PS Cie LCJ 14.05.14 JCF Gld v4

 Naast Jeugdsportfonds ook Jeugdcultuurfonds Gelderland Pleitnota voor commissie Landelijk gebied, Cultuur en Jeugdzorg van Provinciale Staten Gelderland woensdag 14 mei 2014 Initiator Dick van der Meer (secretaris/penningmeester Jeugdcultuurfonds Arnhem) in afstemming met Jeugdcultuurfonds Nederland 5 mei 2014 Inhoudsopgave Waarom (ook) een Jeugdcultuurfonds Gelderland? ........................................................... 3 10 argumenten ........................................................................................................................................... 3 Toelichting/informatie vanuit Jeugdcultuurfonds Nederland ........................................ 4 Inleiding ....................................................................................................................................................... 4 1. Over het Jeugdcultuurfonds ................................................................................................ 4 1.1. Visie .................................................................................................................................................... 4 1.2. Missie ................................................................................................................................................ 5 2 Werkwijze ................................................................................................................................... 5 2.1. Organisatie/infrastructuur ........................................................................................................ 5 2.2. Kinderen vinden en helpen ........................................................................................................ 6 2.3. Waarom actieve kunstbeoefening voor kinderen? ............................................................ 6 2.4. Resultaten Jeugdcultuurfonds .................................................................................................. 6 2.5. Aangesloten gemeenten ............................................................................................................. 7 3 Strategie 2014-­‐2016 ............................................................................................................... 7 3.1. Meer kinderen vinden en binden ............................................................................................ 7 3.2. Meer gemeenten aansluiten ...................................................................................................... 8 3.3 Ontwikkeling provinciale fondsen ........................................................................................... 8 3.4 Situatie in Gelderland ................................................................................................................... 8 2 Waarom (ook) een Jeugdcultuurfonds Gelderland? 10 argumenten 1. Alle kinderen moeten kunnen meedoen aan sport én cultuur. Investeren in sport en cultuur voor kinderen in armoede geeft hen een grotere kans op een goede toekomst. Het Jeugdcultuurfonds neemt evenals het Jeugdsportfonds financiële drempels weg voor kinderen in armoedesituaties. 2. Het zijn primair de gemeenten die hiervoor in het kader van het armoedebeleid mid-­‐
