Nieuwsbrief februari 2014

NIEUWSBRIEF
2014 nr 1 Deze nieuwsbrief is een uitgave van Netwerk Acute Zorg Limburg
In deze nieuwsbrief o.a.
Ontkleuren: Noodzaak of overbodig?
Cultureel sensitief vakmanschap
Tijdens het jaarlijks georganiseerde symposium van het Netwerk acute
‘Alle neuzen
dezelfde kant op’
zorg Limburg (NAZL), in samenwerking met de AmbulanceZorg Limburg
Noord, de GHOR Limburg-Noord en de GGD Zuid Limburg, stond bovenstaande vraag centraal. Op welke manier kun je als zorgprofessional
cultureel sensitief vakmanschap ontwikkelen?
Inhoudsopgave
Lees verder op pagina 4
>
Agenda / Nieuws / Strip
Pagina 2-3
Ontkleuren: Noodzaak of overbodig ?
Pagina 4, 5 en 6
Bestuurlijk ROAZ 19 november jl.
Pagina 6
Project CBRN Limburg uit de
startblokken
Pagina 7 en 8
Een halszaak…
Pagina 9, 10 en 11
Interview Selahattin Aydin
Pagina 12
1
Wens in Beweging
Data 2014
Op 25 oktober jl. is de stichting Wens in Beweging gepresenteerd door de oprichters Huub Gub-
Multitrauma bespreking
Traumaoverleg/Limburgs
Traumatologisch Genootschap
bels en Leon Triepels. Doelstelling van deze idealistische organisatie is om het mogelijk te maken dat de grootste of laatste wens van ernstig of terminaal zieke mensen kan worden vervuld.
Het gaat om situaties waarin personen op geen andere manier dan per ambulance vervoerd
kunnen worden. Het vervoer gebeurt door vrijwilligers in een aangepaste ambulance.
Voor meer informatie kijk op www.wensinbeweginglimburg.nl
Multitrauma besprekingen 2014
11 februari, 13 mei, 23 september,
2 december
Tijd: 18.00-19.30 uur
De bijeenkomsten vinden plaats in:
• Academisch ziekenhuis Maastricht,
Wellenszaal nivo 4
• VieCuri Medisch Centrum Venlo,
Multifunctionele ruimte IC (E1-102)
• Atrium Medisch Centrum Heerlen,
Hustinx-kamer
• Sint Jans Gasthuis Weert,
Conferentieruimte route 22
• Laurentius ziekenhuis Roermond,
Van Gelrezaal 3e verdieping
• Orbis Medisch Centrum Sittard,
KNEC-ruimte nivo 3
Traumaoverleg/Limburgs Traumatologisch
Genootschap 2014
12 maart, 11 juni, 17 september,
17 december
• 17.30-18.30 uur
Bestuursvergadering Traumaoverleg
Limburg
• 18.30-19.00 uur
Buffet
Door: Suus van den Akker, Cartoonist
• 19.00-21.00 uur
Limburgs Traumatologisch Genootschap
Locatie: De Oolderhof, Broekstraat 35, 6049
CJ HERTEN-ROERMOND
2
Redactie
Miranda Dirx,
Maria Kerckhoffs-Hanssen,
Ruth Jongen
Vormgeving
Schrijen-Lippertz, Voerendaal
Symposia
Kwaliteit van Spoedzorg, november 2013
In de acute zorg zijn vele ontwikkeling momenteel gaande en ook op deze dag kwamen
deze allemaal voorbij in de voordrachten. De
onderwerpen varieerden van het belang van
kwaliteit (beter met minder?), tot de spil van
de huisartsenpost in de acute zorg tot en met
de rol en macht van de zorgverzekeraar. Zeker op dit moment in het kader van de regioplannen die gepresenteerd zijn over de comIn Verbinding
plexe spoedeisende zorg.
pleidooi voor een zorgmeldkamer ipv ambu-
Ook de Ambulance Zorg Nederland hield een
lancemeldkamer waarbij er sprake kan zijn
Op woensdag 2 oktober 2013 organiseerde
van een doelmatigere inzet van de meld­
Vincent van Gogh het symposium “In Verbin-
kamer. We moeten meer vraagstukken met
ding” over suïcidepreventie in de ketenzorg in
elkaar beantwoorden op het gebied van
Noord Limburg. Het symposium was gericht
samenwerking. We moeten als alle keten-
op het bevorderen van de kennis en (basis)
partners samen de kwaliteit van de spoed-
vaardigheden van diagnostiek en behandeling
zorgketen willen verbeteren.
bij suïcidaal gedrag voor professionals binnen
de keten die betrokken zijn bij de behandeling
Eindsymposium Emric+, november 2013
van patiënten met suïcidaal gedrag.
