NIEUWSBRIEF 2014 nr 1 Deze nieuwsbrief is een uitgave van Netwerk Acute Zorg Limburg In deze nieuwsbrief o.a. Ontkleuren: Noodzaak of overbodig? Cultureel sensitief vakmanschap Tijdens het jaarlijks georganiseerde symposium van het Netwerk acute ‘Alle neuzen dezelfde kant op’ zorg Limburg (NAZL), in samenwerking met de AmbulanceZorg Limburg Noord, de GHOR Limburg-Noord en de GGD Zuid Limburg, stond bovenstaande vraag centraal. Op welke manier kun je als zorgprofessional cultureel sensitief vakmanschap ontwikkelen? Inhoudsopgave Lees verder op pagina 4 > Agenda / Nieuws / Strip Pagina 2-3 Ontkleuren: Noodzaak of overbodig ? Pagina 4, 5 en 6 Bestuurlijk ROAZ 19 november jl. Pagina 6 Project CBRN Limburg uit de startblokken Pagina 7 en 8 Een halszaak… Pagina 9, 10 en 11 Interview Selahattin Aydin Pagina 12 1 Wens in Beweging Data 2014 Op 25 oktober jl. is de stichting Wens in Beweging gepresenteerd door de oprichters Huub Gub- Multitrauma bespreking Traumaoverleg/Limburgs Traumatologisch Genootschap bels en Leon Triepels. Doelstelling van deze idealistische organisatie is om het mogelijk te maken dat de grootste of laatste wens van ernstig of terminaal zieke mensen kan worden vervuld. Het gaat om situaties waarin personen op geen andere manier dan per ambulance vervoerd kunnen worden. Het vervoer gebeurt door vrijwilligers in een aangepaste ambulance. Voor meer informatie kijk op www.wensinbeweginglimburg.nl Multitrauma besprekingen 2014 11 februari, 13 mei, 23 september, 2 december Tijd: 18.00-19.30 uur De bijeenkomsten vinden plaats in: • Academisch ziekenhuis Maastricht, Wellenszaal nivo 4 • VieCuri Medisch Centrum Venlo, Multifunctionele ruimte IC (E1-102) • Atrium Medisch Centrum Heerlen, Hustinx-kamer • Sint Jans Gasthuis Weert, Conferentieruimte route 22 • Laurentius ziekenhuis Roermond, Van Gelrezaal 3e verdieping • Orbis Medisch Centrum Sittard, KNEC-ruimte nivo 3 Traumaoverleg/Limburgs Traumatologisch Genootschap 2014 12 maart, 11 juni, 17 september, 17 december • 17.30-18.30 uur Bestuursvergadering Traumaoverleg Limburg • 18.30-19.00 uur Buffet Door: Suus van den Akker, Cartoonist • 19.00-21.00 uur Limburgs Traumatologisch Genootschap Locatie: De Oolderhof, Broekstraat 35, 6049 CJ HERTEN-ROERMOND 2 Redactie Miranda Dirx, Maria Kerckhoffs-Hanssen, Ruth Jongen Vormgeving Schrijen-Lippertz, Voerendaal Symposia Kwaliteit van Spoedzorg, november 2013 In de acute zorg zijn vele ontwikkeling momenteel gaande en ook op deze dag kwamen deze allemaal voorbij in de voordrachten. De onderwerpen varieerden van het belang van kwaliteit (beter met minder?), tot de spil van de huisartsenpost in de acute zorg tot en met de rol en macht van de zorgverzekeraar. Zeker op dit moment in het kader van de regioplannen die gepresenteerd zijn over de comIn Verbinding plexe spoedeisende zorg. pleidooi voor een zorgmeldkamer ipv ambu- Ook de Ambulance Zorg Nederland hield een lancemeldkamer waarbij er sprake kan zijn Op woensdag 2 oktober 2013 organiseerde van een doelmatigere inzet van de meld Vincent van Gogh het symposium “In Verbin- kamer. We moeten meer vraagstukken met ding” over suïcidepreventie in de ketenzorg in elkaar beantwoorden op het gebied van Noord Limburg. Het symposium was gericht samenwerking. We moeten als alle keten- op het bevorderen van de kennis en (basis) partners samen de kwaliteit van de spoed- vaardigheden van diagnostiek en behandeling zorgketen willen verbeteren. bij suïcidaal gedrag voor professionals binnen de keten die betrokken zijn bij de behandeling Eindsymposium Emric+, november 2013 van patiënten met suïcidaal gedrag. Eind november vond het eindsymposium Tijdens het symposium heeft men laten zien plaats van het project Emric+. Dit project hoe de ketenzorg suïcidepreventie in de regio heeft op het gebied van grensoverschrijden- Noord-Limburg