Inter-mold procédé maakt het mogelijk klittenband te spuitgieten

Techniek
Hoogwaardige klittenbandoplossingen integreren in het spuitgietproduct
Inter-mold procédé maakt het
klittenband te spuitgieten
Je hebt klittenband en je hebt klittenband; in vele kwaliteiten en in talloze uitvoeringen. Ook de toepassingen
zijn legio, uiteenlopend van snelslijtende kledingsluitingen uit China tot hoogwaardige en duurzame industriële toepassingen. De ontwikkeling van dit handige
sluitsysteem — ook wel velcro genoemd — heeft sinds
de uitvinding door Georges de Mestral in 1941 bepaald
niet stilgestaan. We kennen inmiddels vele soorten, uit
verschillende materialen en nauwkeurig toegesneden
op het uiteindelijke gebruiksdoel. Maar ook aan de
verwerkingskant is veel gebeurd: het is ook mogelijk
klittenband te spuitgieten.
Klittenband ontleent zijn wer­
king aan het in elkaar grijpen
van haakjes en lusjes. Het viel
Georges de Mestral op hoe
lastig het was na een wande­
ling in de natuur klitten uit
zijn kleding en uit de vacht
van zijn hond te verwijderen.
De haakjes aan de klit grij­
pen zo ongeveer alles aan dat
maar een lusjesachtige struc­
tuur heeft. Een interessant ge­
geven, waaruit blijkt dat soms
alleen de haakjeskant nodig
is en de andere kant bijvoor­
beeld tapijt kan zijn. De uit
Zwitserland afkomstige De
Mestral patenteerde zijn vin­
ding, richtte het bedrijf Velcro
(velours (zachte kant) — cro­
chet (Frans voor haak) op en
startte zijn eerste fabriek in
1957. Na aanvankelijk met
scepsis te zijn ontvangen, is
het gebruik van klittenband
door de jaren heen gemeen­
goed geworden. Sterker nog,
klittenband behoort tot de vijf­
tig belangrijkste uitvindingen
van de afgelopen eeuw!
Met name industrieel klitten­
band kent vele verschijnings­
vormen. De mogelijkheden om
de vorm en de grootte van de
haakjes en de lusjes te variëren
én de verschillende materialen
die beschikbaar zijn, hebben
ervoor gezorgd dat voor iedere
toepassing een ideale combina­
tie kan worden geleverd. Het
gebruiksdoel en vooral ook
de afpelsterkte staan daarbij
voorop. Zo zijn er toepassin­
gen waarbij de klittenbandslui­
ting niet zwaar belast wordt,
maar wel regelmatig geopend
en gesloten moet kunnen wor­
De uitvinder van het klittenband, de Zwitser Georges
de Mestral, keek het haakjessysteem af van de natuur.
den zonder dat deze binnen
de kortste keren versleten is
en niet meer hecht. Een mooi
voorbeeld is de manier waarop
de hoofdsteunbedekking van
vliegtuigstoelen is vastgezet.
De belasting is laag, maar de
verwisselfrequentie des te
hoger. Bovendien heeft het
schoonmaakpersoneel dat de
vliegtuigcabine onder handen
neemt daar weinig tijd voor en
zal de klittenbandverbinding
bestand moeten zijn tegen grof
Industrieel klittenband kent een groot
aantal toepassingen, in uiteenlopende
branches.
18
Kunststof Magazine, januari 2008, nummer 1
en snel lostrekken. Typisch een
toepassing waar klittenband
de ideale oplossing biedt: een
andere oplossing is eigenlijk
niet eens denkbaar.
Eigenschappen zijn nauwkeurig te regelen
Weer andere toepassingen
stellen heel andere eisen aan
het te gebruiken klittenband.
Soms is de functie vooral op
snelle montage gericht, waar­
bij de klittenbandsluiting niet
vaak open hoeft, maar waarbij
wel veel treksterkte is vereist.
Of neem de klittenbandoplos­
sing voor vloervegers, waarbij
haakjes de schoonmaakdoek
vasthouden. De afschuif­
Het regelen van deze eigen­
schappen gebeurt door te
kiezen uit de verschillende
klittenbanduitvoeringen die
leverbaar zijn. Dat kan op
textiele basis zijn of op basis
van kunststof. De vorm van
de lusjes speelt daarbij een rol,
maar niet in alle gevallen is die
bekend. Een goed voorbeeld
daarvan kwamen we tegen
bij een systeem bestaande uit
kunststof hoekstukken, waar­
mee wordt voorkomen dat
bijvoorbeeld een boodschap­
penkrat door de kofferruimte
gaat zwerven. De hoekstukken
zijn aan de onderzijde van klit­
tenbandhaakjes voorzien, die
vastgrijpen op de vloerbedek­
king van de auto. De lusjes
daarvan zijn qua vorm en af­
meting niet helemaal bekend,
want dat hangt weer af van
het soort tapijt dat de autofa­
brikant heeft gekozen. Door
het juiste type haakje te kiezen
(verderop in dit artikel daar­
over meer) kon toch een sys­
teem worden vervaardigd dat
op bijna alle autovloerbedek­
king voldoende grip heeft om
niet weg te glijden, maar toch
zonder veel extra inspanning
losgenomen kan worden. Van­
zelfsprekend speelt hierbij ook
de grootte van het oppervlak
van de haakjes een belangrijke
rol, want meer haakjes bete­
kent sowieso meer grip.
