Rijnstad Kindcentra_Pedagogisch Beleidsplan 2014-2015

Pedagogisch
beleid
Kindcentra 2,5 tot 4 jaar
2014-2015
2
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Vooraf
In veel gemeenten in het land wordt nagedacht hoe de voorschoolse voorzieningen
en het primair onderwijs hun samenwerking inhoudelijk en organisatorisch het beste
vorm kunnen geven. Het belang dat daarbij wordt nagestreefd is dat kinderen gezond
opgroeien en zich in alle opzichten goed kunnen ontplooien, zonder dat zij daarbij te veel
tussen meerdere voorzieningen ‘heen en weer gesleept’ moeten worden.
Ook in Arnhem leeft al geruime tijd de vraag hoe het aanbod en de structuur van
voorzieningen voor jonge kinderen er in de toekomst uit zou moeten zien. De centrale
vraag hierbij is op welke wijze het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang hun krachten
kunnen bundelen en kunnen uitgroeien tot algemene basisvoorzieningen.
Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat Rijnstad haar peuterspeelzalen heeft
doorontwikkeld tot kindcentra 2,5 tot 4 jaar.
In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven hoe we op de kindcentra 2,5 tot 4 jaar,
met de kinderen omgaan (het pedagogisch handelen) en waarom we dit zo doen (onze
pedagogische visie).
We beschrijven:
• de functie van het kindcentrum;
• de visie op ontwikkeling, opvoeding en verzorging van kinderen;
• de uitgangspunten die we innemen als kindcentrum;
• de doelen die we hebben met het kindcentrum.
Voor u ligt ons nieuwe pedagogisch beleidsplan waarin landelijke en lokale (beleids)
ontwikkelingen zijn meegenomen.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
3
4
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Inhoudsopgave
1
De context van het ontwikkelde pedagogisch beleid
1.1 VVE- (Voor- en Vroegschoolse Educatie)beleid in Arnhem
1.2 De uitgangspunten voor de kindcentra van Rijnstad
2
De taak, het ambitieniveau en de samenwerking met ouders
2.1 Wat is een kindcentrum?
2.1.1Stamgroep
2.2 De kindcentra van Rijnstad
2.3 Het ambitieniveau
2.3.1 Spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en
ondersteunen uitgewerkt
7
7
10
10
10
11
11
3
Visie op opvoeding en ontwikkeling
3.1 De pedagogische visie van Rijnstad
3.1.1 Emotionele veiligheid
3.1.2 Ontwikkelen van persoonlijke competentie
3.1.3 Ontwikkelen van sociale competentie
3.1.4 Overbrengen van waarden en normen
3.2 De belangrijkste uitgangspunten van het pedagogisch beleid van Rijnstad
3.3 De visie van Rijnstad op de ontwikkeling van kinderen
13
13
13
14
14
15
15
4
‘Kaleidoscoop’ op de kindcentra
4.1 Achtergrondinformatie van Kaleidoscoop
4.2 De uitgangspunten van Kaleidoscoop
4.2.1 Sleutelervaringen
4.3 De belangrijkste voorwaarden voor een goede ontwikkeling van kinderen
4.3.1 De houding van de leidsters
4.3.2 Het spelen en de ontwikkeling van de peuter
4.3.3 De leeromgeving
4.3.4 Het dagschema
4.3.5 Observatie
4.3.6 Taalstimulering
4.3.7 Het ‘rad van avontuur’
16
16
17
17
17
17
18
18
18
19
19
5
De contacten met ouders
5.1 Visie van Rijnstad op het contact met ouders
5.1.1Ouderbetrokkenheid
5.1.2Wenbeleid
5.1.3 Ouderparticipatie
5.2Klachtenregeling
20
20
22
23
23
6
De ondersteuning en begeleiding van zorgkinderen
6.1 Wat verstaan wij onder zorgkinderen?
6.2 Welke extra zorg kan Rijnstad bieden?
6.3 Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
6.4 Grensoverschrijdend gedrag in de kindcentra
6.4.1 Wat is grensoverschrijdend gedrag?
6.4.2 Aanpak grensoverschrijdend gedrag
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
25
25
26
26
26
27
5
7
De samenwerking van de kindcentra met organisaties
7.1 De consultatiebureau’s
7.2 De Speelmorgen
7.3 De OuderProgramma’s
7.4 Interne zorgstructuur
7.5 Logopedie
7.6 Gebiedsteams Jeugd
7.7 De Brede School
7.8 Pilots
7.9 Peutergym
28
28
28
29
29
29
30
30
31
8
Veiligheid en gezondheid
8.1Veiligheid
8.1.1 Risico-inventarisatie Veiligheid
8.1.2 Het omgaan met ongevallen
8.1.3Vier-ogenprincipe
8.1.4 Brandpreventie
8.2 Gezondheid
8.2.1 Risico-inventarisatie gezondheid
8.2.2 Persoonlijk hygiëne
8.2.3 Eten en drinken
8.2.4 Zindelijk worden
8.2.5 Zieke kinderen
32
32
32
33
33
33
33
34
34
34
35
9
Kwaliteit
36
10
Geraadpleegde bronnen
37
Bijlagen
Bijlage 1:
Bijlage 2:
Bijlage 3:
Bijlage 4:
6
Sleutelervaringen
Overzicht van materialen
Dagschema
Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge Kinderen
Locatiespecifieke informatie
39
41
46
47
49
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
1. De context van het ontwikkelde
pedagogisch beleid
Bij het formuleren van ons pedagogisch beleid, hebben we rekening gehouden met de
landelijke en lokale (beleids)ontwikkelingen en kaders. De belangrijkste ontwikkelingen
en kaders daarbij zijn landelijk: de Wet OKE (2010), Pilots Startgroepen (2011) en het
Regeerakkoord Rutte II ‘Bruggen Bouwen’(2012). Lokaal zijn de belangrijkste kaders:
de nota ‘Onderwijsachterstanden 2011 - 2014’, de nota ‘Visie op het jonge kind’ (maart
2010) en de vervolgnota ‘Praktijk’(april 2013). De kern van de genoemde ontwikkelingen
en kaders beschrijven we hier onder.
1.1
VVE- (Voor- en Vroegschoolse Educatie)beleid in Arnhem
Vanaf 2000 heeft de regeling Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) van het Ministerie
van Onderwijs en Wetenschappen de aanzet gevormd voor een grootschalige invoering
van programma’s VVE. In Arnhem heeft dit geleid tot de stedelijke invoering van het VVEprogramma ‘Kaleidoscoop’.
Het doel van VVE is: het voorkomen, vroegtijdig opsporen en aanpakken van taal- en
onderwijsachterstanden bij jonge kinderen met als resultaat een aanzienlijke vergroting
van kansen aan het begin van de schoolloopbaan. De ambitie van de gemeente Arnhem
is er op gericht dat alle kinderen goed voorbereid naar groep 3 van het basisonderwijs
gaan.
Hoe eerder wordt begonnen met het voorkomen en inlopen van ontwikkelings- en
onderwijsachterstanden bij de doelgroep, hoe effectiever het is.
Dit wordt vormgegeven in het Arnhemse VVE-beleid:
• Een doorgaande lijn van voorschoolse voorziening naar vroegschoolse educatie
(groep 1 en 2 van het basisonderwijs);
• volgens de algemene methodiek Kaleidoscoop;
• met extra taalaanbod en taalondersteuning;
• observaties vastleggen in het kindvolgsysteem OVM;
• programma’s voor ouderbetrokkenheid.
In lijn met de Wet OKE worden alle gewichtenkinderen van 2,5 tot 6 jaar woonachtig
in Arnhem tot de doelgroep van VVE gerekend. Hierbij wordt uitgegaan van de nieuwe
gewichtenregeling. Tevens worden in Arnhem kinderen 0 tot 4 jaar op basis van risicoindicatoren door het consultatiebureau, of door de kindvoorziening 0 tot 4 jaar in
samenwerking met het consultatiebureau, als doelgroepkind aangemerkt. Risicofactoren
liggen met name op het terrein van taalontwikkeling en sociaal-emotionele factoren.
Daarnaast behoren de kinderen van inburgeraars tot de doelgroep.
1.2
De uitgangspunten voor de kindcentra van Rijnstad
In het kader van de ‘Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012’ geven de
kindcentra van Rijnstad uitvoering aan de volgende activiteiten:
1. Jaarlijks worden op alle kindcentra de veiligheids- en gezondheidsrisico’s
geïnventariseerd. Het betreft een beschrijving van de veiligheids- en
gezondheidsrisico’s voor alle voor de kinderen toegankelijke ruimtes (inclusief
de buitenspeelruimte) en een plan van aanpak waarin is aangegeven welke
maatregelen, op welke termijn worden genomen.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
7
2. De kindcentra werken volgens de landelijke richtlijnen vastgestelde Meldcode
Kindermishandeling en het protocol grensoverschrijdend gedrag.
3. Alle leidsters hebben een opleiding op minimaal PW niveau 3. Alle leidsters
beschikken over een actuele Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Er is sprake van
continue screening van leidsters.
4. De voertaal in het kindcentrum is het Nederlands. Alle leidsters zijn gescreend op
hun taalniveau. Rijnstad streeft ernaar dat alle leidsters taalniveau 3F beheersen.
5. Kinderen die aangemerkt zijn voor VVE worden vier dagdelen (in principe twee
ochtenden en twee middagen) voor 12,5 uur per week op het kindcentrum
geplaatst. Alle overige kinderen worden 2 dagdelen geplaatst. Een ochtenddagdeel
duurt 3,5 uur en een middagdagdeel 2,75 uur.
6. De kinderen worden geplaatst vanaf 2,5 jaar. Bij 4-jarige leeftijd verlaten de kinderen
het kindcentrum.
7. De kinderen maken deel uit van een groep van maximaal 16 kinderen van 2,5 tot 4
jaar. Per 8 kinderen wordt er één leidster ingezet.
8. De peuters die zijn aangemerkt voor VVE zitten tijdens vier dagdelen in vaste
groepen met een eigen groepsruimte, de zogenaamde stamgroep. Ook de
kinderen die niet zijn aangemerkt voor VVE zitten in een vaste groep met een eigen
groepsruimte. Tijdens de peutergym en tijdens incidentele activiteiten, zoals een
bezoek aan de bibiliotheek of een voorstelling verlaten de kinderen tijdelijk de eigen
groepsruimte. Tijdens de peutergym maken de peuters gebruik van een gymzaal in
het gebouw.
9. De kindcentra maken met grote regelmaat gebruik van stagiaires, assistent-leidsters
en/ of vrijwilligers. Deze worden boventallig ingezet en worden altijd begeleid door
een leidster. Deze stagiaires, assistent-leidsters of vrijwilligers staan niet alleen op
een groep.
10.Iedere leidster werkt op een vaste groep op vaste dagdelen in de week en is mentor
van een aantal toegewezen kinderen. Van deze kinderen is zij de contactpersoon
voor de ouders.
11.Vanaf 2014 wordt er gestreefd naar de inrichting van oudercommissies op de
kindcentra van Rijnstad.
12.Volwassenen zijn niet alleen in het kindcentrum aanwezig.
13.Voor de kindcentra is een intern en extern klachtenreglement aanwezig.
14. Onze leidsters zetten zich dagelijks in om er voor ieder kind een geslaagde dag van te
maken. Op het kindcentrum maar soms ook daarbuiten. Geregeld ondernemen we
uitstapjes in de buurt, bijvoorbeeld naar de speeltuin, naar de kinderboerderij, de
bibliotheek of we bezoeken een theatervoorstelling. Ook spelen we in op nationale
thema’s, zoals het Nationale Voorleesontbijt en de Peutermaand. Bij uitstapjes en
andere (feestelijke) activiteiten roepen wij dan ook graag de hulp in van enthousiaste
ouders.
15. Op het kindcentrum werken verschillende medewerkers. Ouders hebben het meeste
contact met de mentor van het kind. De leidsters stimuleren de ontwikkeling van de
kinderen in een veilige en vertrouwde omgeving. Leidsters hebben een afgeronde
opleiding op mbo- of hbo-niveau. Daarnaast bieden alle kindcentra van Rijnstad
leer-/werkplekken aan assistent-leidsters, stagiaires en vrijwilligers.
16. In onze kindcentra zijn altijd minimaal twee beroepskrachten aanwezig. Wij werken
dus altijd met het vierogenprincipe.
17. Er wordt gewerkt met een wenperiode voor de kinderen. Uitgangspunt is dat ouders
de eerste keer op de groep blijven. Ouders zien zo het verloop van een dagdeel, de
ervaringen van het kind en krijgen een indruk van de leidsters. Soms zal een ouder de
peuter al na een dagdeel alleen kunnen laten. Sommige peuters en ouders hebben
8
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
meerdere dagdelen nodig om zich veilig te voelen op het kindcentrum. De mentor
overlegt met de ouders over het nemen van afscheid. Door duidelijk afscheid te
nemen weet het kind dat de ouder vertrekt.
