technologie Specialisatie in IT-hardware zet verder door energiemanagement ‘Software-defined power verbetert betrouwbaarheid van het datacenter’ research Groene energie voor datacenters dcw maart 2013 | in samenwerking met: advancing information transport systems DAAROM VERTROUWEN KLANTEN OP TE CONNECTIVITY Al vanaf het begin werken we samen met de leidende fabrikanten van actieve componenten. Op die manier zijn we in staat oplossingen te ontwikkelen die in-line zijn met de bekabelingstrends van de toekomst. We investeren in duurzame lokale bronnen. Daardoor zijn we in staat om wereldwijd een technische aan-huis-service te leveren, zoals bij internationale datacenter projecten. Houdt uw datacenter flexibel en efficiënt – met de infrastructuur van TE Connectivity! www.datacenteragility.com UNIVERSAL CONNECTIVITY PLATFORM (UCP): • Ideaal voor datacenter omgevingen met “Mixed Media” • Plug & Play Koper en Glasvezel in een paneel • Bespaart tijd en ruimte door een hoge efficiency in het rack • Benut vrije ruimte boven, naast en onder het 19 inch gedeelte • Optimaal geïntegreerd kabelmanagement door panelen die onder een kleine hoek zijn gevormd • Uitgerust voor applicaties voorbij de 100G www.datacenteragility.com/products Data Center Infrastructuur EVERY CONNECTION COUNTS TE Connectivity Nederland BV Rietveldenweg 32, 5222 AR ‘s-Hertogenbosch Tel: +31636246211 Mail: [email protected] KRONE, AMP NETCONNECT, TE connectivity logo en TE Connectivity zijn trademarks dcw colofon Exporteren datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters. datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. h o o f d r e dacte u r / u itg ev e r robbert hoeffnagel te l e fo o n +31 (6) 51 28 20 40 e - m a i l [email protected] e i n d r e dacti e / tr a f f i c a b mu i lw i j k p o sta d r e s r e dacti e beatrixstraat 2, 2712 ck zoetermeer e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl te l e fo o n +31 (0)79 500 05 59 www.datacenterworks.nl a dv e rte nti e - e xp lo itati e jos raaphorst Directeur te l e fo o n +31 (0) 6 34 73 54 24 e m a i l [email protected] vo r m g ev i n g laura willemsen grafisch ontwerp druk grafia media groep datacenterworks werkt samen met kennis partners als bicsi, data centre alliance, green it amsterdam, it room infra en pedca kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en Onlangs was ik op de Fontys Hogeschool in Eindhoven. Ik was op bezoek bij het Big Data Expertisecentrum dat momenteel door deze onderwijsinstelling wordt opgezet. Het idee hiervoor is afkomstig van Eric van Tol, een ondernemer uit de IT-sector die tevens als director aan de Fontys Hogeschool is verbonden. De man zit als een soort spin in het web in de Nederlandse Big Data-wereld. Hij komt over de vloer bij tal van universiteiten, is de zogeheten ‘aanjager’ van het ICT-doorbraakproject Big Data van EZ, praat dagelijks met bedrijven die met Big Data aan de slag zijn en heeft uitgebreide contacten met de onderzoekswereld op dit gebied. Eric kwam al snel tot de conclusie dat er in Nederland enorm veel kennis is op het gebied van Big Data. Daar schort het niet aan. Het is alleen enorm versnipperd.Vandaar zijn idee van een expertisecentrum. Het doel is om hierin zoveel mogelijk kennis en ervaring te bundelen en beschikbaar te stellen. In de wereld van computerruimtes en datacenters zitten we in feite met hetzelfde probleem. We beschikken in dit land ‘met z’n allen’ - zoals dat zo mooi heet - over heel veel kennis en ervaring. Het is alleen enorm versnipperd. Er zijn wat activiteiten die wellicht kunnen helpen om tot bundeling van kennis te komen. De NEN-commissie die de praktijkrichtlijn heeft opgesteld, heeft uiteraard veel info verzameld. Het PEDCA-project probeert de best practices in ons land in kaart te brengen. IT Room Infra groeit stapje-voor-stapje uit tot branchevereniging, maar beschikt (nog) niet over een kennisbibliotheek. En bij de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden is een ‘kenniscentrum’ in voorbereiding, maar dat lijkt vooral een klein onderdeel te zijn binnen de minor ‘utiliteit’. Van een volwaardig expertisecentrum zoals de Fontys Hogeschool deze nu rond Big Data uit de grond stampt is in de Nederlandse datacenterwereld echter geen sprake. Ik denk dat daar verandering in moet komen. De Nederlandse kennis van het ontwerpen, bouwen en exploiteren van datacenters staat op een kwalitatief hoog niveau. We moeten al die kennis en kunde echter gaan bundelen. Zodat de kwaliteit van het - zeg maar - product dat onze branche levert nog verder omhoog kan. Een product dat bovendien zeer geschikt is om te exporteren. Nederland is niet alleen goed in landbouw of watermanagement. Ook onze datacenter-expertise zou wel eens een uitstekend exportproduct kunnen zijn. Maar dan moeten we wel aan de slag met het creëren van de kennisinfrastructuur die ook de Nederlandse waterbranche of de landbouwsector zo succesvol heeft gemaakt. het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv Als ik om mij heen kijk in de datacenter-wereld zie ik bovendien voldoende kandidaten die als lector en trekker van een Datacenter Expertisecentrum prima geschikt zouden zijn. Wie durft het aan? Robbert Hoeffnagel dcw maart | redactioneel jaargang 7, maart 2014, nr. 3 3 7 10 16 14 26 36 24 44 Inhoud energiemanagement koeling 10 26 ‘ software-defined power verbetert betrouwbaarheid van het datacenter’ In het datacenter zien we momenteel een sterke toename van het gebruik van virtualisatie en andere zogeheten ‘software-defined’ strategieën. Hierbij worden applicaties en andere softwareprogramma’s als het ware losgekoppeld van de hardware en komen te ‘draaien’ in een speciale virtualisatielaag. Hierdoor kan de IT-hardware veel beter worden benut. Als het aan Clemens Pfeiffer van PowerAssure ligt, gaan we een vergelijkbare aanpak toepassen als het gaat om de energievoorziening in het datacenter. ‘Software-defined power’ noemt hij dat. certificering 14 groeiende behoefte aan certificering Wanneer ik datacenter operators in Nederland vraag hoe zij tegen certificering aankijken, geven ze meestal aan dat ze graag certificeren wanneer hun klant er expliciet om vraagt. Wanneer niemand erom vraagt heeft het ook weinig zin. “Voor wie zouden we het dan doen?”. Er zijn al behoorlijk wat certificaten in omloop die in het datacenter wereldje worden gebruikt, waarom heeft de Data centre Alliance dan een nieuwe geïntroduceerd? Daar is een reden voor. bekabeling 20 c onnector- en kabelfabrikant maakt gebruik van ervaringen in industriële markt Harting Technology Group ziet zoveel kansen in de Nederlandse datacenter-markt, dat het Duitse bedrijf besloten heeft zich nadrukkelijk op dit marktsegment te gaan richten. Het bedrijf maakt daarbij handig gebruik van zijn ervaring met zowel bekabelings- als connectortechnologie voor de industrie. koeling van het datacenter anno 2014 Al jaren geleden werd voorspeld dat de density in datacenters enorm zou toenemen, met daaruit voortvloeiend een grote behoefte aan vermogen en koeling. Dat is allemaal uitgekomen, maar het probleem is nu dat er geen integrale koeloplossing is die altijd werkt. Soms is er zelfs niet eens een afdoende totaaloplossing voor de behoefte aan koeling van één datacenter. Er worden talloze oplossingen aangeboden. Om de keuze te vergemakkelijken voor verschillende datacenterontwerpen, de beschikbare ruimte en koelbehoeften, legt Carrie Higbie, Global Director of Data Center Solutions and Services bij Siemon, uit hoe elke technologie werkt. Hierbij geeft ze praktische informatie over de diverse koelsystemen en beschrijft ze de gangbaarste technologieën die wereldwijd worden toegepast, waarbij aandacht wordt besteed aan regionale verschillen en ontwikkelingstendensen. green it 30 vergroening amsterdamse datacenter industrie De Amsterdamse datacenter branche is een innovatieve industrie met veel kennis en expertise op het gebied van ontwikkelen en (her) inrichten van duurzame datacenters. Al deze expertise zie je in verschillende vormen terug binnen het Green IT Amsterdam consortium. en verder 34 44 45 46 nieuws agenda nieuws van it room infra bicsi-nieuws 22 groene energie voor datacenters Met het Seventh Framework Programme (FP7) geeft de Europese Unie zijn ambitie om de meest dynamische, competitieve kenniseconomie in de wereld te zijn een stimulans. Met RenewIT - Advanced concepts and tools for renewable energy supply of IT Data Centres -, een driejarig onderzoeksprogramma, streeft de Europese Unie naar verduurzaming van datacenters. Tevens wil de EU meer groei, competitie en werkgelegenheid creëren. Door het breed toegankelijk en bereikbaar maken van informatie over duurzame energietoepassing in datacenters, ambieert de EU dat de steeds grotere datacentervoorraad energiezuiniger en milieuvriendelijker wordt. Ze richt zich hierbij niet specifiek op nieuwe of bestaande datacenters, maar op datacenters van de toekomst. coverfoto Intel heeft onlangs de Xeon-processor E7 versie 2 gelanceerd. De toevoeging ‘v2’ suggereert wellicht dat het hier gaat om een processor met enkele bescheiden uitbreidingen ten opzichte van ‘v1’, maar niets in minder waar. De Xeon E7 v2 is namelijk niet alleen bedoeld voor zware enterprise-toepassingen, maar moet het bovendien voor datacenters mogelijk maken om nieuwe en belangrijke applicaties als Big Data en real-time analytics te kunnen ondersteunen. Daarmee zet het technologieconcern een nieuwe stap in de al langer gaande trend richting verdergaande specialisatie op het gebied van IT-platformen in het datacenter. dcw maart | inhoud research 5 Dutch Datacenter Index, februari/maart 2014 Optimisme houdt aan DDI 72 / 72 de dutch datacenter index staat op een aanhoudend hoog niveau: 72. dit wil zeggen dat een beduidend grotere groep datacenter-beslissers optimistisch is over de ontwikkeling van de nederlandse datacenter-markt. dcw maart | barometer februari 2014 6 Door het percentage datacenters met krimp af te trekken van het percentage datacenters met groei, wordt duidelijk of er meer groeiers of meer krimpers zijn. Dit percentage wordt vertaald in een index, waarbij een waarde van 0 staat voor 100% krimp (alle datacenters rapporteren krimp) en 100 voor 100% groei (alle datacenters rapporteren groei). Als de index op 50 staat, is hij in balans. Meer dan 50 duidt op groei, minder dan 50 duidt op krimp. Om tot een totaal-indexcijfer te komen, worden de drie indicatoren als volgt gewogen: • Oppervlakte (vierkante meters in gebruik): 20 procent • Vermogen (elektrisch vermogen, koelvermogen): 40 procent • Investeringen (vernieuwing/innovatie): 40 procent Ook de vooruitzichten voor de komende twaalf maanden zijn bijzonder positief met beduidend meer datacenters die groei voorspellen, dan datacenters die krimp verwachten. Daarmee komt de index in iedere periode ruim boven de 50, een bevestiging van de sterke groei van de activiteiten over een langere periode zoals we die ook in januari waarnamen. De sterke groei is vooral het gevolg van een toename in de investeringen in het vernieuwen en optimaliseren van het datacenter. Ook het gebruikte vermogen groeit stevig en stabiel door in het komende jaar. Op het gebied van het aantal vierkante meters dat datacenters in gebruik hebben, verwachten datacenter-beslissers in januari nog dat de groei zou gaan stabiliseren in de loop van het jaar, maar het aantal datacenters dat groei in het aantal vierkante meters verwacht, is duidelijk toegenomen in de afgelopen weken.We kunnen nog altijd constateren dat de vierkante meters steeds beter benut worden, terwijl de capaciteit alsook de eisen per vierkante meter sterk toenemen. Maar tegelijkertijd neemt de animo voor nieuwbouw wat toe. Bron: Pb7 Research, februari 2014 sterke groei De Dutch Datacenter Index scoort bij de meting van eind februari zeer sterk met een score van 72 voor de afgelopen drie maanden en ook 72 voor de komende drie maanden. De terugblik ligt een vijftal punten onder de score van de vorige Index. Dat geeft aan dat de meeste groei plaatsvond in aanloop naar het einde van het jaar en dat een klein beetje de voet van het gas ging in het begin van het nieuwe jaar. Dec-Feb Mrt-Mei +12 mnd Vierkante meters in gebruik 70 62 61 Vermogen 65 69 67 Investeringen 80 79 80 Totaal 72 72 71 Tabel: Dutch Datacenter Index, Februari/Maart 2014 tekst: peter vermeulen is directeur van pb7 research Met de DDC Index brengen Pb7 Research en DatacenterWorks de activiteiten binnen de Nederlandse datacenters kort en krachtig in beeld. Om dit te doen, stellen we iedere maand datacenterbeslissers en -professionals van zowel commerciële datacenters als in-huis datacenters een aantal vragen over de veranderingen op het gebied van gebruikte vierkante meters, het gebruikte vermogen en de investeringen. Het gaat hierbij om een selectie van lezers van DatacenterWorks die door onderzoeksbureau Pb7 Research op anonieme basis worden ondervraagd. Specialisatie in IT-hardware zet verder door Nieuwe Intel-processor helpt datacenters Big Data te ondersteunen intel heeft onlangs de xeon-processor e7 versie 2 gelanceerd. de toevoeging ‘v2’ suggereert wellicht dat het hier gaat om een processor met enkele bescheiden uitbreidingen ten opzichte van ‘v1’, maar niets in minder waar. de xeon e7 v2 is namelijk niet alleen bedoeld voor zware enterprise-toepassingen, maar moet het bovendien voor datacenters mogelijk maken om nieuwe en belangrijke applicaties als big data en real-time analytics te kunnen ondersteunen. daarmee zet het technologieconcern een nieuwe stap in de al langer gaande trend richting verdergaande specialisatie op het gebied van it-platformen in het datacenter. vijftien cores We zien deze beweging echter niet alleen aan - zeg maar - de onderkant van de servermarkt. Ook voor het zware rekenwerk zien we nieuwe en gespecialiseerde architecturen opkomen. Intel lanceerde onlangs bijvoorbeeld een nieuwe processor-familie die juist aan die andere kant van het spectrum thuishoort. De Xeon-familie E7 v2 is namelijk bedoeld voor zware IT-applicaties waarbij zeer grote hoeveelheden gegevens niet alleen heel snel, maar vooral ook allemaal tegelijkertijd voor verwerking in het werkgeheugen van de server geladen moeten kunnen worden. Dit wordt ook wel ‘in-memory computing’ genoemd. Deze manier van gegevens verwerken is vooral van toepassing bij belangrijke trends als Big Data, business analytics en Internet of Things. Bij dit soort toepassingen worden grote hoeveelheden en vaak ook zeer diverse soorten en typen gegevens verwerkt en geanalyseerd. Intel heeft alles uit de kast gehaald om van de Xeon E7 v2 een processor-familie te maken waarvan de specificaties bij uitstek geschikt zijn voor dit type IT-toepassingen. De processor komt in meerdere varianten waarbij 6 of 12 Terabyte aan data tegelijkertijd door de cpu’s of cores van de chip kunnen worden verwerkt. De processor is dus in staat om zeer grote hoeveelheden data in één keer te verwerken en te analyseren, een vereiste bij toepassingen als Big Data en Internet of Things. dcw maart | technologie tekst: robbert hoeffnagel Al geruime tijd zien we in de IT-laag van het datacenter een belangrijke trend. Waar we vroeger vooral servers zagen die allemaal een min of meer identieke architectuur kenden, hebben we tegenwoordig steeds meer te maken met hardware die geoptimaliseerd is voor specifieke toepassingen. Daardoor zien we nu bijvoorbeeld allerlei