JSW februari 2014

Tussen en na schooltijd werken aan ontwikkeling
Effectieve
onderwijstijdverlenging
We doen ons best om binnen de mogelijkheden die we hebben leeropbrengsten zo optimaal
mogelijk te maken. Dit artikel beschrijft het verlengde schooldagproject Levend Leren dat
drie jaar geleden op zes basisscholen in de stad Groningen van start ging.
Maria Jongsma
werkt als interim-/projectmanager en onderzoeker in kinderopvang
en onderwijs. Sinds
2000 werkt zij samen
met partners in Vyvoj
(www.vyvoj.nl), een
organisatie die staat
voor onderzoeken, opleiden en vernieuwen
in de kinderopvang
Jimke Nicolai
ontwerpt en onderzoekt
onderwijs voor Bureau
voor Levend Leren
(www.levendleren.nl).
Dit bureau ondersteunt
scholen en organisaties
bij de ontwikkeling van
zowel het formele als
niet-formele leren
32
JSW 6 februari 2014
‘V
ergroten van de leeropbrengst van kinderen die onderpresteren van drie basisscholen uit de groepen 6, 7 en 8 in Groningen
en het verbeteren van de overgang van deze
kinderen van basisschool naar voortgezet
onderwijs, zodanig dat de aanwezige talenten
bij de kinderen beter worden benut’. Dat was
het doel van het verlengde schooldagproject
Levend Leren. In Groningen werd een curriculum ontwikkeld rond achttien thema’s over
beroepen. Uitgangspunt daarbij was ‘levend
leren’. Het project, waaraan zes scholen deelnemen, laat na drie jaar goede resultaten zien.
Kinderen die hebben meegedaan raken gemotiveerd en krijgen meer zelfvertrouwen. Naast
deze subjectieve positieve ervaringen, is ook te
zien dat hun leerprestaties vooruitgaan.
Kern van het project
Twaalf uur, middagpauze, bijna de helft van
de kinderen van de projectgroep gaat naar
‘hun’ Verlengde School Dag (VSD) lokaal.
Ze eten hun broodje, babbelen met de leeftijdgenootjes uit andere groepen, die zo
direct ook aan de slag gaan met het thema
‘werken in de bouw’. Vandaag gaan ze verder met het maken van een bekisting voor
een betontegel. Er is een bouwbeschrijving
en bouwtekening aanwezig en overmorgen
wordt er beton gestort. Dat steekt wel nauw:
je mag geen fouten maken en moet zorgvuldig meten en aflezen. Alle tegels zullen over
twee weken samen een plek krijgen in de
schooltuintjes van de school.
Bij alle thema’s die we binnen het verlengde
schooldagprogramma uitvoeren zorgen we
voor betekenisvolle leeractiviteiten. Het leren
heeft een intrinsieke waarde. Niet alleen
voor het kind, maar ook voor de groep
waarin dat leren plaatsvindt. Het impliceert
dat er aandacht is voor het motief om te
leren. Het project biedt de kinderen persoonlijk en de groep als geheel een zinvol
perspectief waar ze naartoe kunnen werken.
Ieder kind levert een bijdrage aan het
gezamenlijke doel. Om te laten zien hoe
we werken geven we een voorbeeld: werken in een restaurant. De kinderen leren
binnen dat thema een heus diner te koken.
Van amuse tot dessert. Ze leren een koksmuts op maat te maken. En ook waarom
de kok eigenlijk zo’n muts draagt. Er moeten tafels worden gedekt, servetten gevouwen, boodschappen worden gedaan of
menukaarten gemaakt en er moet worden
gekookt. Bij al die activiteiten komt veel
rekenwerk kijken: ingrediënten afwegen en
verhoudingen uitrekenen, de maat van je
hoofd opmeten, de prijzen van boodschappen en gerechten berekenen. Om de
gerechten niet te laten mislukken, moet je
de recepten heel goed lezen. Je leert
bovendien hoe je hygiënisch werkt in de
keuken. We overleggen met de kinderen
wie wat gaat doen. Daar spelen persoonlijke voorkeuren en kwaliteiten een rol. De
ene leerling wil graag opdienen, de ander
kokkerelt liever, en weer anderen zorgen
ervoor dat alles er tiptop uitziet! In een ‘vergadering’ bespreken we dat met elkaar.
Ieder kind levert zijn bijdrage om op de
laatste bijeenkomst van het thema het restaurant echt te kunnen laten draaien.