is georganiseerd. Tijdens het de samenwerking bij grootschalige inciden- plenaire programma is het thema belicht ten de nodige producten opgeleverd. Zowel vanuit verschillende invalshoeken. Daar- op het vlak van samenwerking tussen de am- naast kwam de nieuwe Multidisciplinaire bulancediensten, ziekenhuizen en meldka- Richtlijn met betrekking tot suïcidaal gedrag mers, maar ook op het gebied van infectie- aan bod. Tijdens het symposium is tevens het ziektenbestrijding. De hele dag waren er convenant keten suïcidepreventie Noord- deelsessies waarin de resultaten van de ver- Limburg ondertekend. schillende projecten centraal stonden. Zo is In het tweede gedeelte van het programma er ook een app ontwikkeld waarin alle con- werd in subgroepen nader ingegaan op de tactpersonen staan uit de Maas-Rijn regio praktijk. die men dan tijdens crisissituaties makkelij- Voor het volledige programma en de presen- ker kan contacteren. Tevens is er een filmpje taties kunt u de website www.vvgi.nl/suicide- gemaakt over de belangrijkste producten van preventie raadplegen. het project Emric+ (www.emricplus.eu). Teamfoto Het team van het Netwerk Acute Zorg Limburg is weer op volle sterkte sinds december 2013. Achterste rij van links naar rechts: Joyce Janssen, Clarien Schoeren, Baukje Hemmes, Peter Brink. Voorste rij van links naar rechts: Maria Kerckhoffs, Miranda Dirx, Rachelle Hendriks, Ruth Jongen. In 2014 zullen onze datamanagers Joyce en Rachelle frequenter in de ziekenhuizen aanwezig zijn om de overgang naar een geupdate AIS codering en het registreren van een aantal extra variabelen te begeleiden. 3 Ontkleuren: Noodzaak of overbodig? Cultureel sensitief vakmanschap Na een introducerend filmpje waarbij patiënten-ervaringen vanuit een andere culturele achtergrond werden belicht, hield prof.dr. David Pinto een interessant verhaal waarin duidelijk werd waarom het draait als het gaat om cultureel sensitief vakmanschap ontwikkelen . Pinto gaf aan dat cultuur veel bepaalt maar niet alles. Opvoeding is belangrijk, en of je uit een fijnmazige (veel regels, codes, groep is belangrijk) structuur komt of grofmazige (individu voorop, zelfrealisatie) structuur. Bewustzijn van de beperking van ons eigen denkkader is ook eg belangrijk. Sta open voor de ander, leg je eigen percepties niet op de ander. Hij benoemde dit als de: 3 stappen methode (DSM). Ten eerste leer jezelf kennen, wat zijn je eigen waarden en normen (welke regels en codes zijn van invloed op het eigen denken, handelen en communiceren?). Ten tweede leer de ander kennen, niet attribueren maar bekijken wat de achtergrond en de ratio van het “vreemde” gedrag zijn en ten derde stel tijdig en helder grenzen. Hierna kregen de deelnemers de mogelijkheid tot het volgen van een 4-tal workshops, waarin geoefend kon worden op een aantal deelaspecten. Van het omgaan met een melding van een allochtoon op de meldkamer tot het herkennen van fenotypes van andere culturen. Interculturele communicatie legde de nadruk op jezelf kennen. Welke waarden en normen vind je zelf belangrijk? Deze zul je eerst helder voor jezelf moeten formuleren voordat je de ander (zorgvrager) kunt leren kennen. Onze culturele identiteit kan opgesplitst worden in 4 aspecten volgens Hofstede, namelijk symbolen zoals muziek, uiterlijk en gebaren. Helden, welke mensen vinden we belangrijk, rituelen zoals dagelijkse tot jaarlijkse herhalingen en tradities. En als vierde aspect de waarden, wat vinden we nu echt het belangrijkst. Tevens bestaat er een verschil tussen het observeren en interpreteren van gedrag dat je ziet bij de ander. Wij zijn geneigd om vooral het gedrag te interpreteren en niet te observeren. 