servers opduiken die gebaseerd zijn op chips die voorheen vooral voor mobiele devices bedoeld waren. Deze IT-hardware is daardoor wellicht niet geschikt voor het zware rekenwerk, maar voor relatief lichte toepassingen voldoen deze systemen uitstekend. Een niet onbelangrijk voordeel: het energiegebruik van dit soort processoren is geoptimaliseerd voor mobiele apparaten en is dus over het algemeen zeer klein. Ook de kosten voor energie vallen hierdoor zeer bescheiden uit. 7 De processor telt maximaal 15 vijftien cores of rekenkernen. Per server kunnen twee, vier of acht van deze chips met 15 cores worden toegepast. Daarmee is dus standaard reeds een zeer grote rekencapaciteit beschikbaar. Sommige fabrikanten hebben echter besloten om servers te ontwikkelen die meer dan acht processoren tellen. Om dit te realiseren heeft Intel een speciale externe koppelingsmethode ontwikkeld. waardoor nog meer processoren met elkaar verbonden kunnen worden. Hierdoor ontstaan gespecialiseerde systemen die bij uitstek geschikt zijn voor het razendsnel verwerken van zeer grote hoeveelheden data. rekencapaciteit Bij applicaties op het gebied van Big Data en Internet of Things is echter meer nodig dan enkel en alleen een groot werkgeheugen en processoren die veel rekencapaciteit te bieden hebben. Servers die voor dit soort toepassingen zijn bedoeld, dienen eerst en vooral in balans te zijn. Anders gezegd: de gehele architectuur van een dergelijke server zal afgestemd moeten zijn op dit soort rekenintensieve toepassingen. Met name het cache-geheugen - een soort tussengeheugen tussen werkgeheugen en het externe geheugen - speelt hierbij een belangrijke rol. Intel heeft het cache-geheugen ten opzichte van de eerste generatie E7processoren met meer dan vijfentwintig procent vergroot. Hiermee wil Intel voorkomen dat er zich tussen schijfgeheugen en werkgeheugen van de server bottlenecks gaan voordoen, waardoor de processor als het ware moet wachten totdat er nieuw te verwerken data is aangevoerd. Bovendien is het maximum aantal threads ofwel het aantal rekenacties dat gelijktijdig kan worden uitgevoerd vergroot met de helft. dcw maart | technologie Interessant aan deze processor-familie is verder dat deze op twee verschillende manieren kan functioneren. In de zogeheten ‘performance mode’ is de processor zodanig geconfigureerd dat maximale input en output van data mogelijk is. In de ‘lockstep mode’ daarentegen is de focus iets minder gericht op piekprestaties, maar wordt juist weer meer aandacht besteed aan de betrouwbaarheid van de gegevensverwerking en de transacties die plaatsvinden. 8 Andere noviteiten die Intel heeft toegepast komen in de vorm van wat in jargon wel ‘RAS’ wordt genoemd. RAS staat voor ‘reliability’, ‘availability’ en ‘security’. Hieronder vallen tal van nieuwe features die het mogelijk maken dat op deze processor gebaseerde servers een beschikbaarheid kunnen halen van 99,999 procent. Ook is veel aandacht besteed aan gegevensbeveiliging.Wie met Big Data en dergelijke aan de slag gaat, werkt in de regel met zeer gevoelige bedrijfsgegevens. Dataintegriteit is dan zeer belangrijk. Intel heeft hiervoor een aantal nieuwe voorzieningen ontwikkeld. power en koeling De Xeon E7 v2 is een nieuw voorbeeld van een trend richting specialisatie van IT-hardware. De tijd dat voor zo’n beetje iedere applicatie en iedere taak in het datacenter een ‘general purpose’ server werd toegepast, is duidelijk voorbij. IT-afdelingen kijken tegenwoordig steeds beter naar het type applicatie dat zij willen ‘draaien’ en kiezen hierbij de hardware die het meest voor deze toepassing geschikt is. Soms overheerst daarbij - zoals bij de Xeon E7 v2 - de behoefte aan brute De Xeon E7 v2 is een nieuw voorbeeld van een trend richting specialisatie van IT-hardware rekenkracht en de beschikbaarheid van zeer grote werkgeheugens, in andere gevallen is de ‘IT workload’ relatief licht en voldoen processoren van een lichter kaliber. dcw maart | technologie Voor een datacenter manager betekent deze trend vooral dat de voorheen redelijk eenvoudig vast te stellen profielen voor power en koeling nu steeds meer maatwerk worden. Per rack zal heel goed gekeken moeten worden naar het type hardware dat de IT-afdeling wil plaatsen. De behoefte aan bijvoorbeeld koeling binnen het rack kan namelijk totaal verschillen - afhankelijk van de toepassing. Hetzelfde geldt voor de behoefte aan energie. Tools voor asset management zijn veelal in staat dit soort gegevens over de IT-hardware in te lezen. Is voorzien in een goede koppeling in twee richting tussen het DCIM-pakket en de software voor IT asset management, dan beschikt het datacenter over nauwkeurige info over dit soort onderwerpen. Het wordt hierbij de komende tijd interessant om te zien hoe deze behoefte aan power en koeling in de tijd gaat variëren. Slagen de business-klanten van de betrokken IT-afdeling er in dit soort systemen volledig vol te plannen met Big Data-achtige applicaties? Of gaan we grote wisselingen zien in de belasting van dit soort servers. Deze vraag maakt de koppeling tussen DCIM en IT asset management nog eens extra belangrijk. Een datacenter manager die niet over een dergelijke koppeling beschikt, heeft er namelijk nog een nieuw probleem bij. Hij zal met de hand dit soort gegevens moeten verzamelen en zijn power- en koelingsprofielen ook met de hand moeten bijstellen. 9 Clemens Pfeiffer van PowerAssure: ‘Software-defined power verbetert betrouwbaarheid van het datacenter’ in het datacenter zien we momenteel een sterke toename van het gebruik van virtualisatie en andere zogeheten ‘software-defined’ strategieën. hierbij worden applicaties en andere softwareprogramma’s als het ware losgekoppeld van de hardware en komen te ‘draaien’ in een speciale virtualisatielaag. hierdoor kan de it-hardware veel beter worden benut. als het aan clemens pfeiffer van powerassure ligt, gaan we een vergelijkbare aanpak toepassen als dcw maart | energiemanagement het gaat om de energievoorziening in het datacenter. ‘software-defined power’ noemt hij dat. 10 6 tekst: robbert hoeffnagel abstractielaag ‘Software-defined’ is een buzzword dat geheel past in de rijke traditie die de IT-industrie op dit gebied heeft. Het gaat om een aanpak waarbij - net als bij server-virtualisatie - een scheiding wordt aangebracht tussen de software en de onderliggende hardware. Dat gebeurt door middel van onder andere virtuali- meer weten over softwaredefined power? PowerAssure heeft een whitepaper opgesteld over software-defined power. Deze is hier te vinden: http://goo.gl/s9zkG1 satietechnologie, maar er is vaak toch wel iets meer aan de hand. Neem software-defined networking. In de traditionele aanpak van networking speelt de fysieke koppeling van interface, poort en kabel de boventoon. De kabel verbindt twee poorten en legt daarmee de basis voor een logische verbinding die over (door) deze kabel loopt. Een applicatie kan via de interface en de poort data over de kabel sturen die aan de andere kant wordt ontvangen en verwerkt. De fysieke kenmerken van deze componenten bepalen daarbij de verbinding. Dat was jarenlang een prima aanpak, maar tegelijkertijd ook een inefficiënte manier van werken.Want de capaciteit van de fysieke koppeling is in de regel groter dan de hoeveelheid data die er daadwerkelijk doorheen wordt gestuurd. Bovendien is voor een andere verbinding met een andere toepassing weer een nieuwe combi van interface, poort en kabel nodig. Dat is geen efficiënte aanpak. Maar stel nu eens dat we over zo’n combinatie van interface, poort en kabel een abstractielaag zouden leggen. Net als bij gevirtualiseerde servers kunnen we op deze abstractielaag gevirtualiseerde verbindingen zetten. Dat gebeurt dan geheel softwarematig, net als we met VMware en verge- lijkbare tools virtual machines via software creëren. En net als bij die virtual servers ‘denkt’ de software-defined netwerkkoppeling dat er rechtstreeks met de fysieke omgeving wordt gewerkt, terwijl de verbinding in werkelijkheid uitsluitend softwarematig bestaat. Alle communicatie die nodig is, verloopt via de abstractielaag die zich voordoet als de onderliggende hardware. We leggen daarmee dus ‘software-defined’ netwerkverbinding aan. Dat kunnen er per fysieke verbinding twee, tien of meer zijn. Deze gevirtualiseerde netwerkverbindingen maken allemaal gebruik van een en dezelfde fysieke verbinding. Daarmee kunnen we dus én efficiënter werken (meer virtuele verbindingen samen vullen een fysieke verbinding) én fysieke verbindingen uitsparen, doordat we niet langer een een-op-een relatie hebben tussen fysieke verbinding en behoefte aan netwerkkoppelingen. hoge vlucht Software-defined networking heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld software-defined storage. Pfeiffer breidt dit idee nu dus uit richting power. De reden is dat hij heeft vastgesteld dcw maart | energiemanagement De Chief Technology Officer van PowerAssure trekt al enige tijd de wereld over om te vertellen over zijn visie dat ook de stroomvoorziening van het datacenter als het ware gevirtualiseerd kan worden. Hij noemt dat: ‘software-defined power’. Wie de ontwikkelingen in de IT-markt volgt, ziet onmiddellijk de analogie met software-defined networking, software-defined storage en software-defined datacenter. Daar voegt Pfeiffer nu dus een power-variant aan toe. Maar wat bedoelt hij daar nu precies mee? 11 dcw maart | energiemanagement dat een van de belangrijkste oorzaken van storingen in een datacenter de opkomst van virtualisatie is. Storingen in het net hebben hierdoor een veel grotere impact dan in het verleden toen servers nog enkel hardware-matig bestonden. Anders gezegd: in zijn visie is de robuustheid van de IT-systemen afgenomen, doordat veel IT-‘hardware’ tegenwoordig uitsluitend uit software bestaat. De hardware is weliswaar vaak zeer stabiel, maar een kleine ‘hick-up’ in de stroomvoorziening kan natuurlijk wel een negatieve impact hebben op de gevirtualiseerde servers die op deze hardware ‘draaien’. 12 De tools waarmee aan de facilitaire kant van het datacenter de infrastructuur wordt beheerd, zijn echter in het geheel niet afgestemd op deze gevirtualiseerde IT-wereld. Ook DCIM-pakketten kennen een functionaliteit die vaak nog verrassend sterk op facilitaire voorzieningen is gericht. Weliswaar prima te gebruiken om bijvoorbeeld de PUE goed in kaart te brengen en eventueel te verbeteren, maar niet ingesteld op het voorkomen of oplossen van ‘power outages’, stelt Pfeiffer. Hoe lossen we stroomproblemen dan op? Eigenlijk schieten we daarbij met een kanon op een mug, meent de CTO van PowerAssure. We kiezen er in de regel namelijk voor om meerdere en liefst identieke datacenters op te zetten, zodat we bij een storing IT workloads van het ene datacenter kunnen verplaatsen naar het andere. Het zou veel beter zijn als we de relatie tussen een software-applicatie en de stroomvoorziening kunnen beheren. We kunnen inmiddels software gebruiken om IT-resources bij of af te schakelen, maar dat kunnen we niet als het om power gaat. Pfeiffer zoekt naar een oplossing waarbij de stroomvoorziening wel degelijk kan worden beïnvloed, maar dan door de hoeveelheid servercapaciteit die stroom verbruikt te reguleren. definitie Software-defined power vormt daarmee dus een combinatie van capaciteitsbeheer op energiegebied met geautomatiseerde procedures voor disaster recovery. Daar wil Pfeiffer bovendien nog een aantal extra functies aan toevoegen, bijvoorbeeld op het gebied van samenwerking met energiemaatschappijen, onder andere in de vorm van het uitwisselen van patronen en historische gegevens over de vraag naar stroom onder tal van omstandigheden. Op die manier komt de CTO van PowerAssure tot een soort afbakening van het takenpakket van software-defined power: het automatiseert procedures op het gebied van disaster recovery, breidt deze uit richting power, zorgt voor een koppeling met wat hij noemt ‘utility intelligence’ (samenwerking met energiemaatschappijen op het gebied van kennis over verbruikspatro- ‘BIJ HET OPLOSSEN VAN STROOMPROBLEMEN SCHIETEN WE EIGENLIJK MET EEN KANON OP EEN MUG’ nen en dergelijke), integreert met alle software-defined beheeromgevingen die het datacenter in gebruik heeft (server, networking, storage) en legt een koppeling met DCIM. Voor de datacenter manager is verder een dashboard beschikbaar waarbij per applicatie een beeld van de power-situatie wordt gegeven, inclusief de kosten voor de energievoorziening. Het software-defined power-tool werkt vervolgens op basis van regels om het beheer van de stroomvoorziening te reguleren, maar biedt ook mogelijkheden om handmatig in te grijpen door bijvoorbeeld niet-cruciale applicaties tijdelijk minder servercapaciteit te geven en juist meer capaciteit richting bedrijfskritische applicaties te sturen. Als we de ideeën van Pfeiffer horen, ontstaat als snel de indruk dat we aan het begin staan van een nieuw tijdperk als het om de energievoorziening in het datacenter gaat. Er zijn vooralsnog geen tools die software-defined power in zijn geheel ondersteunen. Pfeiffer pleit daarom voor nauwe samenwerking tussen alle partijen die reeds een stukje van de puzzel in bezit hebben. Met zijn pleidooi voor software-defined power wil hij dan ook vooral een nieuw concept in de markt zetten. In de hoop dat het idee vaste grond onder de voeten krijgt en aanslaat bij tal van aanbieders, maar vooral ook bij datacenter managers. Schneider Electric beschermt virtuele machines om bedrijfskritische systemen optimaal te beschermen tegen stroomuitval, heeft schneider electric zijn powerchute network shutdown-software voor het uitschakelen van it-apparatuur uitgebreid met ondersteuning voor virtuele, geclusterde omgevingen. samen met de uninterruptible power supply (ups) network management card van apc by schneider electric zorgt versie 3.1 van powerchute network shutdown voor een continue beschikbaarheid van de virtuele infrastructuur. automatisch migreren PowerChute Network Shutdown v3.1 kan virtuele machines die worden getroffen door een onderbreking in de stroomvoorziening volledig automatisch migreren naar een host die geen hinder ondervindt van de storing. PowerChute kan deze migratie uitvoeren zonder de aanwezigheid van migratietech nologieën zoals Distributed Resource Scheduler (DRS). Als het niet mogelijk is om virtuele systemen te verplaatsen, zorgt de software ervoor dat systemen correct worden afgesloten. Hierdoor wordt verlies of corruptie van de data en schade aan de apparatuur voorkomen. Dit was voorheen alleen mogelijk met op maat gemaakte scripts. volledige ondersteuning vmware en hyper-v Standaard ondersteunt PowerChute Network Shutdown de meest recente versies van virtualisatieplatformen zoals VMware vSphere 5.5 en Microsoft Hyper-V Server 2012 v1 R2. De platformen zijn ook naast elkaar te gebruiken. Via een eenvoudige installatiewizard zorgt PowerChute Network Shutdown v3.1 voor een naadloze configuratie en bescherming van virtuele machines. Door de VMware Ready-certificering zijn VMware-gebruikers van PowerChute Network Shutdown v3.1 verzekerd van een eenvoudige installatie en een groot gebruiks gemak. Voor de installatie kunnen gebruikers binnen VMware-omgevingen kiezen voor het installeren van de oplossing als een virtuele appliance. Een 'Virtual Cluster View’dashboard geeft op één scherm een grafische weergave van het virtuele cluster en de opstelling van de UPS. Deze gebruikersinterface kan met behulp van de nieuwe PowerChute vCenter Plugin ook worden benaderd via de vSphere Client. Met vApps kan het afsluiten en herstarten van virtuele machines worden geconfigureerd. beschikbaarheid PowerChute Network Shutdown v3.1 is gratis te downloaden via de APC by Schneider Electric-productwebsite. Daarnaast wordt de software geleverd bij de UPS Network Management Cards van Schneider Electric. Gebruikers kunnen de software ook als virtuele appliance downloaden via de VMware Solution Exchange: https://solutionexchange. vmware.com/store. dcw maart | power management “Hoewel virtualisatie het IT-landschap heeft veranderd, blijft de noodzaak om de IT-infrastructuur te beschermen tegen een stroomstoring onveranderd”, zegt Paul Bron, Vice President bij Schneider Electric's IT Business. “PowerChute Network Shutdown v3.1 brengt virtuele machines tijdens een downtime in veiligheid. IT-managers hebben hierdoor de tijd om na te gaan waar het probleem zit, zodat zij kunnen zorgen voor een oplossing.” 