VERSLAG ONDERHANDELINGEN 30 JUNI 2014 Verslag onderhandelingscomité voor de politiediensten (OCP349) Dagorde: 1.Stakingsaanzegging - Gemeenschappelijk vakbondsfront - SPN West-Vlaanderen 2.Stakingsaanzegging - Gemeenschappelijk vakbondsfront - WPR West-Vlaanderen 1. Stakingsaanzegging – gemeenschappelijk vakbondsfront – SPN West-Vlaanderen Het gemeenschappelijk vakbondsfront heeft een stakingsaanzegging ingediend voor SPN West-Vlaanderen. Het VSOA licht de motieven hiervoor toe: • Ondanks het negatief advies van de vakbonden en zonder voorafgaande risicoanalyse, wordt er een éénmanspatrouille, een Diensthoofd Interventie (DHI) Kust nacht, in plaats gesteld vanaf 1 juli 2014. Tussen Oostende en Zeebrugge is echter geen raakpunt om op deze manier te werken, aangezien Oostende een andere manier van werken hanteert en de capaciteit van Zeebrugge onvoldoende is; • Men creëert een nieuwe dienst «strandpolitie» zonder voorafgaand overleg. De nodige beschermings- en werkingsmiddelen zijn niet voorzien en er is geen voorafgaande risicoanalyse uitgevoerd; • Er is een gebrek aan duidelijke communicatie. Er worden verschillende veranderingen doorgevoerd die achteraf weer ongedaan worden gemaakt. De vakorganisaties hebben de indruk dat de overheid hen niet “aux serieux” neemt, alsook gemaakte afspraken niet nakomt; • Het personeel diende de nieuwe werkregeling, vervat in een protocolakkoord tussen SPN en PZ Oostende, te vernemen via informele beelden van de gemeenteraad Oostende. Hierin engageert SPN zich om als afhandelingseenheid te fungeren voor de migratieproblematiek ten voordele van PZ Oostende en SPC Brugge. Er is echter geen voorafgaand overleg gepleegd met de (plaatselijke) vakorganisaties; • Tijdens een informele vergadering dd. 19/06/2014 en op het BOC 201 dd. 27/05/2014 werd meegedeeld dat SPN Oostende – Zeebrugge 17 afgedeelden zou krijgen (basiskader + middenkader). Deze afgedeelden hebben echter geen enkele notie van de core business van de scheepvaartpolitie, niettemin het gespecialiseerde functies betreft. De omkadering van deze afgedeelden is noodzakelijk, maar de vraag of deze personeelsleden afdoende opleidingen kunnen genieten blijft tot op heden onbeantwoord; • De Minister van Binnenlandse Zaken verklaarde op 29 januari 2014 in de commissie van Binnenlandse Zaken dat de verhuizing en de fusie van de diensten van de scheepvaartpolitie in Nieuwpoort, Oostende en Zeebrugge ten laatste eind 2014 zal uitgevoerd worden. Er is door de overheid nog geen stand van zaken gegeven hieromtrent en de incoherentie van de antwoorden op verscheidene vragen is voor het personeel niet dragelijk. Een duidelijke toekomstvisie is wenselijk. De voorzitter stelt dat, om de sociale dialoog te bevorderen, het voormeld protocol over de migratie niet ondertekend wordt zolang de onderhandelingen duren. SPN heeft zich grondig voorbereid op deze onderhandelingen, wat te kennen geeft dat men dit zeker serieus neemt. De overheid erkent wel dat de communicatie een werkpunt is en stelt alles in het werk om dit te verbeteren. Het Diensthoofd SPN reageert vervolgens op de argumenten van de vakorganisaties. Ten eerste deelt SPN dezelfde bezorgdheid als de vakbonden. Veiligheid, welzijn en het sociale aspect zijn ook de prioriteiten van de directie SPN. Zij zullen er alles aan doen zodat mensen op een veilige manier hun opdrachten vorm kunnen geven. In eerste instantie moet men voor ogen houden dat het hele verhaal kadert in de optimalisatie van SPN. Het is niet de bedoeling om te fuseren, maar wel om de samenwerking tussen