4 Ook de workshop waar aandacht was voor goed ken je de ander? (om je boodschap over vragen of alles begrepen wordt en een open het theatrale gedrag van migranten leverde te brengen). Er is nog veel onwetendheid over houding aannemen. nieuwe inzichten op. Zorgprofessionals kun- deze doelgroepen bij de zorgprofessionals. nen door het beter leren kennen van andere Laaggeletterdheid is ook nog een veel voor- Dr. Sükro Genco brak een lans voor het niet culturen een beter inzicht verkrijgen in hun komend probleem bij deze doelgroepen, anders benaderen door de zorgprofessional mogelijkheden om probleemsituaties op te waardoor veel informatie verloren gaat. Tulay van de allochtone patiënten. Er staan drie za- lossen. Arslan schetste dat taal belangrijk is en dat ken centraal als het gaat over recht op gelij- voorlichting geven noodzakelijk is aan al- ke toegankelijkheid van zorg en kwalitatieve Tijdens de afsluitende presentaties stonden lochtone groepen. Als zorgprofessional zul je goede zorg, namelijk respect, geduld en aan- nog een aantal zaken centraal zoals: Hoe duidelijk moeten zijn in je communicatie, dacht. Het is niet anders dan bij autochtone 5 patiënten. Ken je patiënt, ga als professional niet alles culturaliseren, maar neem een open houding aan, wees je bewust als professional van de verschillen en vooroordelen. Kennis van achterliggende cultuur en omgangsvormen is vaak de sleutel tot succesvolle communicatie en tot de juiste diagnose. Wees bewust van je eigen culturele blik/identiteit met name bij mensen met een andere achtergrond dan jezelf. Al met al een inspirerende dag met vooral nadruk op een stuk bewustwording over je eigen normen en waarden richting doelgroepen met een andere culturele achtergrond! Bestuurlijk ROAZ 19 november jl. 6 Tijdens het jaarlijks bestuurlijk ROAZ hebben opmerkingen over dit scenario. De zorgver- bestuurders moet gaan ondersteunen om de zorgverzekeraars CZ en VGZ het meest zekeraars zijn nu de individuele gesprekken hun bestuurlijke verantwoordelijkheid te wenselijke scenario geschetst voor de regio aan het voeren met de ziekenhuizen en van- kunnen nemen. Limburg met betrekking tot de complexe uit het ROAZ Limburg komt een officiële spoedeisende zorg. Dit scenario is vooral ge- reactie naar de zorgverzekeraars toe. Aansluitend aan het ROAZ werden er twee in- baseerd op volumenormen die men gehan- Verder gaan een aantal ketenpartners uit de teressante verhalen verteld. Een door Marco teerd heeft om bepaalde acute patiënten- regio Limburg deelnemen aan het onder- Zanoni over crisismanagement en bestuurlij- groepen wel of niet meer te laten behandelen zoeksproject “Bestuurlijke verantwoordelijk- ke uitdagingen hierin. Belangrijk om de basis in een bepaald ziekenhuis. Ook de sluiting heid patiëntveiligheid in de acute zorgketen”. op orde te hebben en te focussen op de ont- van een aantal SEH’s zat verwerkt in het sce- Dit zijn de ziekenhuizen Viecuri en MUMC+, stane situatie. Het tweede verhaal werd ver- narioplan maar de consequenties hiervan de ambulancediensten uit zowel Zuid- als teld door Mien Segers, over hoe organisaties blijven nog onduidelijk. De ontwikkeling van Noord Limburg, de Huisartsenpost Maas- kunnen zorgen dat ze goed voorbereid zijn op de geïntegreerde spoedposten, de gevolgen tricht Heuvelland en twee GGZ-instellingen ramp- en crisissituaties. De borging van voor de paraatheid van de ambulancedien- namelijk Mondriaan en Vincent van Gogh In- competentieprofielen in de organisatie op 3 sten en de gevolgen van het mogelijk sluiten stituut. In dit project wordt aan de hand van niveaus (individueel, team en organisatie) is van een IC in een ziekenhuis werden niet toe- interviews met bestuurders gezocht naar de essentieel in deze waarbij de borging in regu- gelicht. Er bestonden nogal wat vragen en ontwikkeling van een mogelijke toolkit die liere processen moet plaatsvinden. Project CBRN Limburg uit de startblokken Door: Pieter