Grote diversiteit aan
sluitingen
De haakvorm zoals Georges
de Mestral die van de na­
tuur afkeek, is nog steeds een
Techniek
mogelijk
sterkte moet groot zijn, maar
de afpelsterkte moet wel weer
zodanig gekozen zijn dat
het schoonmaakdoekje zon­
der overdreven veel moeite
losgenomen kan worden.
Hetzelfde geldt voor een
nekbrace; de sluiting mag
niet onbedoeld loskomen,
maar het is tegelijkertijd
niet wenselijk dat voor het
losmaken veel kracht moet
worden uitgeoefend.
Wanneer het niet mogelijk is de klittenbandhaakjes te spuitgieten, kunnen deze
vastzetters uitkomst bieden.
veelgebruikte. Daarnaast zijn
in de loop der jaren andere
vormen verschenen, zoals de
dubbele haak, de microhaak
en de twin-haak. Ook andere
vormen — zoals de padden­
stoelvorm en de pijlpunt­
vorm — deden hun intrede.
Materialen én productieme­
thoden veranderden: haak­
jes van polypropyleen (PP),
polyamide (PA), polyester en
zelfs roestvrijstaal, lusjes van
polyamide, polyester en zelfs
aramide. De kunststofdelen
worden geëxtrudeerd en kun­
nen nu — dankzij de Intermold® technologie — zelfs ge­
spuitgiet worden. Overigens
zijn er ook semi-permanente
sluitingen, bedoeld voor een
betrouwbare lichtgewicht een­
malige montage. De haakjes
zijn van het paddenstoeltype,
vervaardigd uit polypropy­
leen (PP) en PEs (polyester),
de lusjes uit polyamide. Bij­
zonder is ook de ‘self mating’
back to back uitvoering, een
textieluitvoering waarbij aan
de ene kant de haakjes zitten
en aan de andere kant de lus­
jes, waardoor het als een lus
kan worden gesloten. Er zijn
ook kabelbinders die op deze
manier werken.
Bevestigen
vaak lastig
klittenband
Hoogwaardige klittenband is
enorm slijtvast. Licht in ge­
wicht, makkelijk te hanteren
en in vele materialen, kleu­
ren en uitvoeringen leverbaar,
waaronder ook vochtbesten­
dige, brandwerende en tem­
peratuurbestendige versies.
De toepassingsgebieden zijn
bijna eindeloos…Maar voor
fabrikanten die klittenband­
constructies in hun product
willen integreren was er vaak
toch een probleem: hoe zet
je het klittenband aan je pro­
duct vast? Veel uitvoeringen
zijn met een zelfklevende rug
leverbaar en de textieluitvoe­
ringen kunnen gestikt worden
op ander textiel. Ook is er een
ultrasoon lasbare versie. Maar
wat wanneer het klittenband
op — vaak moeilijk verlijm­
baar — kunststof vastgezet
moet worden?
Kunststof Magazine, januari 2008, nummer 1
19
Techniek
Het Franse Aplix (voorheen
Velcro Frankrijk) — een gigant
op dit gebied met vijftig jaar
ervaring, vijf fabrieken en we­
reldwijd 800 medewerkers —
heeft hiervoor een oplossing
uitgewerkt: de Inter-mold®
technologie. Eigenlijk zijn
het twee oplossingen, beide
gebruikmakend van de mo­
gelijkheid om de haakjeskant
van het klittenband te spuit­
gieten. Eén oplossing bestaat
uit kant en klare producten in
de vorm van ronde en recht­
hoekige gespuitgiete plaatjes.
Deze vastzetters kunnen in de
assemblagelijn eenvoudig aan
het product gemonteerd wor­
den, door middel van vast­
klikken, schroeven, klinken of
ultrasoon lassen. De voordelen
ten opzichte van de conventio­
nele methode — het vastlijmen
— zijn duidelijk. Het risico
op loslaten vermindert, het is
milieuvriendelijker, er is een
besparing op arbeidskosten
en montagetijd en het ziet er
meestal netter uit.
