DCw - DatacenterWorks

technologie
Specialisatie in
IT-hardware zet
verder door
energiemanagement
‘Software-defined
power verbetert
betrouwbaarheid
van het datacenter’
research
Groene energie
voor datacenters
dcw maart 2013 | in samenwerking met:
advancing information transport systems
DAAROM VERTROUWEN KLANTEN OP TE CONNECTIVITY
Al vanaf het begin werken we samen met de leidende fabrikanten van actieve componenten. Op die manier zijn we in
staat oplossingen te ontwikkelen die in-line zijn met de bekabelingstrends van de toekomst. We investeren in duurzame
lokale bronnen. Daardoor zijn we in staat om wereldwijd een technische aan-huis-service te leveren, zoals bij internationale
datacenter projecten. Houdt uw datacenter flexibel en efficiënt – met de infrastructuur van TE Connectivity!
www.datacenteragility.com
UNIVERSAL CONNECTIVITY PLATFORM (UCP):
• Ideaal voor datacenter omgevingen met “Mixed Media”
• Plug & Play Koper en Glasvezel in een paneel
• Bespaart tijd en ruimte door een hoge efficiency in het rack
• Benut vrije ruimte boven, naast en onder het 19 inch gedeelte
• Optimaal geïntegreerd kabelmanagement door panelen
die onder een kleine hoek zijn gevormd
• Uitgerust voor applicaties voorbij de 100G
www.datacenteragility.com/products
Data Center Infrastructuur
EVERY CONNECTION COUNTS
TE Connectivity Nederland BV
Rietveldenweg 32, 5222 AR ‘s-Hertogenbosch
Tel: +31636246211
Mail: [email protected]
KRONE, AMP NETCONNECT,
TE connectivity logo en TE Connectivity zijn trademarks
dcw colofon
Exporteren
datac e nte rwo r ks is hét vakblad
over de technische infrastruc­tuur van
datacenters.
datacenterworks verschijnt tienmaal
per jaar. toezending geschiedt op abonne­
ment­basis en controlled circulation.
h o o f d r e dacte u r / u itg ev e r
robbert hoeffnagel
te l e fo o n +31 (6) 51 28 20 40
e - m a i l [email protected]
e i n d r e dacti e / tr a f f i c a b mu i lw i j k
p o sta d r e s r e dacti e
beatrixstraat 2, 2712 ck zoetermeer
e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl
te l e fo o n +31 (0)79 500 05 59
www.datacenterworks.nl
a dv e rte nti e - e xp lo itati e
jos raaphorst Directeur
te l e fo o n +31 (0) 6 34 73 54 24
e m a i l [email protected]
vo r m g ev i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
grafia media groep
datacenterworks werkt samen met kennis­
partners als bicsi, data centre alliance,
green it amsterdam, it room infra en pedca
kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen
vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie
noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van
genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan
ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en
onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en
Onlangs was ik op de Fontys Hogeschool
in Eindhoven. Ik was op bezoek bij het
Big Data Expertisecentrum dat momenteel door deze onderwijsinstelling wordt
opgezet. Het idee hiervoor is afkomstig
van Eric van Tol, een ondernemer uit
de IT-sector die tevens als director aan
de Fontys Hogeschool is verbonden. De
man zit als een soort spin in het web in
de Nederlandse Big Data-wereld. Hij
komt over de vloer bij tal van universiteiten, is de zogeheten ‘aanjager’ van het
ICT-doorbraakproject Big Data van EZ,
praat dagelijks met bedrijven die met Big Data aan de slag zijn en heeft uitgebreide contacten met de onderzoekswereld op dit gebied.
Eric kwam al snel tot de conclusie dat er in Nederland enorm veel kennis is op het gebied
van Big Data. Daar schort het niet aan. Het is alleen enorm versnipperd.Vandaar zijn idee
van een expertisecentrum. Het doel is om hierin zoveel mogelijk kennis en ervaring te
bundelen en beschikbaar te stellen.
In de wereld van computerruimtes en datacenters zitten we in feite met hetzelfde probleem.
We beschikken in dit land ‘met z’n allen’ - zoals dat zo mooi heet - over heel veel kennis
en ervaring. Het is alleen enorm versnipperd. Er zijn wat activiteiten die wellicht kunnen
helpen om tot bundeling van kennis te komen. De NEN-commissie die de praktijkrichtlijn
heeft opgesteld, heeft uiteraard veel info verzameld. Het PEDCA-project probeert de best
practices in ons land in kaart te brengen. IT Room Infra groeit stapje-voor-stapje uit tot
branchevereniging, maar beschikt (nog) niet over een kennisbibliotheek. En bij de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden is een ‘kenniscentrum’ in voorbereiding, maar dat lijkt vooral
een klein onderdeel te zijn binnen de minor ‘utiliteit’.
Van een volwaardig expertisecentrum zoals de Fontys Hogeschool deze nu rond Big Data
uit de grond stampt is in de Nederlandse datacenterwereld echter geen sprake. Ik denk dat
daar verandering in moet komen. De Nederlandse kennis van het ontwerpen, bouwen en
exploiteren van datacenters staat op een kwalitatief hoog niveau. We moeten al die kennis
en kunde echter gaan bundelen. Zodat de kwaliteit van het - zeg maar - product dat onze
branche levert nog verder omhoog kan. Een product dat bovendien zeer geschikt is om te
exporteren. Nederland is niet alleen goed in landbouw of watermanagement. Ook onze
datacenter-expertise zou wel eens een uitstekend exportproduct kunnen zijn. Maar dan
moeten we wel aan de slag met het creëren van de kennisinfrastructuur die ook de Nederlandse waterbranche of de landbouwsector zo succesvol heeft gemaakt.
het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
Als ik om mij heen kijk in de datacenter-wereld zie ik bovendien voldoende kandidaten
die als lector en trekker van een Datacenter Expertisecentrum prima geschikt zouden zijn.
Wie durft het aan?
Robbert Hoeffnagel
dcw maart | redactioneel
jaargang 7, maart 2014, nr. 3
3
7
10
16
14
26
36
24
44
Inhoud
energiemanagement
koeling
10
26
‘ software-defined power verbetert betrouwbaarheid van het datacenter’
In het datacenter zien we momenteel een sterke toename van het
gebruik van virtualisatie en andere zogeheten ‘software-defined’
strategieën. Hierbij worden applicaties en andere softwareprogramma’s
als het ware losgekoppeld van de hardware en komen te ‘draaien’ in
een speciale virtualisatielaag. Hierdoor kan de IT-hardware veel beter
worden benut. Als het aan Clemens Pfeiffer van PowerAssure ligt, gaan
we een vergelijkbare aanpak toepassen als het gaat om de energievoorziening in het datacenter. ‘Software-defined power’ noemt hij dat.
certificering
14
groeiende behoefte
aan certificering
Wanneer ik datacenter operators in Nederland vraag hoe zij tegen certificering aankijken, geven ze meestal aan dat ze graag certificeren wanneer hun klant er expliciet om vraagt. Wanneer niemand erom vraagt
heeft het ook weinig zin. “Voor wie zouden we het dan doen?”. Er zijn
al behoorlijk wat certificaten in omloop die in het datacenter wereldje
worden gebruikt, waarom heeft de Data centre Alliance dan een nieuwe
geïntroduceerd? Daar is een reden voor.
bekabeling
20
c onnector- en kabelfabrikant maakt gebruik
van ervaringen in industriële markt
Harting Technology Group ziet zoveel kansen in de Nederlandse
datacenter-markt, dat het Duitse bedrijf besloten heeft zich nadrukkelijk op dit marktsegment te gaan richten. Het bedrijf maakt daarbij
handig gebruik van zijn ervaring met zowel bekabelings- als connectortechnologie voor de industrie.
koeling van het datacenter
anno 2014
Al jaren geleden werd voorspeld dat de density in datacenters enorm
zou toenemen, met daaruit voortvloeiend een grote behoefte aan
vermogen en koeling. Dat is allemaal uitgekomen, maar het probleem is
nu dat er geen integrale koeloplossing is die altijd werkt. Soms is er zelfs
niet eens een afdoende totaaloplossing voor de behoefte aan koeling
van één datacenter. Er worden talloze oplossingen aangeboden. Om de
keuze te vergemakkelijken voor verschillende datacenterontwerpen,
de beschikbare ruimte en koelbehoeften, legt Carrie Higbie, Global
Director of Data Center Solutions and Services bij Siemon, uit hoe
elke technologie werkt. Hierbij geeft ze praktische informatie over de
diverse koelsystemen en beschrijft ze de gangbaarste technologieën
die wereldwijd worden toegepast, waarbij aandacht wordt besteed aan
regionale verschillen en ontwikkelingstendensen.
green it
30
vergroening amsterdamse
datacenter industrie
De Amsterdamse datacenter branche is een innovatieve industrie
met veel kennis en expertise op het gebied van ontwikkelen en (her)
inrichten van duurzame datacenters. Al deze expertise zie je in verschillende vormen terug binnen het Green IT Amsterdam consortium.
en verder
34 44 45 46 nieuws
agenda
nieuws van it room infra
bicsi-nieuws
22
groene energie
voor datacenters
Met het Seventh Framework Programme (FP7) geeft de Europese Unie
zijn ambitie om de meest dynamische, competitieve kenniseconomie
in de wereld te zijn een stimulans. Met RenewIT - Advanced concepts
and tools for renewable energy supply of IT Data Centres -, een driejarig onderzoeksprogramma, streeft de Europese Unie naar verduurzaming van datacenters. Tevens wil de EU meer groei, competitie en
werkgelegenheid creëren. Door het breed toegankelijk en bereikbaar
maken van informatie over duurzame energietoepassing in datacenters,
ambieert de EU dat de steeds grotere datacentervoorraad energiezuiniger en milieuvriendelijker wordt. Ze richt zich hierbij niet specifiek op
nieuwe of bestaande datacenters, maar op datacenters van de toekomst.
coverfoto
Intel heeft onlangs de Xeon-processor E7 versie 2 gelanceerd.
De toevoeging ‘v2’ suggereert wellicht dat het hier gaat om een
processor met enkele bescheiden uitbreidingen ten opzichte van
‘v1’, maar niets in minder waar. De Xeon E7 v2 is namelijk niet
alleen bedoeld voor zware enterprise-toepassingen, maar moet
het bovendien voor datacenters mogelijk maken om nieuwe en
belangrijke applicaties als Big Data en real-time analytics te kunnen
ondersteunen. Daarmee zet het technologieconcern een nieuwe
stap in de al langer gaande trend richting verdergaande specialisatie
op het gebied van IT-platformen in het datacenter.
dcw maart | inhoud
research
5
Dutch Datacenter Index, februari/maart 2014
Optimisme
houdt aan
DDI
72 / 72
de dutch datacenter index staat op een aanhoudend hoog niveau: 72. dit wil zeggen
dat een beduidend grotere groep datacenter-beslissers optimistisch is over de
ontwikkeling van de nederlandse datacenter-markt.
dcw maart | barometer
februari 2014
6
Door het percentage datacenters met krimp af te trekken van
het percentage datacenters met groei, wordt duidelijk of er meer
groeiers of meer krimpers zijn. Dit percentage wordt vertaald in
een index, waarbij een waarde van 0 staat voor 100% krimp (alle
datacenters rapporteren krimp) en 100 voor 100% groei (alle datacenters rapporteren groei). Als de index op 50 staat, is hij in balans. Meer dan 50 duidt op groei, minder dan 50 duidt op krimp.
Om tot een totaal-indexcijfer te komen, worden de drie indicatoren als volgt gewogen:
• Oppervlakte (vierkante meters in gebruik): 20 procent
• Vermogen (elektrisch vermogen, koelvermogen): 40 procent
• Investeringen (vernieuwing/innovatie): 40 procent
Ook de vooruitzichten voor de komende twaalf maanden zijn
bijzonder positief met beduidend meer datacenters die groei
voorspellen, dan datacenters die krimp verwachten. Daarmee
komt de index in iedere periode ruim boven de 50, een bevestiging van de sterke groei van de activiteiten over een langere
periode zoals we die ook in januari waarnamen.
De sterke groei is vooral het gevolg van een toename in de investeringen in het vernieuwen en optimaliseren van het datacenter.
Ook het gebruikte vermogen groeit stevig en stabiel door in het
komende jaar. Op het gebied van het aantal vierkante meters dat
datacenters in gebruik hebben, verwachten datacenter-beslissers
in januari nog dat de groei zou gaan stabiliseren in de loop van
het jaar, maar het aantal datacenters dat groei in het aantal vierkante meters verwacht, is duidelijk toegenomen in de afgelopen
weken.We kunnen nog altijd constateren dat de vierkante meters
steeds beter benut worden, terwijl de capaciteit alsook de eisen
per vierkante meter sterk toenemen. Maar tegelijkertijd neemt
de animo voor nieuwbouw wat toe.
Bron: Pb7 Research, februari 2014
sterke groei
De Dutch Datacenter Index scoort bij de meting van eind februari zeer sterk met een score van 72 voor de afgelopen drie maanden en ook 72 voor de komende drie maanden. De terugblik ligt
een vijftal punten onder de score van de vorige Index. Dat geeft
aan dat de meeste groei plaatsvond in aanloop naar het einde van
het jaar en dat een klein beetje de voet van het gas ging in het
begin van het nieuwe jaar.
Dec-Feb
Mrt-Mei
+12 mnd
Vierkante meters in gebruik
70
62
61
Vermogen
65
69
67
Investeringen
80
79
80
Totaal
72
72
71
Tabel: Dutch Datacenter Index, Februari/Maart 2014
tekst: peter vermeulen is directeur van pb7 research
Met de DDC Index brengen Pb7 Research en DatacenterWorks
de activiteiten binnen de Nederlandse datacenters kort en krachtig in beeld. Om dit te doen, stellen we iedere maand datacenterbeslissers en -professionals van zowel commerciële datacenters
als in-huis datacenters een aantal vragen over de veranderingen
op het gebied van gebruikte vierkante meters, het gebruikte
vermogen en de investeringen. Het gaat hierbij om een selectie
van lezers van DatacenterWorks die door onderzoeksbureau Pb7
Research op anonieme basis worden ondervraagd.
Specialisatie in IT-hardware zet verder door
Nieuwe Intel-processor
helpt datacenters
Big Data te ondersteunen
intel heeft onlangs de xeon-processor e7 versie 2 gelanceerd. de toevoeging ‘v2’ suggereert
wellicht dat het hier gaat om een processor met enkele bescheiden uitbreidingen ten
opzichte van ‘v1’, maar niets in minder waar. de xeon e7 v2 is namelijk niet alleen bedoeld
voor zware enterprise-toepassingen, maar moet het bovendien voor datacenters mogelijk
maken om nieuwe en belangrijke applicaties als big data en real-time analytics te kunnen
ondersteunen. daarmee zet het technologieconcern een nieuwe stap in de al langer gaande
trend richting verdergaande specialisatie op het gebied van it-platformen in het datacenter.
vijftien cores
We zien deze beweging echter niet alleen aan - zeg maar - de onderkant van de servermarkt. Ook voor het zware rekenwerk zien we
nieuwe en gespecialiseerde architecturen opkomen. Intel lanceerde onlangs bijvoorbeeld een nieuwe processor-familie die juist aan die andere
kant van het spectrum thuishoort. De Xeon-familie E7 v2 is namelijk
bedoeld voor zware IT-applicaties waarbij zeer grote hoeveelheden gegevens niet alleen heel snel, maar vooral ook allemaal tegelijkertijd voor
verwerking in het werkgeheugen van de server geladen moeten kunnen
worden. Dit wordt ook wel ‘in-memory computing’ genoemd. Deze
manier van gegevens verwerken is vooral van toepassing bij belangrijke
trends als Big Data, business analytics en Internet of Things. Bij dit
soort toepassingen worden grote hoeveelheden en vaak ook zeer diverse soorten en typen gegevens verwerkt en geanalyseerd.
Intel heeft alles uit de kast gehaald om van de Xeon E7 v2 een processor-familie te maken waarvan de specificaties bij uitstek geschikt zijn
voor dit type IT-toepassingen. De processor komt in meerdere varianten waarbij 6 of 12 Terabyte aan data tegelijkertijd door de cpu’s of cores
van de chip kunnen worden verwerkt. De processor is dus in staat om
zeer grote hoeveelheden data in één keer te verwerken en te analyseren,
een vereiste bij toepassingen als Big Data en Internet of Things.
dcw maart | technologie
tekst: robbert hoeffnagel
Al geruime tijd zien we in de IT-laag van het datacenter een belangrijke
trend. Waar we vroeger vooral servers zagen die allemaal een min of
meer identieke architectuur kenden, hebben we tegenwoordig steeds
meer te maken met hardware die geoptimaliseerd is voor specifieke
toepassingen. Daardoor zien we nu bijvoorbeeld allerlei servers opduiken die gebaseerd zijn op chips die voorheen vooral voor mobiele
devices bedoeld waren. Deze IT-hardware is daardoor wellicht niet geschikt voor het zware rekenwerk, maar voor relatief lichte toepassingen
voldoen deze systemen uitstekend. Een niet onbelangrijk voordeel: het
energiegebruik van dit soort processoren is geoptimaliseerd voor mobiele apparaten en is dus over het algemeen zeer klein. Ook de kosten
voor energie vallen hierdoor zeer bescheiden uit.