Foto: Uitgeverij Bureau Levend Leren
Intrinsieke motivatie
De activiteiten van het verlengde schooldagproject zijn gebaseerd op ‘levend leren’ (‘levend
leren’ vloeit voort uit de pedagogie en onderwijskundige visie van Célestin Freinet, zie
www.freinet.nl). We brengen de kinderen door
uitgekiende activiteiten in aanraking met schrijven, lezen en rekenen, maar ook met vaardigheden zoals timmeren, schilderen, musiceren, computeren. Daarbinnen worden denken en doen
gecombineerd.
Het betekenisvolle leren van Levend Leren kenmerkt zich door de symbiose tussen doelgericht
werken vanuit leerlijnen (voor levend rekenen en
voor levend taalonderwijs) en het werken aan
activiteiten die door kinderen hoog worden
Elk beroepsthema he
eft
verschillende
leeractiviteiten
gewaardeerd. De activiteiten die kinderen verrichten worden niet als taak opgevat, maar als
zinvol werk, waarbij intrinsieke motivatie het
wint van externe druk. Het eigen initiatief van de
kinderen wordt aangemoedigd. Werkdoelen
staan centraal: het concrete (perfecte) eindproduct is het doel. Ze gaan zich verantwoordelijk
voelen voor wat ze gaan maken: een brief, een
menukaart, een bouwtekening, een betontegel,
enzovoort.
Beroepsthema’s en werkdoelen
Er is binnen het verlengde schooldagproject
bewust voor gekozen om met beroepsthema’s te
werken. Per jaar komen negen beroepen aan
bod. Van musicus tot websitebouwer. Van chemi-
➔
JSW 6 februari 2014
33
Thema
Perspectief
Periode
Werken met dieren
actie voor dieren, dierenambulance
september
Illustrator
rond Kinderboekenweek, boek maken
oktober
Zorg/verpleging
bejaardenzorg, activiteitenbegeleiding
november
Beveiliger
film beveiliging maken
december
Kok/restaurant
maaltijd maken en serveren
januari
Nestkasten timmeren
nestkasten maken en versieren
februari
Ik werk in de natuur
plantjesmarkt organiseren
maart
Techniek
technische installatie maken
april/mei
Toerisme
tenten bouwen, camping maken
juni/juli
Musicus
muziekstuk componeren
september
Mode en textiel
modeshow
oktober
Chemicus
forensisch onderzoek doen
november
Werken in een winkel
kerstmarkt organiseren
december
De websitebouwer
website maken
januari
De grafische sector
grafische kunst, expositie
februari
Scheepsbouw
bootjes maken
maart
Voedingsindustrie
koken, proefjes doen
april/mei
Werken in de bouw
betontegel maken
juni/juli
Doelgericht werken
Vooraf worden doelen gesteld voor de thema’s.
De doelen voor rekenen/wiskunde en taal worden nadrukkelijk en gespecificeerd benoemd. Er
is daarbij gebruikgemaakt van leerlijnen uit DAT
TELT (Nicolai e.a., 2010), Dat’s Andere Taal
(Broersma, 2005) en DAT-plus (Broersma,
2012). Ook voor andere domeinen en vakgebieden zijn doelstellingen geformuleerd. Er is bij
het formuleren van de doelen geen strikte volgorde bepaald. Wel wordt gezorgd voor diversiteit. Bij rekenen betekent dit bijvoorbeeld dat
niet alleen aandacht wordt besteed aan het
domein meten of procenten en bij taal gaat de
opdracht bijvoorbeeld verder dan oefenen met
woordenschat en gedichten maken.
Schooljaar 1
Schooljaar 2
Tabel 1 Voorbeelden van beroepsthema’s en werkdoelen
cus tot modeontwerper. Aan het eind van het
project weten de leerlingen meer over het
beroep en hebben ze spelenderwijs extra taal
en rekenen geoefend. Meestal komt een volwassene die het beroep uitoefent, erover vertellen. Elk project biedt de kinderen een motiverend perspectief. Ze werken ergens naar toe!
Enerzijds is dat een doel dat nog ver weg ligt.