Assemblagestap komt te
vervallen
Ondanks deze voordelen zou
het natuurlijk nog mooier zijn
wanneer de haakjes meteen
in het spuitgietproces van
het product zelf zouden kun­
nen worden geïntegreerd.
Daarmee komen we uit op
de andere oplossing waarin
de Inter-mold® technologie
voorziet: een aanpassing in
de matrijs — door het plaat­
sen van speciale inzetstuk­
ken — waardoor de haakjes
meteen meegespoten kunnen
worden. Een complete assem­
blagestap komt hiermee te
vervallen, de kans op loslaten
is geheel verdwenen, er zijn
geen bevestigingsmaterialen
meer nodig en de doorloop­
tijd van het product wordt
aanmerkelijk teruggebracht.
Bovendien is de positionering
van de haakjes altijd exact,
iets wat bij handmatig aan­
brengen nog wel eens wil af­
wijken. Omdat alles in één
keer gespoten wordt, is de
kleur van de haakjes hetzelfde
als dat van het spuitgietdeel.
Ook recyclen wordt eenvou­
diger, omdat met maar één
type granulaat wordt gewerkt
en geen lijmsystemen worden
gebruikt.
Matrijs aanpassen met
inserts
Om dit te kunnen realiseren
kan Aplix een grote verschei­
denheid aan inzetstukken voor
de bestaande matrijs leveren.
Niet alleen plat en rechthoe­
kig, maar ook rond, gebogen,
bol en hol. Voor de Inter-mold
technologie zijn geen beweeg­
bare delen in de matrijs nodig,
waardoor de aanpassing ook
qua kosten beheersbaar blijft.
De meest optimale dichtheid
van de haakjes en het haak­
profiel kan door Aplix in over­
leg met de spuitgieter bepaald
worden. Ook voor wat betreft
de haakvormen is er veel mo­
gelijk. Naast de standaardhaak
kan worden gekozen voor een
De matrijsinzetstukken zijn in een groot aantal vormen leverbaar.
20
Kunststof Magazine, januari 2008, nummer 1
dual-haak
(speciaal
voor hoge afpel-, af­
schuif- en treksterkte),
voor een microhaak of
voor een haak in haak­
sluiting, de zogeheten
twin-haak. In dat laatste
geval kunnen zelfs beide
delen gespuitgiet worden.
Als tegenpool — de lusjeskant
— zijn er drie mogelijkheden:
1. Het andere deel wordt
voorzien van een zachte
kant van klittenband, zoals:
(on)geborstelde lusband,
velours, gebreide lus etc.
2. De haakjes grijpen al in de
andere kant (bijvoorbeeld:
de backing van tapijt of de
zitting van een fietsstoel­
tje).
3. Een ander spuitgietonder­
deel. Door gebruik te maken
van de hierboven beschre­
ven twin-haak kunnen twee
spuitgietonderdelen aan el­
kaar geklikt worden.
Door de vorm van de haakjes
is het wel zo dat het product
bij het uitnemen uit de ma­
trijs een hoek van maximaal 45
graden mag maken. Is er een
grotere hoek nodig, dan zijn
voor het Inter-mold systeem
schuiven en beweegbare in­
zetstukken beschikbaar. Is dat
geen optie, dan kunnen kant
en klare Inter-mold plaatjes
van het eigen granulaat wor­
den besteld, die vervolgens ul­
trasoon aan het product gelast
kunnen worden of kunnen de
eerdergenoemde kant en klare
Aplix levert inzetstukken, waarmee de
Inter-mold techniek in de bestaande
matrijs kan worden ingebracht.
vastzetters van Aplix ingezet
worden.
Veel materialen al getest
Inter-mold is een gepatenteerd
systeem, waarbij aan bedrijven
het recht wordt verleend om
het procédé in te zetten. Intermold werkt met polypropy­
leen (PP), polyethyleen (HDPE
en LDPE), polyacetal (POM),
polyamide (PA6 en PA6.66),
thermoplastisch elastomeer
(shore D) en PEEK. Inter-mold
kan ook overweg met gevulde
materialen. De Benelux-verte­
genwoordiger van Aplix, Van
Gestel Agenturen uit Waal­
wijk, heeft een uitgebreide
lijst beschikbaar van concrete
materialen die getest zijn met
dit systeem. Daarnaast kun­
nen spuitgieters hun granulaat
vooraf door Aplix op geschikt­
heid laten beoordelen. n
Aplix wordt in de Benelux ver­
tegenwoordigd door Van Gestel
Agenturen in Waalwijk. Voor
meer informatie: Regie van Ges­
tel, tel.: + 31 (0)416 54 34 00,
e-mail: [email protected]. Op de
website (www.gestel.info) is ook
een powerpoint-presentatie met
gedetailleerde informatie over
Inter-mold te vinden.