7
De processor telt maximaal 15 vijftien cores of rekenkernen. Per server
kunnen twee, vier of acht van deze chips met 15 cores worden toegepast. Daarmee is dus standaard reeds een zeer grote rekencapaciteit
beschikbaar. Sommige fabrikanten hebben echter besloten om servers
te ontwikkelen die meer dan acht processoren tellen. Om dit te realiseren heeft Intel een speciale externe koppelingsmethode ontwikkeld.
waardoor nog meer processoren met elkaar verbonden kunnen worden.
Hierdoor ontstaan gespecialiseerde systemen die bij uitstek geschikt zijn
voor het razendsnel verwerken van zeer grote hoeveelheden data.
rekencapaciteit
Bij applicaties op het gebied van Big Data en Internet of Things is
echter meer nodig dan enkel en alleen een groot werkgeheugen en
processoren die veel rekencapaciteit te bieden hebben. Servers die voor
dit soort toepassingen zijn bedoeld, dienen eerst en vooral in balans te
zijn. Anders gezegd: de gehele architectuur van een dergelijke server zal
afgestemd moeten zijn op dit soort rekenintensieve toepassingen. Met
name het cache-geheugen - een soort tussengeheugen tussen werkgeheugen en het externe geheugen - speelt hierbij een belangrijke rol.
Intel heeft het cache-geheugen ten opzichte van de eerste generatie E7processoren met meer dan vijfentwintig procent vergroot. Hiermee wil
Intel voorkomen dat er zich tussen schijfgeheugen en werkgeheugen
van de server bottlenecks gaan voordoen, waardoor de processor als het
ware moet wachten totdat er nieuw te verwerken data is aangevoerd.
Bovendien is het maximum aantal threads ofwel het aantal rekenacties
dat gelijktijdig kan worden uitgevoerd vergroot met de helft.
dcw maart | technologie
Interessant aan deze processor-familie is verder dat deze op twee verschillende manieren kan functioneren. In de zogeheten ‘performance
mode’ is de processor zodanig geconfigureerd dat maximale input en
output van data mogelijk is. In de ‘lockstep mode’ daarentegen is de
focus iets minder gericht op piekprestaties, maar wordt juist weer meer
aandacht besteed aan de betrouwbaarheid van de gegevensverwerking
en de transacties die plaatsvinden.
8
Andere noviteiten die Intel heeft toegepast komen in de vorm van
wat in jargon wel ‘RAS’ wordt genoemd. RAS staat voor ‘reliability’,
‘availability’ en ‘security’. Hieronder vallen tal van nieuwe features die
het mogelijk maken dat op deze processor gebaseerde servers een beschikbaarheid kunnen halen van 99,999 procent. Ook is veel aandacht
besteed aan gegevensbeveiliging.Wie met Big Data en dergelijke aan de
slag gaat, werkt in de regel met zeer gevoelige bedrijfsgegevens. Dataintegriteit is dan zeer belangrijk. Intel heeft hiervoor een aantal nieuwe
voorzieningen ontwikkeld.
power en koeling
De Xeon E7 v2 is een nieuw voorbeeld van een trend richting specialisatie van IT-hardware. De tijd dat voor zo’n beetje iedere applicatie
en iedere taak in het datacenter een ‘general purpose’ server werd toegepast, is duidelijk voorbij. IT-afdelingen kijken tegenwoordig steeds
beter naar het type applicatie dat zij willen ‘draaien’ en kiezen hierbij de hardware die het meest voor deze toepassing geschikt is. Soms
overheerst daarbij - zoals bij de Xeon E7 v2 - de behoefte aan brute
De Xeon E7 v2 is een nieuw
voorbeeld van een trend
richting specialisatie van
IT-hardware
rekenkracht en de beschikbaarheid van zeer grote werkgeheugens, in
andere gevallen is de ‘IT workload’ relatief licht en voldoen processoren
van een lichter kaliber.
dcw maart | technologie
Voor een datacenter manager betekent deze trend vooral dat de voorheen redelijk eenvoudig vast te stellen profielen voor power en koeling nu steeds meer maatwerk worden. Per rack zal heel goed gekeken
moeten worden naar het type hardware dat de IT-afdeling wil plaatsen.
De behoefte aan bijvoorbeeld koeling binnen het rack kan namelijk
totaal verschillen - afhankelijk van de toepassing. Hetzelfde geldt voor
de behoefte aan energie. Tools voor asset management zijn veelal in
staat dit soort gegevens over de IT-hardware in te lezen. Is voorzien in
een goede koppeling in twee richting tussen het DCIM-pakket en de
software voor IT asset management, dan beschikt het datacenter over
nauwkeurige info over dit soort onderwerpen. Het wordt hierbij de
komende tijd interessant om te zien hoe deze behoefte aan power en
koeling in de tijd gaat variëren. Slagen de business-klanten van de betrokken IT-afdeling er in dit soort systemen volledig vol te plannen met
Big Data-achtige applicaties? Of gaan we grote wisselingen zien in de
belasting van dit soort servers. Deze vraag maakt de koppeling tussen
DCIM en IT asset management nog eens extra belangrijk. Een datacenter manager die niet over een dergelijke koppeling beschikt, heeft
er namelijk nog een nieuw probleem bij. Hij zal met de hand dit soort
gegevens moeten verzamelen en zijn power- en koelingsprofielen ook
met de hand moeten bijstellen.
9
Clemens Pfeiffer van PowerAssure:
‘Software-defined power
verbetert betrouwbaarheid
van het datacenter’
in het datacenter zien we momenteel een sterke toename van het gebruik van virtualisatie en
andere zogeheten ‘software-defined’ strategieën. hierbij worden applicaties en andere
softwareprogramma’s als het ware losgekoppeld van de hardware en komen te ‘draaien’ in
een speciale virtualisatielaag. hierdoor kan de it-hardware veel beter worden benut. als het
aan clemens pfeiffer van powerassure ligt, gaan we een vergelijkbare aanpak toepassen als
dcw maart | energiemanagement
het gaat om de energievoorziening in het datacenter. ‘software-defined power’ noemt hij dat.
10
6
tekst: robbert hoeffnagel
abstractielaag
‘Software-defined’ is een buzzword dat geheel
past in de rijke traditie die de IT-industrie op
dit gebied heeft. Het gaat om een aanpak
waarbij - net als bij server-virtualisatie - een
scheiding wordt aangebracht tussen de software en de onderliggende hardware. Dat gebeurt door middel van onder andere virtuali-
meer weten over softwaredefined power?
PowerAssure heeft een whitepaper opgesteld
over software-defined power. Deze is hier te
vinden: http://goo.gl/s9zkG1
satietechnologie, maar er is vaak toch wel iets
meer aan de hand. Neem software-defined
networking. In de traditionele aanpak van networking speelt de fysieke koppeling van interface, poort en kabel de boventoon. De kabel
verbindt twee poorten en legt daarmee de basis voor een logische verbinding die over
(door) deze kabel loopt. Een applicatie kan via
de interface en de poort data over de kabel
sturen die aan de andere kant wordt ontvangen
en verwerkt. De fysieke kenmerken van deze
componenten bepalen daarbij de verbinding.
Dat was jarenlang een prima aanpak, maar tegelijkertijd ook een inefficiënte manier van
werken.Want de capaciteit van de fysieke koppeling is in de regel groter dan de hoeveelheid
data die er daadwerkelijk doorheen wordt gestuurd. Bovendien is voor een andere verbinding met een andere toepassing weer een
nieuwe combi van interface, poort en kabel
nodig.
Dat is geen efficiënte aanpak. Maar stel nu eens
dat we over zo’n combinatie van interface,
poort en kabel een abstractielaag zouden leggen. Net als bij gevirtualiseerde servers kunnen
we op deze abstractielaag gevirtualiseerde verbindingen zetten. Dat gebeurt dan geheel softwarematig, net als we met VMware en verge-
lijkbare tools virtual machines via software
creëren. En net als bij die virtual servers ‘denkt’
de software-defined netwerkkoppeling dat er
rechtstreeks met de fysieke omgeving wordt
gewerkt, terwijl de verbinding in werkelijkheid uitsluitend softwarematig bestaat. Alle
communicatie die nodig is, verloopt via de abstractielaag die zich voordoet als de onderliggende hardware.
We leggen daarmee dus ‘software-defined’ netwerkverbinding aan. Dat kunnen er per fysieke
verbinding twee, tien of meer zijn. Deze gevirtualiseerde netwerkverbindingen maken allemaal gebruik van een en dezelfde fysieke verbinding. Daarmee kunnen we dus én
efficiënter werken (meer virtuele verbindingen samen vullen een fysieke verbinding) én
fysieke verbindingen uitsparen, doordat we
niet langer een een-op-een relatie hebben tussen fysieke verbinding en behoefte aan netwerkkoppelingen.
hoge vlucht
Software-defined networking heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen. Hetzelfde
geldt voor bijvoorbeeld software-defined
storage. Pfeiffer breidt dit idee nu dus uit richting power. De reden is dat hij heeft vastgesteld
dcw maart | energiemanagement
De Chief Technology Officer van PowerAssure
trekt al enige tijd de wereld over om te vertellen over zijn visie dat ook de stroomvoorziening van het datacenter als het ware gevirtualiseerd kan worden. Hij noemt dat:
‘software-defined power’. Wie de ontwikkelingen in de IT-markt volgt, ziet onmiddellijk
de analogie met software-defined networking,
software-defined storage en software-defined
datacenter. Daar voegt Pfeiffer nu dus een power-variant aan toe. Maar wat bedoelt hij daar
nu precies mee?
11
dcw maart | energiemanagement
dat een van de belangrijkste oorzaken van storingen in een datacenter de opkomst van virtualisatie is. Storingen in het net hebben hierdoor een veel grotere impact dan in het
verleden toen servers nog enkel hardware-matig bestonden. Anders gezegd: in zijn visie is de
robuustheid van de IT-systemen afgenomen,
doordat veel IT-‘hardware’ tegenwoordig uitsluitend uit software bestaat. De hardware is
weliswaar vaak zeer stabiel, maar een kleine
‘hick-up’ in de stroomvoorziening kan natuurlijk wel een negatieve impact hebben op de
gevirtualiseerde servers die op deze hardware
‘draaien’.
12
De tools waarmee aan de facilitaire kant van
het datacenter de infrastructuur wordt beheerd, zijn echter in het geheel niet afgestemd
op deze gevirtualiseerde IT-wereld. Ook
DCIM-pakketten kennen een functionaliteit
die vaak nog verrassend sterk op facilitaire
voorzieningen is gericht. Weliswaar prima te
gebruiken om bijvoorbeeld de PUE goed in
kaart te brengen en eventueel te verbeteren,
maar niet ingesteld op het voorkomen of oplossen van ‘power outages’, stelt Pfeiffer.
Hoe lossen we stroomproblemen dan op? Eigenlijk schieten we daarbij met een kanon op
een mug, meent de CTO van PowerAssure.
We kiezen er in de regel namelijk voor om
meerdere en liefst identieke datacenters op te
zetten, zodat we bij een storing IT workloads
van het ene datacenter kunnen verplaatsen
naar het andere. Het zou veel beter zijn als we
de relatie tussen een software-applicatie en de
stroomvoorziening kunnen beheren. We kunnen inmiddels software gebruiken om IT-resources bij of af te schakelen, maar dat kunnen
we niet als het om power gaat. Pfeiffer zoekt
naar een oplossing waarbij de stroomvoorziening wel degelijk kan worden beïnvloed, maar
dan door de hoeveelheid servercapaciteit die
stroom verbruikt te reguleren.
definitie
Software-defined power vormt daarmee dus
een combinatie van capaciteitsbeheer op energiegebied met geautomatiseerde procedures
voor disaster recovery. Daar wil Pfeiffer bovendien nog een aantal extra functies aan toevoegen, bijvoorbeeld op het gebied van samenwerking met energiemaatschappijen, onder andere
in de vorm van het uitwisselen van patronen en
historische gegevens over de vraag naar stroom
onder tal van omstandigheden.
Op die manier komt de CTO van PowerAssure
tot een soort afbakening van het takenpakket
van software-defined power: het automatiseert
procedures op het gebied van disaster recovery,
breidt deze uit richting power, zorgt voor een
koppeling met wat hij noemt ‘utility intelligence’ (samenwerking met energiemaatschappijen
op het gebied van kennis over verbruikspatro-
‘BIJ HET OPLOSSEN VAN STROOMPROBLEMEN
SCHIETEN WE EIGENLIJK MET EEN KANON OP
EEN MUG’
nen en dergelijke), integreert met alle software-defined beheeromgevingen die het datacenter in gebruik heeft (server, networking,
storage) en legt een koppeling met DCIM.
Voor de datacenter manager is verder een
dashboard beschikbaar waarbij per applicatie
een beeld van de power-situatie wordt gegeven, inclusief de kosten voor de energievoorziening. Het software-defined power-tool
werkt vervolgens op basis van regels om het
beheer van de stroomvoorziening te reguleren,
maar biedt ook mogelijkheden om handmatig
in te grijpen door bijvoorbeeld niet-cruciale
applicaties tijdelijk minder servercapaciteit te
geven en juist meer capaciteit richting bedrijfskritische applicaties te sturen.
Als we de ideeën van Pfeiffer horen, ontstaat
als snel de indruk dat we aan het begin staan
van een nieuw tijdperk als het om de energievoorziening in het datacenter gaat. Er zijn
vooralsnog geen tools die software-defined
power in zijn geheel ondersteunen. Pfeiffer
pleit daarom voor nauwe samenwerking tussen
alle partijen die reeds een stukje van de puzzel
in bezit hebben. Met zijn pleidooi voor software-defined power wil hij dan ook vooral
een nieuw concept in de markt zetten. In de
hoop dat het idee vaste grond onder de voeten
krijgt en aanslaat bij tal van aanbieders, maar
vooral ook bij datacenter managers.
Schneider Electric
beschermt virtuele
machines
om bedrijfskritische systemen optimaal te beschermen tegen stroomuitval, heeft schneider
electric zijn powerchute network shutdown-software voor het uitschakelen van
it-apparatuur uitgebreid met ondersteuning voor virtuele, geclusterde omgevingen. samen
met de uninterruptible power supply (ups) network management card van apc by schneider
electric zorgt versie 3.1 van powerchute network shutdown voor een continue
beschikbaarheid van de virtuele infrastructuur.
automatisch migreren
PowerChute Network Shutdown v3.1 kan
virtuele machines die worden getroffen door
een onderbreking in de stroomvoorziening
volledig automatisch migreren naar een host
die geen hinder ondervindt van de storing.
PowerChute kan deze migratie uitvoeren
zonder de aanwezigheid van migratietech­
nologieën zoals Distributed Resource
Scheduler (DRS).
Als het niet mogelijk is om virtuele systemen
te verplaatsen, zorgt de software ervoor dat
systemen correct worden afgesloten. Hierdoor wordt verlies of corruptie van de data
en schade aan de apparatuur voorkomen. Dit
was voorheen alleen mogelijk met op maat
gemaakte scripts.
volledige ondersteuning
vmware en hyper-v
Standaard ondersteunt PowerChute Network
Shutdown de meest recente versies van virtualisatieplatformen zoals VMware vSphere 5.5
en Microsoft Hyper-V Server 2012 v1 R2. De
platformen zijn ook naast elkaar te gebruiken.
Via een eenvoudige installatiewizard zorgt
PowerChute Network Shutdown v3.1 voor
een naadloze configuratie en bescherming van
virtuele machines.