Eind november vond het eindsymposium
Tijdens het symposium heeft men laten zien
plaats van het project Emric+. Dit project
hoe de ketenzorg suïcidepreventie in de regio
heeft op het gebied van grensoverschrijden-
Noord-Limburg is georganiseerd. Tijdens het
de samenwerking bij grootschalige inciden-
plenaire programma is het thema belicht
ten de nodige producten opgeleverd. Zowel
vanuit verschillende invalshoeken. Daar-
op het vlak van samenwerking tussen de am-
naast kwam de nieuwe Multidisciplinaire
bulancediensten, ziekenhuizen en meldka-
Richtlijn met betrekking tot suïcidaal gedrag
mers, maar ook op het gebied van infectie-
aan bod. Tijdens het symposium is tevens het
ziektenbestrijding. De hele dag waren er
convenant keten suïcidepreventie Noord-
deelsessies waarin de resultaten van de ver-
Limburg ondertekend.
schillende projecten centraal stonden. Zo is
In het tweede gedeelte van het programma
er ook een app ontwikkeld waarin alle con-
werd in subgroepen nader ingegaan op de
tactpersonen staan uit de Maas-Rijn regio
praktijk.
die men dan tijdens crisissituaties makkelij-
Voor het volledige programma en de presen-
ker kan contacteren. Tevens is er een filmpje
taties kunt u de website www.vvgi.nl/suicide-
gemaakt over de belangrijkste producten van
preventie raadplegen.
het project Emric+ (www.emricplus.eu).
Teamfoto
Het team van het Netwerk Acute Zorg
Limburg is weer op volle sterkte sinds
december 2013. Achterste rij van links naar
rechts: Joyce Janssen, Clarien Schoeren,
Baukje Hemmes, Peter Brink. Voorste rij van
links naar rechts: Maria Kerckhoffs, Miranda
Dirx, Rachelle Hendriks, Ruth Jongen. In
2014 zullen onze datamanagers Joyce en
Rachelle frequenter in de ziekenhuizen
aanwezig zijn om de overgang naar een
geupdate AIS codering en het registreren van
een aantal extra variabelen te begeleiden.
3
Ontkleuren: Noodzaak of overbodig?
Cultureel sensitief vakmanschap
Na een introducerend filmpje waarbij patiënten-ervaringen vanuit een andere culturele
achtergrond werden belicht, hield prof.dr.
David Pinto een interessant verhaal waarin
duidelijk werd waarom het draait als het gaat
om cultureel sensitief vakmanschap ontwikkelen .
Pinto gaf aan dat cultuur veel bepaalt maar
niet alles. Opvoeding is belangrijk, en of je uit
een fijnmazige (veel regels, codes, groep is
belangrijk) structuur komt of grofmazige (individu voorop, zelfrealisatie) structuur. Bewustzijn van de beperking van ons eigen
denkkader is ook eg belangrijk. Sta open
voor de ander, leg je eigen percepties niet op
de ander. Hij benoemde dit als de:
3 stappen methode (DSM). Ten eerste leer jezelf kennen, wat zijn je eigen waarden en
normen (welke regels en codes zijn van invloed op het eigen denken, handelen en communiceren?). Ten tweede leer de ander kennen, niet attribueren maar bekijken wat de
achtergrond en de ratio van het “vreemde”
gedrag zijn en ten derde stel tijdig en helder
grenzen.
Hierna kregen de deelnemers de mogelijkheid tot het volgen van een 4-tal workshops,
waarin geoefend kon worden op een aantal
deelaspecten. Van het omgaan met een melding van een allochtoon op de meldkamer tot
het herkennen van fenotypes van andere culturen. Interculturele communicatie legde de
nadruk op jezelf kennen. Welke waarden en
normen vind je zelf belangrijk? Deze zul je
eerst helder voor jezelf moeten formuleren
voordat je de ander (zorgvrager) kunt leren
kennen. Onze culturele identiteit kan opgesplitst worden in 4 aspecten volgens Hofstede, namelijk symbolen zoals muziek, uiterlijk
en gebaren. Helden, welke mensen vinden
we belangrijk, rituelen zoals dagelijkse tot
jaarlijkse herhalingen en tradities. En als
vierde aspect de waarden, wat vinden we nu
echt het belangrijkst.