18. Op het moment is het nog niet mogelijk om kinderen op onze locaties gebruik te
laten maken van extra dagdelen.
In het kader van het Arnhems VVE-beleid geven de kindcentra van Rijnstad uitvoering
aan de volgende activiteiten:
1. De kindcentra werken aan een doorgaande lijn van voorschoolse voorziening naar
groep 1 en 2 van het basisonderwijs. Dat wil zeggen dat de signalering en aanpak
start in de voorschoolse periode en die wordt voortgezet in de basisschool.
2. Hiertoe werken de leidsters en leerkrachten met eenzelfde methodiek, namelijk het
programma Kaleidoscoop. De leidsters hebben daarnaast aanvullende opleidingen
gevolgd voor de uitvoering van VVE en zijn hiervoor gecertificeerd.
3. De kindcentra richten zich op de brede ontwikkelingsstimulering met extra
taalaanbod en extra taalondersteuning. Interactief taalonderwijs en de didactiek van
‘Met Woorden in de Weer’ en ‘LOGO 3000’ zijn hierbij de uitgangspunten.
4. Het kindvolgsysteem dat gebruikt wordt is het Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge
Kinderen (OVMZJK). De overdracht van kinderen van voor- naar vroegschools op de
VVE-locaties gebeurt middels het OVM.
5. De verbetering van de kwaliteit van het VVE-aanbod in de kindcentra gebeurt door
meer opbrengstgericht te werken: VVE-doelen invoeren, uitvoeren, meten, evalueren
en bijstellen.
6. De kindcentra van Rijnstad leveren per kwartaal de bezettings- en uitstroomgegevens
van de kindcentra aan bij Stichting PAS.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
9
2. De taak en het ambitieniveau
2.1
Wat is een kindcentrum?
De kindcentra van Rijnstad vallen onder de Wet Kinderopvang. Volgens de Wet
Kinderopvang en het kwaliteitskader voor peuterspeelzalen (Wet OKE) luidt de definitie
van de kinderopvang: ‘het bedrijfsmatig en anders dan om niet verzorgen, opvoeden en
bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het
voortgezet onderwijs voor die kinderen begint’. In de kindcentra van Rijnstad worden
vooralsnog peuters van 2,5 tot 4 jaar opgevangen tot het tijdstip waarop de kinderen
kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
Een kindcentrum is een plek om te spelen. Spelen is de kern, de kwaliteit en de kracht
van de kindcentra van Rijnstad. Voor de meeste kinderen is het voldoende als hen een
uitnodigende, veelzijdige en veilige speelomgeving wordt aangeboden. Jonge kinderen
ontwikkelen zich vooral via spel. Spelenderwijs en in interactie met andere kinderen en
leidsters vergroten kinderen hun woordenschat en ontwikkelen zij hun sociale, creatieve,
motorische en cognitieve vaardigheden. Elk kind doet dit op zijn eigen wijze en in
eigen tempo. Het kindcentrum biedt een eigen pedagogisch milieu, in aanvulling op de
thuissituatie, waarin kinderen zich al spelend ontwikkelen.
2.1.1Stamgroep
De peuters die zijn aangemerkt voor VVE zitten tijdens vier dagdelen in vaste groepen
met een eigen groepsruimte. Ook de kinderen die niet zijn aangemerkt voor VVE zitten
in een vaste groep met een eigen groepsruimte. Tijdens de peutergym en tijdens
incidentele activiteiten verlaten de kinderen de eigen groepsruimte tijdelijk.
2.2
De kindcentra van Rijnstad
De kindcentra van Rijnstad bieden VVE aan. Er worden kinderen van 2,5 tot 4
jaar en kinderen van 2,5 tot 4 jaar die tot de doelgroep van het gemeentelijke
onderwijsachterstandenbeleid behoren, op een gestructureerde basis samengebracht.
Onder deskundige begeleiding wordt aan de hand van een programma gewerkt aan het
bevorderen van sociaal gedrag en persoonlijkheidsontwikkeling, evenals het voorkomen
van (taal)achterstanden.
De kindcentra van Rijnstad zijn een ontwikkelingsgerichte, preventieve voorschoolse
basisvoorziening:
• Ontwikkelingsgericht: aan jonge kinderen worden optimale ontwikkelingskansen
geboden en de leidsters stimuleren deze kinderen zodat ze zich breed kunnen
ontwikkelen - ’spelen is leren en ontwikkelen’.
• Preventief: de kindcentra leveren een belangrijke bijdrage aan het voorkomen en tijdig
signaleren van ontwikkelingsachterstanden en de kindcentra dragen zorg voor een
ononderbroken ontwikkelingslijn.
• Basisvoorziening: de kindcentra zijn in gelijke mate voor elk kind toegankelijk.
10
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
2.3
Het ambitieniveau
2.3.1 Spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen
Spelen
Spelen is de kern, de kwaliteit en de kracht van de kindcentra van Rijnstad. Kinderen
leren en ontwikkelen zich spelenderwijs.
Op het kindcentrum worden kinderen gestimuleerd om veelzijdige speelervaring op te
doen, zowel individueel als met elkaar.
Ontmoeten
In het kindcentrum doen kinderen vaak voor het eerst ervaring op in het spelen met
leeftijdgenootjes en het ontmoeten van andere volwassenen. Hier leren ze in een veilige
omgeving onder deskundige begeleiding geleidelijk aan te spelen met andere kinderen,
zich aan regels te houden en rekening te houden met elkaar.
Ontwikkelingsstimulering
Ontwikkelingsstimulering gebeurt door vanuit een pedagogisch kader doelbewust
met de begeleiding en ontwikkeling van het kind op een kindcentrum bezig te zijn. Dit
betekent:
• op een gerichte, bewuste en herkenbare wijze uitnodigende speelsituaties creëren;
• passend spelmateriaal aanbieden en ruimtes uitdagend en stimulerend inrichten;
• werken met professionele leidsters die actief (individueel en groepsgewijs) inspelen
op wat het kind aangeeft op het terrein van rekenen, taal, motoriek en sociaalemotionele ontwikkeling. In toenemende mate wordt er gewerkt naar eindtermen
(Opbrengstgericht Werken) of naar van tevoren vastgestelde en te behalen
ontwikkelings- en leerresultaten.
Volgen en signaleren
De kindcentra hebben als taak ieder kind op een systematische en methodische wijze
te volgen in zijn/haar ontwikkeling en welbevinden. Deze op objectieve wijze verkregen
informatie is van belang om kinderen in hun ontwikkeling te begeleiden en te stimuleren.
Blijkt uit het volgen van een kind dat er aanleiding is voor zorg, dan kan een gerichte
signalering, uitgevoerd door deskundigen de volgende stap zijn. Uiteraard gebeurt dit
in nauw overleg en met instemming van de ouders. Een stappenplan geeft zowel aan
leidsters als ouders duidelijkheid over te zetten stappen.
Ondersteunen
De kindcentra sluiten aan bij het onderwijs door naast spelen, ontmoeten, ontwikkelen
en signaleren, de peuters te ondersteunen bij eventuele ontwikkelingsachterstanden.
Naast signaleren bieden zij daadwerkelijke begeleiding om deze achterstanden te
bestrijden met behulp van handelingsplannen.
Vormgeven doorgaande lijn
Een kindcentrum is een schakel in de ontwikkelketen van kinderen en daarmee een
essentiële partner in de uitvoering van lokaal jeugdbeleid. Partner zijn in het lokaal
jeugdbeleid betekent onder meer dat de kindcentra hun aanbod in samenhang met
andere voorzieningen uitvoert, zoals het basisonderwijs en jeugd(gezondheids)zorg.
Voor de leidsters van de peuterspeelzalen betekent dit dat zij:
• bijdragen aan het verbeteren van de doorgaande lijn van voorschoolse voorziening
naar het basisonderwijs op pedagogisch-didactisch gebied, in de warme overdracht
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
11
van kinderen en door samenwerking in zorg en begeleiding (conform de adviezen van
de onderwijsinspectie VVE, maart 2010);
• deelnemen aan werkgroepen VVE in het kader van de Brede School;
• de gegevens van peuters digitaal overdragen naar het basisonderwijs met behulp van
het ‘Ontwikkelingsvolgmodel (OVM)’ (indien de ouders daarvoor toestemming hebben
gegeven).
12
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
3. Visie op opvoeding en ontwikkeling
3.1
De Pedagogische visie van Rijnstad
Voor een optimale ontwikkeling heeft een kind een omgeving nodig waar groei mogelijk
is. Belangrijke voorwaarde voor een goede ontwikkeling is dat een kind zich thuis voelt
op het kindcentrum.
Als een kind zich emotioneel veilig voelt, kan het zich openstellen voor wat er om hem
heen gebeurt en is er ruimte voor persoonlijke en sociale ontwikkeling.
Rijnstad gaat er vanuit dat drie factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van
kinderen, door Malguzzi (Reggio Emilia) ook wel de ‘drie pedagogen’ genoemd:
• eerste pedagoog: de andere kinderen;
• tweede pedagoog: de volwassenen/leidsters;
• derde pedagoog: de ruimte, activiteitenaanbod en materialen.
In de kern wil Rijnstad zoveel mogelijk tegemoet komen aan de basisbehoeften van
elk kind. In het pedagogisch handelen sluiten de leidsters aan bij de vier pedagogische
doelen van Marianne Riksen Walraven.
3.1.1 Emotionele veiligheid
De leidsters bieden de kinderen een sfeer van geborgenheid zodat de kinderen zich veilig
en op hun gemak voelen. Kinderen ontwikkelen een gevoel van veiligheid als hun sociale
en materiële omgeving hen voldoende houvast en steun biedt.
Om emotionele veiligheid te kunnen bieden zijn de volgende zaken van belang:
• De omgang (aanwezigheid) met bekende leeftijdgenootjes in een vaste groep is
gewaarborgd.
• De leidsters ondersteunen het kind sensitief, tonen respect en waardering en geven
de kinderen zoveel mogelijk positieve aandacht. De leidsters handelen consequent en
voorspelbaar.
• De inrichting van het kindcentrum is vertrouwd en met herkenbare hoeken.
• De leidsters hanteren een vast en voorspelbaar dagschema.
3.1.2 Ontwikkelen van persoonlijke competentie
Met persoonlijke competentie worden persoonskenmerken bedoeld zoals: veerkracht,
zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit.
Kinderen die zich veilig voelen zullen hun wereld verder gaan verkennen. Ze gaan op
zoek naar nieuwe ervaringen en de grenzen van het eigen kunnen. De omgeving moet
voldoende stimulerend maar ook geordend zijn, zodat kinderen keuzes kunnen maken,
naar die keuzes kunnen handelen en hun mogelijkheden leren kennen. Hierbij spelen
zowel de leidsters als het materiaal en de ruimte een belangrijke rol.
Als voorwaarden voor persoonlijke competentie zijn de volgende zaken van belang:
• De leidsters stimuleren de kinderen elkaars handelen en spel te respecteren.
• De leidsters geven ruimte voor veel eigen initiatief van het kind, waarderen de
autonomie van het kind, stimuleren het kind om (nieuwe) activiteiten te ondernemen
en verstoren het spel niet onnodig.
• De ruimte/de hoeken en het materiaal zijn voldoende uitdagend waardoor kinderen
ongestoord kunnen spelen. Het materiaal is voorzien van labels. Dit zorgt ervoor
dat kinderen overzicht en inzicht hebben in materialen(gebruik) en vergroot het
zelfstandig handelen.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
13
3.1.3 Ontwikkelen van sociale competentie
Met sociale competentie wordt bedoeld de kennis en vaardigheden op het vlak van
samenspelen, anderen helpen, op de beurt wachten, omgaan met conflictsituaties en
rekening houden met elkaar.
Kinderen ontwikkelen deze vaardigheden in de interacties met de leidsters en de andere
kinderen. De leidsters spelen een belangrijke rol omdat zij de interacties tussen kinderen
kunnen versterken of verbeteren, bijvoorbeeld door ondersteuning van het groepswerk
of de ondersteuning bij het oplossen van conflicten.
Als voorwaarden voor sociale competenties zijn de volgende zaken van belang:
• De leidsters zorgen voor veelvuldige en intensieve contacten tussen kinderen
onderling.
• De leidsters stimuleren en begeleiden de sociale interactie tussen kinderen en
onderhouden zelf ook een goede sociale interactie met het kind.
• De ruimte/hoeken en materialen zijn zodanig ingericht dat kinderen zich uitgedaagd
voelen tot gezamenlijke activiteiten in kleine en grotere groepen.