verschillende eenheden aan de kust te intensifiëren. Door de krachten te bundelen tracht men het personeelstekort op te vangen. Sinds januari is men van drie officieren in Zeebrugge, Oostende en ‘watergebonden politiezorg’ overgegaan naar één OBP. De OBP wordt ingelicht bij een incident, maar komt normaliter niet op het terrein. Destijds is meegedeeld dat men dit ook voor de OGP wilde doen. Dit vertaalt zich nu in een DHI, wat meer inhoudt dan een OGP/HPK aan de Kust aangezien dergelijke interventies uitzonderlijk zijn aan de kust. Bij nacht wordt er één DHI voorzien voor Oostende en is er één iemand bereikbaar en terugroepbaar in Zeebrugge. Zij hebben niet enkel kennis van havengebieden maar ook van bevaarbare waterwegen. SPN is bereid om aanpassingen door te voeren, maar wenst met één DHI te werken. Er is tevens een HINP op dispatchingsniveau ter beschikking. Er zal een werkpostfiche voor de DHI worden opgesteld. Wat het tweede punt betreft, namelijk de ‘strandpolitie’, geeft SPN toe dat de terminologie eerder ongelukkig is. Men wekt hiermee namelijk de indruk dat er een nieuwe dienst wordt opgericht die op het strand zal patrouilleren. Dit is echter niet het geval en werd van in het begin gesignaleerd. SPN heeft allerminst de bedoeling om de basispolitiezorg op het strand te verzorgen en oriënteert zich op de gespecialiseerde politiezorg. Men kan namelijk niet verwachten van de lokale politie dat zij brandingsporten herkennen. De strandpolitie zal wel degelijk met strandclubs in contact komen, maar de directie SPN betwijfelt of hier bijzondere kledij en al dan niet een risicoanalyse voor nodig is. SPN is bereid om de term ‘strandpolitie’ aan te passen indien gewenst. Ten derde erkent SPN dat er een communicatieprobleem is. Om hieraan tegemoet te komen heeft de directie SPN reeds voorgesteld om tweewekelijks structureel samen te zitten met de sociale partners om de optimalisatie te kaderen, maar de vakbonden wensten dergelijk overleg slechts maandelijks. Het vierde aspect betreft het protocolakkoord. Dit handelt over een verre vorm van samenwerking tussen de PZ Oostende, waar SPN een gemeenschappelijk gebied mee deelt. SPN wil graag haar specialiteit ten behoeve van andere collega’s ten dienste stellen. Het havengebied PZ Oostende heeft geen scheidingsgebied en SPN is gespecialiseerd in grenscontrole. In het kader van de illegalenproblematiek heeft zij dan ook haar diensten aangeboden aan de lokale politie. Aangezien SPN daarnaast gehuisvest is in het stationsgebouw stelt zij ook haar diensten ter beschikking van de SPC. SPN zal echter louter ter beschikking staan en geen gerechtelijk afhandelingen doen. Met betrekking tot het vijde punt, namelijk de afgedeelden, licht SPN toe dat het onmogelijk is om alle afgedeelden een functionele opleiding SPN van acht weken te laten volgen bij aankomst. Personeelsleden die mobiliteit maken krijgen net zo zeer als de afgedeelden een intitiatieweek waarin zij voldoende worden voorbereid op het terreinwerk. Het is allerminst de bedoeling om het personeel voor de leeuwen te gooien. Daarom zullen zij eerst worden ingezet als derde persoon. Nadien kunnen zij die geïnteresseerd zijn en bij SPN willen blijven, een opleiding volgen. Dit aspect moet ook gekaderd worden in artikel 29 van de wet op de optimalisatie, namelijk de mogelijkheid die wordt geboden door een one shot-mobiliteit binnen de federale politie. SPN besluit dat de infrastructuur in het raam van de nieuwe gerechtelijke arrondissementen en de inplaatsstelling van de nieuwe dirco’s, grondig wordt bekeken door