Tevens bestaat er een verschil tussen het observeren en interpreteren van gedrag dat je
ziet bij de ander. Wij zijn geneigd om vooral
het gedrag te interpreteren en niet te observeren.
4
Ook de workshop waar aandacht was voor
goed ken je de ander? (om je boodschap over
vragen of alles begrepen wordt en een open
het theatrale gedrag van migranten leverde
te brengen). Er is nog veel onwetendheid over
houding aannemen.
nieuwe inzichten op. Zorgprofessionals kun-
deze doelgroepen bij de zorgprofessionals.
nen door het beter leren kennen van andere
Laaggeletterdheid is ook nog een veel voor-
Dr. Sükro Genco brak een lans voor het niet
culturen een beter inzicht verkrijgen in hun
komend probleem bij deze doelgroepen,
anders benaderen door de zorgprofessional
mogelijkheden om probleemsituaties op te
waardoor veel informatie verloren gaat. Tulay
van de allochtone patiënten. Er staan drie za-
lossen.
Arslan schetste dat taal belangrijk is en dat
ken centraal als het gaat over recht op gelij-
voorlichting geven noodzakelijk is aan al-
ke toegankelijkheid van zorg en kwalitatieve
Tijdens de afsluitende presentaties stonden
lochtone groepen. Als zorgprofessional zul je
goede zorg, namelijk respect, geduld en aan-
nog een aantal zaken centraal zoals: Hoe
duidelijk moeten zijn in je communicatie,
dacht. Het is niet anders dan bij autochtone
5
patiënten. Ken je patiënt, ga als professional
niet alles culturaliseren, maar neem een
open houding aan, wees je bewust als professional van de verschillen en vooroordelen.
Kennis van achterliggende cultuur en omgangsvormen is vaak de sleutel tot succesvolle communicatie en tot de juiste diagnose.
Wees bewust van je eigen culturele blik/identiteit met name bij mensen met een andere
achtergrond dan jezelf.
Al met al een inspirerende dag met vooral
nadruk op een stuk bewustwording over je eigen normen en waarden richting doelgroepen met een andere culturele achtergrond!
Bestuurlijk ROAZ 19 november jl.
6
Tijdens het jaarlijks bestuurlijk ROAZ hebben
opmerkingen over dit scenario. De zorgver-
bestuurders moet gaan ondersteunen om
de zorgverzekeraars CZ en VGZ het meest
zekeraars zijn nu de individuele gesprekken
hun bestuurlijke verantwoordelijkheid te
wenselijke scenario geschetst voor de regio
aan het voeren met de ziekenhuizen en van-
kunnen nemen.
Limburg met betrekking tot de complexe
uit het ROAZ Limburg komt een officiële
spoedeisende zorg. Dit scenario is vooral ge-
reactie naar de zorgverzekeraars toe.
Aansluitend aan het ROAZ werden er twee in-
baseerd op volumenormen die men gehan-
Verder gaan een aantal ketenpartners uit de
teressante verhalen verteld. Een door Marco
teerd heeft om bepaalde acute patiënten-
regio Limburg deelnemen aan het onder-
Zanoni over crisismanagement en bestuurlij-
groepen wel of niet meer te laten behandelen
zoeksproject “Bestuurlijke verantwoordelijk-
ke uitdagingen hierin. Belangrijk om de basis
in een bepaald ziekenhuis. Ook de sluiting
heid patiëntveiligheid in de acute zorgketen”.
op orde te hebben en te focussen op de ont-
van een aantal SEH’s zat verwerkt in het sce-
Dit zijn de ziekenhuizen Viecuri en MUMC+,
stane situatie. Het tweede verhaal werd ver-
narioplan maar de consequenties hiervan
de ambulancediensten uit zowel Zuid- als
teld door Mien Segers, over hoe organisaties
blijven nog onduidelijk. De ontwikkeling van
Noord Limburg, de Huisartsenpost Maas-
kunnen zorgen dat ze goed voorbereid zijn op
de geïntegreerde spoedposten, de gevolgen
tricht Heuvelland en twee GGZ-instellingen
ramp- en crisissituaties. De borging van
voor de paraatheid van de ambulancedien-
namelijk Mondriaan en Vincent van Gogh In-
competentieprofielen in de organisatie op 3
sten en de gevolgen van het mogelijk sluiten
stituut. In dit project wordt aan de hand van
niveaus (individueel, team en organisatie) is
van een IC in een ziekenhuis werden niet toe-
interviews met bestuurders gezocht naar de
essentieel in deze waarbij de borging in regu-
gelicht. Er bestonden nogal wat vragen en
ontwikkeling van een mogelijke toolkit die
liere processen moet plaatsvinden.
