De suikerbiet en haar teelttechniek - Koninklijk Belgisch Instituut tot

koninklijk belgisch instituut tot verbetering van de biet VZW
Molenstraat 45, B-3300 Tienen – F. +32 16 820468 – [email protected] – www.irbab-kbivb.be
De suikerbiet en
haar teelttechniek
p v b c – p r o g r a m m a v o o r l i c h t i n g b i e t c i c h o r e i , i n h e t k a d e r va n d e p r a k t i j k c e n t r a
Rubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.
FAR-Memo 2014
Barbara MANDERYCK
KBIVB vzw - IRBAB asbl
Deze FAR memo bevat alle nodige aanbevelingen voor uw succesvolle onkruidbestrijding in het teeltseizoen 2014. Onkruidbestrijding in de bietenteelt vergt inderdaad veel aandacht en kennis, indien u hierin de nodige �jd investeert zal dit snel lonen. Natuurlijk kunnen de weersomstandigheden ons het leven moeilijk maken maar hiervoor zijn we overgeleverd aan de weergoden. In kader van de nieuwe IPM wetgeving die in januari 2014 van start ging, verandert er niets aan onze aanbevelingen. Beredeneerd werken d.w.z. niet standaard een voor-opkomstbehandeling toepassen, onkruiden herkennen en ze behandelen in het kiemlobstadium met de aangepaste producten en dosissen, blijven behandelen tot het perceel proper is en dit op een kwalita�eve manier doen is en blij� het advies. In kader van IPM dient men ook te overwegen om een schoffelbeurt uit te voeren net voor het afspuiten, indien de weersomstandigheden voldoende droog zijn. Een terugblik op de onkruidbestrijding in 2013 Het voorjaar 2012 herinneren we ons als een zeer koud en voch�g voorjaar dat guns�g was voor de werking van de bodemherbiciden. In 2013 waren de omstandigheden eveneens zeer koud maar in veel streken was het begin april zeer droog en er heerste een drogende wind uit het Noordoosten. In het centrum en het oosten van het land dienden de eerste na-opkomstbehandelingen daarom in droge omstandigheden te gebeuren. De werking van de bodemmiddelen was daarom wat minder en het verhogen van de dosis producten met bladwerking (vb. Betanal) was vaak noodzakelijk voor een goede werking. Rond half april viel er toch wat regen in het centrum en het oosten van het land. In het Westen van het land viel er meer regen, zoals de laatste jaren vaak het geval is, en dit had tot gevolg dat de zaaiperiode daar tot langer in april verder liep. De eerste na-opkomstbehandelingen gingen daar door in voch�ger omstandigheden met een goede werking van de bodemherbiciden tot gevolg en dus een over het algemeen efficiënte onkruidbestrijding. De koude omstandigheden in alle streken van het land hadden tot gevolg dat de bieten zich vrij traag ontwikkelden, ook de onkruiden ontwikkelden zich traag. De eerste onkruiden die in april te zien waren, waren vooral kruisbloemigen. De koude temperaturen zorgden er ook voor dat producten zoals “Matrigon” die het best werken in groeizame omstandigheden trager of minder werkten. De warmte minnende onkruiden ontwikkelden zich in 2013 later in het onkruidbestrijdingsseizoen. Toen de temperaturen begin juni stegen, kon men op percelen die voorheen proper waren nieuwe opkomsten van melganzevoet en bingelkruid waarnemen. Het is zo dat melganzevoet twee belangrijke kiemingsperiodes kent, de ene als de bodemtemperatuur rond de 8°C ligt en een volgende bij een bodemtemperatuur van 15 à 18°C. Dit maakte het noodzakelijk om verder te gaan met de onkruidbestrijding, of in sommige gevallen opnieuw te starten met de onkruidbestrijding op percelen die reeds afgespoten waren. Op percelen waar dit niet gebeurde, kon men vaststellen dat in juli-augustus vooral melganzevoet ontsnapte en zich kon ontwikkelen. Uitgezonderd op de percelen waar men te vroeg stopte met de onkruidbestrijding was de onkruidbestrijding over het algemeen wel geslaagd in 2013. Gevolgen van een uitzonderlijke winter... Door de uitzonderlijk warme winter van 2013-14 groeiden en ontwikkelden de groenbedekkers zich sterk. Ze vernie�gen, op welke manier dan ook, was vaak niet simpel. Onder en tussen deze groenbemesters ontwikkelden vaak ook grote kamille, muur en graanopslag, soms was ook niet alle groenbedekker efficiënt