3.1.4 Overbrengen van waarden en normen
Waarden en normen gaan over de manier waarop mensen met elkaar omgaan.
Het gedrag van de leidster speelt ook hierin een belangrijke rol. Dit uit zich in
voorbeeldgedrag, in het al of niet respectvol omgaan met elkaar, het hanteren van
gedragsregels en omgangsregels. Ook kunnen bepaalde rituelen, projecten, activiteiten
en materialen bijdragen aan het overbrengen van culturele waarden en normen.
Als voorwaarden voor het overbrengen van waarden en normen zijn de volgende zaken
van belang:
• De kinderen hebben contact met kinderen met verschillende sociale/culturele
achtergronden.
• De leidsters hebben inzicht in eigen handelen, zijn zich voldoende bewust van eigen
waarden en normen en de rol die zij spelen bij het overdragen van waarden en
normen naar de kinderen toe.
• De ruimte/hoeken en materialen vormen een afspiegeling van de geldende waarden
en normen.
14
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
3.2
De belangrijkste uitgangspunten van het pedagogisch beleid
van Rijnstad
• De leidsters vinden het belangrijk dat kinderen in een vertrouwde omgeving, op eigen
initiatief en in hun eigen tempo hun mogelijkheden leren kennen;
• De leidsters willen dat kinderen zich uitgenodigd voelen en gestimuleerd worden zich
zo breed mogelijk te ontwikkelen;
• De leidsters willen de kinderen ondersteunen, stimuleren en begeleiden door hen
op een systematische en methodische wijze in hun ontwikkeling te volgen en nieuwe
uitdagingen aan te bieden;
• De leidsters vinden het belangrijk dat kinderen de kans krijgen kind te zijn. Het spelen
en spelenderwijs leren staat voorop;
• De leidsters accepteren alle kinderen in hun eigenheid;
• De leidsters vinden het belangrijk dat kinderen zich uitgenodigd voelen en
gestimuleerd worden relaties met andere kinderen en volwassen aan te gaan;
• De leidsters stimuleren de kinderen zeggenschap te hebben over hun eigen omgeving;
• De leidsters vinden het belangrijk dat een kind leert respect te hebben voor anderen
en voor de omgeving;
• De leidsters vinden het belangrijk om een goede relatie met ouders aan te gaan.
3.3
De visie van Rijnstad op de ontwikkeling van kinderen
‘Kennis komt niet voort uit de dingen, noch uit het kind, maar uit de interactie tussen het
kind en de dingen’ (Jean Piaget)
Rijnstad gaat uit van een ontwikkelingsgerichte benadering. Dat betekent dat kinderen
veel ruimte nodig hebben voor eigen initiatief en dat de omgeving en de rol van de
leidster hierop van invloed zijn. De ontwikkeling van het kind wordt als ware ‘uitgelokt’
(actief leren). De leidster volgt het ontwikkelingsproces en probeert het kind een stapje
verder te brengen. Zij heeft een ondersteunende en begeleidende rol. Uitgangspunt
hierbij is dat:
• kinderen hun vermogens ontwikkelen in een voorspelbare volgorde. In elke
ontwikkelingsfase zoekt het kind een evenwicht tussen de uitdaging die de omgeving
biedt en de vaardigheden waarover het beschikt. Iedere fase moet door het kind ten
volle beleefd en doorleefd worden: daardoor kunnen de vaardigheden die in een
bepaalde fase verworven moeten worden, zich maximaal ontplooien;
• elk kind een unieke persoonlijkheid is en unieke kenmerken heeft. Het leerproces
hangt altijd samen met de kenmerken die een kind heeft en de kansen die het krijgt
• er perioden zijn in een levenscyclus waarin bepaalde vaardigheden het meest efficiënt
kunnen worden geleerd.
Rijnstad stelt zich ten doel om elke peuter, op zijn eigen wijze in zijn eigen tempo
optimale mogelijkheden te bieden voor de ontwikkeling van zijn unieke kwaliteiten.
Rijnstad doet dat door:
• het aanbieden van het VVE-programma ‘Kaleidoscoop’;
• het ontmoeten, volgen, stimuleren, signaleren en ondersteunen van kinderen;
• het bijdragen aan een doorgaande ontwikkelingslijn om zo de overgang naar het
basisonderwijs te vergemakkelijken.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
15
4. ‘Kaleidoscoop’ op de kindcentra
Op alle kindcentra van Rijnstad wordt gewerkt met het VVE-programma ‘Kaleidsocoop’.
Dit programma wordt volledig uitgevoerd met een leidster-kindratio van twee leidsters
op een groep van maximaal 16 peuters, met daarnaast als het mogelijk is een stagiaire,
assistent-leidster en/ of vrijwilliger. De peuters van 2,5 tot 4 jaar nemen minimaal
twee dagdelen in een vaste groep deel aan het programma. Kinderen die voor VVE zijn
aangemerkt nemen vier dagdelen in een vaste groep deel aan het programma.
4.1
Achtergrondinformatie van Kaleidoscoop
‘Kaleidoscoop’ is gebaseerd op de Amerikaanse methode HIGH/Scope. De grondlegger
David Weikart, startte in 1962 met een educatief programma voor peuters en kleuters.
Deze educatieve methode is gebaseerd op de cognitieve ontwikkelingstheorie van
Jean Piaget (1896-1980), de onderwijsvisie van John Dewey (1859-1952) en de kijk op
ontwikkeling van Lev Semeovich Vygotsky (1896-1934).
Actief leren is de kern van ‘Kaleidoscoop’. Het programma gaat ervan uit dat kinderen
kennis verwerven en vaardigheden ontwikkelen door actief betrokken te zijn bij mensen,
materialen, gebeurtenissen en ideeën. De kinderen wordt een stimulerende en veilige
omgeving aangeboden. Daardoor zijn zij vanuit hun eigen intrinsieke motivatie bezig en
kunnen zij veel zelf.
Een actieve leersituatie heeft vijf kenmerken:
1.Kinderen hebben de beschikking over voor hen interessante materialen.
2.Kinderen kunnen met de materialen spelen zoals zij willen.
3.Kinderen kunnen eigen doelen stellen en zelf bepalen waarmee ze spelen en wat ze
gaan doen.
4.Kinderen laten op hun eigen manier weten wat ze aan het doen zijn en wat ze hebben
gedaan;
5.Volwassenen ondersteunen wat de kinderen gaan doen.
4.2
De uitgangspunten van Kaleidoscoop
De belangrijkste uitgangspunten van Kaleidoscoop zijn:
1.Kinderen verwerven kennis door hun actieve betrokkenheid bij mensen, materialen,
gebeurtenissen en ideeën, een proces dat gebaseerd is op motivatie van binnenuit
(intrinsieke motivatie).
2.Kinderen ontwikkelen hun vaardigheden in een voorspelbare volgorde, maar ieder
kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. De steun van de volwassenen draagt bij aan
de sociale-, taal-, creatieve-, motorische- en cognitieve ontwikkeling.
3.Constante ondersteuning en respect van de volwassenen voor de keuzes van de
kinderen, hun gedachten en daden versterken het gevoel van eigenwaarde, het
verantwoordelijkheidsbesef, de zelfbeheersing en de kennis.
4.Zorgvuldige observatie van individuele kinderen is noodzakelijk om op de hoogte
te zijn van het niveau van ontwikkeling en het is nodig om de juiste interacties met
kinderen te kunnen plannen en uitvoeren.
16
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
4.2.1Sleutelervaringen
Sleutelervaringen beschrijven de sociale-, taal-, creatieve-, motorische-, en cognitieve
ontwikkeling van peuters. Het woord sleutel geeft aan dat het om een belangrijke,
essentiële ervaring gaat, waar door duidelijk wordt hoe kinderen kennis verwerven.
Het woord ervaring geeft aan dat kinderen die kennis verwerven door op verschillende
momenten gevarieerde ervaringen op te doen, bij voorkeur op eigen initiatief.
Iedere sleutelervaring omschrijft een ervaring die essentieel is voor de ontwikkeling
van een peuter. Ze beschrijven wat kinderen doen, hoe zij de wereld ervaren en welke
ervaringen belangrijk zijn voor hun ontwikkeling.
Sleutelervaringen worden gebruikt als:
• houvast bij het observeren;
• kader voor plannen;
• leidraad voor interacties.
Zie bijlage 1 voor een overzicht van de sleutelervaringen.
4.3
De belangrijkste voorwaarden voor een goede ontwikkeling
van kinderen
4.3.1 De houding van de leidsters
Constante ondersteuning en respect van de leidsters voor de keuzes, gedachten en
daden van de kinderen, versterken het zelfbewustzijn van de kinderen. De leidster
ondersteunt de actieve betrokkenheid en het initiatief van de kinderen. Positieve
interacties zijn daarbij van het grootste belang, zodat de kinderen zich veilig en
vertrouwd voelen.
Leidsters leveren een bijdrage aan een klimaat waarin actief leren kan plaatsvinden. Dit
doen zij door:
• de zeggenschap met de kinderen te delen;
• zich te richten op wat de kinderen kunnen;
• met respect om te gaan met de kinderen;
• op sommige momenten de ‘leiding’ uit handen durven te geven;
• het spel van de kinderen te ondersteunen;
• een probleemoplossende aanpak van conflicten te hebben.
4.3.2 Het spelen en de ontwikkeling van de peuter
In de kindcentra staat het spelen van de kinderen voorop. Spelen is leuk voor kinderen,
het is voor hen iets vanzelfsprekends. Het spelen komt de ontwikkeling van een kind
ten goede. Kinderen verwerven kennis door hun actieve betrokkenheid bij mensen,
materialen, gebeurtenissen en ideeën. Kinderen ontwikkelen hun vaardigheden in een
voorspelbare volgorde, maar ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen wijze en in zijn
eigen tempo. Dat proces is gebaseerd op motivatie van binnenuit (intrinsieke motivatie).
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
17
4.3.3 De leeromgeving
De inrichting van de kindcentra reflecteert de visie van Rijnstad, op wat kinderen nodig
hebben voor een optimale ontwikkeling. De inrichting, aankleding en de materialen
van de leeromgeving, zowel binnen als buiten, is erop gericht om kinderen de ruimte te
geven om actief te kunnen leren.
Voorwaarde hiervoor is een stimulerende, maar geordende leeromgeving, een situatie
waarin kinderen keuzes kunnen maken en naar die keuzes kunnen en mogen handelen.
De ruimte binnen is verdeeld in duidelijk afgebakende hoeken voor verschillende soorten
van spel. De hoeken hebben namen die de kinderen begrijpen: bouwhoek, knutselhoek,
huishoek, boekenhoek. Deze hoeken zijn gevuld met materialen die passen in de
verschillende hoeken. Zie bijlage 2 voor een overzicht van materialen.
Het materiaal is net als de hoeken gelabeld en heeft een vaste plaats in het kindcentrum.
Deze indeling helpt kinderen een begrip van plaats te ontwikkelen en maakt het
opruimen eenvoudiger.
De leidsters kiezen materialen die de interesses van de kinderen weergeven, die
passen bij hun ontwikkelingsniveau en die op verschillende manieren kunnen worden
gebruikt en gecombineerd. De leeromgeving is veilig en hygiënisch en er wordt rekening
gehouden met de voorschriften en eisen, zoals ergonomisch verantwoord meubilair voor
leidsters en de aanwezigheid van een risico-inventarisatie ‘Veiligheid en gezondheid’.
Ook de buitenruimte is ingericht vanuit de behoeftes en interesses van de kinderen. De
buitenruimte maakt actief leren mogelijk en geeft de kinderen de gelegenheid om veel
verschillende ervaringen op te doen.
De leidsters stellen de kinderen in staat om te klimmen, te balanceren, te schommelen,
te glijden, te verstoppen, met zand en water te spelen, te fietsen, te rennen en te
voetballen.
4.3.4 Het dagschema
Het dagschema is een vaste volgorde van de dagelijkse gebeurtenissen. Welke vaste
onderdelen er op een ochtend of tijdens een middag op het kindcentrum aan bod
komen, valt af te lezen aan het dagschema. Afbeeldingen van de onderdelen van het
dagschema zijn in het kindcentrum aanwezig. Kinderen weten daardoor wat er gaat
gebeuren. Omdat de kinderen weten wat er op een dag gaat gebeuren, hebben zij een
gevoel van controle en voelen zij zich vrij om zelfstandig activiteiten te kiezen.
De structuur van het dagschema biedt houvast en veiligheid, maar mag niet knellend
zijn. Het dagschema geeft aan wat de kinderen op gezette tijden doen en met wie. Het
deelt de dag in herkenbare periodes in voor bepaalde activiteiten, maar schrijft niet
in detail voor wat kinderen moeten doen. Het heeft als doel om de initiatieven van
kinderen te ondersteunen. Zie bijlage 3 als voorbeeld voor een dagschema.