HCP Paul Deblaere. De CG heeft het engagement genomen om de vakorganisaties op regelmatige wijze in te lichten hieromtrent. Het gebouw is quasi klaar en de ingebruikname is gepland voor november. Een gedeeltelijke cohabitatie met andere partners is mogelijk. De vertegenwoordiger van de CG bevestigt dat de projecten doorgelicht worden en tijdelijke werkingsstructuren worden door het Dircom bepaald. Het VSOA heeft problemen met het derde punt. De dag na een informeel overleg met de coördinator doet de beleidsverantwoordelijke toch zijn zin. Gemaakte afspraken dienen nageleefd te worden en de overheid dient eerlijk te zijn. De vakbonden zijn het vertrouwen in het BOC 201 verloren. Het VSOA vindt het onverantwoord dat iemand alleen van Knokke tot De Panne moet rijden ‘s nachts. Als er langs de kust iets gebeurt dan staat het personeelslid er alleen voor. De aanstelling van een DHI vormt geen probleem voor de vakorganisatie, maar zij vraagt om deze persoon in de gewone ploeg te plaatsen. Alle veranderingen die gebeuren worden gekaderd in de optimalisatie. Het personeel op het terrein krijgt hier een zeer verkeerd beeld van en schrijft ten onrechte negatieve zaken toe aan de CG. Het VSOA heeft problemen met het feit dat DGA eigen projecten naar voren schuift in naam van de CG. De voorzitter is ervan overtuigd dat de vakbonden verbaasd zullen zijn als ze de CG zouden bevragen over haar kennis over ‘SPN-kust’. De voorzitter stelt voorts voor om het DHI in de bestaande ploegen en niet in een extra ploeg te integreren. Het NSPV antwoordt dat de afspraak geldt dat voor implementatie eerst de vakorganisaties moeten gecontacteerd worden. Het is niet a priori tegen een DHI, maar de functie moet op een correcte manier geïmplementeerd worden. SPN erkent dat er te weinig risicoanalyses worden uitgevoerd op functies binnen SPN. Daarom is er binnen DGA een team opgericht dat alle meest risicovolle functies binnen SPN in kaart brengt en gepaste maatregelen voorstelt om hieraan tegemoet te komen. Men kan echter niet verwachten dat SPN alle functionaliteiten stopzet in afwachting van alle risicoanalyses. SPN wil zeker de zaken inzake de aanstelling van een DHI opnieuw bekijken indien de vakorganisaties dit wensen en staat open voor alle suggesties die de veiligheid van het personeel aanbelangen. Gelet op de ‘diverse’ antwoorden binnen het gemeenschappelijk vakbondsfront en de heden geuite nieuwe ideeën, stelt de voorzitter voor om morgen het overleg ter plaatse verder te zetten. De ondertekening van het protocol PZ Oostende zal uitgesteld worden zolang de onderhandelingen lopen en tegelijkertijd zal er minstens tot morgen een status quo worden behouden: één personeelslid bereikbaar en terugroepbaar in Zeebrugge en één DHI inOostende. Het gemeenschappelijk vakbondsfront zal de stakingsaanzegging 24u opschorten. Het geplande overleg zal plaatsvinden op dinsdag 1 juli omstreeks 13u in Oostende. De voorzitter zal het dossier opvolgen. 2. Stakingsaanzegging – gemeenschappelijk vakbondsfront – WPR West-Vlaanderen Het gemeenschappelijk vakbondsfront heeft een stakingsaanzegging ingediend voor WPR WestVlaanderen op grond van volgende redenen: • Het niet naleven van de regelgeving met betrekking tot de uitbetaling en de overdracht van de overuren. Het VSOA stelt vast dat de officieren van hogerhand geen overuren mogen laten uitbetalen, niettemin zij zelf deze keuze moeten kunnen maken. Zowel INP, HINP als CP moeten gelijk worden behandeld; • Het afschaffen van de toezichtsploeg. In de realiteit fungeert deze ploeg vaak als vaststellende