vernie�gd. Hetzelfde geldt voor percelen waar vorig jaar aardappelen op stonden en waar nu bieten komen. De afwezigheid van vorst die de knollen vernie�gt aan het oppervlak kan ook hier voor problemen zorgen. Het is belangrijk om bij het klaarleggen van het veld te zorgen dat alle opslagplanten zich niet meer aan het oppervlak bevinden zodat ze minder kans hebben op hergroeien en zodanig dat dit organisch materiaal kan a�reken in de bodem. Men moet dus proper starten! Hoe deze situa�e verder zal evolueren, is moeilijk te voorspellen maar het is duidelijk dat het vernie�gen van grote opslagplanten niet simpel is met de middelen die we hebben in de bietenteelt. Het is ook zo dat er geen ervaringen zijn uit het verleden met dergelijke situa�e. Een algemeen advies kan dus niet gegeven worden. Het zal zaak zijn om veld per veld naar de beste oplossing te zoeken. DE SLEUTELS VOOR EEN SUCCESVOLLE FAR Verzeker een homogene en snelle opkomst van de bieten Door goede grondbewerking en kwalita�ef kiembed + goede zaai en zaad. Behandel vanaf de opkomst van het onkruid (±10 à 15 dagen na zaai) ona�ankelijk van stadium bieten indien ze gezond zijn. Kies uw producten in func�e van de ora aanwezig op het perceel Op www.irbab‐kbivb.be : raadpleeg -module “onkruidherkenning” voor dicotyle onkruiden en module “grassenherkenning” voor herkenning grassen in een vroeg ontwikkelingsstadium, -vernieuwde lijst 2014 erkende producten in de bietenteelt Zie ook pagina 3 en 4 van deze FAR-Memo. Gebruik goede spuitapparatuur en doppen op de correcte manier, met voldoende water Onderhoud en controleer de spuitapparatuur, volg de gebruiksaanwijzing van de doppenproducenten, reinig het materiaal voldoende na gebruik van herbiciden niet selec�ef voor bieten. Behandel in goede weersomstandigheden Behandel bij hoge luchtvoch�gheid (> 70% RH) en proteer van groeizaam weer, van een voch�ge bodem en eventuele ochtenddauw. Respecteer behandelingsintervallen van 6 à 8 dagen, zeker tussen de eerste twee na-opkomstbehandelingen Pas de FAR dosis aan het stadium van het onkruid aan Zie pagina 3 en 4 van deze FAR-Memo. Zet de behandelingen verder tot het veld proper is, tot bijna het sluiten van de rijen indien noodzakelijk Sluit de onkruidbestrijding af met een bodemherbicide met lange nawerking Resistente melganzevoet : de proefresultaten van 2013 Zoals in 2012 legde het KBIVB een proef aan rond de bestrijding van resistente melganzevoet. Op het perceel met leemgrond was ongeveer 28% van de melganzevoet resistent. Er werd op 8 april gezaaid met een rhizoctoniaras dat veel blad gee�. Het voorjaar was zeer koud en de bieten ontwikkelden traag, maar toch sneller dan in 2012. De eerste na-opkomstbehandeling werd 16 dagen na zaai uitgevoerd op onkruiden in het kiemlobstadium met DG110015 doppen aan 1.55 bar en 150 l/ha water, in 2012 werden nog klassieke spleetdoppen gebruikt van het type XR. De eerste drie na-opkomstbehandelingen gingen door in droge omstandigheden. In de periode tussen het uitvoeren van de voor-opkomstbehandelingen en de eerste drie na-opkomstbehandelingen (3 weken) viel slechts 9 mm regen. Hierdoor hadden de bodemherbiciden een mindere werking dan in 2012 wanneer er veel neerslag was gedurende de volledige periode van de onkruidbestrijding. In totaal werden 5 na-opkomstbehandelingen uitgevoerd (door late opkomsten melganzevoet en binDe Bietplanter
04/2014 — 5
gelkruid) waarna nog een behandeling met bodemherbicide gebeurde om de nawerking te garanderen. In beide proe�aren werd een gewoon FAR schema met een hoger gedoseerd FAR schema vergeleken. Het gewoon FAR schema bestond uit Bsc 0.6/T0.2/G0.5/Olie 0.5 met 2.5 l “Gol�x” in totaal. Het hoger gedoseerd schema bestond uit Bsc 1.0/T0.2/
G0.75/Olie 0.5 bij de eerste behandeling, daarna werd telkens 0.3 l/ha “Tramat” gebruikt. In totaal beva�e dit schema 3.75 l “G”. Voor beide schema’s werd afgespoten met 0.8 l “Venzar” (500 sc). % werking tegen
melganzevoet
2012
Augustus
Juni
Augustus
FAR Bsc 0.6/T0.2/G0.5
97%
99%
89%
96%
FAR Bsc 1.0/T0.2/G0.75
99%
100%
97%
99%
