Grégoire Polet : Robert Schumann

Schrijvers over muziek | De la musique et des mots
Grégoire Polet : Robert Schumann
BOZAR LITERATURE vroeg 11 schrijvers een tekst te schrijven
over een concert dat dit seizoen in het Paleis voor Schone Kunsten
plaatsvindt. De literaire hommages aan hun favoriete componisten
en muzikanten zijn elke maand te lezen in de concertprogrammaboekjes. De teksten zijn ook gebundeld in de aparte publicatie The
Space between the Notes.
Grégoire Polet schreef over Robert Schumann naar aanleiding van
de uitvoering van de Dichterliebe op 18 mei 2015.
BOZAR LITERATURE a demandé à 11 écrivains de rédiger un
texte sur un compositeur ou musicien de leur choix programmé
par BOZAR MUSIC cette saison. Chaque mois, vous découvrirez dans nos programmes de concert un de ces 11 hommages
littéraires. Ceux-ci feront également l’objet d’un recueil The Space
between the Notes.
L’écrivain Grégoire Polet partage sa passion pour Robert Schumann
à l’occasion de l’interprétation des Amours du poète (Dichterliebe) le
18 mai 2015.
Wat Schumann me onderweg, in de auto, heeft gezegd
Ik ben Schumanns wereld ingegaan zoals je in een put valt. Ik had me ietwat
onvoorzichtig voorovergebogen, naar een stuk met de naam Fantasie, een cd
waarop het gele label Deutsche Grammophon en de foto van Maurizio Pollini
stonden. Het gebeurde in vrij prozaïsche omstandigheden: in de auto, als ik me
niet vergis. Een cd’tje dat ik in de gleuf van de lezer had geschoven, mogelijk op
de N4. En daar, tegen honderd per uur, tijd en ruimte ineens opgeheven. Alles
was weg.
Ik speelde het fragment opnieuw af. Ik zette de muziek een stukje achteruit,
een paar ogenblikken, om de opheffing van de tijd opnieuw te beleven. En de
magie begon opnieuw, en opnieuw. Ik wenste dat het nooit ophield. De passage
was zo mooi dat ze mijn hele leven kon vullen. Alles was opeens duidelijk. Maar
onze gevoeligheid heeft een limiet, de hoeveelheid ontroering die we aankunnen is kleiner dan het geschenk dat de kunstenaar ons geeft, en lang vóór de
muziek me al haar schoonheid had geschonken, was ik al tot tranen geroerd.
Daarna hernam alles zijn beloop, de harmonie bleef daarboven in haar eigen
sfeer achter, ik stapte uit de auto.
Tegen mijn gewoonte in ging ik zo snel mogelijk op zoek naar muziekboxen,
een integrale uitvoering. Het volledige oeuvre voor piano. Ik las ook wat er verteld werd over zijn leven, dat ik niet goed kende, een genereus en tegelijk droevig leven. De ontmoeting met Schumann, in de auto, duurde voort, breidde zich
uit, vertakte zich. Zo wordt een dode een metgezel voor altijd. Word je zelf meer
levend, dankzij hem; en is hij minder dood, dankzij ons.
Wat had Schumann me gezegd in de auto? Woorden schieten tekort om muziek
te vertolken, maar je kunt hoe dan ook proberen het effect ervan te beschrijven.
Het was een diepe, onmiddellijke filosofie over de tijd (het hardnekkige langsam
van de derde beweging) en over de eenzaamheid. Over de tijd en de onherroepelijke tragedie ervan – het feit dat hij niet bestaat; en over de eenzaamheid,
die niets anders is dan de tijd zelf. Met de handen van Maurizio Pollini had
Schumann mijn ziel onverhoeds vastgepakt en uitgerekt tot ik zag wat ik me
nooit had kunnen voorstellen: de leegte van de tijd. En daar in de diepte was het
alsof ik hem zag, hij, dichte eenzaamheid die op de leegte dreef en me zei hoe
weids de wanhoop is, en hoezeer hij van liefde was vervuld.
De botsing tussen deze twee onverzoenlijke harmonieën, van een oneindige
wanhoop en tegelijkertijd oneindig van liefde vervuld, de botsing ook tussen
beide harmonieën in de derde beweging van de Fantasie, tussen het lage en hoge
register en daarna hun verstrengeling, had mijn hart gegrepen en omkneld en
had me, zonder rekening te houden met de gevaren die dat op de N4 met zich
meebracht, doen huilen van ontroering zodat ik mijn weg blindelings moest
voortzetten.
Het leven zou nooit meer hetzelfde zijn. Vanuit het verleden liet Schumann
me 150 jaar later zijn diepste ervaring ondergaan, had hij alles wat de wanhoop
uit mijn leven weg kon vegen weggeveegd, en met een uit dat puin opgeraapt
smeulend houtje had hij in de lucht de naam Liefde geschreven.
