken of de huidige methode Moet je doen ( Hermus et al, 1999) een nieuwe impuls aan muziekonderwijs kan geven. * inventariseren waar inspirerende en bruikbare muzieklessen gevonden kunnen worden. 23 Doel van: Waarom doe je dit onderzoek? Wat is het verdere perspectief? Toen ik met het voorstel voor muziekonderwijs bij de directie van mijn stageschool kwam, gaven zij meteen aan dat dit heel goed past bij het driejarige traject dat dit schooljaar begonnen is. Ik wil ook graag inspirerende muzieklesmogelijkheden aan het team laten zien. Ik zou graag willen uitzoeken wat de drempels van de leerkrachten zijn voor het geven van muziek en deze drempels willen verlagen danwel wegnemen. Ik hoop aan het team te kunnen laten zien welke muzieklessen er gegeven kunnen worden vanuit de 5 domeinen, met of zonder methode. 4. Onderzoeksvraag en deelvragen Onderzoeksvraag 1 (Geef hier ook een korte weergaven van de relevante literatuur waarop deze vraag is gebaseerd) Boek Muziekmeester! Coöperatief leren in muziek kerndoelen muziek Vakblad International Journal of Education & the Arts Artikel Music Education Research Deelvragen (structurerend): * Wat zijn de leerkrachtvaardigheden bij het geven van muziekonderwijs? * Wat zijn de belemmeringen binnen het team bij het geven van muziekonderwijs? * Hoe kunnen de vijf domeinen van muziekonderwijs binnen het team van de Delteykschool meer tot uitvoer komen binnen alle groepen? * Hoe ervaren de leerlingen van de Delteykschool het huidige muziekonderwijs? * Wat zijn de kerndoelen voor muziekonderwijs en hoe zijn deze terug te vinden in de muziekmethode Moet je doen(Hermus et al, 1999), (huidige methode van de school)? Literatuur a. Lijst met geraadpleegde literatuur volgens APA-regels (bijlage 11 Harinck) Evelein, F. (2007). Coöperatief leren in muziek. Activiteiten basisonderwijs. Baarn: HBuitgevers. Harcink, F. (2010). Basisprincipes praktijkonderzoek. Antwerpen-Apeldoorn: Garant Haverkort, F., Lei, van der R., Noordam, L. (2010). Muziekmeester!. Baarn/Utrecht/Zutphen: TheimeMeulenhoff. Hermus, T., Leender, J., Vuijst, J. de. (1999) Moet je doen groep 1 t/m 8. Amsterdam: Meulenhoff educatief. Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2008). Kerndoel kunstzinnige oriëntatie. Geraadpleegd op 28 februari 2014 via http://tule.slo.nl/. 24 Russel-Bowie, D. (2009) What me? Teach music to my primary class? Challenges to teaching music in primary schools in five countries. Music Education Research, (vol. 11, no. 1), 23-36. Geraadpleegd op 24 maart 2014 van : http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/14613800802699549 Schipper, J. (2007). Rood rood mannetje. Kleurrijke, nieuwe liedjes voor kinderen. Amsterdam: Uitgeverij SWP BV. Sterenborg, F. (2011). Hoe kunnen we de interesse vergroten naar muziek en muziek stimuleren op basisschool de Golfslag en de Frans Naereboutschool? Geraadpleegd op 17 maart 2014 via http://www.hbokennisbank.nl/nl/page/hborecord.view/?uploadId=zeelandhogeschool%3Aoai%3 Arepository.samenmaken.nl%3Asmpid%3A41559 Vries, P. de. (2011). The First Year of Teaching in Primary School: Where is the place of music? International Journal of Education & the Arts, 12 (2), 1-26. Geraadpleegd op 24 maart 2014 van: http://www.ijea.org/v12n2/v12n2.pdf. b. Gebruikte zoektermen: Handelingsverlegenheid, muziekonderwijs, domeinen muziek c. Hoe gezocht? In welke databases gezocht? Literatuur: Muziekmeester! Moet je doen groep 1 t/m 8. Coöperatief leren in muziek. Activiteiten basisonderwijs Website: Kerndoelen muziekonderwijs. HBOdatabank: scriptie: Hoe kunnen we de interesse vergroten naar muziek en muziek stimuleren op basisschool de Golfslag en de Frans Naereboutschool? Eric: twee artikelen: 1)The First Year of Teaching in Primary School: Where is the place of music? 2)Teach music to my primary class? Challenges to teaching music in primary schools in five countries. 25 Bijlage 2: planformulier 2: Hoe onderzoeken? Naam Astrid van Impelen Opleiding: DAV Studentnummer: 3989056 SBL’er: Emmie den Boon Datum: Juni 2014 1. Hoe ga je gegevens verzamelen? Kruis de gebruikte alternatieven aan: bevragen (interviews, vragenlijsten) schriftelijke bronnen, bestaande documenten 2. Welke instrumenten ga je gebruiken? Geef hieronder een korte beschrijving per instrument. Instrument Doel? Wat meet het instrument? Het instrument geeft inzicht in het Schriftelijke vragenlijst (15-20 open standpunt van de docenten ten aanzien vragen) aan het hele team van muziekonderwijs. Tevens geeft het inzicht in concrete gegevens over bijvoorbeeld werkelijke urenbesteding aan muziekonderwijs. Mondelinge vragenlijst aan de leerlingen uit kleuterklas A en B. Schriftelijke vragenlijst (open en gesloten vragen) aan de leerlingen uit de groepen 3,4,5,6,7,8. Het instrument meet hoe de leerlingen muziekonderwijs ervaren. Het instrument meet hoe de leerlingen muziekonderwijs ervaren. 3a. Hoe vaak ga je gegevens verzamelen? Eén keer; bij aanvang van het onderzoek. 3b. Wat voor soort onderzoek is het, denk je en waarom denk je dat? Omdat het team te klein is voor een quasi-experiment (Harinck,2010) zal ik me vooral richten op programma-evaluatie (Harinck,2010). Het programma in dit onderzoek gaat over het muziekonderwijs binnen de school. Wat is er allemaal al? Hoe wordt het nu gebruikt en kan dit beter ingezet worden? 26 3c. Bij wie / wat ga je je gegevens verzamelen? (onderzoeksgroep) Personen Leraren (N = 15, waarvan 2 directeuren ) Leerlingen: N= Groep 1/2A: 34 leerlingen Groep 1/2B: 32 leerlingen Groep 3:26 leerlingen Groep 4:24 leerlingen Groep 5:26 leerlingen Groep 6:19 leerlingen Groep 7:30 leerlingen Groep 8:27 leerlingen Objecten: Het lesmateriaal, de methode Moet je doen Documenten: Leerlingvolgsysteem Schoolwerkplan schoolvisie 4. Instrumenten Voeg je instrumenten als bijlage toe. Voeg ook een schema toe, waarin je laat zien hoe de instrumenten de onderzoeksvragen afdekken. Zie bijlage 8. 5. Communicatie a. Ga je de verzameling van gegevens van te voren overleggen op de te onderzoeken school? Ja b1. Zo ja, met welke geledingen? Met de directrice, met haar kan ik overleggen of de manier van het verzamelen van gegevens past bij de school. b2. Zo nee, wat is de reden dat er geen overleg gevoerd wordt? 27 Bijlage 3: instrument open vragenlijst team De open vragen zijn in een tabel verzameld per groepen 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8. Per regel is het antwoord van de betreffende leerkracht genoteerd. Alleen in groep 6 is een leerkracht, in de overige groepen zijn er steeds twee. 1) Hoeveel tijd (per week) zouden de leerlingen van jouw groep muziekonderwijs moeten krijgen? aantal keer genoemd Hoeveel tijd zouden leerlingen moeten krijgen aan muziekonderwijs? 5 4 1/2 3 3/4 2 5/6 1 7/8 0 0-15 15-30 30-45 45-60 >60 tijdverdeling in m inuten Grafiek 4; Hoeveel tijd zouden leerlingen moeten krijgen aan muziekonderwijs? 2) Hoeveel tijd (per week) krijgen je leerlingen werkelijk aan muziek? aantal keer genoemd Hoeveel tijd krijgen de leerlingen werkelijk aan muziek? 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 1/2 3/4 5/6 7/8 0-15 15-30 30-45 45-6 >60 tijdverdeling in m inuten Grafiek 5: Hoeveel tijd krijgen de leerlingen werkelijk aan muziek? 3) Als er een verschil is, wat is dan de belangrijkste oorzaak van het verschil tussen vraag 1 en 2? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A In een kleutergroep zing je de hele dag door, bij het opstarten van de kring, melkdrinken, naar huis gaan, spellessen, korte spelletjes tussendoor (geluiden, luisterspelletjes e.d. 1/2A Omdat er zoveel dingen op het rooster staan en dus kiezen is. 28 1/2B Er is geen verschil. 1/2B Ik denk dat we eigenlijk nog wel meer tijd aan muziek besteden. Mijn duopartner geeft de muzieklessen, maar ik zing en dans veel met de kinderen. Leerkracht Groepen 3/4 3 Te weinig inplannen, gebrek aan materiaal 3 Te weinig tijd over 4 Tijdgebrek. 4 Het is 1 van de vakken die moeten wijken vanwege tijdsdruk. Leerkracht Groepen 5/6 5 Er is geen verschil 5 - (mijn duopartner geeft muziekles) 6 Ik heb aangegeven dat het onderwijs dat de kinderen krijgen eerlijk is aan dat wat ze zouden moeten krijgen. Belangrijk om hierin aan te geven is dat er in de groepen 5/6 veel aanbod is vanuit de muziekschool en de plaatselijke harmonie (Constantie). Dit zijn echter veel lessen waarbij de kinderen passief met muziek bezig zijn (luisteren). De actieve lessen (muziek maken) zijn wel veel te weinig in een schooljaar. Leerkracht Groepen 7/8 7 Ik merk dat de tijd voor muziek te snel verdwijnt als we andere keuzes moeten maken voor meer cognitieve vakken. We is het zo dat als we rondom een ouderaula bezig zijn we weer in een keer heel veel tijd aan muziek besteden. 7 - 8 Ik vind mijn zangkwaliteiten niet geweldig. In een lagere groep zou ik meer met de kinderen samen zingen en ook muziek beluisteren. Het heeft dus ook met de groep te maken. 29 8 Er is geen verschil… ik zou een half uur per twee weken ok vinden. Nu komt het meer neer op hele weken o minuten maar dat kan ik niet kwijt bij je vraag. 4) Vind je het leuk om muziekles te geven? Waarom wel/niet? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A Het aanleren van een liedje vind ik niet zo leuk. Dat is een beetje veel hetzelfde herhalen….Ik probeer dat op te lossen door zoveel mogelijk gebaren erbij te verzinnen. Alle andere onderdelen van muziek vind ik wel leuk om te geven. Dat komt door de vele mogelijkheden waaruit een muziekles kan bestaan. 1/2A Mijn affiniteit ligt er niet echt. 1/2B Heel leuk 1/2B Het is heerlijk om muziek te gebruiken in je lessen. Ik word er vrolijk van en de kinderen ook merk ik. We gebruiken zelfs melodietjes om de kinderen stil te krijgen e.d. Leerkracht Groepen 3/4 3 Wisselend. Enthousiasme van de kinderen motiveert mij ook weer. Ik vind mijzelf niet goed in muziek, daardoor heb ik er zelf niet echt lol aan. 3 Wel leuk, maar vergt veel voorbereidingstijd. 4 Verschillende muziekonderdelen wel, zingen minder. 4 Best leuk, moet me alleen ergens overheen zetten om het “spontaan” te brengen. Leerkracht Groepen 5/6 5 Ja. Het is leuk om samen met de kinderen muziek te maken en te zingen of over muziek te praten. 5 Ik vind het leuk, maar mijn ervaring is dat muziek er snel bij inschiet. 30 6 Ja, ik vind het leuk om te geven. Ik leer de kinderen eens in de maand een nieuw lied aan. Als leerkracht met weinig ervaring is het echt een uitdaging om met instrumenten een les. Leerkracht Groepen 7/8 7 Ik vind muziekles geven wel leuk, maar moet er wel eerst induiken. Ik heb niet ineens goede ideeën bijvoorbeeld, een leuke methode helpt. Uit Moet je doen, doe ik wel lessen, maar vind ze niet allemaal even leuk/eigentijds. En ombouwen kost mij te veel tijd. 7 Ja, vooral de muzikale facetten aan te bieden. 8 Ik vind het leuker in lagere groepen, omdat de kinderen meer openstaan om te zingen en te bewegen. Ik zou liever willen dat iemand met affiniteit met muziek de lessen zou geven. 8 Wel leuk. Niet meteen mijn eerste liefde, maar zingen doe ik bijvoorbeeld best graag. 5) Hoe zien jouw muzieklessen eruit? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A Zoveel mogelijk muziek en beweging combineren. 1/2A Soms neem ik mijn djembee mee, ritmes klappen e.d. doe ik wel vaker. 1/2B Ik zing heel veel met gitaar. Besteedt veel aandacht aan ritme, toon en tekst. 1/2B In het speellokaaal geeft ik graag bewegen op muzieklessen met ritmes e.d. Maar ook bij de dramalessen gebruik ik muziek. Vooral bij het laten zien van emoties is dat een mooi hulpmiddel. Ook de oude rijmpjes en versjes en liedjes gebruik ik regelmatig. Ook de lessen op het digibord zijn heel goed te gebruiken. Je moet wel zelf even op zoek gaan naar die lessen. Ik denk dat de lessen van het digibord de toekomst zijn. Zo kan iedereen goede muzieklessen geven. 31 Leerkracht Groepen 3/4 3 Vanuit de methode. Muzieklessen met bijvoorbeeld digibord. Via schoolbordportaal zijn er complete lessen te vinden met handleiding. Deze waren trouwens wel erg leuk! 3 Meestal in de vorm van ritmeklappen/ritmemuziek verdeeld in verschillende groepjes. 