Deze resultaten tonen aan dat in voch�ge omstandigheden in 2012 een gewone FAR goed werkt, ook op resistente melganzevoet. Het is ook duidelijk dat indien de omstandigheden wat droger zijn zoals in 2013 dat men dan best een hoger gedoseerd schema toepast. De gewone FAR haalt dankzij een goede bladbedekking door de biet en de nawerking van de “Venzar” in augustus toch een bestrijding van 96%, op dat moment kwam geen enkele melganzevoet boven de bieten. Er werd in de proef ook een schema opgenomen waar enkel de “Betanal” en “Tramat” verhoogd werden maar waar de “Gol�x” op 0.5 l werd behouden. De bestrijding van de melganzevoet was hiervoor 89% in juni en 96% in augustus, iden�ek aan de gewone FAR, dit toont het belang van “Gol�x” aan voor de bestrijding van melganzevoet. De verschillen waren niet sta�s�sch signicant. In 2012 en 2013 werd ook het effect van hoger doseren en de manier van frac�oneren van de “Gol�x” nagegaan, tot 4.5 l “G”. Zo werd eerst nagegaan wat de invloed was om de dosis te spreiden over een voor-opkomstbehandeling (2 l) en de naopkomstbehandelingen (telkens 0.5 l, 2.5 l totaal). Vervolgens wat de invloed was van eerst hoog te doseren in “Gol�x” en dan te dalen (1.75, 1.0, 0.75, 0.5, 0.5l) en tenslo�e net het omgekeerde (0.5-0.75-0.75-0.75-1.75l). In 2012 leek er een klein effect te zijn van eerst hoog te doseren met “Gol�x”. Dit effect werd niet duidelijk beves�gd in 2013. Wat betre� het toepassen van 2 l “Gol�x” in vooropkomst was het resultaat in 2012 98% bestrijding in juni, in 2013 is dit 94% in juni en 99% in augustus. Een net iets beter resultaat werd behaald met de FAR B1.0/T0.2/G0.75 (3.75 l G) in na-opkomst. Ook hier waren de verschillen niet sta�s�sch signicant. Voor alle FAR schema’s was de selec�viteit goed. Net zoals in 2012 werd ook het effect van de toepassing van Cen�um en de combina�e Cen�um-Fron�er Elite op de bestrijding van melganzevoet bekeken. In 2013 werd de Cen�um toegepast vanaf het 4-6 blad stadium van de biet. Het schema met Cen�um was als volgt: NO1 tot NO3 een FAR Bsc0.6/T0.2/G0.5 + 0.5l olie, NO4 en NO5: Bsc0.6/T0.2/C0.05 + 0.5l olie en om af te spuiten C0.05 l/ha+ 0.5l olie. Het schema met Fron�er-Elite was: NO1 tot NO3 een FAR Bsc0.6/T0.2/G0.5 + 0.5l olie, NO4 en NO5: Bsc0.6/T0.2/C0.05/Fr0.3 + 0.5l olie en om af te spuiten C0.05/
Fr0.4+0.5 l olie. 2012
2013
Juni
Augustus
Juni
Augustus
FAR + Centium
98%
100%
100%
99%
FAR + Centium-Frontier Elite
98%
100%
100%
100%
De resultaten van deze beide schema’s waren in 2013 signicant beter dan alle FAR schema’s, ook degenen waar 4.5 l “Gol�x” werd toegepast. Qua prijs zijn deze schema’s ook interessant, met een richtprijs van 138 en 164 euro voor respec�evelijk het Cen�um en het Cen�um-Fron�er Elite schema. Ter vergelijking, het Bsc1.0/T0.2/
G0.75 schema had een richtprijs van 228 euro. Het vervangen van “Gol�x” in de laatste behandelingen door Cen�um of Cen�um-Fron�er is echter niet al�jd mogelijk. Indien ook melde voorkomt op het perceel moet “Gol�x” in het mengsel behouden blijven want de (na)werking van Cen�um op dit onkruid is niet zo goed. Bij het gebruik van Cen�um moet men ook kunnen leven met de typische witverkleuringen, deze veroorzaken geen opbrengstdaling indien een aantal spelregels gerespecteerd worden. Zoals, Cen�um niet toepassen voor het 4-blad stadium van de biet en niet mengen met: a) een grassenmiddel, best 96 uur tussen behandeling grassen en toepassen van Cen�um, b) “Venzar” , c) “Matrigon”, d) Avadex , e) “Pyramin” en vloeibare “Gol�x”, dit laatste is een we�elijke beperking opgenomen op de erkenningsakte. Cen�um kan wel gemengd worden met Safari, “Gol�x WG” (max. 50cc bij 0.3 - 0.5 l “Gol�x”), Fron�er Elite of Dual Gold (max. 50cc bij 0.3-0.4 l Fr of DG). Belang van opname van “Gol�x” via blad voor bestrijding van melganzevoet Om dit aan te tonen werden twee doptypes vergeleken (DG en AI), de AI luchtmengdop werd hierbij fou�ef gebruikt. Er werd pas vanaf het 2-4 blad stadium van de melganzevoet gestart met behandelen, er werden 3 behandelingen met alleen “Gol�x” uitgevoerd (1.5 l, 1.5l en daarna 2 l, telkens met 0.5 l olie). Onder op de foto ziet u het resultaat van deze twee varianten. Naar bestrijding toe presteerde de DG dop duidelijk beter, dit was duidelijk zichtbaar. Dit toont aan dat indien “Gol�x” 6 — 04/2014