Door de VMware Ready-certificering zijn
VMware-gebruikers van PowerChute Network Shutdown v3.1 verzekerd van een
eenvoudige installatie en een groot gebruiks­
gemak. Voor de installatie kunnen gebruikers
binnen VMware-omgevingen kiezen voor het
installeren van de oplossing als een virtuele
appliance. Een 'Virtual Cluster View’dashboard geeft op één scherm een grafische
weergave van het virtuele cluster en de opstelling van de UPS. Deze gebruikersinterface
kan met behulp van de nieuwe PowerChute
vCenter Plugin ook worden benaderd via de
vSphere Client. Met vApps kan het afsluiten en
herstarten van virtuele machines worden
geconfigureerd.
beschikbaarheid
PowerChute Network Shutdown v3.1 is
gratis te downloaden via de APC by Schneider Electric-productwebsite. Daarnaast wordt
de software geleverd bij de UPS Network
Management Cards van Schneider Electric. Gebruikers kunnen de software ook als
virtuele appliance downloaden via de VMware
Solution Exchange: https://solutionexchange.
vmware.com/store.
dcw maart | power management
“Hoewel virtualisatie het IT-landschap heeft
veranderd, blijft de noodzaak om de IT-infrastructuur te beschermen tegen een stroomstoring onveranderd”, zegt Paul Bron, Vice
President bij Schneider Electric's IT Business.
“PowerChute Network Shutdown v3.1 brengt
virtuele machines tijdens een downtime in
veiligheid. IT-managers hebben hierdoor de
tijd om na te gaan waar het probleem zit, zodat
zij kunnen zorgen voor een oplossing.”
13
Visie Data Centre Alliance:
Groeiende behoefte
aan certificering
wanneer ik datacenter operators in nederland vraag hoe zij tegen certif icering aankijken, geven
ze meestal aan dat ze graag certif iceren wanneer hun klant er expliciet om vraagt. wanneer
niemand erom vraagt heeft het ook weinig zin. “voor wie zouden we het dan doen?” er zijn al
behoorlijk wat certif icaten in omloop die in het datacenter wereldje worden gebruikt, waarom
dcw maart | certificering
heeft de data centre alliance dan een nieuwe geïntroduceerd? daar is een reden voor.
14
Certificering geeft geen garanties aan klanten
maar biedt wel een houvast en geeft een
kwaliteitsniveau weer.
Er zijn certificeringen er die iets roepen over
•de verwachte weerbaarheid van een datacenter tegen allerlei soorten invloeden die
de continuïteit van het datacenter kunnen
beïnvloeden,
•informatie en fysieke beveiliging, robuustheid/redundantie van de technische infrastructuur, de gehanteerde gezondheidsnormen, energie efficiëntie, kwaliteit en
energiezuinigheid van het gebouw,
• de gehanteerde processen,
•de wijze waarop de operatie wordt uitgevoerd en gemonitord.
Certificaten certificeren?
De kwaliteit van het certificaat zélf staat natuurlijk ook ter discussie. Uiteindelijk is een
certificaat een momentopname en dient een
organisatie zich het gedachtengoed achter een
certificaat dagelijks te doorleven. Dat niet na
het behalen van een certificaat de klad er in
komt. Ook vergeet men wel eens het verschil
tussen een certificaat en het afgeven van commitment om zaken te willen veranderen. Zo
vernam ik tijdens het laatste DCD congres in
Amsterdam, dat een datacenter zichzelf trots
‘gecertificeerd door de European Code of
Conduct for Data Centres’ noemde. Dat bekt
commercieel gezien heel aardig, maar een dergelijk certificaat bestaat niet. De kwaliteit van
de certificering hangt af van:
Wie certificeert?
Ik vind een certificering die aan de hand van
een vragenlijst die door de eigenaren/operators van de te certificeren datacenters zelf kan
worden ingevuld, eigenlijk per definitie niks
waard. Althans, ik zou daar als afnemer van datacenterdiensten niet warm of koud van worden. Het is een typisch ‘slager die zijn eigen
vlees keurt’ verhaal. Uiteraard is iedereen altijd
eerlijk en oprecht maar soms komen we er
toch achter dat daar uitzonderingen op te vinden zijn. Misschien niet meteen frauduleus,
maar het gevaar is dat men de ‘invuloefening’
niet op alle onderdelen even goed begrijpt, of
anders interpreteert. Wat heeft een klant dan
aan een certificaat als de check op de juistheid
van de certificering ontbreekt?
Een aantal certificeerinstanties werken met
geaccrediteerde certificeerorganisaties. Enig
napluizen wie de certificering heeft afgegeven
biedt al gauw meer inzicht in de kwaliteit en
daarmee de waarde van het certificaat.
Wat te bereiken met certificeren?
Wanneer Amerikaanse klanten in Europa over
de streep moeten worden gehaald om in een
datacenter te gaan, is het vrijwel noodzakelijk
om een certificering van het Uptime Institute
te overleggen. Ik heb wel met een datacenter
gesproken die om die reden de datavloer dermate had verhoogd, dat men richting Amerikaanse klanten kon vertellen dat ‘alles boven
NAP’ stond. Amerikanen vinden het feit dat
het merendeel van Nederland onder de zeespiegel staat wel heel erg spannend. De meeste
datacenters richten de boel zo in, dat aan dergelijke eisen, hoe on-Nederlands ook, gewoon
gehoor kan worden gegeven; je wilt natuurlijk
geen klanten op voorhand uitsluiten.
Het lijkt er dus inderdaad op dat de klant bepaalt welke certificering een datacenter moet
hebben. Dat is normaal, dat is zoals het hoort.
Een datacenter, het management ervan, kan
bovendien van een certificeringsproces leren
en input krijgen voor een verbeterplan. De
de dca certificering
Als lid van de Board of Governors van het
DCA (www.datacentrealliance.org), waarin ik
de Nederlandse belangen en inzichten in het
overleg representeer en als directeur van
Cerios Green BV, welke één van de nu vier
Approved DCA Auditors is, ben ik zeker niet
neutraal in het beoordelen van de waarde van
de DCA Certificering.
Het doel van de DCA Certificering is om een
onafhankelijke certificering te hebben voor en
door de datacenter industrie zelf. Slechts de
geaccrediteerde auditors mogen de accreditatie voorbereiden en dit gebeurt in de datacen-
Afbeelding 2
DCA Certificeringsproces
http://www.data-central.org/?page=Certifications
ters zelf, en is niet slechts op papier (m.u.v. de
audit op het ontwerp van een datacenter).
Het proces start met de strategie van een datacenter, kijkt naar
1. de robuustheid van het datacenter,
2. de fysieke toegangsbeveiliging,
3. de energie efficiëntie en
4.hoe professioneel in het datacenter wordt
gewerkt.
Deze DCA certificering vervangt niet de certificering van het gebouw, veiligheids-, milieuen bouwvoorschriften of ISO standaarden.
Het biedt inzicht aan datacenter en datacenter
klanten over de kwaliteit van het datacenter op
de bovengenoemde 4 punten.
Om een certificaat te houden is het nodig om
een certificaat te vernieuwen en jaarlijks wor-
den er surveillance checks uitgevoerd. ‘Last but
not least’ het is te realiseren voor een zeer
schappelijke prijs; dit in schril contrast met alternatieve certificeringen.
Het certificaat geeft het datacenter en de klant
van het datacenter inzicht in de kwaliteit van
de operatie, beheer en onderhoud, energie efficiëntie en toegangsbeveiliging. Op deze wijze kan een klant het risicoprofiel, in relatie met
de kosten van de geboden diensten in het datacenter, goed beoordelen. Bovendien kan de
klant volgen op welke wijze het datacenter de
uptime doelstelling denkt te realiseren.
nog even de voordelen
op een rij:
Onafhankelijkheid. De geaccrediteerde auditors zijn onafhankelijk en de datacenters
kunnen zelf bepalen welke geaccrediteerde auditor wordt aangezocht om de audit uit te voeren.
Transparantie. Het certificeringsproces kent
vier lagen van accordering en ondertekening.
Daarmee wordt zo goed als mogelijk gegarandeerd dat auditors een vergelijkbare aanpak
hebben en tot een vergelijkbare conclusie
komen in het certificeringsproces.
Betaalbaar. Het DCA is een non-profit Industry Association en berekent een vergoeding
voor de kosten die de administratie van de certificering met zich meebrengt.Verder is het aan
de geaccrediteerde auditor en de te certificeren klant, om voor het certificeringsproces zelf
een vergoeding af te spreken.
dcw maart | certificering
tekst: frank verhagen is directeur van cerios green. hij maakt tevens deel uit van het bestuur van de data centre
alliance en is vanuit die rol nauw betrokken bij pedca. cerios green is een van de deelnemers aan pedca
enorme bedragen die vervolgens door sommige certificeer instituten worden gevraagd
lijkt het doel om als datacenter iets te leren wat
naar de achtergrond te drukken. De certificeringskosten zijn alleen dan te rechtvaardigen
vanuit commercie, wanneer een klant dat verwacht of eist. Deze prijzen geven wel aan dat
er momenteel wat monopolievoordelen worden gerealiseerd. Dat datacenters eigenlijk niet
om dergelijke certificeringsinstituten heen
kunnen, er weinig vergelijkbare alternatieven
zijn en bovenal… soms helemaal niet bereikt
wat de klant en datacenter hiermee hoopt te
krijgen; waardevol inzicht in de onafhankelijk
beoordeelde kwaliteit van het datacenter (of
het ontwerp ervan).
En als het op enig moment goed was, wat zegt
dat dan over hoe het volgend jaar erbij staat?
Eén goede oplossing is: iemand anders keurt
en certificeert en deze exercitie wordt met
enige regelmaat herhaald.
15
dca classification ratings
The DCA approved consultants will assess the
resiliency of the Data Centre Critical Systems
against a level of resiliency. The DCA will collate the assessment data as supplied by the approved consultants and will rate the Data Centre against a set of Classifications.
dcw maart | certificering
‘Het certificaat
geeft het
datacenter en de
klant van het
datacenter inzicht
in de kwaliteit van
de operatie, beheer
en onderhoud,
energie efficiëntie
en toegangs
beveiliging’
16
The Classifications are defined as:
Classification ‘Unclassified’
The data centre does not meet the minimum
requirements to meet a classification level of
‘1’. This may be because some key elements of
a data centre do not exist and so cannot be
rated.
Classification of ‘1’
The data centre services are provided with a
singular path for power, cooling and utility.
There are NO redundant components
Classification of ‘1½’ or 1.5 or 1+
The data centre services are provided with a
singular path for power, cooling and utility.
There are ‘SOME’ key redundant components
built into the infrastructure
Classification of ‘2’
The data centre services are provided with a
singular path for power, cooling and utility.
There are ‘CONSISTENT’ redundant component built into ALL key elements of the infrastructure
Classification of ‘2½’ or 2.5 or 2+
The data centre services are provided with a
mixture of singular and multiple power, cooling and utility distribution paths, where one
path is active and the second path (where provided) is redundant providing a concurrently
maintainable system
Classification of ‘3’
The data centre services are provided with
multiple power, cooling and utility distribution paths, but only one path is active whilst the
second is redundant providing a concurrently
maintainable system
Classification of ‘3½’ or 3.5 or 3+
The data centre services are provided with
multiple power, cooling and utility distribution paths, some of the infrastructure is provided
with only one path which is active and the
second redundant path provides for a concurrently maintainable system, whilst other elements are provided with multiple active paths
and where services are in an active/active state
providing a concurrently maintainable fault
tolerant system
Classification of ‘4’
The data centre services are provided with
multiple active power, cooling and utility distribution paths, redundant components that
provide a concurrently maintainable fault tolerant system.
Kostenefficiënt en betrouwbaar
De meerwaarde van
Warmte Koude Opslag
(WKO)
warmte koude opslag (wko) in de bodem, ook wel bodemenergie genoemd, is een zeer
kostenefficiënte en betrouwbare techniek voor het koelen van datacenters. verschillende
grote datacenters in nederland maken er al gebruik van. wat is wko eigenlijk? hoe werkt het
systeem precies en wat is de meerwaarde voor bedrijven?
tekst: wouter hoeffnagel is journalist
wat is wko?
WKO in de bodem (bodemenergie) is een sterke duurzame techniek
voor klimaatbeheersing. Bij WKO worden warme en koude bronnen
diep in de grond aangelegd. Dit maakt het mogelijk warmte en koude op te slaan in het grondwater, waardoor deze bewaard blijft en in
een later stadium kan worden aangesproken. Met WKO worden grote
koudebuffers in de bodem gecreëerd waarop een datacenter zich zelfs
tijdens de warme zomermaanden kan beroepen om op de gewenste
temperatuur te blijven.
hoe werkt het systeem?
GeoComfort vervult een voortrekkersrol binnen de branche en heeft
ruime ervaring bij de toepassing van WKO in datacenters. Het systeem
wordt in twee varianten geleverd: een doubletsysteem en een monobronsysteem. Een doubletsysteem is een systeem met twee bronnen: één
warme en één koude bron. Deze bronnen worden naast elkaar geplaatst
waarbij de onderlinge afstand bijvoorbeeld 100 m dient te bedragen.
Koud water wordt in de zomer uit de koude bron gepompt, opgewarmd door gebruik voor koeling en als warmer water in de warme
bron gepompt. De koude bron wordt in de winter via vrije koeling
weer geladen. Deze doubletsystemen leveren een capaciteit van 10 tot
en met 250 m3/uur.Voor deze systemen moeten twee boorgaten worden gemaakt.
De monobronsystemen maken gebruik van slechts één boorgat. Het
boren van een bron is relatief duur en is dan ook in grote mate bepalend
voor het kostenplaatje. Een monobronsysteem is aanzienlijk goedkoper
in aanleg dan een doubletsysteem. De warme en koude bel zijn hierbij
boven elkaar geplaatst, waardoor slechts één boring hoeft te worden
uitgevoerd en het systeem minder ruimte in beslag neemt. Ook hierbij
wordt in de zomer koud water uit de koude bron gepompt, opgewarmd
door gebruik voor koeling en als warmer water terug in de warme bron
gepompt. In tegenstelling tot een doubletsysteem kunnen monobronnen echter eenvoudig dichtbij elkaar worden geplaatst. De systemen
beïnvloeden elkaar zelfs positief. GeoComfort voorziet monobronsystemen van een ondergrondse warmtewisselaar. Doordat de wisselaar
ondergronds is aangebracht bestaat er geen risico op ontgassing van
grondwater door drukverschillen. Dit is van belang, aangezien ontgassing van grondwater tot verstoppingen kan leiden. De monobronsystemen zijn beschikbaar met capaciteiten van 5 tot en met 55 m3/uur.
GeoComfort voert alle activiteiten die met WKO te maken hebben
binnenshuis uit.
1 de voordelen
Bedrijfszekerheid
WKO zorgt voor een continue en betrouwbare koeling van een datacenter. Dit is noodzakelijk om constante prestaties van de datacenterap-
dcw maart | koeling
De techniek kan met een minimaal elektra input zeer grote koelcapaciteiten leveren. Hierdoor is het op locatie beschikbare elektrisch vermogen grotendeels inzetbaar voor servercapaciteit. Dit geldt zowel voor
basiskoeling als voor redundant koelvermogen. De beschikbare elektraaansluiting kan dus op zaal worden ingezet. Toepassing van WKO levert
hierdoor geen meerkosten op, maar wel flinke voordelen in exploitatie
en duurzaamheid. Andere kenmerken zoals een snelle opstarttijd en een
zeer gering ruimtebeslag, maken het systeem extra aantrekkelijk.
17
De koude bron wordt gedurende de winter
Het datacenter kan gedurende de herfst
De koeltoren en WKO werken gedurende de
opgeladen, terwijl het datacenter met de
en lente worden gekoeld met behulp van
zomermaanden samen om het datacenter te
koeltoren wordt gekoeld.
vrije koeling.
koelen.
paratuur te kunnen garanderen. Servers presteren immers optimaal bij
een specifieke temperatuur. Het is dan ook van belang deze temperatuur zoveel mogelijk vast te houden. Een WKO helpt hierbij, aangezien
het systeem zeer betrouwbaar is. De onderwaterpomp in het systeem is
het enige bewegende onderdeel, wat de kans op technische problemen
minimaliseert. De opstarttijd van WKO als noodkoeling is uitermate
kort, waardoor bedrijfszekerheid verhoogd wordt. Het systeem bevindt
zich veilig onder de grond. Er staan dus geen kwetsbare delen op het
dak die onderhevig zijn aan weersinvloeden en calamiteiten.
dcw maart | koeling
2
18
Meer vermogen beschikbaar voor data
De datacenterwereld draait om twee grootheden: power & cooling.
WKO presteert uitstekend in beide velden. Het systeem verbruikt nauwelijks elektra voor zowel basiskoeling als noodkoeling. Het beschikbare elektrische vermogen kan hierdoor nagenoeg volledig worden
gebruikt voor de servers. Dit zorgt dus voor meer capaciteit op de zaal!
3
Energiegebruik
Koelinstallaties in datacenters verbruiken over het algemeen veel
energie om een datacenter op de gewenste temperatuur te houden.