4 Ik geef geen muziek, dat doet mijn duopartner. 4 Standaard uit de methode of lessen die samenhangen met bv. Ouderaula/podium/speldag/koningsdag o.i.d. Leerkracht Groepen 5/6 5 Ik houd meestal de methode aan. Dus soms muziekbeschouwing en soms zelf muziek maken. Het lukt niet altijd om een les van 45 minuten te geven. 5 Volgens de methode Moet je doen. Of aanleren eigen lied i.v.m. project/thema/viering. 6 De zanglessen hebben een behoorlijke vaart. Meestal leer ik ze een of twee liedjes aan en daarna zingen we wat de kinderen graag willen uit hun map. Leerkracht Groepen 7/8 7 Ik durf te zingen en te bewegen, ik kan de methode goed volgen. Ik gebruik niet veel instrumenten, dat zou ik meer kunnen doen. 7 Gevarieerd, van muziek beluisteren bewegen o pmuziek. 8 Liefst luister ik muziek met de kinderen en praat er daarna over. Soms zingen we een lied. Zoals ik het op de Pabo heb geleerd, pas ik het nu niet toe. 8 Als het als les echt is dan gebruik ik Moet je doen. Er is dit jaar helaas niet veel van gekomen omdat de tijd ook echt naar andere dingen is gegaan. Geen goed argument. 32 6) Op wat voor manier maak je gebruik van de huidige methode Moet je doen? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A Ik gebruik de methode als leidraad. Ik zorg dat aan het einde van het schooljaar alle onderdelen aan bod geweest zijn. 1/2A Liedjes zingen, ritmes klappen, soms een hoorspel. 1/2B Ik haal er ideeën uit. 1/2B Niet, dat doet mijn duopartner. Leerkracht Groepen 3/4 3 Ik kies hier een les uit die ik geef. Vooral de stappen voor gebruik van ritme en instrumenten heb ik ook nodig. 3 Geen. 4 nvt 4 Ik gebruik de lessen zoals ze er in staan. Leerkracht Groepen 5/6 5 Gebruik ik voor mijn lessen. Ik geef de lessen niet op volgorde, maar zoek telkens een les uit en probeer alle domeinen aan bod te laten komen. 5 Zo’n 8 tot 1 lessen per jaar. 6 Ik haal er in een jaar zes lessen uit waarbij ik van de drie kerndoelen vorm, betekenis en klank elk 2 lessen pak. Leerkracht Groepen 7/8 7 Door enkele lessen te doen binnen zoveel mogelijk domeinen die we hebben afgesproken. 7 Nu niet. 33 8 Ik kies lessen uit waarvan ik denk dat ik ze goed kan geven. Niet te veel ritme want op dat gebied ben ik niet zo sterk. 8 Ik heb een aantal lessen waarvan ik weet dat ze goed aanslaan bij deze leeftijd. Die gebruik ik het liefst en verder wordt in de musicaltijd veel gezongen. 7) Wat vind je van deze methode? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A Prima, ik bouw de lessen die ik niet leuk vind een beetje om. 1/2A Eerlijk gezegd, ben ik al jaren degene die drama geeft en mijn duo muziek. Van de methode kan ik dus niet veel zeggen. Daar maak ik geen gebruik van. Veelal ideeën uit tijdschriften of van mezelf. 1/2B Leuk om een aantal lessen uit te volgen, maar niet alle lessen. Ook fijn om vrijheid te hebben bij het kiezen van liedjes bij een thema. 1/2B nvt Leerkracht Groepen 3/4 3 De liedjes zijn echt niet leuk! Ik vind de opbouw verder prima. 3 Gebruikt tijdens mijn opleiding. Stonden leuke liedjes in. Tegenwoordig gemakkelijker om voor muzieklessen de info van internet af te halen. 4 nvt 4 Op zich prima. Leerkracht Groepen 5/6 5 Prima. 5 Prima. 6 Wel wat verouderd, mag wel een keer vernieuwd worden (staat 34 ook in de planning voor volgend jaar) Leerkracht Groepen 7/8 7 Ik zou wel een wat nieuwe versie willen gaan gebruiken, dus zeg ik al een beetje wat ik van de huidige vind. 7 Ik gebruik het al bronnen boek en haal de afgesproken lessen eruit. 8 De lessen zijn heel divers en veelal inspirerend. Ik moet bekennen dat ik er al een poos geen gebruik van heb gemaakt. 8 Niet heel erg inspirerend, dat moet veel leuker kunnen denk ik. 8) Heb je met je duopartner afspraken gemaakt over het geven van muziek? Zo ja welke? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A We wisselen het geven van echte muzieklessen ieder jaar af. Maar omdat muziek zo verweven zit in kleuteronderwijs, doen we eigenlijk beiden aan muziek. 1/2A Ja, ik geef drama geen muziek. 1/2B Ja, ik doe muziek, mijn duopartner geeft drama. 1/2B Ja, mijn duopartner geeft muziek, ik drama. Leerkracht Groepen 3/4 3 Ja, ik geef de muzieklessen uit de methode. De muziek tijdens thema’s of vieringen pakken we wel beiden op. 3 Nee, staat wel op woensdag op het rooster (niet mijn dag). 4 Mijn duopartner geeft muziekles. Op mijn dagen vindt soms oefenen van liedjes plaats (bijvoorbeeld voor een viering), een dans (kanga) of in de gymzaal. 4 Ik geef muziek dit schooljaar. 35 Leerkracht Groepen 5/6 5 Ja, dat ik dit jaar muziek geef. In de ander week gaf een collega altijd drama. 5 Ja, mijn duopartner geeft de muzieklessen. 6 Nvt, ik werk fulltime. Leerkracht Groepen 7/8 7 Ik geef muziek en drama, zij geeft handvaardigheid en tekenen. 7 - 8 Dit jaar niet. Mijn duopartner is naar mijn idee wel wat beter op dit gebied in een hogere groep. 8 Ja, het staat ieder jaar bij een van de twee op het rooster. 9) Aan welk domein van muziekonderwijs geef je de meeste prioriteit? Wil je daar een 1 bijzetten, een 2 bij de volgende enz. - Zingen - Bewegen op muziek - Muziek luisteren - Muziek vastleggen - Muziek maken Door de vraagstelling krijgt het domein met het laagste aantal punten, de hoogste prioriteit. De laagste staafgrafiek krijgt dus de meeste prioriteit. Verdeling groep 1/2 6 prioriteit 5 1/2A 4 1/2A 3 1/2B 2 1/2B 1 0 zingen bew egen muziek vastleggen muziek maken luisteren Dom einen Grafiek 6; laagste staafdiagram krijgt meeste prioriteit. 36 prioriteit Verdeling groepen 3 en 4 6 5 4 3 2 1 0 3 3 4 4 zingen bew egen muziek vastleggen luisteren muziek maken Dom einen Grafiek 7; laagste staafdiagram krijgt meeste prioriteit. Prioriteit Verdeling groepen 5 en 6 6 5 4 3 2 1 0 5 5 6 zingen bew egen muziek vastleggen muziek maken luisteren Dom einen Grafiek 8; laagste staafdiagram krijgt meeste prioriteit. prioriteit Verdeling groepen 7 en 8 6 5 4 3 2 1 0 7 7 8 8 zingen bew egen muziek vastleggen muziek maken luisteren Dom einen Grafiek 9; laagste staafdiagram krijgt meeste prioriteit. 10) Wat is de inbreng van de leerlingen in de muziekles? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A Kinderen hebben vaak leuke ingevingen tijdens een muziekles, daar probeer ik zoveel mogelijk op in te spelen. Juist het spontane levert dan leuke lessen op. 37 1/2A Hun enthousiasme en ideeën over muziek maken en bewegen 1/2B Bedenken van gebaren, tekst voorspellen, uitbeelden, liedjes waarbij ze bepaalde inbreng hebben, het bedenken van iets wat in het liedje voorkomt. 1/2B Ik vind het belangrijk dat de kinderen genieten van muziek en er plezier bij hebben. Alleen dan zullen ze zichzelf inzetten om muziek te maken en te gebruiken. Leerkracht Groepen 3/4 3 Kinderen komen natuurlijk zelf wel met liedjes suggesties die zij willen zingen. Verder geen grote inbreng. Tijdens vieringen mogen kinderen wel ideeën aandragen (bijvoorbeeld muziekkeuze of danspassen). 3 Weinig vanuit de kinderen. Het zijn meestal opdrachten vanuit mij en zij voeren het braaf uit. 4 - 4 Positief. O.h.a. die van kinderen die op muziekles zitten groot. Als dans voorkomt spreek je weer een heel ander soort leerlingen aan. Er is altijd wel een klein groepje leerlingen dat niet meedoet, het raar vindt. Leerkracht Groepen 5/6 5 Bijdragen aan de kringgesprekken, zelf muziek maken. 5 Kinderen genieten van de muziekles. 6 Ze doen actief mee. Leerkracht Groepen 7/8 7 Doordat ik enthousiast ben, worden de kinderen dat ook en dat verwacht ik ook van ze! 7 veel 8 Veelal zingen of samen na/bedenken over de beluisterde muziek. 38 8 nihil 11) Hoe reageren de kinderen op muziekles? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A Kleuters zijn dol op muziek en bewegen, betrokken is heel groot! 1/2A Kinderen vinden muziek altijd erg leuk. 1/2B Ze zingen gezellig mee, vinden het leuk met de gitaar, dan heb je meteen een leuke sfeer. Daarnaast geeft de gitaar houvast in ritme en toon. 1/2B Bij mijn lessen merk ik dus dat ze heel erg genieten en zich helemaal durven te geven. Leerkracht Groepen 3/4 3 Instrumenten vinden alle kinderen leuk. Bij het zingen en dansen zijn er altijd kinderen die het minder leuk vinden. Vaak krijg je (grootste groep) wel goed mee. 3 Verschillend. Veel kinderen vinden het erg leuk en zijn merkbaar muzikaal. Anderen hebben een minder enthousiast houding en verdwijnen wat meer naar de achtergrond. 4 - 4 De meesten enthousiast. Leerkracht Groepen 5/6 5 Meestal vinden zij het leuk. Ze hebben soms wel de neiging een beetje gek te gaan doen tijdens de muziekles. Luchtinstrumenten bespelen of gaan dansen. 5 Zijn over het algemeen enthousiast. 6 Heel positief. Ze willen het liefst meer lessen. 39 Leerkracht Groepen 7/8 7 Over het algemeen leuk, maar er zijn er altijd een aantal die er “geen zin” in hebben. 7 Positief. 8 Zingen vinden ze niet echt leuk. Muziek beluisteren vinden ze iets leuker. Het is per klas zeer verschillend. 8 12) Hoe belangrijk vind je muziekonderwijs? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A Heel belangrijk. Alle kinderen uiten zich op een andere manier. Gevoelens uiten d.m.v. muziek/beweging is een goede aanvulling op veel lessen. 1/2A Ik vind muziek heel erg belangrijk en ik schaam me diep dat ik er niet veel meer tijd aan besteedt. 1/2B Heel belangrijk. Ik vind vooral de beleving heel belangrijk, ik weet zelf nog precies welke meester van muziek hield op de basisschool en hoeveel sfeer het gaf om met de klas te zingen. 1/2B Ik denk dat het heel belangrijk is. Mits het wel op een leuke manier gegeven wordt. Leerkracht Groepen 3/4 3 Tja, het is niet mijn favoriete onderdeel. Ik denk dat ik er daarom niet meer van maak dan het nu is. Ik geef gewoon de lessen die “horen”. 3 Belangrijk genoeg om er elke week ongeveer een halfuurtje aan te besteden. Ook voor de sfeer in de groep is het belangrijk. 4 Belangrijk dat er aandacht is voor de muzikale ontwikkeling, maar niet ten kosten van rekenen/taal/lezen. 4 Heel belangrijk, ik vind dat ik er veel te weinig aan doe. 40 Leerkracht Groepen 5/6 5 Redelijk belangrijk. 5 Heel belangrijk, ik vind eigenlijk dat er een vakleerkracht moet komen zodat kinderen echt kunnen ontwikkelen op dit gebied. 6 Heel belangrijk. Vooral in de bovenbouw ligt de nadruk op lezen, rekenen en studievaardigheden. Er is meer afwisseling nodig om effectiever te kunnen leren. Even een muzikaal tussendoortje, of even bewegen op muziek doet wonderen. Kinderen kunnen daarna weer frisser aan de slag. Leerkracht Groepen 7/8 7 Muziek is wel belangrijk en bewegen ook, dus ik vind het belangrijk. 7 Heel belangrijk. 8 Ik vind het belangrijk dat er goed muziekonderwijs wordt gegeven. Waarbij niet alleen zingen centraal staat, maar ook verschillende muziekstijlen beluisteren en muziek maken. 8 positief 13) Speel je zelf een muziekinstrument? Zo ja welke? Zo nee, zou je een muziekinstrument willen bespelen? Welke? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A Ja, blokfluit. Zet ik nog af en toe in om een liedje te laten horen. 1/2A Ja, blokfluit 1/2B Ja, gitaar en blokfluit. Ook een beetje accordeon (alleen kinderliedjes). Ik zou nog wel piano willen leren spelen. 1/2B Ik doe alsof ik alles kan bespelen, maar kan ik het niet echt. Ik doe alles op geluid. Ooit heb ik wel gitaarles gehad en ik zing mijn hele leven al graag. 41 Leerkracht Groepen 3/4 3 Nee, ik kan wel noten lezen doordat ik muziekles heb gehad. Gitaar spelen lijkt me wel leuk (zeker ook in de klas!). Wie weet weer na de studie. 3 Ja, ik kan verschillende instrumenten bespelen, maar geen noten lezen. 4 Nee, vroeger blokfluit. Geen tijd voor. Piano zou ik wel willen kunnen spelen. 4 Vroeger wel (dwarsfluit, beetje piano) Leerkracht Groepen 5/6 5 Blokfluit. Ik heb viool gespeeld. Ik zou graag piano willen kunnen spelen. 5 Ik kan een beetje gitaar spelen en wil dit wel weer een keer oppakken. 6 Een beetje piano. Ik zou graag gitaar willen spelen. Leerkracht Groepen 7/8 7 Ik heb geprobeerd om gitaar te spelen, maar kan mijn pink nu niet meer goed gebruiken, dat gaat het dus niet worden, wellicht piano/keyboard. Maar ik speel niets, kan wel een beetje drummen. 