De Bietplanter
DG110015 150 l/ha, 1.55
bar
86% werking
98% werking
2013
Juni
% werking tegen
melganzevoet
goed opgenomen kan worden via het blad dat de werking dan beter is dan indien de “Gol�x” voornamelijk dient opgenomen te worden via de wortel. AI11002 200 l/ha, 3 bar
32% werking
79% werking
Om een goede werking te hebben van een spuitdop in de onkruidbestrijding moet men een goede bedekking van de onkruiden in kiemlob bekomen met de producten die via het blad opgenomen worden. Dit kan ook met een luchtmengdop maar dan moet men meer water gebruiken en aan hogere druk werken, zo bekomt men een spuitbeeld met grove druppels maar een groot aantal druppels. Vraag hierover speciek advies bij uw leverancier van uw spui�oestel en spuitdoppen. Gol�x Queen Er is een nieuw product erkend in na-opkomst in de bietenteelt, Gol�x Queen (525 g/l metamitron + 40 g/quinmerac). Dit product kan drie maal gefrac�oneerd toegepast worden, in totaal mag 6 l gebruikt worden. Het product zou mengbaar zijn met alle producten, en hee� een goede selec�viteit. Dit product zal vooral voor het bestrijden van klee�ruid en hondspeterselie nu�g zijn. Er is momenteel geen erkenning in voor-opkomst maar dat zou in de toekomst wijzigen. In de KBIVB proef van 2013 werd Gol�x Queen (3.35 l) ook getest, het enige waarin dit schema verschilde van het FAR Bsc0.6/T0.2/G0.5 schema was de hoeveelheid quinmerac (134 g). De werkzaamheid op melganzevoet van dit schema was 100% in juni en 98% in augustus. Dit is signicant beter in juni dan de Bsc0.6/T0.2/G0.5 die 89% haalde en 96% in augustus. Een gelijkaardig schema zal getest worden in 2014 om deze resultaten te beves�gen. Wat met hondspeterselie en bingelkruid? Aangezien ook hondspeterselie en bingelkruid voorkwamen in de proef kunnen we voor deze onkruiden ook een aantal schema's vergelijken. % werking in augustus KBIVB proef 2013 hondspeterselie bingelkruid 1 FAR Bsc 0.6/T0.2/G0.5 67% 79% 2 FAR Bsc 1.0/T0.2-0.3/G0.75 85% 91% 3 FAR Bsc 1.0/T0.2-0.3/G0.5 76% 96% 4 BTGSVsc (5 x 0.15 Vsc en Safari 5 x15g) 100% 98% 5 Bsc 0.6/T0.2+ Gol�x Queen (3.35 l), 88% 82% 6 FAR Cen�um 94% 95% 7 FAR Cen�um-Fron�er Elite 100% 96% 8 VO 3 l “Fiesta” + FAR Bsc 0.6/T0.2/G0.5 97% 85% Voor hondspeterselie valt het effect van de dosis “Gol�x” op (schema 2 versus 1 en 3). Voor bingelkruid valt het effect van “Betanal” en “Tramat” op (schema 2 en 3 versus 1). Het BTGSVsc schema (4) doet het ook goed, voor beide onkruiden en was selec�ef bij toepassing van Venzar bij de eerste na-opkomstbehandeling. Dit is niet al�jd het geval, zeker niet in lichte gronden en in koude en na�e omstandigheden. Dit schema had in juni 98% en in augustus 95% werking tegen melganzevoet. De richtprijs voor dit schema was echter 241 euro. De resultaten van 3.35 l Gol�x Queen (5) vallen tegen op beide onkruiden. Zeker als men de 88% werking tegen hondspeterselie vergelijkt met het toepassen van “Fiesta” in vooropkomst (8) die 97% werking hee�. Twee kan�ekeningen zijn hier noodzakelijk : mogelijk was de dosis quinmerac te laag in het Gol�x Queen schema waar 134 g quinmerac toegepast werd t.o.v 180 g in het “Fiesta” schema. Anderzijds zal voor de bestrijding van bingelkruid de associa�e chloridazon-quinmerac (“Fiesta”) beter werken dan de associa�e metamitron-quinmerac (Gol�x Queen). De schema’s met Cen�um en Cen�um-Fron�er doen het goed op hondspeterselie en op bingelkruid. In beide schema’s had de werking tegen bingelkruid verbeterd kunnen worden door voor de toepassing van Cen�um de “Gol�x” eens te vervangen door “Pyramin” of door de dosis “Betanal” en “Tramat” te verhogen. In het Cen�um schema had de werking op hondspeterselie verbeterd kunnen worden door in een eerdere na-opkomstbehandeling een Safari of Matrigon toe te passen. Een keer de “Gol�x” vervangen door een Gol�x Queen zou misschien ook mogelijk zijn geweest om de werking op hondspeterselie verder te op�maliseren. AARDAPPELOPSLAG
VOOROPKOMST : hoeft geen standaard te zijn!