Vrije koeling biedt uitkomst, aangezien hierbij wordt gekoeld met buitenlucht. Deze koude buitenlucht is gratis beschikbaar en kan energieefficiënt door het datacenter gepompt worden. Vrije koeling is echter
alleen mogelijk als de buitentemperatuur lager is dan de gewenste temperatuur in het datacenter.
Een bepaalde periode van het jaar is de buitentemperatuur in Nederland te hoog om het datacenter te kunnen koelen. Op dit moment
springt WKO in en wordt de vrije koeling aangevuld met de in het
grondwater opgeslagen koude. Energieverslindende compressiekoeling
is hierdoor niet langer noodzakelijk, waardoor aanzienlijk op het energiegebruik wordt bespaard. De energiekosten van het datacenter dalen
hierdoor aanzienlijk.
4
Volledig uitbesteed
Partijen zoals GeoComfort hebben niet alleen kennis van de eigen techniek maar ook van datacenters. Die branche-specifieke kennis
maakt dat het volledige project kan worden uitbesteed, van ontwerp en
installatie tot onderhoud en energiebeheer. De klant heeft zelf dus geen
omkijken naar WKO en kan zich hierdoor volledig op zijn kernactiviteiten richten. De keuze voor WKO bespaart bedrijven dan ook veel
tijd, zorgen en daarmee geld.
aandachtspunten
Datacentereigenaren en -beheerders die WKO willen implementeren
in hun datacenter moeten een aantal aandachtspunten in het oog houden:
•Het noodzakelijke vloeroppervlak na de realisatie is slechts één m2.
Deze ruimte moet echter wel beschikbaar zijn buiten het datacenter.
Daarnaast moeten de bodemomstandigheden geschikt zijn. Door
middel van een quick scan kunnen de mogelijkheden voor uw datacenter worden geïnventariseerd.
•GeoComfort levert WKO als concept. Dit betekent dat het bedrijf
de systemen op maat levert aan de klant. In veel gevallen is het hierdoor mogelijk grote delen van de bestaande koelinfrastructuur te
Een WKO monobronsysteem waarbij zowel de koude als
bron in aparte boorgaten naast elkaar geplaatst.
warme bron in één boorgat zijn ondergebracht.
behouden en hergebruiken. Bekijk de bestaande koelinfrastructuur in
uw datacenter dan ook kritisch en beoordeel in welke mate u deze infrastructuur wilt hergebruiken. Zowel de investeringen in een WKO
als de tijd die de bouw van het systeem in beslag neemt worden door
het gebruik van koelinfrastructuur tot een minimum beperkt. Het datacenter kan zelfs operationeel blijven tijdens de realisatie van WKO.
•Bewaar de bodembalans. Richt u dus niet alleen op koelen, maar
ook op verwarmen. Door het toepassen van WKO kan het datacenter in de toekomst de opgeslagen warmte leveren aan de buurman.
Hierbij kan een warmtepomp de laagwaardige warmte op een hoger
temperatuursniveau brengen dat geschikt is voor ruimteverwarming,
tegelijkertijd levert deze warmtepomp koeling aan het datacenter.
•Vraag om partijen met een track-record in de branche. Wie WKO
wil gebruiken maakt de techniek onderdeel van de koeling van een
datacenter, waardoor de bronnen cruciaal worden voor het goed presteren van het datacenter. Kies daarom voor een partij die zichzelf in
de praktijk heeft bewezen. Niet alleen stelt u hierdoor zeker WKO
van kwaliteit te krijgen, ook weet u zeker dat de gekozen partij het
systeem zonder problemen kan aanleggen.
•Denk aan de waterwetvergunning! Als u grondwater wilt onttrekken
aan de bodem of water in de bodem wilt infiltreren moet u in het
bezit zijn van een waterwetvergunning. Betrek de realiserende en
ontwerpende partij bij het aanvragen van deze vergunning.
•WKO van GeoComfort heeft in de realisatie een korte doorlooptijd.
Een monobronsysteem of doubletsysteem kan in 12 weken worden
gerealiseerd, waardoor u in korte tijd gebruik kunt maken van WKO.
Hou echter rekening met de vergunningsprocedure (zie verderop).
Het is zaak deze vroegtijdig aan te vragen.
•Kies voor partijen die gezamenlijk staan voor goede overdracht in
de verschillende fases in de implementatie van een WKO. Zowel de
ontwerp-, realisatie- als beheerfase zijn van groot belang. Een fout in
bijvoorbeeld de ontwerpfase kan in een andere fase voor problemen
zorgen. Het is dus van belang dat iedere fase goed wordt overgedragen. Het kiezen van partijen die gezamenlijk hiervoor garant staan is
dus van belang.
WKO is dus erg interessant voor ieder bedrijf. Een dergelijke systeem
helpt bedrijfszekerheid te vergroten en maakt meer vermogen beschikbaar voor servers.Tegelijkertijd kan het energiegebruik van het datacenters aanzienlijk worden teruggedrongen, aangezien energieverslindende
compressiekoeling niet langer gebruikt hoeft te worden.
Meer weten? Kijk op www.geocomfort.nl
dcw maart | koeling
Bij het WKO-doubletsysteem zijn de koude en warme
19
HARTING mikt op integrated connectivity
Connector- en kabelfabrikant
maakt gebruik van ervaringen
in industriële markt
harting technology group ziet zoveel kansen in de nederlandse datacenter-markt, dat het
duitse bedrijf besloten heeft zich nadrukkelijk op dit marktsegment te gaan richten. het
bedrijf maakt daarbij handig gebruik van zijn ervaring met zowel bekabelings- als
connectortechnologie voor de industrie.
dcw maart | bekabeling
Tot voor kort was HARTING slechts mondjesmaat in de Nederlandse markt voor datacenters en computerruimtes actief. Maar daar
20
Harting biedt momenteel een gestructureerd bekabelingssysteem
voor gebruik in zowel datacenters, de industrie en in kantoor­
omgevingen.
komt nu verandering in. Managing Director Cor van der Graaf van
HARTING BV in Den Bosch ziet eveel kansen in de datacenter-markt.
Daarbij denkt hij met name goed gebruik te kunnen maken van de
kennis en ervaring die het bedrijf heeft opgedaan in de markt voor
industriële bekabeling.
industrieel
Van der Graaf: “Door de jarenlange industriële ervaring die
HARTING heeft opgedaan, weten wij als geen ander wat er allemaal
bij komt kijken om een robuust en betrouwbaar Ethernet-netwerk te
realiseren. Binnen de industrie worden zeer hoge eisen gesteld aan de
materiaaleigenschappen van netwerkbekabeling en connectoren. Denk
hierbij aan vocht, olie en chemicaliën waar een kabel of connector aan
kan worden blootgesteld, maar ook extreme temperaturen en UV-straling zijn hier zeer gebruikelijk.”
Ook EMC is al lang niet meer een probleem wat alleen maar binnen
de industrie voorkomt.
Binnen datacenters maar bijvoorbeeld ook kantoren ontstaan steeds
meer problemen met EMC door gebruik van onder andere frequentieregelaars voor klimaatregelingen. “Om te zorgen dat een Ethernetnetwerk zeer goed bestand is tegen externe EMC invloeden, gebruikt
HARTING enkel en alleen afgeschermde kabels en connectoren”, stelt
Van der Graaf. “Dit in tegenstelling tot de tot nu toe gebruikelijke nietafgeschermde ethernetkabels en connectoren. Hiermee wordt vervuiling op het netwerk voorkomen, met alle daarbij behorende storingen.
Een aantal jaren geleden was EMC nog niet echt een probleem, maar
met de vraag naar hogere transmissiesnelheden en de bijbehorende fre-
tekst: hans vandam is journalist
HARTING Technology Group ontwikkelt, produceert en verkoopt
industriële connectoren en bekabeling voor data- en voedingtoepassingen, aansluitingen voor apparatuur, netwerkcomponenten en kabelassemblage voor netwerken. De producten worden wereldwijd toegepast
in datacenters, fabrieksautomatisering, machinebouw, energiecentrales
en telecommunicatie. Een krachtige en solide bekabeling is de ruggengraat van Integrated connectivity en garandeert een snelle en veilige
uitwisseling van grote hoeveelheden data.
De productie van kabels en connectoren bij Harting Technology Groep.
quenties neemt de kans op problemen rond EMC toe.”
De ontwikkelaars van de HARTINGTechnologie Groep werken intensief aan productiviteit, de mate van standaardisatie en de generieke
inzet. Daarbij geeft HARTING bovendien mede vorm aan de totstandkoming van internationale standaardisatie van de datanetwerk-technologie. Hiervoor zijn de experts van HARTING actief in zowel nationale
en internationale werkgroepen zoals de ISO/IEC.
siteit van Reutlingen en andere experts nieuwe technologieën ontwikkeld en getest voor het overbrengen van 100 Gigabit per seconde via
symmetrische transmissiekanalen op koperbasis.
productportfolio
dcw maart | bekabeling
HARTING biedt momenteel een gestructureerd bekabelingssysteem
voor gebruik in zowel datacenters, de industrie en in kantooromgevingen. Het portfolio is gebaseerd op zowel koper- als glasvezelcomponenten en koppelt de door HARTING ontwikkelde preLink-technologie
aan de klassieke gereedschapsloze IDC-aansluittechniek. Door het gebruik van de preLink-technologie is een netwerkverbinding volledig
afgeschermd - van de aan te sluiten component (de server of de switch)
tot aan het patch-paneel.
Het huidige productspectrum van Ethernet-aansluittechniek, kabels en
patch-kabels voor datanetwerktechnologie van HARTING is ontworpen voor een overdrachtsbandbreedte van 500 MHz. Dit komt overeen
met categorie 6A volgens ISO/IEC en garandeert een bedrijfszekere
gegevensoverdracht tot 10 Gigabit per seconde.
blik op de toekomst
Omdat in de toekomst nog hogere bandbreedtes nodig zijn, werken de
ontwikkelaars van HARTING inmiddels ook aan de volgende generatie netwerken. In een onderzoeksproject worden samen met de Univer-
Cor van der Graaf, managing director van Harting BV in Den Bosch:
“EMC wordt een steeds groter probleem bij netwerken.”
21
Groene energie
voor datacenters
met het seventh framework programme (fp7) geeft de europese unie zijn ambitie om de meest
dynamische, competitieve kenniseconomie in de wereld te zijn een stimulans. met renewit advanced concepts and tools for renewable energy supply of it data centres -, een driejarig
wil de eu meer groei, competitie en werkgelegenheid creëren. door het breed toegankelijk en
dcw maart | research
bereikbaar maken van informatie over duurzame energietoepassing in datacenters, ambieert
22
de eu dat de steeds grotere datacentervoorraad energiezuiniger en milieuvriendelijker wordt.
ze richt zich hierbij niet specifiek op nieuwe of bestaande datacenters, maar op datacenters
van de toekomst.
Het onderzoeksproject is een samenwerking van zeven partners: ingenieursbureau en datacenterspecialist Deerns uit Nederland, het Spaanse
energieonderzoekscentrum IREC, onderzoeksinstituut Barcelona
Supercomputing Center, duurzaamheidsexpert Aiguasol, datacentercontrole-specialist Loccioni uit Italië, de Duitse Technische Univer­
siteit in Chemnitz en het Engelse onderzoeks- en adviesbureau 451
Research.
slim instrument
RenewIT is het laatste project in een serie van Dolfin, Genix, Geyser,
GreenDataNet en DC4Cities. Door informatie over renewables gemakkelijker beschikbaar, analyseerbaar en vergelijkbaar te maken, willen de RenewIT-partners dat datacenters hun elektriciteit nog efficiënter gaan gebruiken. Het streven is om 80% van energie uit
hernieuwbare bronnen te halen. Denkbare technologieën richten zich
tekst: bianca van der ha, data center consultant bij deerns
onderzoeksprogramma, streeft de europese unie naar verduurzaming van datacenters. tevens
marktonderzoek als basis
Het gehele project is opgedeeld in een aantal werkpakketten met eigen
taken en verantwoordelijkheden voor elke partner. Naast het ondersteunen van de partners gedurende het gehele project, doet ingenieursbureau Deerns marktonderzoek om zo een goed beeld te krijgen van
de huidige datacentermarkt. Deerns gebruikt hierbij haar eigen kennis
en ervaring, en wordt ondersteund door specifieke marktkennis van
een aantal andere partijen. Samen bepalen zij welke gegevens voor het
model van belang zijn. Hierbij kan worden gedacht aan de grootte van
het datacenter, de omgevingsomstandigheden en het type koeling. Uit
deze basisgegevens volgt een ‘voorspellend’ karakter van het verbruik.
Deze voorspelde gegevens zijn belangrijk om de inzet en efficiëntie
van mogelijke duurzame bronnen te kunnen bepalen. Al deze informatie en analyses samen worden geïmplementeerd in een model waarin
het energieverbruik, het type datacenter en de inzet van duurzame
energiebronnen op elkaar zijn afgestemd.
een zo groot mogelijke impact
Naast het verkrijgen van een goed beeld van de bestaande datacentermarkt, doelt het onderzoek ook op het inzichtelijk maken van het type
datacenter waar de meeste winst te behalen is. Is dit vooral bij de enorme datacenters, zoals van Google, of is het toch interessanter om renewables toe te passen bij kleinere bedrijfsdatacenters? We zien in de
markt dat het grootste aandeel van de energie verbruikt wordt door
alle kleine datacenters samen. Gebaseerd hierop verwachten we dat er
in deze marktsector de meeste winst te behalen is. Hierbij is het na-
dcw maart | research
op warmte zoals biomassa en hergebruik van datacenterwarmte, duurzame energiebronnen zoals wind- en zonne-energie en ten slotte op
koeling zoals direct-air cooling (zoals toegepast bij het Universitair
Medisch Centrum in Groningen), bodemopslag (zoals toegepast bij het
Rabobank-datacenter in Boxtel) en rivier- of zeewaterkoeling. Het
uiteindelijke vereiste resultaat is een slim ontwerp- en onderzoeksinstrument waarmee onderzocht kan worden of en in welke mate de
inzet van duurzame energieopwekking aan een datacenter efficiënt en
lonend is. Om dit te bepalen, analyseert het instrument economische,
energetische en duurzaamheidsaspecten.
23
‘Een handige tool waarmee
bedrijven en instanties in
een korte tijd kunnen
onderzoeken welke
hernieuwbare energie van
toegevoegde waarde kan zijn
voor hun eigen datacenter’
dcw maart | research
tuurlijk ook van belang om de betrouwbaarheid van de hernieuwbare
technologieën en de investeringsbereidheid van de datacentereigenaren mee te nemen. Aangezien betrouwbaarheid een van de belangrijkste, zo niet het allerbelangrijkste, criterium is van een goedwerkend
datacenter, mag een hernieuwbare bron deze betrouwbaarheid absoluut niet in gevaar brengen. Bij de voorselectie van de renewables
weegt betrouwbaarheid dan ook zwaar. Daarnaast zien we in de markt
dat binnen sommige segmenten de bereidheid om te investeren in hernieuwbare energie lager is dan in andere segmenten.Wil een renewable
succesvol zijn, dient er wel bereidheid te zijn bij de datacentereigenaar
om deze te implementeren.
24
Het Spaanse energieonderzoekscentrum IREC is verantwoordelijk
voor het wetenschappelijk en financieel management van het gehele
project en het totale budget van 3,6 miljoen euro. Aiguasol, ook Spaans,
is betrokken bij het modelleren van het energieverbruik van de datacenters en de energiebesparing van de hernieuwbare bronnen. Het
Engelse 451 Research zal zich richten op de inzetbaarheid en standaardisatie van de tool.
steeds dichter bij de
daadwerkelijke waarde
Na het onderzoek volgt de ontwikkeling van de RenewIT-tool op
basis van de gegevens van enkele bestaande Europese datacenters. Deze
datacenters zijn verspreid over Europa om zo verschillende klimatologische gegevens mee te nemen in de analyse. De real-time data van
zeven Europese datacenters worden gebruikt om het model te toetsen,
valideren en verder te ontwikkelen. Dit zijn onder andere het datacenter van Van Lanschot Bankiers in Nederland en UniCredit in Italië.
Gegevens zoals het type marktsegment, grootte en locatie van het datacenter, maar ook het beschikbaar vermogen, technisch werktuigbouwkundig en elektrotechnisch ontwerp, het ontworpen en daadwerkelijk energiegebruik en het huidig gebruik van hernieuwbare
energie zijn voorbeelden van gegevens die gebruikt worden in de tool.