Janssen, Projectleider CBRN Limburg Het Netwerk Acute Zorg Limburg verbetert samen met haar regionale ketenpartners de opvang van CBRN-besmette patiënten. In december 2013 was de kick-off van het project CBRN Limburg. Eind 2014 zullen we al flinke stappen voorwaarts hebben gezet. Lange tijd dachten we bij CBRN-besmettingen (CBRN staat voor Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair) aan terroristische aanslagen en grootschalige incidenten. We zagen doembeelden van tientallen, misschien wel honderden besmette mensen en grote paniek. Gelukkig komt dat soort incidenten niet of slechts sporadisch voor. Het aantal besmettingen blijft meestal beperkt tot één of twee personen per incident. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan een incident in een scheikundelokaal, een bedrijfsongeval met gevaarlijke stoffen of een ongeluk met schoonmaakmiddelen in huis. Regionale Leidraad met antwoorden die antwoorden geeft op vragen zoals: wat aandacht verbreden. We kijken niet alleen Komt een CBRN-besmette patiënt binnen zijn de risico’s van chemisch besmette pati- naar de risico’s van CBRN-besmettingen in op de spoedeisende hulp (SEH), dan is lang ënten? Hoe dam ik die risico’s in? Wat is ziekenhuizen, maar ook hoe we de opvang niet altijd duidelijk dat de patiënt in kwestie daarvoor nodig: nieuwe procedures, aan- van CBRN-besmette patiënten door ambu- als zodanig besmet is. Daardoor lopen zie- passingen aan ons gebouw of allebei? De lancediensten en huisartsen(posten) kun- kenhuizen en hulpverleners het risico be- opvang van chemisch besmette patiënten nen verbeteren. smet te raken. Dat willen we uiteraard voor- vormt een solide basis, waarop we later de komen. We focussen ons als eerste op de nuances kunnen aanbrengen voor een ade- Goed bezochte kick-off chemisch besmette patiënten op de SEH in quate opvang van patiënten met een biologi- Op donderdag 12 december jl. hebben we het de dagelijkse situatie, de C uit CBRN. We sche, radiologische en/of nucleaire besmet- project afgetrapt in Vlodrop. Het was goed hebben een Regionale Leidraad ontwikkeld ting. Daarnaast gaan we in 2014 onze om te zien dat de ROAZ-regio Limburg zo goed vertegenwoordigd was. Er waren artsen, verpleegkundigen, beleidsmedewerkers en managers uit alle delen van de regio. Het is duidelijk dat zij allemaal de noodzaak van goed CBRN-beleid onderschrijven en bereid zijn te investeren in vergroting van de kennis en kunde op dit vlak. Na een welkomstwoord door Clarien Schoeren-Langenkamp (OTOcoördinator Limburg) en een algemene projecttoelichting door ondergetekende, hebben de deelnemers geboeid geluisterd naar de voordrachten van Cindy Gielkens (Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen, GAGS) over de toxicologische achtergronden en werkelijke risico’s van CBRN, en van CBRN-Coördinator Bart Goorts, die het CBRN-beleid van het Catharina Ziekenhuis Eindhoven toelichtte. 7 Leren met en van elkaar Op deze weg gaan we verder in het nieuwe jaar. Op 4 februari 2014, om precies te zijn. Dan gaan we vertegenwoordigers van ziekenhuizen trainen. We geven hun onder meer tips hoe ze de Regionale Leidraad binnen de eigen organisatie kunnen gebruiken en hoe ze als CBRN-Coördinatoren in dit soort situaties bewustwording en draagvlak kunnen creëren bij hun management. Opleiden, trainen, oefenen en kennisdelen staan in dit project centraal. We gaan zogeheten ETS-oefeningen doen, waarbij we praktijksituaties nabootsen. Ook is er een rol weggelegd voor E-learning. Verder gaan we bij alle ziekenhuizen op bezoek om gerichte verbeteradviezen te geven. We nemen bij elkaar een kijkje in de keuken en hopen dan te horen wat goed gaat en wat niet. En hoe hobbels zijn genomen. We willen voorkomen dat iedereen het wiel opnieuw moet gaan uitvinden. Ons doel is een hecht CBRN-Kennisplatform