Kinderen in de bovenbouw van de school leren
allerlei mogelijke beroepen kennen. Per beroepenthema wordt daarnaast naar een doel toegewerkt op de korte termijn: we gaan een tentoonstelling inrichten, een modeshow
organiseren, een restaurant openen, een boek
uitgeven, een film maken. Voor elk beroep is
een dergelijk werkdoel gesteld. In tabel 1 vind
je een voorbeeld van dergelijke beroepsthema’s
met hun werkdoelen.
voor kansen voor kinderen
met
onderwijs in Groningen (O2G2) samen
Van 2009 tot 2013 voerde het openbaar
Schooldag uit. Het project werd mede
SKSG Kinderopvang het project Verlengde
vanuit de regeling Onderwijstijdverlenging
mogelijk gemaakt door een subsidie
project
Cultuur en Wetenschap. Doel van het
van het ministerie van Onderwijs,
kansen
extra
manier
levendige
en
was basisschoolleerlingen op een verfrissende
werd
taal- en rekenvaardigheden. Daartoe
te bieden op het verbeteren van hun
a’s ontwikkeld.
onder andere een groot aantal beroepenthem
organisatorisch én qua opbrengsten.
Het project werd een succes, inhoudelijk,
bevat
graag van laten profiteren. Dit handboek
Daarom willen we anderen er ook
gen met het project. Bestemd voor
het werkmateriaal en al onze praktijkervarin
de
en kinderopvangorganisaties die aan
(samenwerkingsverbanden van) scholen
en buiten de reguliere lestijd.
slag willen met extra taal- en rekenactiviteit
over de auteurs
in kinderopvang en onderwijs.
Vyvoj, onderzoeken, opleiden & vernieuwen
van kinderen is de focus van de projecten
Het werken aan ontwikkelingskansen
waar Vyvoj zich voor inzet.
Jimke Nicolai
Leren.
onderwijs voor Bureau voor Levend
Jimke Nicolai ontwerpt en onderzoekt
zowel het
organisaties bij het ontwikkelen van
Dit bureau ondersteunt scholen en
zich op de ideeën van de Moderne School
formele als niet formele leren en baseert
uitkomsten van actueel onderzoek.
van Célestin Freinet aangevuld met
Lablogboek
isbn 978-90-812250-0-7
Bestelinformatie
bestellen op www.levendleren.nl
Dit werkt! en de werkboeken zijn te
34
JSW 6 februari 2014
Nicolai
tijdverlenging Maria Jongsma Jimke
Maria Jongsma
als interim- en projectmanager en
Maria Jongsma is werkt al ruim 20 jaar
Vanaf 2000 samen met partners in
onderzoeker in kinderopvang en onderwijs.
Bouwstenen voor effectieve onderwijs
Werken
als chemicus
Onderwijs en opvang: samen sterk
Dit werkt !
Werken
in een restaurant
Vooruitgang
De activiteiten met de kinderen worden op
groepsniveau geëvalueerd met een terugblik.
Wat hebben we nu geleerd? Elk kind heeft een
VSD-map waarin de werkboeken die zijn
gebruikt worden bewaard. Op de laatste bladzij van het werkboek geeft de begeleider een
reactie op de inzet van de kinderen. Er vindt
echter geen beoordeling plaats. Het effect van
de aanpak wordt gemeten met bestaande toetsing op gebied van rekenen, taal en begrijpend
lezen in de klas. Daarbij wordt het leerlingvolgsysteem ingezet.
Er is onderzoek gedaan naar de ontwikkeling
van de VSD-leerlingen in Groningen op het
gebied van woordenschat en rekenen-wiskunde
tussen de schooljaren 2009/2010 en
2011/2012. Op zowel taal- als rekengebied
zijn deze leerlingen significant vooruit gegaan.
Rol van de deelnemers
De organisatie van het project in Groningen is
zo eenvoudig mogelijk gehouden. Belangrijke
spelers zijn: de kinderen, de begeleiders, de
leerkrachten, de school en de ouders. De
Dit werkt!
Bouwstenen voor
effectieve onderwijstijdverlenging
Maria Jongsma
Jimke Nicolai
Werken in de bouw
schoolbesturen en directies binnen het project
hebben een belangrijke rol en zorgen voor sturing, monitoring en afstemming. Hun werkzaamheden staan beschreven in Dit werkt! (Jongsma
& Nicolai, 2013).
De beroepsactiviteiten zijn ontwikkeld voor kinderen van groep 5 tot en met 8. De school kan
daarbij eigen keuzes maken. Ervaring leert dat
het vooral goed aanslaat bij kinderen uit groep
6 en 7. In de beroepsactiviteiten wordt op een
heel andere manier gewerkt dan in de klas.
