REGLEMENT LOKET-MULTI DISCIPLINAIR OVERLEG EN LOKETCOMMISSIE VAN TOEKENNING SAMENWERKINGSVERBAND BERSÉBA (VERSIE ZEELAND) 092014 MCD 1. Kader Het landelijk samenwerkingsverband voor reformatorisch primair en speciaal onderwijs heeft in elke regio van dit samenwerkingsverband een loketfunctie ingericht. De taakstelling en samenstelling van het loket zijn beschreven in het ondersteuningsplan. Binnen elk loket beoordeelt de commissie voor toekenning de aanvragen voor ondersteuningsarrangementen en toelaatbaarheidsverklaringen voor het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs, cluster 3 en 4. De ondersteuningsarrangementen kent de commissie toe; Het afgeven van deze verklaring gebeurt formeel door de regiomanager namens het samenwerkingsverband en onder verantwoordelijkheid van de raad van bestuur op basis van een advies van de commissie van toekenning. De samenstelling van de commissie is verantwoord in het ondersteuningsplan. 2. Reglement Loket artikel 1: terminologie a. Adviescommissie: De commissie van toekenning van een aanpalende regio in het samenwerkingsverband Berséba, die als adviescommissie van het samenwerkingsverband functioneert in gevallen bezwaar wordt gemaakt tegen een beslissing van de commissie van toekenning over het toekennen van een ondersteuningsarrangement of het besluit van het samenwerkingsverband over het toekennen van een toelaatbaarheidsverklaring. Voor de regio Zeeland is dit de regio Randstad en omgekeerd; voor de regio Midden is dit de regio Noordoost en omgekeerd. b. Belanghebbenden: School en ouder(s)/voogd(en)/verzorger(s) c. Bezwaaradviescommissie De landelijke bezwaaradviescommissie functionerend binnen de Stichting Onderwijsgeschillen d. Commissie van toekenning (CvT): De commissie van toekenning, die beslissingen neemt over het toekennen van ondersteuningsarrangementen en het samenwerkingsverband adviseert over aangevraagde toelaatbaarheidsverklaringen e. Klachtencommissie: De klachtencommissie die is ingesteld door de Vereniging Gereformeerd Schoolonderwijs f. Loket: Het organisatieonderdeel van de regio dat de taken vervult zoals vermeld in het ondersteuningsplan en waarvan de commissie van toekenning onderdeel uitmaakt g. Managementteam: De vergadering van alle regiomanagers van het samenwerkingsverband in aanwezigheid van de raad van bestuur en onder voorzitterschap van de voorzitter van de raad van bestuur h. Multi Disciplinair Overleg (MDO): De commissie die advies formuleert voor de toe te kennen arrangementen. Het MDO betrekt de partijen en relevante informatie bij het opstellen van het advies. i. Ondersteuningsarrangementen: Vormen van extra ondersteuning in geld of natura die toegekend worden door de commissie van toekenning op aanvraag van een basisschool of school voor speciaal basisonderwijs en met advies van het MDO. j. Ondersteuningsplan: Het ondersteuningsplan van Berséba k. Regiomanager: reglement MDO en CvT /pagina 1 De functionaris die namens de raad van bestuur leiding geeft aan een regio van het samenwerkingsverband binnen de kaders van het ondersteuningsplan en overeenkomstig het voor deze functie geldende profiel en namens het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring afgeeft. l. Samenwerkingsverband: Het landelijk samenwerkingsverband Berséba, uitgaande van de Vereniging Reformatorisch Passend Onderwijs voor primair en speciaal onderwijs m. School: School van het samenwerkingsverband n. Secretaresse: De functionaris die namens het Loket alle secretariële taken verricht binnen de kaders van het ondersteuningsplan en overeenkomstig het voor deze functie geldende profiel. o. Toelaatbaarheidsverklaring: Een door de regiomanager namens het samenwerkingsverband