13 Visie Data Centre Alliance: Groeiende behoefte aan certificering wanneer ik datacenter operators in nederland vraag hoe zij tegen certif icering aankijken, geven ze meestal aan dat ze graag certif iceren wanneer hun klant er expliciet om vraagt. wanneer niemand erom vraagt heeft het ook weinig zin. “voor wie zouden we het dan doen?” er zijn al behoorlijk wat certif icaten in omloop die in het datacenter wereldje worden gebruikt, waarom dcw maart | certificering heeft de data centre alliance dan een nieuwe geïntroduceerd? daar is een reden voor. 14 Certificering geeft geen garanties aan klanten maar biedt wel een houvast en geeft een kwaliteitsniveau weer. Er zijn certificeringen er die iets roepen over •de verwachte weerbaarheid van een datacenter tegen allerlei soorten invloeden die de continuïteit van het datacenter kunnen beïnvloeden, •informatie en fysieke beveiliging, robuustheid/redundantie van de technische infrastructuur, de gehanteerde gezondheidsnormen, energie efficiëntie, kwaliteit en energiezuinigheid van het gebouw, • de gehanteerde processen, •de wijze waarop de operatie wordt uitgevoerd en gemonitord. Certificaten certificeren? De kwaliteit van het certificaat zélf staat natuurlijk ook ter discussie. Uiteindelijk is een certificaat een momentopname en dient een organisatie zich het gedachtengoed achter een certificaat dagelijks te doorleven. Dat niet na het behalen van een certificaat de klad er in komt. Ook vergeet men wel eens het verschil tussen een certificaat en het afgeven van commitment om zaken te willen veranderen. Zo vernam ik tijdens het laatste DCD congres in Amsterdam, dat een datacenter zichzelf trots ‘gecertificeerd door de European Code of Conduct for Data Centres’ noemde. Dat bekt commercieel gezien heel aardig, maar een dergelijk certificaat bestaat niet. De kwaliteit van de certificering hangt af van: Wie certificeert? Ik vind een certificering die aan de hand van een vragenlijst die door de eigenaren/operators van de te certificeren datacenters zelf kan worden ingevuld, eigenlijk per definitie niks waard. Althans, ik zou daar als afnemer van datacenterdiensten niet warm of koud van worden. Het is een typisch ‘slager die zijn eigen vlees keurt’ verhaal. Uiteraard is iedereen altijd eerlijk en oprecht maar soms komen we er toch achter dat daar uitzonderingen op te vinden zijn. Misschien niet meteen frauduleus, maar het gevaar is dat men de ‘invuloefening’ niet op alle onderdelen even goed begrijpt, of anders interpreteert. Wat heeft een klant dan aan een certificaat als de check op de juistheid van de certificering ontbreekt? Een aantal certificeerinstanties werken met geaccrediteerde certificeerorganisaties. Enig napluizen wie de certificering heeft afgegeven biedt al gauw meer inzicht in de kwaliteit en daarmee de waarde van het certificaat. Wat te bereiken met certificeren? Wanneer Amerikaanse klanten in Europa over de streep moeten worden gehaald om in een datacenter te gaan, is het vrijwel noodzakelijk om een certificering van het Uptime Institute te overleggen. Ik heb wel met een datacenter gesproken die om die reden de datavloer dermate had verhoogd, dat men richting Amerikaanse klanten kon vertellen dat ‘alles boven NAP’ stond. Amerikanen vinden het feit dat het merendeel van Nederland onder de zeespiegel staat wel heel erg spannend. De meeste datacenters richten de boel zo in, dat aan dergelijke eisen, hoe on-Nederlands ook, gewoon gehoor kan worden gegeven; je wilt natuurlijk geen klanten op voorhand uitsluiten. Het lijkt er dus inderdaad op dat de klant bepaalt welke certificering een datacenter moet hebben. Dat is normaal, dat is zoals het hoort. Een datacenter, het management ervan, kan bovendien van een certificeringsproces leren en input krijgen voor een verbeterplan. De de dca certificering Als lid van de Board of Governors van het DCA (www.datacentrealliance.org), waarin ik de Nederlandse belangen en inzichten in het overleg representeer en als directeur van Cerios Green BV, welke één van de nu vier Approved DCA Auditors is, ben ik zeker niet neutraal in het beoordelen van de waarde van de DCA Certificering. Het doel van de DCA Certificering is om een onafhankelijke certificering te hebben voor en door de datacenter industrie zelf. Slechts de geaccrediteerde auditors mogen de accreditatie voorbereiden en dit gebeurt in de datacen- Afbeelding 2 DCA Certificeringsproces http://www.data-central.org/?page=Certifications ters zelf, en is niet slechts op papier (m.u.v. de audit op het ontwerp van een datacenter). Het proces start met de strategie van een datacenter, kijkt naar 1. de robuustheid van het datacenter, 2. de fysieke toegangsbeveiliging, 3. de energie efficiëntie en 4.hoe professioneel in het datacenter wordt gewerkt. Deze DCA certificering vervangt niet de certificering van het gebouw, veiligheids-, milieuen bouwvoorschriften of ISO standaarden. Het biedt inzicht aan datacenter en datacenter klanten over de kwaliteit van het datacenter op de bovengenoemde 4 punten. Om een certificaat te houden is het nodig om een certificaat te vernieuwen en jaarlijks wor- den er surveillance checks uitgevoerd. ‘Last but not least’ het is te realiseren voor een zeer schappelijke prijs; dit in schril contrast met alternatieve certificeringen. Het certificaat geeft het datacenter en de klant van het datacenter inzicht in de kwaliteit van de operatie, beheer en onderhoud, energie efficiëntie en toegangsbeveiliging. Op deze wijze kan een klant het risicoprofiel, in relatie met de kosten van de geboden diensten in het datacenter, goed beoordelen. Bovendien kan de klant volgen op welke wijze het datacenter de uptime doelstelling denkt te realiseren. nog even de voordelen op een rij: Onafhankelijkheid. De geaccrediteerde auditors zijn onafhankelijk en de datacenters kunnen zelf bepalen welke geaccrediteerde auditor wordt aangezocht om de audit uit te voeren. Transparantie. Het certificeringsproces kent vier lagen van accordering en ondertekening. Daarmee wordt zo goed als mogelijk gegarandeerd dat auditors een vergelijkbare aanpak hebben en tot een vergelijkbare conclusie komen in het certificeringsproces. Betaalbaar. Het DCA is een non-profit Industry Association en berekent een vergoeding voor de kosten die de administratie van de certificering met zich meebrengt.Verder is het aan de geaccrediteerde auditor en de te certificeren klant, om voor het certificeringsproces zelf een vergoeding af te spreken. dcw maart | certificering tekst: frank verhagen is directeur van cerios green. hij maakt tevens deel uit van het bestuur van de data centre alliance en is vanuit die rol nauw betrokken bij pedca. cerios green is een van de deelnemers aan pedca enorme bedragen die vervolgens door sommige certificeer instituten worden gevraagd lijkt het doel om als datacenter iets te leren wat naar de achtergrond te drukken. De certificeringskosten zijn alleen dan te rechtvaardigen vanuit commercie, wanneer een klant dat verwacht of eist. Deze prijzen geven wel aan dat er momenteel wat monopolievoordelen worden gerealiseerd. Dat datacenters eigenlijk niet om dergelijke certificeringsinstituten heen kunnen, er weinig vergelijkbare alternatieven zijn en bovenal… soms helemaal niet bereikt wat de klant en datacenter hiermee hoopt te krijgen; waardevol inzicht in de onafhankelijk beoordeelde kwaliteit van het datacenter (of het ontwerp ervan). En als het op enig moment goed was, wat zegt dat dan over hoe het volgend jaar erbij staat? Eén goede oplossing is: iemand anders keurt en certificeert en deze exercitie wordt met enige regelmaat herhaald. 15 dca classification ratings The DCA approved consultants will assess the resiliency of the Data Centre Critical Systems against a level of resiliency. The DCA will collate the assessment data as supplied by the approved consultants and will rate the Data Centre against a set of Classifications. dcw maart | certificering ‘Het certificaat geeft het datacenter en de klant van het datacenter inzicht in de kwaliteit van de operatie, beheer en onderhoud, energie efficiëntie en toegangs beveiliging’ 16 The Classifications are defined as: Classification ‘Unclassified’ The data centre does not meet the minimum requirements to meet a classification level of ‘1’. This may be because some key elements of a data centre do not exist and so cannot be rated. Classification of ‘1’ The data centre services are provided with a singular path for power, cooling and utility. There are NO redundant components Classification of ‘1½’ or 1.5 or 1+ The data centre services are provided with a singular path for power, cooling and utility. There are ‘SOME’ key redundant components built into the infrastructure Classification of ‘2’ The data centre services are provided with a singular path for power, cooling and utility. There are ‘CONSISTENT’ redundant component built into ALL key elements of the infrastructure Classification of ‘2½’ or 2.5 or 2+ The data centre services are provided with a mixture of singular and multiple power, cooling and utility distribution paths, where one path is active and the second path (where provided) is redundant providing a concurrently maintainable system Classification of ‘3’ The data centre services are provided with multiple power, cooling and utility distribution paths, but only one path is active whilst the second is redundant providing a concurrently maintainable system Classification of ‘3½’ or 3.5 or 3+ The data centre services are provided with multiple power, cooling and utility distribution paths, some of the infrastructure is provided with only one path which is active and the second redundant path provides for a concurrently maintainable system, whilst other elements are provided with multiple active paths and where services are in an active/active state providing a concurrently maintainable fault tolerant system Classification of ‘4’ The data centre services are provided with multiple active power, cooling and utility distribution paths, redundant components that provide a concurrently maintainable fault tolerant system. Kostenefficiënt en betrouwbaar De meerwaarde van Warmte Koude Opslag (WKO) warmte koude opslag (wko) in de bodem, ook wel bodemenergie genoemd, is een zeer kostenefficiënte en betrouwbare techniek voor het koelen van datacenters. verschillende grote datacenters in nederland maken er al gebruik van. wat is wko eigenlijk? hoe werkt het systeem precies en wat is de meerwaarde voor bedrijven? tekst: wouter hoeffnagel is journalist wat is wko? WKO in de bodem (bodemenergie) is een sterke duurzame techniek voor klimaatbeheersing. Bij WKO worden warme en koude bronnen diep in de grond aangelegd. Dit maakt het mogelijk warmte en koude op te slaan in het grondwater, waardoor deze bewaard blijft en in een later stadium kan worden aangesproken. Met WKO worden grote koudebuffers in de bodem gecreëerd waarop een datacenter zich zelfs tijdens de warme zomermaanden kan beroepen om op de gewenste temperatuur te blijven. hoe werkt het systeem? GeoComfort vervult een voortrekkersrol binnen de branche en heeft ruime ervaring bij de toepassing van WKO in datacenters. Het systeem wordt in twee varianten geleverd: een doubletsysteem en een monobronsysteem. Een doubletsysteem is een systeem met twee bronnen: één warme en één koude bron. Deze bronnen worden naast elkaar geplaatst waarbij de onderlinge afstand bijvoorbeeld 100 m dient te bedragen. Koud water wordt in de zomer uit de koude bron gepompt, opgewarmd door gebruik voor koeling en als warmer water in de warme bron gepompt. De koude bron wordt in de winter via vrije koeling weer geladen. Deze doubletsystemen leveren een capaciteit van 10 tot en met 250 m3/uur.Voor deze systemen moeten twee boorgaten worden gemaakt. De monobronsystemen maken gebruik van slechts één boorgat. Het boren van een bron is relatief duur en is dan ook in grote mate bepalend voor het kostenplaatje. Een monobronsysteem is aanzienlijk goedkoper in aanleg dan een doubletsysteem. De warme en koude bel zijn hierbij boven elkaar geplaatst, waardoor slechts één boring hoeft te worden uitgevoerd en het systeem minder ruimte in beslag neemt. Ook hierbij wordt in de zomer koud water uit de koude bron gepompt, opgewarmd door gebruik voor koeling en als warmer water terug in de warme bron gepompt. In tegenstelling tot een doubletsysteem kunnen monobronnen echter eenvoudig dichtbij elkaar worden geplaatst. De systemen beïnvloeden elkaar zelfs positief. GeoComfort voorziet monobronsystemen van een ondergrondse warmtewisselaar. Doordat de wisselaar ondergronds is aangebracht bestaat er geen risico op ontgassing van grondwater door drukverschillen. Dit is van belang, aangezien ontgassing van grondwater tot verstoppingen kan leiden. De monobronsystemen zijn beschikbaar met capaciteiten van 5 tot en met 55 m3/uur. GeoComfort voert alle activiteiten die met WKO te maken hebben binnenshuis uit. 1 de voordelen Bedrijfszekerheid WKO zorgt voor een continue en betrouwbare koeling van een datacenter. Dit is noodzakelijk om constante prestaties van de datacenterap- dcw maart | koeling De techniek kan met een minimaal elektra input zeer grote koelcapaciteiten leveren. Hierdoor is het op locatie beschikbare elektrisch vermogen grotendeels inzetbaar voor servercapaciteit. Dit geldt zowel voor basiskoeling als voor redundant koelvermogen. De beschikbare elektraaansluiting kan dus op zaal worden ingezet. Toepassing van WKO levert hierdoor geen meerkosten op, maar wel flinke voordelen in exploitatie en duurzaamheid. Andere kenmerken zoals een snelle opstarttijd en een zeer gering ruimtebeslag, maken het systeem extra aantrekkelijk. 