Jaarverslag 2012 - Dollard College

Jaarverslag
Dollard College
∆∆2012
1
2
Voorwoord Raad van Toezicht
Voorwoord College van Bestuur
Hoofdstuk 1
Organisatie
1.1 Missie
1.2 Visie
1.3 Strategische beleidsdoelen
1.4 Organisatie
1.5 Leerlingenaantallen
Hoofdstuk 2
Onderwijs
2.1 Onderwijsontwikkelingen
2.2 Passend onderwijs
2.3 Zorgbeleid
2.4 Kwaliteitszorg
2.5 Beoordeling
Hoofdstuk 3
Leeromgeving
3.1 Internationalisering en culturele diversiteit
3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid
3.3 Huisvestig/Facilitair
3.4 Digitalisering
Hoofdstuk 4
Medewerkers
4.1 Onze medewerkers
4.2 Professionalisering personeel
4.3 Functiemix VO
4.4 Gezondheidsmanagement
Hoofdstuk 5
Financiën
5.1 Jaarrekening 2012
5.2 Begroting 2013
5.3 Risicoanalyse
5.4 Treasury
Jaarrekening
Bijlagen
3
voorwoord>>
Raad van Toezicht
Wij bieden u hierbij het jaarverslag van 2012 van
het Dollard College aan. De jaarrekening is vastgesteld door het College van Bestuur en gecontroleerd door KPMG Accountants N.V. Na vaststelling
door het College van Bestuur en advies van de
auditcommissie hebben wij op grond van de
controleverklaring het besluit van het College van
Bestuur goedgekeurd.
Begin 2012 bestond de Raad uit vier personen. In
2012 werd de Raad van Toezicht uitgebreid met
een nieuw lid dat zich inmiddels om persoonlijke
redenen weer heeft teruggetrokken. Met inachtneming van het van toepassing zijnde voordrachtsrecht van de vier medezeggenschapspartijen
binnen Onderwijsgroep Noord is de procedure om
in de vacature te voorzien, gestart.
In 2012 heeft de Raad vier keer in formele zin en
drie keer in informele zin (op vestigingen) vergaderd. In informele zin heeft de Raad in aanwezigheid van het College van Bestuur drie keer met
directeuren en vertegenwoordigers van de medezeggenschapsorganen gesproken. Doel van deze
gesprekken is ‘enige voeling’ te hebben met het
binnenste van de organisatie. De auditcommissie
is in aanwezigheid van het College van Bestuur
twee keer bijeen geweest. De belangrijkste onderwerpen waren de jaarrekening 2011, de begroting
2013 en de ontwikkelingen van de financiële
situatie.
Het blijft van belang om alert in te spelen op
maatschappelijke en politiek gestuurde ontwikkelingen in het onderwijsveld. Omdat Onderwijsgroep
Noord een complexe organisatie is met vier stichtingen, twee cao’s en een aantal interne uitdagingen, vraagt dit grote creativiteit en scherpe beleidskeuzes. Hierover zijn de Raad en het College
van Bestuur intensief in gesprek geweest. Door
hard te zijn op de inhoud, maar zacht op de relatie
hebben de gesprekken in een prettig en constructief overlegklimaat plaatsgevonden.
4
De kwaliteit van het onderwijs had een prominente
plek op de agenda van het College van Bestuur.
Over de wijze waarop de kwaliteit binnen Onderwijsgroep Noord wordt vormgegeven heeft de
Raad van Toezicht zich uitvoerig laten informeren.
De Raad heeft kennisgenomen van het feit dat van
de ongeveer 150 opleidingen op de 24 vestigingen
er drie zwak zijn en heeft hierover periodiek
overleg met het College van Bestuur.
De Raad van Toezicht heeft zich geëvalueerd aan
de hand van een daarvoor bestemd instrument.
Het betrof een eerste evaluatie van de gezamenlijke Raad en het College van Bestuur over de
Raad als geheel. Bij de volgende evaluatie gaat
het om de evaluatie van individuele leden van de
Raad van Toezicht.
Ook heeft de (remuneratiecommissie van de)
Raad, in haar rol als werkgever van het College
van Bestuur, in het najaar HRM-gesprekken
gevoerd met de leden van het College van Bestuur. Daarnaast heeft de remuneratiecommissie
met het College van Bestuur gesproken over de
taakverdeling binnen het College van Bestuur. De
taakverdeling is efficiënter geworden en daardoor
zijn verantwoordelijkheden duidelijker belegd.
Groningen, 21 juni 2013
Namens de Raad van Toezicht,
Erik Kuik, voorzitter
Het College van Bestuur
Het jaarverslag van 2011 sloten wij af met het
vertrouwen dat onze gebundelde kracht, capaciteit, creativiteit en visie binnen het Dollard College
het in 2012 mogelijk maken om de ambities van
onze leerlingen te realiseren. Dat vertrouwen
hebben wij onverminderd, ook al moesten we - en
dat is in 2012 niet anders dan in 2011 - onze
ambities met minder middelen realiseren. En dat
stelde nog hogere eisen aan ons allen.
Gering geïndexeerde bekostiging vanuit het Rijk
en stijgende sociale lasten en pensioenpremies
hebben we kunnen opvangen.
Hoogwaardig onderwijs organiseren en verzorgen,
is wat onze collega’s onverkort en succesvol
uitvoerden. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Het resultaat van hun inspanningen is dat van de
vele onderwijssoorten op de vestigingen er slechts
heel weinig de kwalificatie zwak dragen.
Ondanks het feit dat de demografische krimp her
en der voelbaar en zichtbaar wordt, bleven wij van
de gevolgen daarvan in 2012 verschoond. Dat
neemt niet weg dat wij ons blijven inspannen op
de verdere verbetering van de positionering van
onze vestigingen.
Onderwijsgroep Noord is, als we de goede onderwijsresultaten bezien, met het Dollard College,
AOC Terra en rsg de Borgen, een beeldbepalende
onderwijsorganisatie in de noordelijke regio’s van
Nederland.
Wij kijken terug op een spannend jaar waarin
onderwijskundig, financieel en organisatorisch veel
is gepresteerd. Het resultaat van enig jaar is
natuurlijk geen eindresultaat, ook het volgende
jaar zal niet minder uitdagend zijn. Wij verheugen
ons erop ook de uitdaging in 2013 weer tot een
goed einde te brengen.
Groningen, 21 juni 2013
Roel Schilt, voorzitter College van Bestuur en
Astrid Berendsen, lid van College van Bestuur
Het Dollard College is onderdeel van Onderwijsgroep Noord, een organisatie met vele onderwijssoorten. In het verslag van 2011 spraken wij over
de invoering van de netwerkorganisatie door
middel waarvan onze directeuren meer en meer
participeren in de totstandkoming van het beleid
binnen het geheel van Onderwijsgroep Noord.
Daarnaast wordt de besturingsfilosofie herijkt.
Immers, omdat de organisatie Onderwijsgroep
Noord omvangrijk en complex is, moet de vraag
‘hoe en wat willen wij zijn als onderwijsinstelling’
opnieuw worden beantwoord.
>>
Juist als de uitdagingen om te excelleren groot zijn
en de marktomstandigheden niet meewerken,
wordt een beroep gedaan op het ondernemerschap en de expertise van onze scholen. Met de
gebundelde kracht van de stichtingen binnen
Onderwijsgroep Noord zien wij nog steeds heel
veel nieuwe kansen voor onze organisatie.
5
Hoofdstuk 1
De organisatie
Het Dollard College is een school voor voortgezet
onderwijs in Oost-Groningen en biedt praktijkonderwijs, vmbo, havo, atheneum en gymnasium.
Het Dollard College heeft vestigingen in de plaatsen Bellingwolde, Oude Pekela, Scheemda,
Winschoten en Woldendorp.
Het Dollard College maakt samen met AOC Terra
en rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep
Noord.
1.1Missie
Onze missie: jongeren in ons verzorgingsgebied
begeleiden naar de best mogelijke uitgangspositie
voor het ontwikkelen van hun talenten en het
realiseren van hun ambities in de maatschappij.
Deze missie is onze bestaansreden. Ze vormt het
uitgangspunt voor onze visie op goed onderwijs en
geeft richting aan ons dagelijks handelen. Daarom
onderstrepen we in een aantal punten wat we met
deze (bondige) formulering willen zeggen:
• Centraal staat de positieve instelling: we gaan
ervan uit dat er voor iedereen een plek in de
samenleving is waar zijn talenten optimaal tot
hun recht komen.
• Onderwijs is een bewezen waardevolle manier
om jongeren te helpen zich te ontwikkelen en
voor te bereiden op de maatschappij. We mogen
trots zijn op onze onderwijstraditie en ervaring.
• ‘De best mogelijke uitgangspositie’ is voor ieder
individu anders en vereist dus aandacht voor
individuele behoeftes.
• Onderwijs is meer dan kennis en vaardigheden
overbrengen; om tot je recht te komen in de
samenleving moet je ook de juiste instelling
hebben. Het aanleren daarvan zien we als
wezenlijk onderdeel van onze taak.
• Tot de juiste instelling rekenen we houdingen
als: tolerantie, veranderingsgezindheid, zelfreflectie en wijsheid.
• Bovenal hebben jongeren een veilige basis
nodig; daarom geven we onderwijs met grote
betrokkenheid, dichtbij de doelgroep.
6
1.2Visie
Onze visie: om in onze missie te slagen moet het
Dollard College een leerlinggerichte school zijn
en een professionele organisatie.
Ook in onze visie hebben de begrippen een
specifieke, welomschreven betekenis. Onder
‘leerlinggericht’ verstaan we:
• We streven er naar de leerstof en de activiteiten
zo aan te bieden dat leerlingen deze als betekenisvol ervaren.
• Leerlingen en docenten staan stil bij de betekenis van leerstof en opdrachten voor henzelf,
elkaar, anderen en hun omgeving.
• De leerlingen leren zoveel mogelijk ervarenderwijs. Wij moedigen hen aan om hun (leer)
ervaringen serieus te nemen en hun keuzes
erop te baseren.
• Wij streven naar brede vorming, optimale zelfstandigheid van leerlingen en verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces.
• Wij creëren een veilige en doelgerichte leeromgeving, met doorlopende leer- en begeleidingslijnen, zodat de leerlingen zich geborgen weten
en de zorg en aandacht krijgen die zij nodig
hebben.
• De relatie tussen docenten en leerlingen is
gebaseerd op respect, samenwerking en betrokkenheid.
• Ook de moderne, praktijkgerichte leeromgeving
en de moderne, effectieve hulpmiddelen dragen
bij aan een sfeer die leerlingen uitdaagt om het
beste uit henzelf te halen.
• Wij bieden ons onderwijs in de woonomgeving
van de leerling aan.
Onder ‘professionele organisatie’ verstaan we:
• De school is een ‘lerende’ organisatie. Reflectie
en evaluatie zijn vanzelfsprekende begrippen.
• De school communiceert open naar binnen en
naar buiten.
• Korte communicatielijnen en sturing op resultaatgerichtheid en eigen verantwoordelijkheid
kenmerken de organisatie.
• De school heeft aandacht voor de ontwikkeling
en ontplooiing van haar medewerkers en biedt
daartoe ruime mogelijkheden.
1.3 Strategische beleidsdoelen
De beleidsdoelen voor de komende jaren zijn
verwoord in het strategisch beleidsplan. Deze
doelen worden verder uitgewerkt / geconcretiseerd
in de vestigingsjaarplannen. De verbindende
schakel hierbij is de kaderbrief van het College
van Bestuur. Hierin staat wat het College van
Bestuur van de vestiging verwacht en wat zij zal
doen om die verwachtingen te faciliteren.
Het strategisch beleidsplan is ambitieus. Gelet op
1.4
de noodzakelijke bezuinigingen, met name op
formatie, is gekeken welke beleidsdoelen wenselijk én haalbaar zijn. Voor 2012-2013 zijn de
volgende prioriteiten benoemd:
• Professionalisering
• Kwaliteitszorg en opbrengstgericht werken
• Taal en rekenen
• Passend onderwijs
• Twee overige thema’s: demografische krimp
en relatiemanagement.
De organisatie
Raad
van
Toezicht
College
van
Bestuur
Bestuursbureau
Vestiging
Bovenburen/
De Flint
Vestiging
Bellingwedde
Vestiging
Hommesplein/
Stikkerlaan
Vestiging
Pekela
Governance
Het Dollard College is een organisatie voor Voortgezet Onderwijs (VO) en daarmee een instelling
die publieke taken uitvoert met door de rijksoverheid beschikbaar gestelde middelen. In de bestuurlijke verhoudingen met de rijksoverheid heeft
het Dollard College een grote mate van autonomie
om deze taken uit te voeren. De rijksoverheid is
verantwoordelijk voor de kwaliteit, toegankelijkheid
en doelmatigheid van het stelsel, de wet- en
regelgeving, de kaders en randvoorwaarden. Het
Dollard College is als maatschappelijke onderneming verantwoordelijk voor de prestaties met
betrekking tot de publieke taken in de regio en de
horizontale en verticale verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Vestiging
Scheemda
Vestiging
Woldendorp
Campus
Winschoten
Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met
verantwoording afleggen en toezicht houden.
Onderwijsinstellingen moeten daarom voldoen aan
de eisen van goed bestuur, intern toezicht en
verantwoording. Het interne toezicht wordt bij het
Dollard College uitgeoefend door de Raad van
Toezicht. Naarmate de instellingen hun ‘corporate
governance’ beter in orde hebben, kan het toezicht
vanuit de rijksoverheid worden beperkt, zonder
ooit geheel te verdwijnen. Er moet sprake zijn van
een goede balans tussen intern toezicht, bestuur,
verantwoording en extern toezicht.
In de statuten van het Dollard College is rekening
gehouden met de bepalingen van de ‘Code goed
onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’.
7
In verband hiermee zijn tevens reglementen
opgesteld, en door de Raad van Toezicht vastgesteld, voor de Raad van Toezicht en het College
van Bestuur. Daarnaast is een regeling inzake het
omgaan met een vermoeden van een misstand
(klokkenluidersregeling) vastgesteld. Voorts kent
de Raad van Toezicht een remuneratiecommissie
en een auditcommissie.
Daarmee zijn voor de Raad van Toezicht de
belangrijkste randvoorwaarden voor het adequaat
uitoefenen van haar toezichthoudende taak gecreëerd.
Ontwikkeling leerlingenaantallen
2012-2013 2011-2012
Leerlingen per opleiding
Basisvorming lwoo
Basisvorming avo/vmbo
lwoo
vmbo
havo
vwo
pro
187
1.000
220
564
344
250
186
213
998
198
587
324
249
181
Totaal
2.751
2.750
Leerlingen per vestiging
Bellingwedde
Pekela
Scheemda
Bovenburen
Hommesplein-Stikkerlaan
Campus Winschoten
Woldendorp
De Flint
178
306
130
12
1.279
315
345
186
182
311
166
15
1.262
323
310
181
Totaal
2.751
2.750
1.5 Leerlingenaantallen
Onderzoek demografische krimp
In 2012 zijn we een project gestart om de gevolgen van de demografische krimp voor het Dollard
College te onderzoeken. Intern werd het project
georganiseerd en begeleid door de netwerkgroep
demografische krimp. Met subsidie van de Provincie Groningen is een procesbegeleider van Stamm
CMO ingehuurd voor dit project. In samenwerking
met Stamm is vervolgens op basis van meerjarige
leerlingprognoses een uitgebreide analyse gemaakt van de gevolgen van de daling van het
aantal leerlingen voor het onderwijsaanbod, de
financiën, de personeelsformatie en de huisvesting. Vervolgens zijn er per vestiging bijeenkomsten gehouden over de uitkomsten van die analyse
en mogelijke oplossingsrichtingen. Tenslotte is een
dergelijke bijeenkomst op Dollard-breed niveau
gehouden. Begin 2013 ontvangt het College van
Bestuur het eindrapport van de netwerkgroep over
dit project. De opbrengsten en aanbevelingen
worden dan meegenomen in het positioneringstraject van het Dollard College.
8
Positionering
Gezien de toekomstige demografische krimp in
Oost-Groningen en de slechte huisvesting in
Winschoten hebben het Managementteam en het
College van Bestuur regelmatig de positionering
van het Dollard College besproken.
Uitgangspunten:
• Onderwijskwaliteit: Dollard College als één
geheel met borging doorlopende leerlijnen.
• Deconcentratie handhaven waar mogelijk,
anticiperen op concentratienoodzaak.
In april heeft het College van Bestuur gekozen om
de brede onderbouw te handhaven en in Winschoten voor de onderbouw gebruik te maken van de
faciliteiten van de vestigingen Campus en Hommesplein. Bij de uitwerking hiervan bleek bij het
managementteam de behoefte te bestaan nog
eens met elkaar te bespreken wat dit voor de
vestigingen en voor het Dollard College als geheel
betekent. Hebben alle leden van het managementteam dezelfde beelden en hoe zien zij de onderlinge samenwerking? Is het een scholengemeenschap of een gemeenschap van scholen? Daarom
is besloten om nog een aantal managementteamsessies te wijden aan het thema ‘samen sterk’.
Aan de hand van de huidige missie en visie is
gekeken wat dit betekent voor a) de leerling en b)
samen sterk. Wat merkt de leerling van de visie en
wat beloven we de leerling. En wat betekenen die
beloften voor de samenwerking tussen de vestigingen. De discussie over positionering wordt uiteraard gevoerd in samenhang met het krimp-traject
en de identiteitsdiscussie en transitie van Onderwijsgroep Noord.
Scheemda
Sinds het cursusjaar 2012-2013 maakt de vestiging Scheemda deel uit van de organisatorische
eenheid Hommesplein/Stikkerlaan. Consequentie
hiervan is dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden: de leerlingen die vmbo de basis- of
kaderberoepsgerichte leerweg volgen, krijgen hun
lessen op de Stikkerlaan. Gelet op het te verwachten geringe aantal nieuwe eerstejaars in Scheemda, zal deze vestiging met ingang van augustus
2013 geen instroomvestiging voor het eerste
leerjaar meer zijn.
Hoofdstuk 2
Onderwijs
2.1 Onderwijsontwikkelingen
Overzicht aangeboden onderwijsvormen in 2012
Vestiging
Onderwijsvorm
Bellingwedde
onderbouw,
vmbo-theoretische leerweg
Bovenburen/
leerwegondersteunend De Flint
onderwijs, praktijkonderwijs
Campus
vmbo-beroepsgerichte leerwegen
Hommesplein/
onderbouw, vmbo, havo, Stikkerlaan
vwo, ISK
Pekela
onderbouw, vmbo
theoretische en beroeps- gerichte leerwegen
Scheemda
onderbouw, vmbo
theoretische leerweg
Woldendorp
onderbouw, vmbo
theoretische en beroeps-
gerichte leerwegen
Opbrengstgericht werken
Alle vestigingen hebben in meer of mindere mate
een start gemaakt met opbrengstgericht werken.
