Ons landschap als cultuurhistorisch erfgoed Achterhoekse erfgoeddag vrijdag 31 oktober 2014 -‐ notulen -‐ Wat kunnen we doen om ons landschap te beschermen? Wat betekenen nieuwe ontwikkelingen voor ons landschapsbeheer? Hoe kunnen we burgers en politiek betrekken bij de bescherming van ons landschap? Nieuwe ontwikkelingen zijn van invloed op ons landschap. Het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB), afschaffing van de melkquotering, een nieuwe regeling voor agrarisch natuurbeheer, minder subsidies, meer verantwoordelijkheid bij burgers, een andere wijze van bestuur. Hoe kunnen we in deze hectiek ons landschap duurzaam beschermen? Hierover wisselen we met elkaar van gedachten tijdens een netwerkbijeenkomst op vrijdagmiddag 31 oktober 2014. Het verslag van de bijeenkomst vindt u hierbij. Met dank aan Tanja Abbas, Anne Oosterbaan, André Kaminski, André Kaper, Manuel Hezeman, Gerard Derks en Helma Tuenter. Paulien Burger, 31 oktober 2014 Deze bijeenkomst werd mede mogelijk gemaakt door Welkom op Groot Nibbelink De bijeenkomst vindt plaats midden in ons prachtige dekzandlandschap, tussen de essen en de steilranden. We worden om 13.00 uur verwelkomd met een kopje koffie en koek in Koffieboerderij ‘Groot Nibbelink’ in Sinderen. Inleiding – Tanja Abbas / dagvoorzitter en schrijfster van het boek ‘Modern Naoberschap’ Zodra iedereen aanwezig is (zie de deelnemerslijst in de bijlagen), heet Tanja Abbas ons van harte welkom. ‘s Ochtends heeft zij in de Stentor een toepasselijk artikel gelezen (dat van oorsprong in de Gelderlander blijkt te hebben gestaan): “Hissinkbeek rust uit van watervloed.” Een mooie beschrijving van een stukje Achterhoeks landschap. Conclusie van het artikel: er moet weer water door de beek stromen. Bij waterschap wordt herstel oude functie onhaalbaar geacht. Vandaag gaat over zulke dilemma’s. Aanleiding voor de Commissie cultuurhistorisch erfgoed van gemeente Oude IJsselstreek om deze dag te organiseren is het bestemmingsplan buitengebied van deze gemeente. Bij het gesprek over dit bestemmingsplan ontmoet de commissie tal van dilemma’s. Door allerlei ontwikkelingen staat het landschap onder druk en verandert het stukje bij beetje. Doel van de dag is daarom: kennis vergaren over het onderwerp om de colleges beter te kunnen adviseren over een duurzaam landschap in de achterhoek. Welkomstwoord -‐ Herman Schreurs / voorzitter commissie CultuurHistorisch Erfgoed (CHE) Welkom. We willen vandaag graag van gedachten wisselen over ons landschap als cultuurhistorisch erfgoed. Wethouder Peter van de Wardt schuift straks ook aan. De waarde van het Achterhoekse landschap -‐ André Kaminski / Stichting Achterhoek weer Mooi (StAM) & Ontwikkelingen die van invloed zijn op ons landschap -‐ Anne Oosterbaan / Alterra -‐ Fotografie en illustraties André Kaminski en Anne Oosterbaan -‐ André Kaminski is geboren in Varsseveld, dus hij heeft van jongs af aan kunnen genieten van het Achterhoekse landschap. Vanaf zijn jeugd is hij actief bij diverse natuur-‐ en landschapsorganisaties. De afgelopen 11 jaar was hij directeur van Stichting Staring Advies (SSA), adviesbureau voor natuur en landschap. In 2008 richtte hij StAM op, Stichting Achterhoek weer Mooi. In de Gelderlander is op 2 april een wekelijkse serie gestart over landschapsmonumenten waar André aan meewerkt. Deze week gaat het over de oude loop van de Hissinkbeek. Hetzelfde stuk dat Tanja in de Stentor heeft gelezen. Anne Oosterbaan is in Friesland opgegroeid op een boerderij. Wat hem opvalt is dat het Friese landschap lijkt op het Achterhoekse landschap, alleen is alles in Friesland rechter. Hij vraagt zich af: heeft de aard van de mensen in de Achterhoek te maken met het feit dat niets in het landschap hier recht is? Anne is onderzoeker bij Alterra / Wageningen Universiteit op het gebied van bos, natuur en landschap. Hij is betrokken bij veel projecten, onder andere aanleg en beheer van groene landschapselementen, en het op de kaart zetten van deze elementen (Monitor Kleine Landschapselementen / MKLE). André Kaminski en Anne Oosterbaan schreven samen het boek ‘Landschappelijk ondernemen in de Achterhoek’. Het boek gaat in op de mogelijkheden die de regio biedt om economie en landschap samen te brengen. Het beschrijft de verandering van het Achterhoekse landschap vanaf 1900. -‐-‐-‐-‐-‐ Groot Nibbelink -‐ een historisch bijzondere locatie in een historisch bijzonder landschap We zijn hier gekomen over allerlei weggetjes door het landschap. Een mooi voorbeeld van een coulissenlandschap. Typerend voor dit gebied zijn de Varsseveldse kopjes: verhoginkjes in het omliggende landschap die zijn ontstaan door eeuwenlange bemesting van de reeds hoger gelegen dekzandkopjes. Een uniek landschapsmonument. We bevinden ons in