17 De koude bron wordt gedurende de winter Het datacenter kan gedurende de herfst De koeltoren en WKO werken gedurende de opgeladen, terwijl het datacenter met de en lente worden gekoeld met behulp van zomermaanden samen om het datacenter te koeltoren wordt gekoeld. vrije koeling. koelen. paratuur te kunnen garanderen. Servers presteren immers optimaal bij een specifieke temperatuur. Het is dan ook van belang deze temperatuur zoveel mogelijk vast te houden. Een WKO helpt hierbij, aangezien het systeem zeer betrouwbaar is. De onderwaterpomp in het systeem is het enige bewegende onderdeel, wat de kans op technische problemen minimaliseert. De opstarttijd van WKO als noodkoeling is uitermate kort, waardoor bedrijfszekerheid verhoogd wordt. Het systeem bevindt zich veilig onder de grond. Er staan dus geen kwetsbare delen op het dak die onderhevig zijn aan weersinvloeden en calamiteiten. dcw maart | koeling 2 18 Meer vermogen beschikbaar voor data De datacenterwereld draait om twee grootheden: power & cooling. WKO presteert uitstekend in beide velden. Het systeem verbruikt nauwelijks elektra voor zowel basiskoeling als noodkoeling. Het beschikbare elektrische vermogen kan hierdoor nagenoeg volledig worden gebruikt voor de servers. Dit zorgt dus voor meer capaciteit op de zaal! 3 Energiegebruik Koelinstallaties in datacenters verbruiken over het algemeen veel energie om een datacenter op de gewenste temperatuur te houden. Vrije koeling biedt uitkomst, aangezien hierbij wordt gekoeld met buitenlucht. Deze koude buitenlucht is gratis beschikbaar en kan energieefficiënt door het datacenter gepompt worden. Vrije koeling is echter alleen mogelijk als de buitentemperatuur lager is dan de gewenste temperatuur in het datacenter. Een bepaalde periode van het jaar is de buitentemperatuur in Nederland te hoog om het datacenter te kunnen koelen. Op dit moment springt WKO in en wordt de vrije koeling aangevuld met de in het grondwater opgeslagen koude. Energieverslindende compressiekoeling is hierdoor niet langer noodzakelijk, waardoor aanzienlijk op het energiegebruik wordt bespaard. De energiekosten van het datacenter dalen hierdoor aanzienlijk. 4 Volledig uitbesteed Partijen zoals GeoComfort hebben niet alleen kennis van de eigen techniek maar ook van datacenters. Die branche-specifieke kennis maakt dat het volledige project kan worden uitbesteed, van ontwerp en installatie tot onderhoud en energiebeheer. De klant heeft zelf dus geen omkijken naar WKO en kan zich hierdoor volledig op zijn kernactiviteiten richten. De keuze voor WKO bespaart bedrijven dan ook veel tijd, zorgen en daarmee geld. aandachtspunten Datacentereigenaren en -beheerders die WKO willen implementeren in hun datacenter moeten een aantal aandachtspunten in het oog houden: •Het noodzakelijke vloeroppervlak na de realisatie is slechts één m2. Deze ruimte moet echter wel beschikbaar zijn buiten het datacenter. Daarnaast moeten de bodemomstandigheden geschikt zijn. Door middel van een quick scan kunnen de mogelijkheden voor uw datacenter worden geïnventariseerd. •GeoComfort levert WKO als concept. Dit betekent dat het bedrijf de systemen op maat levert aan de klant. In veel gevallen is het hierdoor mogelijk grote delen van de bestaande koelinfrastructuur te Een WKO monobronsysteem waarbij zowel de koude als bron in aparte boorgaten naast elkaar geplaatst. warme bron in één boorgat zijn ondergebracht. behouden en hergebruiken. Bekijk de bestaande koelinfrastructuur in uw datacenter dan ook kritisch en beoordeel in welke mate u deze infrastructuur wilt hergebruiken. Zowel de investeringen in een WKO als de tijd die de bouw van het systeem in beslag neemt worden door het gebruik van koelinfrastructuur tot een minimum beperkt. Het datacenter kan zelfs operationeel blijven tijdens de realisatie van WKO. •Bewaar de bodembalans. Richt u dus niet alleen op koelen, maar ook op verwarmen. Door het toepassen van WKO kan het datacenter in de toekomst de opgeslagen warmte leveren aan de buurman. Hierbij kan een warmtepomp de laagwaardige warmte op een hoger temperatuursniveau brengen dat geschikt is voor ruimteverwarming, tegelijkertijd levert deze warmtepomp koeling aan het datacenter. •Vraag om partijen met een track-record in de branche. Wie WKO wil gebruiken maakt de techniek onderdeel van de koeling van een datacenter, waardoor de bronnen cruciaal worden voor het goed presteren van het datacenter. Kies daarom voor een partij die zichzelf in de praktijk heeft bewezen. Niet alleen stelt u hierdoor zeker WKO van kwaliteit te krijgen, ook weet u zeker dat de gekozen partij het systeem zonder problemen kan aanleggen. •Denk aan de waterwetvergunning! Als u grondwater wilt onttrekken aan de bodem of water in de bodem wilt infiltreren moet u in het bezit zijn van een waterwetvergunning. Betrek de realiserende en ontwerpende partij bij het aanvragen van deze vergunning. •WKO van GeoComfort heeft in de realisatie een korte doorlooptijd. Een monobronsysteem of doubletsysteem kan in 12 weken worden gerealiseerd, waardoor u in korte tijd gebruik kunt maken van WKO. Hou echter rekening met de vergunningsprocedure (zie verderop). Het is zaak deze vroegtijdig aan te vragen. •Kies voor partijen die gezamenlijk staan voor goede overdracht in de verschillende fases in de implementatie van een WKO. Zowel de ontwerp-, realisatie- als beheerfase zijn van groot belang. Een fout in bijvoorbeeld de ontwerpfase kan in een andere fase voor problemen zorgen. Het is dus van belang dat iedere fase goed wordt overgedragen. Het kiezen van partijen die gezamenlijk hiervoor garant staan is dus van belang. WKO is dus erg interessant voor ieder bedrijf. Een dergelijke systeem helpt bedrijfszekerheid te vergroten en maakt meer vermogen beschikbaar voor servers.Tegelijkertijd kan het energiegebruik van het datacenters aanzienlijk worden teruggedrongen, aangezien energieverslindende compressiekoeling niet langer gebruikt hoeft te worden. Meer weten? Kijk op www.geocomfort.nl dcw maart | koeling Bij het WKO-doubletsysteem zijn de koude en warme 19 HARTING mikt op integrated connectivity Connector- en kabelfabrikant maakt gebruik van ervaringen in industriële markt harting technology group ziet zoveel kansen in de nederlandse datacenter-markt, dat het duitse bedrijf besloten heeft zich nadrukkelijk op dit marktsegment te gaan richten. het bedrijf maakt daarbij handig gebruik van zijn ervaring met zowel bekabelings- als connectortechnologie voor de industrie. dcw maart | bekabeling Tot voor kort was HARTING slechts mondjesmaat in de Nederlandse markt voor datacenters en computerruimtes actief. Maar daar 20 Harting biedt momenteel een gestructureerd bekabelingssysteem voor gebruik in zowel datacenters, de industrie en in kantoor omgevingen. komt nu verandering in. Managing Director Cor van der Graaf van HARTING BV in Den Bosch ziet eveel kansen in de datacenter-markt. Daarbij denkt hij met name goed gebruik te kunnen maken van de kennis en ervaring die het bedrijf heeft opgedaan in de markt voor industriële bekabeling. industrieel Van der Graaf: “Door de jarenlange industriële ervaring die HARTING heeft opgedaan, weten wij als geen ander wat er allemaal bij komt kijken om een robuust en betrouwbaar Ethernet-netwerk te realiseren. Binnen de industrie worden zeer hoge eisen gesteld aan de materiaaleigenschappen van netwerkbekabeling en connectoren. Denk hierbij aan vocht, olie en chemicaliën waar een kabel of connector aan kan worden blootgesteld, maar ook extreme temperaturen en UV-straling zijn hier zeer gebruikelijk.” Ook EMC is al lang niet meer een probleem wat alleen maar binnen de industrie voorkomt. Binnen datacenters maar bijvoorbeeld ook kantoren ontstaan steeds meer problemen met EMC door gebruik van onder andere frequentieregelaars voor klimaatregelingen. “Om te zorgen dat een Ethernetnetwerk zeer goed bestand is tegen externe EMC invloeden, gebruikt HARTING enkel en alleen afgeschermde kabels en connectoren”, stelt Van der Graaf. “Dit in tegenstelling tot de tot nu toe gebruikelijke nietafgeschermde ethernetkabels en connectoren. Hiermee wordt vervuiling op het netwerk voorkomen, met alle daarbij behorende storingen. Een aantal jaren geleden was EMC nog niet echt een probleem, maar met de vraag naar hogere transmissiesnelheden en de bijbehorende fre- tekst: hans vandam is journalist HARTING Technology Group ontwikkelt, produceert en verkoopt industriële connectoren en bekabeling voor data- en voedingtoepassingen, aansluitingen voor apparatuur, netwerkcomponenten en kabelassemblage voor netwerken. De producten worden wereldwijd toegepast in datacenters, fabrieksautomatisering, machinebouw, energiecentrales en telecommunicatie. Een krachtige en solide bekabeling is de ruggengraat van Integrated connectivity en garandeert een snelle en veilige uitwisseling van grote hoeveelheden data. De productie van kabels en connectoren bij Harting Technology Groep. quenties neemt de kans op problemen rond EMC toe.” De ontwikkelaars van de HARTINGTechnologie Groep werken intensief aan productiviteit, de mate van standaardisatie en de generieke inzet. Daarbij geeft HARTING bovendien mede vorm aan de totstandkoming van internationale standaardisatie van de datanetwerk-technologie. Hiervoor zijn de experts van HARTING actief in zowel nationale en internationale werkgroepen zoals de ISO/IEC. siteit van Reutlingen en andere experts nieuwe technologieën ontwikkeld en getest voor het overbrengen van 100 Gigabit per seconde via symmetrische transmissiekanalen op koperbasis. productportfolio dcw maart | bekabeling HARTING biedt momenteel een gestructureerd bekabelingssysteem voor gebruik in zowel datacenters, de industrie en in kantooromgevingen. Het portfolio is gebaseerd op zowel koper- als glasvezelcomponenten en koppelt de door HARTING ontwikkelde preLink-technologie aan de klassieke gereedschapsloze IDC-aansluittechniek. Door het gebruik van de preLink-technologie is een netwerkverbinding volledig afgeschermd - van de aan te sluiten component (de server of de switch) tot aan het patch-paneel. Het huidige productspectrum van Ethernet-aansluittechniek, kabels en patch-kabels voor datanetwerktechnologie van HARTING is ontworpen voor een overdrachtsbandbreedte van 500 MHz. Dit komt overeen met categorie 6A volgens ISO/IEC en garandeert een bedrijfszekere gegevensoverdracht tot 10 Gigabit per seconde. blik op de toekomst Omdat in de toekomst nog hogere bandbreedtes nodig zijn, werken de ontwikkelaars van HARTING inmiddels ook aan de volgende generatie netwerken. In een onderzoeksproject worden samen met de Univer- Cor van der Graaf, managing director van Harting BV in Den Bosch: “EMC wordt een steeds groter probleem bij netwerken.” 21 Groene energie voor datacenters met het seventh framework programme (fp7) geeft de europese unie zijn ambitie om de meest dynamische, competitieve kenniseconomie in de wereld te zijn een stimulans. met renewit advanced concepts and tools for renewable energy supply of it data centres -, een driejarig wil de eu meer groei, competitie en werkgelegenheid creëren. door het breed toegankelijk en dcw maart | research bereikbaar maken van informatie over duurzame energietoepassing in datacenters, ambieert 22 de eu dat de steeds grotere datacentervoorraad energiezuiniger en milieuvriendelijker wordt. ze richt zich hierbij niet specifiek op nieuwe of bestaande datacenters, maar op datacenters van de toekomst. Het onderzoeksproject is een samenwerking van zeven partners: ingenieursbureau en datacenterspecialist Deerns uit Nederland, het Spaanse energieonderzoekscentrum IREC, onderzoeksinstituut Barcelona Supercomputing Center, duurzaamheidsexpert Aiguasol, datacentercontrole-specialist Loccioni uit Italië, de Duitse Technische Univer siteit in Chemnitz en het Engelse onderzoeks- en adviesbureau 451 Research. slim instrument RenewIT is het laatste project in een serie van Dolfin, Genix, Geyser, GreenDataNet en DC4Cities. Door informatie over renewables gemakkelijker beschikbaar, analyseerbaar en vergelijkbaar te maken, willen de RenewIT-partners dat datacenters hun elektriciteit nog efficiënter gaan gebruiken. Het streven is om 80% van energie uit hernieuwbare bronnen te halen. Denkbare technologieën richten zich tekst: bianca van der ha, data center consultant bij deerns onderzoeksprogramma, streeft de europese unie naar verduurzaming van datacenters. tevens marktonderzoek als basis Het gehele project is opgedeeld in een aantal werkpakketten met eigen taken en verantwoordelijkheden voor elke partner. Naast het ondersteunen van de partners gedurende het gehele project, doet ingenieursbureau Deerns marktonderzoek om zo een goed beeld te krijgen van de huidige datacentermarkt. Deerns gebruikt hierbij haar eigen kennis en ervaring, en wordt ondersteund door specifieke marktkennis van een aantal andere partijen. Samen bepalen zij welke gegevens voor het model van belang zijn. Hierbij kan worden gedacht aan de grootte van het datacenter, de omgevingsomstandigheden en het type koeling. Uit deze basisgegevens volgt een ‘voorspellend’ karakter van het verbruik. Deze voorspelde gegevens zijn belangrijk om de inzet en efficiëntie van mogelijke duurzame bronnen te kunnen bepalen. Al deze informatie en analyses samen worden geïmplementeerd in een model waarin het energieverbruik, het type datacenter en de inzet van duurzame energiebronnen op elkaar zijn afgestemd. een zo groot mogelijke impact Naast het verkrijgen van een goed beeld van de bestaande datacentermarkt, doelt het onderzoek ook op het inzichtelijk maken van het type datacenter waar de meeste winst te behalen is. Is dit vooral bij de enorme datacenters, zoals van Google, of is het toch interessanter om renewables toe te passen bij kleinere bedrijfsdatacenters? We zien in de markt dat het grootste aandeel van de energie verbruikt wordt door alle kleine datacenters samen. Gebaseerd hierop verwachten we dat er in deze marktsector de meeste winst te behalen is. Hierbij is het na- dcw maart | research op warmte zoals biomassa en hergebruik van datacenterwarmte, duurzame energiebronnen zoals wind- en zonne-energie en ten slotte op koeling zoals direct-air cooling (zoals toegepast bij het Universitair Medisch Centrum in Groningen), bodemopslag (zoals toegepast bij het Rabobank-datacenter in Boxtel) en rivier- of zeewaterkoeling. Het uiteindelijke vereiste resultaat is een slim ontwerp- en onderzoeksinstrument waarmee onderzocht kan worden of en in welke mate de inzet van duurzame energieopwekking aan een datacenter efficiënt en lonend is. Om dit te bepalen, analyseert het instrument economische, energetische en duurzaamheidsaspecten. 23 ‘Een handige tool waarmee bedrijven en instanties in een korte tijd kunnen onderzoeken welke hernieuwbare energie van toegevoegde waarde kan zijn voor hun eigen datacenter’ dcw maart | research tuurlijk ook van belang om de betrouwbaarheid van de hernieuwbare technologieën en de investeringsbereidheid van de datacentereigenaren mee te nemen. Aangezien betrouwbaarheid een van de belangrijkste, zo niet het allerbelangrijkste, criterium is van een goedwerkend datacenter, mag een hernieuwbare bron deze betrouwbaarheid absoluut niet in gevaar brengen. Bij de voorselectie van de renewables weegt betrouwbaarheid dan ook zwaar. Daarnaast zien we in de markt dat binnen sommige segmenten de bereidheid om te investeren in hernieuwbare energie lager is dan in andere segmenten.Wil een renewable succesvol zijn, dient er wel bereidheid te zijn bij de datacentereigenaar om deze te implementeren. 