7 Accordeon. 8 Ik speel piano en fluit. 8 Blokfluit, alt zelfs. Gitaar zou wel leuk zijn om te kunnen spelen. 14) Wat zijn volgens jou de benodigde leerkrachtvaardigheden voor het geven van muziekonderwijs? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A Heel muzikaal zijn is niet nodig. Kennis van de onderdelen die per groep aan de orde moeten komen wel. Overbrengen dat 42 muziek leuk is ook. 1/2A Maatgevoel, kunnen zingen, creativiteit, open staan voor de inbreng van de kinderen. 1/2B Het is fijn als je toonvast bent, anders wordt het heel lastig om kinderen een lied aan te leren. Als dat niet lukt dan is het eigenlijk alleen mogelijk met CD of lied op het digibord een lied aan te leren. Verder is enig gevoel voor ritme ook handig. 1/2B Ik denk dat je de lessen goed moet voorbereiden en wel zelf plezier moet beleven aan muziek. Ik denk dat dan iedereen het zou moeten kunnen. Leerkracht Groepen 3/4 3 -muzikale intelligentie -differentiatie -goede voorbereiding 3 Enthousiasme van de leerkracht om iets te klassikaal te kunnen opzetten bijvoorbeeld. En een goed muzikaal gevoel zou ook handig zijn, maar dat is natuurlijk niet altijd het geval. 4 - zuiver kunnen zingen - opbouw van: liedjes aanleren kennen/luisteren - hoe je instrumenten in kan zetten. 4 - muzikaliteit passie enthousiasme spontaniteit Leerkracht Groepen 5/6 5 -Basiskennis muzikale vorming is wel handig, zoals bijvoorbeeld noten kunnen lezen. - durven voorzingen. - kennis over soorten muziek, verschillende instrumenten. 5 - toonhoogte en ritme aan kunnen houden vaardigheden om een liedje aan te leren, de stappen basiskennis van instrumenten enthousiasme 43 6 - Overtuiging enthousiasme plezier niet alles zo perfect willen doen durven om een liedje te zingen ook weet je dat het niet zo zuiver is…gewoon schijn aan hebben. Leerkracht Groepen 7/8 7 Je moet durven! En een beetje gevoel voor ritme hebben denk ik. 7 - notenbalk kunnen lezen - ritme gevoel hebben - partituur kunnen maken 8 - enthousiasme - ritme gevoel - durven en doen 8 - vertrouwen in je eigen kunnen - leuke lessen 15) Mis je een van deze vaardigheden? Zo ja welke,……. Leerkracht Groepen 1/2 1/2A nee 1/2A Ja, ik kan niet goed zingen, leuke ideeën over het geven van de lessen mis ik een beetje. 1/2B Ik ben gezegend met een goed muzikaal gehoor, dat zit in de familie. Mijn vader speelde een aantal instrumenten, waaronder gitaar. Vroeger heb ik blokfluit gespeeld en dwarsfluit bij de harmonie. Daar heb ik leren notenlezen en maatnotitie. Dat is nu wel handig bij het leren van liedjes van bladmuziek. Verder zing ik bij een popkoor, waar ik heb leren zingen vanaf bladmuziek. 1/2B Als ik de lessen zou moeten geven dan moet ik er wel flink induiken. Ik vind het dan wel jammer dat ik geen instrument bespeel. Leerkracht Groepen 3/4 44 3 Die muzikale intelligentie kan wel beter. 3 Nee, alleen de tijd. 4 Zuiver kunnen zingen. 4 Bij mezelf mis ik het spontane, schroom moet je absoluut kunnen laten varen. Leerkracht Groepen 5/6 5 nee 5 Niets van deze, maar ik zou wel meer willen weten van de muzieknotatie. 6 Ik kan dus niet zo zuiver zingen. Leerkracht Groepen 7/8 7 Het durven mis ik niet. Het ritmegevoel is, vind ik, wel aanwezig al zeggen anderen soms iets anders. 7 nee 8 Ritmegevoel, en zeker in een hogere groep, niet voldoende durf hebben om gewoon maar te zingen ook al is het dan niet perfect. 8 Nee, wel de echt leuke lessen van deze tijd. Maar ik heb bijvoorbeeld dit jaar ook niet gezocht op internet of zo, dus een deel is ook echt aan mezelf te wijten. 16) Wat mis je bij het geven van muziekonderwijs? Meerdere antwoorden mogelijk. O Voldoende muziekinstrumenten O Voldoende voorbereidingstijd O Inspirerende lessen O Voldoende cd’s O Tijd in het rooster O Apart muzieklokaal O Expertise O zelfvertrouwen O Meer prioriteit voor muziekonderwijs binnen het team O Een karretje met veel muziekinstrumenten, muziekboeken, cd’s en andere 45 muzikale benodigdheden. O Anders, namelijk……………. 1/2 3/4 5/6 anders….. karretje met….. meer prioriteit binnen team zelfvertrouwen expertise apart muzieklokaal tijd in het rooster voldoende cd's inspirerende lessen 7/8 voldoende voorbereidingstijd 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Voldoende muziekinstrumenten aantal keer genoemd Wat wordt er gemist bij het geven van muziekonderwijs? onderdelen grafiek 10 Antwoorden bij anders: 1/2A Niets, Ik denk dat alles op school aanwezig is. 1/2B In het speellokaal een vast en goede cdspeler waar ook flink wat geluid uit komt. Overzicht waar je goede digibordlessen kan vinden. 17) Wat heb je nodig om muziekonderwijs een nieuwe impuls te geven? (je mag maximaal twee antwoorden aankruisen) O O O O O O O O Andere verdeling van tijd tussen de vakken zelf een muziekinstrument leren spelen Nieuwe methode Bijscholing Regelmatig een muziekspecialist inhuren Integratie met andere vakken Kaartenbak met korte muzikale energizers Anders, namelijk…………………………. 46 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 anders….. kaartenbak met energizers integratie met andere vakken muziekspeciali st inhuren bijscholing nieuwe methode zelf instrument leren spelen 1/2 Andere verdeling tijd aantal keer genoemd Wat hebben de leerkrachten nodig om muziekonderwijs een nieuwe impuls te geven? 3/4 5/6 7/8 Onderdelen grafiek 11 18) Wil je verder nog iets kwijt? Leerkracht Groepen 1/2 1/2A Twee keer per jaar komt de muziekschool en Constantia een les geven en dat is altijd erg leuk voor de kinderen. Dat zou wat mij betreft wel vaker mogen gebeuren. 1/2B Ik zou het leuk vinden om met de school iets samen te doen met muziek, nu zingen we alleen met kerst samen. Misschien is er nog een moment te vinden om samen te zingen. 1/2B Goed dat je hier aandacht voor vraagt. 3 Muzikant in de klas bevalt ook heel erg goed! 8 Het mooist zou zijn als we iemand binnen ons team hebben die muziekonderwijs kan geven i.h.k.v. gebruik maken van elkaars talenten. 47 Vraag voor de directie: 19) Hoe zou je muziekonderwijs graag ingevuld willen zien? * Muziekonderwijs heeft veel verschillende facetten en kun je ook integreren. Om daarbij de goede keuzes te maken wanneer je wat integreert en aan wel domein je werkt moet wel bekend zijn bij de leerkrachten en vraagt dus enige kennis, vervolgens moet je overzicht hebben op de leerlijn om te kijken waar je dan nog extra les in gaat geven om te zorgen dat je ook op dit gebied de kerndoelen behaalt. Dus muziek als een onderdeel binnen het rooster met haalbare doelen gelinkt aan de kerndoelen. * Ik denk dat we echt toe zijn aan een nieuwe methode waardoor er houvast is. Ik zou het fijn vinden als er in iedere groep op meer regelmatige basis aandacht werd besteed aan de diverse items van het muziekonderwijs. Wellicht hebben we ook echt een “voortrekker” nodig op dit vakgebied. 48 Bijlage 4: instrument Vragenlijst leerlingen groep 1/2 In alle groepen van de Delteykschool is onder de leerlingen een schriftelijke enquête gehouden. In de twee (combinatie) kleutergroepen is een klassikale enquête afgenomen met het merendeel gesloten vragen. Door hun vinger op te steken konden de leerlingen hun antwoord kenbaar maken. Hierbij moet opgemerkt worden dat het, met name voor de jongste kleuters, niet meevalt om antwoord te geven op deze vragen. Uitwerking enquête groep 1/2A en B Aantal leerlingen Groep 1/2A Groep 1/2B 32 29 1) Vind je muziek een leuk vak? aantal gegeven antwoorden 25 20 15 ja 10 nee 5 0 1/2A 1/2B groep grafiek 12 2) Zingen jullie wel eens in de klas mee met een cd of het digibord? Alle kinderen antwoordden positief. In groep 1/2B werd de opmerking: “heel vaak” gemaakt. 3) Dansen jullie wel eens op muziek in de klas of met gym? De leerlingen uit 1/2B geven aan dat dit in de klas en bij gym gebeurt. De leerlingen van 1/2B denken dat dit alleen in de klas plaatsvindt. In deze groep werd opmerking: “vaak op speciale dagen” gemaakt. 4) Tekenen jullie wel eens op muziek? 1/2A: De meerderheid geeft aan dit wel eens te doen. 1/2B: Er moet even over nagedacht worden, maar dan bevestigen de meeste leerlingen dat dit inderdaad wel eens gebeurt. 5) Maken jullie in de klas wel eens muziek met muziekinstrumenten? Hier werd door de meerderheid van beide groepen positief op geantwoord. 49 6) maken jullie in de klas wel eens muziek met je handen en je lichaam? Hier werd door de meerderheid van beide groepen positief op geantwoord. 7) Luisteren jullie in de klas wel eens naar verschillende soorten muziek? Hier werd door de meerderheid van beide groepen positief op geantwoord. 8) Stelt de juf wel eens een vraag over de muziek waar je naar moet luisteren? Dit vinden de leerlingen een moeilijke vraag, na enig aarzelen, denken negen kinderen uit 1/2A dat dit zo is. De overige leerlingen geven geen antwoord. De leerlingen uit 1/2B geven aan dat dit “niet echt” voorkomt. aantal keer genoemd 9) Welk onderdeel van muziek vind je het leukste om te doen? 14 12 10 8 6 4 2 0 1/2A 1/2B zingen bew egen op muziek muziek vastleggen muziek maken muziek luisteren Dom einen grafiek 13 10) Zou je vaker muziekles willen? 1/2A ja nee grafiek 14 50 1/2B ja nee Grafiek 15 Zo ja, bij welk onderdeel (zie vraag 9). aantal keer genoemd 14 12 10 8 1/2A 6 1/2B 4 2 0 zingen bew egen muziek maken muziek vastleggen muziek luisteren alles Dom einen grafiek 16 11) Wil je verder nog iets vertellen over muziek? * Ik heb op blokfluit gezeten. * Mijn gitaar is kapot. 12)Hoe zou je graag willen dat een muziekles eruit ziet? 1/2A: * drie leerlingen willen graag zelf gitaar spelen * een leerling wil de ukelele spelen * vijf leerlingen willen graag zelf muziek maken * meerder leerlingen willen graag bekende liedjes zingen zoals “Formidable” van Stromae. 1/2B: * acht leerlingen willen graag gitaar spelen * een leerling wil graag piano spelen * een leerling wil graag drummen 51 Bijlage 5: instrument vragenlijst en verzamelde uitkomsten leerlingen groep 3/4 Voor de leesbaarheid zijn de taalfouten verbeterd en indien mogelijk alle antwoorden puntsgewijs gegeven. De originele vraag met antwoordmogelijkheid is blijven staan. De verzamelde antwoorden zijn in een grafiek of geschreven tekst verantwoordt. Groep 3 Groep 4 Aantal leerlingen 24 24 Aantal meisjes 12 9 Aantal jongens 12 15 1) Vind je muziek een leuk vak? (zet een rondje om het juiste antwoord) 14 12 aantal 10 8 ja 6 nee 4 2 0 Jongens groep 3 meisjes groep 3 Jongens groep 4 meisjes groep 4 groepen grafiek 17 Binnen de verschillende groepen zien we dat vrijwel alle leerlingen het vak muziek als leuk ervaren. Opvallend is dat het merendeel van de jongens uit groep 4 negatief heeft geantwoord en de verdeling in groep 5 bij de jongens gelijk is. 52 2) Waarom vind je dat? De leerlingen uit groep drie vinden het vooral leuk, een aantal vinden muziek mooi, noemen het bespelen van een instrument het maken van een orkest. De leerlingen uit groep vier vinden het ook erg leuk, gezellig en vrolijk. Een aantal leerlingen vinden het saai. 3) Welk onderdeel van muziek vind je het leukste om te doen? Zet een 1 bij het leukste onderdeel, een 2 bij het onderdeel die je daarna het leukste vind enz. Het onderdeel dat je het minst leuk vindt, krijgt een 5. aantal punten 100 jongens groep 3 80 meisjes groep 3 60 jongens groep 4 40 meisjes groep 4 totaal groep 3 20 totaal groep 4 0 zingen Bewegen op muziek muziek vastleggen muziek maken muziek luisteren domeinen muziek Grafiek 18; laagste staafdiagram krijgt meeste prioriteit. Voor zowel jongens als meisjes is het maken van muziek het favoriete onderdeel bij muziekonderwijs. Muziek vastleggen spreekt in zijn totaliteit de leerlingen het minste aan. Hierbij moet opgemerkt worden dat dit onderdeel vrijwel onbekend is bij de leerlingen. Verder zien we een groot verschil tussen de meisjes en jongens bij het domein zingen. De meisjes vinden het veel leuker om te doen dan de jongens. Bij het domein bewegen op muziek, zien we dit verschil ook terugkomen, zij het in mindere mate. Muziek luisteren scoort nagenoeg gelijk. 