Project CBRN Limburg uit de startblokken
Door: Pieter Janssen, Projectleider CBRN Limburg
Het Netwerk Acute Zorg Limburg verbetert samen met haar regionale ketenpartners de opvang van CBRN-besmette
patiënten. In december 2013 was de kick-off van het project CBRN Limburg. Eind 2014 zullen we al flinke stappen
voorwaarts hebben gezet.
Lange tijd dachten we bij CBRN-besmettingen (CBRN staat voor Chemisch, Biologisch,
Radiologisch en Nucleair) aan terroristische
aanslagen en grootschalige incidenten. We
zagen doembeelden van tientallen, misschien wel honderden besmette mensen en
grote paniek. Gelukkig komt dat soort incidenten niet of slechts sporadisch voor. Het
aantal besmettingen blijft meestal beperkt
tot één of twee personen per incident. Dan
moet je bijvoorbeeld denken aan een incident
in een scheikundelokaal, een bedrijfsongeval
met gevaarlijke stoffen of een ongeluk met
schoonmaakmiddelen in huis.
Regionale Leidraad met antwoorden
die antwoorden geeft op vragen zoals: wat
aandacht verbreden. We kijken niet alleen
Komt een CBRN-besmette patiënt binnen
zijn de risico’s van chemisch besmette pati-
naar de risico’s van CBRN-besmettingen in
op de spoedeisende hulp (SEH), dan is lang
ënten? Hoe dam ik die risico’s in? Wat is
ziekenhuizen, maar ook hoe we de opvang
niet altijd duidelijk dat de patiënt in kwestie
daarvoor nodig: nieuwe procedures, aan-
van CBRN-besmette patiënten door ambu-
als zodanig besmet is. Daardoor lopen zie-
passingen aan ons gebouw of allebei? De
lancediensten en huisartsen(posten) kun-
kenhuizen en hulpverleners het risico be-
opvang van chemisch besmette patiënten
nen verbeteren.
smet te raken. Dat willen we uiteraard voor-
vormt een solide basis, waarop we later de
komen. We focussen ons als eerste op de
nuances kunnen aanbrengen voor een ade-
Goed bezochte kick-off
chemisch besmette patiënten op de SEH in
quate opvang van patiënten met een biologi-
Op donderdag 12 december jl. hebben we het
de dagelijkse situatie, de C uit CBRN. We
sche, radiologische en/of nucleaire besmet-
project afgetrapt in Vlodrop. Het was goed
hebben een Regionale Leidraad ontwikkeld
ting. Daarnaast gaan we in 2014 onze
om te zien dat de ROAZ-regio Limburg zo
goed vertegenwoordigd was. Er waren artsen, verpleegkundigen, beleids­medewerkers
en managers uit alle delen van de regio. Het
is duidelijk dat zij allemaal de noodzaak van
goed CBRN-beleid onder­schrijven en bereid
zijn te investeren in vergroting van de kennis
en kunde op dit vlak. Na een welkomstwoord
door Clarien Schoeren-Langenkamp (OTOcoördinator Limburg) en een algemene projecttoelichting door ondergetekende, hebben
de deelnemers geboeid geluisterd naar de
voordrachten van Cindy Gielkens (Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen,
GAGS) over de toxico­logische achtergronden
en werkelijke risico’s van CBRN, en van
CBRN-Coördinator Bart Goorts, die het
CBRN-beleid van het Catharina Ziekenhuis
Eindhoven toelichtte.
7
Leren met en van elkaar
Op deze weg gaan we verder in het nieuwe
jaar. Op 4 februari 2014, om precies te zijn.
Dan gaan we vertegenwoordigers van ziekenhuizen trainen. We geven hun onder
meer tips hoe ze de Regionale Leidraad binnen de eigen organisatie kunnen gebruiken
en hoe ze als CBRN-Coördinatoren in dit
soort situaties bewustwording en draagvlak
kunnen creëren bij hun management. Opleiden, trainen, oefenen en kennisdelen staan
in dit project centraal. We gaan zogeheten
ETS-oefeningen doen, waarbij we praktijksituaties nabootsen. Ook is er een rol weggelegd voor E-learning. Verder gaan we bij alle
ziekenhuizen op bezoek om gerichte verbeteradviezen te geven. We nemen bij elkaar
een kijkje in de keuken en hopen dan te horen wat goed gaat en wat niet. En hoe hobbels zijn genomen. We willen voorkomen dat
iedereen het wiel opnieuw moet gaan uitvinden. Ons doel is een hecht CBRN-Kennisplatform te creëren, zodat ketenpartners elkaar snel weten te vinden en soepel kunnen
samenwerken.