Wij willen het maximale uit de leerling halen,
passend bij zijn/haar niveau. Dit gebeurt vanuit de
visie dat op alle niveaus - bestuur, schoolleiding,
docenten en leerlingen - de uitkomsten van verschillende prestatiemetingen continu worden
bijgehouden en geanalyseerd en vervolgens
gebruikt worden om gericht actie te ondernemen
(PDCA-cyclus).
Taal en rekenen
Vanuit het vastgestelde strategisch beleidskader
taal en rekenen Onderwijsgroep Noord is bij het
Dollard College in verschillende trajecten gewerkt
aan verdere implementatie van het taal en rekenbeleid. Doelstelling was om op alle niveaus de
leerlingen voldoende voor te bereiden op de
pilotrekentoets van voorjaar 2012. De stichtingsbrede expertisegroepen taal en rekenen hebben
de werkgroepen op de vestigingen verder ondersteund bij de implementatie van het taal en rekenbeleid. Rekenen heeft een vaste plaats op het
curriculum van de vestigingen en met behulp van
de Cito-volgtoetsen worden de leerlingresultaten in
beeld gebracht.
9
Bestuursakkoord Voortgezet Onderwijs /
Prestatiebox:
Voor het voorgezet onderwijs heeft de minister met
de VO-raad eind 2011 een bestuursakkoord
gesloten. In dit akkoord worden de beleidsprioriteiten zoals die zijn gepresenteerd in de actieplannen
‘Beter Presteren’ en ‘Leraar 2020 – Een krachtig
beroep!’ verder uitgewerkt en samengenomen. De
intentie daarbij is dat de scholen ruimte hebben de
landelijke prioriteiten te vertalen naar het eigen
schoolbeleid en dat ze daarbij kunnen uitgaan van
hun eigen startsituatie. De uitwerking en financiering is geregeld via de regeling Prestatiebox.
Alle vestigingen van het Dollard College hebben
een nulmeting uitgevoerd op de indicatoren vanuit
dit bestuursakkoord. In het onderwijsberaad van
het Dollard College, bestaande uit alle vestigingsdirecteuren en teamleiders, zijn vervolgens de
gezamenlijke streefdoelen geformuleerd. Inhoudelijk sluit het traject goed aan bij de door het College van Bestuur geformuleerde ambities in de
kaderbrief 2012-2013. De ambities op het gebied
van taal en rekenen, opbrengstgericht werken en
professionalisering zijn door de vestigingen gezamenlijk uitgewerkt en vastgelegd in de vestigingsjaarplannen en bijbehorende scholingsplannen.
2.2 Passend onderwijs
Het wetsvoorstel passend onderwijs brengt verschillende veranderingen met zich mee. Van
veranderingen op het niveau van samenwerkingsverbanden tot veranderingen in de zorgstructuur
binnen de vestigingen en de invoering van de
zorgplicht met ingang van het schooljaar 20142015.
De Onderwijsgroep Noord-brede netwerkgroep
passend onderwijs heeft in 2011 voor zover mogelijk de consequenties van het wetsvoorstel in kaart
gebracht. Dit heeft geresulteerd in een door het
College van Bestuur vastgesteld plan van aanpak.
Begin 2012 heeft de netwerkgroep zich samen
met het College van Bestuur bezonnen op de
werkwijze. Daarbij is gezamenlijk het volgende
besloten:
• De voorbereiding van de (nieuwe) samenwerkingsverbanden VO wordt met voorrang
opgepakt. Er wordt een Onderwijsgroep
Noord-brede uitwisselgroep ingericht, bestaande uit vijf VO-directeuren vanuit de verschillende samenwerkingsverbanden en een
bestuursadviseur.
• Het eigenaarschap passend onderwijs wordt
overgedragen aan de onderwijsberaden. Dit is
ook bij het Dollard College gebeurd.
10
Het geheel wordt voor heel Onderwijsgroep Noord
inhoudelijk en procesmatig begeleid door twee
bestuursadviseurs en één directeur. Om goed in te
kunnen spelen op (veranderende) wetgeving,
wordt er zowel aanbodgericht gewerkt (activiteiten
vanuit het plan van aanpak) als vraaggericht op
vragen vanuit de stichtingen van Onderwijsgroep
Noord, waaronder het Dollard College.
Voor het voortgezet onderwijs vindt de invoering
van passend onderwijs voornamelijk plaats via de
samenwerkingsverbanden. Directeuren van de
vestigingen nemen deel aan de besturen van de
samenwerkingsverbanden. Het Dollard College
neemt deel aan het Samenwerkingsverband
Passend Onderwijs VO Groningen Ommeland
20.02.
In de uitwisselgroep wisselen de directeuren van
de stichtingen van Onderwijsgroep Noord onderling ervaringen en documenten uit. Er is een
routeplanner ontwikkeld waarin de verschillende
aspecten van passend onderwijs zijn uitgewerkt
met een tijdsplanning. Belangrijke onderwerpen
van 2012 waren de visie, de uitgangspunten, de te
kiezen rechtsvorm, de stemverhoudingen, tekenbevoegdheid en financiën.
Verder is elke vestiging gestart met het opstellen
van het ondersteuningsprofiel. Deze profielen
worden in 2013 afgerond. Het Dollard College is
daarnaast gestart met trainingen voor ‘omgaan
met verschillen’.
2.3 Zorgbeleid
Meldcode huiselijk geweld en mishandeling
De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt naar verwachting vanaf juli 2013 verplicht voor organisaties en zelfstandig beroepsbeoefenaren. Het doel van de verplichting is dat
sneller en adequater wordt ingegrepen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Het gaat daarbij niet alleen om melding van leerlingen/cursisten die slachtoffer zijn, maar ook om
vermoedelijke plegers en getuigen. De meldcode
bevat een 5-stappenplan dat medewerkers ondersteunt een bijdrage te leveren aan een effectieve
aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het College van Bestuur heeft de meldcode
voor het Dollard College op 26 maart 2012 vastgesteld en gepubliceerd. De meldcode is gepubliceerd op de portal.
Voortijdig schoolverlaten
In toenemende mate is de afgelopen jaren aandacht besteed en inzet gepleegd om het aantal
voortijdig schoolverlaters terug te dringen. Het
Dollard College neemt in de provincie Groningen
deel aan het convenant ‘Voortijdig schoolverlaten’
van het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt
(RMC).
VSV-cijfers Dollard College
2005/06
Totaal 2.624
VSV’s 34
% VSV 1.3%
2006/07
2007/08
2008/09
2009/10
2010/11
2.607
39
1.5%
2.609
40
1.5%
2.513
33
1.3%
2.461
29
1.2%
2.494
35
1.4%
Het Dollard College heeft de doelstelling uit het
convenant niet gehaald. In 2010-2011 had het
Dollard College 35 voortijdig schoolverlaters,
terwijl de doelstelling was om maximaal 20 te
hebben. Het totaal aantal voortijdig schoolverlaters
in 2010-2011 is niet gedaald ten opzichte van het
totaal aantal voortijdig schoolverlaters in 20052006. Landelijk gezien scoort het Dollard College
wel goed, aangezien het landelijke percentage in
2010-2011 op 3% lag.
In alle RMC regio’s zijn ondertussen nieuwe,
prestatiegerichte convenanten afgesloten voor de
periode 2012-2015. Onderdelen daarvan zijn een
prestatiesubsidie en een subsidie voor de regio
voor een regionaal programma voortijdig schoolverlaten. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters mag in 2016 landelijk nog maar maximaal
25.000 zijn. In de convenanten wordt extra ingezet
op een doorlopende leerlijn vmbo-mbo en een
integrale aanpak op zorg, veiligheid en arbeidsmarkt.
Met ingang van de nieuwe convenanten is ook een
nieuwe bekostiging ingevoerd. Zo krijgen scholen
een vaste voet (afhankelijk van het aantal leerlingen) en een prestatiedeel. De prestaties worden
bekeken aan de hand van landelijke normen.
Indien de doelstellingen niet worden behaald, krijgt
de instelling alleen de vaste voet.
2.4 Kwaliteitszorg
In 2012 is Onderwijsgroep Noord-breed, waaronder bij het Dollard College, een vervolg gegeven
aan het project kwaliteitszorg. De belangrijkste
doelen van het project in 2012 waren het verder
ontwikkelen en invoeren van de kwaliteitsaspecten, het verder ontwikkelen van het managementinformatiesysteem, het ondersteunen van de
scholen bij hun deelname aan Schoolkompas en
het houden van audits.
Handboek Kwaliteitszorg en kwaliteitsaspecten
Het Handboek Kwaliteitszorg, waarin kwaliteitszorgbeleid, -procedures en -instrumenten worden
beschreven, begint steeds meer vorm en inhoud te
krijgen. De meeste kwaliteitsaspecten in het
handboek zijn inmiddels uitgewerkt in procedurebeschrijvingen, instrumenten en normen. Dit is in
samenwerking met de kwaliteitscoördinatoren van
de vestigingen gedaan.
De beoogde communicatie over en beschikbaarstelling van het handboek en de kwaliteitsaspecten
zijn onder andere gerealiseerd door plaatsing op
de portal van het Dollard College.
Het beschikbaar hebben van de uitgeschreven
kwaliteitsaspecten is nog geen garantie dat dit
actief wordt uitgevoerd in de praktijk van onze
scholen. Om dat te bereiken hebben we, ook in
2012, actief de kwaliteitsaspecten op de relevante
momenten onder de aandacht gebracht van de
vestigingen en hun directeuren. De kwaliteitszorgcoördinatoren op de vestigingen vervullen hierin
een belangrijke rol. Op deze wijze hebben we de
cultuur van het werken aan en borgen van kwaliteitszorg ook in het afgelopen jaar weer versterkt.
Overzicht schoolloopbaan
In 2012 was er vanuit de scholen de specifieke
vraag naar instrumenten om de rendementen in
het VO te kunnen bekijken en berekenen conform
de werkwijze van de inspectie. Dit is nodig voor
een goede PDCA-cyclus ten aanzien van de
rendementen in het onderwijs. Daartoe is een
workshop rendementen gegeven aan kwaliteitscoördinatoren en directeuren. Daarnaast heeft de
afdeling Deelnemersadministratie een Excel-overzicht ontwikkeld waarmee van jaar tot jaar gevolgd
kan worden hoe de schoolloopbaan van een
leerling eruitziet, met overgang, zittenblijven en
op- en afstroom naar een ander niveau. Zo kan
geanalyseerd worden waar de sterke en zwakke
punten in de school zitten en kunnen bijvoorbeeld
verbanden worden gelegd met het instroomadvies
van de basisschool. Dit overzicht zal jaarlijks na de
teldatum van 1 oktober gemaakt worden en is nu
onderdeel van het kwaliteitszorgsysteem.
Managementinformatiesysteem
De behoefte om te sturen op betrouwbare en
makkelijk toegankelijke informatie groeit; het
schoolloopbaanoverzicht is daar een voorbeeld
van. In de jaarlijkse Kaderbrief van het College
van Bestuur is gesteld dat het Managementinformatiesysteem (MIS) van Onderwijsgroep Noord
verder moet worden uitgebouwd om beter te
kunnen sturen op onder andere de onderwijskundige rendementen.
11
Wij hebben eind 2012 de mogelijkheden verkend
van managementinformatiesystemen op basis van
het leerlingadministratiepakket SOM, waar het Dollard College gebruik van maakt. In 2013 hoopt het
College van Bestuur over de invoering van nieuwe
deelsystemen een besluit te nemen. Er wordt één
samenhangend managementinformatiesysteem
nagestreefd, waarin financiële, personele en
onderwijsgerichte indicatoren worden opgenomen.
De doorontwikkeling van de managementinformatiesystemen gericht op het onderwijs sluiten aan
bij de ontwikkelingen op het gebied van opbrengstgericht werken.
Personeelsenquête
Door de projectgroep kwaliteitszorg is een personeelsenquête ontwikkeld, getest en inmiddels door
de netwerkgroep kwaliteitszorg vastgesteld voor
gebruik binnen Onderwijsgroep Noord. Ook dit is
een sturingsinstrument ten behoeve van de
schoolleiding in het personeelsbeleid. De projectgroep heeft een jaarkalender kwaliteitszorg ontwikkeld, waarin dit onderzoek door elke vestiging van
het Dollard College opgenomen kan worden.
Managementkalender
Om verbinding te krijgen tussen de beleidscyclus
van Onderwijsgroep Noord en de kwaliteitszorg is
een managementkalender in ontwikkeling waarin
de beleidscyclus en de kwaliteitscyclus beide zijn
opgenomen en op elkaar afgestemd in de tijd.
Deze managementkalender is in concept klaar.
Schoolkompas
Met de ontwikkeling van het Schoolkompas (www.
schoolkompas.nl) in 2012 is een volgende stap
gezet in het verlengde van Vensters voor Verantwoording. Schoolkompas helpt leerlingen van
12
groep 8 en hun ouders bij het maken van de
belangrijke keuze voor een middelbare school.
Schoolkompas helpt de toekomstige brugklasser
en ouders te ontdekken welke scholen het beste
aansluiten bij hun wensen. Het is geen kieswijzer
die één school aanwijst als beste keus. Schoolkompas biedt de mogelijkheid verschillende
scholen/vestigingen te vergelijken op een zestiental onderwerpen, waaronder tevredenheid leerlingen en ouders, veiligheid, medezeggenschap,
groepsgrootte, leerwinst, examenresultaten en
oordeel inspectie. Het merendeel van deze gegevens in Schoolkompas wordt vanuit Vensters voor
Verantwoording gegenereerd. Vestigingen hebben
de mogelijkheid deze informatie van detaillering en
toelichting te voorzien. In november 2012 werd
Schoolkompas landelijk gelanceerd. Alle vestigingen van het Dollard College hadden hun kompas
ruim voor de Open Dagen van januari 2013 gevuld.
Audits
Voor de zomervakantie 2012 is het Handboek
Audits VO opgeleverd; dit instrument is klaar. In
het handboek worden werkwijze en procedures
met betrekking tot de interne audits beschreven.
Alle vestigingen van het Dollard College hebben
een audit gehad en aan een audit meegedaan. De
audits maken ook deel uit van de kwaliteitscyclus
van Onderwijsgroep Noord waarbij elke vestiging
tenminste één keer in de vier jaar wordt geaudit;
de uitkomsten worden in de vestigingsjaarplannen
meegenomen.
Klachten
De klachtenregeling van het Dollard College is
erop gericht om klachten in eerste instantie op te
lossen zo dicht mogelijk bij de plek waar ze ontstaan. Als dit niet lukt, kan de klacht bij het College
van Bestuur worden neergelegd en vervolgens bij
de externe Landelijke Klachtencommissie (LKC).
In 2012 bereikte een zevental klachten het College
van Bestuur.
Drie daarvan werden alsnog door de directeur van
de betreffende vestiging naar tevredenheid afgehandeld en drie door het College van Bestuur. Eén
klacht werd ingediend bij de LKC, die voor deze
klacht terugverwees naar het College van Bestuur.
Het College van Bestuur heeft deze klacht vervolgens afgehandeld, waarop de klager de klacht niet
verder heeft doorgezet.
2.5 Beoordeling
Hiermee willen we de kwaliteit van begeleiding,
advisering en determinatie verder verbeteren,
zowel op leerlingniveau, klasniveau als op schoolniveau. Ook vanuit de wet- en regelgeving worden
de komende jaren voorwaarden gesteld op het
gebied van leerlingvolgsystemen, toetsen en
referentieniveaus taal en rekenen. Met het invoeren van het Cito Volgsysteem voldoet het Dollard
College voor een belangrijk deel al aan deze
voorwaarden.
In het schooljaar 2011-2012 hebben alle vestigingen van het Dollard College het Cito Volgsysteem
ingevoerd en nemen ze tenminste toets 0, 1 en 2
af. Tevens zijn acties gestart om de resultaten van
de toetsen te integreren in het determinatiebeleid
van de scholen. Ook benutten de scholen het Cito
Volgsysteem in het kader van het opbrengstgericht
werken.
Examenresultaten
Cito Volgsysteem
Het Cito Volgsysteem is een genormeerd leerlingvolg- en toetssysteem. Met dit volgsysteem worden de prestaties van leerlingen op kernvaardigheden (rekenen/wiskunde, Nederlands en Engels)
vanaf het moment van binnenkomst in de brugklas
tot en met het eind van de tweede klas getoetst.
Vestiging
In onderstaand schema zijn de slagingspercentages 2012 per vestiging en per
leerweg aangegeven.
Leerweg
Geslaagd
% aantal
Bellingwedde
Hommesplein
Pekela
Campus
Scheemda
Woldendorp
Theoretische leerweg
Theoretische leerweg
HAVO
VWO
Gymnasium
Theoretische leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg
Theoretische leerweg
Theoretische leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg
95
92
93
84
100
94
80
74
96
84
96
20
73
105
27
17
31
4
65
27
26
25
Afgewezen
% aantal
5
8
7
16
1
6
8
5
6
20
26
4
16
4
2
1
23
1
5
1
13
Inspectiezaken
Bestuurlijk overleg met inspectie
Op 26 juni 2012 heeft de inspectie in haar jaarlijkse gesprek met het College van Bestuur gesproken over de kwaliteit van de vestigingen van
het Dollard College. In dat gesprek heeft de
inspectie onder andere aangegeven welke risico’s
zij ziet en welke mogelijke consequenties dat heeft
voor het toezicht.
De inspectie en het College van Bestuur hebben
gezamenlijk geconstateerd dat veel VO-afdelingen
van het Dollard College te kampen hebben met
knelpunten in het onderbouw- en/of bovenbouwrendement. Voor wat betreft het onderbouwrendement is er al het nodige gedaan ten aanzien van
analyse van oorzaken en het nemen van maatregelen. De effecten hiervan moeten op langere
termijn zichtbaar worden. Voor het bovenbouwrendement is er vooralsnog minder zicht op waar de
knelpunten liggen. Zowel het onderbouw- als het
bovenbouwrendement worden door de stafafdeling
Onderwijs & Kwaliteitszorg, samen met de vestigingen, onderzocht. Een deel van het probleem is
al bekend. Oorzaken hiervan zijn vooral van
administratieve aard en kunnen eenvoudig worden
verholpen.
Afgesproken werd dat de inspectie in het najaar de
onderbouwafdelingen van de vestigingen Pekela,
Woldendorp en Stikkerlaan zou bezoeken om een
beter beeld te krijgen van de doorgaande leerlijn
vmbo basisberoepsgerichte leerweg – mbo niveau
2. Daarnaast zou de inspectie op de vestiging
Hommesplein de afdelingen vmbo theoretische
leerweg, havo en vwo bezoeken.