de Koffieboerderij Groot Nibbelink. In 1279 wordt er voor het eerst geschreven over Goed Nibbelink: toen woonden hier dus al mensen. In 1723 werd het verwoest door brand. Het naoberschap (nabuurschap, de plicht elkaar te helpen) zorgde ervoor dat Nibbelink weer werd opgebouwd. Als dank organiseerde de boer een feest op Nibbelink waar alle helpers werden uitgenodigd, ook uit Varsseveld. Tijdens het feest ontstond brand in Varsseveld en brandde het hele dorp af, iedereen was op het feest dus er werd niet geblust… In de jaren 80 had André Kaminski een matrassenfuif op boerderij Nibbelink. De zwaluwen vlogen naar binnen. Hoe bijzonder dat ze jaarlijks terug komen uit Afrika. Dat hebben niet alleen zwaluwen, ook mensen komen hier terug. Dat heeft te maken met de identiteit van het landschap. Als we ons die kwaliteit beseffen dan kunnen we het ook beter beschermen. Landschap Waaruit bestaat het? Het landschap is opgebouwd uit lagen. Je kunt zeggen dat de ondergrond (abiotiek) een 1e laag is. Dan is alles wat daarop groeit, bloeit en beweegt een 2e laag (biotiek). Hierbij horen ook de verbindingen tussen die elementen en de verbindingen die we zelf (als mens) gelegd hebben. De 3e laag is de occupatie, de menselijke bewoning en activiteiten die we ontplooien. Als we ons dat realiseren en nadenken over de interactie tussen bodem, natuur en mens, dan begrijpen we ook meer over de ontstaansgeschiedenis en de ontwikkeling van ons landschap. Landschap is een resultante van de natuur en de menselijke activiteiten. Dat is vaak heel mooi te herkennen en te analyseren. Bossen, heide, gras, water, bomen en bloemen wisselen af met wonen, werken, oogsten, leren en recreëren. Hoe ervaren wij het landschap? -‐> Vraag aan de deelnemers: Wat ziet u? Wat vindt u mooi/lelijk op de foto’s? Deelnemers: ‘ik mis bebouwing, silhouetten op de foto’s’ Opvallend is de afwisseling in het landschap: weilanden en natuur kunnen goed samen in de Achterhoek. Wat je mooi vind is niet het belangrijkste, wel dat je er oog voor hebt en er over na wilt denken. Veel van jullie hebben te maken met monumenten. Die staan niet zomaar ergens (behalve in NOL en bij Erve Kots); normaal gesproken staan ze op een historisch bijzondere locatie. Als het landschap aansluit bij het monument, dan is het plaatje compleet. En begrijpelijk voor ons, de kinderen en voor bezoekers / toeristen. Dan is het waardevol. Als je het landschap herkent en waardeert, dan ben je ook bereid het te beschermen. Hoe ervaren wij ons landschap? Mooi voorbeeld: een Groningse boer vond het Groninger landschap zo mooi omdat de bieten tot aan de voordeur groeiden. Zo vindt ieder het landschap op een andere manier mooi. Vroege ontwikkelingen Heel vroeger was de Achterhoek een open boslandschap: bos met open plekken waar het te nat was. Door het kappen van het oorspronkelijke bos (vanaf ongeveer 4500 jaar geleden) zijn droge heidevelden ontstaan. De bodem bestaat veelal uit zand en is daardoor van oorsprong niet aantrekkelijk als landbouwgrond. Desondanks vestigden zich boeren in het gebied. Om de grond te bemesten werkten ze met zogenaamde potstallen. ’s Zomers lieten ze hun schapen grazen op de heidevelden; ’s winters groeven ze heideplaggen af om de mest in de potstal mee af te dekken. Het mengsel van mest en heideplaggen gebruikten ze om de bouwlanden te bemesten. Door de eeuwenlange bemesting ontstonden kampen: verspreid liggende erven waarbij de bouwlanden hoger liggen dan het omringende landschap. De resten hiervan zijn nog steeds zichtbaar in de vorm van het kampenlandschap en de heide. Ontwikkelingen 1900 – 1990 Van 1900 -‐1990 was er een enorme veranderingen in grondgebruik. Door ontginning , kunstmest, prikkeldraad en ruilverkaveling verdwenen hoogveen en heide en veel landschapselementen. Het bosoppervlak nam af van 20% tot 10 % van het landschap. Er was een enorme toename van de bewoning; inclusief wegen is nu 10 % van de Achterhoek bebouwd. De Achterhoek 1900 en 1960: Het rechter kaartje is de Achterhoek in 1960. Er was toen nog geen ruilverkaveling: de abiotische laag was nog van invloed. Akkers lagen op de hoge gronden en gras op de lage gronden. In 1960 bestond nog slechts 0,1% van het Achterhoeks landschap uit heidevelden en woeste gronden, in plaats van 20% in 1900. Landbouwuitbreiding was belangrijker dan heidevelden en was inmiddels mogelijk doordat kunstmest de voormalige heidevelden vruchtbaar maakte. In 1960 waren de essen nog goed te herkennen aan de akkerbouw. Ook na 1960 veranderde het landschap ingrijpend, nu door ruilverkavelingen en de intensivering van landbouw. Ook de groei van dorpen, steden en infrastructuur gaf een heel ander plaatje. Meer hierover kunt u lezen in het boek ‘Landschappelijk ondernemen in de Achterhoek’. Recente