Daarom zijn de groepen bij voorkeur niet groter
dan tien tot twaalf kinderen. Als je op school
genoeg ruimte en begeleiding hebt, kun je
ervoor kiezen om iedereen mee te laten doen
aan de activiteiten. Als slechts een deel van de
kinderen kan deelnemen, dan is ‘vrijwilligheid’
een belangrijk uitgangspunt.
Ook bij deelname op basis van vrijwilligheid
kan de school een sturende rol spelen bij de
selectie van de kinderen. Het project in Groningen richtte zich op onderpresteerders: kinderen
die vanwege hun testresultaten en/of andere
oorzaken een extra aanbod van leerstof nodig
hebben. Hun leerkrachten hebben deze kinderen gestimuleerd om mee te doen. In de
10-minutengesprekken hebben zij ook de
ouders aangespoord hun kinderen te laten meedoen.
De begeleiders van de thema-activiteiten in het
VSD-project zijn specifiek hiervoor aangestelde
pedagogisch medewerkers vanuit de kinderopvang. Daar is om de volgende redenen voor
gekozen:
•Het is een extra activiteit die de eigen groepsleerkracht er qua uren niet bij kan doen.
•De extra activiteit is bedoeld voor leerlingen
die in de reguliere lessen niet voldoende meekrijgen. De beroepsprojecten moeten dus niet
méér van hetzelfde zijn. Om de kinderen
enthousiast te maken voor leren, is gekozen
voor de aanpak van Levend Leren.
•We willen binnen- en buitenschools leren met
elkaar verbinden en elkaar laten versterken.
Door het contact tussen medewerkers uit de
kinderopvang en de groepsleerkrachten komt
die verbinding in de praktijk tot stand.
•De kinderen moeten anders worden benaderd. We spreken hen aan op hun toekomstbeeld: wat wil je later worden en wat moet je
daarvoor kunnen?
Elke school binnen het project heeft een VSDcoördinator. Want het is belangrijk dat er per
school één aanjager is, iemand die de uitvoering van de activiteiten coördineert.
Ook de leerkracht is een cruciale ‘schakel’ voor
het welslagen van de activiteiten. Dat begint al
bij de selectie van de kinderen die mogen mee-
Foto: Archief Freinetbeweging
doen. De leerkracht stimuleert aanmelding van
kinderen voor wie het goed is om mee te doen.
De communicatie met de ouders is van belang.
De activiteiten spelen zich immers af buiten de
reguliere schooltijden. Ouders moeten dan
weten waar hun kind is en wat het precies doet.
Ook moeten ouders goed op de hoogte zijn
van de extra activiteiten en de bijzondere kansen die die deze hun kind bieden. Goede communicatie naar de ouders begint al vóór de start
van de thema’s. Het is belangrijk om de thema’s
goed te introduceren, bijvoorbeeld in een
nieuwsbrief of flyer. En natuurlijk worden de
ouders, als het kan, uitgenodigd voor de feestelijke afsluiting van de projecten.●
VERDER
LEZEN!
Er is nog veel meer over het project te schrijven. Over de scholing,
de themakaternen, de afspraken
met kinderen, het didactisch model
gehanteerd is. Daarom enkele tips
voor verder lezen:
• www.onderwijstijdverlenging.nl
• Jongsma, M. & Nicolai, J.
(2013). Dit werkt! Bouwstenen
voor effectieve onderwijstijdverlenging. Nij Beets: Bureau voor
Levend Leren.
• www.levendleren.nl
Kinderen in de
bovenbouw leren
allerlei beroepen
kennen
litera
tuur!
• Nicolai, J. (e.a.) (2010). DAT TELT. Bouwstenen voor levend rekenwiskundeonderwijs.
Nij Beets: De Freinetwinkel.
• Broersma, R., (2005). Dat’s Andere Taal.
Bouwstenen voor levend taalonderwijs. Valthe: De Freinetwinkel.
• Broersma, R., & Velthausz, F. (2012). DAT
plus. Extra bouwstenen voor levend taalonderwijs bij Dat’s andere taal. Nij Beets: Bureau voor Levend Leren.
• Jongsma, M. & Nicolai, J. (2013). Dit
werkt! Bouwstenen voor effectieve onderwijstijdverlenging. Nij Beets: Bureau voor
Levend Leren.
JSW 6 februari 2014
35