te creëren, zodat ketenpartners elkaar snel weten te vinden en soepel kunnen samenwerken. Stip op de horizon Het CBRN-project is bedoeld om de opvang van CBRN-besmette patiënten naar een hoger plan te tillen bij al onze ketenpartners. Daar bedoel ik het volgende mee. Als hulpverleners in aanraking komen met een traumapatiënt, is dat ‘business as usual’. Niemand kijkt ervan op; het is dagelijkse kost. Maar als blijkt dat er sprake is van een CBRN-besmetting, dan breekt nu soms nog paniek uit. En dat hoeft niet. Sterker nog, het mag niet. Als straks iedereen weet wat hij moet doen, worden CBRN-besmette patiënten snel en vakkundig geholpen zonder dat de overige processen bij onze ketenpartners worden verstoord. Dat is ons doel. Samen met u hopen we in 2014 op dit vlak flinke vorderingen te maken. Heeft u vragen over het project? Mail die dan naar het secretariaat Project CBRN Limburg: Ruth Jongen, [email protected] of bel naar Pieter Janssen, 06-306 324 43. Meer informatie over het CBRN-project vindt u op www.otolimburg.org. 8 Een halszaak… Door: Peter Janssen, afdeling ambulancezorg GGD ZL, MGW van den Heuvel, AIOS, GANL Stollenwerck, CHIVO, PFW Hannemann, Traumachirurg, Heelkunde, Maastricht UMC+, Traumachirurgie, Maastricht UMC+. Prehospitaal Daarna kunnen we haar op de brancard leggen en wordt ze aldaar ver- Bij de meldkamer ambulancezorg komt de melding binnen: poging tot der nagekeken. De a en b zijn vrij, de c is goed, mevrouw heeft goede verhangen. en krachtige pulsaties. De in- en uitsteekopening trachea is duidelijk De straat inrijdende zien we een schreeuwende hysterische vrouw die zichtbaar, met subcutaan emfyseem dat toeneemt . door twee tot drie agenten in bedwang word gehouden. Mevrouw is Na afdekken van de wond met een gaas wordt besloten om naar het niet voor rede vatbaar en niet te kalmeren. azM te gaan met voormelding: Cat. 1 steekwond trachea met subcu- Meteen is een aantal snijwonden te zien en een steekwond t.h.v. de taan emfyseem, goed aanspreekbaar, ABC stabiel en gesedeerd maar trachea alwaar luchtlekkage is. wekbaar. Mevr. is nu een stuk rustiger en werk volledig mee. Mevrouw is goed aanspreekbaar en zowel de a als de b zijn momenteel vrij (schreeuwt en heeft goede thorax excursies.) Er wordt besloten om Hospitaal eerst te sederen alvorens verder te gaan. Ze krijgt een infuus en 5 mg Patiënte M., 31 jaar, werd op onze spoedeisende hulp gepresenteerd dormicum intraveneus. na een tentamen suïcide. Zij had zichzelf meerdere malen in de hals gestoken met een glasscherf. Bij opvang was patiënte aanspreekbaar en hemodynamisch stabiel. Wat direct opviel was een uitgebreid beeld van subcutaan emfyseem in de hals en het gelaat. Er was sprake van multipele penetrerende letsels in de hals. Eén van de prikgaten in de midline van de hals vertoonde luchtlekkage. Gezien de klinische aanwijzingen voor trachealetsel werd er besloten om met spoed te intuberen. Op beeldvorming in de vorm van een X-thorax en CT-angio van de hals en thorax werd een trachealetsel gezien met een corpus alienum dorsaal van de trachea (Figuur 1). Het behandelplan bestond naast directe exploratie van de hals uit oesophagoscopie, laryngoscopie en tracheoscopie. Hierbij werden geen traumatische afwijkingen (perforatie) gezien. Na omsnijden van de wondranden werd ventraal langs de m. Sternocleidomastoideus de trachea vrijgelegd. Er was sprake van een laceratie ventraal en dorsaal. Het corpus alienum, glas, werd achter de trachea langs verwijderd (Figuur 2). Het trachealetsel werd primair gesloten. Penetrerend halsletsel werd voor het eerst beschreven 5.000 jaar geleden in The Edwin Smith Surgical Papyrus. In de 16e eeuw vond het eerste herstel van cervicaal vasculair letsel plaats door chirurg Ambroise Paré 1. Hij ligeerde een laceratie van de a. carotis communis en