ontwikkelingen NATUUR Positief: met de natuur in de natuurgebieden in de Achterhoek gaat het heel goed. We zien ontwikkeling van allerlei nieuwe natuur langs beken, bij landgoederen, maar ook zorgboerderijen met natuur en waterbergingsgebieden in plaats van grasland. En we zien verbetering van de biotoop van specifieke soorten, zoals de boomkikker, orchideeën, en dagvlinders zoals de kleine vuurvlinder. LANDBOUW Landbouw is de grootste grondgebruiker (60-‐70 % van grond) en heeft grote invloed op landschap. De ontwikkelingen in de landbouw zijn zorgelijk, daar gebeurt enorm veel: -‐ Nieuw beleid: andere toeslagen *), melkquotum afgeschaft -‐ Schaalsprong: vergroting van percelen, nieuwe stallen -‐ Veel stoppers (leegstand meer dan kantoren) -‐ Veel monoculturen (gras en mais), geen prikkeldraad meer en steeds minder koeien ‘Vergroening’ *) De EU voert een nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid in. Het systeem van toeslagen verandert: boeren krijgen minder toeslag tenzij ze vergroenen. Deze vergroening zou kans kunnen bieden voor natuur en landschap, maar voor de Achterhoek levert het weinig op. Melkveehouderijen voldoen al aan de eisen. Bedrijven met meer dan 15ha akkerbouw moeten nog wel aan de nieuwe regels voldoen. Echter: de Tweede Kamer heeft een motie aangenomen waarin wordt geregeld dat in plaats van vergroening ook het verbouwen van een groenbemester mag. Dit kost geen akkerland, maar levert ook weinig op als het gaat om groen. Agrarisch natuurbeheer Tot nu toe konden boeren individueel subsidies voor agrarisch natuurbeheer aanvragen. In het kader van nieuw agrarisch natuurbeheer moeten boeren nu collectief subsidies aan gaan vragen. Rob Geerts / Vereniging Agrarisch Landschapsbeheer Achterhoek (VALA): we zijn bezig met de voorbereiding van een aanvraag gericht op soorten, hiervoor is een kansenkaart in de maak. Natuurbeheer is soortenbeheer geworden. Agrarisch natuurbeheer kost teveel, terwijl soorten nog steeds achteruit gaan. Daarom is VALA nu bezig met een lijst van soorten die met agrarisch natuurbeheer kunnen worden geholpen. In de Achterhoek zijn verschillende soorten gebieden aangewezen die voldoen aan bepaalde criteria; dit zijn de kerngebieden waar agrarisch natuurbeheer wordt ingezet. INFRASTRUCTUUR Nieuwe werken bedreigen het landschap: hoogspanningsleiding, windmolens, schaliegaswinning spoor-‐, snel-‐ en rondwegen. Deze werken hebben direct grote gevolgen voor ons kleinschalige landschap. RECREATIE Recreatie was tot voor kort een groeisector, in de Achterhoek economisch even belangrijk als landbouw (!) . De recreatie van nu is gebaseerd op het mooie landschap: het grootste deel van de recreanten gaat fietsen of wandelen. Dit is belangrijk om bij stil te staan. Manuel Hezeman van Stichting Achterhoek Toerisme (STAT) schuift straks aan bij de discussie. REGIE -‐> Regie van het landschap: is er regie nodig? Hogere Overheden schuiven regie door naar lagere overheden en zo verder naar de burgers. Terwijl cultuurgoed iets is waar landelijke / centrale regie op gevoerd zou moeten worden. Voor uitvoering is minder subsidie beschikbaar. Er wordt meer verwacht van burgerparticipatie. -‐> Helma Tuenter / Commissie Cultuurhistorisch Erfgoed Oude IJsselstreek: Wat vindt ons provinciale statenlid ervan?: -‐> Anna-‐Lena Hedin / statenlid provincie Gelderland: Er is centrale regie nodig, alleen al financieel heeft de provincie het makkelijker dan gemeente. Niet handig als iedere gemeente het wiel zelf uitvindt. -‐> Tom Keuper / LTO: Er is centrale regie nodig , met name voor landbouw en recreatie. Er kan sprake zijn van oneerlijke concurrentie als de ene gemeente andere spelregels heeft dan de andere. -‐> Andre Kaper / Stichting Landschapsbeheer GLD: vrijwilligers zijn ook actief buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en nationale landschappen. Er is ook beleid nodig voor gebieden buiten nationale landschappen en daar is regie voor nodig (landelijk of provinciaal). -‐> Anna-‐Lena Hedin / statenlid provincie Gelderland: Het landschap wordt niet als economische kracht gezien, onterecht. -‐> Rob van Eck / teamleider Ruimte gemeente Oude IJsselstreek: de provincie heeft net nieuw beleid vastgelegd waarin ze alles loslaten en bij de gemeenten neerleggen. De tegenovergestelde beweging dus van hetgeen zojuist werd geopperd. DE BALANS: PLUSSEN EN MINNEN We zien zowel positieve als negatieve invloeden van de ontwikkelingen. Maar: het saldo lijkt negatief te worden! We maken ons zorgen, met name over het feit dat veel processen zich op een sluipende manier voltrekken. Veel mensen denken: het Achterhoekse landschap is toch mooi? Maar als stukje bij beetje de kenmerken verdwijnen, verdwijnt daarmee het kenmerkende landschap. Vergelijk de