delen (zouden moeten) inzetten. Door dit via een Jeugdcultuurfonds te doen kunnen aanvullend ook private gelden worden geworven, niet om bezuinigingen te kunnen realiseren, maar juist om méér kinderen te kunnen bereiken. 3. De werkwijze het Jeugdcultuurfonds is zorgvuldig en succesvol. Niet de ouders, maar professionals die werken met kinderen uit de doelgroep, zoals jeugdhulpverleners en leerkrachten, verzorgen de aanvragen; de bijdragen gaan direct naar de aanbieders van cursussen en andere culturele activiteiten. 4. Gelderland blijft achter. In negen andere provincies zijn al provinciale Jeugdcultuur-­‐
fondsen operationeel of in voorbereiding. In Arnhem is sinds kort een zelfstandig fonds en Culemborg doet mee met Utrecht. 5. Meerdere Gelderse gemeenten hebben interesse in het Jeugdcultuurfonds. Staatse-­‐
cretaris Klijnsma doet dit jaar € 80 mln. en volgend jaar € 100 mln. extra in het Ge-­‐
meentefonds die (mede) voor dit doel kunnen worden aangewend. 6. De Rabobank Foundation verstrekt startbijdragen van € 5.000 tot € 15.000 aan nieuwe Jeugdcultuurfondsen. Daarvan wordt elders in het land al volop gebruik ge-­‐
maakt. Arnhem kreeg € 15.000. Het totale budget daarvoor is echter eindig. 7. Het zijn veelal de gemeenten die al zijn aangesloten bij het Jeugdsportfonds Gelder-­‐
land die, vanuit hun positieve ervaringen daarmee, ook het Jeugdcultuurfonds willen. Samenwerking met het Jeugdsportfonds Gelderland lijkt daarom voor de hand te lig-­‐
gen. Dat gebeurt al in meerdere provincies. (Veelal in de vorm van een personele unie van de besturen en daarmee één aanspreekpunt voor de gemeenten.) 8. Het bestuur van het Jeugdsportfonds Gelderland beraadt zich desgevraagd op sa-­‐
menwerking c.q. verbreding met een Jeugdcultuurfonds. Steun daarvoor vanuit de Provincie is welkom. 9. Welke steun? -­‐ Allereerst erkenning van het belang dat deelname aan actieve kunstbeoefening evenzeer van belang is voor de ontwikkeling van kinderen in armoedegezinnen als deelname aan sportactiviteiten; niet alle kinderen willen sporten, sommigen bespe-­‐
len liever een instrument of willen dansen; -­‐ financiële steun, om gemeenten te kunnen begeleiden bij het toetreden tot het Jeugdcultuurfonds; -­‐ en zo mogelijk ook een bijdrage om de middelen die de gemeenten willen inzetten vanuit de provincie te matchen. 10. Laat er snel een concrete subsidieaanvraag kunnen worden gedaan -­‐ opdat de eerste gemeenten nog dit jaar kunnen toetreden, -­‐ opdat deze gemeenten hiervoor tijdig middelen kunnen bestemmen, -­‐ en opdat het Jeugdcultuurfonds Gelderland vanaf 2015 operationeel kan zijn. 3 Toelichting/informatie vanuit Jeugdcultuurfonds Nederland Inleiding Meedoen is heel belangrijk Nederland is één van de rijkste landen ter wereld. Toch groeien 384.000 kinderen op in armoede. Een substantieel deel van deze groep, namelijk 150.000 kinderen (bronnen: SCP en Kinderombudsman) doet niet mee aan sport en cultuur. Deze kinderen staan let-­‐
terlijk en figuurlijk aan de kant. Actief aan kunst doen, muziek maken, dansen, tekenen of toneel te spelen is juist een heerlijke manier om je energie kwijt te raken en plezier te beleven. Bovendien wijst onderzoek uit dat door aan kunst te doen een kind zich men-­‐
taal, sociaal en fysiek beter kan ontwikkelen. Door kunstbeoefening komen kinderen in contact met andere kinderen en leren zo spelenderwijs, in een nieuwe sociale omgeving andere regels en omgangsvormen. Vaak komt het hele gezin hierdoor letterlijk en fi-­‐
guurlijk in beweging. ’We kunnen weer leven in plaats van alleen maar overleven’ schrijft een moeder uit Limburg ons. Samen met het Jeugdsportfonds hebben we de ambitie geformuleerd om in 2016 50.000 van deze 150.000 kinderen aan sport en cultuur te laten doen. Dat kunnen we niet al-­‐