Inspectiebezoek Campus Winschoten
De Inspectie van het Onderwijs heeft in juni 2012
een onderzoek uitgevoerd op de Campus Winschoten, afdeling vmbo-basisberoepsgerichte
leerweg, om een oordeel te kunnen uitspreken
over de kwaliteit van het onderwijs en over de
naleving van de wet- en regelgeving. Aanleiding
voor dit onderzoek was het niet kunnen beoordelen van de opbrengsten van de afdeling vmbobasisberoepsgerichte leerweg door de inspectie,
omdat leerlingen in deze opleiding niet een formeel examen doen. De Campus heeft een specifiek onderwijsconcept waarin wordt voorzien in een
doorgaande leerlijn van vmbo-basisberoepsgerichte leerweg naar mbo niveau 2. Er is sprake van
een drempelloze overgang naar het mbo,
14
waarbij geen sprake is van examinering van de
vmbo-basisberoepsgerichte opleiding.
Het doel van deze aanpak is onder andere het
verminderen van de tussentijdse uitval van leerlingen. De inspectie heeft de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo-basisberoepsgerichte
leerweg van deze vestiging als voldoende beoordeeld en kende het basisarrangement toe.
De huidige aanpak op de Campus met betrekking
tot de examinering van de vmbo-basisberoepsgerichte leerweg moet worden aangepast vanwege
veranderde wet- en regelgeving en is onderwerp
van gesprek bij het managementteam.
Inspectiebezoeken in het najaar
In oktober 2012 heeft de inspectie de onderbouwafdelingen van de vestigingen Pekela, Woldendorp
en Stikkerlaan bezocht om een beter beeld te
krijgen van de doorgaande leerlijn vmbo basisberoepsgerichte leerweg – mbo niveau 2. Alle drie
vestigingen werden als voldoende beoordeeld. De
vestigingen Pekela en Woldendorp kregen daardoor een basisarrangement. De vestiging Stikkerlaan kreeg dit niet omdat deze vestiging geen
bovenbouwafdeling kent.
Daarnaast bezocht de inspectie op de vestiging
Hommesplein de afdelingen vmbo theoretische
leerweg (Kwaliteitsonderzoek) en havo en vwo
(Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering).
Het onderzoek vmbo theoretische leerweg was in
2012 nog niet afgerond. De afdeling havo werd als
voldoende beoordeeld en kreeg een basisarrangement. De afdeling vwo vertoonde nog tekortkomingen en bleef vooralsnog onder een geïntensiveerd
toezicht. Met de inspectie is de afspraak gemaakt
dat de opbrengsten in 2013 weer van voldoende
niveau zullen zijn.
Overzicht arrangementen
Vestiging
Datum
onderzoek
Soort
Soort onderzoek
onderzoek
Arrangement
Arrangement
Bellingwedde
08-03-2012
Voldoende
Woldendorp
13-03-2012
Campus Winschoten
vmbobasisberoepsgerichte
leerweg
Campus Winschoten
07-06-2012
Steekproefonderzoek
Onderwijsjaarverslag
Steekproefonderzoek
Onderwijsjaarverslag
Kwaliteitsonderzoek
Hommesplein
havo
Hommesplein
vwo
Hommesplein
vmbo-theoretische
leerweg
De Flint
Pekela
vmbo-basis- en
kaderberoepsgerichte
leerweg
Stikkerlaan
onderbouw vmbo-basisen kaderberoepsgerichte
leerweg
Woldendorp
vmbo-basis- en
kaderberoepsgerichte
leerweg
16-10-2012
Niet van toepassing;
kleine onderrealisatie
Basisarrangement
16-10-2012
Steekproefonderzoek
Onderwijstijd
Onderzoek naar
Kwaliteitsverbetering
Onderzoek naar
Kwaliteitsverbetering
Kwaliteitsonderzoek
18-10-2012
18-10-2012
Kwaliteitsonderzoek
Kwaliteitsonderzoek
Basisarrangement
Basisarrangement
18-10-2012
Kwaliteitsonderzoek
Niet van toepassing;
is alleen onderbouw
18-10-2012
Kwaliteitsonderzoek
Basisarrangement
Zomer 2012
16-10-2012
Voldoende
Basisarrangement
Geïntensiveerd
toezicht tot 2013
Loopt nog
Opbrengsten
In de opbrengstenkaart benoemt de inspectie een aantal kwaliteitsaspecten, met name doorstroomgegevens en examenresultaten. Hieronder staan deze aspecten voor het jaar 2012 vermeld.
Vestiging
Leerweg
Bellingwedde
Campus
Hommesplein
Theoretische leerweg
+
100
Theoretische leerweg
havo
vwo
Theoretische leerweg
Theoretische leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg
Theoretische leerweg
0
0
0
100
97
95
100
96
100
100
Pekela
Scheemda
Woldendorp
Rendement
onderbouw*
% in
% van
Gemiddeld
leerjaar 3
3e leerjaar
cijfer
zonder
naar diploma centraal
zittenblijven
zonder
examen
zittenblijven
84
86
89
55
63
81
85
86
83
6,4
6,0
6,4
6,2
6,4
6,3
6,4
5,8
6,2
* 0 = gemiddeld, - = onder gemiddeld, -- = ruim onder gemiddeld, + = bovengemiddeld, ++ = ruim boven gemiddeld
15
Onderwijstijd
Het voortgezet onderwijs kent minimumnormen
voor onderwijstijd. Alle leerlingen in de onderbouw
en de bovenbouw hebben recht op minimaal 1000
klokuren onderwijs per schooljaar. In het examenjaar is de norm 700 uur. De vestigingen hebben in
vrijwel alle gevallen voldoende onderwijstijd in het
schooljaar 2011-2012 gerealiseerd. Op vrijwel alle
vestigingen wordt de minimale norm van 1000 uur
behaald. De gesignaleerde tekorten zijn dermate
marginaal dat ze niet problematisch zijn.
Het centraal gebruikte leerling-registratie en
volgsysteem SOM is vanaf 2012 operationeel. Dit
systeem werkte echter, als het gaat om het op een
betrouwbare wijze rapporteren van onderwijstijd, in
2012 nog niet geheel adequaat.
Schriftelijk onderzoek onderwijstijd 2011-2012
De afdeling vmbo-(gemengd)theoretische leerweg
van de Campus Winschoten viel binnen de steekproef onderzoek onderwijstijd 2011-2012 van de
inspectie. Door middel van het invullen van een
vragenlijst heeft deze vestiging medewerking
verleend aan dit onderzoek. Uit het onderzoek
bleek dat er sprake was van een minimale onderrealisatie was van onderwijstijd. Deze onderrealisatie heeft verder geen gevolgen.
Hoofdstuk 3
Leeromgeving
3.1 Internationalisering en culturele
diversiteit
Het Dollard College maakt kennis met andere
culturen door reizen, uitwisselingen, de (nieuwe)
media en doordat er steeds meer leerlingen uit
andere culturen in de klas zitten. De multiculturele
samenleving is een gegeven. Wij willen dat onze
leerlingen in deze multiculturele samenleving hun
grenzen leren verleggen. Dat begint met een open
en respectvolle manier van omgaan met mensen
uit andere culturen. Internationalisering is daarvoor
een uitstekende, aansprekende manier. Het
Dollard College vindt internationalisering van
belang en laat dat zien in verschillende projecten.
Er wordt deelgenomen aan internationale debatwedstrijden en er vinden diverse succesvolle
uitwisselingen plaats met scholen uit Duitsland,
Denemarken, Polen, Italië, Engeland, Tsjechië en
- buiten Europa - Japan.
De leerlingen van het vijfde jaar van de vestiging
Hommesplein doen ieder jaar mee aan een uitwisseling met scholen uit Europa en Japan. De
uitwisseling is onderdeel van het studieprogram16
ma. De partnerscholen komen uit Italië (Dolo),
Polen (Plonsk), Engeland (Londen) en Japan
(Sakura).
De vestiging Pekela neemt deel aan Committee
Europe (culturele uitwisselingen) met tien internationale scholen. Dit jaar was de samenkomst in
Aarhus, Denemarken met het thema Euro Vikings.
Met de partnerschool in Grossefehn is een nieuw
projectplan geschreven dat in 2012 is gestart en
tot 2014 loopt. Het plan houdt e-mailcontacten en
excursies in binnen- en buitenland in voor de
eerste, tweede en derde klassen.
De vestiging Bellingwedde heeft al 23 jaar goede
contacten met de Ludgerusschule in Rhede. Ze
hebben samen les in de Duitse-Nederlandse
spreekvaardigheid en ze sporten met elkaar. Zo
bereiken de vestigingen dat al hun leerlingen een
keer in contact komen met het buitenland. De
grote waarde van internationalisering voor onze
leerlingen is dat het grensverleggend en horizonverbredend is.
De vestiging Bovenburen/De Flint heeft in 2012
met subsidie voor internationale projecten van het
Europees Platform het project ‘World of work’
gerealiseerd.
In 2012 sloot vestiging De Flint het Europees
project af met Woodlands Highschool uit Cardiff en
de Schule an der Rolandsmauer uit Osnabrück.
Het thema was ‘Supporting our students’. Hierbij
werd vooral de nadruk gelegd op armoede in de
betrokken landen. Leerlingen informeerden elkaar
over hun sociale omstandigheden. Tijdens de
uitwisselingsbezoeken werden lessen gegeven
over armoede en werkloosheid. Docenten besteedden aandacht aan de rechten van het kind en
concludeerden dat een grote groep kinderen in
sociaal deprimerende omstandigheden hun weg
naar de toekomst moeten vinden. Gelukkig kon de
school deze leerlingen tijdens de uitwisselingsbezoeken een fantastische tijd bezorgen waar alle
betrokkenen met veel genoegen op terug kijken.
Uiteraard was dit voor de Flint reden om een
volgend project aan te vragen met de partnerschool in Cardiff. De komende jaren wordt gewerkt
aan het thema ‘Werken aan werk’.
3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid
Als Dollard College willen we leerlingen en medewerkers een veilige omgeving bieden, zowel vanuit
sociaal als fysiek oogpunt. Veiligheid is voor ons
onder andere een voorwaarde voor persoonlijke
groei. Daarom hebben we in 2011 de basis gelegd
in de notitie Arbo- Veiligheidsbeleid Onderwijsgroep Noord om de veiligheid en het veiligheidsbewustzijn binnen onze instellingen te vergroten.
In aansluiting op de notitie hebben de vestigingen
in 2012 de uitgangspunten vertaald naar de eigen
specifieke situatie en vastgelegd in hun schoolveiligheidsplan. Zo verantwoordt de vestiging jaarlijks
hoe zij haar schoolveiligheid organiseert, evalueert, verbetert en borgt.
Vanaf augustus 2012 is voor alle vestigingen de
incidentenregistratie een wettelijke verplichting.
Trends uit deze registratie kunnen het jaar daarop
in het schoolveiligheidsplan worden gebruikt om
bijstellingen te doen. Het merendeel van de vestigingen van het Dollard College had voor de wettelijke verplichting een incidentenregistratie op
papier. In 2013 zal worden onderzocht of dit
eenvoudig kan worden gedigitaliseerd.
Om de vestigingen op weg te helpen met het
schrijven van het schoolveiligheidsplan is voor één
van hen een volledig uitgewerkt schoolveiligheidsplan gemaakt. De vestigingen hebben dit als
voorbeeld kunnen gebruiken.
Naast borging in het schoolveiligheidsplan is
schoolveiligheid toegevoegd als gespreksonderwerp in het periodieke voortgangsgesprek tussen
het College van Bestuur en de verschillende
directeuren. Schoolveiligheid maakt ook deel uit
van het inspectiekader dat zowel door inspectie
als ons periodiek wordt geaudit.
Inmiddels hebben bij het Dollard College vier van
de zeven vestigingen een schoolveiligheidsplan.
Doelstelling is dat begin 2013 elke vestiging een
schoolveiligheidsplan heeft.
3.3 Huisvesting/Facilitair
Huisvesting
In het G-gebouw van de vestiging Hommesplein in
Winschoten waren leerlingen van de Internationale
Schakelklas (ISK) gehuisvest. Deze zijn door het
COA voor het overgrote deel overgeplaatst naar
de school bij het asielzoekerscentrum in Ter Apel,
een klein deel van de leerlingen is geplaatst op de
vestiging Scheemda van het Dollard College.
Vanwege de slechte staat van het G-gebouw is dit
eind 2012 gesloopt.
Inkoop
In 2012 heeft de afdeling Huisvesting & Facilitair
van Onderwijsgroep Noord onderzoek gedaan
naar de toegevoegde waarde van collectieve
inkoop. Reden voor dit onderzoek was de belangstelling vanuit het managementteam van het
Dollard College naar de opbrengsten van de
inkoopverbeterslag in 2005. Bij het onderzoek zijn
de belangrijkste inkoopverantwoordelijken betrokken, waaronder het College van Bestuur, managementteam, stafmedewerkers en bestellers. Het
onderzoek heeft zich gericht op het inkoopbeleid,
inkoopproces, draagvlak onder betrokkenen bij
collectieve inkoop en de feitelijk gerealiseerde
besparingen.
De voornaamste conclusies en aanbevelingen zijn:
• Collectieve-inkoop heeft bij het Dollard College
geleid tot een structurele jaarlijkse besparing
op directe kosten van ongeveer € 300.000,-.
• Winst valt nog te behalen op indirecte kosten
door onder andere het aantal leveranciers en
facturen te verminderen;
• Op een aantal segmenten die nog niet collectief worden ingekocht, kunnen extra besparingen worden gerealiseerd, waaronder de
segmenten afvalinzameling, kleine inventaris
en groot onderhoud;
• Door meer multidisciplinair in te kopen, ontstaat er meer begrip en draagvlak voor bepaalde inkoopkeuzes. Concreet betekent dit dat in
nauw overleg met de vestigingen en afdelingen
van het bestuursbureau een aanbesteding
wordt voorbereid en uitgevoerd;
• Per inkoopsegment moet vooraf een communicatiestrategie worden bepaald. Effectieve
communicatie leidt tot meer draagvlak.
• Herschrijven van het inkoopbeleid en dit
opnieuw onder de aandacht brengen. Gebleken is dat veelal door directiewisselingen het
inkoopbeleid uit beeld raakt;
• Langlopende leveranciers-relatie (partner in
business) leidt veelal tot extra besparing omdat
men beter op elkaar is ingespeeld;
• Per inkoopsegment moeten prestatie-indicatoren worden vastgesteld zodat er een instrumentarium ontstaat om de voortgang te bewaken. Hierdoor ontstaan doelstellingen en
worden resultaten inzichtelijk.
In 2013 zal de afdeling Huisvesting & Facilitair de
conclusies en aanbevelingen ter hand nemen en
integreren in het inkoopbeleid en -proces.
Vanuit het convenant duurzaam inkopen blijft de
doelstelling in beeld om in 2015 100% duurzaam
in te kopen. Om dit te realiseren wordt bij elk
nieuw aanbestedingstraject deze doelstelling als
specifiek aandachtspunt opgenomen. Leveranciers
dienen aan te geven hoe zij aan de duurzaamheidsdoelstelling een bijdrage kunnen leveren. Zo
hebben we met onze leverancier voor kantoorartikelen de afspraak gemaakt om te meten hoeveel
eco artikelen er worden besteld en wordt het
aantal leveringen gereduceerd door een bestelling
pas uit te leveren op het moment waarop de
vastgestelde drempelwaarde is bereikt. Het aantal
logistieke handelingen en bewegingen neemt
hierdoor af waardoor CO²-uitstoot wordt verminderd. De leverancier speelt hierin een actieve rol.
17
Aanbesteding
Dit jaar is vanuit Onderwijsgroep Noord gestart
met een Europese aanbesteding voor communicatiestrategie, mediaplanning en -inkoop en vormgeving. Wij zoeken naar één partner die het totaalpakket moet kunnen bieden: strategisch advies,
art (vormgeving, fotografie, video), copy, online,
mediaplanning en -inkoop. Hiervoor hebben acht
bureaus ingeschreven. De commissie, bestaande
uit drie medewerkers Marketing & Communicatie
en een vestigingsdirecteur hebben de inschrijvingen beoordeeld. Op basis van de score gaan vier
bureaus door naar de pitch in februari 2013. Eind
maart 2013 moet de opdracht zijn gegund.
Tegelijk heeft de economische crisis ook consequenties voor de ict-ontwikkeling. Zo kan de
portalomgeving onvoldoende ontwikkeld worden
en zijn enkele ict-investeringen uitgesteld.
3.4 Digitalisering
Portal
Via de portal kan de interne communicatie worden
verbeterd. Uiteraard binnen de vestigingen, maar
ook vanuit het College van Bestuur en het bestuursbureau naar de medewerkers op de vestigingen. De vestigingen zetten de portalomgeving
steeds meer in voor hun informatievoorziening
naar leerlingen, ouders/verzorgers en medewerkers. Door de noodzakelijke bezuinigingen is het
niet mogelijk om alle wensen vanuit de vestigingen
te honoreren. Wel is in 2012 een start gemaakt
met de ontwikkeling van twee functionaliteiten:
teamsites en een ‘wie is wie’ applicatie. Via teamsites is het mogelijk om met collega’s van verschillende vestigingen en instellingen samen te werken. Ook is er veel aandacht besteed aan het
beheer, zowel technisch als inhoudelijk. De portalbeheerders van de vestigingen zijn geschoold, met
name op het gebied van plaatsen van informatie.
Het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ict) in het onderwijs is sterk in opmars.
Dat wordt veroorzaakt door de combinatie van een
aantal factoren. Naast de algemene tendens van
de toename van het gebruik van ict in de maatschappij neemt de belangstelling voor ict in het
onderwijs toe. Denk daarbij aan het gebruik van
digiborden en het werken in een elektronische
leeromgeving (ELO).
Ook het toenemende gebruik van ‘social media’
door leerlingen met smartphones, het gebruik van
tablets en de mogelijkheden van de digitale infrastructuur op school (wifi) spelen een belangrijke
rol.
Ontwikkeling en beleid
Interessante uitdagingen als de ontwikkeling van
één laptop of tablet per leerling, ‘Bring your own
device’ en het zoveel mogelijk gebruik van ‘webbased’ programmatuur vragen om beleid, visie en
leiderschap. Hiervoor is een netwerkoverleg
onderwijs en ict opgericht. In dit netwerkoverleg
participeren onderwijsdirecteuren en ict-adviseurs
om het beleid voor te bereiden. Het netwerk onderwijs en ict heeft in 2012 een visie opgesteld, waar
het onderwijs de verdere ict-ontwikkeling op kan
baseren.