winkelstraten in onze steden en dorpen: allemaal Hema en Blokker. Dat krijgen we straks ook met de landschappen als we ze niet beschermen. Centrale regie is dus wel degelijk nodig. Landschapskwaliteiten Het landschap bestaat uit een aantal kwaliteiten en functies: -‐ Aarde: de onderlaag met de aardkundige ondergrond / geomorfologische wervelingen. -‐ Cultuur: cultuurhistorisch waardevol erfgoed bestaat vaak uit gebouwen, maar deze kun je niet los zien van omgeving waar ze geplaatst zijn. Je moet ook nadenken over de omgeving waar ze staan en hoe dat landschap is gevormd. Vaak ligt er een belangrijke geschiedenis onder die monumenten. Dus we moeten de monumenten en het bijbehorende landschap / de ondergrond beschermen. Bijvoorbeeld door bomen te blijven knotten. -‐ Natuur: het landschap bestaat in belangrijke mate uit de natuur en de biodiversiteit in dat landschap. Ook deze moeten we dus blijven beschermen. Het landschap heeft verschillende functies: -‐ Economie: het landschap heeft economische waarde. Onroerend goed in een waardevol / bijzonder landschap is 15% meer waard dan in een niet-‐aangekleed landschap. -‐ Recreatie: recreatie is een belangrijke inkomstenbron voor de Achterhoek. Recreanten wandelen en fietsen door het landschap omdat het waardevol is, het is dus ook in dit opzicht van economische belang om het landschap te beschermen. -‐ Welzijn: in een mooi landschap voel je je prettiger en gezonder. Landschapsparels: natuur Als waardevolle natuur kennen we bossen, heiden, vennen, stuifzanden en andere natuurterreinen. Maar ook allerlei soorten graslanden waar onze voorouders nog op boerden zijn we nu als waardevolle landschappen aan het beschermen: blauwgrasland, heischaalgrasland, bloemrijk hooiland etc. Landschapsparels: cultuur Beken zijn vrijwel allemaal ver-‐/gegraven om de natte gebieden te ontwateren. Gebieden als de Aaltense Goor en Azewijnse Broek zijn ook onderdeel van het waardevolle Achterhoekse landschap. Landschapsmonumenten in onze streek zijn bijvoorbeeld Meuhoek, Heidenhoek, Landweren, de rivierduinen, de dikke eiken van Sieverdink en Verwolde. -‐> Middels een reeks artikelen in de Gelderlander is er aandacht voor Landschapsmonumenten®, bijzondere landschappen en -‐elementen in het gewone boerenland. Uitdagingen en kansen: Vitale landbouw in cultuurhistorisch landschap Beiden zijn van economisch belang, al is het op verschillende manieren. We willen vitale landbouw behouden en inbouwen in het karakteristieke cultuurhistorische landschap door: -‐ duidelijke afspraken met grondeigenaren die onderdelen van het ‘landschapscasco’ beheren. Het landschapscasco moet worden vastgelegd in de bestemmingsplannen zodat het wordt beschermd. Zie verder toelichting hieronder. -‐ nieuwe stallen in te passen in het landschap. -‐ doorgangen te maken door landschapselementen in plaats van ze helemaal weg te halen. Om efficiënt te kunnen werken halen boeren hekken, bomenrijen, houtwallen e.d. tussen twee percelen meestal helemaal weg. In plaats daarvan kunnen ze ook een doorgang in deze landschapselementen maken waar doorheen ze van het ene naar het andere perceel kunnen. -‐ materiaal dat vrijkomt uit het onderhoud van landschapselementen te hergebruiken. Dit materiaal kun je bijvoorbeeld gebruiken als strooisel of om energie op te wekken. -‐ mobiele melkstallen waardoor de koeien in de wei kunnen blijven. Samenwerking Betere samenwerking van de professionele organisaties onderling en met de burgers kan de ontwikkelingen in het landschap beter op de agenda krijgen. Een methode om die samenwerking vorm te geven is de casco-‐benadering: Casco-‐benadering Het ‘casco’ van het landschap bestaat uit die landschapselementen die bepalend zijn voor het landschap. Door duidelijke afspraken te maken met de grondeigenaren wordt het landschapscasco beschermd. Met deze ‘cascobenadering’ wordt het ook voor de boeren duidelijk wat er wel / niet mogelijk is. In de cascobenadering maken we onderscheid tussen elementen die moeten blijven bestaan omdat ze onderdeel zijn van het ‘geraamte’ (groen), en elementen waarmee eventueel kan worden geschoven zonder dat het landschap teveel wordt aangetast (blauw). In Noordoost Twente wordt ermee gewerkt. Boeren zagen ertegenop, maar geven toe dat ze er veel aan hebben. Ze hebben meer vrijheid gekregen door met een beperkt aantal elementen te schuiven. -‐> Met de cascobenadering wordt het casco in de bestemmingsplannen opgenomen. Voorbeeld: een houtwal geeft schaduw, waardoor het stuk land dat langs de houtwal ligt minder opbrengst geeft. Binnen de cascobenadering wordt de houtwal zo verplaatst dat hij geen schaduw op de akker geeft maar op de weg. Hierdoor ondervindt de boer geen economisch nadeel van de houtwal. Verbinden Door partijen te verbinden