Preventief :
Deze kan :
- rooi aardappelen verzorgen
‐ de onkruidopkomst van breedbladige onkruiden sterk beperken of onkruiden "gevoeliger" - knollen laten bevriezen aan oppervlakte, ploegen na winter
maken voor de NO behandelingen
Curatief :
- kan nuttig zijn indien door natte omstandigheden pas laat uw NO kan starten
‐ lokale behandelingen met Roundup (bij weinig opslag)
- onkruidstrijkers met Roundup (bij hoge aantallen)
Deze kan weggelaten worden bij : ‐ met selectieve middelen = duur en onvolledig = enkel loofdoding
‐ het tijdig uitvoeren van de eerste NO behandeling
- niet alle aardappelrassen even gevoelig voor selectieve middelen :
- zeer late zaai * goede loofafbranding voor : Bintje
- velden waar weinig onkruiden, probleemonkruiden worden verwacht
* matig gevoelig : Felsina, Ramos
- in zeer droge omstandigheden = beperkte werking van deze bodemherbiciden * weinig gevoelig : Agria, Innovator, Challenger, Asterix, Charlotte, Saturna, Victoria
Deze wordt (max. 2 à 3 dagen na zaai) aangeraden bij :
‐ velden met probleemonkruiden, qua aantal en soort (zie hieronder)
Verwachte dominante flora Kleefkruid, Hondspeterselie & Gevlekte scheerling Dosis/ha in normale grond (*1)
Product ‘FIESTA’ Bingelkruid (+ Kleefkruid, Hondspeterselie & Gevlekte scheerling) Kamille (sterke aanwezigheid) Aanbevolen schema bestrijding aardappelopslag in suikerbiet
Stadium biet
(kiem- tot 2-blad biet) Spuitmengsel (dosissen in l/ha)
(*4)
4-6 blad
3 l/ha voorbij 6 blad
(*2)
0,1-0,125 l/ha
CENTIUM
(+‘GOLTIX WG’) (*3) 2,5 l/ha
of ‘GOLTIX’ (*5)
Betanal' 1,5 l + 'Tramat' 0,3 l + Frontier Elite 0,4 -0,5 l of 'Dual' 0,3-0,5 l (*5)
(*5)
Betanal' 3 l + 'Tramat' 0,4 l + Frontier Elite 0,5 -0,6 l of 'Dual' 0,5-0,65 l + 0,5 l/ha 'Matrigon' in groeizame omstandigheden bij hoge luchtvochtigheid (*4) De a a rda ppel ops l a g beha ndel en wa nneer di e 8 à 15 cm hoog i s , di t i s mees ta l pa s va na f het 4 bl a d s ta di um va n de bi et, i ndi en de ops l a g toch vroeger ontwi kkel t de dos i s 'Beta na l ' verhogen.
(*5) Voeg s teeds 0,5-1 l /ha ol i e toe.
(+2 kg/ha) ‘PYRAMIN’
Betanal' 1l + 'Tramat' 0,2 l + 'Goltix' 0,5 l
SPUITVOLUME
2 kg of l/ha goede werking tussen 100 en 300 l/ha
300 tot 400 l/ha aanbevolen bij droog weer en/of op afgeharde onkruiden VO FACULTATIEF voor Bingelkruid, Kruisbloemigen, Varkensgras
(*3)
2,5 l/ha ‘PYRAMIN’
GEBRUIK van minerale of plantaardige OLIE
Nuttig om werking van FAR mengsel te verbeteren (onmisbaar bij sommige grassenmiddelen, zie tabel)
Dosis: 0,5‐1 l afh. van weersomstandigheden (geen olie bij met Betanal Elite, uitz. in zeer schraal weer, 0,5l olie max.)
OPMERKINGEN :
Toepassing van DUAL GOLD of FRONTIER ELITE in VO = VERBODEN (erkend vanaf 4 blad stadium biet) kan leiden tot plantenverlies in natte omstandigheden
(*1) Zwa re gronden : dos i s vermeerderen met een fa ctor 1,5
Te vermijden bij hoge temperaturen (vanaf 22°C in schaduw)
(*2) Centi um : a fgera den a l s VO i n l i chte of humus a rme gronden, i ndi en veel regen; ni et toegel a ten i n mengs el met 'Pyra mi n' en met vl oei ba re 'Gol ti x'
(ma x. 200 ml Centi um i n VO en NO s a men)
(*3) Dos i s voor 'Pyra mi n’ SC a a n 520 g/l : de dos i s di ent a a ngepa s t te worden voor geha l tes va n 430 g/l of 65 %. Dos i s chl ori da zon beperkt tot 2.600 g/ha w.s . per 3 ja a r (i ncl . gebrui k i n a ndere teel ten)
CICHOREIOPSLAG en DISTELS
'Matrigon' (1,2 tot 1,5 l + olie) op meer ontwikkelde planten (niet in FAR-mengsel)
FAR SYSTEEM in NAOPKOMST ‐ BESTRIJDING DICOTYLE ONKRUIDSOORTEN
dosissen in deze tabel voor KIEMLOBSTADIUM ONKRUID tot 2 BLAD stadium ONKRUID
GEBRUIK STEEDS DE LAAGSTE VERMELDE DOSIS (l/ha) VOOR ONKRUIDEN IN HET KIEMLOBSTADIUM