afgegeven verklaring, gebaseerd op een positief advies van de commissie van toekenning, ondertekend door twee daartoe bevoegde personen, waarmee ouders hun kind kunnen aanmelden bij het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs, cluster 3 of 4. p. Zorgmakelaar: De functionaris die leiding geeft aan het regionale loket binnen de kaders van het ondersteuningsplan en overeenkomstig het voor deze functie geldende profiel. artikel 2: instelling en samenstelling 1 De raad van bestuur stelt in iedere regio een Loket in. 2 De commissie is samengesteld conform de kaders van het ondersteuningsplan. 3 Het MDO kan op initiatief van de zorgmakelaar of als twee van de vaste personen van de commissie dit vragen uitgebreid worden met andere deskundigen, zowel vanuit onderwijs-, als zorgexpertise, zijnde adviseurs van de commissie. 4 De zorgmakelaar is voorzitter van de commissie, tenzij de regio anders beslist. 5 De commissie wordt ondersteund door een secretaresse, tenzij de regio anders beslist. artikel 3: aanstelling 1 De raad van bestuur stelt op voordracht van de regiomanager op basis van een competentieprofiel de vaste leden van het MDO en de CvT aan, waarvan de zorgmakelaar in functie. Deze laatste wordt benoemd. 2 Uitgezonderd de zorgmakelaar worden de vaste leden van het MDO en de CvT aangesteld voor een periode van vier jaar. De zittingsduur kan op voordracht van de regiomanager voor eenzelfde periode worden verlengd. 3 Een lid van het MDO en de CvT kan tussentijds terugtreden door middel van een schriftelijke mededeling aan de regiomanager met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. 4 De raad van bestuur kan een lid van de MDO en de CvT te allen tijde op voordracht van de regiomanager ontslaan, indien aantoonbaar sprake is van onbehoorlijke vervulling van de benoeming door het lid. Alvorens deze beslissing te nemen, stelt het bestuur het lid in kennis van dit voornemen en wordt het lid in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze naar voren te brengen. 5 De aan te stellen leden van de CvT dienen een onafhankelijke1 positie te hebben ten opzichte van de overige gremia binnen het samenwerkingsverband en de scholen. 6 Zowel de vaste als de flexibele leden van het MDO en de CvT verrichten hun werkzaamheden conform dit reglement en andere voor het loket geldende reglementen. 1 Onafhankelijkheid houdt in, dat de betreffende personen geen werkrelatie, hetzij direct (=in dienst) of indirect (=ingekocht) hebben met de school die betreffende toelaatbaarheidsverklaring of arrangement aanvraagt. reglement MDO en CvT /pagina 2 artikel 4: taakstelling 1 De CvT neemt beslissingen over het toekennen van ondersteuningsarrangementen. Het MDO adviseert inzake aangevraagde toelaatbaarheidsverklaringen. 2 Het MDO adviseert de zorgmakelaar op zijn verzoek bij vragen die via ouders of scholen bij het loket zijn binnengekomen. 3 Het MDO en de CvT adviseert de regiomanager over eventuele uitbreiding van taken van de commissie, waarna deze dit advies bespreekt in het managementteam van het samenwerkingsverband. 4. Het MDO adviseert desgevraagd over het vervoersarrangement, dat bij plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs nodig is. artikel 5: bekostiging 1 Het MDO en de CvT wordt bekostigd uit de ondersteuningsmiddelen van de regio van het samenwerkingsverband. 2 De kosten van de personele en materiële kosten van het MDO en de CvT zijn onderdeel van de begroting van het samenwerkingsverband. 