aan landschap en natuur, zullen ze er zorgvuldiger mee omgaan. -‐ bij de jeugd beginnen: Een voorbeeld is de Stichting Boerderijschool, waar kinderen bezig zijn met landschapsonderhoud bij de boer. Hier leren ze ook rekenen en schrijven vanuit het landschap. -‐ mensen in dorp en stad verbinden met het buitengebied: Een voorbeeld is ‘Buur maakt natuur’ in Doetinchem: als mensen natuur in de omgeving willen dan kopen we landbouwgrond waarop natuur kan worden ontwikkeld. -‐ zorg in het landschap: Zorgcliënten die bezig zijn met landschapsonderhoud. -‐ bedrijven bieden ook mogelijkheden: Bijvoorbeeld een project van Alterra: een grote bierbrouwer die in 2020 klimaatneutraal wil werken. In dit project wordt gewerkt aan de herinrichting van bedrijventerreinen door meer natuur op de terreinen. Er ontstaat een vlekwerking om het bedrijf heen – in een groot gebied om het bedrijf heen zijn alle partijen en boeren bezig met een duurzamere leefomgeving. Ook in de Achterhoek zijn er vast bedrijven te vinden die zo verbonden kunnen worden met het landschap. -‐> Rob Geerts / Vereniging Agrarisch Landschapsbeheer: in samenwerking met Natuurmonumenten en Waterschap zijn we bezig met een project om hout dat uit het landschap komt te ver-‐markten middels hout-‐gestookte cv’s in plaats van gasgestookte cv’s. Met de opbrengst kan het onderhoud van het Achterhoeks landschap worden gefinancierd. -‐ PAUZE -‐ Uitvoering van projecten ter versterking van het Achterhoekse landschap -‐ André Kaper / Stichting Landschapsbeheer Gelderland (SLG) Hoe kun je vrijwilligers betrekken bij het landschap? Veel mensen zijn betrokken bij het Achterhoekse landschap, typerend voor de volksaard in deze regio dat er zoveel in stand wordt gehouden. In het behoud van het cultuurhistorisch landschap van het buitengebied spelen vrijwilligers een actieve rol. Het landschap is om in te wonen, werken en recreëren. Met de vrijwilligers werken we aan een toekomstbestendig landschap Financiering van de instandhouding gebeurt in samenwerking met overheden en erfgoedorganisaties – met name gemeenten en waterschappen. Stichting Landschapsbeheer Gelderland onderscheidt zich van beheersorganisaties als het Gelders Landschap. Zij hebben terreinen e.a. in bezit, Landschapsbeheer GLD niet. Als je bezit hebt kun je niet meer zonder belang in gesprek met gemeenten e.a. De stichting faciliteert vrijwilligerswerk, ze heeft geen eigen vrijwilligers. De stichting heeft een prestatieovereenkomst met de provincie: vrijwilligers van een herstelproject worden gefaciliteerd door provincie om ook het onderhoud te doen. In de projecten die de stichting faciliteert moet altijd iets worden hersteld en dan onderhouden. Daarnaast heeft de stichting TRAProutes langs cultuurhistorie en klompenpaden gefaciliteerd. In het buitengebied komt alles samen: in het menselijk handelen heb je altijd te maken met ondergrond, cultuur, en hoe het wordt gebruikt. Het landschap zou mensen moeten samenbrengen vanuit verschillende uitgangspunten. De werkgroepen zijn meestal van IVN e.a. Ze zijn actief met allerlei kleine elementen zoals kikkerpoelen, houtwallen, hoogstamboomgaarden. Het werk van SLG is ook gericht op bewoners (dus geen vrijwilligers): via een steunpunt kunnen zij met korting bosplantsoen kopen om bijvoorbeeld een singel te herstellen. De financiering hiervan gebeurt vanuit Postcodeloterij. Projecten: -‐ Weidevogelnestenbescherming – nesten in het weiland worden gemarkeerd door vrijwilligers; -‐ Steenuilwerkgroepen -‐ steenuilen zijn sterk gebonden aan cultuurhistorisch landschap, ze broeden op oude erven; -‐ Onderhoud klompenpaden (betaald door gemeenten); -‐ Landgoedwerkgroepen – regeling vanuit de provincie om het landschap te onderhouden door landschapselementen te beschermen en in stand te houden; -‐ Oral history: verhalen die je vastlegt vertellen heel mooi waarom het landschap eruit ziet zoals het er nu uitziet. Vormen vaak een als inspiratiebron voor streekproducten. Verhalen op de website en naar het Gelders archief. Werkwijze: Vrijwilligers worden getraind en blijven aan het werk, kennis zakt niet weg. Hoe richt je werkgroep op en hoe regel je betrokkenheid vrijwilligers? -‐ Handgereedschap: Vrijwilligers komen voor hun rust – daarom aan het werk met handgereedschap. Stichting leert de vrijwilligers hoe het moet. De coordinator geeft uitleg over veilig werken en verzekeringen. Iedere werkgroep krijgt gratis gereedschap, eens per jaar wordt gerepareerd en gekeurd. -‐ Oprichting werkgroep: Bij het oprichten van een groep vrijwilligers is begeleiding door een professionals cruciaal. Mensen uitnodigen voor avonden via Twitter e.a. De opkomst is geen probleem, er zijn genoeg mensen die iets nuttigs willen doen met hun tijd. Meestal meldt zich een