4.3.5 Observatie
Een goede observatie door de leidsters van individuele kinderen is een voorwaarde om
op de hoogte te zijn van het niveau van ontwikkeling en om de juiste activiteiten met
kinderen te kunnen plannen en uitvoeren. Leidsters kunnen zich gericht met kinderen
bezighouden om zo de ontwikkeling van kinderen te ondersteunen en te stimuleren.
De leidsters volgen ieder kind op een systematische en methodische wijze in zijn/haar
ontwikkeling en welbevinden. In dit kader is het Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge
Kinderen (OVMZJK) van Dick Memelink ingevoerd op alle kindcentra. Zie bijlage 4 voor
een overzicht van de ontwikkelingslijnen uit het OVMZJK en de stedelijke afspraken over
18
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
het gebruik van het OVMZJK.
De leidsters verzamelen systematisch informatie over de kinderen door hen te
observeren, interacties met hen aan te gaan en notities te maken van wat zij zien en
horen.
Bij zorgen van de leidsters over de ontwikkeling of het welbevinden van de kinderen
biedt het OVMZJK handelingssuggesties.
4.3.6 Taalstimulering
In het kader van het Arnhemse VVE-beleid wordt op alle kindcentra van Rijnstad door de
leidsters de taalontwikkeling van de kinderen extra gestimuleerd.
Naast het aanbieden van het programma ‘ Kaleidoscoop’ waarin al veel mogelijkheden
worden aangeboden om de taal van kinderen gericht te ondersteunen en te stimuleren,
werken de leidsters met:
• Taallijn VVE (leidstervaardigheden op het gebied van interactief voorlezen,
gespreksvaardigheden, woordenschatontwikkeling en het werken met de computer);
• ‘met Woorden in de Weer’ en ‘LOGO 3000’ (leidstervaardigheden op het gebied van
woordenschatdidactiek);
• ‘Puk & Ko’ (een taal-programma dat als bronnenboek kan worden ingezet naast
‘Kaleidoscoop’).
4.3.7 Het ‘rad van avontuur’
Het
‘rad
va
n
av
In het ‘rad van avontuur’ zijn de elementen van de methode ‘Kaleidoscoop’ schematisch
weergegeven.
u
tu
n
o
r’
OBSERVATIE
• samenwerking
• dagelijks noteren van
opvallende gebeurtenissen
• beoordeling van
individuele kinderen
INTERACTIE
• strategieën voor
interactie
• aanmoediging
• probleemoplossende
benadering van
conflicten
ACTIEF LEREN
initiatief
• vooruitkijken sleutelervaringen
speelwerken terugkijken
• speelleren in de
grote groep
• hoeken
• speelleren in de
• materialen
kleine groep
• opslag
DAGSCHEMA
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
LEEROMGEVING
19
5. De contacten met ouders
Rijnstad heeft tot doelstelling om met de kindcentra bij te dragen aan optimale
ontwikkelingskansen voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Het grootste deel van de
opvoeding vindt echter plaats in de thuissituatie. Ouders hebben verreweg de meeste
invloed op de ontwikkeling van hun kind.
Om het kind optimale kansen te kunnen bieden hecht Rijnstad dan ook veel waarde aan
de samenwerking met ouders. Dit vraagt om een continue investering door leidsters
in de relatie met ouders. Vanuit een positieve houding van betrokkenheid moeten
ouders gestimuleerd worden om betrokken te zijn bij hun kind op het kindcentrum.
Dit vraagt ook een actieve betrokken houding van de ouders met betrekking tot de
ontwikkeling en schoolloopbaan van hun kind. In dit beleid staat het waarom, wat en
hoe van die samenwerking. Alle betrokkenen moeten op de hoogte zijn van deze visie
op het samenwerken met ouders: ouders, leidsters, nieuwe medewerkers, stagiaires
en/ of vrijwilligers op de kindcentra. Dit is belangrijk als handvat voor de dagelijkse
samenwerking met ouders.
5.1
Visie van Rijnstad op het contact met ouders
Leidsters en ouders hebben ieder hun eigen deskundigheid, hun eigen taak en
verantwoordelijkheid.
Belangrijk in de samenwerking tussen leidsters en ouders is dat we elkaar serieus
nemen: dat betekent in de communicatie met elkaar, uitgaan van vertrouwen en
openheid en de tijd nemen voor elkaar. Er moet ruimte zijn voor de behoefte en de
verwachtingen van het kindcentrum en de behoefte vanuit de ouder. In de relatie met
ouders gaan we uit van gelijkwaardigheid.
Bij de kindcentra van Rijnstad maken we bij het ouderbeleid onderscheid tussen
ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie:
• Ouderbetrokkenheid bestaat uit het informeren van en communiceren met ouders
en de ondersteuning van ouders in de manier waarop ze thuis hun kind kunnen
stimuleren.
• Ouderparticipatie is het meedoen en de inspraak van de ouder in de instelling.
5.1.1
Ouderbetrokkenheid
Zowel kindcentra als ouders zorgen voor optimale ontwikkelingskansen door kinderen
thuis en daarbuiten een inspirerende leef- en leeromgeving te bieden. Kindcentra van
Rijnstad ondersteunen ouders daarbij. Dat gaat niet vanzelf. Pas nadat er een relatie
is gebaseerd op wederzijds vertrouwen, kunnen kindcentra ouders ondersteunen
in de wijze waarop ze thuis met hun kind kunnen praten, spelen en lezen (educatief
partnerschap).
De leidsters staan open voor de inbreng van ouders. Ouders moeten zich thuis voelen op
het kindcentrum en zij moeten vertrouwen hebben in het team en de gang van zaken.
Deze vertrouwensrelatie is de basis van open communicatie. Bovendien zullen de ouders
hun gevoel van vertrouwen overbrengen op hun eigen kind en dat heeft een positieve
invloed op het wennen en het functioneren van het kind op het kindcentrum.
20
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Rijnstad hanteert hierbij onderstaand fasemodel:
Fase 1: Band opbouwen met ouders
Fase 2: Ouders informeren
Fase 3: Ouders equiperen
Fase 4: Leidsters faciliteren
Fase 1 en 2: Band opbouwen en ouders informeren (educatief partnerschap)
• De leidsters gaan voorafgaand aan de plaatsing van een kind op het kindcentrum, op
huisbezoek. De leidsters geven de benodigde schriftelijke en mondelinge informatie
aan de ouder over de gang van zaken op het kindcentrum. Met behulp van een
vragenlijst worden belangrijke aandachtspunten in beeld gebracht die van belang zijn
voor een goede opvang en begeleiding van het kind. Tijdens het huisbezoek is sprake
van een wederzijds gesprek.
• Elk kind krijgt een vaste mentor (een leidster) toegewezen. De mentor onderhoudt de
contacten met de ouders van het betreffende kind.
• Op het kindcentrum ontmoeten ouders en leidsters elkaar. Tijdens het brengen
en halen van kinderen wordt informatie over het kind en tips over het programma
en de opvoeding uitgewisseld. Hierbij is het belangrijk dat het ontmoeten en de
opvoedingsuitwisseling in een plezierige sfeer gebeurt en dat ouders daaraan naar
behoefte een eigen invulling kunnen geven.
• Ouders en leidsters zijn partners in de opvoeding. Op het kindcentrum is het van
cruciaal belang om ouders te betrekken bij de thema’s en onderwerpen. Per jaar
worden twee tot vier ouderbijeenkomsten door de leidsters georganiseerd waarbij
verwacht wordt dat ouders aanwezig zijn.
• Twee keer in de peuterperiode vindt een gesprek plaats tussen ouder en mentor over
het ontwikkelingsverloop en eventuele bijzonderheden van het kind. Aan de hand van
het observatiesysteem OVMZJK wordt door de leidsters het ontwikkelingsverloop in
beeld gebracht. Het eerste gesprek vindt plaats in het midden van de peuterperiode
en het tweede gesprek vindt plaats aan het einde van de peuterperiode. Dit tweede
gesprek is tevens het eind- of overdrachtsgesprek en in een aantal gevallen wordt dit
gesprek gevoerd samen met een leerkracht van het basisonderwijs.
• Bij eventuele zorgen over het ontwikkelingsverloop van een kind maakt de mentor dit
tijdens een tussentijds gesprek aan de ouder bekend (zie voor verdere informatie over
de handelwijze met risico- en zorgkinderen hoofdstuk 6).
• Twee maal per jaar worden ouders door middel van een nieuwsbrief van de afdeling
Kind & Ouders geïnformeerd.
Fase 3: Ouders equiperen
Behalve de ruimte om informatie uit te wisselen over opvoeding is er bij de kindcentra
van Rijnstad de mogelijkheid voor ouders om ondersteuning te krijgen in opvoeding en
bij de taalontwikkeling van hun kind.
‘LOGO 3000’ is een lesprogramma om de woordenschatdidactiek ‘Met Woorden in
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
21
de Weer’, die de leidsters op het kindcentrum volgen, handen en voeten te geven. De
materialen van ‘LOGO 3000’ vormen een concreet hulpmiddel voor leidsters om de
taalvaardigheid van kinderen te vergroten. De leidsters zijn getraind om deze materialen
te gebruiken bij woordenschatontwikkeling. Onmisbaar onderdeel van ‘LOGO 3000’ is
het ouderprogramma. Dit is een concreet programma voor ouders om thuis met hun
kind onderdelen uit ‘LOGO 3000’ te oefenen.
Het programma voldoet daarmee aan de versterking van drie elementen van het VVEbeleid:
1.Het verbeteren van de taalstimulering van doelgroeppeuters.
2.Het versterken van de oudercomponent Voor- en Vroegschoolse Educatie gebaseerd
op het educatief aanbod in het kindcentrum.
3.Het versterken van de doorgaande lijn in taalstimulering/woordenschatonderwijs van
voor- naar vroegschools.
De leidsters stimuleren ouders actief deel te nemen aan de ouderbijeenkomsten van
‘LOGO 3000’. Bij de kindcentra van Rijnstad worden de bijeenkomsten verzorgd door
ervaren leidsters.
Fase 4: Medewerkers faciliteren
De leidsters worden als volgt gefaciliteerd:
• Alle leidsters hebben de training ‘gesprekken met ouders’ gevolgd.
• Alle leidsters zijn getraind in het werken met ‘LOGO 3000’.
• In schooljaar 2013-2014 heeft ieder kindcentrum de taken ten aanzien van educatief
partnerschap en ouderbeleid ondergebracht bij een oudercontactpersoon. De
oudercontactpersoon is één van de aanwezige leidsters.
• Er zijn gespreksformulieren ontwikkeld behorend bij het OVMZJK, voor het gesprek
met ouders over het ontwikkelingsverloop van het kind.
• Er is voor de leidsters ondersteunend schriftelijk materiaal aanwezig voor het gesprek
tijdens huisbezoek.
• Een aantal leidsters is getraind voor het geven van de ouderbijeenkomsten ‘LOGO
3000’.
• De tijd voor huisbezoeken is opgenomen als onderdeel binnen de overheadtaken van
de leidsters.
5.1.2Wenbeleid
De leidster overlegt tijdens het huisbezoek met ouders hoe de wenperiode van het
kind het beste kan verlopen. Uitgangspunt is dat de ouder de eerste keer op de groep
aanwezig blijft. De ouder ervaart dan zelf het verloop van een dagdeel, ziet de ervaringen
van het kind en de ouder krijgt een indruk van de leidsters. Dit alles draagt bij tot het
opbouwen van vertrouwen in het kindcentrum en de leidsters. Soms zal een ouder de
peuter al na een dagdeel alleen kunnen laten. Sommige peuters en ouders hebben
meerdere dagdelen nodig om zich veilig te voelen in het kindcentrum. In overleg met de
leidster maakt de ouder afspraken over het nemen van afscheid. Door duidelijk afscheid
te nemen weet de peuter dat de ouder weggaat.
22
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
5.1.3 Ouderparticipatie
Het is belangrijk om ouders op verschillende manieren aan te spreken en ze als
‘partner’ in het kindcentrum uit te nodigen. Voor de betrokkenheid tussen ouders en
kindcentrum zijn meepraten en meedenken goede instrumenten. De kindcentra van
Rijnstad presenteren hun beleidszaken op een manier dat ouders het belang ervan inzien
voor hun kinderen. Deze specifieke inbreng van ouders is belangrijk om tot een goed
pedagogisch beleid te komen.
Rijnstad betrekt ouders op de volgende wijze:
Meeleven
• Informatie-uitwisseling tijdens huisbezoek, ouderbijeenkomsten en oudergesprekken.
• Afspraken tijdens huisbezoek, ouderbijeenkomsten en bij breng- en haalmomenten.