Dominante onkruidsoorten + BODEMHERBICIDE CONTACTMIDDELEN Component "R" Componenten "F" en "A" (*a)
Klassieke flora : = flora die hieronder
niet vermeld staat (*a)
Melganzevoet , melde, varkensgras duivenkervel, akkerviooltje (*2) , kamille (*2)
, 0,5 - 1 kg of l 'BETANAL 160' 0,6 - 1,5
+'TRAMAT 500' 0,15 - 0,4 (*b) of "PYRAMIN WG"
0,5 - 1 kg + olie 0,5 - 1 (*c)
of DUAL Gold (*d) 0,5 - 0,65 l of FRONTIER Elite (*d) 0,4 - 0,6 l 'GOLTIX' 'GOLTIX' 0,5 - 1 kg of l 0,5 - 1 kg of l of FRONTIER Elite (*d) DUAL Gold (*d) of 'GOLTIX' of FRONTIER Elite (*d) 'PYRAMIN WG' of FRONTIER Elite (*d) of CENTIUM(*6)
0,4 - 0,6 l 0,5 - 0,65 l 0,5 - 1 kg of l 0,4 - 0,6 l 0,5 - 1 kg 0,4 - 0,6 l zoals hierboven Hondspeterselie (*2) (*3) Gevlekte scheerling (*2) (*3) “ Zwarte nachtschade, hanepoot “ “ Bingelkruid (*2) "GOLTIX" 50-75 ml
Herik, knopherik, koolzaadopslag , zwaluwtong (*2)
“ 'PYRAMIN WG' 0,5 - 1 kg Gemengde flora : Melganzevoet, varkensgras of hondspeterselie
samen met bingelkruid of samen met kruisbloemigen “ 'GOLTIX' + 'VENZAR 500 sc‘ (*5) of FRONTIER Elite (*d) 0,5 - 1 kg of l + max. 150 ml
0,4 - 0,6 l zoals hierboven + AVADEX 0,5 - 1 (*4) 'GOLTIX' 0,5 - 1 kg of l Producten op basis van desmedifam zie kader "FAR DOSIS"
'GOLTIX' 0,5 - 1 kg of l Kleefkruid (veel) Papegaaiekruid (*2) (*a) In geval van belangrijke bezetting van melganzevoet : bij eerste behandeling dosis 'Betanal' verhogen met 50% (*b) De dosis 'TRAMAT 500' mag 0,3l/ha niet overschrijden in het kiemlobstadium van de biet
Het mengsel ‘BETANAL’ + ‘TRAMAT’ kan vervangen worden door een “kant-en-klaar” mengsel (zie kader « FAR-dosis »)
(*c) zie kader gebruik van minerale of plantaardige olie
(*d) 'DUAL' of FRONTIER Elite nooit voor 4 blad stadium van de biet
(*2) FLORA WAARTEGEN SAFARI KAN INGESCHAKELD WORDEN (Safari niet toepassen voor 70% opkomst van de bieten, dosis op dat moment max. 15 g) :
- Herik, knopherik, kamille, varkensgras, papegaaiekruid, opslag van koolzaad en facelia, melkdistel, veerdelig tandzaad en stekelnoot : 15 tot 20 g/ha - Hondspeterselie & gevlekte scheerling : 30 g/ha
- Bingelkruid : betere werking met toevoeging van 10 g/ha voor bingelkruid in 2 blad stadium, indien de dosis ‘Betanal’ te laag is of indien ‘Goltix’ als enig bodemherbicide wordt gebruikt (zonder bv 'Pyramin' of Frontier Elite).
(*3) FLORA WAARTEGEN 'MATRIGON' KAN INGESCHAKELD WORDEN (0,5 l/ha) : Hondspeterselie, gevlekte scheerling, veerdelig tandzaad, stekelnoot en doornappel : Vanaf het 1-bladstadium van het onkruid en vanaf het 2-bladstadium van de biet en bij groeizaam weer. (*4) AVADEX : kan ook ‘Tramat’ vervangen (indien geen bingelkruid of varkensgras). (*5) Toevoeging van ‘VENZAR 500 sc’ : kan worden toegepast vanaf begin 2-blad van de biet aan maximum 150 ml, afgeraden in koude en natte omstandigheden of op lichte grond
(*6) Centi um ka n toegepa s t worden va na f het 4 bla d s ta di um va n de biet i n menging met 'Beta na l ' en 'Tra ma t' (bes t SC/SE formul eri ngen). Ma g niet gemengd worden met 'vloei ba re Goltix' of met 'Pyra min'. Met “va s te Goltix” a a n l a ge dos is (0.3-0.5 L/ha ) i s mogeli jk. Ka n ni et gemengd worden met “Venza r”, “Ma tri gon”, Ava dex 480 of gra s s enmiddelen. De dos i s 0.1 L/ha Centium 36CS ka n a l s l a a ts te beha ndeli ng om na werki ng te ga ra nderen, ma a r da n niet i n menging. Bi j toepa s s i ng va n Centi um treedt ti jdeli jke wi tverkl eurig va n de bi eten op. De Bietplanter
04/2014 — 7
FAR‐DOSIS (aan te passen aan het onkruidstadium)
FAR‐component Onkruid in KIEMLOB stadium (volgens de erkenningen in maart 2014)
F
(*1)
Product en gehalte Max. dosis
BETANAL' 160 SC/SE