leen, dat doen we samen. Samen met diverse overheden, private fondsen, bedrijven en donateurs. Doet u mee? 1. Over het Jeugdcultuurfonds 1.1. Visie Kinderen die in armoede opgroeien mogen niet het kind van de rekening worden. Sport en cultuur zijn enorm belangrijk in de ontwikkeling van kinderen: participatie, sociale en emotionele ontwikkeling, gezondheid, waarden/normen, gezonde leefstijl, tegengaan overgewicht, erkenning, zelfvertrouwen, leren omgaan met winst en verlies, 4 doorzettingsvermogen, leren organiseren etc. Dit alles is belangrijk voor de ontwikke-­‐
ling en toekomst van het kind, maar ook voor het gezin waarin het kind leeft. Kinderen een kans geven om aan actieve kunstbeoefening te doen is van grote beteke-­‐
nis. Zeker voor (kwetsbare) kinderen uit minimagezinnen omdat ze daarmee hun hori-­‐
zon en sociale context verbreden. Alle kinderen moeten kunnen meedoen aan sport en/of cultuur. Vanuit de landelijke en lokale overheid wordt er ingezet om kinderen die in armoede opgroeien kansen te geven om aan sport en/of cultuur te doen. Om deze reden werkt het Jeugdcultuurfonds nauw samen op landelijk en lokaal niveau met het Jeugdsportfonds. De landelijke bureaus de-­‐
len gezamenlijk huisvesting vanaf eind 2012 in Amsterdam. Lokale fondsen kennen een aantal, vaak intensieve samenwerkingsvormen. ‘Investeren in sport en cultuur voor kinderen in armoede betekent voor hen een grotere kans op een goede toekomst en verkleint de kans om buitenspel te staan’ 1.2. Missie Kunst is goed om te doen, voor alle mensen en voor kinderen in het bijzonder. Het Jeugdcultuurfonds stelt zich ten doel om zoveel mogelijk kinderen de gelegenheid te geven om mee te doen aan culturele en of kunstzinnige activiteiten door financiële drempels weg te nemen. Het Jeugdcultuurfonds stimuleert daardoor de persoonlijke ontwikkeling van kinderen in achterstandsposities. Bovendien draagt het Jeugdcultuur-­‐
fonds daarmee bij aan een creatieve en innovatieve samenleving. 2 Werkwijze 2.1. Organisatie/infrastructuur Het Jeugdsportfonds en het Jeugdcultuurfonds bestaan op dit moment uit twee landelij-­‐
ke stichtingen die vanuit één locatie en steeds meer in samenhang samenwerken met lokale en provinciale fondsen, die als rechtsvorm tevens stichtingen zijn. De relatie tus-­‐
sen de landelijke bureaus en de lokale fondsen is vastgelegd in een franchiseovereen-­‐
komst. De lokale en provinciale fondsen werken volgens de handboeken van het Jeugd-­‐
sportfonds en het Jeugdcultuurfonds. De Stichting Jeugdcultuurfonds Nederland heeft een bestuur en ambassadeurs, net als de lokale en provinciale fondsen. De landelijke bureaus hebben een drietal taken: • Uitrol van het model Jeugdcultuurfonds in Nederland • Service bieden aan de lokale fondsen • Positionering en fondsenwerving De lokale fondsen vinden en helpen de kinderen, werven fondsen bij gemeenten en pri-­‐
vate lokale partijen. De provinciale fondsen hebben als extra taak om kleinere gemeen-­‐
5 ten binnen de provincie te aan te laten sluiten bij het Jeugdcultuurfonds en hen te facili-­‐
teren bij het vinden van kinderen en het verwerken van de aanvragen. 2.2. Kinderen vinden en helpen De inzet van professionals die werken met kinderen uit onze doelgroep is kenmerkend voor de laagdrempelige, niet-­‐bureaucratische en effectieve werkwijze van het Jeugd-­‐
sportfonds en het Jeugdcultuurfonds. Medewerkers van jeugdzorginstellingen, welzijns-­‐