3 Indien het MDO en de CvT overweegt om in het kader van een klacht- of beroepsprocedure tegen een beslissing of handelswijze van het MDO en/of de CvT zich extern te laten bijstaan of vertegenwoordigen, vraagt het hiervoor goedkeuring aan de regiomanager. De kosten van rechtsbijstand worden bekostigd uit de middelen van het samenwerkingsverband. artikel 6: huisvesting en bereikbaarheid 1 De regiomanager draagt zorg voor een adequate huisvesting van het MDO en de CvT, zowel wat betreft het secretariaat als wat betreft de vergaderruimte voor het MDO en de CvT en sluit zo nodig hiervoor overeenkomsten af. 2 De regiomanager zorgt voor adequate materiële voorzieningen voor het MD en de CvT en sluit zo nodig hiervoor overeenkomsten af. 3 Het Loket, waarvan het MDO en de CvT onderdeel uitmaken is zo veel mogelijk dagelijks minstens één dagdeel telefonisch bereikbaar. 4 Het Loket draagt zorg voor maximale bekendheid van het adres en de telefonische en digitale bereikbaarheid van de commissie. artikel 7: organisatie 1 Het MDO en de CvT verrichtten haar taken in overeenstemming met de kaders van het ondersteuningsplan, waaronder de vastgestelde criteria voor toekenning van ondersteuningsarrangementen en advisering over toelaatbaarheidsverklaring en overige bijlagen bij het ondersteuningsplan en in overeenstemming met regionaal afgesproken richtlijnen. 2 Het MDO en de CvT hanteren een transparant werkproces, waardoor geldende reactietermijnen niet worden overschreden. 3 Het MDO en de CvT komen minstens één keer per maand in vergadering bijeen, uitgezonderd de periode van de zomervakantie. 4 De voorzitter is bevoegd een extra vergadering van het MDO en de CvT bijeen te roepen, wanneer hij dit nodig acht. Hij is daartoe verplicht op schriftelijk verzoek van ten minste twee vaste leden van MDO en/of CvT. In een dergelijke situatie wordt de vergadering binnen twee weken na berichtgeving door de voorzitter bijeengeroepen. 5 Bij ziekte van één van de vaste leden van het MDO en/of de CvT regelt de zorgmakelaar de vervanging door iemand met vergelijkbare competenties. artikel 8: werkwijze 1 De zorgmakelaar is belast met het bijeenroepen van het MDO en de CvT. reglement MDO en CvT /pagina 3 2 3 4 5 6 7 8 9 De leden van het MDO en de CvT hebben uiterlijk vijf werkdagen voor de vergadering de beschikking over de agenda en de stukken voor de betreffende vergadering. De zorgmakelaar stelt ouders en scholen op de hoogte, wanneer hun kind/haar leerling op een vergadering besproken wordt. Ouders en school worden desgevraagd in de gelegenheid gesteld bij de bespreking op het MDO van hun kind/haar leerling aanwezig te zijn. Bij verschil van mening tussen school en ouders bij het aanvragen van een ondersteuningsarrangement of een toelaatbaarheidsverklaring worden beide uitgenodigd de vergadering van de het MDO bij te wonen. Binnen vijf werkdagen na besluitvorming door de CvT worden ouders en school door de zorgmakelaar in kennis gesteld van de besluitvorming betreffende hun kind/haar leerling. De voorzitter is bevoegd in gevallen waarin spoed vereist is, de vergadering voor te stellen om nagekomen, niet op de agenda geplaatste, aanvragen te behandelen. De voorzitter draagt zorg, dat er adequate verslaglegging van een vergadering van de het MDO en de CvT wordt gedaan, dat de benodigde correspondentie van de commissie wordt gevoerd en dat het archief van het Loket wordt beheerd. De voorzitter draagt zorg, dat in elke vergadering van het MDO en de CvT een exemplaar van dit reglement aanwezig is. artikel 9: aanmelding 1 De school vraagt een ondersteuningsarrangement binnen het (speciaal) basisonderwijs of toelaatbaarheidsverklaringen voor het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs, cluster 3 en 4 aan conform de daarvoor in de regio van het MDO en de CvT afgesproken werkwijze. 