24 Het Spaanse energieonderzoekscentrum IREC is verantwoordelijk voor het wetenschappelijk en financieel management van het gehele project en het totale budget van 3,6 miljoen euro. Aiguasol, ook Spaans, is betrokken bij het modelleren van het energieverbruik van de datacenters en de energiebesparing van de hernieuwbare bronnen. Het Engelse 451 Research zal zich richten op de inzetbaarheid en standaardisatie van de tool. steeds dichter bij de daadwerkelijke waarde Na het onderzoek volgt de ontwikkeling van de RenewIT-tool op basis van de gegevens van enkele bestaande Europese datacenters. Deze datacenters zijn verspreid over Europa om zo verschillende klimatologische gegevens mee te nemen in de analyse. De real-time data van zeven Europese datacenters worden gebruikt om het model te toetsen, valideren en verder te ontwikkelen. Dit zijn onder andere het datacenter van Van Lanschot Bankiers in Nederland en UniCredit in Italië. Gegevens zoals het type marktsegment, grootte en locatie van het datacenter, maar ook het beschikbaar vermogen, technisch werktuigbouwkundig en elektrotechnisch ontwerp, het ontworpen en daadwerkelijk energiegebruik en het huidig gebruik van hernieuwbare energie zijn voorbeelden van gegevens die gebruikt worden in de tool. Deze data hebben twee functies: ten eerste wordt hiermee de basis van de tool gevalideerd. Bijvoorbeeld, berekent de tool op basis van de ingevoerde daadwerkelijke gegevens hetzelfde energieverbruik als het daadwerkelijke datacenter? Om een zo precies mogelijke berekening te maken, zal dit een iteratief proces zijn waarmee de uitkomst steeds dichter bij de daadwerkelijke waarde komt. Ten tweede zullen de data gebruikt worden om te onderzoeken welke hernieuwbare bronnen vruchtbare toevoegingen kunnen zijn bij deze, andere en toekomstige datacenters. vertrouwen Alle partners hebben vertrouwen in het eindresultaat: een handige tool waarmee bedrijven en instanties in een korte tijd kunnen onderzoeken welke hernieuwbare energie van toegevoegde waarde kan zijn voor hun eigen datacenter. Met deze tool geeft RenewIT niet alleen een boost aan de kenniseconomie binnen Europa op het gebied van datacenters, maar levert ze ook een bijdrage aan het energiezuiniger maken van de steeds groter wordende datacentermarkt. Meer weten over business, innovatie & IT? Lees www.BusinessEnIT.nl Business & IT publiceert artikelen en blog posts over de relatie tussen IT, business en innovatie. Ook publiceren? Kijk op http://businessenit.nl/over-business-en-it/ Diverse systemen en technologieën Koeling van het datacenter anno 2014 al jaren geleden werd voorspeld dat de density in datacenters enorm zou toenemen, met daaruit voortvloeiend een grote behoefte aan vermogen en koeling. dat is allemaal uitgekomen, maar het probleem is nu dat er geen integrale koeloplossing is die altijd werkt. soms is er zelfs niet eens een afdoende totaaloplossing voor de behoefte aan koeling van één datacenter. er worden talloze oplossingen aangeboden. om de keuze te vergemakkelijken voor verschillende datacenterontwerpen, de beschikbare ruimte en koelbehoeften, legt carrie higbie, global director of data center solutions and services bij siemon, uit hoe elke technologie werkt. hierbij geeft ze praktische informatie over de diverse koelsystemen en aandacht wordt besteed aan regionale verschillen en ontwikkelingstendensen. dcw maart | koeling Bij de keuze voor een of meer koelmethoden is het van belang om eerst een paar zaken helder te krijgen en goed te begrijpen wat er zich in kasten binnen het datacenter afspeelt. 26 Passieve koeling: de apparatuurbelasting heeft invloed op de koelingsbehoefte Om allerlei redenen zijn veel datacenters nog berekend op minder dan 5 kW per kast. Zo zijn de CRAC's (Computer Room Air Conditioners) en CRAH's (Computer Room Air Handlers) hoogontwikkelde apparaten en zijn de ontwerpingenieurs heel vertrouwd met de beginselen van deze units. Traditionele verhoogde vloeren worden al heel lang toegepast. Ze zijn stabiel, ze functioneren en ze worden goed begrepen. Ook is er vanuit de voortdurend groeiende colocatiemarkt brede steun voor een belasting van minder dan 5 kW per kast. De wisselende energiebehoeften in een colocatieruimte zijn al lastig te beheren voor één huurder, laat staan voor meerdere huurders in dezelfde ruimte. In de specificaties voor colocatieruimten wordt vaak een vaste waarde voor het energieverbruik opgenomen om het beheer van de koeling in deze dynamische omgeving te vereenvoudigen. van voldoende energie voor 12 kW, maar de vloer het gewicht niet aankan, dan is het verspilde capaciteit. De capaciteit is vaak een groot probleem, zowel in de colocatieruimte als voor het elektriciteitsbedrijf dat de benodigde energie moet leveren. Verder moet er rekening worden gehouden met externe factoren die ook beperkingen kunnen opleggen aan de hoeveelheid actieve apparatuur die in een kast wordt geplaatst. Voor passieve belastingen van meer dan 5 kW zijn er de afgelopen jaren alternatieven ontwikkeld. Zelfs bij datacenters met traditionele passieve systemen met een verhoogde vloer kan er behoefte zijn aan meer koeling in verschillende gebieden van de datacenterruimte, bijvoorbeeld in een rij BladeCenter-servers, een HPC (High Performance Cluster) of om een gebied te creëren waar passieve koeling wordt aangevuld. Gewicht is zo'n belangrijke factor. Als er een nieuwe of gemoderniseerde koeling wordt ontworpen, moet bij het plannen van kastbelastingen rekening worden gehouden met de gewichtsbelasting van een verhoogde vloer. Zelfs wanneer een kast kan worden voorzien Alternatieven voor passieve koeling: schoorstenen, HOC-vloeistofkoeling en andere koelmethoden Als alternatief voor passieve koeling zijn er opties met schoorstenen (chimneys) die doorgaans ongeveer 12 kW per kast kunnen onder- tekst: carrie higbie, global director data centre solutions & services, siemon beschrijft ze de gangbaarste technologieën die wereldwijd worden toegepast, waarbij Carrie Higbie, Global Director of Data Centre Solutions and Services van Siemon, is bijna 30 jaar werkzaam in de computer- en netwerkindustrie. Carrie participeert in de IEEE, TIA en verschillende consortiums voor de acceptatie van normen, is voormalig directeur van de BladeSystems Alliance en zit in de raad van bestuur. Ze is betrokken bij het IDC-panel van bedrijfsexperts, het Uptime Institute, talrijke panels en groepen op het gebied van groene gebouwen, de Ethernet Alliance, PMI, Share en diverse andere branchepanels. Carrie heeft als consultant, projectmanager en leidinggevende bij Fortune 500-bedrijven veel ervaring opgedaan met alle aspecten van netwerken en applicatieontwikkeling en heeft gedoceerd aan de universiteit. Carrie heeft een MBA en MSBA, is een gezien spreker tijdens branche-events en heeft wereldwijd een aantal artikelen en whitepapers gepubliceerd. Carrie is ook een experts in TechTarget’s forums Searchnetworking, SearchEnterpriseVoice en SearchDataCenters en is lid van de raad Carrie is RCDD/NTS en heeft in de loop van de jaren 38 branchecertificeringen behaald. Ze heeft één patent op het gebied van telecommunicatie en één patent is aangevraagd. dcw maart | koeling van advies. 27 steunen. Deze technologie fungeert als 'hot aisle containment' op kastniveau en maakt het mogelijk om warme lucht naar de inlaat van warmteafvoerapparatuur te leiden. dcw maart | koeling De volgende optie is 'hot aisle/cold aisle containment'. Bij hot aisle containment (HOC) worden de gangen afgesloten en wordt de warme lucht verwijderd via 'close-coupled' koeling dicht bij de warmtebron met inrow-apparatuur of via methoden met luchtstroomgeleiding. Luchtstroomgeleiding werkt op dezelfde manier als een schoorsteen, behalve dat de warmte van de gehele warme gang, en niet alleen van de afzonderlijke kast, naar het plenum wordt afgevoerd. Bij cold aisle containment wordt de gang afgesloten zodat de lucht aan de voorzijde van de kast hoger kan opstijgen. De warme lucht in de ruimte wordt vervolgens aangezogen door CRAC-units. Er zijn verschillende voorkeuren en meningen over welke methode het beste is en 28 hierover wordt door aanhangers van de diverse methoden druk gedebatteerd. Als de behoefte aan koeling bij de bron extreem groot is, dan is er nog de mogelijkheid van vloeistofkoeling op de processor. Op het Als er per kast nog meer vermogen nodig is, eerste gezicht is vloeistofkoeling op de proceskunnen warmtewisselaars in de achterdeur uit- sor wellicht een onprettige gedachte, maar in komst bieden. Ook dit is een vorm van 'close- feite is het een heel oud idee in een nieuw coupled' koeling, waarbij de warmte vlak bij de jasje. In de begindagen van de computer vond bron wordt afgevoerd. Achterdeuren kunnen de koeling al op deze manier plaats. Sommige passief of actief (geholpen door ventilatoren) systemen zijn watergekoeld, terwijl andere gekoelen. Deze systemen kunnen een capaciteit bruikmaken van diverse koelvloeistoffen. Er is ondersteunen van meer dan 30 kW per kast. zelfs een oplossing waarbij met plantaardige De verschillende varianten van deze methode olie wordt gewerkt. Servers en racks worden onderscheiden zich door het type vloeistof, de hierbij compleet met olie gevuld om de appaviscositeit, de wijze en de vereiste mate van ratuur te koelen. warmteafvoer.Water is ongeveer 3400 keer beter in het afvoeren van warmte dan lucht. Waar Mensen die zich niet prettig voelen bij de gede aanvoer van gekoeld water niet beschikbaar dachte dat er water of koelvloeistof loopt in is, kunnen systemen worden gebruikt die wer- hun datacenter, moeten bedenken dat de leiken met glycol of andere koelvloeistoffen. Het dingen eigenlijk niet verschillen van de waterprincipe vertoont veel overeenkomsten met de leiding. Een goed aangelegd leidingstelsel zou radiateur van een auto. niet mogen lekken tenzij er andere factoren Vrije luchtkoeling, zoals het is gaan heten, is niet echt vrij. Er is namelijk nog altijd apparatuur nodig om de lucht te klimatiseren en te verplaatsen, maar gedurende de perioden van het jaar waarin de omgevingstemperaturen buiten lager zijn dan de vereiste temperatuur, kan de 'vrije' buitenlucht worden gebruikt om de temperaturen in het datacenter te verlagen. Bij watergebaseerde economisersystemen is het concept zeer vergelijkbaar, behalve dat water het belangrijkste koelmiddel is en dat de buitentemperaturen het water op natuurlijke wijze koelen. Dankzij de mogelijkheid om lucht of water te gebruiken zonder veel anders te hoeven doen dan dit te laten circuleren, belooft deze methode grote besparingen en een snel rendement op investering. Bovendien ondersteunt moderne apparatuur warmere inlaatlucht zonder dat dit problemen met zich mee brengt. Hierdoor kan de apparaatdichtheid worden verhoogd omdat we voor een probleemloze werking van de apparatuur niet hoeven te zorgen voor de koele temperaturen die vroeger vereist waren. ‘Ga er niet van uit dat wat vorig jaar de beste oplossing was, ook dit jaar nog de voorkeur verdient’ Ook virtualisatie heeft veel bedrijven geholpen om problemen te voorkomen doordat hiermee het aantal servers en dus de behoefte aan koeling kon worden verminderd. Anderen hebben het aantal servers in hun omgevingen vergroot en verplaatsen systemen naar colocatiefaciliteiten. De vraag blijft dus wat de beste oplossing is: is het beter om de apparaatbelasting te koelen of te outsourcen? woord te vinden op de volgende vragen. Hebt u deze technologie overal nodig? Bieden aanvullende koelmethoden een oplossing voor u? Welke combinatie voldoet aan uw behoeften? Dit is een beslissing die u niet in uw eentje kunt nemen. U hebt input van de business units nodig. Als ze bijvoorbeeld hun belangrijkste applicatie naar een publieke cloud verplaatsen, hebt u minder koeling nodig. Er is niet één universele oplossing Het antwoord op de voorgaande vraag is waarschijnlijk dat het van de situatie afhangt. Eén ding is en blijft zeker: er is geen universele oplossing die voor iedereen geschikt is. Waar economisers kunnen worden gebruikt, hebben ze bewezen dat ze stabiel en zeer kosteneffectief zijn. Ze illustreren waarschijnlijk het beste de voordelen van een gemengde omgeving. In veel gebieden waar deze systemen worden gebruikt, werken ze niet het hele jaar door. Soms worden technologieën gecombineerd die het hele jaar door worden gebruikt. Koeling in de praktijk In verschillende regio's van de wereld voeren verschillende technologieën de boventoon. In Europa bijvoorbeeld wordt meer gewerkt met cold aisle containment terwijl men in NoordAmerika een voorkeur heeft voor hot aisle containment, indien mogelijk met water- en luchtgebaseerde economisers. Wie het eerst op de markt komt, bepaalt grotendeels welke strategieën worden gevolgd omdat efficiëntere methoden veel aandacht in de pers krijgen en vroege instappers als enthousiaste ambassadeurs fungeren. Hierdoor vindt een nieuwe technologie snel ingang in een bepaalde regio. Sommige landen hollen achter de feiten aan, terwijl nieuwe technologieën wereldwijd hun weg vinden. Het ligt voor de hand dat innovaties in sommige landen ook in andere gebieden worden overgenomen. De EU zou het liefst zien dat alle datacenterapparatuur werkt bij een temperatuur van 40°C. Dit zou deze discussie deels overbodig maken. Maar zo ver zijn we nog niet. Wereldwijd is traditionele passieve koeling op dit moment nog steeds de gangbaarste methode vanwege de eerder genoemde redenen. Andere technologieën zijn echter in opkomst. Het is beslist verstandig om bij het beoordelen van de technologieën te bedenken wat u werkelijk probeert te doen.Wat wilt u precies koelen? Bij sommige van deze technologieën zal niet iedereen uitzicht hebben op een redelijke terugverdientijd. Als u weet wat uw behoeften zijn, probeer dan creatief te denken en een ant- Om te bepalen wat het beste werkt voor uw datacenter, moet u stevig met uw leveranciers gaan overleggen en ze een heleboel vragen stellen. Informeer bij collega's van andere bedrijven die een technologie hebben geïmplementeerd, of ze tevreden zijn. En ga er niet van uit dat wat vorig jaar de beste oplossing was, ook dit jaar nog de voorkeur verdient. Er is op dit moment patent aangevraagd voor een nieuwe technologie, die voor sommige omgevingen een radicale omwenteling teweeg kan brengen. Zorg dus dat u op de hoogte blijft! dcw maart | koeling zijn die corrosie veroorzaken. Hoogwaardige onderdelen die op de juiste wijze zijn geïnstalleerd, zullen probleemloos functioneren zonder lekkages. Om het vertrouwen in deze aanpak te vergroten, is het goed om op te merken dat deze systemen doorgaans een gesloten kringloop hebben en dat ze een zeer kleine hoeveelheid water bevatten. Bovendien zijn de verbindingsstukken getest op een veelvoud van de vereiste stroomvolumes. 