organisaties, leerkrachten of intern begeleiders van scholen, schuldhulpverleners, het zijn de mensen die het kind en de financiële omstandigheden van het gezin kennen. Zij zijn onze intermediairs, beoordelen en doen de aanvraag in het online aanvraagsysteem. Wij vertrouwen op hun professionele oordeel. Dat geldt ook voor de vrijwilligers van de Stichting Leergeld, die gemiddeld meer dan 20% van de aanvragen indienen. Een bijdrage vanuit het Jeugdcultuurfonds bedraagt maximaal € 450 per kind per jaar, voor kinderen en jongeren van 4 tot 18 jaar oud. Wordt de aanvraag gehonoreerd, dan kan het kind op les, op een muziekschool, bij een fanfare, een balletschool, tekenclub in het buurthuis of op de Jeugdtheaterschool. De factuur gaat niet naar de ouders, maar naar het Jeugdcultuurfonds. Simpel en doeltreffend. Na vier maanden krijgt de betref-­‐
fende intermediair vanuit het aanvraagsysteem een verzoek om te rapporteren hoe het gaat, of het kind nog naar les gaat en hoe hij of zij het vindt. 2.3. Waarom actieve kunstbeoefening voor kinderen? Talentontwikkeling is de basis van een gelukkige en economische weerbare toekomst voor onze kinderen. Steeds meer klinisch onderzoek toont bovendien aan dat investeren in de creatieve ontwikkeling van het kind bijdraagt aan zijn of haar vermogen om te leren en de kansen vergroot op een succesvolle schoolloopbaan en participatie. ‘In een samenleving die hecht aan vrijheid en gelijkwaardigheid zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat kinderen kunst leren maken en meemaken. Niet omdat het Kunst is, maar om de ontwikkeling van een rijk geschakeerd bewustzijn, verbeeldingskracht, mogelijk-­‐
heidszin en ambachtelijke vaardigheden’, aldus prof. Barend van Heusden van de Rijks-­‐
universiteit Groningen. ’Uiteindelijk gaat kunst over een goed leven.’ 2.4. Resultaten Jeugdcultuurfonds In 2009 zijn we begonnen in twee gemeenten en eind 2013 zijn er veertig gemeenten aangesloten. Daarom zijn we exponentieel gegroeid tot het aantal van 3.454 kinderen in 2013. 6 goedgekeurde aanvragen 2009 t/m 2013 4000 3000 2000 1000 0 147 586 2009 2010 1264 2011 2321 2012 3454 goedgekeurde aanvragen 2013 2.5. Aangesloten gemeenten Het netwerk van lokale Jeugdcultuurfondsen groeit gestaag: in 2009 ging het Jeugdcul-­‐
tuurfonds voorzichtig van start met de oprichting van een fonds in Venlo en Eindhoven. Aan het einde van 2013 waren we actief in 40 gemeenten, waarvan 18 zelfstandige Jeugdcultuurfondsen in grote steden en 22 kleinere gemeenten die meestal zijn aange-­‐
sloten bij provinciale Jeugdcultuurfondsen. Er zijn provinciale fondsen in Friesland, Drenthe, Overijssel, Utrecht, Zuid Holland, en Zeeland. In Groningen, Brabant en Lim-­‐
burg worden de voorbereidingen getroffen voor de oprichting van provinciale fondsen. Het Jeugdcultuurfonds en het Jeugdsportfonds zijn afhankelijk van lokale bestuurlijke en ambtelijke besluitvormingsprocessen. Deze verlopen vaak traag, mede door de grote bezuinigingen en snelle en voortdurende veranderingen van het politieke landschap. Tegen deze achtergrond zoeken we steeds naar mogelijkheden om het tempo van onze uitrol over Nederland te versnellen. Door ondersteuning van private fondsen, particulieren en bedrijven te combineren met publieke rijks-­‐ en lokale middelen, is er sprake van een tripartiete fonds, waardoor overheden en burgers gezamenlijk de schouders zetten onder de aanpak van armoede bij kinderen. 3 Strategie 2014-­‐2016 3.1. Meer kinderen vinden en binden Het Jeugdcultuurfonds kan, in samenwerking met het Jeugdsportfonds, meer kinderen bereiken. Dat doen we door uit te breiden, zowel door het aansluiten van meer gemeen-­‐