Stip op de horizon
Het CBRN-project is bedoeld om de opvang
van CBRN-besmette patiënten naar een hoger plan te tillen bij al onze ketenpartners.
Daar bedoel ik het volgende mee. Als hulpverleners in aanraking komen met een traumapatiënt, is dat ‘business as usual’. Niemand kijkt ervan op; het is dagelijkse kost.
Maar als blijkt dat er sprake is van een
CBRN-besmetting, dan breekt nu soms nog
paniek uit. En dat hoeft niet. Sterker nog, het
mag niet. Als straks iedereen weet wat hij
moet doen, worden CBRN-besmette patiënten snel en vakkundig geholpen zonder dat
de overige processen bij onze ketenpartners
worden verstoord. Dat is ons doel. Samen
met u hopen we in 2014 op dit vlak flinke vorderingen te maken.
Heeft u vragen over het project? Mail die dan
naar het secretariaat Project CBRN Limburg:
Ruth Jongen, [email protected] of bel
naar Pieter Janssen, 06-306 324 43. Meer informatie over het CBRN-project vindt u op
www.otolimburg.org.
8
Een halszaak…
Door: Peter Janssen, afdeling ambulancezorg GGD ZL, MGW van den Heuvel, AIOS,
GANL Stollenwerck, CHIVO, PFW Hannemann, Traumachirurg, Heelkunde, Maastricht UMC+,
Traumachirurgie, Maastricht UMC+.
Prehospitaal
Daarna kunnen we haar op de brancard leggen en wordt ze aldaar ver-
Bij de meldkamer ambulancezorg komt de melding binnen: poging tot
der nagekeken. De a en b zijn vrij, de c is goed, mevrouw heeft goede
verhangen.
en krachtige pulsaties. De in- en uitsteekopening trachea is duidelijk
De straat inrijdende zien we een schreeuwende hysterische vrouw die
zichtbaar, met subcutaan emfyseem dat toeneemt .
door twee tot drie agenten in bedwang word gehouden. Mevrouw is
Na afdekken van de wond met een gaas wordt besloten om naar het
niet voor rede vatbaar en niet te kalmeren.
azM te gaan met voormelding: Cat. 1 steekwond trachea met subcu-
Meteen is een aantal snijwonden te zien en een steekwond t.h.v. de
taan emfyseem, goed aanspreekbaar, ABC stabiel en gesedeerd maar
trachea alwaar luchtlekkage is.
wekbaar. Mevr. is nu een stuk rustiger en werk volledig mee.
Mevrouw is goed aanspreekbaar en zowel de a als de b zijn momenteel
vrij (schreeuwt en heeft goede thorax excursies.) Er wordt besloten om
Hospitaal
eerst te sederen alvorens verder te gaan. Ze krijgt een infuus en 5 mg
Patiënte M., 31 jaar, werd op onze spoedeisende hulp gepresenteerd
dormicum intraveneus.
na een tentamen suïcide. Zij had zichzelf meerdere malen in de hals
gestoken met een glasscherf. Bij opvang was patiënte aanspreekbaar
en hemodynamisch stabiel. Wat direct opviel was een uitgebreid beeld
van subcutaan emfyseem in de hals en het gelaat. Er was sprake van
multipele penetrerende letsels in de hals. Eén van de prikgaten in de
midline van de hals vertoonde luchtlekkage. Gezien de klinische aanwijzingen voor trachealetsel werd er besloten om met spoed te intuberen. Op beeldvorming in de vorm van een X-thorax en CT-angio van de
hals en thorax werd een trachealetsel gezien met een corpus alienum
dorsaal van de trachea (Figuur 1). Het behandelplan bestond naast directe exploratie van de hals uit oesophagoscopie, laryngoscopie en
tracheoscopie. Hierbij werden geen traumatische afwijkingen (perforatie) gezien. Na omsnijden van de wondranden werd ventraal langs
de m. Sternocleidomastoideus de trachea vrijgelegd. Er was sprake
van een laceratie ventraal en dorsaal. Het corpus alienum, glas, werd
achter de trachea langs verwijderd (Figuur 2). Het trachealetsel werd
primair gesloten.
