Trois ballons 2014 – het gedetaileerde verslag Na een zonnige rustdag, slechts onsierd door een gerecht met veel bruine bonen, is het zo ver. Opstaan om half vijf, meen ik mij te herinneren, een uurtje in de auto naar het aankomstdorp en al tien kilometer fietsen naar de start. De voorafgaande dagen heeft Joeri, naast een indrukwekkend bulletin van aandoeningen en kwaaltjes, ook zijn geheime taktiek opgehoest: de eerste bevoorrading in’t geniept voorbijrijden om zo definitief een gat te slaan met naaste concurrenten. Omdat ik weet dat Joeri’s zwakste punt zijn ‘moral’ is, besluit ik van bij de start te gaan vlammen. Van groep naar groep schuivend, win ik op de eerste 20 km mijn eerste minuutje. Dan volgt een kort klimmeke waar, zo heb ik mij laten vertellen, Joeri besluit dat er nog te veel strijkijzers in de weg rijden, om al een cartouche te verschieten. Slim, maar ik doe er nog een minuutje bij! Dan volgt een eerste echte test: de Col des Chevreres, een klim die vooral in het tweede deel een echt rotding blijkt. Ondanks mijn kleine tijdswinst blijkt Joeri de laatste 2 km aan gemiddeld 11%, een halve minuut sneller dan ik te rijden. Ook Pierpaolo, de knallende pompbediende, blijkt hier een tijdje geleden gepasseerd te zijn.. De eerste ballon van de dag dan: de Ballon d’Alsace, een gelijkmatige klim aan 5% en de enige van de dag waar ik een goed gevoel aan overhoud. Ik pak nog een minuutje en vul met mijn geleende tactiek, voor het eerst de bidons bij op de top. Het frans brood met saucisse of camembert laat ik wijselijk aan mij voorbijgaan. Volgende klim is een tweeluikje: de Hundsruck. Behalve de prachtige naam, geen herinneringen aan en bovendien ... status quo. Zonder het te weten begin ik met 3 minuten voorsprong aan de Grand Ballon. De zwaarste beproeving van de dag. Alles doet ondertussen een beetje pijn, behalve mijn voeten. Die doen veel pijn. Het lijkt wel alsof mijn schoenplaatjes in mijn voetzolen zijn gevezen! Een goed uur later ben ik boven en na een kort stukje over het plateau bereik ik de enige degelijke bevoorrading van de dag. Na een piske en twee lekkere koekskes (een soort super-centwafel van het merk powerbar) wil ik weer doorrijden, maar net op dat moment komt Joeri uit de mist opduiken. Stiekem blij mekaar te zien, wacht ik een minuutje (met open schoensluitingen) en samen vatten we de lange, snelle afdaling aan. Na de afdaling volgt de Col d’Oderen. Joeri heeft euforische benen en ik dring niet langer dan 100 m aan. Vanaf nu ben ik de achtervolger. Ik slaag erin de Strava-satellieten te ontwijken, maar verlies minstens anderhalve minuut op 7 km. In de afdaling maak ik al iets goed (ja ja, u ziet het goed!!) maar in het lange, redelijk vlakke stuk daarna, zijn de werkwilligen ver te zoeken. Ik rijd meer dan tien km met een lui peloton in mijn wiel. Wanneer ik vraag om over te pakken, zie ik alleen maar grauwe, onbewogen gezichten. De euforie van Joeri heeft ondertussen plaatsgemaakt voor wederkerende opstoten van krampen. In de achtergrond heeft Kristof zich figuurlijk vastgebeten in de kont van een blondine. De pijn verdwijnt uit zijn knieen en hij legt de basis voor zijn gouden brevet. Via facebook werden ondertussen afspraken gemaakt om ook de volledige Marmotte op geilheid te rijden en niet op Brufen. Ook de Col des Croix baart een muis. Nu voel ik echter wat Joeri voelde in de eerste helft van de race: ik vrees dat zijn voorsprong ondertussen onoverbrugbaar is en terwijl ik omringd word door levende lijken, zie ik hem in een sombere dagdroom, lachend en comfortabel achter een stel joviale beren rijden. Het laatste stuk van de race is nog flink lastig: een erg steil rotding, een golvend plateau met, naar het schijnt, prachtige meren en 15 vlakke kilometers tot aan de meet. Ook hier ontmoet ik niemand meer die nog een handje wil toesteken. Wanneer ik over de meet bol, blijkt Joeri nog maar twee minuten binnen te zijn. Joeri klokt af op 8h03’52”, ik op 8h06’06” oftewel 2’14” verschil. En dat na 217 eenzame kilometers. Misschien moeten we hem volgend jaar gezellig samen rijden... Kristof slaagt erin om onder de gouden grens van 9 h te blijven. Gert haalt, ondanks ziekte, zilver.
© Copyright 2024 ExpyDoc