4) Zingen jullie wel eens in de klas mee met een cd of het digibord? Nagenoeg alle leerlingen antwoorden positief op deze vraag. Het is daarmee duidelijk dat de leerlingen meezingen met cd of digibord. 5) Welke liedjes heb je in deze groep geleerd? Het bedenken van de liedjes komt maar moeizaam op gang. Nadat een aantal leerlingen een voorbeeld noemen, wordt dit overgenomen. In groep 3 worden negen verschillende liedjes genoemd, in groep 4 worden zeven verschillende liedjes genoemd. Deze vraag is bedoeld om te zien welke liedjes de leerlingen kunnen noemen zonder hun muziekmapje te raadplegen. 53 6) Dansen jullie wel eens op muziek in de klas of met gym? 12 10 aantal 8 ja, in de klas ja, bij gym 6 ja, allebei 4 2 0 jongens groep 3 meisjes groep 3 jongens groep 4 meisjes groep 4 groepen Grafiek 19 7) Schrijven jullie wel eens muziek op? Bijvoorbeeld harde of zachte tonen? Vrijwel alle leerlingen antwoorden negatief op deze vraag. Er wordt dus weinig tot niet gewerkt met muziek vastleggen. 8) Maken jullie in de klas wel eens muziek met muziekinstrumenten? Vrijwel alle leerlingen antwoorden positief op deze vraag. Tijdens het invullen werd regelmatig geroepen dat dit niet vaak was. 9) Maken jullie in de klas wel eens muziek met je handen en je lichaam? 14 aantal 12 10 jongens groep 3 8 meisjes groep 3 6 jongens groep 4 4 meisjes groep 4 2 0 ja nee antw oorden grafiek 20 Vrijwel alle leerlingen antwoorden positief op deze vraag. Hieruit kunnen we concluderen dat dit onderdeel in het muziekonderwijs aan bod komt. 54 10) Luisteren jullie in de klas wel eens naar verschillende soorten muziek? Zoals popmuziek, klassieke muziek, rap, rock ’n roll. Vrijwel alle leerlingen antwoorden positief op deze vraag, maar kunnen geen muzieksoort noemen. Acht meisjes uit groep 4 noemen kinderen voor kinderen, een meisje noemt popmuziek. 11) Stelt de juf wel eens een vraag over de muziek waar je naar moet luisteren? Kun je daar een voorbeeld van noemen? 16 14 aantal 12 jongens groep 3 10 meisjes groep 3 8 6 jongens groep 4 meisjes groep 4 4 2 0 ja nee antw oorden Grafiek 21 Vrijwel alle kinderen antwoorden negatief op deze vraag en kunnen daarom ook geen voorbeeld noemen. Opvallend is dat er zes meisjes uit groep 4 wel positief antwoorden en drie niet. 12) Heb je nog een tip voor de juffen bij het geven van muziek? De leerlingen hebben geen tips voor de leerkrachten. Het wordt niet duidelijk of ze tevreden zijn over huidige aanbod of dat de leerlingen deze vraag te moeilijk vinden om te beantwoorden. 55 13) Welk onderdeel van muziekles zou je vaker willen doen? Zet een kruisje bij het juiste onderdeel. 14 12 jongens groep 3 aantal 10 meisjes groep 3 8 Totaal groep 3 6 jongens groep 4 meisjes groep 4 4 Totaal groep 4 2 0 Zingen Bewegen op Muziek muziek vastleggen Muziek maken muziek luisteren Domeinen muziek Grafiek 22 In groep 4 is veertien keer een dubbel antwoord gegeven. 14) Wil je verder nog iets vertellen over muziek? De leerlingen van groep 3 zouden graag meer aan breakdance doen, de leerlingen van groep 4 willen graag een drumstel en een disco. 56 Bijlage 6: instrument Vragenlijst leerlingen groep 5/6 Groep 5 Groep 6 Aantal leerlingen 26 19 Aantal meisjes 12 9 Aantal jongens 14 10 1) Vind je muziek een leuk vak? 14 12 aantal 10 8 ja 6 nee 4 2 0 Jongens groep 5 meisjes groep 5 Jongens groep 6 meisjes groep 6 groepen Grafiek 23 2) Waarom vind je dat? Antwoorden leerlingen groep 5: * Ik hou van zingen en luisteren en je kan er ook op dansen. * Ik hou van muziek. * Omdat ik het leuk vind en van muziek hou. * Het is leuk dat je mag zingen. * Omdat ik muziek speel. * Want je leert er veel van en het is gewoon leuk. * Omdat ik van zingen en dansen hou. * Je kan er lekker op bewegen. * Gezellig en je kan je uileven. Ik doe het ook thuis. * Je kan er lekker mee zingen. * Omdat muziek mooie klank heeft en het is leuk om te doen. * Omdat je er op kunt dansen en zingen. * Heel stom. * Ik vind het saai. * Het is normaal, dus niet echt leuk. * Omdat je het zelf kan maken. * Omdat het een beetje herrie is. * Omdat je heel veel met muziek kan doen. 57 * * * * * Ik vind het leuk om naar de luisteren. Er zitten mooie stukjes in en ruige. Ik vind het leuk om te doen. Zingen is leuk en het muziek maken. Omdat ik dat niet zo leuk vind. Antwoorden leerlingen groep 6: * Ik weet niet, het klinkt gewoon leuk, maar ik vind niet alle stijlen leuk. * Mooi geluid. * Ik doe het heel veel mee op dans. * Als ik vrolijk ben, maakt muziek die vrolijk is, me nog vrolijk. Als je boos bent, helpt vrolijke muziek ook. * Omdat je er op kan bewegen en kan luisteren. * Omdat het leuk geluid maakt. * Omdat ik zelf op trompet zit. * Omdat het meestal hetzelfde is. * Omdat ik muziek leuk vind en ik luister er altijd op. * Ik vind het leuk omdat je veel kan leren. * Je kan zelf muziek maken en je kan er op bewegen. * Omdat het leuk is om te maken en ik doe het iedere dage en ik zit op gitaarles en muziek vind ik gewoon heel leuk. * Omdat het geluid maakt en gezellig is en je kan verschillende geluiden maken. * Want je kan er op dansen als je niks te doen hebt. En je kan het zelf maken. * Omdat muziek rustig, maar ook snel kan zijn en je kan er gevoelens mee laten zien (horen). * Omdat ik dan mee kan zingen en omdat ik er op kan dansen. * Ik vind het leuk om muziek te maken omdat ik het leuk vind om muziek te maken. * Ik vind het geluid mooi. * Omdat ik van ritme hou. 3) Welk onderdeel van muziek vind je het leukste om te doen? Zet een 1 bij het leukste onderdeel, een 2 bij het onderdeel die je daarna het leukste vind enz. Het onderdeel dat je het minst leuk vindt, krijgt een 5. 120 aantal punten 100 jongens groep 5 80 meisjes groep 5 jongens groep 6 60 meisjes groep 6 40 totaal groep 5 totaal groep 6 20 0 zingen Bewegen op muziek muziek vastleggen muziek maken muziek luisteren Domeinen grafiek 24; de staafdiagrammen met het laagste aantal punten, vinden de kinderen het leukste om te doen. 58 4) Zingen jullie in de klas wel eens mee met een cd of het digibord? Alle kinderen hebben positief geantwoord op deze vraag. 5) Welke liedjes heb je in deze groep geleerd? In groep 5 komen de antwoorden eerste instantie wat moeilijk op gang. Uiteindelijk worden er verschillende antwoorden gegeven: * teveel om op te noemen; * sinterklaas- en kerstliedjes (wordt erg veel genoemd); * Bewegen is gezond; * Doe de kanga; * Snotlied; * Verjaardagsliedjes; * Ik zoek een jongen met BeBobhaar; * Klaar voor de start. In groep 6 komen de antwoorden vlot op gang. Niemand vraagt om het muziekmapje, maar weet snel antwoorden te noemen. Hierbij de gegeven antwoorden: * Er lag een dromedaris in een stapelbed; * Gooi en scheldlied; * Bij de rabbi; * atakatamoerva; * YMCA; * Iwan en Petroesjka; * Tante uit Marokko. aantal 6) Weet je wat een canon is? Hebben jullie wel eens een lied gezongen in canon? Weet je nog welk lied? 16 14 12 10 8 6 4 2 0 ja nee jongens groep 5 meisjes groep 5 jongens groep 6 meisjes groep 6 groepen Grafiek 25 Genoemde liedjes in canon in groep 6: * Atekatemoeva; * Bij de Rabbi; * de dronken zeeman; * Provinciaals lied. Veel leerlingen kunnen geen lied noemen. In groep 5 helemaal niemand. 59 groepen 7) Dansen jullie wel eens op muziek in de klas of met gym? 14 12 10 8 6 4 2 0 ja, in de klas ja, bij gym allebei jongens groep meisjes groep jongens groep meisjes groep 5 5 6 6 aantal Grafiek 26 8) Maken jullie in de klas wel eens muziek met muziekinstrumenten? Alle leerlingen antwoordden positief op deze vraag. 9) Schrijven jullie wel eens muziek op? Bijvoorbeeld harde of zachte tonen? 12 10 jongens groep 5 aantal 8 meisjes groep 5 6 jongens groep 6 4 meisjes groep 6 2 0 ja nee antw oorden Grafiek 27 aantal 10) Werken jullie in de klas wel eens met tegenstellingen als hard-zacht; snel-langzaam; hoog-laag? 16 14 12 10 8 6 4 2 0 jongens groep 5 meisjes groep 5 jongens groep 6 meisjes groep 6 ja nee antw oorden Grafiek 28 60 11) Maken jullie in de klas wel eens muziek met je handen en je lichaam? Alle kinderen antwoordden positief op deze vraag. 12) Luisteren jullie in de klas wel eens naar verschillende soorten muziek? Kun je ook benoemen welke muziek (pop, rap, klassiek, rock ’n roll) 12 aantal 10 jongens groep 5 8 meisjes groep 5 6 jongens groep 6 4 meisjes groep 6 2 0 ja nee antw oorden Grafiek 29 Genoemde muzieksoorten: Muzieksoort Aantal keer genoemd door groep 5: Aantal keer genoemd door groep 6: Hardcore 3 Klassiek 3 5 Popmuziek 2 4 Verschillende 3 2 Rap 2 Rock ‘n roll 2 61 13) Stelt de juf/meester wel eens een vraag over de muziek waar je naar moet luisteren? Kun je daar een voorbeeld van noemen? 12 10 aantal 8 ja 6 nee 4 2 0 jongens groep 5 meisjes groep 5 jongens groep 6 meisjes groep 6 groepen Grafiek 30 Voorbeelden van genoemde vragen uit groep 5: * “is dit hoog of laag”; * “wat voor muziek is dit”; Verder kunnen de leerlingen die positief geantwoord hebben over deze vraag geen voorbeeld noemen. Voorbeelden van genoemde vragen uit groep 6: * Welk soort instrument hoor je; * Welke instrumenten zitten er in; * Wanneer hoor je de fluit of de piano; * Wat voor instrument is dit; Verder kunnen de leerlingen die positief geantwoord hebben over deze vraag geen voorbeeld noemen. 14) Welk onderdeel van muziekles zou je vaker willen doen? Zet een kruisje bij het juiste onderdeel. aantal voorkeuren 12 10 jongens groep 5 8 meisjes groep 5 6 jongens groep 6 4 meisjes groep 6 2 0 zingen Bew egen op muziek muziek vastleggen muziek maken muziek luisteren Dom einen m uziek grafiek 31 62 15) Hoe zou je graag willen dat een muziekles er in de klas uitziet? Gegeven antwoorden van de jongens uit groep 5: * Drumstel; * Discolampen, rook en donker, lasers; * Meer muziek maken; * Dat het er als een disco uitziet; * Dansen; * Met een gitaar en een trommel; * laserlicht, rook in het donker; * Liedjes zoals hardcore; * Drummen, dansen, muziek maken; * Voorstelling. Gegeven antwoorden van de meisjes uit groep 5: * Alle tafels aan de kant, kring, muziekinstrumenten en klaar; * Met veel zingen; * Met muziek, dat je gaat dansen en zingen tegelijk; * Dansen op leuke muziek; * Muziek maken en tegelijk zingen en dansen; * Dansen op Just Dance en zingen op bekende liedjes bijvoorbeeld One Direction; * De juf zet een deuntje op en wij moeten dan een tekst op schrijven en dan met ze allen zingen (met je groepje); * Meer rookachtig en dansen; * Met een dansvloer en een radio en met een spiegel dat je de dansjuf kan zien. Gegeven antwoorden van de jongens uit groep 6: * Een DJ die langskomt; * Disco; * DJ en een drumstel; * Dat er iemand met een trompet in de klas komt en eerste iets speelt en dan ons iets laat proberen en al laatste iets over de geschiedenis; * Een soort disco , een DJ tafel, een apart muziek lokaal; * Rockgitaar en een drumstel, DJ, disco; * Met DJ tafels en een disco; * Een discofeest in de klas, een DJ en dan die draaitafels en boxen; * Hardcore disco; * Dat we een mix maken van allemaal andere soorten muziek en dat je dan moet opnoemen welk liedje het is en daarna gaan partijen en er een concert van is. Gegeven antwoorden van de meisjes uit groep 6: * Een piano en een drumstel en een disco: * Disco; * Ik wil graag een drumstel in de klas voor iedereen en ook voor iedereen een DJ tafel en ik wil graag een hele bekende popster in de klas. * Met allemaal grote muziekinstrumenten zoals gitaar, piano en drumstel; * Het lijkt me leuk als er wat vaker iemand in de klas komt met een muziekinstrument; * met instrumenten, ook instrumenten in Hardcore; * Muziekinstrumenten en muziek maken; * Muzieklokaal met alle soorten muziekinstrumenten en een muziekleraar met disco; * Overal muziek instrumenten zoals gitaar, drumstel en een piano. 