Penetrerend halsletsel werd voor het eerst beschreven 5.000 jaar geleden in The Edwin Smith Surgical Papyrus. In de 16e eeuw vond het
eerste herstel van cervicaal vasculair letsel plaats door chirurg
Ambroise Paré 1. Hij ligeerde een laceratie van de a. carotis communis
en de v. jugularis interna. De patiënt overleefde, maar ontwikkelde een
afasie en hemiplegie. We leren in de geneeskunde met name veel uit
oorlogstijd, ook in het geval van de behandeling van penetrerend hals­
letsel. Tijdens de burgeroorlog in de USA was observatie de behandeling van vaatletsel bij penetrerend hals letsel. De mortaliteit was hierbij 15%. Tijdens de 1e wereldoorlog werd gestart met ligatie, waarbij
de mortaliteit ongeveer gelijk bleef (11-18%). Tijdens de 2e wereldoorlog veranderde de behandeling naar standaard exploratie met een poging tot herstel. Hiermee daalde de mortaliteit naar 7%. Echter, onder
hetzelfde beleid in de Vietnam oorlog steeg de mortaliteit weer naar
15%.1
Figuur 1: CT toont een pneumomediastinum en een corpus alienum
dorsaal van de trachea
9
Het operatief verwijderen van een stuk glas achter de trachea
10
Penetrerend halsletsel vormt 1% van alle trauma’s in de USA. Het
de wond worden geplaatst, welke vervolgens geïnsuffleerd wordt (Fi-
komt nog minder voor in Europese landen. Het betreft met name
guur 3) 4. Indien de patiënt hierop stabiliseert wordt verdere beeldvor-
steek- en schotwonden. De mortaliteit is 3-6% en is meestal ten ge-
ming verricht in de vorm van een CT-angio (of eventueel angiografie).
volge van vasculair letsel.2 De opvang van een patiënt met penetrerend
Als hierbij geen vasculaire afwijkingen worden gezien, betreft het
halsletsel vindt plaats volgens de ATLS methode. Literatuur studies
waarschijnlijk een veneus letsel en kan de catheter als definitieve be-
tonen aan dat het lichamelijk onderzoek bij deze patiënten categorie
handeling dienen. De patiënt wordt 48-72 uur geobserveerd en vervol-
bewezen betrouwbaar is 2,3. De uitzondering hierop zijn schotwonden,
gens wordt de catheter verwijderd op de operatiekamer 4. In geval van
omdat het traject van de kogel en daarmee de bijbehorende letsels,
een re-bleed dient chirurgisch herstel van het vaatletsel plaats te vin-
niet betrouwbaar in te schatten zijn. Belangrijke bij de opvang is de po-
den. Indien een patiënt ondanks het plaatsen van een Foley catheter
tentieel bedreigde ademweg (stridor of zwelling) waarbij met spoed
hemodynamisch instabiel blijft, dient met spoed exploratie plaats te
een definitieve luchtweg moet worden verkregen, in principe door in-
vinden op de operatiekamer.
tubatie. Auscultatie van de carotiden levert belangrijke informatie ten
Eerder was het beleid bij penetrerend halsletsel om standaard chirur-
aanzien van mogelijk vaatletsel (95% sensitief, 100% specifiek) 2. CWK
gische exploratie te verrichten. Echter, in geval van exploratie bleek
immobilisatie is bij schotwonden altijd geïndiceerd en bij overige hal-
significant letsel gemist te worden in 53-60% van de casus. Daarnaast
sletsels alleen op indicatie. Onderzoek heeft aangetoond dat door het
vond er een even zo groot aantal negatieve exploraties plaats,
gebruik van de halskraag het risico bestaat dat juist andere letsels in
41- 67% 2. Om deze redenen is het huidige beleid om exploratie alleen
de hals of belangrijke symptomen, zoals progressieve zwelling, gemist
selectief toe te passen. Dit houdt in dat bij de stabiele patiënt aanvul-
worden 3.
lend onderzoek verricht wordt in de vorm van een X-thorax en X-hals.