gevarieerd gezelschap aan. -‐ Natuurwerkdag.nl – vrijwilligers organiseren locaties waar iedereen welkom is om te helpen. -‐> Vraag uit de zaal: kun je met vrijwilligerswerk de bedreigde elementen in het landschap in stand houden? Ja, dat kan. Maar niet overal. Onderhoud door vrijwilligers is een belangrijke deeloplossing, naast het werk van andere partijen in het landschap, zoals agrarische natuurverenigingen, landgoederen en Terreinbeherende Organisaties (TBO’S). Stichting Landschapsbeheer Gelderland is bedreven in samenwerken. Nu de regievoering vanuit de overheid bij burgers is komen te liggen, is samenwerking essentieel. Zowel om onderwerpen lokaal te agenderen als om groepen vrijwilligers te kunnen oprichten en daarna in stand te houden. Gesprek van Tanja Abbas met Manuel Hezeman / Stichting Achterhoek Toerisme (StAT) Stichting Achterhoek Toerisme wil het erfgoed openstellen voor publiek. De eigenheid, authenticiteit van de Achterhoek behouden en ontsluiten voor toeristen. Cultuurhistorie en kleinschaligheid maken de Achterhoek uniek. Het Achterhoekse landschap trekt toeristen. Groot Nibbelink bijvoorbeeld is een historische locatie met recreatieve functie. Negatieve ontwikkeling: verschraling. Als het landschap eenheidsworst wordt dan is het unieke weg. Ook ondernemers zijn nodig om kansen te pakken en cultuurhistorie toegankelijk te maken. StAT Werkt met vrijwilligers aan wandel-‐ en fietsroutes over de bevrijding van de Achterhoek in het kader van het project Spannende Gelderse Geschiedenis. Samenwerking en verbinding essentieel. Bijvoorbeeld samenwerking rondom de fietsroutes: ondernemers werden zo enthousiast dat we de ontwikkeling van routes hebben moeten beperken tot tien routes. Gesprek van Tanja Abbas met Gerard Derks / Gelders Genootschap -‐> Als je het landschap wilt waarderen, waar moet je dan beginnen? Verschraling in het landschap tegengaan. Daarvoor moet je de karakteristieken van het landschap kennen. Daarbij moeten we voorkomen dat minder waardevolle landschappen vogelvrij worden verklaard en alle aandacht naar ‘waardevolle’ landschappen gaat. -‐> Maar de karakteristieken van het landschap kennen we toch wel? Ja, maar de verschraling gaat toch door. Dus ondanks het feit dat we karakteristieken kennen, hebben we er kennelijk toch onvoldoende grip op. Inventarisatie belangrijk. In bestemmingsplannen moet de afweging worden gemaakt hoe om te gaan met cultuurhistorische waarden, zowel de beschermde als de onbeschermde. -‐>Hoe kunnen jullie ondersteunen? Gemeentes helpen om de inventarisatie rond te krijgen. Of gemeentes op weg helpen om de karakteristieken op een goede manier in het bestemmingsplan te krijgen. Gemeenten kunnen per bestemmingsplan (of structuurvisie) een beroep doen op vier uur gratis ondersteuning vanuit het Samenwerkingsverband Cultuurhistorie Gelderland bij de inbreng van cultuurhistorie in het plan. Dit bij voorkeur vooraan in het traject -‐ het is belangrijk dat cultuurhistorie tijdig in beeld is -‐ maar de uren kunnen ook worden ingezet voor een quick scan voor wat betreft cultuurhistorie als het ontwerp-‐bestemmingsplan gereed is. -‐> Stel je zet cultuurhistorie goed in je bestemmingsplan, ben je er dan? Nee. Ook als de inventarisatie op orde is en de vertaalslag naar het bestemmingsplan is geregeld, dan blijft toch maatwerk nodig bij grotere, meer ingrijpende plannen. En soms ook handhaving. Bescherming in bestemmingsplan is geen garantie dat landschap ook daadwerkelijk beschermd is. -‐> Andre Kaminski: vroegtijdige signalering is inderdaad belangrijk, dat voorkomt dat je te laat bent, dat slopershamer al is geweest. -‐> Vraag uit de zaal: Is het mogelijk om (een deel van de) beschikbare advies-‐uren voor de Achterhoekse gemeenten te bundelen en in te zetten t.b.v. bijvoorbeeld een gezamenlijke informatie/voorlichtingsbijeenkomst voor Achterhoekse ambtenaren cultuurhistorie en ruimtelijke ordening? Dit zal bij de provincie Gelderland en de RCE worden aangekaart bij de besprekingen over de inzet van de uren voor het komende jaar. Goed om krachten bundelen. Gesprek aan de tafels – terugkoppeling: Tafel 1 -‐ Manuel Hezeman / Stichting Achterhoek Toerisme (StAT) Constatering: recreatie en toerisme gaan ook over verschraling van het landschap Vragen: -‐ hoe ziet de verschraling eruit? -‐ hoe groot is de verschraling? -‐ Ziet recreant de verschraling ook? Of zit dat in ons? -‐ Ziet jongere generatie die verschraling ook? -‐ Is samenwerking tussen organisaties genoeg om verschraling tegen te gaan? -‐ En is samenwerking tussen alle organisaties haalbaar? -‐> Conclusie: deze middag is een startmoment om samen verder te kijken en oplossingen te vinden. Demografische ontwikkeling: hoe nemen we jongeren mee in ons landschap? Hoe meer je betrokken