63 16) Wil je verder nog iets vertellen over muziek? Gegeven antwoorden van de jongens uit groep 5: * Dansen is leuk in de klas; * Dat er in de klas saaie liedjes zijn; * Ik vind het leuk; Gegeven antwoorden van de meisjes uit groep 5: * Het is leuk; * Het gaat wel goed in de klas met muziek, het is leuk om te doen; * Het gaat soms welleens goed, maar niet altijd; * Muziek is leuk!; * Ik vind het wel goed gaan in de klas en ik vind het leuk; * Ik vind zingen heel leuk; * Het is ook heel leuk nu gewoon in de klas. Gegeven antwoorden van de jongens uit groep 6: * Er moet meer met instrumenten worden gewerkt; * ik bespeel zelf een DJ-tafel dus ik ben een DJ; * nee, behalve dat ik klassiek saai vind; Gegeven antwoorden van de meisjes uit groep 6: * Ik vind het gewoon heeeeeeeeeeeeeel leuk! * Het is leuk om er mee te werken en te doen. 64 Bijlage 7: instrument Vragenlijst leerlingen groep 7/8 Groep 7 Groep 8 Aantal leerlingen 30 26 Aantal meisjes 19 15 Aantal jongens 11 11 1) Vind je muziek een leuk vak? 20 aantal 15 jongens groep 7 meisjes groep 7 10 jongens groep 8 meisjes groep 8 5 0 nee ja antw oorden grafiek 32 2) Waarom vind je dat? Antwoorden leerlingen groep 7: * Omdat het een gezellig gevoel geeft. * Omdat ik veel van geluid hou en ik vind het gezellig. * Omdat je er lekker mee kan bewegen en je kan lekker mee zingen. * Het is gezellig en ik word er rustig van. * Ik word er blij van en ik zing zelf. * Omdat ik van muziek rustig word en het is gezellig met de groep. * Als ik verdrietig ben, omdat ik gepest word, word ik blij van muziek. * Nou muziek is gewoon leuk en je wordt er rustig van. * Je doet het met z’n allen. * het is vrolijk * Het is leuk dat het niet een ding is maar heel veel muziekinstrumenten die je kan bespelen. * Omdat het leuk is om muziek te maken of om muziek te luisteren. En ik zit op zangles dus dat is heel leuk. * Omdat dansen en zo wel geinig is. * Omdat ik het muzikale leuk vind en het zingen op muziek. * Je kunt er goed bij zingen en dansen en dat vind ik leuk. * Het is vrolijk en je kan er op dansen. * Ik vind muziek maken heel leuk. * Ik speel het en het is leuk. * Ik vind het mooi. * Omdat ik zelf een instrument speel en je wordt er rustig van. 65 * * * * * * Duurt lang voor je het begrijpt. Omdat ik het zelf ook doe. Ik speel gitaar. Ik vind het leuk om te luisteren, maar niet om te maken. Andere hobby’s zijn veel leuker. Omdat het meestel een leuk ritme heeft, waardoor je een beetje kan swingen en bewegen op maat. * Ik vind het wel gezellig om te doen en ook leuk. Antwoorden leerlingen groep 8: * Ik vind het soms wel leuk maar niet altijd. * Het is leuk om muziek te maken en je wordt er vrolijk van. * Ik wordt er rustig van. Dat is handig omdat ik ADHD heb. * Ik vind het heel leuk om naar muziek te luisteren en ik ga binnenkort drummen. * Omdat je iets kan doen. * Het is leuk en je kan lekker uitleren. * Bewegen vind ik leuk. * Je kan er gewoon alles mee doen wat je zelf leuk vindt. * Ik hou gewoon veel van muziek. * Het is leuk om te doen. * Helaas niet echt mijn ding, ik vind het wel leuk om het te luisteren. * Omdat je dan het ritme leert en het is anders dan leren. * Omdat het anders is dan leren. * Nou, je kan er gevoelens kwijt. Je hoeft dan ook niet de leren, bijv. taal, spelling in de klas. * Omdat het wel interessant is en ik vind de instrumenten ook wel grappig en het zingen is wel leuk. * Het maakt me blij je kan er goed op bewegen en goed concentreren. * Omdat je dan niet hoef te rekenen of zo en omdat je dan instrumenten leert spelen. * Je kan er op dansen en zingen en je kan je emoties uiten en ik word er blij van. * Omdat ik er niet heel goed in ben in muziek maken en ik vind het vooral saai. * Gewoon. * Ik vind het wel leuk om je zingen maar verder niet echt. * Omdat ik muziek maken wel leuk vind! * Ik vind het een leuk vak omdat je je kan uiten. * Omdat het altijd gezellig is en leuk. 66 3) Welk onderdeel van muziek vind je het leukste om te doen? Zet een 1 bij het leukste onderdeel, een 2 bij het onderdeel die je daarna het leukste vind enz. Het onderdeel dat je het minst leuk vindt, krijgt een 5. Aantal punten 100 80 jongens groep 7 60 meisjes groep 7 40 jongens groep 8 20 meisjes groep 8 muziek luisteren muziek maken muziek vastleggen zingen Bewegen op muziek 0 Dom einen Grafiek 33: de staafdiagrammen met het laagste aantal punten, vinden de kinderen het leukste om te doen. 4) Zingen jullie in de klas wel eens mee met een cd of het digibord? 16 14 aantal 12 ja 10 8 nee 6 allebei 4 2 0 jongens groep 7 meisjes groep 7 jongens groep 8 meisjes groep 8 groepen Grafiek 34 5) Wat is het leukste lied dat je hebt geleerd op school? Je mag ook een Engels lied noemen. Genoemd lied groep 7: Aantal keer genoemd Feed me 8 Animal rap 8 Welkom allemaal (paasviering) 2 Ketchup song 20 Acht leerlingen uit groep 7 hebben meer dan één antwoord gegeven. 67 Genoemd lied groep 8: Aantal keer genoemd Wiggle 1 musical 16 Animal rap 1 Welcome to my house 1 Death or all his friends van Coldplay 1 Feading time uit het Engelse boek 1 6) Hebben jullie wel eens een lied gezongen in canon? Weet je nog welk lied? 14 12 aantal 10 8 ja 6 nee 4 2 0 jongens groep 7 meisjes groep 7 jongens groep 8 meisjes groep 8 groepen grafiek 35 Genoemde liedjes groep 7: * Vader Jacob Verder weten de leerlingen geen lied te noemen of weten ze niet wat het is. Genoemde liedjes groep 8: * Vader Jacob (in een lagere groep) * Met Sinterklaas een keer. 7) Dansen jullie wel eens op muziek in de klas of met gym? 16 14 aantal 12 jongens groep 7 10 meisjes groep 7 8 jongens groep 8 6 meisjes groep 8 4 2 0 ja, in de klas ja, bij gym allebei antw oorden grafiek 36 68 8) Verzinnen jullie zelf wel eens een dans bij een lied? 18 16 jongens groep 7 14 meisjes groep 7 aantal 12 jongens groep 8 10 meisjes groep 8 8 6 4 2 0 ja antw oorden nee grafiek 37 9) Schrijven jullie wel eens muziek op? Bijvoorbeeld een grafische partituur (voorbeeld bijlage 9)? Twee meisjes uit groep 7 antwoordden positief op deze vraag, alle overige leerlingen van groep 7 en 8 antwoordden negatief op deze vraag. aantal 10) Werken jullie in de klas wel eens met tegenstellingen als hard-zacht; snel-langzaam; hoog-laag? 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 ja nee jongens groep 7 meisjes groep 7 jongens groep 8 meisjes groep 8 groepen Grafiek 38 69 aantal 11) Maken jullie in de klas wel eens muziek met muziekinstrumenten? 14 12 10 8 6 4 2 0 ja nee jongens groep 7 meisjes groep 7 jongens groep 8 meisjes groep 8 groepen grafiek 39 12) Maken jullie in de klas wel eens muziek met je handen en je lichaam? grafiek 40 13) Luisteren jullie in de klas wel eens naar verschillende soorten muziek? Kun je ook benoemen welke muziek (pop, rap, klassiek, rock ’n roll) Nagenoeg alle leerlingen uit groepen 7 en 8 reageren positief op deze vraag. Muzieksoort Aantal keer genoemd door groep 7: Hardcore 1 Klassiek 6 Popmuziek Aantal keer genoemd door groep 8: 13 14 12 Verschillende 3 1 Rap 8 Rock ‘n roll 1 Happy 2 “Jorismuziek” 1 Radio 1 Een aantal leerlingen hebben meer dan één antwoord gegeven. 70 14) Stelt de juf/meester wel eens een vraag over de muziek waar je naar moet luisteren? kun je daar een voorbeeld van noemen? 14 12 aantal 10 8 ja 6 nee 4 2 0 jongens groep 7 meisjes groep 7 jongens groep 8 meisjes groep 8 Groepen Grafiek 41 Antwoorden groep 7: * Welke muziekinstrumenten hoor je? * Wanneer de piano komt of waar? gemaakte opmerking: * De meester en juf niet, maar soms komen muzikanten in de klas die dat wel doen. Antwoorden groep 8: * Wat vind je er van? aantal 15) Praten jullie in de klas wel eens over klanken van verschillende muzieksoorten? 16 14 12 10 8 6 4 2 0 ja nee jongens groep 7 meisjes groep 7 jongens groep 8 meisjes groep 8 groepen Grafiek 42 71 16) Praten jullie in de klas wel eens over de betekenis van een bepaald muziekstuk? aantal 16 14 12 10 ja 8 6 4 nee 2 0 jongens groep 7 meisjes groep 7 jongens groep 8 meisjes groep 8 groepen Grafiek 43 17) Maken jullie zelf wel eens een lied of een rap? 20 aantal 15 ja 10 nee 5 0 jongens groep 7 meisjes groep 7 jongens groep 8 meisjes groep 8 groepen Grafiek 44 18) Welke muziekstijl vind je zelf het leukste? (pop, rock ’n roll, jaren ’80, rap) aantal keer genoemd 20 15 jongens groep 7 meisjes groep 7 10 jongens groep 8 meisjes groep 8 5 0 pop rock 'n roll jaren '80 jaren '90 rap anders soorten m uziek Grafiek 45 72 aantal gegeven voorkeuren 19) Welk onderdeel van muziekles zou je vaker willen doen? Zet een kruisje bij het juiste onderdeel. 12 10 jongens groep 7 8 meisjes groep 7 6 jongens groep 8 4 meisjes groep 8 2 0 zingen Bew egen op muziek muziek vastleggen muziek maken muziek luisteren Dom einen m uziek Grafiek 46 Niet alle kinderen konden één keuze maken: Bij de jongens van groep 7 is vijf keer een dubbel antwoord gegeven. Bij de meisje van groep 7 is vijf keer een dubbel antwoord gegeven. Bij de jongens van groep 8 is zeven keer een dubbel antwoord gegeven. Bij de meisjes van groep 8 is zes keer een dubbel antwoord gegeven. 20) Hoe zou je graag willen dat een muziekles er in de klas uitziet? De antwoorden van de jongens groep 7: * Met een drumstel. * Met z’n allen feesten met DJ, disco, harde muziek, licht en heel veel lol. * Apart muzieklokaal. * Een apart lokaal en er moet een muziekleraar komen. Er moet een drumstel zijn. * Heel veel muziekinstrumenten en een muzikant. * Gewoon muziek luisteren en tekeningen erbij maken. * Disco met DJ. * Muzieklokaal met instrumenten: piano’s, gitaar en keyboards, drums en blazers. * Met z’n allen naar Brothers (dichtstbijzijnde discotheek). * Veel muziek, disco, Brothers. De antwoorden van de meisjes groep 7: * Een apart muzieklokaal met bijna alle instrumenten. * Dat je Engelse liedjes leert zingen en dansen en dat we naar de Brothers gaan. * Disco. * Dat iedereen mee doet en een lekker nummer en naar Brothers, maar wel met z’n allen. * Gewoon muziek luisteren en dan wat vragen beantwoorden. * Nou, dat er iedere week minimaal één muziekles is en dat er dan muzikanten in de klas komen die vertellen over zang of instrumenten. * Met zingen en dansen en muziekspelen en dan in een hele grote zaal. * Met z’n allen naar Brothers. * Nou dat we net zo al gym 2x in de week 50 minuten muziekles krijgen en zangles en een piano, drumstel, gitaar en zo allemaal van dat soort dingen. En dan van een echte juf of meester die dat echt kan. * Iedereen heeft een ander muziekinstrument voor zichzelf en bekende artiesten. 73 * Veel instrumenten en vrolijke muziek met één keer in de maand een disco. * Naar popmuziek luisteren en er op dansen. * Dat er muziekinstrumenten staan en dat je in het ritme op de muziek in de klas speelt. * Naar popmuziek luisteren en er op dansen. * Naar leuke muziek luisteren. * Een spel dat je met een groepje mat kiezen wat je wil doen dus of zingen, bewegen, muziek vastleggen, muziek maken of muziek luisteren en dan het groepje dat telkens iets goeds heeft gedaan, krijgt een snoepje. * In een apart lokaal met muziekinstrumenten. * Met zijn allen naar Brothers en dat iedereen meedoet. * Iedereen allemaal in een groepje. De antwoorden van de jongens groep 8: * Als een popconcert. * Gewoon leuk. * Veel plezier en lekkere liedjes zingen en luisteren. * Met veel verschillende instrumenten. * Met bewegen en maken. * Met populaire liedjes, trommels en gezelligheid. * Geen idee! * Met veel muziek. * Een muzieklokaal. * Muziek maken met muziekinstrumenten. De antwoorden van de meisjes groep 8: * Dansen en zingen. * Alles aan de kant, muziek op en dansen en zingen. Just dance. * met de hele klas zingen en dansen, dat lijkt me wel leuk. * Dat het gezellig is en dat we gaan zingen op muziek luisteren. * Dat we zelf veel muziek mogen maken en dat het niet heel lang duurt. * De stoelendans; WII dance. * Met een aapje en muziek. * Dat we 1x in de week muziekles hebben en elke keer iets anders. * We hebben het bord dat daar dan een tekst op staat en dat we dan gaan zingen of zo. * Muzieklokaal. * Met muziekinstrumenten en muziek luisteren die iemand maakt. * Allemaal verschillende dingen doen. * Dat we misschien zelf liedjes maken en veel zingen en instrumenten bespelen. * Ik zou wel willen dat er één keer in de week muziekles was, met zingen en een beetje dansen. Zoals Just dance of karaoke. 21) Wil je verder nog iets vertellen over muziek? De antwoorden groep 7: * Dat muziek leuk is! * Dat ik het te gek vind. En dat ik het leuk vind om muziek te maken, ik speel zelf piano, blokfluit en gitaar. * Dat het gewoon heel leuk is om te doen. * Nou muziek is gewoon leuk en het hoort bij muziek en leren van muziek hoort. * Het is meestal wel leuk. erbij. 