Om de ict-ontwikkeling zo goed mogelijk vorm te
geven wordt het ‘4-in-balans-model’ van Kennisnet
gehanteerd. Hiermee willen we de toepassing van
ICT in het onderwijs optimaliseren.
In 2012 is de voorbereiding gestart voor de overgang naar het besturingssysteem Windows7.
Dat betekent voor de programmatuur een migratie
naar Windows7. Voor een deel van de programma’s wordt gekeken of er ook overgeschakeld kan
worden naar een ‘webbased’ variant.
In 2012 is door middel van een ‘pilotproject’ ervaring opgedaan met het gebruik van iPads. Deze
pilot wordt begin 2013 geëvalueerd.
18
Infrastructuur
De digitale infrastructuur wordt steeds intensiever
gebruikt. Het glasvezelnetwerk en de koppeling
met internet vraagt steeds meer bandbreedte,
mede door het gebruik van smartphones en tablets
via het wifinetwerk. Eind 2012 is een contract
gesloten voor een nieuw glasvezelnetwerk met
gigabitverbindingen. Dat biedt ruim voldoende
capaciteit voor de komende jaren.
Elektronische Leeromgeving
In 2012 is het Dollard College overgegaan naar
een nieuwe elektronische leeromgeving (ELO).
Het pakket Brainbox is vervangen door het pakket
itslearning. Om de invoering zo goed mogelijk te
laten verlopen is een projectgroep gevormd en
een projectplan geschreven. De projectgroep heeft
over haar werkzaamheden contact gehouden met
een gevormde klankbordgroep en de ELO-werkgroepen van het Dollard College.
Het projectplan was gericht op de technische
implementatie van de nieuwe ELO. De verdere
onderwijskundige ontwikkeling van de ELO was
gezien de beperkte tijd geen onderdeel van het
implementatieplan. Naast de technische implementatie waren er gebruikerstrainingen voor
beheerders en docenten. Tevens zijn afspraken
gemaakt over de inrichting van de ELO. Op 1
november 2012 is het project afgesloten en werden de projectgroep en de klankbordgroep
ontbonden.
Hoofdstuk 4
Medewerkers
4.1 Onze medewerkers
Met hoeveel medewerkers verzorgen wij het onderwijs en hoe ziet de groep eruit als het gaat om leeftijd en
geslacht? Onderstaande schema’s tonen de leeftijdsopbouw binnen het Dollard College, de verdeling van
het aantal mannen en vrouwen en het totaal aantal medewerkers per vestiging.
Leeftijdsopbouw Dollard College, peildatum 31-12-2012
Vestiging
20-25 25-30 30-35 35-40 40-45 45-50 50-55 55-60 60-65 65+
Totaal
aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal
3
1
Bellingwedde
2
2
3
1
Bovenburen
1
6
3
2
20
2
6
Campus Winschoten
4
6
8
3
7
8
4
6
46
De Flint
1
3
2
4
2
8
4
4
28
Hommesplein/Stikkerlaan 1
6
11
16
11
12
21
21
17
Pekela
5
2
2
4
2
6
8
2
31
1
4
5
6
4
20
39
Scheemda
Woldendorp
1
Eindtotaal
2
17
5
3
6
4
8
9
3
30
33
32
34
60
60
38
2
2
118
308
Verdeling mannen en vrouwen en het totaal aantal medewerkers per vestiging
Vestiging
Aantal van
medewerkers
Man
Vrouw
in %
Man
Vrouw
Totaal aantal
medewerkers
Bellingwedde
11
9
55,00%
45,00%
20
Bovenburen
2
4
33,33%
66,67%
6
Campus Winschoten
19
27
41,30%
58,70%
46
De Flint
12
16
42,86%
57,14%
28
Hommesplein/Stikkerlaan
64
54
54,24%
45,76%
118
Pekela
13
18
41,94%
58,06%
31
Scheemda
9
11
45,00%
55,00%
20
Woldendorp
18
21
46,15%
53,85%
39
148
160
48,05%
51,95%
308
Eindtotaal
19
4.2 Professionalisering personeel
In het Strategisch Beleidsplan 2010-2014 wordt
aangegeven hoe het Dollard College als goed
werkgever wil functioneren. Professionaliteit van
onze medewerkers staat daarbij hoog in ons
vaandel. Om die professionaliteit blijvend te
garanderen, zijn binnen Onderwijsgroep Noord de
leiderschapsacademie en de docentenacademie
opgericht. Iedere medewerker heeft de verplichting
om zijn/haar bekwaamheid op peil te houden. Als
werkgever hebben wij de verplichting om medewerkers hiertoe in staat te stellen. Het Dollard
College faciliteert medewerkers door:
• het kunnen behalen van een bevoegdheid,
een vereiste voor een vast dienstverband bij het
Dollard College;
• individuele scholing op basis van scholingswensen uit persoonlijke ontwikkelingsplannen;
• scholing van groepen medewerkers/teams op
basis van de gestelde doelen in de vestigingsjaarplannen.
In het kalenderjaar 2012 zijn binnen het Dollard
College acht medewerkers gefaciliteerd om met
gebruikmaking van de lerarenbeurs een bevoegdheid te halen. De directeuren hebben op basis van
de opbrengsten uit de persoonlijke ontwikkelingsgesprekken / functioneringsgesprekken en hun
vestigingsjaarplannen (team)scholing georganiseerd.
20
De ontwikkelingsgerichte gesprekkencyclus zorgt
ervoor dat medewerkers en leidinggevenden
bewuster omgaan met de ontwikkeling en de inzet
van hun kennis en vaardigheden.
Netwerkgroep professionalisering
Binnen Onderwijsgroep Noord is een netwerkgroep professionalisering actief. De netwerkgroep
formuleert de visie van Onderwijsgroep Noord op
professionalisering. In 2012 zijn de kernbegrippen
en uitgangspunten met betrekking tot professionalisering vastgesteld.
4.3 Functiemix VO
IIn het Convenant Leerkracht van Nederland (VO)
hebben de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap en de sociale partners afspraken
gemaakt over de verdeling van de docenten over
de salarisschalen LB, LC en LD, de zogenaamde
functiemix. Met de functiemix wordt het versterken
van de aantrekkelijkheid van het beroep van
docent beoogd. De intentie van de functiemix is
dat het aandeel docenten dat volgens een LC- of
LD-schaal beloond wordt, op elke school groeit.
Het percentage LC docenten op 1 oktober 2012 is
binnen het Dollard College niet gewijzigd ten
opzichte van 1 oktober 2011. Het percentage LD
docenten is op 1 oktober 2011 gegroeid met 7%
ten opzichte van 1 oktober 2011. De te realiseren
waarde van de functiemix in 2012, zoals vastge-
steld in het meerjarenplan functiemix, is behaald.
Het voornemen was om een waarde van 54,44 te
behalen en binnen het Dollard College was de
feitelijke waarde 66,55.
4.4 Gezondheidsmanagement
Gezondheidsmanagement is een strategisch
thema binnen het Dollard College. Verzuim is voor
elke werkgever een belangrijke factor, zowel de
persoonlijke kant ervan als de financiële. Het
ziekteverzuimpercentage is daarbij een belangrijk
meetinstrument. Het streefpercentage van maximaal 5% is niet gehaald.
Duurzame inzetbaarheid
Het duurzaam borgen van de kwaliteit van onderwijs en onderwijzend personeel is een belangrijk
actiepunt. Duurzame inzetbaarheid richt zich op
een goede balans tussen verschillende factoren.
Denk hierbij aan een goed werkklimaat, ruimte
voor professionele autonomie en een stijl van
leidinggeven die ondersteunend en stimulerend
werkt. Op verschillende manieren is hier het
afgelopen jaar aandacht aan besteed, door onder
meer individuele ondersteuning en acties, leren en
opleidingsinitiatieven. Voor komende jaren zal
ingezet worden op een samenhangend beleid
rondom dit thema.
Bij de ziekteverzuimgegevens onderscheiden we
een aantal categorieën:
• ZV1%: ziekteverzuimpercentage 1. Het aantal
gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het
reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte en gedeeld door het
aantal kalenderdagen van de rapportageperiode, maal 100%,
• ZV2%: ziekteverzuimpercentage 2. Idem als
ZV1%, exclusief ziektegevallen die langer dan
een jaar geduurd hebben,
• ZMF: ziekmeldingsfrequentie. Aantal ziektegevallen in de rapportage per 100 personeelsleden.
2011
2012
ZV 1%
7,14%
7,22%
ZV 2%
4,62%
4,86%
1,55
1,53
Ziekteverzuimpercentage
ZMF
Het ziekteverzuim van het Dollard College is in
2012 ten opzichte van 2011 nagenoeg gelijk gebleven. Directeuren zetten adequate interventies in
om het ziekteverzuim daar waar mogelijk terug te
dringen en/of te voorkomen. In 2012 hebben
directeuren op verzoek van het College van
Bestuur, in samenwerking met de afdeling Personeel en Organisatie een plan van aanpak geschreven om het ziekteverzuim terug te dringen. In het
plan van aanpak is geformuleerd hoe om te gaan
met:
• Ziekmeldingen
• Sociaal medisch overleg
• Beïnvloedbaar verzuim
• Vervanging
• Inzet middelen preventieve interventies.
Het plan van aanpak van het Dollard College is
onderdeel van een nieuwe notitie ziekteverzuim
Onderwijsgroep Noord breed.
21
Hoofdstuk 5
Financiën
5.1 Jaarrekening 2012
Resultaat
Het Dollard College heeft het jaar 2012 afgesloten met een positief financieel resultaat van
€ 568.610 (2011: negatief € 614.455). Het exploitatieresultaat over 2012 is als volgt verdeeld:
2012
2011
Onttrekking aan de Algemene Reserve
Onttrekking aan het Bestemmingsfonds Mediatheek
Onttrekking aan de Herwaarderingsreserve
591.591
- 19.421
- 3.560
-610.098
- 420
- 3.937
Exploitatieresultaat
568.610
-614.455
In de begroting 2012 was rekening gehouden met een tekort van € 509.000. Uiteindelijk kon het boekjaar
worden afgesloten met een positief resultaat.
De totale baten zijn hoger dan begroot. De normatieve rijksbijdrage is hoger als gevolg van de verhoging
van de personele en materiële bekostiging. Deze verhoging is deels structureel en deels eenmalig. Het
aantal leerlingen is gelijk gebleven. De overige overheidsbijdragen en -subsidies zijn hoger omdat er in
2012 sprake was van een nieuwe subsidie (Prestatiebox VO), waarmee in de begroting geen rekening was
gehouden. Tegenover deze extra baten staan echter in gelijke mate hogere lasten. Ook de overige baten
zijn hoger, onder andere als gevolg van de teruggave van Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met
2011.
De personeelslasten zijn ruim € 0,8 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door hogere sociale
lasten en hogere pensioenlasten. Ook is sprake van hogere kosten voor personeel niet in loondienst als
gevolg van hogere kosten voor inhuur van externe dienstverleners. Dit wordt weer gecompenseerd door
een lagere bijdrage aan Onderwijsgroep Noord. De afschrijvingslasten komen iets hoger uit dan begroot
vanwege niet begrote afschrijvingslasten van de sectorspecifieke inventaris bij de Campus Winschoten. De
huisvestingslasten vallen lager uit door het uitstellen van planmatig onderhoud. Daarnaast is er sprake van
lagere energiekosten en lagere huurkosten. De overige lasten komen bijna € 0,3 miljoen lager uit, omdat
vestigingen terughoudend zijn geweest bij de besteding van het vestigingsbudget.
Financiële kengetallen
Op basis van de jaarrekening kunnen de volgende
financiële kengetallen worden berekend:
Solvabiliteit
Liquiditeit
Rentabiliteit
2012
2011
0,64
1,66
2,33
0,63
1,63
-2,59
Met ingang van het verslagjaar 2012 zijn de
vooruitontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de Materiële Vaste Activa in plaats van bij
de kortlopende schulden. Deze verschuiving is van
invloed op de solvabiliteit en de liquiditeit. De
vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig
aangepast.
De solvabiliteit (verhouding eigen vermogen/totaal
vermogen) is in 2012 iets toegenomen en ligt ruim
boven de, door de Commissie Vermogensbeheer
Onderwijsinstellingen (Commissie DON) gehanteerde, ondergrens van 0,20. De toename is het
22
gevolg van het positieve netto resultaat over 2012.
Het eigen vermogen is voldoende groot om bij te
sturen in het geval van veranderende omstandigheden die een nadelige invloed hebben op de
exploitatie.
De liquiditeit (vlottende activa/vlottende passiva) is
eveneens gestegen ten opzichte van 2011. Zowel
de vlottende activa als de vlottende passiva zijn
toegenomen, maar de relatieve toename van de
vlottende activa is iets hoger. De liquiditeit kan als
ruim voldoende worden beschouwd.
De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering/
totale baten uit gewone bedrijfsvoering x 100) is
verbeterd ten opzichte van 2011 als gevolg van het
positieve resultaat over 2012. Ook de baten zijn
toegenomen. De stijging van de baten is echter
relatief lager dan de stijging van het resultaat,
waardoor de rentabiliteit is toegenomen.
Begroting 2012
De begroting 2012 heeft in het teken gestaan van
bezuinigingen en ombuigingen. Het College van
Bestuur heeft duidelijke keuzes moeten maken om
het begrote tekort drastisch terug te brengen.
Uiteindelijk resteerde een begroting voor 2012 met
een tekort van € 0,5 miljoen.
Het tekort is het gevolg van het feit dat op de
normatieve rijksbijdrage geen indexering wordt
toegepast. Het ministerie komt doorgaans pas in
november van het lopende begrotingsjaar met
definitieve informatie over de normatieve bekostiging zodat adequaat bijsturen in het lopende jaar
moeilijk is. In het huidige onzekere economische
en politieke klimaat is het daarom niet verantwoord
om vooruit te lopen op een mogelijke prijsindexering. Om die reden is ten aanzien van de bekostiging de nullijn gehanteerd voor 2012.
Om weer te komen tot een sluitende exploitatie
heeft het College van Bestuur bezuinigingen
opgenomen in de begroting 2012. Deze bezuinigingen waren in de begroting verwerkt en daarmee
nadrukkelijk taakstellend voor alle betrokkenen.
Een deel van deze bezuinigingen kon met onmiddellijke ingang worden geëffectueerd en een deel
bij de aanvang van het schooljaar 2012-2013.
(x € 1.000)
Het College van Bestuur heeft zich bij de bezuinigingen in eerste instantie gericht op de investeringen, huisvestingslasten en overige materiële
lasten. Bezuinigingen op de formatie waren echter
onontkoombaar en om die reden is voor het
schooljaar 2012-2013 een korting op de formatie
toegepast, naast het beëindigen van extra toegekende formatie en het verder terugdringen van de
boventalligheid.
5.2 Begroting 2013
Voor 2013 is gestart met een nieuwe begrotingssystematiek. Door het beleid en de financiën, meer
dan nu het geval is, met elkaar te verbinden,
beoogt het College van Bestuur het verbeteren
van de beheersing van de organisatie en de
afzonderlijke organisatieonderdelen. De begrotingssystematiek wordt daarmee, meer dan voorheen, een strategisch instrument. Gelet op de
ontwikkeling van de organisatie is het noodzakelijk
dit instrument duidelijk te positioneren. Daarbij
wordt de verantwoordelijkheid voor budgetten zo
laag mogelijk in de organisatie gelegd. Lasten
worden zoveel mogelijk aan de vestigingen toegerekend. Door meer lasten op een lager budgetniveau toe te rekenen, ontstaat een grotere transparantie en een grotere invloed en eigenaarschap
van de budgethouder op de vestigingsexploitatie.
Begroot 2013Begroot 2012
Baten
Rijksbijdragen
Overige Overheidsbijdragen
Overige baten
Som der baten
Lasten
Personele lasten
Afschrijvingslasten
Huisvestingslasten
Overige lasten
Som der lasten
Saldo baten en lasten
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat
21.837
594
752
23.183
21.508
466
793
17.932
943
1.758
2.602
23.235
18.197
890
1.684
2.531
22.767
23.302
-52
52
-535
26
0
-509
23
De begrotingscyclus van plannen maken, begroten, uitvoeren, rapporteren en verantwoorden is
gestart met de begrotingsbrief. In de begrotingsbrief staan de financiële kaders, de omgevingsfactoren en de financiële effecten daarvan, alsmede
de vastgestelde strategische thema’s die vertaald
worden naar budgetten. Deze begrotingsbrief
vormt de basis van de budgetverdeling voor 2013
en omvat tevens de opdracht aan de directeuren
om, met ondersteuning van het Bestuursbureau,
de verdere keuzes te maken die leiden tot een
sluitende, realistische, maar bovenal, breed
gedragen begroting.
Voor nieuw beleid zijn in de begroting 2013 maar
zeer beperkt middelen beschikbaar, want de
begroting 2013 staat, evenals de begroting 2012,
in het teken van de bezuinigingen. Met name de
lagere lump-sum bekostiging maakte aanvullende
bezuinigingen voor 2013 noodzakelijk.
De begroting voor 2013 is sluitend, maar daarvoor
was wel een pakket aan bezuinigingsmaatregelen
noodzakelijk. Behalve bezuinigingen op de materiële beheerslasten, onderhoud van de gebouwen,
investeringen en vervangingskosten, is sprake van
een extra bezuiniging op de formatie voor het
schooljaar 2013-2014. Ten opzichte van 20122013 gaat het om 2% extra, waarmee de totale
korting op de formatie uitkomt op 6,5% tot 7,5%.
De begroting is besproken in de vergadering van
de Raad van Toezicht van december 2012. De
Raad van Toezicht heeft het begrote resultaat
goedgekeurd, maar wil de in de begroting opgenomen taakstellingen uitgewerkt en geconcretiseerd
hebben. De Raad van Toezicht wil daarmee meer
zekerheden dat deze bezuinigingen realistisch
zijn, gedragen worden en daadwerkelijk gehaald
kunnen worden. Deze uitwerking leidt tot een
bijgestelde begroting die in juni 2013 ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht wordt voorgelegd.
5.3 Risicoanalyse
Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor
de interne risicobeheersing van het Dollard College. Deze risicobeheersing is bedoeld om het
risico, dat de doelstellingen van de organisatie niet
worden gerealiseerd, te beperken. Het is niet
bedoeld om dit risico geheel uit te sluiten. Een
systeem voor beheersing van risico’s kan redelijke,
maar geen absolute bescherming bieden.