2 Ouders kunnen voor informatie- of adviesvragen betreffende ondersteuningsarrangementen of toelaatbaarheid contact opnemen met de zorgmakelaar. In dergelijke situaties vraagt de zorgmakelaar of er contact is geweest met de school en wat de reden is om contact met de zorgmakelaar op te nemen. 3 De zorgmakelaar informeert de school over het contact, dat er is geweest met de ouders, tenzij ouders hiervoor geen toestemming geven. 4 In geval ouders geen toestemming geven wordt de school door de zorgmakelaar anoniem geïnformeerd. 5 Er is sprake van een aanmelding voor een ondersteuningsarrangement of toelaatbaarheidsverklaring vanaf het moment dat het dossier compleet is, zulks ter beoordeling aan de zorgmakelaar. 6 De criteria op basis waarvan beoordeeld wordt of een dossier compleet is, worden door de raad van bestuur vastgesteld. artikel 10: besluitvorming en beslistermijnen 1 Op informatie- en adviesvragen wordt vanuit het Loket, waarvan de commissie van toekenning onderdeel uitmaakt, binnen vijf werkdagen gereageerd. 2 Besluitvorming door het MDO en de CvT vindt alleen plaats als er sprake is van complete dossiervorming. 3 Om tot een afgewogen oordeel te komen, heeft het MDO en de CvT de mogelijkheid om naast de gegevens uit het dossier aanvullende informatie in te winnen en/of raadpleging van deskundigen dan wel betrokkenen te laten plaatsvinden. 4 Over het nemen van besluiten dient tussen de leden van het MDO e CvT consensus te bestaan. Indien geen consensus kan worden bereikt, wordt eerst een raadpleging ingevoegd door informatie in te winnen bij externe deskundigen. 5 Wanneer ook dan geen consensus wordt bereikt, geeft de stem van de voorzitter de doorslag. 6 Adviseurs hebben geen beslissingsbevoegdheid. reglement MDO en CvT /pagina 4 7 8 Op aanvragen voor ondersteuningsarrangementen anders dan ambulante begeleiding of toelaatbaarheidsverklaringen wordt binnen zes weken na aanmelding beslist. Mocht dit niet lukken, dan vindt besluitvorming tijdens de eerstvolgende vergadering plaats. Indien de termijn van 6 weken wordt overschreden, worden school en ouders geïnformeerd op welk moment besluitvorming zal plaatsvinden doch uiterlijk binnen 10 weken na aanmelding. artikel 11: verslaglegging 1 Van de vergadering van het MDO en de CvT wordt een schriftelijk verslag gemaakt, dat binnen vijf werkdagen ter beschikking staat van de zorgmakelaar. 2 De zorgmakelaar informeert na iedere vergadering van het MDO en de CvT binnen vijf werkdagen de regiomanager over de (niet)-toegekende ondersteuningsarrangementen en de (al dan niet positieve) adviezen voor aangevraagde toelaatbaarheidsverklaringen. 3 In gevallen dat de CvT een ondersteuningsarrangement niet toekent of een negatief advies geeft bij een aangevraagde toelaatbaarheidsverklaring overlegt de zorgmakelaar de argumenten die hiertoe hebben geleid. 4 Na afloop van de laatste vergadering van het MDO en de CvT in een kalenderjaar brengt de zorgmakelaar binnen 14 dagen verslag uit aan de regiomanager van de werkzaamheden van het MDO en de CvT in het betreffende kalenderjaar conform een daartoe vastgesteld format. artikel 12: bekendmaking 1 Met inachtneming van de betreffende voorschriften in de Algemene wet bestuursrecht wordt een besluit de CvT inzake het toekennen van een ondersteuningsarrangement of de beslissing van het samenwerkingsverband inzake een aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring betreffende een aangemelde leerling binnen vijf werkdagen na besluitvorming dienaangaande door de zorgmakelaar schriftelijk bekend gemaakt aan belanghebbenden. 2 Bij een besluit inzake in lid 1 genoemde toekenning of beslissing wordt de mogelijkheid en wijze van bezwaar en beroep vermeld. 