• Informatie over beleidsmatige aspecten in de nieuwsbrief tijdens de
ouderbijeenkomsten of via de website.
Meedoen
• Ouders kunnen aanwezig zijn bij uitstapjes en vieringen.
• Ouders kunnen meedoen aan activiteiten zoals uitstapjes, vieringen, klussen in en om
het kindcentrum.
• Ouders kunnen meedoen aan ‘LOGO 3000’. Het doel van ‘LOGO 3000’ is het vergroten
van de ouderbetrokkenheid bij de (taal)ontwikkeling van het kind. Ouders krijgen
concrete handvatten voor interactie en activiteiten thuis, het volgen van het eigen
kind en weten wat er in de groep aangeboden wordt en hoe zij daarop thuis kunnen
inspelen.
• Ouders kunnen via een eindevaluatieformulier en het Klanttevredenheidsonderzoek
(KTO) meedenken over beleidszaken.
Meedenken
• Tijdens het huisbezoek, de breng- en haalmomenten en tussentijdse oudergesprekken
formuleren ouders wensen in verband met hun kind.
Meebeslissen
• Ouders kunnen meebeslissen over zaken die hun kind aangaan en over pedagogische,
praktische en organisatorische zaken door deel te nemen aan Oudercommissies.
Op alle kindcentra van Rijnstad worden, bij voldoende deelname van ouders,
Oudercommissies actief.
• De cliëntenraad van Rijnstad vertegenwoordigt de ouders om mee te beslissen over
beleidsmatige aspecten.
5.2Klachtenregeling
Ouders bespreken hun vragen en opmerkingen als eerste met de leidsters. Leidsters
reageren alert op alle signalen van zorg of onvrede bij ouders. Opmerkingen over de
gang van zaken worden door de leidsters niet opgevat als persoonlijke kritiek. Vanuit
hun beroepshouding geven leidsters alle aandacht aan het wegnemen van de zorg.
Maar soms komen zij er samen niet uit en wordt de manager van het kindcentrum erbij
betrokken. In het uiterste geval kan er sprake zijn van het indienen van een officiële
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
23
klacht bij de directie of een melding bij de externe klachtencommissie.
Rijnstad heeft een formeel reglement voor de afhandeling van de klachten van ouders
en is aangesloten bij de Provinciale Klachtencommissie Welzijn, Maatschappelijke
Dienstverlening en Kinderopvang (WMK) in Gelderland en Overijssel:
Provinciale klachtencommissie WMK
Spectrum CMO
t.a.v mevrouw R. Westerink
Zeelandsingel 40
6845 BH Arnhem
Jaarlijks worden alle binnengekomen klachten meegenomen in het jaarverslag van
Rijnstad en geplaatst op onze website. De VGGM ontvangt jaarlijks vóór 1 juli het
klachtenoverzicht.
24
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
6. De ondersteuning en begeleiding
van zorgkinderen
Naast kinderen die risico’s lopen op ontwikkelings- en taalachterstanden (behorend bij
de doelgroep van VVE), zijn er ook kinderen in de kindcentra waarvoor (tijdelijk) extra
aandacht en zorg nodig is.
Met deze zorgkinderen worden kinderen bedoeld die bij leidsters,ouders of derden zorg
om hun ontwikkeling oproepen. Deze kinderen hebben, na diagnose en beoordeling van
de zorg, (tijdelijk) extra aandacht en hulp nodig. Deze zorg is anders dan wat normaal
geboden wordt in de VVE-kindcentra.
De extra aandacht en hulp die voor deze kinderen nodig is, wordt geconstateerd en
beoordeeld door de zorgcoördinator van Rijnstad, de wijkverpleegkundige van de
Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland (STMG) of door andere externen.
6.1
Wat verstaan wij onder zorgkinderen?
Zorgkinderen zijn kinderen die in hun ontwikkeling bedreigd worden door eigen aanleg,
gezinsfactoren, omgevingsfactoren, of een combinatie hiervan.
Deze kinderen vragen speciale aandacht. Concreet kan gedacht worden aan kinderen met:
• een beperking (lichamelijk, verstandelijk, auditief, visueel, contact);
• een chronische ziekte;
• emotionele- of gedragsproblemen;
• ontwikkelingsachterstand (waaronder taalachterstand);
• een problematische thuissituatie.
6.2
Welke extra zorg kan Rijnstad bieden?
Behalve de reguliere ondersteuning bieden de kindcentra van Rijnstad het volgende aan
extra zorg:
• Als leidsters en zorgcoördinator zorgen hebben over het ontwikkelingsverloop en/
of het gedrag van kinderen, gaan zij te werk conform het stappenplan zoals deze
is beschreven in ‘Alle kinderen zijn welkom, de interne zorgstructuur Voorschoolse
Voorziening Arnhem’.
• Vanaf het eerste zorgsignaal worden ouders op de hoogte gebracht en worden ouders
intensief betrokken in het begeleidingstraject dat voor het kind wordt opgesteld.
• Leidsters observeren en registreren het ontwikkelingsverloop en het welzijn van de
kinderen door systematisch te observeren aan de hand van het OVMZJK. Hierdoor
krijgen zij zicht op het ontwikkelingsverloop en het welzijn van kinderen en worden
eventuele ontwikkelingsachterstanden bij kinderen gesignaleerd.
• De leidsters voeren oudergesprekken en hebben hiervoor voldoende kennis.
• Leidsters plannen systematisch kindbesprekingen met de zorgcoördinator op basis van
zorgsignalen bij kinderen. De leidsters stellen van tevoren gerichte hulpvragen op.
• De zorgcoördinator ondersteunt en begeleidt leidsters bij het signaleren van zorg,
het stellen van een hulpvraag, het voeren van oudergesprekken, het opstellen van
een handelingsplan, het uitvoeren van handelingssuggesties en het bewaken van
afspraken.
• Daarnaast coördineert de zorgcoördinator de toeleiding en/of verwijzing van kinderen
naar hulpverlenende instanties en regelt de inzet van de gespecialiseerde leidsters en
ambulante begeleiding op het kindcentrum.
• De leidsters leggen uniforme kinddossiers aan. Zij zijn bekend met de afspraken over
het bewaren van kindgegevens en handelen daarnaar.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
25
6.3
Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
In juli 2013 is de Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling van kracht
geworden. In het kader van de kwaliteitszorg wordt aan organisaties, waaronder de
kindcentra van Rijnstad, de plicht opgelegd om een meldcode te hanteren voor huiselijk
geweld en kindermishandeling.
De meldcode beschrijft in 5 stappen wat professionals moeten doen bij vermoedens van
geweld:
• stap 1: in kaart brengen van signalen;
• stap 2: overleggen met een deskundige collega en het eventueel raadplegen van
het Zorgadviesteam, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het
Steunpunt Huiselijk Geweld;
• stap 3: gesprek met de ouder;
• stap 4: wegen van de aard en ernst van de signalen en eventueel inschakelen van het
AMK of de jeugdgezondheidszorg;
• stap 5: beslissen: zelf hulp organiseren of melden bij het AMK.
6.4
Grensoverschrijdend gedrag in de kindcentra
In mei 2013 hebben de kindcentra van Rijnstad samen met andere Arnhemse
vertegenwoordigers van voorschoolse voorzieningen de intentieverklaring
‘grensoverschrijdend gedrag in de kinderopvang’ ondertekend. Deze intentieverklaring
heeft als doel dat de verschillende partijen zich inspannen om grensoverschrijdend
gedrag in de kinderopvang op professionele wijze te voorkomen en te bestrijden.
“De kindcentra van Rijnstad wijzen alle vormen van grensoverschrijdend gedrag
af. Met dit beleid, in haar protocol en in haar handelen, willen de kindcentra
grensoverschrijdend gedrag voorkomen en waar nodig aanpakken zodat iedereen,
kinderen, ouders en medewerkers, zich op onze kindcentra veilig voelen.“
Dit protocol is naar voorbeeld van het protocol van de GGD opgesteld.
6.4.1 Wat is grensoverschrijdend gedrag?
Onder grensoverschrijdend gedrag wordt verstaan: ‘elke vorm van bedreigende of
gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard die de ene persoon ten
opzichte van de andere persoon actief of passief opdringt, waardoor ernstige schade
wordt of dreigt te worden toegebracht aan die persoon in de vorm van fysiek letsel
of psychische stoornissen’ (Aanpassing definitie kindermishandeling uit: Wet op de
jeugdzorg Art. 1 geldend op 04-04-2011).
In gewoon Nederlands; het gaat bij grensoverschrijdend gedrag om situaties
waarin iemand geestelijk of lichamelijk schade wordt toegebracht of in zijn
ontwikkelingsmogelijkheden wordt geblokkeerd.
Grensoverschrijdend gedrag kan onderverdeeld worden in:
• lichamelijk geweld en verwaarlozing (fysieke agressie zoals slaan, schoppen, krabben,
bijten of te weinig voeding, aandacht of verzorging);
• geestelijk geweld en verwaarlozing (verbale agressie zoals dreigen, schreeuwen,
schelden, pesten, stelselmatig negeren etc.);
26
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
• seksuele mishandeling (seksuele intimidatie, verbaal of fysiek, aanranding en
verkrachting);
• vernieling van eigendommen van een ander en/of het zonder toestemming betreden
van de binnen- en buitenruimten van het kindcentrum;
• het gevoel dat een slachtoffer of aanschouwer aanvaart ten aanzien van onjuist
pedagogisch handelen’.
Grensoverschrijdend gedrag is objectief moeilijk vast te stellen. Gedrag kan door elke
persoon anders ervaren worden. Daarbij is het voor jonge kinderen moeilijk onder
woorden te brengen dat zij iets ervaren als grensoverschrijdend gedrag. Het is voor ons
als organisatie voor kindcentra belangrijk grensoverschrijdend gedrag te voorkomen of
gevolgen van grensoverschrijdend gedrag te beperken.
6.4.2 Aanpak grensoverschrijdend gedrag
De aanpak houdt in dat de kindcentra van Rijnstad:
• inzicht geven in wat wij verstaan onder grensoverschrijdend gedrag;
• alerter zullen zijn op alle vormen van grensoverschrijdend gedrag. Eén keer per
jaar wordt tijdens de vakgroep de huis- en gedragsregels voor ouders, kinderen en
leidsters besproken. Tijdens de jaarlijkse studiedag en de teamvergaderingen wordt
gewerkt aan een onderlinge aanspreekcultuur;
• een helder stappenplan volgen bij een vermoeden van grensoverschrijdend gedrag;
• interne contactpersonen hebben aangewezen, die de aandacht voor
grensoverschrijdend gedrag warm houden en die als aanspreekpunt gelden
voor ouders, kinderen en medewerkers. Voor de kindcentra zijn dit de direct
leidinggevenden;
• zijn aangesloten bij een externe klachtencommissie, die de ouder van een kind
ondersteunt bij grensoverschrijdend gedrag. Een medewerker adviseert en bemiddelt
waar dit nodig of wenselijk is;
• de ouders in een nieuwsbrief en op de website van Rijnstad informeren over de
gemaakte afspraken en de aangestelde vertrouwenspersonen.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
27
7. De samenwerking van de
kindcentra met organisaties
Voor de ontwikkeling van kinderen is het van belang dat er zoveel mogelijk sprake is
van één doorgaande lijn. Hierbij is samenwerking met andere instellingen die met
jonge kinderen werken, van essentieel belang. Rijnstad werkt met veel organisaties en
instanties samen. Dit gebeurt steeds meer in (inhoudelijk) georganiseerd verband zoals
het MT-VVE-overleg en werkgroepen binnen de Brede Scholen, de interne zorgstructuur
voorschoolse voorzieningen in samenspraak met de STMG, het School-Maatschappelijk
Werk van Rijnstad, de Zorgadviesteams (ZAT) en de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s).
7.1
De consultatiebureau’s
Het consultatiebureau verwijst kinderen actief door naar een kindcentrum als zij
geïndiceerd zijn voor VVE. Er zijn gestroomlijnde afspraken gemaakt om samen te zorgen
dat de kinderen die het nodig hebben op de juiste plaats terechtkomen.
Daarnaast vindt er op het kindcentrum door de jeugdverpleegkundige van het
consultatiebureau vindplaatsgericht werken plaats. De Jeugd Gezondheidszorg (JGZ)
is aanspreekpunt voor ouders en leidsters om op een laagdrempelige manier vragen
te beantwoorden en ouders tot steun te zijn. Hiermee streven consultatiebureaus en
kindcentra er met elkaar naar dat kleine (opvoed- en opgroei-)problemen uitgroeien tot
grote problemen.