ten, maar ook door het betrekken van meer intermediairs. Het is onze ambitie om 10.000 kinderen te bereiken in 2016. Het Ministerie van Sociale Zaken stort met ingang van 2014 eerst € 80 en daarna € 100 miljoen extra in het Gemeentefonds ten behoeve van de participatie van kinderen die in armoede opgroeien. Zij roepen gemeenten op om niet alleen in te zetten op eigen rege-­‐
lingen, maar ook samen te werken met private fondsen, zoals het Jeugdsportfonds en het Jeugdcultuurfonds. 7 3.2. Meer gemeenten aansluiten Het Jeugdcultuurfonds en het Jeugdsportfonds willen gezamenlijk een landelijke dek-­‐
king bereiken en zich in alle 403 gemeenten in Nederland inzetten om kinderen uit de minimagezinnen een sport-­‐ en cultuurkans te bieden. ‘Voor gelijke kansen van kinderen mag het niet uitmaken of je in Groningen of in Schiedam woont’. Via de start van nieuwe fondsen of de aansluiting van nieuwe gemeenten bij bestaande provinciale fondsen wordt de landelijke uitbreiding gerealiseerd. De ambitie is om in de 32 grote gemeenten lokale fondsen en in de 12 provincies provinciale fondsen te organi-­‐
seren. 3.3 Ontwikkeling provinciale fondsen Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord Holland Zuid Holland Zeeland Brabant Limburg provinciaal Jeugdcultuurfonds in voorbereiding wel provinciaal Jeugdcultuurfonds, samenwerking met Jeugdsportfonds wel provinciaal Jeugdcultuurfonds, samen met Jeugdsportfonds wel provinciaal Jeugdcultuurfonds, samen met Jeugdsportfonds geen provinciaal Jeugdcultuurfonds, wel Jeugdsportfonds (zie 3.4) geen provinciaal Jeugdcultuurfonds, ook niet Jeugdsportfonds wel provinciaal Jeugdcultuurfonds, apart van Jeugdsportfonds geen provinciaal Jeugdcultuurfonds, wel regionale en lokale fondsen wel provinciaal Jeugdcultuurfonds, samen met Jeugdsportfonds wel provinciaal Jeugdcultuurfonds, samen met Jeugdsportfonds wel provinciaal Jeugdcultuurfonds, samenwerking met Jeugdsportfonds provinciaal Jeugdcultuurfonds in voorbereiding 3.4 Situatie in Gelderland In Gelderland is een provinciaal Jeugdsportfonds. Bij het Jeugdsportfonds Gelderland zijn inmiddels 21 gemeenten aangesloten1. Dit resultaat is mede bereikt dankzij sub-­‐
stantiële financiële bijdragen van de Provincie Gelderland. 2 Daarnaast zijn er zelfstandi-­‐
ge lokale Jeugdsportfondsen in Arnhem en in Nijmegen. In Gelderland is tot nu toe in slechts twee gemeenten een Jeugdcultuurfonds, te weten in Arnhem (zelfstandig lokaal fonds, opgericht eind 2013) en in Culemborg (aangesloten bij Jeugdcultuurfonds Utrecht). Meerdere gemeenten in Gelderland hebben interesse in deelname aan het Jeugdcultuur-­‐
fonds. Dat geldt onder meer voor Harderwijk, Ermelo en Zeewolde en voor Renkum. Maar ook vanuit Doetinchem is al eens bij Jeugdcultuurfonds Nederland geïnformeerd. 1 Berkelland, Culemborg, Doesburg, Duiven, Ede, Ermelo, Geldermalsen, Harderwijk, Heerde, Lochem, Montferland, Neder-­‐Betuwe, Oldebroek, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Tiel, Voorst, Westervoort, Zeewolde en Zevenaar. 2 Na een eerdere meerjarige bijdrage werd in 2013 door de Provincie Gelderland aan het Jeugd-­‐
sportfonds Gelderland een bedrag van € 325.000 toegekend voor de periode 2013-­‐2016, waar-­‐
voor in die periode minimaal 1.150 kinderen tussen 4-­‐18 jaar aan sport in verenigingsverband gaan deelnemen. 8 Het zijn veelal gemeenten die al aangesloten zijn bij het Jeugdsportfonds Gelderland die, vanuit hun positieve ervaringen daarmee, ook interesse hebben in deelname aan het Jeugdcultuurfonds. Samenwerking/bundeling van een Jeugdcultuurfonds Gelderland met het provinciale Jeugdsportfonds, zoals in veel andere provincies het geval is, lijkt daarom voor de hand te liggen. 9