Deze data hebben twee functies: ten eerste wordt hiermee de basis van
de tool gevalideerd. Bijvoorbeeld, berekent de tool op basis van de ingevoerde daadwerkelijke gegevens hetzelfde energieverbruik als het
daadwerkelijke datacenter? Om een zo precies mogelijke berekening te
maken, zal dit een iteratief proces zijn waarmee de uitkomst steeds
dichter bij de daadwerkelijke waarde komt. Ten tweede zullen de data
gebruikt worden om te onderzoeken welke hernieuwbare bronnen
vruchtbare toevoegingen kunnen zijn bij deze, andere en toekomstige
datacenters.
vertrouwen
Alle partners hebben vertrouwen in het eindresultaat: een handige tool
waarmee bedrijven en instanties in een korte tijd kunnen onderzoeken
welke hernieuwbare energie van toegevoegde waarde kan zijn voor
hun eigen datacenter. Met deze tool geeft RenewIT niet alleen een
boost aan de kenniseconomie binnen Europa op het gebied van datacenters, maar levert ze ook een bijdrage aan het energiezuiniger maken
van de steeds groter wordende datacentermarkt.
Meer weten over business,
innovatie & IT?
Lees www.BusinessEnIT.nl
Business & IT publiceert artikelen en blog posts over de relatie tussen
IT, business en innovatie.
Ook publiceren? Kijk op http://businessenit.nl/over-business-en-it/
Diverse systemen en technologieën
Koeling van het
datacenter anno 2014
al jaren geleden werd voorspeld dat de density in datacenters enorm zou toenemen, met
daaruit voortvloeiend een grote behoefte aan vermogen en koeling. dat is allemaal
uitgekomen, maar het probleem is nu dat er geen integrale koeloplossing is die altijd werkt.
soms is er zelfs niet eens een afdoende totaaloplossing voor de behoefte aan koeling van één
datacenter. er worden talloze oplossingen aangeboden. om de keuze te vergemakkelijken voor
verschillende datacenterontwerpen, de beschikbare ruimte en koelbehoeften, legt carrie
higbie, global director of data center solutions and services bij siemon, uit hoe elke
technologie werkt. hierbij geeft ze praktische informatie over de diverse koelsystemen en
aandacht wordt besteed aan regionale verschillen en ontwikkelingstendensen.
dcw maart | koeling
Bij de keuze voor een of meer koelmethoden is
het van belang om eerst een paar zaken helder te
krijgen en goed te begrijpen wat er zich in kasten binnen het datacenter afspeelt.
26
Passieve koeling: de apparatuurbelasting
heeft invloed op de koelingsbehoefte
Om allerlei redenen zijn veel datacenters nog
berekend op minder dan 5 kW per kast. Zo zijn
de CRAC's (Computer Room Air Conditioners) en CRAH's (Computer Room Air Handlers) hoogontwikkelde apparaten en zijn de ontwerpingenieurs heel vertrouwd met de
beginselen van deze units. Traditionele verhoogde vloeren worden al heel lang toegepast. Ze zijn
stabiel, ze functioneren en ze worden goed begrepen. Ook is er vanuit de voortdurend groeiende colocatiemarkt brede steun voor een belasting van minder dan 5 kW per kast. De
wisselende energiebehoeften in een colocatieruimte zijn al lastig te beheren voor één huurder,
laat staan voor meerdere huurders in dezelfde
ruimte. In de specificaties voor colocatieruimten wordt vaak een vaste waarde voor het energieverbruik opgenomen om het beheer van de
koeling in deze dynamische omgeving te vereenvoudigen.
van voldoende energie voor 12 kW, maar de
vloer het gewicht niet aankan, dan is het verspilde capaciteit.
De capaciteit is vaak een groot probleem, zowel
in de colocatieruimte als voor het elektriciteitsbedrijf dat de benodigde energie moet leveren.
Verder moet er rekening worden gehouden
met externe factoren die ook beperkingen
kunnen opleggen aan de hoeveelheid actieve
apparatuur die in een kast wordt geplaatst.
Voor passieve belastingen van meer dan 5 kW
zijn er de afgelopen jaren alternatieven ontwikkeld. Zelfs bij datacenters met traditionele passieve systemen met een verhoogde vloer kan er
behoefte zijn aan meer koeling in verschillende
gebieden van de datacenterruimte, bijvoorbeeld in een rij BladeCenter-servers, een HPC
(High Performance Cluster) of om een gebied
te creëren waar passieve koeling wordt aangevuld.
Gewicht is zo'n belangrijke factor. Als er een
nieuwe of gemoderniseerde koeling wordt
ontworpen, moet bij het plannen van kastbelastingen rekening worden gehouden met de
gewichtsbelasting van een verhoogde vloer.
Zelfs wanneer een kast kan worden voorzien
Alternatieven voor passieve koeling:
schoorstenen, HOC-vloeistofkoeling en
andere koelmethoden
Als alternatief voor passieve koeling zijn er opties met schoorstenen (chimneys) die doorgaans ongeveer 12 kW per kast kunnen onder-
tekst: carrie higbie, global director data centre solutions & services, siemon
beschrijft ze de gangbaarste technologieën die wereldwijd worden toegepast, waarbij
Carrie Higbie, Global Director of Data Centre Solutions and Services van Siemon, is
bijna 30 jaar werkzaam in de computer- en
netwerkindustrie. Carrie participeert in de
IEEE, TIA en verschillende consortiums voor
de acceptatie van normen, is voormalig
directeur van de BladeSystems Alliance en
zit in de raad van bestuur. Ze is betrokken
bij het IDC-panel van bedrijfsexperts, het
Uptime Institute, talrijke panels en groepen op het gebied van groene gebouwen,
de Ethernet Alliance, PMI, Share en diverse
andere branchepanels.
Carrie heeft als consultant, projectmanager en leidinggevende bij Fortune 500-bedrijven veel ervaring opgedaan met alle
aspecten van netwerken en applicatieontwikkeling en heeft gedoceerd aan de universiteit. Carrie heeft een MBA en MSBA, is
een gezien spreker tijdens branche-events
en heeft wereldwijd een aantal artikelen
en whitepapers gepubliceerd. Carrie is
ook een experts in TechTarget’s forums
Searchnetworking, SearchEnterpriseVoice
en SearchDataCenters en is lid van de raad
Carrie is RCDD/NTS en heeft in de loop
van de jaren 38 branchecertificeringen
behaald. Ze heeft één patent op het gebied
van telecommunicatie en één patent is
aangevraagd.
dcw maart | koeling
van advies.
27
steunen. Deze technologie fungeert als 'hot aisle
containment' op kastniveau en maakt het mogelijk om warme lucht naar de inlaat van warmteafvoerapparatuur te leiden.
dcw maart | koeling
De volgende optie is 'hot aisle/cold aisle containment'. Bij hot aisle containment (HOC)
worden de gangen afgesloten en wordt de warme lucht verwijderd via 'close-coupled' koeling
dicht bij de warmtebron met inrow-apparatuur
of via methoden met luchtstroomgeleiding.
Luchtstroomgeleiding werkt op dezelfde manier
als een schoorsteen, behalve dat de warmte van
de gehele warme gang, en niet alleen van de afzonderlijke kast, naar het plenum wordt afgevoerd. Bij cold aisle containment wordt de gang
afgesloten zodat de lucht aan de voorzijde van de
kast hoger kan opstijgen. De warme lucht in de
ruimte wordt vervolgens aangezogen door
CRAC-units. Er zijn verschillende voorkeuren
en meningen over welke methode het beste is en
28
hierover wordt door aanhangers van de diverse
methoden druk gedebatteerd.
Als de behoefte aan koeling bij de bron extreem groot is, dan is er nog de mogelijkheid
van vloeistofkoeling op de processor. Op het
Als er per kast nog meer vermogen nodig is, eerste gezicht is vloeistofkoeling op de proceskunnen warmtewisselaars in de achterdeur uit- sor wellicht een onprettige gedachte, maar in
komst bieden. Ook dit is een vorm van 'close- feite is het een heel oud idee in een nieuw
coupled' koeling, waarbij de warmte vlak bij de jasje. In de begindagen van de computer vond
bron wordt afgevoerd. Achterdeuren kunnen de koeling al op deze manier plaats. Sommige
passief of actief (geholpen door ventilatoren) systemen zijn watergekoeld, terwijl andere gekoelen. Deze systemen kunnen een capaciteit bruikmaken van diverse koelvloeistoffen. Er is
ondersteunen van meer dan 30 kW per kast. zelfs een oplossing waarbij met plantaardige
De verschillende varianten van deze methode olie wordt gewerkt. Servers en racks worden
onderscheiden zich door het type vloeistof, de hierbij compleet met olie gevuld om de appaviscositeit, de wijze en de vereiste mate van ratuur te koelen.
warmteafvoer.Water is ongeveer 3400 keer beter in het afvoeren van warmte dan lucht. Waar Mensen die zich niet prettig voelen bij de gede aanvoer van gekoeld water niet beschikbaar dachte dat er water of koelvloeistof loopt in
is, kunnen systemen worden gebruikt die wer- hun datacenter, moeten bedenken dat de leiken met glycol of andere koelvloeistoffen. Het dingen eigenlijk niet verschillen van de waterprincipe vertoont veel overeenkomsten met de leiding. Een goed aangelegd leidingstelsel zou
radiateur van een auto.
niet mogen lekken tenzij er andere factoren
Vrije luchtkoeling, zoals het is gaan heten, is niet
echt vrij. Er is namelijk nog altijd apparatuur nodig om de lucht te klimatiseren en te verplaatsen,
maar gedurende de perioden van het jaar waarin
de omgevingstemperaturen buiten lager zijn dan
de vereiste temperatuur, kan de 'vrije' buitenlucht worden gebruikt om de temperaturen in
het datacenter te verlagen. Bij watergebaseerde
economisersystemen is het concept zeer vergelijkbaar, behalve dat water het belangrijkste koelmiddel is en dat de buitentemperaturen het water op natuurlijke wijze koelen. Dankzij de
mogelijkheid om lucht of water te gebruiken
zonder veel anders te hoeven doen dan dit te
laten circuleren, belooft deze methode grote besparingen en een snel rendement op investering.
Bovendien ondersteunt moderne apparatuur
warmere inlaatlucht zonder dat dit problemen
met zich mee brengt. Hierdoor kan de apparaatdichtheid worden verhoogd omdat we voor een
probleemloze werking van de apparatuur niet
hoeven te zorgen voor de koele temperaturen
die vroeger vereist waren.
‘Ga er niet van uit dat wat vorig jaar
de beste oplossing was, ook
dit jaar nog de voorkeur verdient’
Ook virtualisatie heeft veel bedrijven geholpen
om problemen te voorkomen doordat hiermee
het aantal servers en dus de behoefte aan koeling kon worden verminderd. Anderen hebben
het aantal servers in hun omgevingen vergroot
en verplaatsen systemen naar colocatiefaciliteiten. De vraag blijft dus wat de beste oplossing
is: is het beter om de apparaatbelasting te koelen of te outsourcen?
woord te vinden op de volgende vragen. Hebt
u deze technologie overal nodig? Bieden aanvullende koelmethoden een oplossing voor u?
Welke combinatie voldoet aan uw behoeften?
Dit is een beslissing die u niet in uw eentje
kunt nemen. U hebt input van de business
units nodig. Als ze bijvoorbeeld hun belangrijkste applicatie naar een publieke cloud verplaatsen, hebt u minder koeling nodig.
Er is niet één universele oplossing
Het antwoord op de voorgaande vraag is waarschijnlijk dat het van de situatie afhangt. Eén
ding is en blijft zeker: er is geen universele oplossing die voor iedereen geschikt is. Waar economisers kunnen worden gebruikt, hebben ze
bewezen dat ze stabiel en zeer kosteneffectief
zijn. Ze illustreren waarschijnlijk het beste de
voordelen van een gemengde omgeving. In
veel gebieden waar deze systemen worden gebruikt, werken ze niet het hele jaar door. Soms
worden technologieën gecombineerd die het
hele jaar door worden gebruikt.
Koeling in de praktijk
In verschillende regio's van de wereld voeren
verschillende technologieën de boventoon. In
Europa bijvoorbeeld wordt meer gewerkt met
cold aisle containment terwijl men in NoordAmerika een voorkeur heeft voor hot aisle
containment, indien mogelijk met water- en
luchtgebaseerde economisers.
Wie het eerst op de markt komt, bepaalt grotendeels welke strategieën worden gevolgd
omdat efficiëntere methoden veel aandacht in
de pers krijgen en vroege instappers als enthousiaste ambassadeurs fungeren. Hierdoor
vindt een nieuwe technologie snel ingang in
een bepaalde regio. Sommige landen hollen
achter de feiten aan, terwijl nieuwe technologieën wereldwijd hun weg vinden. Het ligt
voor de hand dat innovaties in sommige landen
ook in andere gebieden worden overgenomen.
De EU zou het liefst zien dat alle datacenterapparatuur werkt bij een temperatuur van 40°C.
Dit zou deze discussie deels overbodig maken.
Maar zo ver zijn we nog niet. Wereldwijd is
traditionele passieve koeling op dit moment
nog steeds de gangbaarste methode vanwege de
eerder genoemde redenen. Andere technologieën zijn echter in opkomst.
Het is beslist verstandig om bij het beoordelen
van de technologieën te bedenken wat u werkelijk probeert te doen.Wat wilt u precies koelen? Bij sommige van deze technologieën zal
niet iedereen uitzicht hebben op een redelijke
terugverdientijd. Als u weet wat uw behoeften
zijn, probeer dan creatief te denken en een ant-
Om te bepalen wat het beste werkt voor uw
datacenter, moet u stevig met uw leveranciers
gaan overleggen en ze een heleboel vragen stellen. Informeer bij collega's van andere bedrijven die een technologie hebben geïmplementeerd, of ze tevreden zijn. En ga er niet van uit
dat wat vorig jaar de beste oplossing was, ook
dit jaar nog de voorkeur verdient. Er is op dit
moment patent aangevraagd voor een nieuwe
technologie, die voor sommige omgevingen
een radicale omwenteling teweeg kan brengen.
Zorg dus dat u op de hoogte blijft!
dcw maart | koeling
zijn die corrosie veroorzaken. Hoogwaardige onderdelen die op de juiste wijze zijn geïnstalleerd,
zullen probleemloos functioneren zonder lekkages. Om het vertrouwen in deze aanpak te vergroten, is het goed om op te merken dat deze
systemen doorgaans een gesloten kringloop hebben en dat ze een zeer kleine hoeveelheid water
bevatten. Bovendien zijn de verbindingsstukken
getest op een veelvoud van de vereiste stroomvolumes.
29
Consortium Green IT Amsterdam is katalysator
Vergroening
Amsterdamse datacenter
industrie
de amsterdamse datacenter branche is een innovatieve industrie met veel kennis en expertise
op het gebied van ontwikkelen en (her)inrichten van duurzame datacenters. al deze expertise
30
Green IT Amsterdam is sinds 2010 bezig om samen met de sector de
datacenter industrie in de Amsterdamse regio te vergroenen en doet dat
op dit moment namens ongeveer 45 bedrijven en instellingen. De afgelopen jaren is er veel innovatie toegepast om de energie efficiëntie van
de sector te verbeteren. Stijn de Kruijf van consortium deelnemer
Royal HaskoningDHV hierover: “Nederland heeft een perfect klimaat
voor vergroening van datacenters. De focus op verduurzaming van de
koeling werd hier ook al vroeg geadopteerd. Al jaren passen we
verschillende innovatieve energieconcepten toe voor hergebruik van
de warmte als ook energiezuinige koeloplossingen in zowel grote als
kleinere datacenters. De aanzienlijke besparingen die gerealiseerd worden, vallen ook in het buitenland op. We werken samen met nationale
en internationale partijen en onze kennis en ervaring van de gehele
energiehuishouding van datacenters wordt wereldwijd erkend. ”
De deelnemers van Green IT Amsterdam consortium zijn datacenters,
IT bedrijven, leveranciers van datacenters (energie en engineering gerelateerd) en kennisinstellingen. Het consortium werkt als een open
innovatie platform. Binnen Europese projecten wordt onderzoek gedaan en hierbinnen ontstaat een wisselwerking tussen het verspreiden
van deze kennis en de expertise die er binnen het consortium aanwezig
is te gebruiken. Victor van der Lee van deelnemer Installect hierover:
tekst: van de redactie
dcw maart | green it
zie je in verschillende vormen terug binnen het green it amsterdam consortium.
‘De aanzienlijke
besparingen die
gerealiseerd
worden, vallen
ook in het
buitenland op’
focus op drie themagebieden
Vanaf de oprichting van de stichting heeft Green IT Amsterdam zich
gericht op drie themagebieden. De basis is het vergroenen van de IT
industrie, of zoals Green IT Amsterdam het noemt ‘Greening of IT’. In
opkomst is het gebied ‘Greening by IT’, waar onderzoek is ondergebracht dat zich richt op de potentie van ICT tools om bijvoorbeeld de
bebouwde omgeving energie efficiënter te maken. Het laatste thema is
de zogenaamde ‘Green Collar Economy’, waarbinnen Green IT Amsterdam aansluiting zoekt bij andere duurzame ontwikkelingen, startups
en stakeholders.