Het belangrijkste risico is de daling van het aantal
leerlingen. Het College van Bestuur en het management streven naar een teruggang die kleiner
24
is dan de demografische ontwikkelingen in de
regio, met andere woorden voor vergroting van het
marktaandeel. Het streven is het leerlingenaantal
de komende vier jaar zo dicht mogelijk bij het
niveau van 2011 te houden. Het aantal leerlingen
is in het schooljaar 2012-2013 stabiel gebleven en
daarmee is het marktaandeel toegenomen.
Dit risico is beheersbaar voor zover het de formatie en de materiële lasten betreft. Met betrekking
tot de huisvesting is de kostenstructuur minder
flexibel, maar daar gaat het nagenoeg geheel om
exploitatiekosten en niet om kapitaalslasten. De
gemeente heeft het economische eigendom van
het merendeel van de gebouwen.
In 2012 is een onderzoek uitgevoerd naar de
demografische ontwikkelingen in het werkgebied
van het Dollard College en de gevolgen die deze
met zich meebrengen. Het eindrapport wordt in het
voorjaar van 2013 verwacht.
Het risico van een lagere bekostiging als gevolg
van bezuinigingen bij de overheid is opnieuw
groter geworden. Deze bezuinigingen, in combinatie met de toenemende vraag om innovatie en
vernieuwing, de toenemende vraag vanuit de
overheid om verantwoordingen en de complexiteit
van de wet- en regelgeving, hebben grote gevolgen voor de organisatie en dus ook voor de medewerkers.
Naast een lagere bekostiging is ook de beschikbaarheid van bekostigingsinformatie een groter
wordend probleem. In tijden van bezuinigingen is
het van groot belang dat de informatie tijdig beschikbaar is. Informatie over indexering volgt
doorgaans als het jaar bijna voorbij is, zodat
bijsturen niet of nauwelijks meer mogelijk is.
Om dit risico te beperken wordt uitgegaan in de
begrotingen en de budgetten van de nullijn in de
bekostiging en wordt met een indexering geen
rekening gehouden.
Enige jaren geleden is een inventarisatie en
analyse van de belangrijkste risico’s uitgevoerd.
Dit voldoet niet meer en is te statisch om goed in
te kunnen spelen op de steeds weer veranderende
omgeving waarin we ons bevinden. Om deze
reden is het nu niet mogelijk om het minimale
weerstandvermogen, benodigd om risico’s te
kunnen opvangen, te bepalen. Om beter zicht te
krijgen en houden op de risico’s en de gevolgen
voor de organisatie zal gewerkt moeten worden
aan een meer systematische en dynamische
aanpak van het risicomanagement. Voor 2013
heeft het College van Bestuur middelen vrijgemaakt om daartoe een eerste aanzet te geven.
5.4 Treasury
Het treasurybeleid is onderdeel van het financiële
beleid van de Stichting Onderwijsgroep Noord en
de daaraan verbonden instellingen en is op de
hele groep van toepassing. Het treasurybeleid
vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, met kenmerk
FEZ/CC-2009/150185, houdende regels over het
beleggen en belenen van publieke middelen
(Regeling beleggen en belenen door instellingen
voor onderwijs en onderzoek 2010) en het Treasurystatuut Onderwijsgroep Noord van 10 oktober
2011.
Bij het aantrekken, respectievelijk uitzetten van
alle benodigde, respectievelijk overtollige liquide
middelen wordt gehandeld in overeenstemming
met de in deze regeling gestelde verplichtingen.
De algemene doelstellingen van het treasurybeleid
luiden:
• het beheren van financiële geldstromen op de
korte termijn met als doel op het juiste moment
over de juiste hoeveelheid liquide middelen in
rekening-courant te kunnen beschikken, zonder
dat er sprake is van een overschot of tekort aan
liquide middelen in rekening-courant. Essentieel
voor het bereiken van deze doelstelling is een
korte termijn liquiditeitsplanning. De korte termijn
liquiditeitsplanning wordt gepland vanaf één
week tot één jaar vooruit. Bij het uitzetten van
overtollige gelden mogen transacties worden
afgesloten met de volgende geldnemers:
• financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een A-rating, afgegeven door tenminste twee erkende rating agency’s, voor beleggings- en beleningsvormen voor een periode tot en met drie maanden.
• financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een AA-minus rating, afgegeven door tenmin
ste twee erkende rating agency’s, voor beleg
gings- en beleningsvormen voor een periode van meer dan drie maanden.
Bij het voeren van het treasurybeleid zijn de
volgende treasury instrumenten toegestaan: • rekening courant
• spaarrekeningen
• deposito’s
• de solvabiliteit (verhouding Eigen Vermogen/
Totaal Vermogen) dient minimaal het door de
overheid voorgeschreven percentage te zijn
(31-12-2012: 20%)
• het minimaliseren van de kosten van leningen
(kostenminimalisatie) in relatie tot de geld- en
kapitaalmarktrente
• het optimaliseren van het rendement van de
overtollige liquide middelen binnen de kaders
van het treasurystatuut (rentemaximalisatie)
• het beheersen en bewaken van financiële
risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie)
• het aantrekken van alle voor de instelling benodigde middelen dient plaats te vinden op basis
van een actuele prognose van de financieringsbehoefte en een actuele rentevisie
• bij het aantrekken van langlopende geldleningen
worden offertes gevraagd bij minimaal twee
partijen.
Bovenstaande is een samenvatting en geen
limitatieve opsomming.
Uit oogpunt van interne controle is bij het uitzetten
van overtollige liquide middelen op deposito’s
sprake van functiescheiding tussen de front office
en back office. In 2011 is het treasurystatuut
geactualiseerd en vastgesteld door het College
van Bestuur. In dit treasurystatuut wordt het
treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie van de instelling. Het treasurystatuut heeft tot
doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en
risico’s te beperken.
De Treasury-commissie rapporteert twee keer per
jaar aan het College van Bestuur.
De rentevergoeding op spaarrekeningen is nog
steeds hoger dan op fixed-deposits, waar rente op
basis van Euribor wordt berekend. De tijdelijk overtollige liquide middelen zijn daarom in 2012 weer
weggezet op spaarrekeningen. De rente op de
spaarrekeningen is in 2012 met 0,3% gedaald ten
opzichte van ultimo 2011. Ondanks deze daling
van het rentepercentage zijn de rentebaten hoger
dan begroot. Voor zowel de fixed-deposits als de
spaarrekeningen geldt dat er geen risico wordt
gelopen over de hoofdsom.
De rating van de huisbankier is afgenomen in
2012, maar voldoet voor wat betreft de korte
termijn nog wel aan de ratingeisen in artikel 3.3
van de ‘Regeling beleggen en belenen door
instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’.
Voor uitgezet geld langer dan drie maanden is dit
niet meer het geval. Het Dollard College heeft
overtollige liquide middelen op een spaarrekening
staan, waarbij het hele bedrag dagelijks opvraagbaar is.
25
De liquiditeitspositie van het Dollard College is
gestegen van € 2,1 miljoen per ultimo 2011 naar
€ 2,8 miljoen per ultimo 2012.
Financiële instrumenten
Algemeen
Het Dollard College maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die
het Dollard College blootstellen aan markt- en/of
kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals
vorderingen en schulden. Het Dollard College
handelt niet in deze financiële instrumenten en
heeft procedures en gedragslijnen om de omvang
van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te
beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan het Dollard College verschuldigde
betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende
verliezen beperkt tot de marktwaarde van de
desbetreffende instrumenten. De contractwaarde
of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate
waarin van dergelijke financiële instrumenten
gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van
de krediet- of marktrisico’s.
Kredietrisico
De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren
betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en
vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt.
26
Renterisico
Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van
een vast rentepercentage over de gehele looptijd.
De leningen worden aangehouden tot het einde
van de looptijd. Het Dollard College heeft derhalve
als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om rentefluctuaties te beheersen.
Liquiditeitsrisico
Het Dollard College bewaakt de liquiditeitspositie
door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor het
Dollard College steeds voldoende liquiditeiten
beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te
kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde
lening convenanten te blijven.
Reële waarde
De reële waarde van de meeste in de balans
verantwoorde financiële instrumenten, waaronder
vorderingen, liquide middelen en kortlopende
schulden, benadert de boekwaarde ervan.
De jaarrekening
Jaarrekening
Balans per 31 december 2012
Staat van baten en lasten over 2012
Kasstroomoverzicht over 2012
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
Toelichting behorende tot de balans
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Staat van baten en lasten over 2012 Dollard College (20CM)
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Dollard College (20CM)
Staat van baten en lasten over 2012 De Flint (19UR)
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten De Flint (19UR)
Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Bestemming van het exploitatiesaldo
Gebeurtenissen na balansdatum
Verbonden partijen
27
Balans per 31 december 2012
(na resultaatbestemming)
31-12-2012
€€
1.2
Vaste activa
Materiële vaste activa
3.811.731
Totaal vaste activa
1.4
1.5
1.7
2.1
2.2
2.4
28
Vlottende activa
Voorraden
Vorderingen
Liquide middelen
31-12-2011
€€
3.226.045
3.811.731
565.588
471.674
2.813.745
3.226.045
565.863
867.087
2.143.765
Totaal vlottende activa
3.851.007
3.576.715
Totaal activa
7.662.738
6.802.760
Eigen vermogen
Voorzieningen
Kortlopende schulden
4.869.385
471.753
2.321.600
4.300.775
313.513
2.188.472
Totaal passiva
7.662.738
6.802.760
Staat van baten en lasten over 2012
2012
€
3
3.1
3.2
3.5
Baten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige baten
22.484.463
707.510
1.166.049
Totaal baten
4
4.1
4.2
4.3
4.4
Lasten
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Netto resultaat
Begroting 2012
€
2011
€
21.508.000
466.000
793.000
24.358.022
19.041.817
954.910
1.578.032
2.266.406
22.056.914
632.756
996.261
22.767.000
18.197.000
890.000
1.684.000
2.531.000
23.685.931
19.117.878
918.034
1.761.612
2.562.647
23.841.165
23.302.000
24.360.171
516.857
-535.000
-674.240
51.753
26.000
59.785
568.610
-509.000
-614.455
29
Kasstroomoverzicht over 2012
2012
€
2011
€
Kasstroom uit operationele activiteiten
516.857
Saldo baten en lasten
Aanpassingen voor:
- afschrijvingen
- vrijval uit investeringssubsidies
- mutaties voorzieningen
Veranderingen in vlottende middelen:
- voorraden
- vorderingen
- schulden
954.910
-470.668
158.240
275
401.731
133.101
535.107
918.034
-485.498
14.932
-69.422
485.936
-641.547
1.694.446
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
Ontvangen interest
Betaalde interest
642.482
-674.240
55.711
-10.249
45.462
-225.033
-451.805
61.564
-2
1.739.908
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
447.468
61.562
-390.243
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa
Desinvesteringen in materiële vaste activa
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
30
-1.075.943
6.015
-1.069.928
-501.025
844
-500.181
-1.069.928
-500.181
669.980
-890.424
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
Algemeen
Rechtspersoon en voornaamste activiteiten
Dollard College is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen.
Dollard College is een onderwijsinstelling die praktijkonderwijs, VMBO-, HAVO- en VWO-onderwijs aanbiedt op acht vestigingen
in Bellingwolde, Pekela, Scheemda, Winschoten en Woldendorp.
Stichting Dollard College maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord.
Verslaggevingsperiode
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar.
Toegepaste standaarden
De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en in
overeenstemming met RJ 660 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' van 17 december 2007.
Het resultaat over het boekjaar 2012 is reeds in de balans verwerkt conform het voorstel.
Continuïteit
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Fiscale eenheid
Stichting Dollard College vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting AOC
Terra en Stichting rsg de Borgen.
Grondslagen van waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling
Algemeen
De cijfers over 2011 zijn geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2012 mogelijk te maken.
De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op
historische kosten waar mogelijk en voor zover niet anders vermeld.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de
onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans
opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die
economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel,
samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden,
waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het
economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft
plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s
met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de
balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet
meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of
betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden
verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper.
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de stichting. Alle financiële informatie is afgerond op
hele euro's.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die
van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en
lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende
veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de
schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Stelselwijzigingen
Teneinde een reëler beeld te verkrijgen van de financiële ratio’s zijn met ingang van het verslagjaar 2012 de vooruit ontvangen
investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa in plaats van bij de kortlopende schulden. De vergelijkende
cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast.
De invloed van deze wijziging in de waarderingsgrondslag op het vermogen en het resultaat is nihil.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen.
Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd
tegen reële waarde met verwerking van waarde-veranderingen in de staat van baten en lasten maken eventuele direct
toerekenbare transactie-kosten deel uit van de eerste waardering.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
31
Vorderingen
Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor vorderingen.
Geldmiddelen
De geldmiddelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen.
Afgeleide financiële instrumenten (derivaten)
Dollard College maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals rentederivaten.
Materiële vaste activa
De materiële activa worden opgenomen voor de verkrijgings- of vervaardigingsprijs c.q. taxatiewaarde bij herwaardering
verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of
vervaardigingsprijs vanaf € 500. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de
lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen en op materiële vaste activa in uitvoering en
vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven.
Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op:
Gebouwen
30 jaar
Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie
10 jaar
Apparatuur, machines en installaties
4-10 jaar
Schoolmeubilair
15 jaar
Kantoormeubilair
10 jaar
Hard- en software
3 jaar
Voor een deel van de in gebruik zijnde gebouwen berust het economisch eigendom bij de gemeenten. Deze gebouwen zijn om
deze reden niet geactiveerd.
Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden, met ingang van verslagjaar 2012, in
mindering gebracht op de materiële vaste activa (vooruitontvangen investeringssubsidies).
De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast.
Voorraden
De voorraden betreffen de lesboeken die aan de leerlingen worden verhuurd en zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De
verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct
kunnen worden toegerekend aan de verwerving van voorraden. Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen
vergoedingen met betrekking tot de inkoop worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs.
Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden
waardeverminderingen. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse
afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats.
Vorderingen
De vorderingen zijn opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met
bijzondere waardeverminderingsverliezen.
De vorderingen op het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen betreft de periode van declaratiebekostiging. Deze
vordering worden verrekend indien het Dollard College ophoudt te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare
vordering, tenzij op een moment daadwerkelijk de school wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op
het ministerie af te boeken en op te nemen als een niet in de balans opgenomen activa.
Voor een deel van de vorderingen op leerlingen en deelnemers is sprake van onzekerheid over de inbaarheid vanwege het
vrijwillige karakter. Daarvoor is op balansdatum een voorziening wegens oninbaarheid gevormd.
Eigen vermogen
Op basis van de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' wordt de algemene reserve als geheel aangemerkt als publiek
vermogen. Onderwijsinstellingen hebben in 2007 de mogelijkheid gehad een, als zodanig aantoonbaar, deel van de algemene
reserve als eigen privaat vermogen te rubriceren als bestemmingsreserve. Het Dollard College heeft op grond hiervan de
bestemmingsfondsen 'Mediatheek' en 'Dr. Bosfonds' als privaat vermogen gerubriceerd.
Het bestemmingsfonds Mediatheek is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Voorziening Leer- en Hulpmiddelen en
bijzondere activiteiten Dollard College. Het batig saldo van deze stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College
met de bepaling dat de middelen besteed moeten worden aan het inrichten van mediatheken en computerlokalen en zo ten
goede komen aan de leerlingen van het Dollard College.
Het bestemmingsfonds Dr. D. Bosfonds is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Dr. D. Bosfonds. Het batig saldo van deze
stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat met deze middelen de stoffelijke belangen
moeten worden behartigd van het Lager Beroepsonderwijs, zoals dat werd gegeven aan de Scholengemeenschap voor
Beroepsonderwijs Dr. D. Bosschool te Winschoten, inmiddels het VMBO, zoals dat wordt gegeven bij de Onderwijs Campus
Winschoten van het Dollard College.
Bij de invoering van de lumpsum bekostiging voor De Flint is de daar aanwezige inventaris geïnventariseerd en geactiveerd. Op
basis van de vastgestelde waarde van deze inventaris is een herwaarderingsreserve gevormd. De vrijval uit deze
herwaarderingsreserve zal geschieden al naar gelang de afschrijving van de betreffende activa.
32
Voorzieningen
De personele voorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en voorziening ambtsjubilea. De voorziening wachtgelden
is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van
de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een
rentepercentage van 1,539% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2012.
De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De
hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant
maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
Er is geen sprake van een onderhoudsvoorziening. De kosten van periodiek onderhoud worden als periodelasten genomen in
de exploitatie.
Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
Resultaatbepaling
In de staat van baten en lasten worden verantwoord, met inachtneming van de eerder genoemde waarderingsgrondslagen, de
baten en lasten welke aan het boekjaar toegerekend moeten worden. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn;
baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen en cursisten, welke
worden verantwoord in het jaar waarin het schooljaar, respectievelijk de cursus, een aanvang neemt. Baten en lasten uit
voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de
toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking
hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord.
Personeelslasten
Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies,
inleenkrachten en overige personeelskosten verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen.
Tot 2012 werd onder de pensioenpremies de totaal verschuldigde afdracht verantwoord. Met ingang van het verslagjaar 2012
wordt hier uitsluitend het werkgeversaandeel in de pensioenpremies verantwoord. Dit leidt in de presentatie tot een verschuiving
van de 'Pensioenpremies' naar 'Bruto lonen en salarissen'. De vergelijkende cijfers over 2011 zijn dienovereenkomst aangepast.
Pensioenen
Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds
verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor
een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een
overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de
toekomst verschuldigde premies.
Segmentatie
In dit jaarverslag zijn overeenkomstig de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' afzonderlijke staten van baten en lasten,
alsmede de daarbij behorende toelichting, opgenomen per BRIN-nummer. Het betreft hier BRIN-nummer 20CM
'Scholengemeenschap Dollard College voor Lyc Havo Mavo Vbo Lwoo' en BRIN-nummer 19UR 'School voor Praktijkonderwijs
De Flint'.