7.2
De Speelmorgen
Voor de ‘Speelmorgen’ komen moeders wekelijks samen met hun jonge kinderen (van
1,5 tot 2,5 jaar) naar het wijkcentrum/MFC. De kinderen spelen, knutselen en maken
muziek samen met hun moeder. Moeders leren bij de ‘Speelmorgen’ andere moeders
kennen die in hun directe omgeving wonen en de moeders krijgen (preventieve)
opvoedingsondersteuning. De ‘Speelmorgen’ werkt met elementen van ‘Kaleidoscoop’
en de ‘Speelmorgen’ leidt de kinderen toe naar het kindcentrum. De ‘Speelmorgen’
draagt de belangrijkste gegevens over de ontwikkeling en het welbevinden van de
kinderen over aan het kindcentrum.
7.3
De OuderProgramma’s
‘Stap In’ is een toeleidingsprogramma voor ouders die nog onbekend zijn met de
activiteiten die er voor hun kinderen en voor henzelf in de wijk zijn. Ouders worden
door de contactmedewerkers van ‘Stap In’ bekend gemaakt met de voorschoolse
voorzieningen en in samenwerking met het consultatiebureau worden ouders actief
gestimuleerd hun kind deel te laten nemen aan een voorschoolse voorziening.
Binnen het OuderProgramma ‘Spel aan Huis’ vormen spel- en taalstimulering voor
kinderen,
lichte opvoedingsondersteuning voor ouders en het goede voorbeeld geven, de
basis. Wekelijks bieden hbo-stagiaires ‘Spel aan Huis’ aan bij de deelnemende
gezinnen thuis. Gezinnen doen ongeveer één jaar mee.
‘Home-Start’ is een programma voor opvoedingsondersteuning. Ervaren en getrainde
vrijwilligers bieden ondersteuning, praktische hulp en betrokkenheid aan ouders met
28
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
ten minste een kind van 6 jaar of jonger. De ouders/gezinnen geven zelf aan op welke
gebieden zij steun wensen: hun vragen staan centraal.
Door de ondersteuning streeft ‘Home-Start’ ernaar:
• te voorkomen dat alledaagse problemen uitgroeien tot ernstige en langdurige
problemen;
• het zelfvertrouwen van ouders te vergroten;
• de sociale relaties van ouders te versterken;
• gezinnen aan te moedigen om efficiënt gebruik te maken van beschikbare diensten,
voorzieningen en regelingen.
7.4
Interne zorgstructuur
De kindcentra van Rijnstad hebben samen met de overige organisaties voor
voorschoolse voorzieningen in Arnhem een visie op de zorg voor kinderen en een interne
zorgstructuur ontwikkeld en beschreven. Hiermee is de organisatie beter en sneller in
staat om zorgkinderen te signaleren, te helpen en te verwijzen. Deze visie en interne
zorgstructuur zijn beschreven in de zorgmap ‘Alle kinderen zijn welkom’. De kindcentra
werken volgens het in de zorgmap voorgestelde stappenplan.
7.5Logopedie
Een externe logopedist van Stichting Primair Onderwijs in Arnhem (PAS) observeert
nagenoeg alle peuters op de kindcentra op taalbegrip en taal- en spraakontwikkeling,
voordat de kinderen naar de basisschool gaan. Deze observaties worden vastgelegd,
besproken met ouders en overgedragen naar de basisschool waar het kind naar toe
gaat. Op verzoek van leidsters of ouders observeert de logopedist de taalvaardigheid van
kinderen. Zij geeft advies aan leidsters en ouders en maakt afspraken voor controle en
begeleiding.
7.6
Gebiedsteams Jeugd
Het primaire doel van het gebiedsteam jeugd is om ouders en jeugdigen (peuters) die
dat nodig hebben snel en dichtbij huis hulp te kunnen bieden. Zo kort als het kan, zolang
als het nodig is. Het gebiedsteam Jeugd bestaat uit een aantal jeugd- en gezinscoaches
die in de wijken in Arnhem vindplaatsgericht klaarstaan voor de vragen en problemen
van kinderen, jeugdigen en ouders.
Het gebiedsteam Jeugd:
• geeft informatie en advies over opvoeden en opgroeien;
• biedt hulp bij opvoeden en opgroeien.
Doel van deze aanpak is om in de wijk zoveel mogelijk vragen te beantwoorden en
ouders en jeugdigen te ondersteunen bij het zelf oplossen van de problemen en het
versterken van de eigen kracht. Op deze manier probeert het gebiedsteam Jeugd de inzet
op zwaardere hulp te beperken.
Het gebiedsteam jeugd wordt ondersteund door een specialistenteam. De specialisten
gaan als achterwacht voor de jeugd- en gezinscoaches functioneren. Zij zijn er voor
consultatie en advies maar ook om in te springen op het moment dat de jeugd- en
gezinscoach even vastloopt.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
29
Er kan besloten worden om nader diagnostisch onderzoek uit te laten voeren bij een
organisatie. Dit wil echter niet zeggen dat een behandeling die hier mogelijk op volgt ook
per definitie bij diezelfde organisatie zal plaatsvinden. Diagnose en behandeling moeten
losgekoppeld kunnen worden.
Om snelheid in het proces te houden, vraagt het om commitment van de
partnerorganisaties om snel te handelen als nader diagnostisch onderzoek nodig is.
Het Centrum voor Jeugd en Gezin werkt op dit moment vindplaatsgericht op
basisscholen, kindcentra en kinderdagverblijven.
Vanuit de Centra voor Jeugd en Gezin worden ‘preventie-overlegen’ georganiseerd.
Deze hebben als doel om met partners belangrijke ontwikkelingen te delen rondom
opvoeding en gedrag en om afspraken te maken over de onderlinge samenwerking en
het (gewenste) aanbod van hulpverlening en jeugdzorg in de wijk. Leidsters nemen deel
aan de preventie-overleggen.
7.7
De Brede School
De hoofddoelstellingen van de Brede School zijn:
• Het vergroten van de onderwijs- en ontwikkelingskansen van kinderen door
scholen op te nemen in een netwerk van sociale, sportieve, gezondheids- en
zorgvoorzieningen.
• Het versterken van de sociale structuur door de wijken een samenhangend, goed
bereikbaar en op de vragen van de wijk aansluitend aanbod te bieden op het gebied
van onderwijs, ontmoeting, ontspanning en opvang.
Alle kindcentra van Rijnstad participeren, op basis van een meerjarenplan, in
samenwerkingsverbanden Brede School in de vijf Arnhemse aanpakwijken. De leidsters
maken deel uit van de diverse inhoudelijke werkgroepen zoals: ouderbetrokkenheid,
open dagen, doorgaande lijn kindcentra – basisonderwijs, PR en werving en nemen deel
aan diverse activiteiten zoals wijkmarkt, gezamenlijke dag en studiedag.
In toenemende mate wordt binnen de Brede School (inhoudelijk) samengewerkt met de
aanwezige basisscholen en kinderdagopvang.
7.8Pilots
Samengestelde groep met kinderopvang SKAR in de Malburcht
Op kindcentrum de Malburcht werkt een leidster met een groep van 7 kinderen
gedurende 4 ochtenden samen met een pedagogisch medewerker en 7 kinderen vanuit
het kinderdagverblijf. De samengestelde groep werkt volgens de regelgeving van de Wet
Kinderopvang en tegelijkertijd wordt het VVE-programma gevolgd.
Startgroepen in Presikhaven
Met ingang van 1 mei 2014 starten de kindcentra samen met de basisscholen en
kinderdagverblijf Harlekijn met startgroepen. Leerkrachten uit de groepen 1 en 2 werken
samen met leidsters en een pedagogisch medewerker in de startgroepen. Met de
startgroepen worden de volgende doelen nagestreefd:
• Verbetering van de kwaliteit van het vve-programma.
• Versterking van de doorgaande lijn tussen kinderopvang/kindcentra en de basisschool.
• Uitbreiding van het aanbod van 4 naar 5 dagdelen per week.
30
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
• Professionalisering van het personeel in opbrengstgericht werken en de ontwikkeling
van twee- en driejarigen.
7.9 Peutergym
Sinds 2008 wordt er peutergym op VVE-locaties gegeven, zo ook bij de kindcentra van
Rijnstad. Iedere peuter krijgt minimaal één keer per week peutergym aangeboden.
Beweging is belangrijk voor kinderen. Het ondersteunt de ontwikkeling, voorkomt
overgewicht en is leuk.
De inhoud van de lessen is gebaseerd op de volgende doelen:
• Introductie in de bewegingscultuur: kinderen laten kennismaken met bewegen.
• Optimale bewegingsontwikkeling: het gaat hier om de kwaliteit van bewegen.
• Verbinding tussen gym en groepsactiviteiten: bewegingsactiviteiten vinden niet alleen
plaats in de gymzaal, maar ook gedurende de andere momenten, zowel in de binnenals de buitenruimte.
• Verbinding tussen gym en Kaleidoscoop/Logo 3000/OVM: taal is ook verweven met
beweging (bijvoorbeeld: “Spring in de gele hoepel”, “Loop naar de rode hoepel”) en
kunnen niet los van elkaar gezien worden. Alle ontwikkelingen worden vastgelegd in
het OVM, dus ook de motorische ontwikkeling.
• Opbrengstgericht werken: volgen van de opbrengst van het aanbod. Dit is van
belang om het effect van preventie, signalering en interventie bij (dreigende)
ontwikkelingsachterstand te kunnen meten.
• Afstemming met de (vroeg)school, zodat er sprake is van een doorgaande lijn, met een
geschikte opbouw qua bewegingslessen.
• Ouderbetrokkenheid: ook ouders willen we meer kennis meegeven over het belang
van bewegen. We willen hen ideeën aan de hand doen over wat te doen met hun
kinderen op het gebied van beweging.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
31
8. Veiligheid en gezondheid
Het zorgen voor kinderen beslaat een deel van de dagelijkse werkzaamheden op het
kindcentrum. De aard van de verzorging heeft in belangrijke mate te maken met de
leeftijd van de kinderen. Afhankelijk van de leeftijd van het kind, de mogelijkheden die
de speelruimte biedt, de grootte van de groep en de leeftijdsopbouw in de groep, wordt
er gekozen voor een aanpak en afspraken.
In het kindcentrum zijn twee leidsters en een stagiaire of assistentleidster aanwezig die
verantwoordelijk zijn voor de volgende verzorgende taken:
• Eten en drinken, eventuele toediening van medicijnen, verschonen van kinderen,
helpen bij het zindelijk worden.
• Het stimuleren van kinderen bij zelfstandige uitvoering van de algemene dagelijkse
handelingen zoals aankleden, persoonlijke verzorging.
Voor het welbevinden en de ontwikkeling van het kind zijn de verzorgende handelingen
zoals eten, drinken geven en verschonen, de fysieke veiligheid en de hygiëne de basis van
al het pedagogisch handelen.
Op het vlak van veiligheid en gezondheid sluiten de kindcentra van Rijnstad zich aan bij
de landelijke richtlijnen uitgebracht door ‘Consument en Veiligheid’ en het ‘landelijk
Centrum van Hygiëne en Veiligheid’ (LCHV).
De kindcentra zijn zich bewust dat op het vlak van veiligheid en gezondheid, risico’s niet
zijn uit te sluiten, maar zij scheppen voorwaarden voor een zó gezond en veilig mogelijke
omgeving en handelen hierbinnen zo adequaat mogelijk.
8.1Veiligheid
8.1.1 Risico-inventarisatie Veiligheid
Met behulp van de methode ‘ Veiligheidmanagement’ van Consument en Veiligheid
geven de kindcentra van Rijnstad op gestructureerde wijze invulling aan het
veiligheidsbeleid.
De inventarisatie van de veiligheid op de kindcentra is gebaseerd op twee vragen:
• Welke ongevallen zouden met de kinderen kunnen gebeuren? (kans)
• Hoe groot is daarbij de kans op ernstig letsel voor een kind? (ernst)
De combinatie van kans en ernst is de maat voor de urgentie hoe snel maatregelen
getroffen moeten worden.
De volgende ruimtes worden jaarlijks geïnventariseerd: entree, speelruimte,
speeltoestellen, buitenruimte, gymruimte, sanitair van de kinderen, sanitair van de
volwassenen, keuken, kantoor, bergruimte en omgeving. In een plan van aanpak worden
de maatregelen die getroffen moeten worden SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel,
resultaatgericht en tijdgebonden) geformuleerd.
8.1.2 Het omgaan met ongevallen
De leidsters weten hoe te handelen bij ongevallen. Alle (bijna) ongevallen worden
geregistreerd op een ‘registratieformulier ongevallen’. Hierdoor ontstaat inzicht in de
(mogelijke) oorzaken en kunnen extra maatregelen worden getroffen om ongevallen te
voorkomen.
32
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Kleine ongelukjes worden bij het ophalen altijd besproken met de ouder zodat de ouder
weet wat er gebeurd is en weet waarover de peuter kan praten.