In geval van een hemodynamisch instabiele patiënt dient men uit te
Dit geeft aanwijzingen over de aanwezigheid van een corpus alienum,
gaan van een actieve bloeding. In dit geval kan er een Foley catheter in
subcutaan emfyseem en vasculair letsel. Echter, dit zegt niets over de
aanwezigheid van diepere letsels. Om die reden wordt een CTA ver-
Concluderend behelst penetrerend halsletsel lastige pathologie. Van-
richt. Dit heeft angiografie vervangen bij halsletsels dieper dan de pla-
wege de lage incidentie zijn zorgverleners weinig ervaren op dit ge-
tysma. CTA is sensitief voor vaatletsel evenals voor andere letsels en is
bied. Belangrijk is dat deze patiënten worden behandeld in een multi-
beschikbaar en snel.
disciplinair team en derhalve dienen instabiele patiënten na stabilisatie
Andere letsels die kunnen voorkomen, zijn die van de oesophagus en
(luchtweg en hemodynamiek) te worden overgeplaatst naar een terti-
trachea. In het geval van letsel aan de oesophagus is diagnose lastig
air centrum.
aangezien er meestal geen symptomen zijn. Eventuele symptomen
zijn emfyseem, hematemesis, dysfagie, odynofagie en trachea devia-
Referenties
tie. Belangrijk is om laagdrempelig een endoscopie te verrichten aan-
1. Thompson et al. Penetrating neck trauma: an overview of ma-
gezien delayed diagnose een verhoogde mortaliteit kent. Survival is
nagement. J Oral Maxillofac Surg 2002;60:918-23.
groter dan 90% bij herstel binnen 24 uur, hierna daalt de survival rate
2. Kolber et al. Conservative management of laryngeal perforation in
tot 64%1. Herstel betreft het primair sluiten van de laceratie met even-
a rural setting: case report and review of the literature on pene-
tuele drainage. Letsel van de trachea kan worden gekenmerkt door
trating neck injuries. CJEM 2011;13:127-132.
symptomen als subcutaan emfyseem, stridor, dyspneu en (persiste-
3. Brywczynski et al. Management of penetrating neck injury in the
rende) pneumothorax. Diagnostiek geschiedt middels bronchoscopie.
emergency department: a structured literature review. Emerg
Patiënten dienen endotracheaal te worden geïntubeerd. Tracheosto-
Med J 2008;25:711-715.
mie is alleen geïndiceerd bij grote laceraties vanwege het verhoogde
infectierisico1. Kleine defecten kunnen conservatief worden gema-
4. Van Waes et al. Management of penetrating neck injuries. British
Journal of Surgery 2012;99:149-154.
naged met intubatie gedurende (minimaal) 2 dagen. Grote defecten
behoeven chirurgisch herstel.
Uit: Van Waes et al. Management of penetrating neck injuries.
British Journal of Surgery 2012;99:149-154
het plaatsen van een Foley catheter in geval van actieve bloeding
11
Interview Selahattin Aydin,
interventiecardioloog VieCuri MC,
voorzitter focusgroep AMI (acuut
myocardinfarct) Limburg Noord
Door: Maria Kerckhoffs, stafmedewerker Netwerk Acute zorg Limburg
“We zijn in VieCuri Medisch Centrum eind 2011 gestart met planbare dotterbehandelingen. Maastricht Universitair Medisch
Centrum heeft tijdens de opstartfase nog een paar maanden meegeholpen. Vanaf september 2013 zijn we gestart met het dotteren van patiënten met een acuut hartinfarct, 24 uur per dag, 7 dagen per week.” Aan het woord is Selahattin Aydin, interventie­
cardioloog in VieCuri MC.
Aydin: “Voorheen werkte ik in Bergen op
Zoom in een maatschap. Ik ben toen benaderd om hier te helpen met het opzetten van
het dottercentrum. Ik zag het als een uitdaging, omdat Noord-Limburg nog een witte
vlek op de kaart is als het om deze vorm van
interventie gaat. Nu hoeven patiënten uit de
regio niet meer naar Eindhoven om gedotterd
te worden.”
Het opstarten van een nieuwe behandelvorm in een ziekenhuis is een ingewikkeld
proces dat veel facetten kent.
“Om een 24-uurs dienst te organiseren heb
je veel personeel nodig. Bovendien krijg je
een andere patiëntenpopulatie; tot de start
van ons dottercentrum lagen er op de hartbewaking patiënten die in Eindhoven gedotterd waren en pas na de procedure bij ons terecht kwamen. Het hele traject moest
opgezet worden in VieCuri. We schreven protocollen, maakten afspraken met ander disciplines in de organisatie. Je moet over veel
dingen nadenken. Bijvoorbeeld wie doet in de
acute setting de opvang van de beademde reanimatiepatiënt, is dat de intensivist of de
cardioloog? Alles bij elkaar moesten de verschillende specialismen op elkaar afgestemd worden. Het duurt even voordat je dit
op de rit hebt ” aldus Aydin.