74 * * * * * * * Dat ik er rustig van word. Dat ik het muziek luisteren leuk vind. Ik zit op het kinderkoor van de kerk. Dat het best wel leuk is. Er moet een gitaar komen voor iedereen. Muziek is leuk om met een koptelefoon te luisteren. Leuk om te luisteren. De antwoorden groep 8: * Coldplay en de Bastille vind ik wel leuk. * Als we les krijgen dan moet het voor iedereen op niveau zijn. * Dat het leuk is. * I love muziek. * Meer muziek. * Nee, niet echt, nou dat ik van muziek en zingen hou. * Nee, ik heb niet veel te vertellen. 75 Bijlage 8 kerndoel 43 muziek Kerndoel 54 De kinderen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. Groep 1/2 Betekenisvolle onderwerpen en thema’s Muzikale verkenning van onderwerpen uit de directe omgeving van de kleuters. Bijvoorbeeld: de omgeving (in de klas, in het huis), knuffels, beren, optocht, muziek in de straat, het weer, kabouters en reuzen, sprookjes, feesten, het verkeer, Sinterklaas en Kerst, dieren, seizoenen. Deze onderwerpen worden zingend, spelend, bewegend en luisterend verkend. Zingen * eenstemmige, korte en ritmisch eenvoudige liedjes, verbonden met het thema of onderwerp; * liedjes in het toongebied d' - b'; * eenvoudige structuren met veel herhalingen in de tekst en de melodie. Luisteren * muziek afkomstig uit verschillende stijlperioden en culturen; * de muziek is eenduidig en duidelijk van karakter; * de muziek is helder en eenvoudig van structuur. Muziek maken * korte klankbeelden spelen van betekenisvolle situaties; * de maat spelen bij liedjes; * spelen van tegenstellingen: hard-zacht, hoog-laag, snel-langzaam; * experimenteren met verschillende klankkleuren en bespeelmogelijkheden; * korte speelstukjes maken met herhalingen. Muziek vastleggen * het onderwijs speelt zich altijd af binnen situaties die betekenis hebben voor de kinderen; * de geluiden/klanken van verschillende klankbronnen (bijvoorbeeld klankstaaf, triangel, fluit) grafisch noteren en spelen. 76 Bewegen * Bewegen bij - of naar aanleiding van (dans- en speel)liederen; * Met bewegingen uitbeelden van de muzikale aspecten van betekenisvolle situaties bij het luisteren naar muziek. Wat doen de kinderen? Bij zingen De kinderen zingen samen liederen over onderwerpen die voorkomen in hun belevingswereld. * * * * Ze spreken de teksten al duidelijk verstaanbaar uit. Ze luisteren en kijken naar de leraar voor de juiste toonhoogte, het juiste startmoment en het aangegeven (lage) tempo. Ze zingen met de leraar mee, ze luisteren nog niet zo goed naar elkaar. Bij luisteren * De kinderen leren om geconcentreerd te luisteren naar korte betekenisvolle muziekfragmenten, bijvoorbeeld een luisterliedje. * Ze praten over de verschillen in hun luisterervaringen, deze muziek hoort bij een feestje en die muziek is voor grote mensen. * Ze reageren met bewegingen op de muziek, bijvoorbeeld bij 'deze muziek' loop je samen rond en bij 'die muziek' ga je samen dansen, bij 'deze muziek' beweeg je als een snel of een langzaam dier. Bij muziek maken * De kinderen maken klankbeelden van betekenisvolle situaties uit hun omgeving. De kinderen herinneren zich bijvoorbeeld de geluiden uit het bos en bootsen de geluiden na op schoolinstrumenten: krakende takken, de wind, ritselende bladeren. * Ze klappen en spelen de maat van gezongen liederen mee. * Ze maken speelstukjes rondom muzikale tegenstellingen. Ze maken bijvoorbeeld muziek bij een vrolijke clown en een verdrietige leeuwentemmer, muziek voor een haas en muziek van een slak. * Ze experimenteren met materialen, zelfgemaakte instrumenten, schoolinstrumenten en 'eigen slagwerk' (klappen met handen, stampen met voeten). Bij muziek vastleggen * De kinderen bedenken hun eigen manier om eenvoudige geluiden te noteren, bijvoorbeeld regen, het geluid van de wind. * Ze spelen hun zelf genoteerde geluiden na op instrumenten. Bij bewegen * De kinderen zingen (dans- en speel)-liederen en luisteren naar muziekfragmenten. Ze reageren daarop met bewegingen naar aanleiding van: 77 - de klankeigenschappen: ze lopen of dansen bijvoorbeeld op tweedelige of driedelige muziek, ze reageren op stiltemomenten, ze reageren op lange, korte, hoge, lage (zie doorkijkje 'De poppen aan het dansen'), sterke en zachte geluiden, ze vliegen als vogels en kruipen als schildpadden op hoge en lage muziek; - de vorm: ze voeren dezelfde activiteiten/bewegingen uit bij herhalingen van melodieën; - de betekenis: ze reageren op en naar aanleiding van de tekst en van de gezongen liederen of de betekenis van beluisterde muziekfragmenten (ze zijn de leeuw, de muis, Sinterklaas of Zwarte Piet). Wat doet de leraar? Bij zingen * De leraar leidt het zingen: geeft de toonhoogte, een inzetgebaar en de puls aan. * Zij heeft aandacht voor de kwaliteit van het zingen: stimuleert kinderen om mee te doen, zingt vaak met de kinderen en zingt nog vaak met de kinderen mee. * Zij selecteert geschikte liederen. * Zij leert de kinderen liederen en combineert het aanleren met diverse activiteiten. * Zij gebruikt indien nodig liedmateriaal op cd. Bij luisteren * De leraar zorgt voor een sfeer waarin de kinderen geconcentreerd kunnen luisteren naar muziek. * Zij kiest korte muziekfragmenten die passen bij het thema/onderwerp. * Zij regelt de techniek, zoals de apparatuur klaarzetten, mp3-bestanden converteren. * Zij past verschillende werkvormen toe bij het muziek beluisteren, bijvoorbeeld werkvormen die de kinderen voorbereiden op geconcentreerd luisteren. Bij muziek maken * De leraar creëert een leeromgeving (muziekhoek, verhaal, sfeer) waarin de kinderen alleen of in groepjes de kans krijgen om muziek te maken. * Zij inspireert de kinderen om te experimenteren met klanken, instrumenten en muzikale taken zoals meespelen bij liedjes, muziekstukjes maken. * Zij geeft muzikale leiding bij musiceeractiviteiten, bijvoorbeeld inzetgebaar, gebaren voor puls, dynamiek, enz. * Zij toont aandacht voor kwaliteit, bijvoorbeeld bij het stimuleren van de prestaties. Bij muziek vastleggen * De leraar stimuleert de kinderen bij het vastleggen van klanken en geluiden, bijvoorbeeld door de kinderen het geluid van harde en zachte regen te laten tekenen. 78 * Zij stimuleert de kinderen in het verklanken van de getekende klanken en geluiden, bijvoorbeeld door de kinderen de getekende notaties van de verschillende vormen van regen te laten verklanken. Bij bewegen * De leraar stimuleert de kinderen om bij liedjes en luisterfragmenten te bewegen naar aanleiding van de muziek en let bij de uitvoering op deelname van alle kinderen. * Zij maakt muziek op eenvoudige instrumenten en laat de kinderen daarbij lopen, springen, dansen, huppelen, enz. * Zij bedenkt de contexten waarbinnen de kinderen gaan bewegen op muziek. * Zij biedt regelmatig speel- en dansliederen aan en let bij de uitvoering op de kwaliteit van de beweging. Groep 3/4 Betekenisvolle onderwerpen en thema’s muzikale verkenning van onderwerpen uit de ruimere omgeving van de kinderen. Onderwerpen uit groep 1 en 2 komen soms weer aan de orde op een hoger niveau. Nieuwe onderwerpen zijn bijvoorbeeld: onze wijk of in het dorp, de fanfare, heksen en tovenaars, fantasie, dieren, op reis met de trein, avonturen, drummen. Deze onderwerpen worden zingend, spelend, bewegend, noterend en luisterend verkend. Zingen * eenstemmige, korte en ritmisch eenvoudige liedjes, verbonden met het thema of onderwerp; * liedjes in het toongebied c' - c''; * verschillende maatsoorten; * eenvoudige structuren met herhalingen en afwisselingen in de tekst en de melodie; * gezongen met begeleiding van een 'meezing cd'; * aandacht voor articulatie en zuiverheid. Luisteren * muziek, afkomstig uit verschillende stijlperioden en culturen, in wisselende fragmenten (tot twee minuten), verbonden met het thema of onderwerp; * de muziek is eenduidig en duidelijk van karakter; * de muziek draagt meerdere betekenissen; * de muziek is helder en eenvoudig van structuur; * de muziek kent meerdere herhalingen en afwisselingen. Muziek maken * klankbeelden ontwerpen en spelen van betekenisvolle situaties met stiltemomenten; * de maat en het ritme spelen bij liedjes; * spelen van tegenstellingen: hard-zacht, hoog-laag, snel-langzaam; * experimenteren met verschillende klankkleuren en bespeelmogelijkheden; * speelstukjes met herhalingen en contrasten uitvoeren. 79 Muziek vastleggen * het onderwijs speelt zich altijd af binnen situaties die betekenis hebben voor de kinderen; * de geluiden/klanken van verschillende klankbronnen (bijvoorbeeld klankstaaf, triangel, fluit) grafisch noteren en spelen; * korte-lange, hoge-lage, harde-zachte geluiden grafisch vastleggen en spelen * grafisch vastleggen van herhalingen en contrasten; * klankstukjes ontwerpen van circa een minuut. Bewegen * bewegen bij - of naar aanleiding van (dans- en speel)liederen; * met bewegingen uitbeelden van de muzikale aspecten van betekenisvolle situaties bij het luisteren naar muziek; * met bewegingen de vorm van liederen of muziekfragmenten weergeven; Wat doen de kinderen? Bij zingen *De kinderen zingen samen liederen over onderwerpen die voorkomen in hun belevingswereld, bijvoorbeeld een liedje over heksen en tovenaars, een lied over de rivier (Pour passer le Rhône). * Ze zingen het lied met de accenten op de juiste plaatsen, passen sterk en zacht toe, ademen op de juiste plaatsen en articuleren de teksten en letten op zuiverheid. * Ze nemen een voorgezongen of voorgespeelde begintoon correct over en zingen zelfstandig zonder dat de leraar meezingt. * Ze zingen soms mee met de instrumentale begeleiding van een 'meezing cd'. Bij luisteren * De kinderen leren om geconcentreerd te luisteren naar korte betekenisvolle muziekfragmenten. * Ze praten over hun beleving en de betekenis die de muziek voor hen heeft, bijvoorbeeld feestmuziek. * Ze praten over de verschillen in hun luisterervaringen, bijvoorbeeld waarom je muziek mooi of niet mooi vindt. * Ze luisteren naar: -klankeigenschappen; ze ervaren verschillen en overeenkomsten in de muziek en beelden die bewegend of tekenend uit; -de vorm: ze kiezen bijvoorbeeld bij de herhalingen van een thema voor het uitvoeren van dezelfde bewegingen; - de betekenis en functie: ze reageren op muziek met geluiden van de natuur, dieren, mensen, sprookjesfiguren, machines, enz. Ze herkennen loop-, dans-, slaap- en luistermuziek. 80 Bij muziek maken * De kinderen ontwerpen en spelen klankbeelden en muziekstukjes van een halve minuut naar aanleiding van betekenisvolle situaties, bijvoorbeeld muziek die past bij het begin van een rivier: kleine stroompjes en de muziek die past bij een grote, brede rivier. * Ze ontwerpen en spelen klankbeelden vanuit muzikale tegenstellingen als hoge-lage, snelle-langzame, harde-zachte muziek, vrolijke-droevige muziek. * Ze spelen hun muziek op zelfgemaakte instrumenten, schoolinstrumenten, digitale instrumenten als eenvoudige, goedkope keyboards, met 'eigen slagwerk' en andere materialen waarmee ze klanken kunnen maken (potten, vuilcontainers, gereedschap). * Ze klappen en spelen de maat of het ritme mee van gezongen liederen. * Ze spelen eenvoudige ritmen, bijvoorbeeld bestaande uit enkele halve en enkele kwartnoten. * Ze passen bij hun eigen muziekstukjes vormprincipes als herhaling en contrast toe. Bij muziek vastleggen * De kinderen noteren symbolen voor korte, lange, hoge, lage, harde en zachte klanken en melodielijnen naar aanleiding van betekenisvolle situaties (zie het doorkijkje 'Hard en zacht'). * Ze spelen en/of zingen de klanken die passen bij hun zelf genoteerde geluiden. Bij bewegen * De kinderen zingen (dans- en speel)-liederen en luisteren naar muziekfragmenten. Ze reageren daarop met bewegingen naar aanleiding van: - de klankeigenschappen, ze jongleren bijvoorbeeld op muziek in een 4/4 maat of zwaaien aan de trapeze op muziek in een 6/8 maat, ze reageren op stiltemomenten, ze reageren op melodieën of ritmen; * de vorm: ze voeren dezelfde activiteiten/bewegingen uit bij herhalingen van melodieën, bijvoorbeeld bij het lied 'Pour passer le Rhône' voeren de kinderen bij het refrein een andere beweging uit; * de betekenis en functie: ze reageren op en naar aanleiding van de tekst (bijvoorbeeld bij elke regel een ander gebaar) en muziek van de gezongen liederen of de beluisterde muziekfragmenten. Ze bewegen bijvoorbeeld als olifanten, kangoeroes, spelen gedeelten uit een muzikaal verhaal. Wat doet de leraar? Bij zingen * De leraar leidt het zingen: geeft de toonhoogte, een inzet- en afsluitgebaar en de puls aan. * Zij heeft aandacht voor de kwaliteit van het zingen: stimuleert kinderen om mee te doen, zingt vaak met de kinderen, stimuleert de kinderen om zelfstandig te zingen, let op adem, articulatie, resonans en zuiverheid. * Zij selecteert geschikte liederen. * Zij leert de kinderen liederen en gebruikt verschillende aanleerstrategieën zoals wisselzang, weggeeftechniek, toepassen van bewegingen. 