CMS Letter

Hervorming van het pandrecht op roerende goederen klopt
aan onze poorten: Bent u er klaar voor ?
De nieuwe wettelijke regeling met betrekking tot het pandrecht op roerende goederen zal
op 1 december in werking moeten treden. Deze, dat voortaan gebaseerd zal zijn op een
registratiesysteem (en de betaling van belastingen hiervoor), zal de bestaande praktijken
meer dan waarschijnlijk grondig omvormen. Zo zullen bestaande panden op handelszaken
hun rang ondermeer verliezen indien deze op korte termijn niet geregistreerd worden
overeenkomstig de nieuwe wettelijke regeling.
Doel
De nieuwe wet zal van toepassing zijn op alle roerende goederen, zowel materiële als van
immateriële aard. De wet zal daarom een impact hebben op alle panden gevestigd op
bedrijfsmiddelen, zoals ondermeer op de voorraden, de intellectuele eigendomsrechten,
schuldvorderingen, financiële instrumenten en dergelijke. De wet betreft geen zekerheden
gevestigd op onroerende goederen (zoals hypotheken of hypothecaire mandaten) of
persoonlijke zekerheden.
Er weze opgemerkt dat deze nieuwe wet geen gevolgen voor de Belgische Financiële
zekerhedenwet van 2004 met zich meebrengt, hetgeen wilt zeggen dat financiële
zekerheden voortaan beheerst zullen worden door de nieuwe wet (m.b.t. de algemene
bepalingen) en de financiële zekerheden wet (m.b.t. bepaalde specifieke aspecten).
Geldigheid van het pand tussen partijen – geen buitenbezitsstelling
Het is voor de geldigheid van het pand op roerende goederen niet meer vereist dat de
pandgever buiten het bezit gesteld wordt van de desbetreffende in pand gegeven goederen
(d.w.z. het fysiek afgeven van goederen aan de pandhouder of aan een derde partij
pandhouder).
Het pand zal daarom tussen partijen (d.w.z. de pandgever en de pandhouder) enkel en
alleen door hun toestemming bestaan.
De schriftelijke overeenkomst dient volgende elementen uitdrukkelijk te vermelden: (i) de
gewaarborgde schuldvordering, (ii) de verpande activa en (iii) het maximumbedrag van de
gewaarborgde schuldvorderingen die in het pand inbegrepen zijn. Laatst vermelde
informatie wordt momenteel echter niet standaard in de contractuele bepalingen
opgenomen. Kredietgevers zullen meer dan waarschijnlijk trachten om een zo hoog
mogelijk bedrag te bedingen in het contract, maar het is evenwel plausibel dat aan de hand
van dit bedrag de belastingen die betaald dienen te worden bij de registratie van het pand
berekend zullen worden (zie hieronder). Het ontstaan van commerciële discussies tussen
kredietgever en kredietnemer lijken in dit opzicht aldus onvermijdelijk te zijn.
Afdwingbaarheid ten aanzien van derden
Registratie
Een van de belangrijkste doelstellingen van de nieuwe regeling is de kredietnemer /
pandgever toe te laten activa te verpanden en tegelijkertijd het bezit van de desbetreffende
roerende goederen te behouden (hetgeen behoudens het pand op de handelszaak niet
mogelijk is onder de bestaande regeling).
Onder het huidige stelsel van zakelijke zekerheden op roerende goederen is de
buitenbezitstelling van de verpande goederen een sleutelelement om het pand ten aanzien
van derden afdwingbaar te maken. In de toekomst zal deze afdwingbaarheid gewaarborgd
worden door de registratie van het pand in een (uniek) elektronisch pandregister, hetgeen
gehouden zal worden bij de Federale Overheidsdienst Financiën. Dit register zal online
toegankelijk zijn voor het publiek en het is derhalve mogelijk voor derden om (mits
naleving van bepaalde vereisten inzake de privacy van gegevens) het mogelijke bestaan
van (een) pand(en) op de activa van hun contractspartij te verifiëren.
Gezien de pandgever niet buiten het bezit gesteld wordt van de verpande goederen en
hierover dus vrij kan blijven beschikken, voorziet het nieuwe stelsel in bepaalde
beschermingsmaatregelen ten behoeve van de pandhouder (zorgplicht, opvolgingsrecht,
inspectierecht, de mogelijkheid om contractuele verbodsbepalingen in het contract in te
voegen).
Pand met buitenbezitsstelling
De registratie van het pand is echter niet de enige manier om het pand afdwingbaar te
maken ten aanzien van derde partijen. Het is inderdaad zo dat partijen nog steeds de
mogelijkheid behouden om hun pand overeenkomstig het huidige stelsel te organiseren,
met andere woorden door de verpande goederen buiten het bezit van de pandgever te
stellen. In dergelijk geval, zal de buitenbezitstelling het beginpunt zijn van de
afdwingbaarheid van het pand ten aanzien van derde partijen, en zal er geen registratie
nodig zijn (en zullen er waarschijnlijk dus ook geen belastingen betaald moeten worden).
Pandrecht op schuldvorderingen
Met betrekking tot het pand op schuldvorderingen, laat het nieuwe stelsel de partijen toe de
bestaande vereenvoudigde regeling zonder registratie te blijven toepassen (behoudens dat
de derde-schuldenaar uitdrukkelijk in kennis moet worden gesteld, is de
pandovereenkomst uitvoerbaar door het louter afsluiten hiervan).
De uitwinning
Het pandrecht op roerende activa zal uitwinbaar zijn, zonder dat hier een eerdere
gerechtelijke uitspraak voor nodig is. Hetgeen de efficiëntie van deze zakelijke zekerheid
aanzienlijk zal verbeteren.
Er dient echter opgemerkt te worden dat er aan de pandhouder de verplichting wordt
opgelegd om de pandgever (en andere belanghebbenden) in kennis te stellen van zijn
voornemen om het pand uit te winnen en dit ten minste 10 dagen alvorens de uitwinning
(of 3 dagen in geval er een risico bestaat dat de verpande goederen hun waarde verliezen).
De wet machtigt de pandhouder om het pand middels openbare verkoop, particuliere
verkoop, verbeurdverklaring (kan voorafgaandelijk contractueel bepaald worden) of
verhuring van alle of een gedeelte van de verpande goederen, uit te winnen.
Afschaffing pand op de handelszaak
De bestaande regeling van het pand op de handelszaak wordt afgeschaft en vervangen door
het nieuwe stelsel. Bestaande panden op handelszaken dienen, binnen 12 maanden vanaf
de inwerkingtreding van de nieuwe wet, geregistreerd te worden als een „pand op alle
goederen die het bedrijf samenstellen“ (anders zullen ze hun rang verliezen).
Inwerkingtreding
Een Koninklijk Besluit dient de inwerkingtreding van de nieuwe regeling nog te bepalen,
hetgeen niet later dan 1 december 2014 zal zijn. Het vermelde Koninklijk Besluit zal
verder ook nog de modaliteiten van het onlineregister en het bedrag van de te betalen
belastingen bij de inschrijving nader bepalen. Deze praktische obstakels zullen zonder
enige twijfel tot gevolg hebben dat de inwerkingtreding van het nieuwe regime
aanzienlijke vertraging zal oplopen.
23 oktober 2014
Auteurs
Arnaud Van Oekel
Léopold Meyers
E [email protected]
T +32 2 743 69 54
E [email protected]
T +32 2 743 69 13
--------------------------
---------------------------