Bij de verdeling van de resultatenrekening per segment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De directe
kosten van de segmenten zijn volledig toegerekend aan het betreffende segment.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
33
Toelichting behorende tot de balans
1.2
Materiële vaste activa
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
1 januari 2012
afschrijvingen
1 januari 2012
2012
2012
2012
31 december 2012
afschrijvingen
31 december 2012
en waarde-
en waarde-
verminderingen
verminderingen
1 januari 2012
€
1.2.1
1.2.2
1.2.5
1.2.6
Gebouwen en
terreinen
Inventaris en
apparatuur
Niet aan het
proces dienstbare
materiële
vaste activa
€
31 december 2012
€
€
€
€
€
€
€
12.264.126
961.052
11.303.074
133.594
0
350.200
12.397.720
1.311.252
11.086.468
7.009.620
4.430.464
2.579.156
921.899
6.015
604.710
7.712.716
4.822.386
2.890.330
66.252
0
66.252
0
0
0
66.252
0
66.252
Materiële vaste activa
19.339.998
5.391.516
13.948.482
1.055.493
6.015
954.910
20.176.688
6.133.638
14.043.050
Vooruitontvangen
investeringssubsidies
10.722.437
0
10.722.437
-20.450
0
470.668
10.231.319
0
10.231.319
8.617.561
5.391.516
3.226.045
1.075.943
6.015
484.242
9.945.369
6.133.638
3.811.731
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa is ten opzichte van 2012 gestegen met een bedrag van € 0,59 miljoen. In 2012 is voor een netto bedrag van € 1,08
miljoen geïnvesteerd in terreinen, gebouwen en inventaris. De totale afschrijvingslast bedroeg € 0,95 miljoen. Investeringen vonden bij alle
vestigingen van het Dollard College plaats. De investeringen in machines bedroegen € 0,30 miljoen. Voor het overige betreft het investeringen in
ICT-apparatuur, meubilair, transportmiddelen en installaties.
Met ingang van het verslagjaar 2012 zijn de vooruitontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa in plaats van bij de
kortlopende schulden. De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast. De vrijval van de vooruitontvangen
investeringssubsidies is verantwoord onder de rijksbijdragen en de overige overheidsbijdragen en -subsidies.
1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen
565.588
565.863
Voorraden
565.588
565.863
1.4.1.1
1.4.1.3
Stand per 1 januari
Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen
Af: Waardevermindering
Gebruiksgoederen
2012
€
565.863
219.288
219.563
2011
€
565.588
496.441
252.734
183.312
565.863
In 2012 is voor een bedrag van € 0,2 miljoen aan lesboeken aangeschaft. Dit is iets minder dan in 2011. Deze boeken worden gedurende het
schooljaar aan de leerlingen in bruikleen gegeven. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse
afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Deze waardevermindering was in 2012 € 0,2 miljoen. De waardevermindering in 2012 is
hoger dan in 2011 omdat in 2012 in de periode voorafgaand aan het nieuwe schooljaar voor een hoger bedrag aan lesboeken is gekocht dan in
dezelfde periode van 2011. Daarnaast zijn voor een aantal methoden de werkboeken als klassensets of als huurboek in gebruik genomen.
34
1.5
Vorderingen
1.5.1
1.5.3
1.5.5
1.5.6
1.5.8
1.5.9
Debiteuren
Groepsmaatschappijen
Studenten / deelnemers / cursisten
Overige overheden
Overlopende activa
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
Vorderingen
1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten
Overlopende activa
1.5.9.1
1.5.9.2
1.5.9.3
Stand per 1 januari
Onttrekking
Dotatie
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
2012
€
2011
€
71.350
288.298
140.078
10.735
33.509
72.296
471.674
33.509
33.509
20.640
5.151
56.807
72.296
826.202
0
35.374
26.151
0
20.640
867.087
0
0
29.046
38.948
30.542
20.640
De vorderingen zijn ten opzichte van 2011 gedaald met € 0,4 miljoen. Deze daling wordt veroorzaakt door een daling van de vorderingen op
debiteuren en overige overheden. Daarnaast is er een vordering op Groepsmaatschappijen opgenomen vanwege de teruggave van
Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met 2011 en zijn de vorderingen op Studenten/deelnemers/cursisten toegenomen. De afname van het
debiteurensaldo is het gevolg van de afwikkeling van de bouw van de Campus Winschoten.
De omvang van de voorziening voor oninbaarheid is ten opzichte van 2011 toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door de opname van een
voorziening voor de oninbaarheid van de vrijwillige ouderbijdrage in 2012.
1.7
Liquide middelen
1.7.1
1.7.2
Kasmiddelen
Tegoeden op bankrekeningen
4.382
2.809.363
5.777
2.137.988
Liquide middelen
2.813.745
2.143.765
2.1
2012
€
Eigen vermogen
Saldo
Resultaat
Overige mutaties
Stand per
1 januari 2012
2012
2012
31 december 2012
€
€
€
2.1.1
2.1.5
2.1.6
2.1.5
2011
€
€
€
€
Algemene Reserve
Bestemmingsfonds (privaat)
Herwaarderingsreserve
4.085.672
205.455
9.648
591.591
-19.421
-3.560
0
0
0
4.677.263
186.034
6.088
Eigen vermogen
4.300.775
568.610
0
4.869.385
-19.421
0
0
0
Bestemmingsfonds Mediatheek
Bestemmingsfonds Dr. Bosfonds
Bestemmingsfonds (privaat)
128.755
76.700
205.455
109.334
76.700
186.034
Het totale eigen vermogen komt, na de verdeling van het resultaat, uit op € 4,9 miljoen. Dit eigen vermogen kan worden onderverdeeld in een
algemene reserve van € 4,7 miljoen en bestemmingsfondsen en een herwaarderingsreserve van tezamen € 0,2 miljoen. Het eigen vermogen is
onderverdeeld in publiek en privaat vermogen, waarbij de bestemmingsfondsen van € 0,2 miljoen als privaat worden aangemerkt en de overige
reserves van € 4,7 miljoen als publiek vermogen.
2.2
2.2.1
Voorzieningen
Stand per
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Stand per
Kortlopende
Langlopende
1 januari 2012
2012
2012
2012
31 december 2012
deel < 1 jaar
deel > 1 jaar
€
€
€
€
€
€
€
Personeelsvoorzieningen
313.513
314.141
155.901
0
471.753
180.254
291.499
Voorzieningen
313.513
314.141
155.901
0
471.753
180.254
291.499
De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en een voorziening ambtsjubilea. De Voorziening wachtgelden is voor
wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de
huidige wachtgeldverplichtingen.
De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de
voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting
leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
2.4
Kortlopende schulden
2.4.3
2.4.5
2.4.7
2.4.8
2.4.10
Crediteuren
Schulden aan groepsmaatschappijen
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Schulden terzake van pensioenen
Overlopende passiva
Kortlopende schulden
2.4.7.1
2.4.7.2
2.4.7.3
Loonheffing
Omzetbelasting
Premies sociale verzekeringen
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2012
€
2011
€
365.268
0
765.771
251.993
938.568
2.321.600
568.933
1.666
195.172
765.771
287.347
74.301
717.379
226.223
883.222
2.188.472
548.836
0
168.543
717.379
35
2012
2012
€
€
2.4.10.2
2.4.10.2
2.4.10.4
2.4.10.4
2.4.10.5
2.4.10.5
2.4.10.6
2.4.10.6
2.4.10.8
2.4.10.8
70.810
97.394
70.810
32.413
97.394
32.413
706.340
706.340
7.884
7.884
23.727
23.727
Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt
niet-geoormerkt
Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt
Vooruitontvangen termijnen
subsidies OCW/ELI niet-geoormerkt
Vooruitontvangen
termijnen
Vakantiegeld
en -dagen
Vakantiegeld en administratiekosten
-dagen
AccountantsAccountantsen administratiekosten
Overige
Overige
Overlopende
passiva
Overlopende passiva
2011
2011
€
€
938.568
938.568
54.453
165.244
54.453
0
165.244
0
635.631
635.631
6.717
6.717
21.177
21.177
883.222
883.222
De kortlopende schulden zijn gestegen met € 0,1 miljoen. Deze stijging wordt veroorzaakt door hogere bedragen voor crediteuren, belastingen,
pensioenen
en reservering
vakantiegeld
en lagere
bedragen
voor
schulden
aan
groepsmaatschappijen
en vooruitontvangen
subsidies
OCenW.
De kortlopende
schulden zijn
gestegen met
€ 0,1 miljoen.
Deze
stijging
wordt
veroorzaakt
door hogere bedragen
voor crediteuren,
belastingen,
Het
saldo van
vooruitontvangen
subsidies
OCW/EZ
geoormerkt
(2.4.10.2)
bestaat
uit nog te besteden
van € 28.000
met betrekking
pensioenen
ende
reservering
vakantiegeld
en lagere
bedragen
voor schulden
aan
groepsmaatschappijen
ensubsidies
vooruitontvangen
subsidies
OCenW.
tot
onder G1subsidies
van model
G en hetgeoormerkt
totaal van de
nog te besteden
subsidies
verantwoord
ondervan
G2-B
van model
Hetsubsidies
saldo vanverantwoord
de vooruitontvangen
OCW/EZ
(2.4.10.2)
bestaat uit
nog te besteden
subsidies
€ 28.000
met G.
betrekking
tot subsidies verantwoord onder G1 van model G en het totaal van de nog te besteden subsidies verantwoord onder G2-B van model G.
Met ingang van het verslagjaar 2012 zijn de vooruitontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa. De vergelijkende
cijfers
van 2011
zijnverslagjaar
overeenkomstig
Met ingang
van het
2012 aangepast.
zijn de vooruitontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa. De vergelijkende
cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten
Algemeen
Algemeen
Het
Dollard College maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die het Dollard College blootstellen aan markten/of
kredietrisico’s.
Deze betreffen
financiële
instrumenten die
in de van
balans
zijn opgenomen,
zoals
en schulden.
Het Dollard
College
Het Dollard
College maakt
in de normale
bedrijfsuitoefening
gebruik
financiële
instrumenten
dievorderingen
het Dollard College
blootstellen
aan markthandelt
niet in deze financiële
instrumenten
eninstrumenten
heeft procedures
om de omvang
van
het kredietrisico
bij elkeHet
tegenpartij
markt
en/of kredietrisico’s.
Deze betreffen
financiële
die inen
degedragslijnen
balans zijn opgenomen,
zoals
vorderingen
en schulden.
Dollard of
College
te
beperken.
het niet
nakomen
door een tegenpartij
van aan het
College
verschuldigde
betalingen
blijven eventuele
daaruit
handelt
niet inBijdeze
financiële
instrumenten
en heeft procedures
en Dollard
gedragslijnen
om
de omvang van
het kredietrisico
bij elke tegenpartij
of markt
voortvloeiende
beperkt tot
de een
marktwaarde
deaan
desbetreffende
instrumenten.
De contractwaarde
of fictieve
hoofdsommen
te beperken. Bijverliezen
het niet nakomen
door
tegenpartijvan
van
het Dollard College
verschuldigde
betalingen blijven
eventuele
daaruit van de
financiële
instrumenten
slechts
indicatie van de
waarin van dergelijke
financiële
instrumenten gebruik
wordthoofdsommen
gemaakt en niet
voortvloeiende
verliezenzijn
beperkt
toteen
de marktwaarde
vanmate
de desbetreffende
instrumenten.
De contractwaarde
of fictieve
vanvan
de het
bedrag
vaninstrumenten
de krediet- of
marktrisico’s.
financiële
zijn
slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het
Kredietrisico
bedrag van de krediet- of marktrisico’s.
Kredietrisico
De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het
kredietrisico
inzake
deze vorderingen
is beperkt. betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het
De vorderingen
uit hoofde
van handelsdebiteuren
Renterisico
kredietrisico
inzake
deze vorderingen
beperkt.
Renterisico
Het
renterisico
is beperkt
tot eventueleisveranderingen
in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van
een
vast rentepercentage
over
de gehele
looptijd. De leningen
worden aangehouden
tot het
van deleningen.
looptijd. rsg
Borgen
heeft
Het renterisico
is beperkt tot
eventuele
veranderingen
in de marktwaarde
van opgenomen
eneinde
uitgegeven
Bij de
deze
leningen
is derhalve
sprake van
als
om geen afgeleide
instrumenten
gebruiken
om rentefluctuaties
te het
beheersen.
eenbeleid
vast rentepercentage
overfinanciële
de gehele
looptijd. De te
leningen
worden
aangehouden tot
einde van de looptijd. rsg de Borgen heeft derhalve
als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om rentefluctuaties te beheersen.
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico
Het
Dollard College bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor het
Dollard
College
steeds
voldoende
liquiditeiten beschikbaar
zijnvan
omopvolgende
aan de verplichtingen
te kunnen voldoen
en dat tevens
voldoende
financiële
Het Dollard
College
bewaakt
de liquiditeitspositie
door middel
liquiditeitsbegrotingen.
Het management
ziet
erop toe dat
voor het
ruimte
de steeds
beschikbare
faciliteiten
beschikbaar
blijft om
steeds
binnen
de gestelde lening
convenanten
te blijven.
Dollardonder
College
voldoende
liquiditeiten
beschikbaar
zijn
om aan
de verplichtingen
te kunnen
voldoen en
dat tevens voldoende financiële
ruimte waarde
onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven.
Reële
De
reële
waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide
Reële
waarde
liquide middelen
middelen en
en kortlopende
kortlopende
vandedeboekwaarde
meeste in de
balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide
schulden,
benadert
ervan.
De
reële waarde
liquide middelen
middelen en
en kortlopende
kortlopende
schulden, benadert de boekwaarde ervan.
G1
G1
Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
Toewijzing
Omschrijving
Omschrijving
Kenmerk
Toewijzing
Kenmerk
Totaal
Totaal
G2
G2
G2-A
G2-A
36
De prestatie is ultimo verslagjaar
Bedrag van
Ontvangen
Datum
Bedrag van
de toewijzing
Ontvangen
t/m verslagjaar
conform
de subsidiebeschikking
geheel
uitgevoerd
nog niet geheel
Datum
de toewijzing
t/m verslagjaar
geheel
uitgevoerd
en afgerond
nogafgerond
niet geheel
€
€
€
€
en afgerond
afgerond
7.103
7.103
7.000
7.000
35.000
35.000
35.000
7.103
7.103
7.000
7.000
35.000
35.000
35.000
84.103
84.103
84.103
84.103
Praktijkleren groen onderwijs
404274-1
19-12-2011
Praktijkleren groen
onderwijs
Prestatiesubsidie
VSV
404274-1
BEK-11/54818M
19-12-2011
20-10-2011
Prestatiesubsidie VSV
BEK-11/54818M
BEK-12/64563M
20-10-2011
25-10-2012
Prestatiesubsidie VSV
BEK-12/64563M
484581-1
25-10-2012
22-10-2012
Prestatiesubsidie VSV
484581-1
22-10-2012
conform
de subsidiebeschikking
De
prestatie
is ultimo verslagjaar
X
X
X
X
X
X
Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule
(Regeling
ROS art.13,lid
2 sub bmet
en verrekeningsclausule
EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies)
Verantwoording
van subsidies
(Regeling ROS art.13,lid 2 sub b en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies)
Aflopend
Omschrijving
Aflopend per ultimo verslagjaar
per ultimo verslagjaar
Toewijzing
Bedrag van
Ontvangen
Totale kosten
Te verrekenen
Omschrijving
Toewijzing
Kenmerk
Datum
Bedrag
van
de
toewijzing
t/mOntvangen
31-12-2012
Totale
kosten
t/m
31-12-2012
Te verrekenen
ultimo
verlagjaar
Kenmerk
Datum
€
de toewijzing
€
t/m 31-12-2012
€
t/m 31-12-2012
€
ultimo verlagjaar
€
€
€
29.100
29.100
-691
-691
4.581
4.581
29.100
29.100
-691
-691
4.581
4.581
29.100
29.100
-691
-691
4.581
4.581
€
32.990
32.990
32.990
32.990
32.990
32.990
Doorontwikkeling praktijkonderwijs
393349-1
21-11-2011
Doorontwikkeling praktijkonderwijs
Studieverlof
393349-1
412596-1
21-11-2011
20-1-2012
Studieverlof
412596-1
413322-1
20-1-2012
20-2-2012
Studieverlof
413322-1
20-2-2012
Totaal
Totaal
0
0
0
0
0
0
G2-B
Doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Omschrijving
Toewijzing
Kenmerk
G3
Doorontwikkeling praktijkonderwijs
486557-1
20-11-2012
Studieverlof
475184-2
20-8-2012
Studieverlof
480138-1
20-9-2012
Studieverlof
488072-1
18-12-2012
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten in 2012
Totale kosten
Saldo nog te besteden
de toewijzing
2011
t/m 31-12-2012
t/m 31-12-2012
31-12-2012
ultimo dec. 2012
€
€
€
€
€
14.050
43.057
11.304
-4.514
0
0
0
0
14.050
43.057
11.304
-4.514
317
20.574
4.710
-4.514
317
20.574
4.710
-4.514
13.733
22.483
6.594
0
63.897
0
63.897
21.087
21.087
42.810
Overzicht niet-geoormerkte doelsubsidies OCW en ELI
Omschrijving
Kenmerk
Rijksbijdrage personeel
398411-3
20-11-2012
Rijksbijdrage materieel
399166-2
20-11-2012
Verrekening uitkeringskosten
400212-4
20-11-2012
Bekostiging lesmateriaal
467799-2
20-11-2012
Maatschappelijke stage
485063-1
20-11-2012
LGF VO 2011-2012
BEK-11/37019 M
Prestatiebox VO
414751-1
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Totaal
Datum
7-12-2012
20-11-2012
OND/ODS2012/23201 M
27-4-2012
OND/ODS-201218398 M
23-5-2012
OND/ODS-201218399 M
23-5-2012
OND/ODS-201218400 M
7-6-2012
OND/ODS-201218401 M
23-5-2012
OND/ODS-201218402 M
23-5-2012
OND/ODS-201218403 M
23-5-2012
OND/ODS-201218404 M
23-5-2012
OND/ODS-201218405 M
23-5-2012
OND/ODS-201218406 M
23-5-2012
OND/ODS-201218407 M
23-5-2012
OND/ODS-201218408 M
23-5-2012
OND/ODS-201218409 M
23-5-2012
Bekostiging personeelskosten
398558-4
20-11-2012
Bekostiging exploitatiekosten
398977-3
20-11-2012
Verrekening uitkeringskosten
400475-4
20-11-2012
Bekostiging lesmateriaal
467708-2
20-11-2012
Visueel gehandicapte leerlingen
412304-1
20-1-2012
Nieuwkomers VO
BVO-07/7758 M
Nieuwkomers VO
399582-4
20-11-2012
1e Opvang vreemdelingen
296739-2
22-11-2010
1e Opvang vreemdelingen
362572-1/396130-1
21-11-2011
1e Opvang vreemdelingen
467081-1
21-5-2012
1e Opvang vreemdelingen
486223-1
20-11-2012
Maatschappelijke stage
485673-1
20-11-2012
LGF VO 2009-2010
BEK-09/71855 M
27-1-2012
LGF VO 2010-2011
BEK-10/56083 M
25-5-2012
LGF VO 2011-2012
BEK-11/37019 M
Invoeringskosten gratis lesmateriaal
185125-2
20-10-2009
Prestatiebox VO
414715-1
20-3-2012
7-12-2012
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Investeringen
Saldo
de toewijzing
2011
in 2012
2012
2012
2012
€
€
€
€
€
€
1.881.441
255.021
-17.828
61.433
8.820
28.700
19.957
0
0
0
0
0
0
0
1.881.441
255.021
-17.828
61.433
8.820
28.700
19.957
1.881.441
255.021
-17.828
61.433
8.820
28.700
19.957
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-753
0
-753
-753
0
0
-1.602
0
-1.602
-1.602
0
0
-1.573
0
-1.573
-1.573
0
0
-1.972
0
-1.972
-1.972
0
0
-1.625
0
-1.625
-1.625
0
0
-2.534
0
-2.534
-2.534
0
0
-2.812
0
-2.812
-2.812
0
0
-2.739
0
-2.739
-2.739
0
0
-3.150
0
-3.150
-3.150
0
0
-5.146
0
-5.146
-5.146
0
0
-5.542
0
-5.542
-5.542
0
0
-4.253
0
-4.253
-4.253
0
0
-3.852
0
-3.852
-3.852
0
0
16.169.931
2.319.763
-155.251
872.284
3.150
62.816
214.026
45.000
96.750
11.250
18.000
139.890
132.120
147.439
121.164
78.771
296.284
0
0
0
0
0
2.144
0
6.604
96.750
0
0
0
0
0
0
59.746
0
16.169.931
2.319.763
-155.251
872.284
3.150
0
214.026
0
0
11.250
18.000
139.890
1.603
-1.592
121.164
0
296.284
16.169.931
2.319.763
-155.251
872.284
3.150
0
214.026
6.604
72.500
0
0
139.890
1.603
-1.592
121.164
17.996
296.284
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.144
0
0
24.250
11.250
18.000
0
0
0
0
41.750
0
22.773.378
165.244
22.210.493
22.278.343
0
97.394
37
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Huren
Het jaarbedrag van met derden aangegane huurverplichtingen terzake van onroerend goed bedraagt € 223.000. De huurverplichtingen hebben
een looptijd van één tot achtentwintig jaar.