81 * Zij gebruikt indien nodig liedmateriaal op Cd. Bij luisteren * De leraar zorgt voor een sfeer waarin de kinderen geconcentreerd kunnen luisteren naar muziek (zie het doorkijkje 'Hard en zacht'). * Zij kiest korte muziekfragmenten die passen bij het thema/onderwerp. Ze laat hen bijvoorbeeld bij het thema 'dieren' luisteren naar verschillende fragmenten waar dieren muzikaal worden uitgebeeld. * Zij regelt de techniek, zoals de apparatuur klaarzetten, mp3-bestanden converteren. * Zij past verschillende werkvormen toe bij het muziek beluisteren. Ze laat bijvoorbeeld de kinderen eerst zelf de geluiden van een rivier uitbeelden waarna ze samen luisteren naar de Moldau van Smetana. * Zij leert de kinderen om muziek te benoemen in termen als hoog-laag, hardzacht, enz. Bij muziek maken * De leraar creëert een leeromgeving (verhaal, sfeer) waarin de kinderen alleen of in groepjes de kans krijgen om muziek te maken. * Zij inspireert de kinderen om te experimenteren met klanken, instrumenten en muzikale taken zoals meespelen bij liedjes, muziekstukjes maken, enz. * Zij geeft muzikale leiding bij musiceer¬activiteiten: inzetgebaar, gebaren voor puls, dynamiek, enz. * Zij toont aandacht voor kwaliteit, bijvoor¬beeld bij het stimuleren van de prestaties en het uitlokken van experimenteergedrag. Bij muziek vastleggen * De leraar stimuleert de kinderen bij het vastleggen van klanken, geluiden en melodiefragmenten. Ze laat de kinderen bijvoorbeeld een grafische partituur van de geluiden op een boerderij ontwerpen. * Zij stimuleert de kinderen om de getekende klanken en geluiden te verklanken, bijvoorbeeld door de kinderen hun zelf ontworpen partituren te laten spelen. * Zij presenteert meerdere manieren om muziek vast te leggen (grafisch en traditioneel). Zij geeft bijvoorbeeld de opdracht om een traditioneel genoteerde melodielijn of de grafische weergave van sterk-zacht verschillen te volgen bij het beluisteren van muziek. Bij bewegen De leraar stimuleert de kinderen om bij (speel)-liedjes (zoals bij het lied 'Pour passer le Rhône') en luisterfragmenten te bewegen naar aanleiding van de maat, het ritme, de vorm of de betekenis van de muziek en let bij de uitvoering op de kwaliteit van de beweging. Zij maakt muziek op eenvoudige instrumenten en laat de kinderen daarbij lopen, springen, dansen, huppelen. Ze bedenkt contexten waarbinnen de kinderen gaan bewegen. De kinderen bewegen bijvoorbeeld als Sinterklaas of Zwarte Piet, als een heks of tovenaar op muziek. 82 Groep 5/6 Betekenisvolle onderwerpen en thema’s Muzikale verkenning van onderwerpen uit de veranderende belangstellingswereld van de kinderen. Onderwerpen uit de vorige groepen komen weer aan de orde, maar de kinderen ervaren veel nieuwe elementen waar muziek een specifieke rol vervult: verre landen, feesten, muziek uit verre landen, kleding, cowboys, kermis, ridders en jonkvrouwen, varen, insecten, ruzie, markt. Deze onderwerpen worden zingend, spelend, bewegend, noterend en luisterend verkend. Zingen * eenstemmige en meerstemmige liederen (canons), couplet-refrein liederen die verbonden worden met het thema of onderwerp; * liedjes in het toongebied c' - d''; * afkomstig uit de eigen en andere culturen; * ritmisch gecompliceerder en muzikaal uitdagender; * complexere structuren met herhalingen, contrasten en variaties in tekst en melodie; * gezongen met begeleiding van een 'meezing cd'; * aandacht voor articulatie en zuiverheid. Luisteren * muziek, afkomstig uit verschillende stijlperioden en culturen, in korte maar ook langere fragmenten (twee á drie minuten), verbonden met het thema of onderwerp; * de muziek kent meerdere betekenissen of ontwikkelingen; * naast vormprincipes (herhaling, contrast en variatie) komen ook vormeenheden (motief, thema, muzikale zinnen) aan de orde. Muziek maken * klankbeelden ontwerpen en spelen van betekenisvolle situaties met stiltemomenten en een bepaalde ontwikkeling; * de maat, het ritme en eenvoudige ritmische patronen spelen bij liedjes; * spelen van tegenstellingen:hard-zacht, hoog-laag, snel-langzaam; * experimenteren met verschillende klankkleuren en bespeelmogelijkheden die passen bij het instrument; * speelstukjes ontwerpen en spelen met: - vormprincipes (herhalingen, contrasten) - vormeenheden (motieven, thema's, muzikale zinnen) - vormtechnieken (echo, imitatie, ostinaat Muziek vastleggen * het onderwijs speelt zich altijd af binnen situaties die betekenis hebben voor de kinderen; * grafisch vastleggen en spelen van korte-lange, hoge-lage, harde-zachte geluiden; * klankstukjes ontwerpen waarin een bepaalde ontwikkeling plaats vindt van circa een minuut; * kennismaken met de basisprincipes van traditionele notatie; * spelen van eenvoudige ritmes met kwart, halve en hele noten. 83 Bewegen * bewegen bij - of naar aanleiding van (dans-)liederen; * met bewegingen uitbeelden van de muzikale aspecten van betekenisvolle situaties bij het luisteren naar muziek; * bewegen op: - vormprincipes (herhalingen, contrasten); - vormeenheden (motieven, thema's, muzikale zinnen); - vormtechnieken (echo, imitatie, ostinaat) in liederen of muziekfragmenten. Wat doen de kinderen? Bij zingen * De kinderen zingen met elkaar liederen over onderwerpen waarvoor zij belangstelling hebben, bijvoorbeeld over verre landen of onzinteksten. * Ze zingen de liederen met aandacht voor kwaliteit (adem, articulatie, expressie, zuiverheid). * Ze zingen zelfstandig hun liederen en voeren daar soms zingend activiteiten bij uit (spel, beweging). * Ze zingen liederen afkomstig uit een breed samengesteld liedrepertoire. * Ze zingen vanaf groep 6 ook canons. * Ze zingen met hun oren open en luisteren naar elkaar of naar de begeleiding op een 'meezing cd'. Bij luisteren * De kinderen leren om geconcentreerd te luisteren naar korte betekenisvolle muziekfragmenten, bijvoorbeeld muziek waarin een verhaal wordt 'verteld'. * Ze praten over hun beleving en de betekenis die de muziek voor hen heeft, bijvoorbeeld over popmuziek. * Ze praten over de verschillen in hun luisterervaringen, bijvoorbeeld waarom bepaalde muziek wel bij de een en minder goed bij de ander past. * Ze reageren met taal, beweging of beeld (uitbeelden, tekenen) op: - klankeigenschappen zoals tempoverschillen, melodieën, ritmen, stemsoorten en instrumenten; - verschillen en overeenkomsten in de muziek; - herhalingen, contrasten en variaties; - verschillende betekenissen en functies van muziek. Bij muziek maken * De kinderen ontwerpen en spelen klankbeelden en muziekstukjes waarin een bepaalde ontwikkeling zit, naar aanleiding van betekenisvolle situaties. Ze verbeelden bijvoorbeeld een onweer, dat begint met zacht gerommel, zachte regen, harde regen met windvlagen, knetterende ontladingen en daarna de ontspanning. * Ze ontwerpen en spelen klankbeelden vanuit muzikale tegenstellingen, bijvoorbeeld hoge, snelle muziek-lage langzame muziek, vrolijk-droevig (zo'n muziekstukje duurt hooguit een minuut). * Ze spelen muziek op schoolinstrumenten, digitale instrumenten, meegebrachte instrumenten of met 'eigen slagwerk' en gebruiken ook andere materialen om klanken mee te maken. * Ze klappen en spelen de maat of het ritme van gezongen liederen op 84 verschillende ritme-instrumenten. * Ze spelen eenvoudige, korte ritmes, bijvoorbeeld bestaande uit enkele halve en enkele kwartnoten. * Ze passen bij hun eigen muziekstukjes vormprincipes toe zoals herhaling en contrast. * Ze spelen strakke ritmes bij gesproken ritmische teksten, bijvoorbeeld rapteksten. Bij muziek vastleggen * De kinderen gebruiken symbolen voor korte of lange klanken, voor zware of lichte klanken en hanteren afspraken bij het ontwerpen en spelen van korte klankbeelden, bijvoorbeeld de plaats van hoog-laag. * Ze gebruiken verschillende vormen van beeldtaal bij het zichtbaar maken van vormprincipes. * Ze lezen melodieën mee, genoteerd in traditioneel notenschrift van liederen en muziekfragmenten, bijvoorbeeld korte partituurfragmenten. * Ze lezen eenvoudig traditioneel notenschrift als ondersteuning bij het spelen van ritmes, bijvoorbeeld een kort ritme op het bord. Bij bewegen * De kinderen zingen liederen en luisteren naar muziekfragmenten uit hun eigen cultuur en naar muziek uit andere culturen. Ze reageren daarop met bewegingen. Dit doen ze naar aanleiding van: - de klankeigenschappen, ze versnellen bijvoorbeeld hun bewegingen als de muziek versnelt, een kleine groep danst bij de klank van een klein orkest, de hele groep danst als het grote orkest speelt, ze reageren bewegend op verschillende melodieën of ritmes; - de vorm: ze voeren dezelfde activiteiten/bewegingen uit bij herhalingen van melodieën, bijvoorbeeld ze imiteren elkaars bewegingen als de muzikale zin wordt herhaald; - de betekenis en functie: ze reageren op en naar aanleiding van de tekst en de muziek van gezongen liederen of beluisterde muziekfragmenten. Ze bedenken bijvoorbeeld bij elke tekstregel een andere beweging. Ze zijn de clowns en acrobaten bij circusmuziek, bewegen als een olifant, als een heks of tovenaar, laten de emoties zien die de muziek wil uitdrukken. Wat doet de leraar? Bij Zingen * De leraar leidt het zingen: geeft de toonhoogte, een inzet- en afsluitgebaar en de puls aan. * Zij heeft aandacht voor de kwaliteit van het zingen: stimuleert kinderen om mee te doen, zingt vaak met de kinderen, stimuleert de kinderen om zelfstandig te zingen, let op adem, articulatie, resonans en zuiverheid. * Zij selecteert geschikte liederen. * Zij leert de kinderen liederen en gebruikt verschillende aanleerstrategieën zoals wisselzang, bordgebruik, werken met trefwoorden, toepassen van bewegingen. * Zij gebruikt indien nodig liedmateriaal op Cd. (zie het doorkijkje 'Aiko, aiko') * Zij begeleidt het zingen op (school)-instrumenten zoals, trom, xylofoon, keyboard of gitaar. 