bent bij een landschap, hoe meer je bereid bent om je ervoor in te zetten. Tafel 2 -‐ Gerard Derks / Gelders Genootschap Onderwerp: Cultuurhistorie/landschap en bestemmingsplannen Borging van cultuurhistorische waarden in het landschap begint met het hebben van een goede cultuurhistorische inventarisatie van het buitengebied en een goede vertaling van de waarden naar de regelgeving in het bestemmingsplan. Het is maar de vraag of dit in alle gemeentes voldoende het geval is. En als dit al zo is dan moet je soms ook handhaven. Gesignaleerd wordt dat cultuurhistorie nog lang niet altijd voldoende tussen de oren in het gemeentelijk apparaat zit, bijvoorbeeld bij de afdelingen Ruimtelijke Ordening. Dit geldt niet alleen bij de totstandkoming van bestemmingsplannen maar ook bij vergunningverleningstrajecten met betrekking tot bouwplannen. Aan cultuurhistorie wordt vaak te laat gedacht. Ook commissies krijgen veelal pas in een heel laat stadium de kans om mee te denken, maar dan is vaak nog maar weinig ruimte voor aanpassingen. Het is wenselijk om deskundigen en commissies eerder bij de plannen te betrekken. Belangrijk is bekendheid met de cultuurhistorische waarden bij de gebruikers van het landschap. Allerlei vrijwilligersprojecten kunnen daaraan bijdragen, maar ook de vandaag genoemde cascobenadering, waarbij de belangrijkste structuren en elementen in het landschap zijn vastgelegd, en daarbinnen ruimte is voor kleine veranderingen. Dit kan ook voor agrariërs een aantrekkelijk compromis zijn. De context waarbinnen we als hoeders van het landschap moeten werken is de laatste jaren niet eenvoudig: crisis, krimp en deregulering, terwijl we misschien wel meer regels nodig hebben om cultuurhistorische waarden van het landschap beter in bestemmingsplannen te borgen. Cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit zijn minder hoog op de politieke agenda gekomen hoewel het belang van het behouden en versterken van identiteit nog altijd zeer prominent in veel partijprogramma’s staat. Het daaraan koppelen van concreet beleid en acties laat echter in veel gevallen te wensen over. Gemeentes hebben veel ruimte voor eigen ambitie; de verantwoordelijkheid voor cultuurhistorie en ruimte kwaliteit is voor een groot deel bij de lokale overheid neergelegd; rijk en provincie toetsen niet of nauwelijks meer. Tenslotte is bewustwording essentieel! Deelnemers aan deze dag zijn betrokken, maar hoe maak je anderen ook bewust van de waarde van het landschap? Daar zou verder over nagedacht moeten worden. Een aantrekkelijke publieksversie van een cultuurhistorische gebiedsbeschrijving en waardenkaart is een van de mogelijke middelen. Tafel 3 -‐ André Kaper / Stichting Landschapsbeheer Gelderland (SLG) -‐> Hoe kom je aan vrijwilligers? -‐> Wat kun je niet met vrijwilligers, wat is er nog meer nodig? Er is teveel in verval om het tij te kunnen keren met vrijwilligers. Als je het tij wilt keren dan zul je ook anderen erbij moeten betrekken. Streek-‐ en dorpsbewoners. Als je ze een kaart van 100 jaar geleden laat zien, dan schrikken bewoners zich vaak rot. Het is belangrijk om te bepalen wat je wel / niet regelt in het landschap, bijvoorbeeld op het gebied van boerenerven, vergunning-‐vrij bouwen en wegenpatronen. Er is draagvlak, gemeenschapszin, samenwerking en regie nodig. Signaal: de deregulering gaat nu al mis. -‐> landschapsbiografie in de dorpen: bundel lokale kracht en kennis in een nieuwe werkgroep die signaleert en agendeert richting gemeente -‐> Werk als gebiedscollectief aan agrarisch natuurbeheer – net als draagvlak en vrijwilligers een cruciale deeloplossing -‐> Het is een feit dat het landschap in Gelderland bestaat dankzij lobbywerk. Het is belangrijk om bereikte momenten te vieren, continu. En de pers erbij betrekken. -‐> SLG: richt je ook op groenbeheer binnen de bebouwde kom -‐> Belangrijk om ook jongeren bij werkzaamheden te betrekken. Het gaat erom hoe je de boodschap brengt. Vrijwilligerswerk bij SLG kun je ook ‘groene fitness’ noemen. Tafel 4 -‐ André Kaminski / Stichting Achterhoek weer Mooi (StAM) & Anne Oosterbaan / Alterra -‐> Tip: volgende keer de pers uitnodigen. -‐> Hoe bescherm je het buitengebied? Je kunt wel allerlei regels opstellen, maar hoe worden die nageleefd en gehandhaafd? De boer heeft de grond nodig om van te leven, het is voor hem een productiemiddel. Opmerkelijk hierbij: georven, eigen grond wordt als waardevol behandeld. Grond 10km verderop wordt als productiemiddel gezien. Oplossing? Bewustwording bij de grondeigenaren: maak de boeren en andere grondeigenaren bewust van de landschapskwaliteit. Kweek begrip voor het bijzondere landschap waarin ze zich bevinden. Motiveer vanuit die bewustwording de boeren en andere grondeigenaren om afspraken te maken