Bij grotere ongelukken worden de ouders direct gebeld en gaan de leidsters, al dan niet
samen met de ouder, naar de dokter.
8.1.3Vier-ogenprincipe
Op de kindcentra van Rijnstad werkt een leidster niet alleen op de groep. Op alle locaties
werken op iedere groep twee leidsters samen op een groep van maximaal 16 peuters.
Voor extra handen op de groep zijn er zoveel mogelijk op alle dagdelen assistentleidsters, stagiaires of vrijwilligers aanwezig.
Als de fysieke ruimte de begeleiding van 16 kinderen niet toelaat en er maar 8 kinderen
opgevangen kunnen worden, werkt er één leidster op de groep. Naast deze leidster
is dan altijd een assistent-leidster, stagiaire of vrijwilliger op de groep aanwezig. Bij
afwezigheid van een assistent-leidster, stagiaire of vrijwilliger wordt op deze groep een
invalkracht ingezet.
8.1.4 Brandpreventie
Naast de bovengenoemde inventarisaties worden extra inventarisaties uitgevoerd in het
kader van de brandveiligheid en is er aandacht voor brandpreventie-instructie.
Meer gedetailleerde informatie over het ontruimingsplan, de EHBO en de huisregels
liggen op ieder kindcentrum ter inzage.
8.2Gezondheid
De kindcentra vinden het van belang dat de gezondheid van de kinderen zoveel mogelijk
wordt gewaarborgd.
8.2.1 Risico-inventarisatie gezondheid
In de risico-inventarisatie gezondheid leggen de leidsters schriftelijk vast welke risico’s de
opvang van kinderen met zicht meebrengt.
Het doel van de risico-inventarisatie is:
• het scheppen van voorwaarden voor een zo gezond mogelijk opvang en omgeving;
• leidsters en kinderen stimuleren binnen de gestelde voorwaarden zich gezond en
hygiënisch te gedragen.
Daarbij zijn niet de regels het uitgangspunt maar wordt uitgegaan van het gedrag van
de kinderen. De inventarisatie dient als basis om de omstandigheden van de kinderen te
verbeteren en de leidsters meer bewust te laten zijn van mogelijke risico’s om zodoende
ook bewust te kunnen handelen.
De inventarisatie is gebaseerd op vier thema’s die van invloed zijn op de gezondheid van
de kinderen:
1.Gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen.
2.Gezondheidsrisico’s als gevolg van het binnenmilieu.
3.Gezondheidsrisico’s als gevolg van het buitenmilieu.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
33
4.Gezondheidsrisico’s als gevolg van het (uitblijven van) medisch handelen.
Meer gedetailleerde informatie over de Gezondheidsinformatie van het LCHV ligt op
ieder kindcentrum ter inzage.
8.2.2 Persoonlijke hygiëne
Persoonlijke hygiëne heeft zowel een pedagogisch als een fysiek aspect.
Pedagogisch aspect
De persoonlijke hygiëne biedt gedurende de dag veel momenten voor persoonlijk
contact. Deze momenten zijn bij uitstek geschikt voor het scheppen van emotionele
veiligheid en voor het stimuleren van persoonlijke competentie (zelf doen). Het is het
moment waarop een kind individuele aandacht krijgt en aangeraakt wordt. Het kind
merkt door deze aandacht dat het gezien en gerespecteerd wordt. De leidsters gaan hier
dan ook zorgvuldig mee om.
Peuters hebben een groeiende behoefte aan ‘zelf doen’. De leidsters ondersteunen en
stimuleren de kinderen hierin. Het vergroot hun zelfvertrouwen, hun zelfredzaamheid en
hun zelfstandigheid. De peuter wordt gestimuleerd en krijgt de ruimte om dát te doen
wat hij/zij zelfstandig kan.
Fysiek aspect
Veel ziektekiemen worden via handen, hoesten, niezen en snuiten overgebracht. De
leidsters besteden aandacht aan de persoonlijke hygiëne door:
• regelmatig de kinderen hun handen te laten wassen;
• toe te zien op regels zoals: hand voor de mond houden bij het hoesten en niezen,
geen speelgoed in de mond nemen, neus en mond schoon houden;
• de kinderen op een speciaal daarvoor bestemde plek te verschonen.
8.2.3 Eten en drinken
Eten en drinken zijn op de kindcentra vooral momenten van gezelligheid. De kinderen
hebben tijdens het eten en drinken plezier, ze leren rekening houden met elkaar en leren
gesprekken voeren met elkaar en met de leidster.
De kinderen eten en drinken in groepsverband zittend aan een schone tafel in een
rustige omgeving op een vast moment tijdens de ochtend of de middag. De kinderen
eten en drinken uit het bakje en de drinkbeker die van thuis is meegekomen.
De ouders kennen de eetgewoontes van hun kind en worden op deze manier
aangespoord hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de voeding van hun kind op zich
te nemen.
Door samen te eten worden ‘slechte’ eters gestimuleerd om ‘gewoon’ te eten.
8.2.4 Zindelijk worden
Het zindelijk worden van kinderen gebeurt op de kindcentra in samenspraak tussen
ouders en leidsters. Door de aanpak op het kindcentrum zoveel mogelijk af te stemmen
op de aanpak thuis, ontstaat er een wisselwerking tussen ouders en leidsters die
vertrouwen en duidelijkheid geeft voor het kind.
34
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
8.2.5 Zieke kinderen
Voor veel ziekten geldt dat de besmetting al heeft plaatsgevonden voordat de ziekte zich
openbaart. Een ziek kind heeft extra aandacht, rust en verzorging nodig. De leidsters
adviseren daarom de ouders om een ziek kind thuis te houden.
Wanneer een kind tijdens het verblijf in het kindcentrum ziek wordt, bellen de leidsters
die ouders om het kind door de ouder te laten ophalen.
De leidsters houden hierbij rekening met de wensen van de ouders mits het ten goede
komt aan het kind en het haalbaar is in het kindcentrum.
Aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard worden gemeld bij de GGD. Vaak gaat
het hier om aandoeningen die meerdere kinderen in de groep betreffen.
Bij medicijngebruik wordt ouders gevraagd een formulier ‘overeenkomst gebruik
medicatie’ in te vullen met gegevens over de aandoening en de behandeling.
Wanneer er een kinderziekte heerst, wordt dit door middel van een brief bij de ingang
van het kindcentrum aan de ouders kenbaar gemaakt.
Op ieder kindcentrum is een informatiemap over kinderziekten van de GGD. Deze
map wordt door de leidsters gebruikt om informatie te geven aan ouders over ziektes,
incubatietijd en hoe te handelen.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
35
9. Kwaliteit
Het is de verantwoordelijkheid van de afdelingsmanager Kind & Ouder om toe te zien op
de juiste uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
Daarvoor roept Rijnstad voorzieningen en voorwaarden in het leven en wordt gemeten
of het pedagogisch beleidsplan waarmaakt wat zij beoogt.
De kindcentra kennen een kwaliteitssysteem. Hieronder volgen een aantal voorbeelden:
• Om de kwaliteitsaspecten van het aanbod in kaart te brengen wordt jaarlijks een
onderdeel van het instrument ‘Zelfevaluatie, coaching en beoordeling van kwaliteit
in de kindcentra en onderbouw basisonderwijs’ op de kindcentra uitgezet. Het
instrument levert door observatie op de onderdelen volwassene-kind-interactie,
leeromgeving, dagschema, plannen en observeren en ouderbetrokkenheid
verbetervoorstellen op, die worden doorgevoerd op de kindcentra.
• Jaarlijks wordt door de afdelingsmanager Kind & Ouder een scholingsplan opgesteld
voor de afdeling Kind & Ouder. De scholing en/of begeleiding van leidsters vindt
plaats op team- en individueel niveau en sluit aan bij de ontwikkelingen op het terrein
van VVE en op de uitkomsten van de jaargesprekken met de leidsters. De scholing/
begeleiding bestaat uit cursussen, opleidingen, Video Interactie Begeleiding en
coaching en begeleiding op de werkvloer.
• Jaarlijks vinden er jaargesprekken plaats met alle medewerkers die werkzaam zijn op
de kindcentra.
• Jaarlijks vinden er interne en externe audits plaats in het kader van het
Certificatieschema HKZ.
• Een keer per drie jaar vindt een Klanttevredenheidsonderzoek (KTO) en een
Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) plaats.
• Aan ouders van kinderen die het kindcentrum verlaten wordt gevraagd een
evaluatieformulier in te vullen.
• Tijdens de vakgroepbijeenkomsten en de studiedag wordt met elkaar in beeld
gebracht en besproken in hoeverre de pedagogische kwaliteit op de kindcentra van
Rijnstad in orde is.
Samen met ouders (in de oudercommissies) en leidsters (in de vakgroepbijeenkomsten
en de bijeenkomsten van de ´Omdenkers´) wordt het pedagogisch beleid op onderdelen
geëvalueerd. Aan de hand van deze evaluaties worden de kindcentra van Rijnstad steeds
beter en leren we met elkaar steeds beter te worden.
36
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
10. Geraadpleegde bronnen
Actief Leren
Handboek voor begeleiders en leerkrachten van jonge kinderen
ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen 1998
Handboek Kwaliteitsbeleid VVE Arnhem ‘Jong Geleerd Goed Gedaan’
Stichting PAS (in samenwerking met de projectgroep Kwaliteitsimpuls VVE)
Oktober 2011
Alle kinderen zijn welkom
Notitie Spectrum (in samenwerking met Rijnstad, SPA, SKAR en Stichting PAS)
Oktober 2008
Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar
Singer, E., Kleerekoper, L.
Elsevier 2009
Pedagogische kwaliteit op orde
Een ordeningsinstrument voor pedagogisch beleid in kinderopvang en peuterspeelzaal
Hoex, J., Kwok, S.,
NJI, 2009
De NCKO-Kwaliteitsmonitor
Het instrument waarmee kinderdagverblijven zelf hun pedagogische kwaliteit in kaart
kunnen brengen
SWP, 2011
Allemaal naar de peuterspeelzaal
Een planmatige aanpak van werving en toeleiding naar voor- en vroegschoolse educatie
Sardes, Utrecht 2006
Ambitie vereist
Planmatig werken aan kwaliteit op peuterspeelzalen
Marielle Balledux, Josette Hoex
SWP / NIZW Jeugd
Certificatieschema Kinderopvang
HKZ 2006
Zelfevaluatie, Coaching en Beoordeling
Instrument ter bevordering van kwaliteit in peuterspeelzalen en onderbouw
basisonderwijs
NJI 2010
De Taallijn
Taalstimulering voor kinderen van 3 tot 7 jaar
Expertisecentrum Nederlands/Sardes, Utrecht 2006
Een zorgstructuur voor 0-4-jarigen
Het Nijmeegse project ‘Kijk op kleintjes als sluitende keten voor de allerjongsten’.
Spectrum 2006
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
37
Handreiking Peuterspeelzaalbeleid
SGBO Onderzoeksadviesbureau van de VNG
Den Haag 2004
Met woorden in de Weer
Praktijkboek voor het basisonderwijs
Dirkje van der Nulft, Marianne Verhallen,
Uitgeverij Coutinho, Bussum 2010
LOGO 3000
Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge Kinderen
Dick Memelink
Seminarium voor Orthopedagogiek, Utrecht 2004
Ouderbetrokkenheid thuis: sleutel voor schoolsucces
Over de invloed van ouders op het schoolsucces van hun kind en de rol van (voor)
schoolse voorzieningen
Spectrum 2007
Ouders doen mee met VVE
Beleidsplan ouderbetrokkenheid VVE Arnhem
Stichting PAS, 2013
Peuters Interactief met Taal
De Taallijn VVE: Taalstimulering voor jonge kinderen
Expertisecentrum Nederlands/Sardes 2005
Positie Peuterspeelzaalwerk nu en in de toekomst
Handreiking voor peuterspeelzalen bij het bepalen van een nieuwe toekomst
MO-groep 2008
Puk & Ko, speels programma voor meertalige peutergroepen
Uitgeverij Zwijssen Educatief b.v., Tilburg 2003 Visiedocument ‘Peuterspeelzaalwerk in de 21e eeuw’
MO-groep, november 2001
VVE op de agenda
Handreiking Voor- en vroegschoolse educatie in het OAB
Dienstverlening jeugd en onderwijs VNG/ Oberon, 2006
Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
wetten.overheid.nl, geraadpleegd 18-03-13
Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie
wetten.overheid.nl, geraadpleegd 18-03-13
38
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Bijlage 1: Sleutelervaringen
Creatieve representatie
• Voorwerpen herkennen d.m.v. de zintuigen (gezicht, gehoor, tastzin, smaak en reuk).