de v. jugularis interna. De patiënt overleefde, maar ontwikkelde een afasie en hemiplegie. We leren in de geneeskunde met name veel uit oorlogstijd, ook in het geval van de behandeling van penetrerend hals letsel. Tijdens de burgeroorlog in de USA was observatie de behandeling van vaatletsel bij penetrerend hals letsel. De mortaliteit was hierbij 15%. Tijdens de 1e wereldoorlog werd gestart met ligatie, waarbij de mortaliteit ongeveer gelijk bleef (11-18%). Tijdens de 2e wereldoorlog veranderde de behandeling naar standaard exploratie met een poging tot herstel. Hiermee daalde de mortaliteit naar 7%. Echter, onder hetzelfde beleid in de Vietnam oorlog steeg de mortaliteit weer naar 15%.1 Figuur 1: CT toont een pneumomediastinum en een corpus alienum dorsaal van de trachea 9 Het operatief verwijderen van een stuk glas achter de trachea 10 Penetrerend halsletsel vormt 1% van alle trauma’s in de USA. Het de wond worden geplaatst, welke vervolgens geïnsuffleerd wordt (Fi- komt nog minder voor in Europese landen. Het betreft met name guur 3) 4. Indien de patiënt hierop stabiliseert wordt verdere beeldvor- steek- en schotwonden. De mortaliteit is 3-6% en is meestal ten ge- ming verricht in de vorm van een CT-angio (of eventueel angiografie). volge van vasculair letsel.2 De opvang van een patiënt met penetrerend Als hierbij geen vasculaire afwijkingen worden gezien, betreft het halsletsel vindt plaats volgens de ATLS methode. Literatuur studies waarschijnlijk een veneus letsel en kan de catheter als definitieve be- tonen aan dat het lichamelijk onderzoek bij deze patiënten categorie handeling dienen. De patiënt wordt 48-72 uur geobserveerd en vervol- bewezen betrouwbaar is 2,3. De uitzondering hierop zijn schotwonden, gens wordt de catheter verwijderd op de operatiekamer 4. In geval van omdat het traject van de kogel en daarmee de bijbehorende letsels, een re-bleed dient chirurgisch herstel van het vaatletsel plaats te vin- niet betrouwbaar in te schatten zijn. Belangrijke bij de opvang is de po- den. Indien een patiënt ondanks het plaatsen van een Foley catheter tentieel bedreigde ademweg (stridor of zwelling) waarbij met spoed hemodynamisch instabiel blijft, dient met spoed exploratie plaats te een definitieve luchtweg moet worden verkregen, in principe door in- vinden op de operatiekamer. tubatie. Auscultatie van de carotiden levert belangrijke informatie ten Eerder was het beleid bij penetrerend halsletsel om standaard chirur- aanzien van mogelijk vaatletsel (95% sensitief, 100% specifiek) 2. CWK gische exploratie te verrichten. Echter, in geval van exploratie bleek immobilisatie is bij schotwonden altijd geïndiceerd en bij overige hal- significant letsel gemist te worden in 53-60% van de casus. Daarnaast sletsels alleen op indicatie. Onderzoek heeft aangetoond dat door het vond er een even zo groot aantal negatieve exploraties plaats, gebruik van de halskraag het risico bestaat dat juist andere letsels in 41- 67% 2. Om deze redenen is het huidige beleid om exploratie alleen de hals of belangrijke symptomen, zoals progressieve zwelling, gemist selectief toe te passen. Dit houdt in dat bij de stabiele patiënt aanvul- worden 3. lend onderzoek verricht wordt in de vorm van een X-thorax en X-hals. In geval van een hemodynamisch instabiele patiënt dient men uit te Dit geeft aanwijzingen over de aanwezigheid van een corpus alienum, gaan van een actieve bloeding. In dit geval kan er een Foley catheter in subcutaan emfyseem en vasculair letsel. Echter, dit zegt niets over de aanwezigheid van diepere letsels. Om die reden wordt een CTA ver- Concluderend behelst penetrerend halsletsel lastige pathologie. Van- richt. Dit heeft angiografie vervangen bij halsletsels dieper dan de pla- wege de lage incidentie zijn zorgverleners weinig ervaren op dit ge- tysma. CTA