Green IT Amsterdam verwacht veel van de wisselwerking tussen de
Greening of IT en Greening by IT gebieden met consequenties voor
de werkwijze van datacenters. Directeur John Post hierover: “De energietransformatie brengt ons vele veranderingen met ook een rol voor
IT en datacenter branche.Van centraal naar decentraal, van vraagsturing
naar aanbodsturing, duurzame energievormen, energie uitwisseling en
opslag en de inpassing van elektrisch vervoer. Maar laat ons bovenal de
noodzaak zien van een trans-disciplinaire aanpak zoals die ook verwoord is in het Nationale Energieakkoord. Ook de traditionele datacenters zullen een omslag kunnen maken en een plaats kunnen krijgen
in een slim energie-web, of warmte-web. Net zoals de energie slurpende tuinbouw kassen van 15 jaar geleden, die nu juist als energiebron
dienen. De stichting Green IT Amsterdam speelt bij deze omschakeling
een grote rol door haar kennis gegenereerd in de projecten en bovenal
door de inzet en innovatiekracht van haar deelnemers.”
Deze ontwikkeling is ook zichtbaar in de samenstelling van de deelnemers binnen het consortium, er is de laatste tijd een groeiende belangstelling vanuit bedrijven die meer aan de energie en engineering kant
zitten en die de interactie zoeken met IT bedrijven en datacenters.
Recent heeft energieleverancier Nuon zich bijvoorbeeld bij de deel­
nemende partijen gevoegd. “Nuon is partner van meerdere grote datacenters in Nederland en vindt met hen branchespecifieke oplossingen
voor hun totale energievraagstuk.Wij hebben ons graag aangesloten bij
het Green IT Amsterdam consortium om nog meer innovatieve diensten en producten te bedenken en uit te voeren. Ons doel is om verdere kostenbeheersing, energie-efficiency en verduurzaming van datacenters te stimuleren”, aldus Ingrid Giebels van Nuon.
pedca
Een breed datacenter industrie project is het project PEDCA, ook een
project waar Green IT Amsterdam als projectpartner aan deelneemt.
Dit is een Europees project waar onderzoek wordt gedaan naar de
‘de datacenter branche als
geheel heeft
een positieve en groene
ontwikkeling doorgemaakt,
maar zijn er nog
volop kansen om dit verder
te ontwikkelen’
dcw maart | green it
“Installect neemt deel aan Green IT Amsterdam vanwege de samenstelling van de deelnemers en de goede informatie-uitwisseling. Hierdoor
worden nieuwe, duurzame concepten mogelijk gemaakt die voldoen
aan de eisen van de markt.”
31
R&D behoeften van de datacenter branche op Europees niveau, samen
met partners uit Londen en Frankfurt. Input en expertise vanuit verschillende stakeholders uit de branche spelen een belangrijke rol in dit
in totaal 18 maanden lopende project.
dcw maart | green it
geyser
32
Recent is er een project gestart wat zich richt op de eerder genoemde
transformatie op het gebied van energie en de mogelijke rol van datacenters hierin. Binnen het Europese GEYSER project worden verschillende scenario’s van de mogelijke rol van datacenters binnen smart
grids onderzocht en pilots uitgevoerd.
greenitnet
Een project waar alle vormen van green IT bij elkaar komen is
GreenITNet, een samenwerking tussen verschillende Europese steden
waaronder Barcelona, Rome, Malmö, het land Malta en Amsterdam.
Er zijn binnen dit project meer dan 140 green IT good practices
geïdentificeerd uit verschillende toepassingsgebieden en gepubliceerd
op een online platform. Dit platform moet dienen als inspiratie voor
Europese steden en ze activeren zelf implementatieplannen te ontwikkelen. Op dit platform zijn ook meerdere Nederlandse practices te zien,
waaronder het datacenter initiatief Green IT Energy Solutions. Dit is
een initiatief waar beschikbare expertise en oplossingen voor duurzame
datacenters bij elkaar zijn gebracht door Green IT Amsterdam in de
vorm van een showcaseplatform en quick scans bij datacenters. Op dit
moment is er al buitenlandse belangstelling getoond in deze expertise
en staat een bezoek aan opkomende datacenter regio’s met een
Amsterdamse delegatie in de planning.
Volgens Green IT Amsterdam heeft de datacenter branche als geheel
een positieve en groene ontwikkeling doorgemaakt maar zijn er nog
volop kansen om dit verder te ontwikkelen. Hiervoor is de stichting
doorlopend bezig met initiatieven binnen de eerder genoemde
themagebieden en op zoek naar samenwerking met bedrijven, publieke
organisaties en (buitenlandse) partners binnen en buiten met consor­
tium netwerk.
het thema ‘green it’ blijft
onverminderd populair. niet zo
vreemd; ‘green’ is goed voor de
portemonnee en beperkt de
schade die wordt toegebracht
aan het milieu. maar hoe komt
het dan dat alle aandacht voor
‘green it’ zich maar niet
uitbetaalt in klinkende munten
en een vermindering van de
uitstoot van broeikasgassen? het
tegenovergestelde is zelfs het
geval: de hoeveelheid co2 die
datacenters uithoesten neemt
nog altijd schrikbarend toe!
Wordt IT
ooit groen?
De wereld van de datacenters grossiert in nieuwe records als het gaat om energieverbruik.
Met een CO2-uitstoot van 860 miljoen ton per jaar is de IT- en telecomsector momenteel
de grootste producent van broeikasgassen. Door de sterk groeiende vraag naar IT- en telecomdiensten – een vraag die onder andere wordt gestimuleerd door de populariteit van
de cloud en bijvoorbeeld het onderweg kunnen uploaden en bekijken van video – zal de
CO2-uitstoot in 2020 zijn gestegen naar 1,54 miljard ton per jaar.
Doen datacenters het dan zo slecht? Integendeel, zou ik willen zeggen. De meeste professionele leveranciers van datacenterdiensten monitoren actief het energieverbruik en doen
er alles aan om de energie-efficiëntie te verbeteren, met name door alle componenten
binnen de fysieke infrastructuur te optimaliseren. Toch blijkt het allemaal niet voldoende
te zijn om de groeiende vraag naar IT- en telecomdiensten te compenseren en het milieu
minder te belasten.
Waar valt dan nog winst te behalen? Naar mijn mening door kritischer te kijken naar de
IT-apparatuur. Met name in de ‘mkb-computerruimtes’ – maar ook in de computerruimtes van grote bedrijven – treffen we nog dagelijks een hele hoop oude en weinig-efficiënte
servers aan. In zo’n omgeving loont het om de systemen continu te bewaken en het energieverbruik scherp in de gaten te houden.
Voordat de energie-efficiëntie van de IT-infrastructuur kan worden aangepakt, moet eerst
het actuele stroomverbruik onder controle worden gebracht en dat kan alleen als er goede
metingen van het stroomverbruik beschikbaar zijn. Wat je niet weet, kun je immers ook
niet beheren. Intelligente rack-Power Distribution Units (PDU’s) zijn het beste geschikt
voor het uitvoeren van een accurate meting van het stroomverbruik door de IT-apparatuur; deze apparaten vormen namelijk het laatste punt in de keten voordat de stroom
wordt afgeleverd bij de IT-apparatuur.
Marc Salimans is sales director bij Aten Infotech
Gekoppeld aan zogenaamde ‘eco-sensoren’ kunnen intelligente PDU’s bovendien inzicht
geven in bijvoorbeeld de temperatuur, luchtvochtigheid en luchtdrukverschillen in het
datacenter. Deze informatie is weer nodig om de energie-efficiëntie van de koeling (verder) te verbeteren. Met intelligente PDU’s, eco-sensoren en bijkomende beheersoftware
kan een accurate meting worden gedaan van de PUE en kan de ruimte voor verbetering
inzichtelijk worden gemaakt door cold en hotspots te identificeren. Zo biedt bijvoorbeeld
ATEN een ‘Green Energy’-systeem voor het optimaliseren van het energieverbruik, zonder de betrouwbaarheid van de energievoorziening in gevaar te brengen. Daarmee hebben
we de tools in handen om de trend van een toenemend energieverbruik definitief te keren.
dcw maart | blog
meten is weten
33
Raritan lanceert
KVM-switch met
HD-kwaliteit
raritan heeft met de dominion kxiii een nieuwe kvm-over-ip switch gelanceerd die onder
andere bedoeld is voor toepassingen waarbij hd-video streaming gewenst is. daarnaast is dit
nieuwe lid van de dominion-familie geschikt voor traditionele it- en datacenterdiensten,
waarbij op een veilige manier servers en andere apparaten kunnen worden bediend en beheerd.
De KXIII kent een nieuwe architectuur en
bovendien een krachtiger processor dan
oudere modellen in deze serie. Dit maakt het
mogelijk nieuwe algoritmen voor video­
compressie toe te passen. Hierdoor is het nu
geen probleem meer om op afstand computeren andere systemen te bedienen en te beheren
met behulp van high-definition beeld.
dcw maart | nieuws
streaming video
34
Volgens Edwin de Boer, director of channel
marketing EMEA bij Raritan, is deze uitbreiding richting HD-video een belangrijke stap.
“Om te voorkomen dat beheerders voor onnodig veel taken moeten afreizen naar het datacenter, is het van groot belang dat zij op afstand hun activiteiten kunnen uitvoeren. Door
ondersteuning van HD-video toe te voegen
aan de Dominion-lijn, kunnen ook beheerders
die met audio- en video-intensieve toepassingen werken nu op afstand hun werk doen. De
KXIII kent daarom een ‘software engine' voor
het verwerken van video met een resolutie van
1920 x 1080 pixels, 24-bit kleur, digitale audio
en dual monitoren. Daarnaast ondersteunt de
switch ‘streaming video’ met een kwaliteit van
1080 pixels.”
kenmerken:
•web-based, toegang en beheer op BIOSniveau voor 8 tot maximaal 64 servers
•
via Raritan’s CommandCenter Secure
Gateway toegang tot honderden servers via
één IP-adres
•1920 x 1080 HD-video, 24-bit kleur tot
maximaal 30 frames per seconde
•
nieuwe op DVI-technologie gebaseerde
digitale, lokale poort voor hoog prestatie­
niveau
•aansluitingen voor DVI, HDMI en DisplayPort
•
ondersteuning voor standaarden als FIPS
140-2, smart card/CAC en IPv6
•
beheerders kunnen via Universal Virtual
Media op afstand software installeren
siemon introduceert routeit, een nieuw verticaal en horizontaal
kabelmanagementsysteem dat speciaal is ontwikkeld voor highdensity bekabelingssystemen voor bedrijven en datacenters.
Siemon lanceert
RouteIT-kabelmanagers
voor high-density
bekabelingssystemen
horizontaal en verticaal
De dubbelzijdige verticale manager heeft bijpassende voor- en achtergeleiders en deuren. Bovendien bieden verstelbare verdeelsteunen de
flexibiliteit om capaciteit te leveren waar deze nodig is: aan de voorzijde
voor patchkabels of aan de achterzijde voor horizontale kabels. De horizontale RouteIT-kabelmanagers zijn leverbaar in 1U-, 2U en 4Ugrootten en hebben tevens verwijderbare kleppen met twee scharnieren
voor gemakkelijke toegang. Verticale RouteIT-kabelmanagers hebben
lange, met twee scharnieren uitgeruste deuren, die de bekabeling beschermen en aan het zicht onttrekken. Dit geeft de kabelmanagers een
hoogwaardige uitstraling. Dankzij de sluiting die met één vinger kan
worden bediend zijn de managers aan beide zijden toegankelijk en
wanneer ze voor de eerste keer worden gevuld kunnen de deuren volledig worden verwijderd. Er is een optioneel bredere klep leverbaar voor
gebruik met racks in de RS-serie van Siemon, om grotere kanalen aan
het zicht te onttrekken. “We hebben de nieuwe verticale en horizontale
RouteIT-kabelmanagers speciaal geïntroduceerd voor high-density bekabelingssystemen in diverse telecommunicatieruimten”, vertelt Dave
Valentukonis, Business Unit Manager Cabling Support Systems bij
Siemon. “De verticale RouteIT-kabelmanagers zijn uitzonderlijk flexibel: ze zijn leverbaar in breedten van 6, 10, 12 en een toonaangevende
16 inch, met verdeelsteunen die zelfs zo kunnen worden geplaatst dat ze
capaciteit terugbrengen van de voor- naar de achterzijde.”
voorbereid op pdu's
De verticale RouteIT-kabelmanager is PDU-voorbereid en heeft een
groot aantal bevestigingspunten voor optionele, schroefloze drukknopbevestiging van PDU's binnen dubbelzijdige managers, of aan de
achterzijde van enkelzijdige managers. De centrale framediepte van zes
inch van de verticale manager is geoptimaliseerd overeenkomstig de
raildiepte van bekabelingsracks voor maximale capaciteit, terwijl het
vrijstaande ontwerp eenvoudige staging en plaatsing van kabelmanagers
mogelijk maakt voordat ze worden bevestigd. De verticale en horizontale RouteIT-kabelmanagers beschikken ook over diverse bevestigingspunten voor optionele kwartslagaccessoires van Siemon, glasvezelspoelen en kabelbinders. Hierdoor kunnen mediatypen eenvoudig worden
gescheiden.
dcw maart | nieuws
Met RouteIT-kabelmanagers beschikken datacenters over een systeem
waarmee zowel horizontale bekabeling als patchkabels gemakkelijk
kunnen worden gerouteerd en beschermd, stelt Siemon. Het biedt
ondersteuning aan high-end bekabelingssystemen. De high-capacity
en in het veld vervangbare geleiders bieden ruimte aan meer dan 48
categorie 6A-kabels en werken samen met high-density patchpanelen en
blade­switches. De straal van de geleiders voorkomt vervorming van
kabels die de verticale managers binnenkomen of verlaten. RouteIT,
dat leverbaar is als enkel- of dubbelzijdige verticale managers in diverse
breedten en als horizontale managers, met kabelvingers van vier of zes
inch, is bij uitstek geschikt voor gebruik met de innovatieve racks van
Siemon uit de VersaPOD- en RS-serie.
35
Energie-efficiënte koeling
voor kleine en middelgrote
computerruimten
zelfs als het datacenter maar uit één ruimte met één serverrack bestaat, kan het hoge
vermogensverlies van computerhardware al snel resulteren in een gevaarlijke hitte. met het
flexibele en eenvoudig te installeren koelsysteem liquid cooling package direct expansion
(lcp dx) lost it-klimatiseringsspecialist rittal dit probleem betrouwbaar op.
De juiste klimatisering speelt een belangrijke rol bij de beschikbaarheid van computerhardware. Als de temperatuur waarbij servers zich
‘behaaglijk voelen’ niet wordt aangehouden, dreigt een kortere levensduur of volledige uitval. In datacenters is klimatisering vanzelfsprekend,
maar kleine ondernemingen met slechts enkele servers, switches en opslagsystemen staan voor een probleem. Als de apparaten in een 19“-rack
zijn ondergebracht, circuleren zij de lucht meestal met behulp van een
ventilator in de afdekplaat of met een inschuifbare 19“-ventilator. Staan
de apparaten vrij in de ruimte, dan is vaak geen of slechts één, vaak inefficiënte, ruimteklimatisering beschikbaar. Rittal heeft zijn productassortiment uitgebreid met een flexibel klimatiseringssysteem voor kleine
en middelgrote ondernemingen. De Rittal LCP DX kan tot 12 kW
vermogensverlies afvoeren via een geïntegreerd koelaggregaat en is in
zijn beide uitvoeringen geschikt voor rack- en rijklimatisering.
ideaal voor kleine en middelgrote
installaties
De LCP DX past perfect in omgevingen waarin kleine en middelgrote
IT-installaties gekoeld moeten worden en klimatisering met lucht-/
water-warmtewisselaars of koud water te duur zou zijn.