ploeg, met als gevolg dat er door de afschaffing één ploeg minder is om interventies uit te voeren. Dit verlengt de aanrijtijden en vermindert de dienstverlening. Er ontbreekt tevens een signa-ploeg; • Het gebrek aan investering in middelen, o.a. kwalitatieve oorbeschermers voor schietmonitoren die thans drie jaar geleden al werden gevraagd maar nog steeds niet voor handen zijn; • Reeds drie jaren wordt er gevraagd om de infrastructuur aan te passen in de verkeerspost om personen tijdelijk te kunnen opsluiten. Het commando van West- Vlaanderen wenst de investering in de wegpost Kortrijk niet te doen en houdt geen rekening met de noden van het personeel. Allereerst licht DAH het kader van de overuren toe. In mei 2013 heeft de Dir DAH een nota uitgevaardigd waarin gesteld wordt dat de personeelsleden teveel overuren hadden. Dit werd gereguleerd tot eind augstus 2013. De huidige situatie laat uitschijnen dat de nota redelijk goed nageleefd wordt. Wanneer men kijkt naar maart/april hebben er weliswaar verscheidene grote gebeurtenissen plaatsgevonden (o.a. het bezoek van president Obama). In principe zijn er zeven personeelsleden die hun overuren hebben overgedragen op eigen vraag. De periode mei/juni eindigt met een maximum van dertig overuren en voor juli/augustus is een planning opgesteld om overuren te reduceren. Elk personeelslid heeft eenmalig kunnen uitdrukken op welke wijze zij de overuren wenst te compenseren, via uitbetaling of overdracht. De keuze van het personeelslid zal worden gerespecteerd en DAH stelt alles in het werk zodat er niet te veel overuren worden gepresteerd. Voor de officieren geldt impliciet de regel dat er geen uitbetaling zal zijn maar wel een overdracht. Men wil toezien op een social werkbaar systeem voor iedereen. Op dit moment moet de WPR de beschikbare middelen zo goed mogelijk besteden. Er zijn dan ook al enkele acties die niet worden uitgevoerd. DAH vult aan dat een toezichtsploeg instaat voor de proactieve werking. Dat is dezelfde capaciteit als voor acties, maar dit is geen signa- noch een interventieploeg. Het kan weliswaar voorvallen dat de toezichtsploeg versterkend optreedt, maar dit is niet haar primaire opdracht. Als men kijkt naar de provincie West-Vlaanderen, stelt men vast dat hier de grootste beleidsvrije ruimte is. Hierdoor is de toezichtsploeg kunnen ontstaan, met name een ploeg die niet belast is met interventies. Er zijn nog drie andere ploegen in de provincie naast de toezichtsploeg. Namen heeft hetzelfde aantal mobiele permanenties als West-Vlaanderen, maar heeft één ploeg minder ter beschikking. Oost-Vlaanderen doet het ook met minder. Het interventiesysteem van Kortrijk is nog steeds het best uitgebouwde van België. De WPR heeft allerminst de intentie om toezichtsploegen af te schaffen, maar heeft niet de capaciteit om ze altijd te voorzien. Het NSPV vindt het onaanvaardbaar dat het naar veiligheid toe normaal wordt geacht dat er toezichtsploegen worden afgeschaft op eenzijdige beslissing en dat er niets in de plaats komt naar veiligheid toe van de interventieploeg. De vakorganisatie is van mening dat de nota signa niet naar behoren kan worden toegpast met de huidige capaciteit. Ook 's nachts kan de veiligheid niet worden gegarandeerd. De vertegenwoordiger van de WPR licht toe dat er drie permanentieploegen zijn die steun kunnen leveren. De nota signa stelt echter niet dat er twee ploegen naar een ongeval moeten, maar benadrukt wel het belang van de veiligheid van het personeel. In het Zuiden is de FAST de eerste ploeg ter plaatse indien dit