over het geraamte dat moet blijven bestaan om een landschapstype in stand te houden. Dat wil zeggen toepassing van de cascobenadering. Het is belangrijk dat boeren e.a. (nieuwe inwoners) zich betrokken voelen bij het landschap en de gemeenschap. Nieuw naoberschap: samen de verantwoordelijkheid nemen voor een gebied. Iemand moet zijn brood verdienen, maar ook samen zorg dragen voor het landschap. Burgers hebben in de Achterhoek meer grond in beheer dan Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten samen – kans om via hen het landschap te beheren. Jeugd en onderwijs – je zou al op school veel mee moeten geven aan de kinderen over landschap en landschapskwaliteit. Onderwijzers: blijf dicht bij je eigen omgeving, leer de kinderen over wat er in hun eigen omgeving is, zoals de Paasberg en de Gaanderense Rivierduinen, en leer ze niet alleen over de mooie Kennemerduinen, ergens ver weg aan de andere kant van het land. Conclusie: ! hoe kunnen we hiermee verder? Hoe kunnen we krachten bundelen? ! Geluiden over cultuurhistorie komen eigenlijk altijd uit OIJS. De discussie die hier is gevoerd is interessant voor hele Achterhoek. Herman Schreurs / voorzitter commissie CultuurHistorisch Erfgoed: We zijn blij met de grote groep mensen die hier vandaag aanwezig is. In de basis is ieder mens gek op de natuur. Er is een spanningsveld tussen de wens de natuur te behouden en de grootschaligheid in de landbouw. Lastig om daar een oplossing voor te vinden. Helma Tuenter / organisator van de dag commissie CultuurHistorisch Erfgoed: Onze taak is lobbyen, net als LTO. Alleen dan krijgen we het voor elkaar om ons waardevolle landschap te beschermen. Peter van de Wardt / wethouder Oude IJsselstreek: Je gaat pas iets missen als je het hebt opgeruimd en weer nodig hebt. Bijvoorbeeld in Engbergen: daar zijn we bezig de natte gronden terug te brengen. Het is belangrijk om de verschillende belangen te verbinden. Je kunt het aanvliegen vanuit de regels, of kijken wat er mogelijk is. Goed dat er hier een groep mensen zit die zich bewust is van de waarde van het landschap. Deze bijeenkomst geeft energie. We kunnen er weer even tegenaan om de waarde van het landschap uit te dragen op de plek waar we die uit moeten dragen, graag Achterhoek-‐breed. Tanja Abbas bedankt alle aanwezigen voor hun waardevolle inzet en geeft aan dat er mooie voorbeelden zijn van gebiedsprocessen waarin mensen verschillende belangen hadden, maar er toch samen uitgekomen zijn. Dat hebben ze kunnen doen door te gaan zoeken naar wat ons bindt. Er is behoorlijk veel wat ons scheidt, maar dan komen we geen steek verder. We moeten zoeken naar het gedeelde belang vanuit alle belanghebbenden. Jan Tinnevelt CHE Oude IJsselstreek Peter van Toor CHE Oude IJsselstreek [email protected] CHE Oude IJsselstreek / ECAL Doetinchem Willem Willemsen Herman Schreurs Helma Tuenter CHE Oude IJsselstreek Voorzitter [email protected] CHE Oude IJsselstreek Andre Janssen CHE Oude IJsselstreek Rob van Eck Gemeente Oude IJsselstreek / CHE Roger Crols CHE Oude IJsselstreek / Gelders Genootschap Inge Waarlo Gemeente Oude IJsselstreek Peter van der Wardt Wethouder Oude IJsselstreek Boukje Overbeek Geld. Genootschap / Doetinchem / Bronckhorst Wilma Broens Bronckhorst [email protected] Willem Hagens Peter Ballast Joyce Ras Bronckhorst [email protected] Winterswijk / Oost Gelre Kees Meinderts Winterswijk [email protected] Winterswijk Hans van Lith Winterswijk Pieter van der Laan Winterswijk Tiemen Epema Winterswijk Jan Goorhuis Winterswijk Henk Hanselman Oost Gelre Ben Verhey Oost gelre Andre van Ooyen Oost Gelre Wim Ockers Oost Gelre Anne Oosterbaan [email protected] Prov. Statenlid Gelderland [email protected] LTO-Noord [email protected] [email protected] Waterschap Rijn en IJssel [email protected] Ver. Agrarisch Landschapsbeheer VAL [email protected] St. Achterhoek Toerisme StAT [email protected] Gem. Aalten Commissie cultureel erfgoed Aalten [email protected] Historische ver. Deutekom [email protected] [email protected] Omgevingsdienst Achterhoek ODA [email protected] St. Landschapsbeheer Gelderland [email protected] Gelders Genootschap [email protected] St. Achterhoek weer Mooi StAM [email protected] Dagvoorzitter [email protected] Alterra WUR Paulien Burger Notulist Anna-Lena Hedin Tom Keuper Arjen van Zalinge Rob Geerts Manuel Hezeman Ingrid Oonk Gerda Brethouwer Joop Chevalking Roy Oostendorp Andre Kaper Gerard Derks Andre Kaminski Tanja Abbas Afmelding: Richard Krabben Gerdien Dutman Gemeente O.IJ. [email protected] Doetinchem Melinda Meijer Gemeente O.IJ. [email protected] Antoin Jansen Montferland [email protected] Sander Fisser LTO Noord René Kwast Bureau Kwast Marc Kocken Streek Archeoloog Jette Janssen Gelders Erfgoed
© Copyright 2024 ExpyDoc