Het systeem bestaat uit een geïntegreerde, toerentalgeregelde compressor, een elektronisch expansieventiel en andere koelcomponenten, zoals
de bijbehorende externe condensor. Deze wordt buiten de serverruimte
geplaatst. Voor de werking van de externe condensor zijn geen actieve
regelcomponenten nodig: het toerental van de ventilator wordt alleen
bepaald door de druk van het koudemiddel.
dcw maart | koeling
twee uitvoeringen
36
Bij de aan de zijkant aangebrachte LCP Rack DX kan de koude lucht
zowel naar rechts als naar links in een 19“-serverrack worden afgegeven. Bij de rijkoeling is de LCP Inline DX geplaatst tussen de racks en
blaast het de koele lucht naar voren de koude gang in. Deze systemen
zijn ideaal wanneer de IT-infrastructuur groeit en passieve klimatisering
niet langer toereikend is of als deze om beschikbaarheidsredenen door
een actief systeem moet worden ondersteund. Koude en warme lucht
kunnen zich niet met elkaar vermengen wat bijdraagt aan de energieefficiëntie.
eenvoudige installatie
Beide uitvoeringen zijn zeer snel en eenvoudig te installeren. Alle elementen van de besturing zijn in het LCP-chassis geïntegreerd, de condensor heeft voor de beide ingebouwde ventilatoren alleen een 230
Volt-voeding nodig. De regeling vindt uitsluitend plaats op basis van de
druk van het koudemiddel. Dit voorkomt extra kosten voor de bekabeling.
ASHRAE en Green Grid brengen
publicatie uit over PUE
De afgelopen jaren is de Power Usage Effectiveness ofwel PUE uitgegroeid tot een in brede
kring geaccepteerde maat voor de efficiency
van datacenters en computerruimtes. Daarmee
neemt ook de vraag naar informatie over PUE
toe. ASHRAE en Green Grid hebben daarom
een nieuwe (Engelstalige) publicatie gelanceerd
getiteld ‘PUE: A Comprehensive Examination
of the Metric’.
Het gaat om het elfde boek in een serie Datacom-titels die ASHRAE's Technical Committee (TC) 9.9, Mission Critical Facilities, Data
Centers, Technology Spaces and Electronic
Equipment heeft uitgebracht. Het boekwerk is
opgesteld in samenwerking met de Green Grid.
In een persbericht over de publicatie stelt
ASHRAE: “Our primary goal is to provide
the data center industry with unbiased, ven-
dor neutral data in an understandable and
actionable way and this latest publication on
the PUE metric does exactly that,” Don Beaty,
publication subcommittee chair of TC 9.9, said.
“We want to ensure that data center designers,
owners and operators have access to information that enables them to make informed and
educated decisions based on their business
needs and value systems.”
Schleifenbauer introduceert
Schleifenbauer introduceert een PDU speciaal
voor klanten die zelf willen ‘termineren’. De
Terminal PDU wordt geleverd zonder stekker
en maakt zowel aansluitsnoeren als stekkerblokken overbodig. De PDU kan namelijk rechtstreeks op de vaste bedrading worden aangesloten.
De Terminal PDU beschikt over 3 enkelfase of
5 drie fase terminals. De terminals zijn geschikt
voor massieve bedrading van 0,2 tot 6 mm2 en
voor een flexibele bedrading van 0,2 tot 4 mm2.
De PDU's worden dankzij de vaste bekabeling
een onderdeel van de installatie.
flexibiliteit
Eindgebruikers zijn flexibeler in het gebruik
van bedrading. Zij kunnen zelf kiezen voor een
flexibele draad of een installatiedraad. Ook bepalen gebruikers zelf welk type snoer of bedrading aan de PDU wordt gekoppeld. Een stopcontact of stekker is niet langer noodzakelijk,
wat de kans op problemen verkleind. Een stekkerdoos die niet aanwezig is kan immers ook
niet kapot gaan.
dcw maart | nieuws
PDU zonder stekker voor klanten
die zelf willen ‘termineren’
37
Nieuwe functionaliteiten
Eaton 9PX UPS-systemen
ondersteunen nu
parallelle werking
eaton breidt de functionaliteiten van de 9px ups-serie uit, zodat nu ook parallelle en
redundante oplossingen mogelijk zijn. als gevolg hiervan kunnen it- en facility managers nu
meer apparatuur in hun computerruimten, kleine datacenters, industriële en medische
toepassingen voorzien van voedingsspanning door twee 9px-systemen parallel te gebruiken,
of redundantie toevoegen aan hun systeem door een tweede ups te installeren. het is tevens
mogelijk twee parallel aangesloten 9px-systemen te configureren, zodat deze automatisch
dcw maart | nieuws
schakelen tussen redundantie en extra vermogen, afhankelijk van de belasting.
38
“Onze 9PX UPS-systemen verlagen het energieverbruik zonder dat dit ten koste gaat van
betrouwbaarheid. Ze hebben onlangs zelfs een
ENERGY STAR® kwalificatie gekregen
vanwege hun uitstekende energiezuinigheid.
De systemen zijn daardoor zeer in trek”, aldus
Christophe Jammes, productmanager Eaton.
“Nu de mogelijkheid bestaat om twee van
deze innovatieve systemen parallel te gebruiken, zijn ze nog veelzijdiger geworden en zijn
hun onmiskenbare voordelen voor een nog
breder spectrum van gebruikers beschikbaar.”
De parallel geconfigureerde 9PX UPS-systemen maken gebruik van Eaton’s unieke Hot
Sync-technologie, waarmee ze parallel kunnen
werken zonder de noodzaak van communicatie tussen de systemen. Hierdoor wordt uitval
door storing op één punt, inherent aan conventionele parallel geschakelde configuraties
op basis van master-slave-technologie, uitgesloten en wordt de beschikbaarheid optimaal.
Om de parallelle werking van de 9PX UPSsystemen mogelijk te maken, biedt Eaton twee
ModularEasy units - één voor gebruik met
UPS-systemen van 5 en 6 kVA, de andere voor
UPS-systemen van 8 en 11 kVA. Deze units
werken als koppelkasten, die de ingangs- en
uitgangsaansluitingen van de UPS-systemen
aan elkaar koppelen en tevens voorzien in een
bypass-functie voor onderhoudswerkzaamheden. ModularEasy units zijn afzonderlijk leverbaar voor gebruik in bestaande installaties,
maar kunnen ook worden aangeschaft als onderdeel van een compleet pakket. Dat pakket
bestaat uit twee UPS-systemen, een ModularEasy unit, twee netwerkkaarten en montagetoebehoren.
Nieuwe 9PX UPS-systemen die vanaf medio
april 2014 worden geleverd, zijn gereed voor
parallelle werking. Voor bestaande systemen
van de serie kan deze functie door middel van
een eenvoudige firmware-upgrade worden
toegevoegd.
Google verdubbelde in
2013 zijn uitgaven aan
datacenters
google heeft vorig jaar maar liefst ruim 5,3 miljard euro
uitgegeven aan zijn datacenters. de uitgaven zijn maar liefst twee
keer zo hoog dan in 2012. het bedrijf heeft zijn wereldwijde
De organisatie meldt in het vierde kwartaal van 2013 ruim 1,65 miljard
euro te hebben uitgegeven aan capital expenditures. Dit is iets minder
dan het derde kwartaal van 2013, toen de capital expenditures van het
bedrijf nog 1,68 miljard euro bedroeg. Google gaf in het eerste kwartaal 880 miljoen euro uit, terwijl het bedrijf in het tweede kwartaal
1,17 miljard euro kwijt was aan zijn datacenters.
toenemende datacentercapaciteit
De totale uitgaven van Google aan zijn datacenters komt hiermee uit
op 5,3 miljard euro. Dit is maar liefst twee keer zoveel als in 2012, toen
het bedrijf nog bijna 2,4 miljard euro uitgaf. Deze fors hogere kosten
worden veroorzaakt door de toenemende hoeveelheid datacentercapaciteit die Google in handen heeft. Het bedrijf heeft in 2013 dan ook
fors geïnvesteerd in datacenters. Datacenter Knowledge heeft alle investeringen van Google op een rijtje gezet. Zo investeert het bedrijf
440 miljoen euro in zijn datacenter in het Amerikaanse The Dalles,
Oregon. Daarnaast investeert het bedrijf ook 293 miljoen in de uitbreiding van zijn datacentercampus in Council Bluffs, Iowa. Ook het datacenter van Google in Lenoir, North Carolina wordt uitgebreid. Het
bedrijf investeert in deze locatie 440 miljoen euro.
berkeley county
Google investeert eveneens 440 miljoen euro in de uitbreiding van zijn
datacentercampus in Berkeley County, eveneens in de Verenigde Staten.
Het bedrijf breidt daarnaast zijn datacenter bij onze zuiderburen uit.
Google investeert 286 miljoen euro in deze Belgische locatie.
FORSE INVESTERING IN
DATACENTERS
dcw maart | nieuws
netwerk met datacenters in 2013 dan ook flink uitgebreid.
39
advertentie
30%
WAT TWEE KABELS
TUSSEN PLUS EN MIN
ALLEMAAL TEWEEG
KUNNEN BRENGEN...
van IT-professionals
oriënteert zich op
het Software
Defined Datacenter
30 procent van de IT-professionals is zich al aan het
oriënteren op het Software Defined Datacenter (SSD).
29 procent van de IT-beheerders is tegelijkertijd van mening dat er nog te weinig informatie over SSD beschikbaar is om hier een goed beeld van te kunnen krijgen.
Dit blijkt uit onderzoek van Telindus onder 444 IT-professionals. 16 procent van de professionals blijkt van mening dat zijn
of haar bedrijf geen SSD nodig heeft. Zes procent denkt hier
anders over en heeft al een project op de planning staan. 19
procent stelt niet te weten wat SSD is.
eerder onderzoek
SNEL, EFFICIËNT
ÉN EENVOUDIG
ALTIJD IN BEDRIJF
BLIJVEN.
First-Case racks & batteries BV
W : www.fcrb.eu T : + 31 174 22 11 61
E : [email protected] F : + 31 174 22 16 02
Eerder onderzoek van Telindus uit oktober 2013 wees ook al
uit dat IT-professionals van mening zijn te weinig informatie
te hebben om een standpunt in te kunnen nemen over SSD.
50 procent van de respondenten gaf in dit eerdere onderzoek
aan geen antwoord te kunnen geven op de vraag of software
defined infrastructuren mogelijkheden bieden om de bedrijfsvoering te verbeteren.
“Om duidelijkheid te verschaffen, heb ik onlangs mijn visie
op software defined verwoord in een whitepaper”, zegt Harm
de Haan, Manager Consultancy bij Telindus. “Met de opkomst
van software defined gaat er veel veranderen. Niet alleen voor
de IT-professional, maar zeker ook voor de leveranciers. De
ontwikkeling staat echt nog in de kinderschoenen, dus de 6
procent die aangeeft al een project gepland te hebben, behoort
zeker tot de early adopters. Iedere software defined oplossing
heeft drie kenmerken, namelijk abstract, pool en automate. Met
het Software Defined Datacenter kan IT echt als een service
geleverd worden en neemt de schaalbaarheid toe. Het brengt
echter ook complexiteit met zich mee, doordat alle lagen van de
infrastructuur zo nauw met elkaar verweven raken, dat expertise
op alle gebieden noodzakelijk is. Ik verwacht dan ook dat de
oriëntatiefase waarin de meest bedrijven zich nu bevinden niet
op korte termijn voorbij zal zijn.”
advertentie
Emerson Network
Power integreert
diensten
Klanten van Emerson Network Power hebben voortaan toegang tot één geoptimaliseerde dienst voor kritieke systemen
voor stroomvoorziening en precisiekoeling. Het bedrijf heeft
zijn diensten voor kritieke stroomvoorziening en precisiekoeling van zijn bedrijfsonderdelen Liebert en Chloride geïntegreerd.
De geïntegreerde dienst is beschikbaar in geheel Europa, het MiddenOosten en Afrika (EMEA). Emerson Network Power wil door de dienst
in deze gehele regio beschikbaar te stellen bedrijven ondersteunen die
vestiging hebben verspreid over de wereld. Dergelijke bedrijven kunnen nu één oplossing aanschaffen voor al hun vestigingen, waardoor op
iedere locatie de kritieke systemen voor stroomvoorziening en precisiekoeling op dezelfde wijze worden beheerd.
life-technologie
De nieuwe dienst voorziet onder andere in diagnostische diensten op
basis van de LIFE-technologie. Deze technologie beperkt het risico
van onverwachte storingen sterk. Analyses van gegevenstrends leveren
technici van Emerson Network Power 24x7 continu updates van de
‘gezondheidstoestand’ van systemen van klanten. Op deze manier zijn
eventuele problemen in een vroeg stadium op te sporen en mogelijke
storingen op afstand vast te stellen.
Technici kunnen dus preventief maatregelen nemen om problemen die
zich dreigen voor te doen te verhelpen. Bovendien zijn zij bij aankomst
volledig op de hoogte van het probleem en weten zij al van tevoren
welke vervangende onderdelen vereist zijn. Dit scheelt dan ook veel tijd.
duurzaamheid en energie-efficiëntie
Emerson behandelt wisselstroomsystemen en precisiekoeling als één systeem in plaats van afzonderlijke systemen. Het bedrijf stelt dat dit de
duurzaamheid en energie-efficiëntie ten goede komt. “Dit is een grote
stap voorwaarts in de dienstverlening aan klanten in onze bedrijfstak.
Onze klanten profiteren nu van een optimaal gestroomlijnde benadering van contractbeheer: één partner voor alle benodigde diensten
en toegang tot ondersteuning voor de volledige infrastructuur”, legt
Giordano Albertazzi, vicepresident Services EMEA bij Emerson
Network Power, uit.
de installatiebranche heeft op 4 februari op de vsk-beurs in utrecht een
pakket aan initiatieven gepresenteerd om de toepassing van bim een
krachtige impuls te geven. volgens de initiatiefnemers isso,
opleidingsfonds otib, tvvl en uneto-vni luidt bim het einde van het
'oude bouwen' in en biedt de ontwikkeling grote kansen op innovatie.
Installatiebranche geeft
impuls aan BIM
Tijdens een bijeenkomst in de VSK-Arena lieten de vier organisaties in
de installatiebranche zien dat zij alles in het werk stellen om installateurs
te voorzien van kennisproducten om aan de slag te kunnen met het
Bouw Informatie Model (BIM). Daarbij brengt elk van de organisaties
eigen expertise in. Kennisinstituut ISSO heeft de publicatie 109 ‘Starten met een BIM’, Opleidingsfonds OTIB heeft een integrale leergang
BIM beschikbaar en TVVL haakt in met de workshop ‘Kennis maken
met een BIM’.
randvoorwaarden
Uneto-VNI creëert de randvoorwaarden om binnen de installatie­
branche volwaardig te kunnen ‘bimmen’. Directeur Erik van Engelen
van Uneto-VNI: ‘Met het zogenoemde ‘Akkoord van Bunnik’ heeft
de industrie zich aangesloten bij het initiatief van Uneto-VNI om de
ETIM classificatiestandaard geschikt te maken voor reken- en tekentoepassingen. Zo wordt het mogelijk om op een uniforme manier 3Dproductinformatie uit te wisselen.’
dcw maart | nieuws
nieuwe tijd
42
De organisaties in de installatiebranche verwachten dat installatiebedrijven in vooral de utiliteit en grote infrawerken binnenkort niet meer
om BIM heen kunnen. Maar ook de kleinzakelijke markt en de woningbouw ontkomen er uiteindelijk niet aan. Theo Ockhuijsen van
Opleidingsfonds OTIB: ‘Wie denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen,
komt bedrogen uit. BIM betekent een grote omslag in de bouw- en installatiebranche. Ondernemers die niet mee gaan, zetten zichzelf straks
buitenspel.’ Maarten van der Boon die sprak namens OTIB wees erop
dat BIM veel meer is dan samen ontwerpen in 3D. “In de kern gaat
het om sociale innovatie, we zullen als partners in de keten anders met
elkaar moeten omgaan, er breekt een nieuwe tijd aan.”
Directeur John Lens van TVVL verwacht een grote toeloop voor de
workshops ‘Kennis maken met een BIM’. Hij rekent daarbij niet alleen
op interesse vanuit installatiebedrijven, maar ook van veel adviseurs.
Rob van Bergen van ISSO liet weten dat de publicatie 109 van zijn
organisatie onmisbaar is om het nieuwe installeren te integreren in de
bedrijfsvoering.
Zweeds datacenter gaat
uitsluitend bitcoins minen
Een datacenter in Zweden moet op grote schaal de digitale valuta bitcoins gaan minen. Het datacenter krijgt een capaciteit van 10 megawatt,
die volledig ingezet zal worden voor het minen van bitcoins.
KnC Miner, een leverancier van apparatuur om bitcoins te minen,
is begonnen met de bouw van het datacenter. Het datacenter wordt
gebouwd in het Zweedse Boden in de buurt van het datacenter van
Facebook. Een oude helicopterhangaar wordt door KnC Miner omgebouwd tot een datacenter. De hangaar wordt uitgerust met duizenden
op maat gemaakte computers om bitcoins te kunnen minen.
neptune
De ‘mining rigs’ die in het datacenter worden gebruikt zijn ontwikkeld
door KnC Miner zelf. Het apparaat wordt door het bedrijf 'Neptune'
genoemd en is gebaseerd op Application Specifiek Integrated Circuits
(ASIC's). Het bedrijf verkoopt deze apparatuur ook aan klanten wereldwijd en stelt sinds juni voor maar liefst 75 miljoen dollar te hebben
verkocht. De Neptune kost 9.995 dollar.