0,6 - 0,8 l (*2) 1 (-1,5) l 2 - 3 l 6 l (*4) of 'BETANAL' 320 SC 0,3 - 0,4 l (*2) 0,5 (- 0,75) l 1 - 1,5 l 3 l (*4) 0,2 - 0,3 l (*2) 0,35 (-0,5) l 0,7 - 1 l 2 l (*4) 0,3 (-0,4) l 0,6 - 0,8 l 0,75 l 1,2 - 1,6 l 2 l 1,7 l 2,5 l (*4) (*5) 4 l (*4) (*5) 3,2 l (*4) (*5) 3,2 l of 'BETANAL' 471 SC 'TRAMAT' 500 SC A
STADIUM VAN HET ONKRUID Onkruid in 2‐BLAD stadium Onkruid in 4‐6 BLAD stadium 0,15 - 0,25 l of AVADEX 480 EC (*2) 0,5 l (*5) F + A “Kant‐en‐klaar mengsels” (duurder, niet-exhaustieve lijst, pmp = fenmedifam; dmp = desmedifam; etho = ethofumesaat) − type ‘Kemicombi’ (pmp+etho 200+190 g/l) (*3) − Dynamo SE, Phase (pmp+dmp+etho 75+15+115) − Beta-Team, Betanal Expert (pmp+dmp+etho 75+25+150) − Betanal Elite (pmp+dmp+etho 91+71+112) (*2) 1 - (1,5) l 1,35 (-1,5) l 1,2 (-1,4) l 0,9 (-1,2) l 2 - 2,5 l 1,5 - 2 l 1,4 - 1,8 l 0,9 - 1,2 l 0,5 l of kg
0,5-0,75 l of kg
1 l of kg
7 l of kg
0,5 kg
0,5 - 0,75 kg
1 kg
4 kg
'GOLTIX' 70WG/700SC
'PYRAMIN' 65WG
R
(*4) (*5) 0,7 - 0,8 l
(*2) 0,9 - 1,2 l (*2) 0,8 - 1,1 l (*2) 0,7 - 0,9 l (*3)
of ‘DUAL'
(*6)
Niet vóór het 4-bladstadium
0,5 - 0,65 l
1,3 l
van de bieten
0,4 - 0,6 l
1,4 l
of FRONTIER Elite
(*7)
(*1) Het bietenstadium heeft weinig belang indien de dosis ‘Tramat’ 0,3 l/ha in het kiemlobstadium niet overschreden wordt. Het is raadzaam om de dosis te verhogen enkel indien de weersomstandigheden niet toegelaten hebben om de NO1 uit te voeren vanaf de opkomst van de eerste onkruiden en/of een interval van maximum 6 tot 8 dagen tussen NO1 & NO2 te respecteren. (*2) Hoogste dosis bij een belangrijke bezetting van melganzevoet, melde, bingelkruid, varkensgras of kleefkruid.
(*3) Dosis aanpassen voor producten met een verschillend gehalte aan werkzame stof.
(*4) Dosis fenmedifam beperkt tot 960 g/ha w.s.
(*5) Dosis ethofumesaat beperkt tot 1.000 g/ha w.s. per 3 jaar (dus inclusief gebruik in andere teelten). Let op de beperkingen zijn niet dezelfde voor de verschillende producten. (*6) Dosis chloridazon beperkt tot 2.600 g/ha w.s. per 3 jaar (dus inclusief gebruik in andere teelten).
(*7) Dosis metamitron beperkt tot 4.900 g/ha w.s. per jaar. GRASSENBESTRIJDING Opmerkingen :
- Voor de bes tri jdi ng va n vermoedel i jk res i s tente dui s t i s het a fgera den om te fra cti oneren i n de FAR, pas s teeds de vol l e dos i s toe, i n geva l va n res i s tenti e werken de di m's beter da n de fop's .
- Fra cti oneri ng wordt a fgera den zeker op zwa re gronden of waa r res i s tenti e wordt verwa cht
- Ni et a l l e producten kunnen aa n vol l e dos i s i n het FAR mengs el toegepas t worden, ni et a a n a l l e producten moet ol i e toegevoegd worden (zi e i n ta bel ), a l l e dos i s s en zi jn ui tgedrukt i n l /ha
- Voor kweek beha ndel i n 20 à 30 cm s tadi um, ni et toepa s s en i n FAR, i ndi en 2 beha ndel i ngen gebeuren, voer 2de beha ndel i ng ui t op kweek hers tel d van de voorga ande gra s bes tri jdi ng om een goede werki ng van het product te ga ra nderen
- Centi um ma g nooi t gemengd worden met gras s enmi ddel en, a l s regel kan men bes t 96 uur l a ten tus s en de behandel i ng met een gras s enmi ddel en de toepas s i ng va n Centi um
ARAMO en
Product
TANAGRA
(a)
SELECT Prim
tepraloxydim
Actieve stof
GRASSOORT
(b)
clethodim
FOCUS Plus
(c)
AGIL
cycloxydim
(d)
ELOGE
propaquizafop
(e)
haloxyfop-R-methyl
FUSILADE Max
(f )
fluazifop-P-butyl
TARGA Prestige en
Targa Megamax
(g)
quizalofop-ethyl-D
volle
lage
volle
volle
lage
volle
volle
lage
volle
lage
volle
dosis
dosis
dosis
dosis
dosis
dosis
dosis
dosis
dosis
dosis
dosis
1-1,5
Duist
1
1
2
-
0,75-1
0.5
2 x 0,5
1
2x 0,5 à 0,6
Hanepoot
1
2 x 0,5
1
2
-
0,75-1
0.5
2 x 0,5
1
2x 0,5 à 0,6
1-1,5
Wilde haver
1
2 x 0,5
1
2
2x 0,4
1-1,2
0.5
-
1.5
2x 0,5 à 0,6
1-1,5
Graan (opslag)
1
2 x 0,5
1
2
-
0,75-1
0.5
-
1.5
-
1-1,5
-
-
1-1,2
0.75
-
1.5
-
-
-
0,75-1
0.5
-
1.5
-
1-1,5
Raaigras
1
2 x 0,5
1
Windhalm
1
2 x 0,5
1