3 Een besluit dat aan de school betreffende de leerling geen ondersteuningsarrangement wordt toegekend of dat het samenwerkingsverband betreffende de leerling niet overgaat tot afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring wordt direct gevolgd door het opstellen van een advies door de CvT over toekenning voor plaatsing en opvang van de leerling in het (speciaal) basisonderwijs. 4 Wanneer een voorgenomen advies plaatsing op een andere basisschool inhoudt, overlegt de zorgmakelaar met de basisscholen die in aanmerking komen en stelt daarvan de ouders en de verwijzende basisschool op de hoogte. artikel 13: bezwaar en beroep I bezwaar en beroep betreffende een besluit over een aangevraagd ondersteuningsarrangement 1 Indien een belanghebbende zich niet met een beslissing van de CvT betreffende een ondersteuningsarrangement voor een leerling kan verenigen, kan deze binnen zes weken bezwaar maken tegen deze beslissing door het indienen van een bezwaarschrift bij de klachtencommissie. De commissie wordt door de belanghebbende op de hoogte gesteld van het ingediende bezwaar. 2 Het bezwaarschrift wordt ondertekend en bevat ten minste: a de naam en adres van de indiener b naam en geboortedatum van de leerling c de dagtekening d een omschrijving van de beslissing waartegen het bezwaar is gericht e de gronden van het bezwaar 3 De belanghebbende kan zich laten vertegenwoordigen. In dat geval wordt het bezwaarschrift namens de belanghebbende getekend. 4 Binnen vijf weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie neemt de CvT na het horen van belanghebbenden een beslissing op het gewraakte besluit inzake artikel 13, afdeling reglement MDO en CvT /pagina 5 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 II 1 2 3 4 5 6 I lid 1, waarbij de inbreng van belanghebbenden en het advies van de klachtencommissie beargumenteerd wordt meegewogen. Binnen vijf werkdagen volgend op een besluit inzake artikel 13, afdeling I, lid 5 worden belanghebbenden door de zorgmakelaar over het besluit geïnformeerd. Indien de belanghebbende zich niet kan verenigen met het genomen besluit inzake artikel 13, afdeling I lid 5 staat voor de belanghebbende binnen zes weken beroep open bij de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank in Utrecht. De voorzitter ziet erop toe dat in de bekendmaking en de verdere afhandeling van het besluit alle geldende voorschriften inzake berichtgeving en termijnen in acht worden genomen. In beroepszaken treedt de voorzitter op namens de CvT, tenzij zich de wenselijkheid van een andere oplossing voordoet. Gedurende de periode van bezwaar en beroep draagt het samenwerkingsverband zorg, dat er sprake is van adequate ondersteuning en begeleiding van de leerling op wie het gewraakte besluit genoemd in artikel 12, lid 1 en in artikel 13, afdeling I, lid 5 betrekking heeft. Het Loket is bevoegd belanghebbenden na het indienen van een bezwaar voor te stellen een second opinion aan te vragen bij de adviescommissie. Bij instemming van de bezwaarmakende belanghebbende voor een second opinion wordt het bezwaarschrift opgeschort. Binnen vijf werkdagen na goedkeuring voor een second opinion wordt de adviescommissie om een advies gevraagd. Binnen vijf weken brengt de adviescommissie advies uit op de aangevraagde second opinion. In de volgende vergadering van de commissie neemt de commissie een hernieuwd besluit op haar eerder genomen besluit inzake artikel 12, lid 1. Binnen vijf dagen wordt belanghebbende in kennis gesteld van het genomen besluit, waarna deze binnen zes weken besluit het bezwaarschrift in te trekken of gestand te houden. Bij gestand houden van het bezwaar gelden de voorschriften zoals gemeld in artikel 13, afdeling I, lid 1 t/m 10. bezwaar en beroep betreffende een besluit over een aangevraagde toelaatbaarheidsverklaring Indien