85 Luisteren * De leraar zorgt voor een sfeer waarin de kinderen geconcentreerd kunnen luisteren naar muziek. * Zij stimuleert de kinderen om ook buiten de school naar muziek te luisteren. * Zij kiest korte muziekfragmenten die passen bij het thema/onderwerp, bijvoorbeeld bij activiteiten rond 'machines' luisteren de kinderen naar een muziekfragment waarin machinale geluiden worden geïmiteerd. * Zij regelt de techniek, zoals de apparatuur klaarzetten, mp3-bestanden converteren. * Zij past verschillende werkvormen toe bij muziek beluisteren. Ze laat bijvoorbeeld de kinderen bewegen als een machine, machinegeluiden maken en daarna op muziek met machinale geluiden bewegen. * Zij leert de kinderen om muziek te analyseren op het gebruik van vorm- en klankeigenschappen (hoog-laag, hard-zacht, instrumentale klanken) en laat hen dit benoemen, bijvoorbeeld: de basgitaar speelde een lage melodie. Muziek maken * De leraar creëert een leeromgeving (verhaal, sfeer) waarin de kinderen alleen of in groepjes de kans krijgen om muziek te maken. * Zij geeft de kinderen in groepjes speelopdrachten over de klank, vorm en betekenis van muziek. * Zij inspireert de kinderen om te experimenteren met klanken, instrumenten en muzikale taken (meespelen bij liedjes, muziekstukjes maken, enz.). * Zij biedt korte grafisch en traditioneel genoteerde muziekstukjes aan, die door de kinderen op instrumenten gespeeld worden. * Zij oefent met de hele groep eenvoudige muziekstukjes in. * Zij geeft muzikale leiding bij musiceeractiviteiten zoals inzetgebaar, gebaren voor puls, dynamiek, enz. * Zij laat regelmatig maat, ritme, voor- en/of naspelen van liederen klappen en spelen. * Zij let voortdurend op de kwaliteit van de uitvoering en geeft suggesties ter verbetering. Muziek vastleggen * De leraar stimuleert de kinderen bij het vastleggen van en manipuleren met klanken, geluiden en melodiefragmenten. * Zij stimuleert de kinderen om de getekende klanken en geluiden te verklanken * Zij presenteert meerdere manieren om muziek vast te leggen (grafisch en traditioneel). * Zij biedt eenvoudige (grafisch en traditioneel genoteerde) speelstukjes aan. Bewegen * De leraar stimuleert de kinderen om bij (speel)-liedjes en luisterfragmenten te bewegen naar aanleiding van de maat, het ritme, de vorm of de betekenis van de muziek en let bij de uitvoering op de kwaliteit van de beweging. * Zij stimuleert de kinderen bij luister- en bewegingsactiviteiten tot een actieve, adequate en expressieve deelname. * Zij bedenkt de contexten waarbinnen de kinderen gaan bewegen. Ze laat de kinderen bijvoorbeeld bewegen als karakteristieke mensen, dieren, figuren uit een verhaal, machines of ze beelden de gevoelens of sfeer van de muziek uit. 86 Groep 7/8 Betekenisvolle onderwerpen en thema’s muziek is voor kinderen alom tegenwoordig. Via de media komen ze met veel verschillende soorten muziek in aanraking. Muziek op school sluit daarbij aan, maar geeft ook een verdieping in de muzikale beleving van de kinderen. Onderwerpen uit de lagere groepen komen vaak weer aan de orde, maar ook nieuwe muziekthema's als carnaval, de eindmusical, filmmuziek, ringtones, rap en liefde, oorlog en vrede, morgen en avond, verdriet, muziek op de computer, SMS-en /ringtones, natuur en milieu, liefde. Deze onderwerpen worden zingend, spelend, bewegend, noterend en luisterend verkend. Zingen * eenstemmige en meerstemmige liederen (canons), couplet-refrein liederen, liederen die om een langere adem vragen en die verbonden worden met het thema of onderwerp; * liedjes in het toongebied a - f''; * afkomstig uit de eigen maar ook uit andere culturen, taalgebieden en muzikale stijlen; * ritmisch gecompliceerder en muzikaal uitdagender; * langere, complexe structuren met herhalingen, contrasten en variaties in tekst en melodie; * gezongen met begeleiding van een 'meezing cd'; * aandacht voor articulatie, dynamische verschillen, zuiverheid en voordracht. Luisteren * muziek, afkomstig uit verschillende stijlperioden en culturen; in langere fragmenten (tot circa vier minuten), verbonden met het thema of onderwerp; * de muziek draagt meerdere betekenissen en/of ontwikkelingen in zich; * naast vormprincipes (herhaling, contrast en variatie) komen ook vormeenheden (motief, thema, muzikale zinnen) en compositievormen (zoals canon, rondo en variatievormen) aan de orde. Muziek maken * klankbeelden van betekenisvolle situaties met stiltemomenten, een bepaalde ontwikkeling en herhalingen; * de maat, het ritme en eenvoudige ritmische patronen spelen bij liedjes ook als voorspel, naspel en begeleiding; * spelen van tegenstellingen en overgangen:hard-zacht, hoog-laag, snellangzaam; * experimenteren met verschillende klankkleuren en bespeelmogelijkheden die passen bij het instrument; * speelstukjes ontwerpen en spelen waarin centraal staan: - vormprincipes (herhalingen, contrasten, variaties) - vormeenheden (motieven, thema's, muzikale zinnen) -vormtechnieken (echo, imitatie, ostinaat) * eenvoudige grafisch of traditioneel genoteerde speelstukjes * begeleidingen maken bij rapteksten 87 Muziek vastleggen * het onderwijs speelt zich altijd af binnen situaties die betekenis hebben voor de kinderen; * grafisch vastleggen en spelen van korte-lange, hoge-lage, harde-zachte geluiden met hun verschillende overgangen en combinaties (bijvoorbeeld een lang, hoog, zacht geluid dat langzaam zachter wordt); * klankstukjes ontwerpen waarin een bepaalde ontwikkeling plaatsvindt van circa anderhalve minuut; * kennismaken met de basisprincipes van de traditionele notatie (vijflijnige notenbalk, vorm van de noten, plaats van de noten, vioolsleutel, meerstemmigheid); * spelen van eenvoudige ritmes met kwart, halve en hele noten en de daarbij behorende rusten. Bewegen * bewegen bij - of naar aanleiding van (dans-)liederen; * met bewegingen uitbeelden van de muzikale aspecten van betekenisvolle situaties bij het luisteren naar muziek; * bewegen op: - vormprincipes (herhalingen, contrasten, variaties) - vormeenheden (motieven, thema's, muzikale zinnen) - vormtechnieken (echo, imitatie, ostinaat) in liederen of muziekfragmenten Wat doen de kinderen? Bij zingen * De kinderen zingen met elkaar liederen over onderwerpen waarvoor zij belangstelling hebben, bijvoorbeeld liefdesliedjes of liedjes uit de popmuziekcultuur. * Ze zingen de liederen met aandacht voor kwaliteit (adem, articulatie, expressie, zuiverheid). * Ze zingen zelfstandig hun liederen en voeren daar soms activiteiten bij uit (spel, beweging, begeleiding). * Ze zingen liederen afkomstig uit een breed samengesteld liedrepertoire met een nadruk op hedendaags materiaal. * Ze zingen canons, Engelstalige liederen en langere liederen met meer coupletten. * Ze zingen met hun oren open en luisteren beter naar elkaar (canons) of naar de begeleiding op een 'meezing cd'. Bij luisteren * De kinderen leren om geconcentreerd te luisteren naar korte betekenisvolle muziekfragmenten, bijvoorbeeld muziek uit andere culturen. * Ze praten over hun beleving en de betekenis die de muziek voor hen heeft, bijvoorbeeld over muziek die met 'bang zijn' of natuurgeweld te maken heeft. * Ze praten over de verschillen in hun luisterervaringen en luisterverwachting, bijvoorbeeld: hoe denk je dat droevige muziek zou klinken. * Ze reageren met taal, beweging of beeld op: - klankeigenschappen zoals tempoverschillen, melodieën, ritmen, stemsoorten en instrumenten; 88 - verschillen en overeenkomsten in de muziek; - herhalingen, contrasten en variaties; - verschillende betekenissen en functies van muziek. Bij muziek maken * De kinderen ontwerpen en spelen klankbeelden en muziekstukjes waarin een bepaalde ontwikkeling zit, aan de hand van betekenisvolle situaties, bijvoorbeeld verhalen of gebeurtenissen over mensen, dieren, de natuur, machinegeluiden, gevoelens (zie het doorkijkje 'Een regenbui spelen'). Of ze doen bovenstaande vanuit muzikale tegenstellingen, bijvoorbeeld van hoge, langzame, harde muziek naar lage, vrij snelle, zachte muziek of van vrolijk naar droevig. * Ze passen bij hun muziekstukjes stiltemomenten, overgangen, vormprincipes, vormeenheden en vormtechnieken toe (zo'n muziekstukje duurt hooguit een minuut). * Ze spelen muziek op schoolinstrumenten, digitale instrumenten, meegebrachte instrumenten of met 'eigen slagwerk', maar gebruiken ook materialen om klanken mee te maken, bijvoorbeeld hamers op hout of op een staalplaat, vuilcontainers als lage drums. * Ze klappen en spelen een tegenritme of ostinaat als begeleiding bij gezongen liederen. * Ze spelen eenvoudige ritmen, bijvoorbeeld bestaande uit enkele halve en enkele kwartnoten. * Ze spelen strakke ritmes bij gesproken ritmische teksten, bijvoorbeeld rapteksten. Bij muziek vastleggen * De kinderen gebruiken symbolen voor korte of lange klanken, voor zware of lichte klanken en hanteren afspraken bij het ontwerpen en spelen van korte klankbeelden, bijvoorbeeld de plaats van hoog-laag * Ze gebruiken verschillende vormen van beeldtaal bij het zichtbaar maken van vormprincipes. * Ze lezen melodieën mee, genoteerd in traditioneel notenschrift van liederen en muziekfragmenten, bijvoorbeeld korte partituurfragmenten. * Ze lezen eenvoudig traditioneel notenschrift als ondersteuning bij het spelen van ritmes, bijvoorbeeld een kort ritme of melodie op het bord. Bij bewegen * De kinderen reageren met bewegingen naar aanleiding van: - de klankeigenschappen: ze dansen op verschillende muziekstijlen als pop, rock and roll, hardcore, enz.; - de vorm: ze voeren dezelfde activiteiten/bewegingen uit bij herhalingen van melodieën en kiezen andere bewegingen bij contrasten; - de betekenis en functie: ze reageren op en naar aanleiding van de tekst en de muziek van gezongen liederen of beluisterde muziekfragmenten. Ze bedenken bijvoorbeeld bij elke tekstregel een andere houding, laten emoties zien die de muziek wil uitdrukken of passen hun bewegingen aan bij geleidelijke veranderingen in de muziek. 89 Wat doet de leraar? Bij zingen * De leraar leidt het zingen: geeft de toonhoogte, een inzet- en afsluitgebaar en de puls aan. * Zij heeft aandacht voor de kwaliteit van het zingen: stimuleert kinderen om mee te doen, zingt vaak met de kinderen, stimuleert de kinderen om zelfstandig te zingen, let op adem, articulatie, resonans, toonvorming en zuiverheid. * Zij selecteert geschikte liederen, herhaalt bekende liederen en heeft aandacht voor een breed repertoire. * Zij leert de kinderen liederen en gebruikt verschillende aanleerstrategieën zoals wisselzang, bordgebruik, werken met trefwoorden, toepassen van bewegingen. * Zij gebruikt indien nodig liedmateriaal op cd. * Zij begeleidt het zingen op (school)-instrumenten zoals, trom, xylofoon, keyboard of gitaar. Bij luisteren * De leraar zorgt voor een sfeer waarin de kinderen geconcentreerd kunnen luisteren naar muziek. * Zij stimuleert de kinderen om ook buiten de school naar muziek te luisteren. * Zij kiest muziekfragmenten die passen bij het thema/onderwerp, bijvoorbeeld bij een les over Zuid-Amerika luisteren de kinderen naar een Argentijnse tango. * Zij regelt de techniek zoals het klaarzetten van de apparatuur en het converteren van mp3-bestanden. * Zij past verschillende werkvormen toe bij het muziek beluisteren. Ze laat bijvoorbeeld vier muziekfragmenten horen en de kinderen daaruit kiezen: een tango, een wals, een chachacha of een samba. * Zij leert de kinderen om muziek te analyseren en te benoemen. Bij muziek maken * De leraar creëert een leeromgeving (verhaal, sfeer) waarin de kinderen alleen of in groepjes de kans krijgen om muziek te maken. * Zij geeft de kinderen in groepjes speelopdrachten over de klank, vorm en betekenis van muziek en stimuleert de kinderen bij deze opdrachten eerst hun ideeën samen te bespreken. * Zij inspireert de kinderen om te experimenteren met klanken, instrumenten en muzikale taken (meespelen bij liedjes, muziekstukjes maken, enz.). * Zij biedt korte grafisch en traditioneel genoteerde muziekstukjes aan, die door de kinderen op instrumenten gespeeld worden. * Zij oefent met de hele groep eenvoudige muziekstukjes in. * Zij geeft muzikale leiding bij musiceeractiviteiten zoals inzetgebaar, gebaren voor puls, dynamiek, enz. * Zij laat regelmatig maat, ritme, voor- en/of naspelen van liederen klappen en spelen. * Zij let voortdurend op de kwaliteit van de uitvoering en geeft suggesties ter verbetering. 90 Bij muziek vastleggen * De leraar stimuleert de kinderen bij het vastleggen van en het manipuleren met klanken, geluiden en melodiefragmenten. Ze tekenen bijvoorbeeld met grafische notaties een verhaal waarin een bepaalde muzikale ontwikkeling zit. * Zij stimuleert de kinderen om de getekende klanken en geluiden te verklanken. * Zij beoordeelt de presentaties positief kritisch. * Zij leert de kinderen om eenvoudige traditionele notatievormen mee te lezen in korte partituurfragmenten. * Zij biedt eenvoudige (grafisch en traditioneel genoteerde) speelstukjes aan. Bij bewegen * De leraar leert de kinderen om hun bewegingen af te stemmen op de aard van de beluisterde muziek. * Zij stimuleert de kinderen bij luister- en bewegingsactiviteiten tot een actieve en adequate deelname. * Zij bedenkt de contexten waarbinnen de kinderen gaan bewegen. De kinderen bewegen bijvoorbeeld als karakteristieke mensen, dieren, figuren uit een verhaal, machines of ze beelden de gevoelens of sfeer van de muziek uit. 91 Bijlage 9 Grafische partituur 92 Bijlage 10: presentatie aan team 93 94 95 96
© Copyright 2024 ExpyDoc