is sensitief voor vaatletsel evenals voor andere letsels en is bied. Belangrijk is dat deze patiënten worden behandeld in een multi- beschikbaar en snel. disciplinair team en derhalve dienen instabiele patiënten na stabilisatie Andere letsels die kunnen voorkomen, zijn die van de oesophagus en (luchtweg en hemodynamiek) te worden overgeplaatst naar een terti- trachea. In het geval van letsel aan de oesophagus is diagnose lastig air centrum. aangezien er meestal geen symptomen zijn. Eventuele symptomen zijn emfyseem, hematemesis, dysfagie, odynofagie en trachea devia- Referenties tie. Belangrijk is om laagdrempelig een endoscopie te verrichten aan- 1. Thompson et al. Penetrating neck trauma: an overview of ma- gezien delayed diagnose een verhoogde mortaliteit kent. Survival is nagement. J Oral Maxillofac Surg 2002;60:918-23. groter dan 90% bij herstel binnen 24 uur, hierna daalt de survival rate 2. Kolber et al. Conservative management of laryngeal perforation in tot 64%1. Herstel betreft het primair sluiten van de laceratie met even- a rural setting: case report and review of the literature on pene- tuele drainage. Letsel van de trachea kan worden gekenmerkt door trating neck injuries. CJEM 2011;13:127-132. symptomen als subcutaan emfyseem, stridor, dyspneu en (persiste- 3. Brywczynski et al. Management of penetrating neck injury in the rende) pneumothorax. Diagnostiek geschiedt middels bronchoscopie. emergency department: a structured literature review. Emerg Patiënten dienen endotracheaal te worden geïntubeerd. Tracheosto- Med J 2008;25:711-715. mie is alleen geïndiceerd bij grote laceraties vanwege het verhoogde infectierisico1. Kleine defecten kunnen conservatief worden gema- 4. Van Waes et al. Management of penetrating neck injuries. British Journal of Surgery 2012;99:149-154. naged met intubatie gedurende (minimaal) 2 dagen. Grote defecten behoeven chirurgisch herstel. Uit: Van Waes et al. Management of penetrating neck injuries. British Journal of Surgery 2012;99:149-154 het plaatsen van een Foley catheter in geval van actieve bloeding 11 Interview Selahattin Aydin, interventiecardioloog VieCuri MC, voorzitter focusgroep AMI (acuut myocardinfarct) Limburg Noord Door: Maria Kerckhoffs, stafmedewerker Netwerk Acute zorg Limburg “We zijn in VieCuri Medisch Centrum eind 2011 gestart met planbare dotterbehandelingen. Maastricht Universitair Medisch Centrum heeft tijdens de opstartfase nog een paar maanden meegeholpen. Vanaf september 2013 zijn we gestart met het dotteren van patiënten met een acuut hartinfarct, 24 uur per dag, 7 dagen per week.” Aan het woord is Selahattin Aydin, interventie cardioloog in VieCuri MC. Aydin: “Voorheen werkte ik in Bergen op Zoom in een maatschap. Ik ben toen benaderd om hier te helpen met het opzetten van het dottercentrum. Ik zag het als een uitdaging, omdat Noord-Limburg nog een witte vlek op de kaart is als het om deze vorm van interventie gaat. Nu hoeven patiënten uit de regio niet meer naar Eindhoven om gedotterd te worden.” Het opstarten van een nieuwe behandelvorm in een ziekenhuis is een ingewikkeld proces dat veel facetten kent. “Om een 24-uurs dienst te organiseren heb je veel personeel nodig. Bovendien krijg je een andere patiëntenpopulatie; tot de start van ons dottercentrum lagen er op de hartbewaking patiënten die in Eindhoven gedotterd waren en pas na de procedure bij ons terecht kwamen. Het hele traject moest opgezet worden in VieCuri. We schreven protocollen, maakten afspraken met ander disciplines in de organisatie. Je moet over veel dingen nadenken. Bijvoorbeeld wie doet in de acute setting de opvang van de beademde reanimatiepatiënt, is dat de intensivist of de cardioloog? Alles bij elkaar moesten de verschillende specialismen op elkaar afgestemd worden. Het duurt even voordat je dit op