een belanghebbende zich niet met een beslissing van het samenwerkingsverband betreffende een toelaatbaarheidsverklaring voor een leerling kan verenigen, kan deze binnen zes weken bezwaar maken tegen deze beslissing door het indienen van een bezwaarschrift bij de bezwaaradviescommissie. De CvT wordt door de belanghebbende op de hoogte gesteld van het ingediende bezwaar. Het bezwaarschrift wordt ondertekend en bevat ten minste: a de naam en adres van de indiener b naam en geboortedatum van de leerling c de dagtekening d een omschrijving van de beslissing waartegen het bezwaar is gericht e de gronden van het bezwaar De belanghebbende kan zich laten vertegenwoordigen. In dat geval wordt het bezwaarschrift namens de belanghebbende getekend. Binnen vijf weken na ontvangst van het advies van de bezwaaradviescommissie neemt de commissie na het horen van belanghebbenden een beslissing op het gewraakte besluit inzake artikel 13, afdeling II, lid 1, waarbij de inbreng van belanghebbenden en het advies van de bezwaaradviescommissie beargumenteerd wordt meegewogen. Binnen vijf werkdagen volgend op een besluit inzake artikel 13, afdeling II, lid 5 worden belanghebbenden door de zorgmakelaar over het besluit geïnformeerd. Indien de belanghebbende zich niet kan verenigen met het genomen besluit inzake artikel 5, afdeling II, lid 5 staat voor de belanghebbende binnen zes weken beroep open bij de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank in Utrecht. reglement MDO en CvT /pagina 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 De voorzitter ziet erop toe dat in de bekendmaking en de verdere afhandeling van het besluit alle geldende voorschriften inzake berichtgeving en termijnen in acht worden genomen. In beroepszaken treedt de voorzitter op namens de commissie, tenzij zich de wenselijkheid van een andere oplossing voordoet. Gedurende de periode van bezwaar en beroep draagt het samenwerkingsverband zorg, dat er sprake is van adequate ondersteuning en begeleiding van de leerling op wie het gewraakte besluit genoemd in artikel 12, lid 1 en in artikel 13, afdeling II, lid 5 betrekking heeft. De commissie is bevoegd belanghebbenden na het indienen van een bezwaar voor te stellen een second opinion aan te vragen bij een adviescommissie. Bij instemming van de bezwaarmakende belanghebbende voor een second opinion wordt het bezwaarschrift opgeschort. Binnen vijf werkdagen na goedkeuring voor een second opinion wordt de adviescommissie om een advies gevraagd. Binnen vijf weken brengt de adviescommissie advies uit op de aangevraagde second opinion. In de volgende vergadering van de CvT neemt de CvT een hernieuwd besluit op haar eerder genomen besluit inzake artikel 12, lid 1. Binnen vijf dagen wordt belanghebbende in kennis gesteld van het genomen besluit, waarna deze binnen zes weken besluit het bezwaarschrift in te trekken of gestand te houden. Bij gestand houden van het bezwaar gelden de voorschriften zoals gemeld in artikel 13, afdeling II, lid 1 t/m 10. artikel 14: beveiliging van persoonsgegevens 1 Het MDO en de CvT houden in overeenstemming met de wettelijke voorschriften daaromtrent de gevoelige gegevens over de aangemelde leerlingen niet langer in bezit dan strikt noodzakelijk is. 2 Het MDO en de CvT houden zich aan het door de raad bestuur vastgestelde privacyreglement van het samenwerkingsverband. artikel 14: slotbepaling 1 In alle gevallen waarin dit reglement noch het ondersteuningsplan voorzien, beslist de raad van bestuur na ingewonnen advies van de regiomanager en van de raad van toezicht. 2 Dit reglement kan worden aangehaald als “reglement commissie van toelaatbaarheid Berséba”. reglement MDO en CvT /pagina 7
© Copyright 2025 ExpyDoc