29 Consortium Green IT Amsterdam is katalysator Vergroening Amsterdamse datacenter industrie de amsterdamse datacenter branche is een innovatieve industrie met veel kennis en expertise op het gebied van ontwikkelen en (her)inrichten van duurzame datacenters. al deze expertise 30 Green IT Amsterdam is sinds 2010 bezig om samen met de sector de datacenter industrie in de Amsterdamse regio te vergroenen en doet dat op dit moment namens ongeveer 45 bedrijven en instellingen. De afgelopen jaren is er veel innovatie toegepast om de energie efficiëntie van de sector te verbeteren. Stijn de Kruijf van consortium deelnemer Royal HaskoningDHV hierover: “Nederland heeft een perfect klimaat voor vergroening van datacenters. De focus op verduurzaming van de koeling werd hier ook al vroeg geadopteerd. Al jaren passen we verschillende innovatieve energieconcepten toe voor hergebruik van de warmte als ook energiezuinige koeloplossingen in zowel grote als kleinere datacenters. De aanzienlijke besparingen die gerealiseerd worden, vallen ook in het buitenland op. We werken samen met nationale en internationale partijen en onze kennis en ervaring van de gehele energiehuishouding van datacenters wordt wereldwijd erkend. ” De deelnemers van Green IT Amsterdam consortium zijn datacenters, IT bedrijven, leveranciers van datacenters (energie en engineering gerelateerd) en kennisinstellingen. Het consortium werkt als een open innovatie platform. Binnen Europese projecten wordt onderzoek gedaan en hierbinnen ontstaat een wisselwerking tussen het verspreiden van deze kennis en de expertise die er binnen het consortium aanwezig is te gebruiken. Victor van der Lee van deelnemer Installect hierover: tekst: van de redactie dcw maart | green it zie je in verschillende vormen terug binnen het green it amsterdam consortium. ‘De aanzienlijke besparingen die gerealiseerd worden, vallen ook in het buitenland op’ focus op drie themagebieden Vanaf de oprichting van de stichting heeft Green IT Amsterdam zich gericht op drie themagebieden. De basis is het vergroenen van de IT industrie, of zoals Green IT Amsterdam het noemt ‘Greening of IT’. In opkomst is het gebied ‘Greening by IT’, waar onderzoek is ondergebracht dat zich richt op de potentie van ICT tools om bijvoorbeeld de bebouwde omgeving energie efficiënter te maken. Het laatste thema is de zogenaamde ‘Green Collar Economy’, waarbinnen Green IT Amsterdam aansluiting zoekt bij andere duurzame ontwikkelingen, startups en stakeholders. Green IT Amsterdam verwacht veel van de wisselwerking tussen de Greening of IT en Greening by IT gebieden met consequenties voor de werkwijze van datacenters. Directeur John Post hierover: “De energietransformatie brengt ons vele veranderingen met ook een rol voor IT en datacenter branche.Van centraal naar decentraal, van vraagsturing naar aanbodsturing, duurzame energievormen, energie uitwisseling en opslag en de inpassing van elektrisch vervoer. Maar laat ons bovenal de noodzaak zien van een trans-disciplinaire aanpak zoals die ook verwoord is in het Nationale Energieakkoord. Ook de traditionele datacenters zullen een omslag kunnen maken en een plaats kunnen krijgen in een slim energie-web, of warmte-web. Net zoals de energie slurpende tuinbouw kassen van 15 jaar geleden, die nu juist als energiebron dienen. De stichting Green IT Amsterdam speelt bij deze omschakeling een grote rol door haar kennis gegenereerd in de projecten en bovenal door de inzet en innovatiekracht van haar deelnemers.” Deze ontwikkeling is ook zichtbaar in de samenstelling van de deelnemers binnen het consortium, er is de laatste tijd een groeiende belangstelling vanuit bedrijven die meer aan de energie en engineering kant zitten en die de interactie zoeken met IT bedrijven en datacenters. Recent heeft energieleverancier Nuon zich bijvoorbeeld bij de deel nemende partijen gevoegd. “Nuon is partner van meerdere grote datacenters in Nederland en vindt met hen branchespecifieke oplossingen voor hun totale energievraagstuk.Wij hebben ons graag aangesloten bij het Green IT Amsterdam consortium om nog meer innovatieve diensten en producten te bedenken en uit te voeren. Ons doel is om verdere kostenbeheersing, energie-efficiency en verduurzaming van datacenters te stimuleren”, aldus Ingrid Giebels van Nuon. pedca Een breed datacenter industrie project is het project PEDCA, ook een project waar Green IT Amsterdam als projectpartner aan deelneemt. Dit is een Europees project waar onderzoek wordt gedaan naar de ‘de datacenter branche als geheel heeft een positieve en groene ontwikkeling doorgemaakt, maar zijn er nog volop kansen om dit verder te ontwikkelen’ dcw maart | green it “Installect neemt deel aan Green IT Amsterdam vanwege de samenstelling van de deelnemers en de goede informatie-uitwisseling. Hierdoor worden nieuwe, duurzame concepten mogelijk gemaakt die voldoen aan de eisen van de markt.” 31 R&D behoeften van de datacenter branche op Europees niveau, samen met partners uit Londen en Frankfurt. Input en expertise vanuit verschillende stakeholders uit de branche spelen een belangrijke rol in dit in totaal 18 maanden lopende project. dcw maart | green it geyser 32 Recent is er een project gestart wat zich richt op de eerder genoemde transformatie op het gebied van energie en de mogelijke rol van datacenters hierin. Binnen het Europese GEYSER project worden verschillende scenario’s van de mogelijke rol van datacenters binnen smart grids onderzocht en pilots uitgevoerd. greenitnet Een project waar alle vormen van green IT bij elkaar komen is GreenITNet, een samenwerking tussen verschillende Europese steden waaronder Barcelona, Rome, Malmö, het land Malta en Amsterdam. Er zijn binnen dit project meer dan 140 green IT good practices geïdentificeerd uit verschillende toepassingsgebieden en gepubliceerd op een online platform. Dit platform moet dienen als inspiratie voor Europese steden en ze activeren zelf implementatieplannen te ontwikkelen. Op dit platform zijn ook meerdere Nederlandse practices te zien, waaronder het datacenter initiatief Green IT Energy Solutions. Dit is een initiatief waar beschikbare expertise en oplossingen voor duurzame datacenters bij elkaar zijn gebracht door Green IT Amsterdam in de vorm van een showcaseplatform en quick scans bij datacenters. Op dit moment is er al buitenlandse belangstelling getoond in deze expertise en staat een bezoek aan opkomende datacenter regio’s met een Amsterdamse delegatie in de planning. Volgens Green IT Amsterdam heeft de datacenter branche als geheel een positieve en groene ontwikkeling doorgemaakt maar zijn er nog volop kansen om dit verder te ontwikkelen. Hiervoor is de stichting doorlopend bezig met initiatieven binnen de eerder genoemde themagebieden en op zoek naar samenwerking met bedrijven, publieke organisaties en (buitenlandse) partners binnen en buiten met consor tium netwerk. het thema ‘green it’ blijft onverminderd populair. niet zo vreemd; ‘green’ is goed voor de portemonnee en beperkt de schade die wordt toegebracht aan het milieu. maar hoe komt het dan dat alle aandacht voor ‘green it’ zich maar niet uitbetaalt in klinkende munten en een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen? het tegenovergestelde is zelfs het geval: de hoeveelheid co2 die datacenters uithoesten neemt nog altijd schrikbarend toe! Wordt IT ooit groen? De wereld van de datacenters grossiert in nieuwe records als het gaat om energieverbruik. Met een CO2-uitstoot van 860 miljoen ton per jaar is de IT- en telecomsector momenteel de grootste producent van broeikasgassen. Door de sterk groeiende vraag naar IT- en telecomdiensten – een vraag die onder andere wordt gestimuleerd door de populariteit van de cloud en bijvoorbeeld het onderweg kunnen uploaden en bekijken van video – zal de CO2-uitstoot in 2020 zijn gestegen naar 1,54 miljard ton per jaar. Doen datacenters het dan zo slecht? Integendeel, zou ik willen zeggen. De meeste professionele leveranciers van datacenterdiensten monitoren actief het energieverbruik en doen er alles aan om de energie-efficiëntie te verbeteren, met name door alle componenten binnen de fysieke infrastructuur te optimaliseren. Toch blijkt het allemaal niet voldoende te zijn om de groeiende vraag naar IT- en telecomdiensten te compenseren en het milieu minder te belasten. Waar valt dan nog winst te behalen? Naar mijn mening door kritischer te kijken naar de IT-apparatuur. Met name in de ‘mkb-computerruimtes’ – maar ook in de computerruimtes van grote bedrijven – treffen we nog dagelijks een hele hoop oude en weinig-efficiënte servers aan. In zo’n omgeving loont het om de systemen continu te bewaken en het energieverbruik scherp in de gaten te houden. Voordat de energie-efficiëntie van de IT-infrastructuur kan worden aangepakt, moet eerst het actuele stroomverbruik onder controle worden gebracht en dat kan alleen als er goede metingen van het stroomverbruik beschikbaar zijn. Wat je niet weet, kun je immers ook niet beheren. Intelligente rack-Power Distribution Units (PDU’s) zijn het beste geschikt voor het uitvoeren van een accurate meting van het stroomverbruik door de IT-apparatuur; deze apparaten vormen namelijk het laatste punt in de keten voordat de stroom wordt afgeleverd bij de IT-apparatuur. Marc Salimans is sales director bij Aten Infotech Gekoppeld aan zogenaamde ‘eco-sensoren’ kunnen intelligente PDU’s bovendien inzicht geven in bijvoorbeeld de temperatuur, luchtvochtigheid en luchtdrukverschillen in het datacenter. Deze informatie is weer nodig om de energie-efficiëntie van de koeling (verder) te verbeteren. Met intelligente PDU’s, eco-sensoren en bijkomende beheersoftware kan een accurate meting worden gedaan van de PUE en kan de ruimte voor verbetering inzichtelijk worden gemaakt door cold en hotspots te identificeren. Zo biedt bijvoorbeeld ATEN een ‘Green Energy’-systeem voor het optimaliseren van het energieverbruik, zonder de betrouwbaarheid van de energievoorziening in gevaar te brengen. Daarmee hebben we de tools in handen om de trend van een toenemend energieverbruik definitief te keren. dcw maart | blog meten is weten 33 Raritan lanceert KVM-switch met HD-kwaliteit raritan heeft met de dominion kxiii een nieuwe kvm-over-ip switch gelanceerd die onder andere bedoeld is voor toepassingen waarbij hd-video streaming gewenst is. daarnaast is dit nieuwe lid van de dominion-familie geschikt voor traditionele it- en datacenterdiensten, waarbij op een veilige manier servers en andere apparaten kunnen worden bediend en beheerd. De KXIII kent een nieuwe architectuur en bovendien een krachtiger processor dan oudere modellen in deze serie. Dit maakt het mogelijk nieuwe algoritmen voor video compressie toe te passen. Hierdoor is het nu geen probleem meer om op afstand computeren andere systemen te bedienen en te beheren met behulp van high-definition beeld. dcw maart | nieuws streaming video 34 Volgens Edwin de Boer, director of channel marketing EMEA bij Raritan, is deze uitbreiding richting HD-video een belangrijke stap. “Om te voorkomen dat beheerders voor onnodig veel taken moeten afreizen naar het datacenter, is het van groot belang dat zij op afstand hun activiteiten kunnen uitvoeren. Door ondersteuning van HD-video toe te voegen aan de Dominion-lijn, kunnen ook beheerders die met audio- en video-intensieve toepassingen werken nu op afstand hun werk doen. De KXIII kent daarom een ‘software engine' voor het verwerken van video met een resolutie van 1920 x 1080 pixels, 24-bit kleur, digitale audio en dual monitoren. Daarnaast ondersteunt de switch ‘streaming video’ met een kwaliteit van 1080 pixels.” kenmerken: •web-based, toegang en beheer op BIOSniveau voor 8 tot maximaal 64 servers • via Raritan’s CommandCenter Secure Gateway toegang tot honderden servers via één IP-adres •1920 x 1080 HD-video, 24-bit kleur tot maximaal 30 frames per seconde • nieuwe op DVI-technologie gebaseerde digitale, lokale poort voor hoog prestatie niveau •aansluitingen voor DVI, HDMI en DisplayPort • ondersteuning voor standaarden als FIPS 140-2, smart card/CAC en IPv6 • beheerders kunnen via Universal Virtual Media op afstand software installeren siemon introduceert routeit, een nieuw verticaal en horizontaal kabelmanagementsysteem dat speciaal is ontwikkeld voor highdensity bekabelingssystemen voor bedrijven en datacenters. Siemon lanceert RouteIT-kabelmanagers voor high-density bekabelingssystemen horizontaal en verticaal De dubbelzijdige verticale manager heeft bijpassende voor- en achtergeleiders en deuren. Bovendien bieden verstelbare verdeelsteunen de flexibiliteit om capaciteit te leveren waar deze nodig is: aan de voorzijde voor patchkabels of aan de achterzijde voor horizontale kabels. De horizontale RouteIT-kabelmanagers zijn leverbaar in 1U-, 2U en 4Ugrootten en hebben tevens verwijderbare kleppen met twee scharnieren voor gemakkelijke toegang. Verticale RouteIT-kabelmanagers hebben lange, met twee scharnieren uitgeruste deuren, die de bekabeling beschermen en aan het zicht onttrekken. Dit geeft de kabelmanagers een hoogwaardige uitstraling. Dankzij de sluiting die met één vinger kan worden bediend zijn de managers aan beide zijden toegankelijk en wanneer ze voor de eerste keer worden gevuld kunnen de deuren volledig worden verwijderd. Er is een optioneel bredere klep leverbaar voor gebruik met racks in de RS-serie van Siemon, om grotere kanalen aan het zicht te onttrekken. “We hebben de nieuwe verticale en horizontale RouteIT-kabelmanagers speciaal geïntroduceerd voor high-density bekabelingssystemen in diverse telecommunicatieruimten”, vertelt Dave Valentukonis, Business Unit Manager Cabling Support Systems bij Siemon. “De verticale RouteIT-kabelmanagers zijn uitzonderlijk flexibel: ze zijn leverbaar in breedten van 6, 10, 12 en een toonaangevende 16 inch, met verdeelsteunen die zelfs zo kunnen worden geplaatst dat ze capaciteit terugbrengen van de voor- naar de achterzijde.” voorbereid op pdu's De verticale RouteIT-kabelmanager is PDU-voorbereid en heeft een groot aantal bevestigingspunten voor optionele, schroefloze drukknopbevestiging van PDU's binnen dubbelzijdige managers, of aan de achterzijde van enkelzijdige managers. De centrale framediepte van zes inch van de verticale manager is geoptimaliseerd overeenkomstig de raildiepte van bekabelingsracks voor maximale capaciteit, terwijl het vrijstaande ontwerp eenvoudige staging en plaatsing van kabelmanagers mogelijk maakt voordat ze worden bevestigd. De verticale en horizontale RouteIT-kabelmanagers beschikken ook over diverse bevestigingspunten voor optionele kwartslagaccessoires van Siemon, glasvezelspoelen en kabelbinders. Hierdoor kunnen mediatypen eenvoudig worden gescheiden. dcw maart | nieuws Met RouteIT-kabelmanagers beschikken datacenters over een systeem waarmee zowel horizontale bekabeling als patchkabels gemakkelijk kunnen worden gerouteerd en beschermd, stelt Siemon. Het biedt ondersteuning aan high-end bekabelingssystemen. De high-capacity en in het veld vervangbare geleiders bieden ruimte aan meer dan 48 categorie 6A-kabels en werken samen met high-density patchpanelen en bladeswitches. De straal van de geleiders voorkomt vervorming van kabels die de verticale managers binnenkomen of verlaten. RouteIT, dat leverbaar is als enkel- of dubbelzijdige verticale managers in diverse breedten en als horizontale managers, met kabelvingers van vier of zes inch, is bij uitstek geschikt voor gebruik met de innovatieve racks van Siemon uit de VersaPOD- en RS-serie. 