Straatgras
1-1,5
-
-
-
-
-
1
-
-
-
-
Kweekgras
2
-
2,5 of 2 x 1,25
4
-
1,5 of 2 x 0,75
1
-
3 of 2x 1,5
-
3 of 2 x1,5
Olie vereist
(* 1 )
NEEN
NEEN
(* 1 )
NEEN
(* 1 )
JA
NEEN
(* 1 )
NEEN
(* 1 )
JA
(a)- vana f 1 l ni et toepas s en i n FAR mengs el / - max. 2l /ha /ja ar / - s tra atgras i n 1-5 bl ad 1l /ha, bi j ui ts toel i ng 1,5l /ha
(b)- dos i s 2 x 0,5l kan i n 1-2 bl ad s ta di um van hanepoot, ra ai gra s , graa nops l a g, wi l de ha ver, dos i s 1 x 1l voor 2-4 bl ad s tadi um va n deze gras s en / - max. 0,5 l toevoegen a a n FAR mengs el
(c)- tot 2 l /ha i n FAR mengs el
(d)- vana f 0,75l /ha ni et i n mengs el met FAR toepa s s en / - voor ui ts toel i ng 0,75l , na ui ts toel i ng 1,0l / - 2 x 0,4 l kan i ndi en 1 à 2 bl ad s tadi um va n de wi l de ha ver
(e)- bes tri jdi ng meerja ri ge gra s s en ni et i n FAR mengs el toepas s en / - max. 1 toepas s i ng per 24 maa nden /- mi ns tens 10 d wachten tus s en toepa s s i ng Sa fa ri en El oge, de werki ng va n El oge ka n a nders da l en
(f)- vanaf 1 l ni et toepa s s en i n FAR mengs el / max. 3l /ha /ja a r / - ma x. 2 toepa s s i ngen per jaa r
(g)- ma xi mum 1l /ha toevoegen a a n FAR mengs el
(1*)- een addi ti ef (enkel ol i e) kan wel verei s t zi jn i ndi en het gras s enmi ddel i n een FAR-mengs el toegepa s t wordt
MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING :
Een aanvulling of een alternatief van het FAR‐systeem SCHOFFELEN : vernietigt de aanwezige onkruiden, verlucht en warmt tevens de bodem op.
¾Uit te voeren op een voldoende droge bodem, vóór de toepassing van een bodemherbicide.
¾Let erop dat de jonge bieten noch uitgetrokken, noch omgewoeld worden.
¾Kan gecombineerd worden met een rijenbespuiting.
WIEDEGGEN : kan interessant zijn bij een laattijdige opkomst van kleine onkruiden in ontwikkelde bieten (minstens 8 tot 10 bladeren)
Voor een volledig mechanische onkruidbestrijding kan een premie bekomen worden bij de Vlaamse overheid (meer info via www.vlaanderen.be/landbouw > subsidies > agromilieumaatregelen).
Waarschuwing
De opvolging van de hier voorgestelde aanbevelingen gebeurt onder
de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Het KBIVB kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor schade aan
de teelt of voor een gebrek aan werkzaamheid.
LEES AANDACHTIG DE ETIKETTEN VAN DE PRODUCTEN ALVORENS
ZE TE GEBRUIKEN !
8 — 04/2014
De Bietplanter
WANNEER DE GROND ONKRUIDVRIJ IS
De NAWERKINGSBEHANDELING niet vergeten
Op basis van bv. 0,8 l 'VENZAR 500sc' (1 l op zware gronden), vanaf het 46 bladstadium van de bieten
Velden met een risico voor late opkomst van zwarte nachtschade , of zomergrassen (hanenpoot, naaldaar, …) : afzonderlijke toepassing van ‘DUAL Gold’ (max. 1,3 l/ha) of van FRONTIER Elite (max. 1 l/ha) : Niet vóór het 4-bladstadium van alle bieten
EEN BELANGRIJKE TROEF VOOR EEN ONKRUIDVRIJ VELD IN DE ZOMER : = EEN GOEDE BODEMBEDEKKING DOOR DE BIETEN (= ook rasafhankelijk)
TERMINOLOGIE VAN DE PRODUCTEN (exclusief grassenmiddelen)
Producten buiten patent en generische producten : Alle producten buiten patent en vervangbaar door generische producten zijn met hun meest bekende naam tussen "aanhalingstekens" vermeld : "Betanal" = fenmedifam (B); "Dual Gold" = s-metolachloor; "Fiesta" = chloridazon + quinmerac; "Goltix" = metamitron (G); "Matrigon" = clopyralid; "Pyramin" = chloridazon; "Tramat" = ethofumesaat (T); "Venzar" = lenacil
Niet-generische producten : Avadex = triallaat 480EC; Frontier Elite = dimethenamide-p (Fr); Safari = triflusulfuron-methyl 50WG; Centium = clomazone; Goltix Queen = metamitron + quinmerac
NO = naopkomst; VO = vooropkomst; SC = Suspensie concentraat; SE = Suspo-emulsie; EC = Emulgeerbaar concentraat; WG = Water dispergeerbaar granulaat