Voortaan moest ik daarmee leven. En scheppen.
(Vertaling: Katelijne De Vuyst)
Grégoire Polet (1978) is een van de meest beloftevolle jonge schrijvers in
Franstalig België. Na het grote succes in 2005 van zijn eerste roman Madrid
ne dort pas schreef hij onder meer Excusez les fautes du copiste, Leurs vies
éclatantes (2007), Les ballons d’hélium (2012), alle verschenen bij Gallimard.
Zijn werk won talrijke prijzen, waaronder le prix Jean Muno, le Prix
Fénéon, le Prix Grand-Chosier, le Prix Victor Rossel des jeunes. In 2012-13
was hij moderator van de BOZAR BOOK CLUB. Polet woont thans in
Barcelona met zijn vrouw en hun drie kinderen. Foto © Yves Gervais
Ce que Schumann m’a dit dans la voiture
Je suis entré dans Schumann comme on tombe dans un puits. Je m’étais penché
un peu imprudemment sur un morceau intitulé Fantaisie, un disque à l’étiquette
jaune Deutsche Grammophon, avec la photo de Maurizio Pollini. Les circonstances étaient assez profanes: dans la voiture, si je me souviens bien. Un CD
glissé dans la fente du lecteur, peut-être sur la Nationale 4. Et alors, là, à 100
kilomètres heure, le temps et l’espace soudain suspendus. Tout avait disparu.
Je remis en arrière, quelques instants, pour faire se répéter la suspension du
temps. Et la magie recommença, et recommença encore. J’aurais voulu que ça ne
s’arrêtât jamais. Le passage était tellement beau qu’il suffisait à ma vie. Tout était
compris. Mais notre sensibilité est limitée, notre capacité d’émotion est plus petite que le don des artistes, et j’étais à bout de larmes bien avant que la musique
fût à bout de beauté. Le cours de l’histoire reprit, l’harmonie resta là-haut sur sa
sphère propre, je sortis de la voiture.
Geste inhabituel chez moi, je me précipitai pour acheter des coffrets, une
intégrale. Tout l’œuvre pour piano. Je lus aussi ce qu’on disait de sa vie, que je
connaissais mal, à la fois généreuse et triste. La rencontre de Schumann, dans
la voiture, se prolongeait, prenait de l’expansion, se ramifiait. C’est ainsi qu’un
mort devient un compagnon pour toujours. Soi-même, plus vivant grâce à lui; et
lui, moins mort, grâce à nous.
Que m’avait dit Schumann dans la voiture ? Les mots sont vains pour traduire
la musique, mais on peut du moins tenter d’en formuler les effets. C’était une
philosophie profonde et immédiate sur le temps (ce langsam obstiné du troisième
mouvement) et sur la solitude. Sur le temps, dont la tragédie finale est qu’il
n’existe pas; et sur la solitude, qui n’est autre que le temps lui-même. Schumann,
avec les mains de Maurizio Pollini, avait pris mon âme sans ménagements et
l’avait étirée jusqu’à ce que je pusse voir ce que je n’avais même jamais imaginé :
le vide du temps. Et là dans le fond, c’était comme si je le voyais, lui, solitude
opaque flottant sur le vide, me disant à quel point est vaste le désespoir, et à quel
point il était rempli d’amour.
La collision de ces deux harmonies inconciliables, d’un désespoir infini et
en même temps infiniment rempli d’amour, cette collision aussi de ces deux
harmonies dans le troisième mouvement de la Fantaisie, grave et aigue, et puis
leur torsade, avait saisi mon cœur et l’avait tordu et, sans aucun égard pour les
dangers que cela provoquait sur la Nationale 4, m’avait fait pleurer d’émotion et
rouler à l’aveugle.
La vie ne serait plus jamais la même. Schumann, à 150 ans de distance,
m’avait logé dans le cœur son expérience, avait balayé de ma vie tout ce que le
désespoir y pouvait balayer, puis avec un tison fumant pris dans ces ruines il
avait tracé dans l’air le nom Amour.
Il faudrait vivre avec cela, désormais. Et créer.
Né en 1978 à Uccle, Grégoire Polet est l’un des écrivains belges d’expression française les plus prometteurs. Après le succès rencontré par son
premier roman Madrid ne dort pas (2005), il a publié aux éditions Gallimard
Excusez les fautes du copiste, Leurs vies éclatantes (2007) et Les ballons d’hélium
(2012). Parmi les nombreuses distinctions venues récompenser son œuvre,
citons le Prix Jean Muno, le Prix Fénéon, le Prix Grand-Chosier et le Prix
Victor Rossel des jeunes. En 2012-2013, Grégoire Polet a dirigé des séances
du BOZAR BOOK CLUB. Il vit actuellement à Barcelone avec son épouse
et leurs trois enfants. Photo © Yves Gervais

Download Report