35 Energie-efficiënte koeling voor kleine en middelgrote computerruimten zelfs als het datacenter maar uit één ruimte met één serverrack bestaat, kan het hoge vermogensverlies van computerhardware al snel resulteren in een gevaarlijke hitte. met het flexibele en eenvoudig te installeren koelsysteem liquid cooling package direct expansion (lcp dx) lost it-klimatiseringsspecialist rittal dit probleem betrouwbaar op. De juiste klimatisering speelt een belangrijke rol bij de beschikbaarheid van computerhardware. Als de temperatuur waarbij servers zich ‘behaaglijk voelen’ niet wordt aangehouden, dreigt een kortere levensduur of volledige uitval. In datacenters is klimatisering vanzelfsprekend, maar kleine ondernemingen met slechts enkele servers, switches en opslagsystemen staan voor een probleem. Als de apparaten in een 19“-rack zijn ondergebracht, circuleren zij de lucht meestal met behulp van een ventilator in de afdekplaat of met een inschuifbare 19“-ventilator. Staan de apparaten vrij in de ruimte, dan is vaak geen of slechts één, vaak inefficiënte, ruimteklimatisering beschikbaar. Rittal heeft zijn productassortiment uitgebreid met een flexibel klimatiseringssysteem voor kleine en middelgrote ondernemingen. De Rittal LCP DX kan tot 12 kW vermogensverlies afvoeren via een geïntegreerd koelaggregaat en is in zijn beide uitvoeringen geschikt voor rack- en rijklimatisering. ideaal voor kleine en middelgrote installaties De LCP DX past perfect in omgevingen waarin kleine en middelgrote IT-installaties gekoeld moeten worden en klimatisering met lucht-/ water-warmtewisselaars of koud water te duur zou zijn. Het systeem bestaat uit een geïntegreerde, toerentalgeregelde compressor, een elektronisch expansieventiel en andere koelcomponenten, zoals de bijbehorende externe condensor. Deze wordt buiten de serverruimte geplaatst. Voor de werking van de externe condensor zijn geen actieve regelcomponenten nodig: het toerental van de ventilator wordt alleen bepaald door de druk van het koudemiddel. dcw maart | koeling twee uitvoeringen 36 Bij de aan de zijkant aangebrachte LCP Rack DX kan de koude lucht zowel naar rechts als naar links in een 19“-serverrack worden afgegeven. Bij de rijkoeling is de LCP Inline DX geplaatst tussen de racks en blaast het de koele lucht naar voren de koude gang in. Deze systemen zijn ideaal wanneer de IT-infrastructuur groeit en passieve klimatisering niet langer toereikend is of als deze om beschikbaarheidsredenen door een actief systeem moet worden ondersteund. Koude en warme lucht kunnen zich niet met elkaar vermengen wat bijdraagt aan de energieefficiëntie. eenvoudige installatie Beide uitvoeringen zijn zeer snel en eenvoudig te installeren. Alle elementen van de besturing zijn in het LCP-chassis geïntegreerd, de condensor heeft voor de beide ingebouwde ventilatoren alleen een 230 Volt-voeding nodig. De regeling vindt uitsluitend plaats op basis van de druk van het koudemiddel. Dit voorkomt extra kosten voor de bekabeling. ASHRAE en Green Grid brengen publicatie uit over PUE De afgelopen jaren is de Power Usage Effectiveness ofwel PUE uitgegroeid tot een in brede kring geaccepteerde maat voor de efficiency van datacenters en computerruimtes. Daarmee neemt ook de vraag naar informatie over PUE toe. ASHRAE en Green Grid hebben daarom een nieuwe (Engelstalige) publicatie gelanceerd getiteld ‘PUE: A Comprehensive Examination of the Metric’. Het gaat om het elfde boek in een serie Datacom-titels die ASHRAE's Technical Committee (TC) 9.9, Mission Critical Facilities, Data Centers, Technology Spaces and Electronic Equipment heeft uitgebracht. Het boekwerk is opgesteld in samenwerking met de Green Grid. In een persbericht over de publicatie stelt ASHRAE: “Our primary goal is to provide the data center industry with unbiased, ven- dor neutral data in an understandable and actionable way and this latest publication on the PUE metric does exactly that,” Don Beaty, publication subcommittee chair of TC 9.9, said. “We want to ensure that data center designers, owners and operators have access to information that enables them to make informed and educated decisions based on their business needs and value systems.” Schleifenbauer introduceert Schleifenbauer introduceert een PDU speciaal voor klanten die zelf willen ‘termineren’. De Terminal PDU wordt geleverd zonder stekker en maakt zowel aansluitsnoeren als stekkerblokken overbodig. De PDU kan namelijk rechtstreeks op de vaste bedrading worden aangesloten. De Terminal PDU beschikt over 3 enkelfase of 5 drie fase terminals. De terminals zijn geschikt voor massieve bedrading van 0,2 tot 6 mm2 en voor een flexibele bedrading van 0,2 tot 4 mm2. De PDU's worden dankzij de vaste bekabeling een onderdeel van de installatie. flexibiliteit Eindgebruikers zijn flexibeler in het gebruik van bedrading. Zij kunnen zelf kiezen voor een flexibele draad of een installatiedraad. Ook bepalen gebruikers zelf welk type snoer of bedrading aan de PDU wordt gekoppeld. Een stopcontact of stekker is niet langer noodzakelijk, wat de kans op problemen verkleind. Een stekkerdoos die niet aanwezig is kan immers ook niet kapot gaan. dcw maart | nieuws PDU zonder stekker voor klanten die zelf willen ‘termineren’ 37 Nieuwe functionaliteiten Eaton 9PX UPS-systemen ondersteunen nu parallelle werking eaton breidt de functionaliteiten van de 9px ups-serie uit, zodat nu ook parallelle en redundante oplossingen mogelijk zijn. als gevolg hiervan kunnen it- en facility managers nu meer apparatuur in hun computerruimten, kleine datacenters, industriële en medische toepassingen voorzien van voedingsspanning door twee 9px-systemen parallel te gebruiken, of redundantie toevoegen aan hun systeem door een tweede ups te installeren. het is tevens mogelijk twee parallel aangesloten 9px-systemen te configureren, zodat deze automatisch dcw maart | nieuws schakelen tussen redundantie en extra vermogen, afhankelijk van de belasting. 38 “Onze 9PX UPS-systemen verlagen het energieverbruik zonder dat dit ten koste gaat van betrouwbaarheid. Ze hebben onlangs zelfs een ENERGY STAR® kwalificatie gekregen vanwege hun uitstekende energiezuinigheid. De systemen zijn daardoor zeer in trek”, aldus Christophe Jammes, productmanager Eaton. “Nu de mogelijkheid bestaat om twee van deze innovatieve systemen parallel te gebruiken, zijn ze nog veelzijdiger geworden en zijn hun onmiskenbare voordelen voor een nog breder spectrum van gebruikers beschikbaar.” De parallel geconfigureerde 9PX UPS-systemen maken gebruik van Eaton’s unieke Hot Sync-technologie, waarmee ze parallel kunnen werken zonder de noodzaak van communicatie tussen de systemen. Hierdoor wordt uitval door storing op één punt, inherent aan conventionele parallel geschakelde configuraties op basis van master-slave-technologie, uitgesloten en wordt de beschikbaarheid optimaal. Om de parallelle werking van de 9PX UPSsystemen mogelijk te maken, biedt Eaton twee ModularEasy units - één voor gebruik met UPS-systemen van 5 en 6 kVA, de andere voor UPS-systemen van 8 en 11 kVA. Deze units werken als koppelkasten, die de ingangs- en uitgangsaansluitingen van de UPS-systemen aan elkaar koppelen en tevens voorzien in een bypass-functie voor onderhoudswerkzaamheden. ModularEasy units zijn afzonderlijk leverbaar voor gebruik in bestaande installaties, maar kunnen ook worden aangeschaft als onderdeel van een compleet pakket. Dat pakket bestaat uit twee UPS-systemen, een ModularEasy unit, twee netwerkkaarten en montagetoebehoren. Nieuwe 9PX UPS-systemen die vanaf medio april 2014 worden geleverd, zijn gereed voor parallelle werking. Voor bestaande systemen van de serie kan deze functie door middel van een eenvoudige firmware-upgrade worden toegevoegd. Google verdubbelde in 2013 zijn uitgaven aan datacenters google heeft vorig jaar maar liefst ruim 5,3 miljard euro uitgegeven aan zijn datacenters. de uitgaven zijn maar liefst twee keer zo hoog dan in 2012. het bedrijf heeft zijn wereldwijde De organisatie meldt in het vierde kwartaal van 2013 ruim 1,65 miljard euro te hebben uitgegeven aan capital expenditures. Dit is iets minder dan het derde kwartaal van 2013, toen de capital expenditures van het bedrijf nog 1,68 miljard euro bedroeg. Google gaf in het eerste kwartaal 880 miljoen euro uit, terwijl het bedrijf in het tweede kwartaal 1,17 miljard euro kwijt was aan zijn datacenters. toenemende datacentercapaciteit De totale uitgaven van Google aan zijn datacenters komt hiermee uit op 5,3 miljard euro. Dit is maar liefst twee keer zoveel als in 2012, toen het bedrijf nog bijna 2,4 miljard euro uitgaf. Deze fors hogere kosten worden veroorzaakt door de toenemende hoeveelheid datacentercapaciteit die Google in handen heeft. Het bedrijf heeft in 2013 dan ook fors geïnvesteerd in datacenters. Datacenter Knowledge heeft alle investeringen van Google op een rijtje gezet. Zo investeert het bedrijf 440 miljoen euro in zijn datacenter in het Amerikaanse The Dalles, Oregon. Daarnaast investeert het bedrijf ook 293 miljoen in de uitbreiding van zijn datacentercampus in Council Bluffs, Iowa. Ook het datacenter van Google in Lenoir, North Carolina wordt uitgebreid. Het bedrijf investeert in deze locatie 440 miljoen euro. berkeley county Google investeert eveneens 440 miljoen euro in de uitbreiding van zijn datacentercampus in Berkeley County, eveneens in de Verenigde Staten. Het bedrijf breidt daarnaast zijn datacenter bij onze zuiderburen uit. Google investeert 286 miljoen euro in deze Belgische locatie. FORSE INVESTERING IN DATACENTERS dcw maart | nieuws netwerk met datacenters in 2013 dan ook flink uitgebreid. 39 advertentie 30% WAT TWEE KABELS TUSSEN PLUS EN MIN ALLEMAAL TEWEEG KUNNEN BRENGEN... van IT-professionals oriënteert zich op het Software Defined Datacenter 30 procent van de IT-professionals is zich al aan het oriënteren op het Software Defined Datacenter (SSD). 29 procent van de IT-beheerders is tegelijkertijd van mening dat er nog te weinig informatie over SSD beschikbaar is om hier een goed beeld van te kunnen krijgen. Dit blijkt uit onderzoek van Telindus onder 444 IT-professionals. 16 procent van de professionals blijkt van mening dat zijn of haar bedrijf geen SSD nodig heeft. Zes procent denkt hier anders over en heeft al een project op de planning staan. 19 procent stelt niet te weten wat SSD is. eerder onderzoek SNEL, EFFICIËNT ÉN EENVOUDIG ALTIJD IN BEDRIJF BLIJVEN. First-Case racks & batteries BV W : www.fcrb.eu T : + 31 174 22 11 61 E : [email protected] F : + 31 174 22 16 02 Eerder onderzoek van Telindus uit oktober 2013 wees ook al uit dat IT-professionals van mening zijn te weinig informatie te hebben om een standpunt in te kunnen nemen over SSD. 50 procent van de respondenten gaf in dit eerdere onderzoek aan geen antwoord te kunnen geven op de vraag of software defined infrastructuren mogelijkheden bieden om de bedrijfsvoering te verbeteren. “Om duidelijkheid te verschaffen, heb ik onlangs mijn visie op software defined verwoord in een whitepaper”, zegt Harm de Haan, Manager Consultancy bij Telindus. “Met de opkomst van software defined gaat er veel veranderen. Niet alleen voor de IT-professional, maar zeker ook voor de leveranciers. De ontwikkeling staat echt nog in de kinderschoenen, dus de 6 procent die aangeeft al een project gepland te hebben, behoort zeker tot de early adopters. Iedere software defined oplossing heeft drie kenmerken, namelijk abstract, pool en automate. Met het Software Defined Datacenter kan IT echt als een service geleverd worden en neemt de schaalbaarheid toe. Het brengt echter ook complexiteit met zich mee, doordat alle lagen van de infrastructuur zo nauw met elkaar verweven raken, dat expertise op alle gebieden noodzakelijk is. Ik verwacht dan ook dat de oriëntatiefase waarin de meest bedrijven zich nu bevinden niet op korte termijn voorbij zal zijn.” advertentie Emerson Network Power integreert diensten Klanten van Emerson Network Power hebben voortaan toegang tot één geoptimaliseerde dienst voor kritieke systemen voor stroomvoorziening en precisiekoeling. Het bedrijf heeft zijn diensten voor kritieke stroomvoorziening en precisiekoeling van zijn bedrijfsonderdelen Liebert en Chloride geïntegreerd. De geïntegreerde dienst is beschikbaar in geheel Europa, het MiddenOosten en Afrika (EMEA). Emerson Network Power wil door de dienst in deze gehele regio beschikbaar te stellen bedrijven ondersteunen die vestiging hebben verspreid over de wereld. Dergelijke bedrijven kunnen nu één oplossing aanschaffen voor al hun vestigingen, waardoor op iedere locatie de kritieke systemen voor stroomvoorziening en precisiekoeling op dezelfde wijze worden beheerd. life-technologie De nieuwe dienst voorziet onder andere in diagnostische diensten op basis van de LIFE-technologie. Deze technologie beperkt het risico van onverwachte storingen sterk. Analyses van gegevenstrends leveren technici van Emerson Network Power 24x7 continu updates van de ‘gezondheidstoestand’ van systemen van klanten. Op deze manier zijn eventuele problemen in een vroeg stadium op te sporen en mogelijke storingen op afstand vast te stellen. Technici kunnen dus preventief maatregelen nemen om problemen die zich dreigen voor te doen te verhelpen. Bovendien zijn zij bij aankomst volledig op de hoogte van het probleem en weten zij al van tevoren welke vervangende onderdelen vereist zijn. Dit scheelt dan ook veel tijd. duurzaamheid en energie-efficiëntie Emerson behandelt wisselstroomsystemen en precisiekoeling als één systeem in plaats van afzonderlijke systemen. Het bedrijf stelt dat dit de duurzaamheid en energie-efficiëntie ten goede komt. “Dit is een grote stap voorwaarts in de dienstverlening aan klanten in onze bedrijfstak. Onze klanten profiteren nu van een optimaal gestroomlijnde benadering van contractbeheer: één partner voor alle benodigde diensten en toegang tot ondersteuning voor de volledige infrastructuur”, legt Giordano Albertazzi, vicepresident Services EMEA bij Emerson Network Power, uit. de installatiebranche heeft op 4 februari op de vsk-beurs in utrecht een pakket aan initiatieven gepresenteerd om de toepassing van bim een krachtige impuls te geven. volgens de initiatiefnemers isso, opleidingsfonds otib, tvvl en uneto-vni luidt bim het einde van het 'oude bouwen' in en biedt de ontwikkeling grote kansen op innovatie. Installatiebranche geeft impuls aan BIM Tijdens een bijeenkomst in de VSK-Arena lieten de vier organisaties in de installatiebranche zien dat zij alles in het werk stellen om installateurs te voorzien van kennisproducten om aan de slag te kunnen met het Bouw Informatie Model (BIM). Daarbij brengt elk van de organisaties eigen expertise in. Kennisinstituut ISSO heeft de publicatie 109 ‘Starten met een BIM’, Opleidingsfonds OTIB heeft een integrale leergang BIM beschikbaar en TVVL haakt in met de workshop ‘Kennis maken met een BIM’. randvoorwaarden Uneto-VNI creëert de randvoorwaarden om binnen de installatie branche volwaardig te kunnen ‘bimmen’. Directeur Erik van Engelen van Uneto-VNI: ‘Met het zogenoemde ‘Akkoord van Bunnik’ heeft de industrie zich aangesloten bij het initiatief van Uneto-VNI om de ETIM classificatiestandaard geschikt te maken voor reken- en tekentoepassingen. Zo wordt het mogelijk om op een uniforme manier 3Dproductinformatie uit te wisselen.’ dcw maart | nieuws nieuwe tijd 42 De organisaties in de installatiebranche verwachten dat installatiebedrijven in vooral de utiliteit en grote infrawerken binnenkort niet meer om BIM heen kunnen. Maar ook de kleinzakelijke markt en de woningbouw ontkomen er uiteindelijk niet aan. Theo Ockhuijsen van Opleidingsfonds OTIB: ‘Wie denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen, komt bedrogen uit. BIM betekent een grote omslag in de bouw- en installatiebranche. Ondernemers die niet mee gaan, zetten zichzelf straks buitenspel.’ Maarten van der Boon die sprak namens OTIB wees erop dat BIM veel meer is dan samen ontwerpen in 3D. “In de kern gaat het om sociale innovatie, we zullen als partners in de keten anders met elkaar moeten omgaan, er breekt een nieuwe tijd aan.” Directeur John Lens van TVVL verwacht een grote toeloop voor de workshops ‘Kennis maken met een BIM’. Hij rekent daarbij niet alleen op interesse vanuit installatiebedrijven, maar ook van veel adviseurs. Rob van Bergen van ISSO liet weten dat de publicatie 109 van zijn organisatie onmisbaar is om het nieuwe installeren te integreren in de bedrijfsvoering. Zweeds datacenter gaat uitsluitend bitcoins minen Een datacenter in Zweden moet op grote schaal de digitale valuta bitcoins gaan minen. Het datacenter krijgt een capaciteit van 10 megawatt, die volledig ingezet zal worden voor het minen van bitcoins. KnC Miner, een leverancier van apparatuur om bitcoins te minen, is begonnen met de bouw van het datacenter. Het datacenter wordt gebouwd in het Zweedse Boden in de buurt van het datacenter van Facebook. Een oude helicopterhangaar wordt door KnC Miner omgebouwd tot een datacenter. De hangaar wordt uitgerust met duizenden op maat gemaakte computers om bitcoins te kunnen minen. neptune De ‘mining rigs’ die in het datacenter worden gebruikt zijn ontwikkeld door KnC Miner zelf. Het apparaat wordt door het bedrijf 'Neptune' genoemd en is gebaseerd op Application Specifiek Integrated Circuits (ASIC's). Het bedrijf verkoopt deze apparatuur ook aan klanten wereldwijd en stelt sinds juni voor maar liefst 75 miljoen dollar te hebben verkocht. De Neptune kost 9.995 dollar. Met een vermogen van 10 megawatt verbruikt het datacenter van KnC Miner veel energie. De beschikbaarheid van duurzame energie was voor het bedrijf dan ook van groot belang bij de keuze voor een locatie. “We hebben overal ter wereld gezocht naar de beste plek om de eerste van vele eigen megadatacenters te bouwen. Het is fantastisch tot de ontdekking te komen dat de beste plek in ons eigen thuisland is”, zegt Same Cole, één van de oprichter van KnC. “Onze geavanceerde technologie verbruikt veel energie. Het was voor ons dan ook noodzakelijk een locatie te vinden met toegang tot duurzame, stabiele en veilige energie. We hebben veel ondersteuning gekregen van vertegenwoordigers van The Node Pole, lokale bedrijven en de lokale overheid hier in Boden”. the node pole The Node Pole is een organisatie die Zweden promoot als locatie om datacenters te vestigen. De organisatie benadrukt hierbij de brede beschikbaarheid van duurzame energie en de relatief lage prijs waarvoor deze energie geleverd kan worden. advertentie Feel the Power, Gain the Insight Raritan’s Intelligent Rack PDUs provide you with the flexibility and insight to easily manage all your rack power needs. Choose from the broadest portfolio of intelligent rack PDUs: Capacity from 1.4 kVA to 55.4 kVA, 12-100A 4-54 locking outlets Highest ambient temperature (60 °C, 140 °F) Plug-and-play environmental sensors Remote unit-level and individual outlet-level kWh metering with ISO/IEC +/- 1% accuracy Plug-in USB web cameras Wi-Fi or wired networking Circuit breaker metering and monitoring Monitor and manage real time energy usage with Power IQ ® software which supports virtually every intelligent rack PDU on the market. Call us on 010 284 4040 or visit www.raritan.eu/Power to learn more and explore all your PDU options. © 2013 Raritan Inc. dcw maart | nieuws Leverage the industry’s deepest capability set: 43 Evenementenkalender DatacenterWorks blijf op de hoogte van de evenementen op datacenter-gebied. kijk ook op de geheel vernieuwde website www.datacenterworks.nl onder ‘agenda’. zelf een evenement aankondigen? stuur een dcw maart | agenda mailtje naar [email protected]. 44 evenement datum plaats land Datacenter Today Congres 20 maart 2014 Brussel België International Battery Conference 25 maart 2014 - 26 maart 2014 Münster Duitsland Hosting & Cloud Transormation Summit 1 april 2014 - 2 april 2014 Londen Verenigd Koninkrijk World Hosting Days global 2014 1 april 2014 - 3 april 2014 Rust Duitsland BICSI Middle East Conference 8 april 2014 - 10 april 2014 Dubai Verenigde Arabische Emiraten BICSI Canadian Conference 27 april 2014 - 30 april 2014 Vancouver Canada Data Center World - Global Conference 28 april 2014 - 2 mei 2014 Las Vegas Verenigde Staten BICSI South Pacific Conference 12 mei 2014 - 14 mei 2014 Brisbane Australië 9th Annual Uptime Institute Symposium 20 mei 2014 - 22 mei 2014 Santa Clara Verenigde Staten BICSI United Kingdom Conference 3 juni 2014 Londen Verenigd Koninkrijk DatacenterDynamics Converged 4 juni 2014 Warschau Polen The Premier Industry Conference and Trade Show for Webhosting and Cloud Service Providers 16 juni 2014 - 18 juni 2014 Miami Beach Verenigde Staten DatacenterDynamics Converged 17 juni 2014 Parijs Frankrijk DataCentre Transformation Conference 8 juli 2014 Manchester Verenigd Koninkrijk Datacenter Experience 7 oktober 2014 Nijkerk Nederland Datacenter Technologies Exhibition and Conference 28 oktober 2014 - 29 oktober 2014 Frankfurt Duitsland Storage Expo 29 oktober 2014 - 30 oktober 2014 Utrecht Nederland IT Room Infra 6 november 2014 Den Bosch Nederland DatacenterDynamics Converged 19 november 2014 Londen Verenigd Koninkrijk it room infra: de vereniging voor de technische infrastructuur van computerruimtes en datacenters. IT Room Infra Event verhuist naar Den Bosch IT Room Infra 2014 vindt plaats op 6 november in Congrescentrum 1931, ’s-Hertogenbosch. Congrescentrum 1931 (onderdeel van de Brabanthallen) biedt de ruimte die in de Rotterdamse Kuip niet meer te vinden was. Hierdoor verlaat IT Room Infra na vier edities de Rotterdamse Kuip, maar alles wordt in werking gesteld om de bezoeker het event met minimaal hetzelfde gevoel te laten beleven. Uit de enquêtes bleek dat een bezoeker komt voor technische kennis, het netwerk en voor oriëntatie ten aanzien van nieuwe partners/ leveranciers. In Congrescentrum 1931 is hier voldoende ruimte voor. De bezoeker ontmoet op 6 november zestig exposanten (leveranciers en integrators). Bijna zeventig bedrijven hebben concrete interesse getoond, waardoor de groei (van negenendertig naar zestig exposanten) haalbaar wordt geacht. Vanuit de exposanten kwam steeds vaker de vraag om meer standruimte. Ruimte om bezoekers de nieuwste racks, koelinstallatie of bijvoorbeeld UPS te laten zien. Aan dit verzoek is gehoor gegeven. Exposanten die meer ruimte willen, hebben de mogelijkheid om de bezoeker de innovaties te tonen. In deze mogelijkheid is nu al veel interesse, waardoor bezoekers veel innovaties ‘live’ te zien krijgen. Uiteraard is er ook een uitgebreid lezingenprogramma. Bezoek blijft gratis voor datacenter beheerders/eigenaren, instal lateurs en adviseurs. Ook parkeren en de catering blijft gratis. Voor leveranciers en fabrikanten die IT Room Infra willen bezoeken wordt een rondleiding verzorgd. Arthur Singendonk Voorzitter stuurgroep IT Room Infra Innovatie in lezingenprogramma IT Room Infra 2014 Het programma voor IT Room Infra 2014 bestaat uit tweeëndertig lezingen. Nog meer dan anders komt innovatie naar voren. Aan het begin en aan het eind van de dag is er een keynote spreker. Daartussen zijn er vijf tracks met zes lezingen per track, waar de onderwerpen verder worden verdiept. Zijn er onderwerpen waar u graag meer over wilt horen? Of is er een onderwerp waar u zelf een lezing over wilt geven? Stuur een e-mail naar [email protected] 1. Koude & Warmte 2. Management & Monitoring 3. Data- & Energietransport 4. Installaties & Veiligheid 5. DatacenterTalk Per track worden er meetings georganiseerd om met de betrokken exposanten een zo’n interessant mogelijk programma te maken. De eerste vier tracks zijn gericht op het inrichten van datacenters en computerruimtes. Alle traditionele onderwerpen komen hier aan bod, waar uiteraard wel de focus ligt op de laatste ontwikkelingen. Zo is er bijvoorbeeld het idee om in de track Data- & Energietransport ook lezingen te organiseren over DC power in datacenters, of over de mogelijke transmissiegevaren van bij het toepassen van 100/gbps. De track DatacenterTalk is nieuw in het IT Room Infra programma. In deze track komen out-of-the-box onderwerpen aan de orde. Onderwerpen waar in de wandelgangen over wordt gesproken, maar normaal gesproken niet op een seminar. Onderwerpen die niet altijd direct toepasbaar maar wel leuk zijn. Onderwerpen die het werken in de datacenterwereld zo interessant en dynamisch maken. activiteiten 2014 1 april - sluiting eerste inschrijving 4 april - bijeenkomst invulling programma 6 juni - bijeenkomst en brancheborrel 6 november - IT Room Infra event contactgegevens it room infra: FHI, federatie van technologiebranches Eline Hazeleger ([email protected]) Telefoon: (033) 465 75 07 Internet: www.itroominfra.nl dcw maart | it room infra vijf tracks: 45 Orlando-conferentie en Journal of Information Technology Systems Begin februari heeft BICSI weer de drukbezochte jaarlijkse winterconferentie in Orlando georganiseerd. Hieronder een korte terugblik op deze ledenbijeenkomst en een eerste impressie van het nieuwe digitale magazine Journal of Information Technology Systems. Orlando-conferentie dcw maart | bicsi Tijdens zijn eerste keynote als nieuwe BICSI President, presenteerde Michael A. Collins RCDD, RTPM, CCDA, NCE de roadmap van BICSI uit het strategische toekomstplan. Het hoofddoel van deze vereniging voor en door netwerkprofessionals blijft het leveren van kennis en ervaring voor het ontwikkelen van internationale standaarden en daarvan afgeleide manuals, het aanbieden van opleidingen en certificeringen om vakkennis te accrediteren en het delen van kennis binnen de ICT-community. Ook de volledige 2014 BICSI Board of Directors heeft zichzelf aan de aanwezige leden voorgesteld, tijdens de business meeting. Een andere belangrijke keynote spreker was Zalmai Azmi, CEO van Nexus Solutions, die op basis van ruim 30 jaar ervaring in managementfuncties zijn visie over de ICT-toekomst vertelde. Tijdens de vele technische sessies in Orlando zijn onder andere de ontwikkelingen op het gebied van categorie 8 bekabeling voor 40G-applicaties, ontwerpen voor 802.11ac en het certificeren van bekabeling besproken. Geïnteresseerden kunnen de presentaties ook online bekijken op www.bicsi.org. 46 artikel over het moderniseren van bestaande datacenters en verderop onder andere een vier pagina’s artikel over het TIA-voorstel om categorie 8 bekabeling te gaan specificeren voor 40GBASE-T applicaties. Op het eerste gezicht absoluut een interessant nieuw digitaal magazine, dat in tegenstelling tot het BICSI NEWS echter alleen voor leden toegankelijk is. Anderzijds kan dat natuurlijk een mooie extra reden zijn om eindelijk eens lid te worden van deze vakvereniging. BICSI Conferenties Wie tijdens het eerste halfjaar van 2014 nog educatieve BICSI-credits wil verdienen voor het onderhouden van de RCDD-titel, of met vakgenoten wil netwerken, kan deelnemen aan de volgende conferenties: • 8-10 april: BICSI Middle East Conference in Dubai, Verenigde Arabische Emiraten • 27-30 april: BICSI Canadian Conference in Vancouver, Canada • 12-14 mei: BICSI South Pacific Conference in Brisbane, Australië • 3 juni: BICSI United Kingdom Conference Journal ITS Zoals eerder aangekondigd brengt BICSI vanaf dit jaar het nieuwe Journal of Information Technology Systems uit. Daarvoor heeft zij Steve Cardone als nieuwe redacteur aangesteld. Cardone heeft ruim 25 jaar journalistieke ervaring in de ICT-industrie, waaronder voor het BICSI News Magazine. Het Journal ITS wordt BICSI’s belangrijkste publicatie van leveranciersonafhankelijke technische informatie en artikelen over nieuwe technologieën, standaarden en trends in het brede spectrum van de ICT-industrie. Beginnend bij het ontwerp en eindigend bij het projectmanagement en onderhoud van netwerk infrastructuren. De eerste editie bevat als coverstory een zes pagina’s Voor aanvullende informatie over BICSI kunt u contact opnemen met de Benelux vertegenwoordigers: RCDD Joop Ierschot van Deerns, via [email protected] RCDD Gert-Jan Roozeboom van R&M, via [email protected] SL DAT GREEN I SECURITY VIRTUALISATIE APPS SECURITY STORAGE SOLUTIONS PAAS MIGRATIE CLOUDSHOPPING SOLUTIONS STORAGE VIRTUALISATIE MIGRATIE CLOUDCOMPUTING LAAS SAAS PRIVATE LAAS GREEN IT SECURITY PUBLIC IT MANAGEMENT PAAS MIGRATIE PRIVATE APPS CONVERSION HYBRIDE CLOUDCOMPUTING PRIVATE LAAS CONVERSION PUBLIC HYBRIDE IT MANAGEMENT GREEN IT cloudworks.nu geheel vernieuwd! Feiten en fictie in kaart gebracht Eindelijk, een efficient-gerichte business case voor de DCIM waar u echt naar op zoek bent. Zes manieren waarop StruxureWare for Data Centers software de operationele- en energie-efficiency verbetert. 1 2 Monitor energie-index 3 wereldwijd Identificeer buitensporige capaciteit Rapporteer energieverbruik en -kosten Informatie waarmee u goed op de hoogte bent van mogelijkheden of risico’s in de energiemarkt. Spoor niet-gebruikte of overbodige capaciteit op en bepaal welke apparatuur kan worden uitgezet of elders kan worden gebruikt. Verzamel, analyseer en rapporteer uw energiekosten en –verbruik op macro– of microniveau. 4 5 6 Toon PUE van uw gehele IT/facilities-omgeving Doorberekenen van energieverbruik Simuleer effecten van fouten in systemen Genereer real-time meetwaardes voor de effectiviteit van uw energieverbruik en tal van andere prestaties. Dankzij details over het energieverbruik kunt u de kosten voor het gebruik van het datacenter exact doorberekenen aan de verschillende business units. Identificeer belangrijke IT-consequenties van energie-uitval en falen van koeling. Energie-efficiënte beschikbaarheid Kosten, capaciteit en CO2 footprint zijn voor veel datacenters “top of mind”. Datacenter- of facility managers moeten daarom de beschikbaarheid van systemen dusdanig beheren, dat het binnen de wetgeving past en voldoet aan de eisen en wensen op het gebied van OPEX. Om aan alle eisen te kunnen voldoen, heeft Schneider Electric StruxureWare for Data Centers software ontwikkeld. Hiermee kunt u het monitoren van uw energieverbruik goed structureren en volledig automatiseren. Waardoor u altijd een compleet inzicht heeft in al uw datacenterfuncties. Zo heeft u op eenvoudige wijze de juiste informatie voor de betreffende gebruiker op het juiste moment. Alle informatie op ieder gewenst moment Onze datacenter infrastructure management (DCIM-)software voorziet u in een compleet inzicht in uw gehele infrastructuur. Of het nu op gebouwniveau is of serverniveau. Hierdoor kunt u de uptime van uw systemen monitoren en beschermen. En de effecten van verplaatsingen, veranderingen, uitbreidingen in het datacenter simuleren en analyseren, zodat u weet wat de kosten hiervan zijn, welke capaciteit u nodig heeft en wat de gevolgen voor het energieverbruik zijn. Op deze manier bent u er zeker van dat zowel IT als facility uw datacenter op ieder moment kunnen aanpassen aan veranderende behoeften. Terwijl het datacenter altijd beschikbaar en energie-efficiënt is. Business-wise, Future-driven.™ How Data Centre Management Software Improves Planning and Cuts Operational Costs” > Executive summary Contents Verbeter het functioneren van uw datacenter Compleet inzicht in uw datacenter: > Visualiseer wijzigingen/capaciteitscenario’s > Bekijk uw huidige PUE/DCiE en de gegevens uit het verleden > Behoud altijd de hoogste beschikbaarheid > Bekijk en beheer uw energieverbruik > Space en cage management in multi-tenant facilities > Verbeter ‘life-cycle services’ van planning tot onderhoud APC by Schneider Electric -producten, -oplossingen, en -diensten zijn integraal onderdeel van het IT-portfolio van Schneider Electric. Lees onze gratis white paper over DCIM en maak kans op een Samsung Galaxy Note 3™! Bezoek www.SEreply.com Key Code 43898p ©2013 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are the property of their respective owners. www.schneider-electric.com • 998-1187091_NL_Note3 DataCenterWorks_NL_March_43898p.indd 1 2/21/2014 10:54:55 AM
© Copyright 2024 ExpyDoc