nodig is. DAH legt uit dat er in het Noorden ook een toepassing van het FAST-contract zal zijn. Daarnaast is er ook een protocolakkoord met de civiele bescherming die kan tussenkomen indien nodig, al wordt hier haast geen gebruik van gemaakt. Ten derde, wat de investering in middelen betreft is het op dit moment zo dat de schietmonitoren met het oude model van gehoorbescherming werken. Vrijdag laatstleden is de CEM samengekomen en zij heeft vergaderd over nieuwe bescherming met en zonder audio. Er waren verschillende aanbiedingen en men verwacht dat de oorbescherming eind 2014 ter beschikking zal kunnen worden gesteld aan het personeel. Het NSPV vindt het betreurenswaardig dat dit al drie jaar aansleept en dat men nu nogmaals tot het eind van dit jaar moet wachten. DAH erkent dat de personeelsleden lang hebben moeten wachten. De directie heeft zich evenwel niet beperkt tot de schietmonitoren van West-Vlaanderen en heeft de behoefte van heel DAH bekeken. Hiervoor dient een marktprocedure te worden opgestart en dat vereist enige tijd. DAH gaat verder in op de infrastructuur. In Jabbeke is er een dossier opgestart om in nieuwe infrastructuur te voorzien. Dit onderwerp is geclasseerd binnen de prioritaire aanbestedingen. Voor Kortrijk is dergelijke infrastructuur niet voorzien. Beide posten hebben respectievelijk een protocolakkoord met PZ Brugge en PZ Vlas om op korte termijn oplossingen te bieden. DAH is evenzeer vragende partij om ook voor Kortrijk een nieuwe infrastructuur te voorzien, maar gelet op de frequentie van het gebruik hiervan lijkt het niet haalbaar dat hier fondsen voor worden gevonden. De voorzitter bevestigt dat Kortrijk in deze niet als prioritair is opgenomen in het meerjareninvesteringsplan infrastructuur. Het NSPV is van mening dat een samenwerking met PZ Vlas allerminst voordelen oplevert. Voor het personeel is dit principe praktisch gezien onwerkbaar. Het VSOA is niet akkoord met de toezichtsploeg. FAST is geen signa-ploeg en komt pas ter plaatse als er reeds een ploeg aanwezig is. De minister heeft destijds verklaard in een nota dat het niet verantwoord is om één ploeg naar een ongeval op de autosnelweg te sturen. De WPR antwoordt dat als er signalisatie nodig is, die ter plaatse komt door hetzij de eigen ploeg, hetzij de brandweer of de FAST. De toezichtsploeg wordt daar vaak voor gebruikt maar dat is niet haar initiële opdracht. Er is nog onvoldoende onderlinge samenwerking met de FAST. Men kijkt eerst naar de eigen ploeg en dan pas naar de FAST, maar in principe zou men moeten aanleren om eigen capaciteit opnieuw te injecteren in zaken die de verkeersveiligheid moeten aanpakken en de FAST te contacteren. De toezichtsploeg wordt voorzien maar kan niet maximaal meer gegarandeerd worden. Na een onderbreking heeft het gemeenschappelijk vakbondsfront twee grote bemerkingen. Ten eerste vragen zij om de FAST automatisch op te roepen via CIWES. Ten tweede zullen zij nauwlettend toezien op de correcte toepassing van overdracht of uitbetaling van overuren, zodat de norm gerespecteerd wordt. DAH antwoordt dat het ter plaatse sturen van de FAST zonder concrete informatie over het incident, niet mogelijk is. Zij zullen evenwel samen met het Vlaams Gewest onderzoeken welke oplossingen hiervoor zijn. Op basis van gekende gegevens kan CIWES de FAST wel degelijk inlichten. De samenwerking tussen deze partners moet optimaal worden gebruikt in de toekomst. In afwachting van het invullen van de voorwaarden schort het gemeenschappelijk vakbondsfront de stakingsaanzegging op.
© Copyright 2024 ExpyDoc