Investeringsverplichtingen
Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo 2012 belopen de geldende verplichtingen € 4,827. Dit bedrag heeft uitsluitend betrekking op
inventaris en apparatuur.
Overige verplichtingen
Naast huur en investeringsverplichtingen is sprake van contractuele verplichtingen naar derden voor leveringen en diensten. Het betreft hier
onder andere energie, schoonmaak, verzekeringen, schoolboeken en kantoorartikelen. Deze contracten zijn Europees aanbesteed voor zover
de omvang van deze contracten de geldende grensbedragen te boven gaan.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Statutair is bepaald dat Stichting Dollard College hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van alle tot de Stichting
Onderwijsgroep Noord behorende instellingen.
Vordering op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Stichting Dollard College heeft een vordering van € 1.568.673 op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft de
personeelskosten over het jaar 2005 welke, door de invoering van de kalenderjaarbekostiging, niet is ontvangen. Het Ministerie zal deze
vordering verrekenen indien de Stichting Dollard College ophoudt te bestaan.
38
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ
Overige subsidies OCW
21.386.795
1.097.668
21.060.000
448.000
20.889.555
1.167.359
Rijksbijdragen
22.484.463
21.508.000
22.056.914
3.1.1.1
OCW
Rijksbijdrage OCW/EZ
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies
Overige subsidies OCW
2012
€
21.386.795
Begroting 2012
€
21.386.795
107.533
929.102
61.033
1.097.668
21.060.000
55.100
331.900
61.000
21.060.000
448.000
2011
€
20.889.555
20.889.555
64.248
1.029.850
73.261
1.167.359
De rijksbijdrage is gestegen ten opzichte van 2011. Dat is het gevolg van de verhoging van de personele - en materiële
bekostiging. Deze verhoging is deels structureel en deels eenmalig. Het aantal leerlingen is gelijk gebleven. De overige
subsidies zijn iets lager dan in 2011. Dit wordt veroorzaakt door lagere subsidies voor maatschappelijke stage,
leerlinggebonden financiering en het vervallen van de subsidie verbetering kwaliteit voortgezet onderwijs. Daarnaast is
meer subsidie ontvangen voor nieuwkomers, prestatiesubsidie VSV en een nieuwe subsidie Prestatiebox.
De rijksbijdrage is € 0,3 miljoen hoger dan begroot. Dit is het gevolg van de eerder genoemde verhoging van de personele en materiële bekostiging. Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden.
De overige subsidies komen bijna € 0,7 miljoen hoger uit dan begroot. De oorzaak hiervan is dat de subsidie voor
nieuwkomers en de nieuwe subsidie prestatiebox niet in de begroting waren opgenomen.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
3.2.2
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
Overige overheidsbijdragen
641.711
65.799
396.540
69.460
563.295
69.461
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
707.510
466.000
632.756
3.2.1.2
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
2012
€
641.711
Begroting 2012
€
641.711
396.540
396.540
2011
€
563.295
563.295
De gemeentelijke bijdragen en subsidies vallen hoger uit als gevolg van een nabetaling van de Gemeente Delfzijl met
betrekking tot de onroerend-zaakbelasting over de afgelopen jaren. Dit is er ook mede de oorzaak van dat de
gemeentelijke bijdragen en subsidies hoger zijn dan begroot. Tevens is sprake van een gemeentelijke bijdrage in de
zakelijke lasten. Hier staan echter ook lasten tegenover.
De overige overheidsbijdragen zijn nagenoeg gelijk aan 2011 en begroot. Het bedrag van de overige overheidsbijdrage in
2011 en 2012 betreft de vrijval van de investeringssubsidie van de Provincie Groningen in de Campus Winschoten. Dit
bedrag valt jaarlijks, tot en met 2019, vrij ten gunste van de exploitatie. Hier staan voor dezelfde periode afschrijvingslasten
tegenover.
3.5
Overige baten
3.5.1
3.5.2
3.5.3
3.5.5
3.5.6
Verhuur
Detachering personeel
Schenking
Ouderbijdragen
Overige
Overige baten
2012
€
Begroting 2012
€
34.196
304.898
155
277.291
549.509
22.000
349.000
0
215.000
207.000
1.166.049
2011
€
27.703
429.055
2.456
280.899
256.148
793.000
996.261
39
De opbrengsten uit verhuur van lokalen is iets gestegen ten opzichte van 2011 omdat er een nabetaling van de huur van
een gymlokaal heeft plaatsgevonden vanaf 2008. Dit is er ook de oorzaak van dat er een hogere opbrengst is dan begroot.
De opbrengsten uit detachering zijn gedaald ten opzichte van 2011. In 2011 was sprake van een ontvangst van het
Samenwerkingsverband. Deze is nu verantwoord onder de overige baten. De opbrengsten uit detachering zijn ook lager
dan begroot.
De ouderbijdragen zijn nagenoeg gelijk aan 2011 en hoger dan begroot. In 2011 is de vrijwillige ouderbijdrage gefactureerd
op basis van overeenkomsten, waardoor alleen de aangegeven bedragen zijn gefactureerd. In 2012 is dit niet meer het
geval, waardoor voor alle leerlingen een factuur is verstuurd. In de begroting is er echter rekening mee gehouden met dat
niet alle facturen betaald zullen worden. Daarnaast is er sprake van lagere opbrengsten voor excursies ten opzichte van
2011.
De overige baten zijn hoger dan in 2011 en hoger dan begroot. Dit is het gevolg van de verantwoording van de baten van
het Samenwerkingsverband en de teruggave van Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met 2011.
4.1
Personele lasten
4.1.1
4.1.2
4.1.3
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
16.408.565
2.752.617
119.365
15.768.000
2.501.000
72.000
15.885.404
3.298.248
65.774
Personeelslasten
19.041.817
18.197.000
19.117.878
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overige
Overige personele lasten
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
2012
€
12.627.224
1.890.257
1.891.084
314.141
2.230.879
207.597
Begroting 2012
€
16.408.565
2.752.617
2012
11.449.000
1.602.000
2.717.000
196.000
2.103.000
202.000
15.768.000
2.501.000
2011
€
12.529.885
1.635.981
1.719.538
109.990
2.978.588
209.670
2011
Onderwijsgevend personeel
Directie en Onderwijsondersteunend personeel
208,0
48,4
208,7
47,1
Totaal
256,4
255,8
De personeelslasten zijn iets lager dan in 2011. Ten opzichte van de begroting is echter sprake van een stijging van ruim €
0,8 miljoen.
De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij het Dollard College zijn gestegen ten opzichte van 2011.
Ook ten opzichte van de begroting is sprake van een stijging. Tot 2012 werd onder de pensioenpremies de totaal
verschuldigde afdracht verantwoord. Met ingang van het verslagjaar 2012 wordt hier uitsluitend het werkgeversaandeel in
de pensioenpremies verantwoord. Dit leidt in de presentatie tot een verschuiving van de 'Pensioenpremies' naar 'Bruto
lonen en salarissen'. De vergelijkende cijfers over 2011 zijn dienovereenkomst aangepast.
De dotaties aan de personele voorzieningen zijn hoger dan in 2011 en tevens hoger dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk
veroorzaakt door een hogere dotatie aan de voorziening voor wachtgeldverplichtingen.
De kosten van personeel niet in loondienst zijn lager dan in 2011. In 2012 is voor ruim € 0,6 miljoen minder personeel
ingehuurd via een uitzendbureau. Daarnaast valt de bijdrage aan Onderwijsgroep Noord lager uit. De kosten zijn wel hoger
dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door hoger kosten voor externe dienstverleners, wat weer wordt gecompenseerd door
lagere bijdrage aan Onderwijsgroep Noord.
De uitkeringen uit sociale fondsen zijn hoger dan in 2011 en ook hoger dan begroot. Hier staan echter ook lasten voor
vervanging tegenover.
40
15.885.404
3.298.248
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
De leden van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht ontvangen hun bezoldiging bij de Stichting
Onderwijsgroep Noord. In het jaarverslag van deze stichting wordt de bezoldiging verantwoord. Omdat er sprake is van
een normatieve bijdrage aan Onderwijsgroep Noord en geen doorbelasting op basis van feitelijke inzet, kan geen aandeel
in de bezoldiging van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht worden berekend voor het Dollard College.
Bestuurders
R. Schilt
mw. A.A. Berendsen MBA
Raad van Toezicht
F. Kuik
mw. C.Y.D. van Orden
H. Holman
F. Migchelbrink
mw. W.G. Bredewold (van 20 maart tot en met 20 december 2012)
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2012
€
Begroting 2012
€
954.910
Afschrijvingen
890.000
954.910
2011
€
918.034
890.000
918.034
De afschrijving op de materiële vaste activa is iets gestegen ten opzichte van 2011 en is ook hoger dan begroot. De
afschrijvingslasten gebouwen zijn hoger dan in 2011 door een nagekomen afrekening betreffende de bouw van de
Campus Winschoten.
De afschrijvingslasten vallen hoger uit dan begroot. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de niet begrote
afschrijvingslasten van de sectorspecifieke inventaris bij de Campus Winschoten.
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Huisvestingslasten
2012
€
Begroting 2012
€
218.818
13.831
326.928
309.811
428.284
280.360
254.000
14.000
425.000
383.000
410.000
198.000
1.578.032
2011
€
247.508
21.367
502.600
369.124
430.426
190.587
1.684.000
1.761.612
De kosten voor huur zijn lager dan in 2011 en ook lager dan begroot. De huurvergoeding die wordt betaald voor het
aandeel in de Campus Winschoten is lager dan in 2011 en ook ten opzichte van de begroting valt deze huurvergoeding
mee. Verder zijn er minder sportaccomodaties gehuurd.
De kosten van de verzekeringen zijn lager in vergelijking met 2011 en nagenoeg gelijk aan de begroting. In 2011 was
sprake van een nabetaling van verschuldigde premies over het jaar 2010.
De kosten van onderhoud zijn lager dan in 2011 en ook lager dan begroot. De kosten voor planmatig groot onderhoud
vallen aanzienlijk lager uit als gevolg van het uitstellen van het onderhoud. De kosten van onderhoud terreinen en van klein
onderhoud zijn lager. In 2011 heeft bij de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan een bouwkundige aanpassing
plaatsgevonden.
De kosten voor energie en water zijn gedaald ten opzichte van 2011. Met name de kosten voor gas zijn lager. Ook ten
opzichte van de begroting vallen met name de kosten voor gas lager uit.
De schoonmaakkosten zijn nagenoeg gelijk aan 2011 en iets hoger dan begroot. Ten opzichte van de begroting wordt de
stijging veroorzaakt door hogere kosten voor schoonmaakmaterialen dan begroot.
Bij de Heffingen zijn de kosten voor 2012 hoger dan voor 2011 en komen de kosten ook hoger uit dan begroot. De oorzaak
hiervan is een hoger bedrag aan in rekening gebrachte onroerend-zaakbelasting door de diverse gemeenten. Hier staan
echter ook hogere gemeentelijke bijdragen tegenover.
41
4.4
Overige lasten
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Administratie- en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
2012
€
Begroting 2012
€
806.158
1.320.644
56.807
82.797
Overige lasten
1.037.000
1.401.000
11.000
82.000
2.266.406
2011
€
999.830
1.430.337
30.542
101.938
2.531.000
2.562.647
De administratie- en beheerslasten zijn lager dan in 2011 en ook fors lager dan begroot. Het College van Bestuur heeft de
directeuren opdracht gegeven om terughoudend te zijn bij de besteding van het vestigingsbudget, hetgeen heeft geleid tot
lagere kosten voor het onderdeel Administratie- en beheerslasten. Er is vooral bespaard op kopieerkosten, PR activiteiten
en personeelsvoorziening. De kosten van informaticavoorziening zijn iets hoger.
Ook de kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn gedaald ten opzichte van 2011 en zijn ook lager dan
begroot. Ook hier zijn de vestigingen terughoudend geweest bij de besteding van het vestigingsbudget.
De dotatie overige voorzieningen betreft de dotatie aan de voorziening wegens oninbaarheid debiteuren. Deze dotatie is
hoger dan in 2011 en fors hoger dan begroot. In 2011 is de vrijwillige ouderbijdrage gefactureerd op basis van
overeenkomsten. Dit is in 2012 niet meer het geval, waardoor er weer een voorziening voor dubieuze debiteuren voor de
vrijwillige ouderbijdrage is opgenomen.
De overige lasten zijn lager dan in 2011. Het betreft hier de inkoopkosten van de kantine. Vooral de inkoopkosten van de
Campus Winschoten zijn lager dan in 2011.
Accountant:
4.4.1.1
KPMG Accountants N.V.
Honorarium controle jaarrekening en bekostiging
Accountantslasten
5
Financiële baten en lasten
5.1
5.5
Rentebaten
Rentelasten
Financiële baten en lasten
2012
€
15.238
2011
€
15.329
15.238
2012
€
Begroting 2012
€
62.029
-10.276
26.000
0
51.753
2011
€
59.787
-2
26.000
De rentebaten komen hoger uit omdat gedurende 2012 meer liquide middelen zijn uitgezet dan was begroot en sprake is
van een rentevergoeding van ruim € 6.000 in verband met nabetaling van BTW over de jaren 2007 tot en met 2011.
De rentelasten hebben betrekking op een naheffing wegens premie WAO/WGA. Als gevolg van een fout bij de
Belastingdienst is in 2008 teveel premie WAO/WGA terugontvangen. Deze premie is alsnog verschuldigd en daarover is
tevens heffingsrente verschuldigd.