de rit hebt ” aldus Aydin. In september 2013 is er gestart met de 24-uurs dienst. Aydin: “We hebben vanaf 2011 tot nu ongeveer 1700 procedures gedaan en tot nu toe is dit zonder noemenswaardige problemen verlopen. Bij dotteren is het altijd mogelijk dat er zich een complicatie voordoet. We hebben de complexiteit van de procedures dan ook geleidelijk opgevoerd. Nu doen we bijna alle gevallen. Als zich een calamiteit voordoet en thoraxchirurgie noodzakelijk is, moet de patiënt overgeplaatst worden naar Maastricht. We hebben goede afspraken met de MICU 12 (Mobiele Intensive Care Unit) en in bepaalde situaties kan zelfs een helikopter worden ingezet. Gelukkig hebben we dat tot nu toe niet nodig gehad.” Dus eigenlijk zijn jullie heel tevreden met het verloop van het proces? “Ja inderdaad. Toen ik hier net kwam, moest er nog wat werk verzet worden, voordat we konden starten. Maar de resultaten zijn heel goed. De motivatie van het betrokken personeel en de organisatie heeft bewezen dat het kan. De maatschap heeft vanaf het begin de schouders eronder gezet. Het is niet alleen het dotteren, maar ook het inrichten van een 24-uursdienst. Dit brengt een grotere belasting voor alle cardiologen met zich mee. We hebben diensten moeten splitsen, dus iedereen moet nu meer diensten draaien. Maar het gaat om die patiënt met een acuut hartinfarct, dat moet je als maatschap voor ogen houden. ” Hoeveel ’dotterbehandelingen doen jullie nu? “In 2013 hebben we, met de acute gevallen erbij, 720 dotterbehandelingen gedaan. Wat betreft de acute ingrepen, zitten we nu op iets meer dan één per dag. Eigenlijk veel meer dan we vooraf verwacht hadden. Ook uit de regio Roermond krijgen we veel patiënten. Natuurlijk is het vroeg om hier iets over te zeggen, omdat het nog maar een korte periode betreft. Het is bekend dat de wintermaanden altijd drukker zijn.” Als voorzitter van de focusgroep cardiologie in Limburg Noord, is Aydin onder meer bezig met kwaliteitsmeting. Aydin: “In het verleden hebben we met de gegevens uit de meting kunnen aantonen dat de prestatie-indicator niet gehaald werd. En nu kun je blijven nagaan of je de doelstelling wel haalt en de samenwerking binnen de keten ook goed loopt. Met name in de acute zorg kan nog een aantal stappen gezet worden. En dan kijk ik ook buiten de grenzen van Nederland, naar witte vlekken in Duitsland. Als je door betere samenwerking mensenlevens kunt redden, moet je dat doen.” Aydin: “We blijven eraan werken om binnen de regio zoveel mogelijk eenduidigheid te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over het type medicatie dat we toedienen. Dit is voor iedereen, artsen, verwijzers en ambulancedienst, het duidelijkste, en daardoor beter voor de patiënt. Ik ben voorstander van het intensiveren van de samenwerking met Zuid-Limburg. We werken al veel samen en om de twee maanden hebben we een complicatiebespreking met Heerlen en Maastricht. We zijn een van de weinige centra in Nederland die zo doelbewust hiermee bezig is. Complicaties moet je naar elkaar uitspreken en bekijken of het beter kan. Op die manier kun je ook van elkaar leren. Hoe ziet de toekomst er uit? We krijgen nu twee splinternieuwe vaatkamers en we hopen dat de routing met de ambulancedienst dan nog beter gaat lopen. Als het kan, gaat de patiënt direct door naar de vaatkamer. We willen eigenlijk zo min mogelijk stations ertussen hebben om geen tijd te verliezen. Selahattin Aydin komt oorspronkelijk uit Turkije. In 1978 is de hele familie naar Den Haag gekomen. Hij komt uit een gezin van negen kinderen. Nu woont hij in Roermond met zijn vrouw, zijn dochter van 7 en zoon van 3 jaar. “De start van zo’n centrum vraagt veel energie. Maar de trein gaat nu lopen, dus ik hoop langzaam wat meer tijd voor mijn gezin over te houden,” aldus Aydin.
© Copyright 2024 ExpyDoc