In september 2013 is er gestart met de
24-uurs dienst.
Aydin: “We hebben vanaf 2011 tot nu ongeveer 1700 procedures gedaan en tot nu toe is
dit zonder noemenswaardige problemen verlopen. Bij dotteren is het altijd mogelijk dat er
zich een complicatie voordoet. We hebben de
complexiteit van de procedures dan ook geleidelijk opgevoerd. Nu doen we bijna alle gevallen. Als zich een calamiteit voordoet en
thoraxchirurgie noodzakelijk is, moet de patiënt overgeplaatst worden naar Maastricht.
We hebben goede afspraken met de MICU
12
(Mobiele Intensive Care Unit) en in bepaalde
situaties kan zelfs een helikopter worden ingezet. Gelukkig hebben we dat tot nu toe niet
nodig gehad.”
Dus eigenlijk zijn jullie heel tevreden met
het verloop van het proces?
“Ja inderdaad. Toen ik hier net kwam, moest
er nog wat werk verzet worden, voordat we
konden starten. Maar de resultaten zijn heel
goed. De motivatie van het betrokken personeel en de organisatie heeft bewezen dat het
kan. De maatschap heeft vanaf het begin de
schouders eronder gezet. Het is niet alleen
het dotteren, maar ook het inrichten van een
24-uursdienst. Dit brengt een grotere belasting voor alle cardiologen met zich mee. We
hebben diensten moeten splitsen, dus iedereen moet nu meer diensten draaien. Maar
het gaat om die patiënt met een acuut hartinfarct, dat moet je als maatschap voor ogen
houden. ”
Hoeveel ’dotterbehandelingen doen jullie
nu?
“In 2013 hebben we, met de acute gevallen
erbij, 720 dotterbehandelingen gedaan. Wat
betreft de acute ingrepen, zitten we nu op iets
meer dan één per dag. Eigenlijk veel meer
dan we vooraf verwacht hadden. Ook uit de
regio Roermond krijgen we veel patiënten.
Natuurlijk is het vroeg om hier iets over te
zeggen, omdat het nog maar een korte periode betreft. Het is bekend dat de wintermaanden altijd drukker zijn.”
Als voorzitter van de focusgroep cardiologie
in Limburg Noord, is Aydin onder meer bezig
met kwaliteitsmeting. Aydin: “In het verleden
hebben we met de gegevens uit de meting
kunnen aantonen dat de prestatie-indicator
niet gehaald werd. En nu kun je blijven nagaan of je de doelstelling wel haalt en de samenwerking binnen de keten ook goed loopt.
Met name in de acute zorg kan nog een aantal stappen gezet worden. En dan kijk ik ook
buiten de grenzen van Nederland, naar witte
vlekken in Duitsland. Als je door betere samenwerking mensenlevens kunt redden,
moet je dat doen.”
Aydin: “We blijven eraan werken om binnen
de regio zoveel mogelijk eenduidigheid te
bereiken. Denk bijvoorbeeld aan afspraken
over het type medicatie dat we toedienen. Dit
is voor iedereen, artsen, verwijzers en
ambulancedienst, het duidelijkste, en daardoor beter voor de patiënt. Ik ben voorstander
van het intensiveren van de samenwerking
met Zuid-Limburg. We werken al veel samen
en om de twee maanden hebben we een
complicatiebespreking met Heerlen en
Maastricht. We zijn een van de weinige centra
in Nederland die zo doelbewust hiermee
bezig is. Complicaties moet je naar elkaar
uitspreken en bekijken of het beter kan.
Op die manier kun je ook van elkaar leren.
Hoe ziet de toekomst er uit?
We krijgen nu twee splinternieuwe vaatkamers en we hopen dat de routing met de ambulancedienst dan nog beter gaat lopen. Als
het kan, gaat de patiënt direct door naar de
vaatkamer. We willen eigenlijk zo min mogelijk stations ertussen hebben om geen tijd te
verliezen.
Selahattin Aydin komt oorspronkelijk uit Turkije. In 1978 is de hele familie naar Den Haag
gekomen. Hij komt uit een gezin van negen
kinderen. Nu woont hij in Roermond met zijn
vrouw, zijn dochter van 7 en zoon van 3 jaar.
“De start van zo’n centrum vraagt veel energie. Maar de trein gaat nu lopen, dus ik hoop
langzaam wat meer tijd voor mijn gezin over
te houden,” aldus Aydin.