Met een vermogen van 10 megawatt verbruikt het datacenter van KnC
Miner veel energie. De beschikbaarheid van duurzame energie was voor
het bedrijf dan ook van groot belang bij de keuze voor een locatie. “We
hebben overal ter wereld gezocht naar de beste plek om de eerste van
vele eigen megadatacenters te bouwen. Het is fantastisch tot de ontdekking te komen dat de beste plek in ons eigen thuisland is”, zegt Same
Cole, één van de oprichter van KnC. “Onze geavanceerde technologie
verbruikt veel energie. Het was voor ons dan ook noodzakelijk een
locatie te vinden met toegang tot duurzame, stabiele en veilige energie.
We hebben veel ondersteuning gekregen van vertegenwoordigers van
The Node Pole, lokale bedrijven en de lokale overheid hier in Boden”.
the node pole
The Node Pole is een organisatie die Zweden promoot als locatie om
datacenters te vestigen. De organisatie benadrukt hierbij de brede beschikbaarheid van duurzame energie en de relatief lage prijs waarvoor
deze energie geleverd kan worden.
advertentie
Feel the Power,
Gain the Insight
Raritan’s Intelligent Rack PDUs provide you with the flexibility
and insight to easily manage all your rack power needs.
Choose from the broadest portfolio of intelligent rack PDUs:
Capacity from 1.4 kVA to 55.4 kVA, 12-100A
4-54 locking outlets
Highest ambient temperature (60 °C, 140 °F)
Plug-and-play environmental sensors
Remote unit-level and individual outlet-level
kWh metering with ISO/IEC +/- 1% accuracy
Plug-in USB web cameras
Wi-Fi or wired networking
Circuit breaker metering and monitoring
Monitor and manage real time energy usage with Power IQ ® software
which supports virtually every intelligent rack PDU on the market.
Call us on 010 284 4040 or visit www.raritan.eu/Power
to learn more and explore all your PDU options.
© 2013 Raritan Inc.
dcw maart | nieuws
Leverage the industry’s deepest capability set:
43
Evenementenkalender
DatacenterWorks
blijf op de hoogte van de evenementen op datacenter-gebied. kijk ook op de geheel vernieuwde
website www.datacenterworks.nl onder ‘agenda’. zelf een evenement aankondigen? stuur een
dcw maart | agenda
mailtje naar [email protected].
44
evenement
datum
plaats
land
Datacenter Today Congres
20 maart 2014
Brussel
België
International Battery Conference
25 maart 2014 - 26 maart 2014
Münster
Duitsland
Hosting & Cloud Transormation Summit
1 april 2014 - 2 april 2014
Londen
Verenigd Koninkrijk
World Hosting Days global 2014
1 april 2014 - 3 april 2014
Rust
Duitsland
BICSI Middle East Conference
8 april 2014 - 10 april 2014
Dubai
Verenigde Arabische Emiraten
BICSI Canadian Conference
27 april 2014 - 30 april 2014
Vancouver
Canada
Data Center World - Global Conference
28 april 2014 - 2 mei 2014
Las Vegas
Verenigde Staten
BICSI South Pacific Conference
12 mei 2014 - 14 mei 2014
Brisbane
Australië
9th Annual Uptime Institute Symposium
20 mei 2014 - 22 mei 2014
Santa Clara
Verenigde Staten
BICSI United Kingdom Conference
3 juni 2014
Londen
Verenigd Koninkrijk
DatacenterDynamics Converged
4 juni 2014
Warschau
Polen
The Premier Industry Conference and Trade Show for
Webhosting and Cloud Service Providers
16 juni 2014 - 18 juni 2014
Miami Beach
Verenigde Staten
DatacenterDynamics Converged
17 juni 2014
Parijs
Frankrijk
DataCentre Transformation Conference
8 juli 2014
Manchester
Verenigd Koninkrijk
Datacenter Experience
7 oktober 2014
Nijkerk
Nederland
Datacenter Technologies Exhibition and Conference
28 oktober 2014 - 29 oktober 2014
Frankfurt
Duitsland
Storage Expo
29 oktober 2014 - 30 oktober 2014
Utrecht
Nederland
IT Room Infra
6 november 2014
Den Bosch
Nederland
DatacenterDynamics Converged
19 november 2014
Londen
Verenigd Koninkrijk
it room infra: de vereniging voor de technische infrastructuur van computerruimtes en datacenters.
IT Room Infra Event verhuist naar Den Bosch
IT Room Infra 2014 vindt plaats op 6 november in Congres­centrum
1931, ’s-Hertogenbosch. Congrescentrum 1931 (onderdeel van de
Brabanthallen) biedt de ruimte die in de Rotterdamse Kuip niet meer
te vinden was. Hierdoor verlaat IT Room Infra na vier edities de
Rotterdamse Kuip, maar alles wordt in werking gesteld om de bezoeker het event met minimaal hetzelfde gevoel te laten beleven.
Uit de enquêtes bleek dat een bezoeker komt voor technische kennis, het netwerk en voor oriëntatie ten aanzien van nieuwe partners/
leveranciers. In Congrescentrum 1931 is hier voldoende ruimte voor.
De bezoeker ontmoet op 6 november zestig exposanten (leveranciers
en integrators). Bijna zeventig bedrijven hebben concrete interesse
getoond, waardoor de groei (van
negenendertig naar zestig exposanten) haalbaar wordt geacht.
Vanuit de exposanten kwam steeds
vaker de vraag om meer standruimte. Ruimte om bezoekers de
nieuwste racks, koelinstallatie of bijvoorbeeld UPS te laten zien. Aan
dit verzoek is gehoor gegeven. Exposanten die meer ruimte willen,
hebben de mogelijkheid om de bezoeker de innovaties te tonen. In
deze mogelijkheid is nu al veel interesse, waardoor bezoekers veel
innovaties ‘live’ te zien krijgen. Uiteraard is er ook een uitgebreid
lezingenprogramma.
Bezoek blijft gratis voor datacenter
beheerders/eigenaren, instal­
lateurs en
adviseurs. Ook parkeren en de catering blijft gratis. Voor leveranciers en
fabrikanten die IT Room Infra willen
bezoeken wordt een rondleiding verzorgd.
Arthur Singendonk
Voorzitter stuurgroep IT Room Infra
Innovatie in lezingenprogramma IT Room Infra 2014
Het programma voor IT Room Infra 2014 bestaat uit tweeëndertig
lezingen. Nog meer dan anders komt innovatie naar voren. Aan het
begin en aan het eind van de dag is er een keynote spreker. Daartussen
zijn er vijf tracks met zes lezingen per track, waar de onderwerpen
verder worden verdiept.
Zijn er onderwerpen waar u graag meer over wilt horen? Of is er een
onderwerp waar u zelf een lezing over wilt geven? Stuur een e-mail
naar [email protected]
1. Koude & Warmte
2. Management & Monitoring
3. Data- & Energietransport
4. Installaties & Veiligheid
5. DatacenterTalk
Per track worden er meetings georganiseerd om met de betrokken
exposanten een zo’n interessant mogelijk programma te maken. De
eerste vier tracks zijn gericht op het inrichten van datacenters en
computerruimtes. Alle traditionele onderwerpen komen hier aan
bod, waar uiteraard wel de focus ligt op de laatste ontwikkelingen.
Zo is er bijvoorbeeld het idee om in de track Data- & Energietransport
ook lezingen te organiseren over DC power in datacenters, of over
de mogelijke transmissiegevaren van bij het toepassen van 100/gbps.
De track DatacenterTalk is nieuw in het IT Room Infra programma.
In deze track komen out-of-the-box onderwerpen aan de orde.
Onderwerpen waar in de wandelgangen over wordt gesproken, maar
normaal gesproken niet op een seminar. Onderwerpen die niet altijd
direct toepasbaar maar wel leuk zijn. Onderwerpen die het werken
in de datacenterwereld zo interessant en dynamisch maken.
activiteiten 2014
1 april - sluiting eerste inschrijving
4 april - bijeenkomst invulling programma
6 juni - bijeenkomst en brancheborrel
6 november - IT Room Infra event
contactgegevens it room infra:
FHI, federatie van technologiebranches
Eline Hazeleger ([email protected])
Telefoon: (033) 465 75 07
Internet: www.itroominfra.nl
dcw maart | it room infra
vijf tracks:
45
Orlando-conferentie en Journal
of Information Technology
Systems
Begin februari heeft BICSI weer de drukbezochte jaarlijkse winterconferentie in Orlando
georganiseerd. Hieronder een korte terugblik op deze ledenbijeenkomst en een eerste impressie
van het nieuwe digitale magazine Journal of Information Technology Systems.
Orlando-conferentie
dcw maart | bicsi
Tijdens zijn eerste keynote als nieuwe BICSI President, presenteerde
Michael A. Collins RCDD, RTPM, CCDA, NCE de roadmap van
BICSI uit het strategische toekomstplan. Het hoofddoel van deze
vereniging voor en door netwerkprofessionals blijft het leveren van
kennis en ervaring voor het ontwikkelen van internationale standaarden en daarvan afgeleide manuals, het aanbieden van opleidingen en
certificeringen om vakkennis te accrediteren en het delen van kennis
binnen de ICT-community. Ook de volledige 2014 BICSI Board of
Directors heeft zichzelf aan de aanwezige leden voorgesteld, tijdens
de business meeting. Een andere belangrijke keynote spreker was
Zalmai Azmi, CEO van Nexus Solutions, die op basis van ruim 30
jaar ervaring in managementfuncties zijn visie over de ICT-toekomst
vertelde. Tijdens de vele technische sessies in Orlando zijn onder
andere de ontwikkelingen op het gebied van categorie 8 bekabeling
voor 40G-applicaties, ontwerpen voor 802.11ac en het certificeren
van bekabeling besproken. Geïnteresseerden kunnen de presentaties
ook online bekijken op www.bicsi.org.
46
artikel over het moderniseren van bestaande datacenters en verderop
onder andere een vier pagina’s artikel over het TIA-voorstel om categorie 8 bekabeling te gaan specificeren voor 40GBASE-T applicaties.
Op het eerste gezicht absoluut een interessant nieuw digitaal magazine, dat in tegenstelling tot het BICSI NEWS echter alleen voor
leden toegankelijk is. Anderzijds kan dat natuurlijk een mooie extra
reden zijn om eindelijk eens lid te worden van deze vakvereniging.
BICSI Conferenties
Wie tijdens het eerste halfjaar van 2014 nog educatieve BICSI-credits
wil verdienen voor het onderhouden van de RCDD-titel, of met vakgenoten wil netwerken, kan deelnemen aan de volgende conferenties:
• 8-10 april: BICSI Middle East Conference in Dubai,
Verenigde Arabische Emiraten
• 27-30 april: BICSI Canadian Conference in Vancouver, Canada
• 12-14 mei: BICSI South Pacific Conference in Brisbane, Australië
• 3 juni: BICSI United Kingdom Conference
Journal ITS
Zoals eerder aangekondigd brengt BICSI vanaf dit jaar het nieuwe
Journal of Information Technology Systems uit. Daarvoor heeft zij
Steve Cardone als nieuwe redacteur aangesteld. Cardone heeft ruim
25 jaar journalistieke ervaring in de ICT-industrie, waaronder voor
het BICSI News Magazine. Het Journal ITS wordt BICSI’s belangrijkste publicatie van leveranciersonafhankelijke technische informatie en artikelen over nieuwe technologieën, standaarden en trends in
het brede spectrum van de ICT-industrie. Beginnend bij het ontwerp
en eindigend bij het projectmanagement en onderhoud van netwerk­
infrastructuren. De eerste editie bevat als coverstory een zes pagina’s
Voor aanvullende informatie over BICSI kunt u contact
opnemen met de Benelux vertegenwoordigers:
RCDD Joop Ierschot van Deerns,
via [email protected]
RCDD Gert-Jan Roozeboom van R&M,
via [email protected]
SL
DAT
GREEN I
SECURITY
VIRTUALISATIE
APPS
SECURITY
STORAGE
SOLUTIONS
PAAS
MIGRATIE
CLOUDSHOPPING
SOLUTIONS
STORAGE
VIRTUALISATIE
MIGRATIE
CLOUDCOMPUTING
LAAS
SAAS
PRIVATE LAAS
GREEN IT
SECURITY
PUBLIC
IT MANAGEMENT
PAAS
MIGRATIE
PRIVATE APPS
CONVERSION
HYBRIDE
CLOUDCOMPUTING
PRIVATE
LAAS
CONVERSION
PUBLIC
HYBRIDE IT MANAGEMENT
GREEN IT
cloudworks.nu geheel vernieuwd!
Feiten en fictie in kaart gebracht
Eindelijk, een efficient-gerichte business case voor de
DCIM waar u echt naar op zoek bent.
Zes manieren waarop StruxureWare for Data Centers software de operationele- en
energie-efficiency verbetert.
1
2
Monitor energie-index
3
wereldwijd
Identificeer buitensporige
capaciteit
Rapporteer energieverbruik en
-kosten
Informatie waarmee u goed op de
hoogte bent van mogelijkheden of
risico’s in de energiemarkt.
Spoor niet-gebruikte of overbodige capaciteit
op en bepaal welke apparatuur kan worden
uitgezet of elders kan worden gebruikt.
Verzamel, analyseer en rapporteer uw
energiekosten en –verbruik op macro–
of microniveau.
4
5
6
Toon PUE van uw gehele
IT/facilities-omgeving
Doorberekenen van
energieverbruik
Simuleer effecten van fouten in
systemen
Genereer real-time meetwaardes voor
de effectiviteit van uw energieverbruik
en tal van andere prestaties.
Dankzij details over het energieverbruik
kunt u de kosten voor het gebruik van het
datacenter exact doorberekenen aan de
verschillende business units.
Identificeer belangrijke IT-consequenties
van energie-uitval en falen van koeling.
Energie-efficiënte beschikbaarheid
Kosten, capaciteit en CO2 footprint zijn voor veel datacenters “top of mind”. Datacenter- of facility
managers moeten daarom de beschikbaarheid van systemen dusdanig beheren, dat het binnen de
wetgeving past en voldoet aan de eisen en wensen op het gebied van OPEX. Om aan alle eisen te
kunnen voldoen, heeft Schneider Electric StruxureWare for Data Centers software ontwikkeld. Hiermee
kunt u het monitoren van uw energieverbruik goed structureren en volledig automatiseren. Waardoor u
altijd een compleet inzicht heeft in al uw datacenterfuncties. Zo heeft u op eenvoudige wijze de juiste
informatie voor de betreffende gebruiker op het juiste moment.
Alle informatie op ieder gewenst moment
Onze datacenter infrastructure management (DCIM-)software voorziet u in een compleet inzicht in uw
gehele infrastructuur. Of het nu op gebouwniveau is of serverniveau. Hierdoor kunt u de uptime van uw
systemen monitoren en beschermen. En de effecten van verplaatsingen, veranderingen, uitbreidingen
in het datacenter simuleren en analyseren, zodat u weet wat de kosten hiervan zijn, welke capaciteit u
nodig heeft en wat de gevolgen voor het energieverbruik zijn. Op deze manier bent u er zeker van dat
zowel IT als facility uw datacenter op ieder moment kunnen aanpassen aan veranderende behoeften.
Terwijl het datacenter altijd beschikbaar en energie-efficiënt is.
Business-wise, Future-driven.™
How Data Centre Management
Software Improves Planning and
Cuts Operational Costs”
> Executive summary
Contents
Verbeter het functioneren van uw datacenter
Compleet inzicht in uw datacenter:
> Visualiseer wijzigingen/capaciteitscenario’s
> Bekijk uw huidige PUE/DCiE en de gegevens uit
het verleden
> Behoud altijd de hoogste beschikbaarheid
> Bekijk en beheer uw energieverbruik
> Space en cage management in multi-tenant
facilities
> Verbeter ‘life-cycle services’ van planning
tot onderhoud
APC by Schneider Electric -producten,
-oplossingen, en -diensten zijn integraal
onderdeel van het IT-portfolio van
Schneider Electric.
Lees onze gratis white paper over DCIM en maak
kans op een Samsung Galaxy Note 3™!
Bezoek www.SEreply.com Key Code 43898p
©2013 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated
companies. All other trademarks are the property of their respective owners. www.schneider-electric.com • 998-1187091_NL_Note3
DataCenterWorks_NL_March_43898p.indd 1
2/21/2014 10:54:55 AM