42
15.329
59.785
Staat van baten en lasten over 2012
Brinnummer: 20CM
2012
€
3
3.1
3.2
3.5
Baten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige baten
20.218.045
691.658
1.007.302
Totaal baten
4
4.1
4.2
4.3
4.4
Lasten
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Netto resultaat
Begroting 2012
€
2011
€
19.302.700
380.340
646.600
21.917.005
17.055.912
927.612
1.468.220
2.100.893
19.709.611
617.658
867.676
20.329.640
16.371.169
867.111
1.562.092
2.321.386
21.194.945
17.161.920
880.497
1.638.314
2.378.193
21.552.637
21.121.758
22.058.924
364.368
-792.118
-863.979
51.753
26.000
59.785
416.121
-766.118
-804.194
43
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Brinnummer: 20CM
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ
Overige subsidies OCW
19.206.727
1.011.318
18.915.000
387.700
18.642.266
1.067.345
Rijksbijdragen
20.218.045
19.302.700
19.709.611
3.1.1.1 OCW
Rijksbijdrage OCW/EZ
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies
Overige subsidies OCW
2012
€
19.206.727
80.763
874.193
56.362
19.206.727
1.011.318
27.000
299.700
61.000
18.915.000
387.700
18.642.266
18.642.266
35.160
967.524
64.661
1.067.345
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
3.2.2
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
Overige overheidsbijdragen
625.859
65.799
380.340
69.460
548.197
69.461
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
691.658
380.340
617.658
3.5
Overige baten
3.5.1
3.5.2
3.5.3
3.5.5
3.5.6
Verhuur
Detachering personeel
Schenking
Ouderbijdragen
Overige
2012
€
18.915.000
2011
€
3.2
3.2.1.2 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
625.859
Begroting 2012
€
625.859
2012
€
380.340
380.340
Begroting 2012
€
34.196
304.898
155
268.192
399.861
Overige baten
22.000
236.400
0
207.000
181.200
1.007.302
2012
€
2011
€
548.197
548.197
2011
€
27.703
316.455
2.456
274.939
246.123
646.600
867.676
4.1
Personele lasten
4.1.1
4.1.2
4.1.3
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
14.611.269
2.564.008
119.365
14.002.000
2.441.169
72.000
14.179.523
3.048.171
65.774
Personeelslasten
17.055.912
16.371.169
17.161.920
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen
4.1.1.2 Sociale lasten
4.1.1.3 Pensioenpremies
Lonen en salarissen
44
Begroting 2012
€
11.235.508
1.691.876
1.683.885
Begroting 2012
€
14.611.269
10.166.000
1.429.000
2.407.000
14.002.000
2011
€
11.178.414
1.465.637
1.535.472
14.179.523
2012
€
4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen
4.1.2.2 Personeel niet in loondienst
4.1.2.3 Overige
Overige personele lasten
314.141
2.064.707
185.160
Begroting 2012
€
2.564.008
2012
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
178.000
2.085.000
178.169
183,9
45,6
184,9
44,4
Totaal
229,5
229,3
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2012
€
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Overige lasten
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.4.4
Administratie- en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
Overige
2012
€
1.468.220
Financiële baten en lasten
5.1
5.5
Rentebaten
Rentelasten
Financiële baten en lasten
2.100.893
2011
€
2.321.386
26.000
0
51.753
1.638.314
971.115
1.274.598
30.542
101.938
Begroting 2012
€
62.029
-10.276
2011
€
1.562.092
1.005.986
1.231.900
11.000
72.500
2012
€
880.497
239.273
16.290
489.504
319.383
396.996
176.868
Begroting 2012
€
780.483
1.180.806
56.807
82.797
2011
€
867.111
245.500
11.800
401.492
339.000
378.500
185.800
2012
€
3.048.171
880.497
Begroting 2012
€
210.393
11.706
291.487
294.372
396.395
263.867
Overige lasten
5
867.111
927.612
Huisvestingslasten
4.4
Begroting 2012
€
927.612
109.990
2.741.801
196.380
2011
Onderwijsgevend personeel
Directie en Onderwijsondersteunend personeel
4.2
2.441.169
2011
€
2.378.193
2011
€
59.787
-2
26.000
59.785
45
Staat van baten en lasten over 2012
Brinnummer: 19UR
2012
€
3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
Baten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
College-, cursus-, les- en examengelden
Baten werk in opdracht van derden
Overige baten
2.266.418
15.852
0
0
158.747
Totaal baten
4
4.1
4.2
4.3
4.4
Lasten
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
46
Begroting 2012
€
2011
€
2.205.300
16.200
0
0
146.400
2.441.017
1.985.905
27.298
109.812
165.513
2.347.303
15.098
0
0
128.585
2.367.900
1.825.831
22.889
121.908
209.614
2.490.986
1.955.958
37.537
123.298
184.454
2.288.528
2.180.242
2.301.247
Saldo baten en lasten
152.489
187.658
189.739
Netto resultaat
152.489
187.658
189.739
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Brinnummer: 19UR
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
3.1.2
3.1.3
Rijksbijdrage OCW/EZ
Overige subsidies OCW
Af: inkomensoverdrachten
Rijksbijdragen
3.1.1.1
3.1.1.2
OCW
EZ
Rijksbijdrage OCW/ELI
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies
Overige subsidies OCW
2012
€
Begroting 2012
€
2.180.068
86.350
0
2.266.418
2.180.068
0
26.770
54.909
4.671
2.180.068
86.350
2.145.000
60.300
0
2.205.300
2.145.000
0
28.100
32.200
0
2.145.000
60.300
2.247.289
100.014
0
2.347.303
2.247.289
0
29.088
62.326
8.600
2.247.289
100.014
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
15.852
16.200
15.098
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
15.852
16.200
15.098
3.2.1.2
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.5
Overige baten
3.5.2
3.5.5
3.5.6
Detachering personeel
Ouderbijdragen
Overige
2012
€
2011
€
15.852
Begroting 2012
€
15.852
2012
€
16.200
Begroting 2012
€
0
9.099
149.648
Overige baten
16.200
112.600
8.000
25.800
158.747
15.098
15.098
2011
€
112.600
5.960
10.025
146.400
128.585
4.1
Personele lasten
4.1.1
4.1.2
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
1.797.296
188.609
1.766.000
59.831
1.705.881
250.077
Personeelslasten
1.985.905
1.825.831
1.955.958
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
Brutolonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overige
Overige personele lasten
2012
€
2011
€
1.391.716
198.381
207.199
0
166.172
22.437
Begroting 2012
€
1.797.296
188.609
1.283.000
173.000
310.000
18.000
18.000
23.831
1.766.000
59.831
2011
€
1.351.471
170.344
184.066
0
236.787
13.290
1.705.881
250.077
47
2012
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
Onderwijsgevend personeel
Directie en Onderwijsondersteunend personeel
24,1
2,8
23,8
2,7
Totaal
26,9
26,5
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2012
€
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Overige lasten
4.4.1
4.4.2
4.4.4
Administratie- en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Overige
Overige lasten
22.889
27.298
2012
€
22.889
8.500
2.200
23.508
44.000
31.500
12.200
109.812
2012
€
2011
€
121.908
31.014
169.100
9.500
165.513
37.537
8.235
5.077
13.096
49.741
33.430
13.719
Begroting 2012
€
25.675
139.838
0
2011
€
37.537
Begroting 2012
€
8.425
2.125
35.441
15.439
31.889
16.493
Huisvestingslasten
4.4
Begroting 2012
€
27.298
Afschrijvingen
48
2011
123.298
2011
€
28.715
155.739
0
209.614
184.454
Overige gegevens
49
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Dollard College
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Dollard College te Groningen gecontroleerd. Deze
jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin
zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag
Het bevoegd gezag van de school is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat
getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling
jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de
jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn
met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een
zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante
wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel
18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht,
waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Dit vereist dat wij voldoen
aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van
zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de
toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste
oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat
als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in
aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader
van financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van
controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een
oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het
evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële
rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de stichting gemaakte schattingen, alsmede
een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons
oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting
Dollard College per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving
onderwijs.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2012 voldoen in alle
van materieel belang zijnde aspecten aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in
overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1.
Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding
van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is
opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens
vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in
artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving
opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.4 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012.
Zwolle, 21 juni 2013
KPMG Accountants N.V.
G.J. Kamerling RA
50
Bestemming van het exploitatiesaldo
Het exploitatiesaldo van de Stichting Dollard College is, conform het besluit van het College van Bestuur, van 2 april 2013 verdeeld
zoals onderstaand is weergegeven.
Deze verdeling is reeds in de balans per 31 december 2012 verwerkt.
2012
€
Dotatie aan de Algemene Reserve
Dotatie aan de Bestemmingsfonds Mediatheek (privaat)
Dotatie aan de Herwaarderingsreserve
2011
€
591.591
19.421
3.560
-610.098
420
3.937
568.610
-614.455
51
Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum.
52
Verbonden Partijen
Naam
Juridische
Statutaire
Code
Eigen
Resultaat
Art. 2:403
vorm 2012
zetel
activiteiten
Vermogen
jaar 2012
BW
Deelname
Consolidatie
€
Ja/Nee
%
Ja/Nee
nee
nee
nee
0
0
0
nee
nee
nee
31 december 2012
€
Stichting Onderwijsgroep Noord stichting
Stichting AOC Terra
stichting
Stichting rsg de Borgen
stichting
Naam
Groningen
Groningen
Groningen
Onschrijving doelstelling
Stichting Onderwijsgroep Noord Onderwijs
Stichting AOC Terra
Onderwijs
Stichting rsg de Borgen
Onderwijs
4
4
4
1.272.409
32.817.087
2.330.526
11.951
-134.987
632.687
Samenstelling Bestuur en directie
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
Stichting Dollard College maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep
Noord. Deze zijn verbonden op grond van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang.
53
Bijlagen
54
Instellingsgegevens
Naam instelling:
Bezoekadres:
Postadres:
Postcode/Plaats:
Telefoon:
Fax:
E-mail:
Internet-site:
Bestuursnummer:
Brinnummers:
Handelsregister:
Contactpersoon:
Telefoon:
Fax:
E-mail:
Stichting Dollard College
Hereweg 101
Postbus 17
9700 AA Groningen
050-529 29 29
050-529 29 28
[email protected]
www.dollardcollege.nl
41320
20CM en 19UR
02077743
H. Zwiep, controller
050-5292987
050-5292928
[email protected]
College van Bestuur
dhr. R. Schilt
mw. A. Berendsen MBA
Winsum, voorzitter
Bunne
Raad van Toezicht
dhr. F. Kuik
mw. C.Y.D van Orden
dhr. F. Migchelbrink
dhr. H. Holman
Yde, voorzitter
Groningen
Roden
Steenbergen
(Neven)functies van bestuurders en toezichthouders per 31 december 2012
College van Bestuur
R. Schilt, Winsum, voorzitter
voorzitter College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord
voorzitter College van Bestuur Stichting rsg de Borgen
voorzitter College van Bestuur Stichting Dollard College
voorzitter College van Bestuur Stichting AOC Terra
voorzitter Aequor te Ede
bestuurslid Vereniging AOC raad, brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs
A. Berendsen, Bunne, lid
lid College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord
lid College van Bestuur Stichting rsg de Borgen
lid College van Bestuur Stichting Dollard College
lid College van Bestuur Stichting AOC Terra
lid Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs
lid Bestuursadviesraad van de Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs
vicevoorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Noord
55
Raad van Toezicht
F. Kuik, Yde, voorzitter
lid Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Alliade
lid Raad van Bestuur Stichting Zorgcentra Moerborch
lid Raad van Bestuur Werkstichting Driever's Dale
voorzitter Stichting Maaltijdservice Tjongerborch
voorzitter Stichting Venturafriesland
voorzitter Stichting Friesland Bedrijven
secretaris Stichting ‘Baan Plus’ (Stichting voor trajectbegeleiding arbeidsintegratie gehandicapten)
lid bestuur Stichting ‘De Compaen’
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
lid G-Beraad Stichting Dienstverlening Gezondheidszorg De Open Ankh
lid Directiewerkgroep ’62 Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
lid Adviescommissie voor Arbeidszaken Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
arbiter Scheidsgerecht Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren
mw. C.Y.D van Orden, Groningen, lid
Beleidsmedewerker stafbureau P&O Stichting Hanzehogeschool Groningen
Onderzoeker/lid kenniskring Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving
Lid werkveldadviescommissie lectoraat Duurzaam HRM
Gastdocent part time MBA, International Business School
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
lid NVP (Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling)
lid Groepsoudercommissie Praedinius Gymnasium
Eigenaar/trainer Zen.nl Groningen
H. Holman, Steenbergen, lid
Voorzitter European Dairy Farmers Nederland
Vice-voorzitter European Dairy Farmers Europa
Lid klankbordgroep Animal Science Group
lid bestuur Waterschap Noorderzijlvest
voorzitter voetbalvereniging Oranje Nassau Roden, Roden
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
F. Migchelbrink, Roden, lid
lid RvC Teijin Aramid B.V., Arnhem
lid Raad van Advies Alwaysbemobilecompany, Veenendaal
voorzitter Stichting KwamUtegen, Bilthoven
lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen, Heerenveen
Lid bestuurs Noorderlicht, Roden
lid RvA Fooq b.v. Heerenveen
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Commissarissen LabNoord, Groningen
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
56
Afkortingenlijst
pro
vmbo
havo
vwo
lwoo
avo
vo
ELO
praktijkonderwijs
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
hoger algemeen vormend onderwijs
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
leerwegondersteunend onderwijs
algemeen vormend onderwijs
voortgezet onderwijs
Elektronische leeromgeving
57
58
59
Begroting 2012
Bij het opstellen van de (meerjaren)begroting
2012-2017 is gebruik gemaakt van de beschikbare
informatie en van de aangeleverde gegevens door
directeuren en coördinerend bestuursadviseurs.
Daarbij is te allen tijde het uitgangspunt dat
Dollard College kwalitatief goed onderwijs moet
bieden voor het budget dat beschikbaar is.
Voor het begroten van de normatieve bekostiging
is gebruik gemaakt van de laatst bekende, door
de overheid verstrekte, bekostigingsinformatie.
Omdat de indexering voor 2012 onzeker is wordt
in de begroting de nul-lijn aangehouden. Bij het
begroten van de bekostiging wordt gebruikt
gemaakt van de bekostigde leerlingenaantallen
op de van toepassing zijnde teldatum.
Voor de meerjarenbegrotingen wordt gebruik
gemaakt van de leerlingenaantallen uit de vastgestelde notitie ‘Marktaandeel en prognose aantal
leerlingen 2011-2018’. Additionele bekostiging
wordt alleen begroot als daarvoor beschikkingen
zijn ontvangen.
Voor het begroten van de loonkosten is gebruik
gemaakt van de personele inzet en formatie per
ultimo september 2011. Verwacht wordt dat de
sociale lasten met 3% en de pensioenpremie
met 1% zullen stijgen. Formatie mag uitsluitend
worden ingezet als daarvoor financieel dekking is.
Formatie waarvoor geen dekking is wordt gestopt.
Ook projecten worden uitsluitend uitgevoerd als
daarvoor een schriftelijk toegezegde financiële
dekking is. De overige activiteiten vanuit projecten
moeten worden uitgevoerd binnen de beschikbare
formatie. Bij additionele formatie op basis van
extra middelen, vindt afroming plaats voor
bijkomende personele kosten zoals bijvoorbeeld
wachtgeldverplichtingen en vervanging. De flexibele schil wordt teruggebracht tot een absoluut
minimum. In huur van externen kan uitsluiten
plaats vinden binnen de beschikbare formatie,
waarbij rekening wordt gehouden met het hogere
kostenniveau ten opzichte van eigen personeelsleden, of binnen het vestigingsbudget. Vervanging
van personeel in verband met ziekte vindt uitsluitend plaats indien realisatie van de aangeboden
onderwijstijd in gevaar komt. Vervanging vindt in
eerste instantie plaats door tijdelijke uitbreiding
van de inzet bij de eigen medewerkers en pas
als blijkt dat dit niet mogelijk is door middel
van uitzendkrachten.
Boventalligheid moet worden teruggebracht en
vooruitlopend op de bezuinigingen per 1 augustus
2012 geldt een vacaturestop vanaf 1 januari 2012.
Investeringen in huisvestiging en ICT-apparatuur
60
moeten zijn
voorzien vaneneen
deugdelijke en
Onderwijs,
kwaliteitszorg
internationalisering
Daarbij moet
Ininhoudelijke
het nieuwe onderbouwing.
Schoolplan 2010-2014
staanworden
een
aangegeven
wat minimaal
is, wat
groot
aantal doelen
verwoordnoodzakelijk
met betrekking
tot
extra investering
is en
wat daarbij
de keuzededeontwikkeling
van het
onderwijs.
Speerpunten
mogelijkheden
Tevens
moet duidelijk
worden
daarin
zijn onderzijn.
andere
de doorlopende
leerwatvan
de PO
plannen
engemaakt
zorglijnen
naar opleveren.
VO en de verbetering
Verwacht
Resultaatinen
van
de determinatie
demeerjarenperspectief
onderbouw. Specifiek
De begroting
voor 2012
laat een negatieve exploiworden
in het kader
van onderwijsinnovatie
zien van € 0,5
Het tekortvan
is het
detatie
mogelijkheden
vanmiljoen.
de ontwikkeling
een
gevolg van het feit
dat
op de normatieve rijksbijberoepsgerichte
havo
verkend.
geen indexering
Het
Indrage
het verlengde
van het wordt
projecttoegepast.
kwaliteitszorg
ministerie
aangegeven
de financiële
wordt
op alleheeft
vestigingen
extradat
ingezet
op bewustgevolgen
de afgesloten
niet geheel
wording
vanvan
kwaliteitszorg
en CAO-VO
het optimaal
gecompenseerd
zullen worden
in de bekostiging.
gebruiken
van instrumenten
en procedures.
Alsgaat
gevolg
hiervan
eende
gat
ontstaan
tussen
Het
hierbij
zowelisom
kwaliteit
van
het de
personele lastenals
enerzijds
en de daarop betrekonderwijsproces
van de verantwoording
over
kingkwaliteit.
hebbende
anderzijds.
deze
Bijbekostiging
de realisatie
hiervan zal het
De gevolgen van
in 2008 afgesloten
CAO-VO
Bestuursbureau
dede
vestigingen
van het Dollard
wordenondersteuning
voor slechts 0,8%,
vanMet
de ingang
loonkosten
College
bieden.
van van
het onderwijzend
personeel,
in de normatieve
schooljaar
2010-2011
is een auditteam
gestart
rijksbijdrage
Voor
compensatie
bestaande
uit gecompenseerd.
een aantal vaste en
wisselende
van de gestegen
pensioenpremie
wordt
0,29%
deelnemers.
De vaste
deelnemers zijn
bestuurstoegevoegd
de rijksbijdrage.
De compensatie
adviseurs
vanaan
Onderwijs
& Kwaliteitszorg.
wordt echter van
geheel
teniet gedaan
door de
korting
Medewerkers
de diverse
vestigingen
maken
van 1,05%
in verband
met
de kasschuif
wisselend
deel
uit van het
auditteam.
Het van
is de2010.
Het ministerie
komt doorgaans
pas
in november
bedoeling
uiteindelijk
één keer per
twee
jaren
hetvestiging
lopendeeen
begrotingsjaar
met definitieve
opvan
elke
audit uit te voeren.
Als er
informatietoe
over
normatievenaar
bekostiging
zodat
aanleiding
is, de
bijvoorbeeld
aanleiding
adequaat
bijsturen
het lopende jaar moeilijk
is.
van
indicaties
van deinOnderwijsinspectie
of
In het huidige
onzekere
economischewordt
klimaat
opbrengsten
van
eigen onderzoeken,
de is
het daarom
omzo
vooruit
lopen
audit
eens perniet
jaarverantwoord
uitgevoerd en
nodigtevaker
een mogelijke
extra prijsindexering.
opopspecifieke
onderdelen.
Het ziet ernaar uit dat de invoering van passend
Om weervoor
te komen
tot eeneen
sluitende
exploitatie
onderwijs
alle scholen
verplichting
gaat
heeft het
College
van Bestuur
bezuinigingen
worden.
Om
te voldoen
aan de wettelijke
eisen
opgenomen
in de
Deze bezuinimoeten
scholen
aanbegroting
bepaalde2012.
voorwaarden
gingen (referentiekader
zijn in de begroting
verwerkt
en daarmee
voldoen
passend
onderwijs).
nadrukkelijk
alle betrokkenen.
Om
dit procestaakstellend
goed binnenvoor
de verschillende
Een deel van
deze bezuinigingen
organisaties
gestalte
te geven is er kan
een direct
bedrag
worden geëffectueerd
en het
meeste
zal bij de
opgenomen
in de begroting.
Om
bovenstaande
aanvang van hetvernieuwingen
schooljaar 2012-2013
zijn beslag
onderwijskundige
en ontwikkelinmoeten
gevolg
daarvan
resteert
voor
gen
goed krijgen.
vorm teAls
kunnen
geven
is, naast
extra
2012inwel
een begroot
tekortvan
vanbijna
€ 0,5€miljoen.
inzet
formatie,
een bedrag
0,24
Het College
van Bestuur
het niet
verantwoord
miljoen
gereserveerd
in devindt
begroting
2011.
om in het schooljaar 2012-2013 nog verder te
bezuinigen omdat daarmee de kwaliteit van het
Vestigingsbudget
onderwijs
zeer
onder heeft
druk komt
te staan.
Het
Collegetevan
Bestuur
de vestigingsbudgetten voor 2011 aangepast aan de prijsontwikkelingen. Voor het verstrekken van
lesmaterialen en boeken aan de leerlingen
ontvangen de vestigingen een bedrag gelijk
aan de ontvangen bekostiging van het ministerie.
Voor het overige zijn de vestigingsbudgetten
met 7,1% ten opzichte van 2010 verhoogd.