• Handelingen en geluiden nadoen.
• Rekeningen, foto’s en modellen in verband brengen met werkelijke plaatsen en dingen.
• Doen alsof en rollenspel.
• Modellen maken van klei, met blokken en andere materialen.
• Tekenen en schilderen.
Taal en ontluikende geletterdheid
• Met anderen praten over ervaringen van persoonlijke betekenis.
• Voorwerpen, gebeurtenissen en verbanden beschrijven.
• Plezier beleven aan taal: naar verhalen en gedichten luisteren, verhalen en rijmpjes
verzinnen.
• Op verschillende manieren schrijven: tekenen, krabbelen, vormen maken die op
letters lijken, zelf bedachte spelling gebruiken en schrijven op de gebruikelijke manier.
• Op verschillende manieren lezen: tekens en symbolen interpreteren, boeken en
andere gedrukte materialen lezen, lezen wat je zelf geschreven hebt.
• Verhaaltjes dicteren.
Initiatief en sociale relaties
• Keuzes maken, plannen maken en beslissingen nemen en deze kenbaar maken.
• Problemen die zich bij het spelen voordoen oplossen.
• Ervoor zorgen dat eigen behoeften worden bevredigd.
• Gevoelens in woorden uitdrukken.
• Meedoen aan het groepsprogramma.
• Openstaan voor gevoelens, belangen en behoeften van anderen.
• Relaties aangaan met kinderen en volwassenen.
• Bedenken van en meedoen aan gemeenschappelijk spel.
• Op een opbouwende manier omgaan met conflicten in de groep.
Dans en beweging
• Op de plek bewegen.
• Door de ruimte bewegen.
• Met voorwerpen bewegen.
• Ervaren en beoefenen van maat en ritme.
• Uitbeelden van ervaringen, emoties, gedachten en associaties in dans en beweging.
• Beschrijven/ verwoorden van bewegingen.
• Opvolgen/ uitvoeren van bewegingsopdrachten.
• Kijken naar en genieten van dans en beweging.
• Grove motoriek.
• Fijne motoriek.
Muziek
• Zingen.
• Luisteren.
• Muziekinstrumenten bespelen.
• Ervaren en beoefenen van maat en ritme.
• Uitbeelden van ervaringen, emoties, gedachten en associaties in muziek.
• Vormgeven van muziek.
• Beschrijven/ verwoorden van muziek. Opvolgen/ uitvoeren van muziekopdrachten.
• Luisteren naar en genieten van muziek.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
39
Classificatie
• Overeenkomsten en verschillen tussen voorwerpen en hun eigenschappen
onderzoeken en beschrijven.
• Vormen herkennen en beschrijven.
• Sorteren en samenbrengen van voorwerpen.
• Voorwerpen op verschillende manieren gebruiken en beschrijven.
• Met meer dan één eigenschap tegelijkertijd rekening houden.
• Onderscheid maken tussen ‘sommige’ en ‘alle’.
• Eigenschappen beschrijven die een voorwerp niet bezit, beschrijven tot welke
verzameling het niet behoort.
Seriatie
• Eigenschappen vergelijken: langer/ korter.
• Verschillende voorwerpen rangschikken in een serie op patroon en hun onderlinge
relaties beschrijven: groot, groter, grootst.
• Twee reeksen voorwerpen op elkaar laten passen via gissen en missen (trial and
error).
Hoeveelheid
• Hoeveelheden vergelijken om vast te kunnen stellen wat ‘meer’, ‘minder’ en ‘dezelfde
hoeveelheid’ is.
• Twee reeksen voorwerpen in één-op-één relatie schikken.
• Voorwerpen tellen.
Ruimte
• Vullen en legen.
• Voorwerpen bij elkaar brengen en weer uit elkaar halen.
• Voorwerpen herschikken en van vorm doen veranderen (vouwen, draaien, uitrekken,
opstapelen).
• Mensen, plaatsen en dingen vanuit verschillende gezichtshoeken bekijken.
• Onderlinge posities, richtingen en afstanden in de directe omgeving ervaren en
beschrijven (speelplaats, gebouw, buurt).
• Ruimtelijke relaties in tekeningen, foto’s interpreteren.
Tijd
• Op een teken een handeling beginnen en beëindigen.
• Verschillende snelheden ervaren en beschrijven.
• Tijdsintervallen ervaren en vergelijken.
• Volgorde van gebeurtenissen voorzien, herinneren en beschrijven.
40
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Bijlage 2: Overzicht van materialen
Het Huis
Keukengerei
Materiaal voor doen-als-of en rollenspel
Aanrecht
Poppen
Fornuis en koelkast
Knuffels
Pannen
Bedjes, dekentjes, buggy’s, draagzakken
Keukengerei:
- Spatels
- Soeplepels
- Eierwekker
- Vergiet
- Zeef
- Blikopener
Rammelaars, slabbetjes, zuigflessen, luiers
Benodigdheden voor bakken:
- Vormpjes om koekjes te bakken
- Bakvormen
- Mengkom
- Maatbeker
- Zeef
Klokken
Servies:
- Borden
- Kommen
- Kopjes en schotels
- Thee- en koffiepot
Bestek:
- Vorken
- Lepels
- Messen
Spons
Theedoek
Tafelkleed
Servetten
Ingrediënten:
- Zaden, bonen, noten,
- Schelpen
- Stenen
- Macaroni
- Knopen, kurken, piepschuim
Babykleertjes
Bezem, stoffer, blik
Broodrooster
Spiegel
Telefoontoestellen
Verkleedkleren en accessoires
Gereedschapskist met gereedschap
Enveloppen, stempels, folders, stickers
Toetsenbord
Stevige kartonnen dozen
Meubelen
- Schommelstoelen en leunstoelen
- Dekens, lakens, kussens
- Foto;s van de kinderen en hun familie
- Dingen aan de muur
- Echte planten, gieter
Echte keukenapparaten (gebruiken onder
supervisie)
- Kookplaat
- Oventje
Foto’s en recepten
- Kookboeken
- Recepten met een plaatje
- Foto’s van uitstapjes
Lege dozen, blikken en zakken
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
41
De Bouwhoek
De Zand- en Watertafel
Bouwmaterialen:
Materialen om te vullen en te legen:
- Grote holle blokken
- Massieve blokken
- Legoblokken
- Planken
- Melkpakken/ dozen
- Koord/touw
- Gordijnen en lakens
- Wasknijpers
- Emmers
- Bekertjes
- Knijpflessen
- Maatbekers
- Zeven, vergieten, trechters
- Bakvormen, blikken, bestek, spatel
- Schepjes, troffels
- Lepels
Materialen om uit elkaar te halen en in
elkaar te zetten:
Drijvende materialen:
- In elkaar grijpende blokken/ treinrails
Materialen voor vullen en legen:
- Vrachtwagens met een kiepbak
- Kartonnen dozen, emmers, blikken
- Kleine blokken
- Autootjes, poppetjes en kleine dierfiguren
- Stenen en kiezels
Doe-als-of materialen:
- Vrachtwagens die qua grootte bij de
blokken passen
- Vliegtuigen, boten, treinen, bussen
- Houten, rubber en plastic dieren
- Stuur
- Kurken en sponzen
- Schelpjes
- Stokjes van ijsjes en lolly’s
- Takjes
- Piepschuim
Alternatieven voor zand en water:
- Kastanjes, bladeren
- Schelpen
- Stenen
- Knikkers
- Bonen
- Sneeuw
- Badschuim, scheerzeep
Afbeeldingen:
- Fotos’ of tekeningen van de bouwsels die
de kinderen hebben gemaakt
42
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
De Knutselhoek
Papier
Verf en drukmaterialen:
- Dik papier in verschillende kleuren
- Wit tekenpapier
- Papier met lijntjes en vakjes
- Krantenpapier
- Papier voor vingerverven
- Keukenrolpapier
- Folie
- Grote en kleine kartonnen dozen
- Papieren borden en zakken
- Catalogi en tijdschriften
- Eierdozen
- Waterverf
- Vingerverf
- Stempelkussens en stempels
- Zeepvlokken
- Kwasten in allerlei maten
- Potten met deksels voor verf mengen en
opbergen
- Plastic borden of bakjes
- Werkschorten
- Sponzen, handdoeken, kranten
Materialen voor driedimensionale
representaties:
- Boetseerklei, speelklei
- Gereedschap, deegroller, snijvormen,
plastic messen
- Stukjes hout,
- Klosjes, knijpers
- Lapjes
- Veren, franje
- Knopen, rietjes
- Piepschuim
Materialen om dingen vast te maken:
- Nietmachine
- Perforator
- Allerlei soorten lijm
- Plakband
- Elastiekjes
- Koordjes, garen, linten
- Scharen
- Punaises
- Paperclips
Materialen voor tweedimensionale
representaties:
- Potloden
- Kleurpotloden
- Tekenkrijt
- Kleurkrijt
- Stiften in verschillende diktes
- Scharen
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
43
De Leeshoek
Boeken:
- Boeken zonder woorden
- Prentenboeken
- Boeken met verhalen uit verschillende
culturen
- Zelfgemaakte boeken
- Boeken met rijmpjes
- Alfabetboeken
- Fotoalbums met foto’s van de kinderen
en hun omgeving
- Tijdschriften
Rekwisieten:
- Materialen voor het vertellen, naspelen en
het inrichten van een thematafel
Schrijfmaterialen:
- Papier in allerlei maten
- Kladblokken, notitieblokjes
- Folders
- Enveloppen
- Potloden, pennen, stiften
- Stickers
- Puntenslijpers
- Stempels en stempelkussen
- Oud toetsenbord, typemachine
- Linialen
- Paperclips
- Plakband
Ministad
Materialen om mee te sorteren en mee te
bouwen:
- Grote en kleine kralen
- Dik en dun touw in verschillende lengtes
- Knopen, knikkers, kurken
- Schelpen, stenen, zaden
- Allerlei blokken
- Stapeldozen, -schaaltjes en ringen
- Staafjes
Materialen om uit elkaar te halen en in
elkaar te zetten:
- Lego, k’nex, meccano
- Bouwstaafjes
- Puzzels, weegschalen
- Vormdozen en vormen
Spelletjes:
- Plaatjesdomino
Materialen voor doen-aslof-spel:
- Poppetjes en kleine dierfiguren
- Kleine huisjes, kerken, enz.
- Treintjes, autootjes, enz.
Materialen voor het lezen:
- Bank of zitzakken of kussens
- Boekenkast
Materialen voor het luisteren:
- Cd-speler/ cassetterecorder
- Cd’s en/of bandjes met liedjes uit
verschillende culturen
- Cd’s en/of bandjes met verhalen in
verschillende talen
44
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
De Muziekhoek
Instrumenten:
- Trommel
- Tamboerijn
- Triangel
- Ritme-instrumenten
- Alles wat van zichzelf ritselt, rammelt en
rinkelt
- Schudinstrumenten
- Ronde stokjes, ritme stokjes
- Bellen
- Xylofoon en/of losse klankstaven
- Bekken
- Fluitjes
- Mondharmonica
Apparatuur:
- Cassetterecorder / cd-speler
- Cassettebandjes / cd‘s
- Micorofoon
- Koptelefoon
Rekwisieten:
- Sjaals
- Linten
- Hoepels
- Stokken
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
45
Bijlage 3: Dagschema
Voorbeeld van een programma voor een dagdeel:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
46
brengen van de kinderen: ouders spelen met hun kind in het kindcentrum;
kring/begroeting;
speelleren in de grote groep;
vooruitkijken;
speelwerken;
terugkijken;
melk- en fruitkring;
speelleren in de kleine groep;
buitenspelen;
ophalen van de kinderen;
collega’s overleggen met elkaar.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Bijlage 4: Ontwikkelingsvolgmodel
Zeer Jonge Kinderen (OVMZJK)
Bij de kindcentra hebben alle kinderen een mentor. Deze mentor volgt hoe het met het
kind gaat vanaf binnenkomst op het kindcentrum. De mentor onderhoudt ook zoveel
mogelijk de contacten met de ouders.
Als het kind gewend is op het kindcentrum begint de mentor het kind gericht te
observeren. Als ze een goed beeld heeft van het kind worden de ontwikkelingslijnen van
het OVM ingevuld.
Onderstaande lijnen worden hierbij ingevuld:
• Taalontwikkeling: taalvorm, taalinhoud, taalgebruik;
• Sociaal-emotionele ontwikkeling: zelfbeleving, zelfstandigheid, relatie met
volwassenen, relatie met kinderen;
• Spelontwikkeling;
• Motoriek: grove motoriek, fijne motoriek.
Bij zorgkinderen worden in overleg met de zorgcoördinator aanvullende lijnen ingevuld.
Gedurende de tijd dat een kind op het kindcentrum zit wordt het OVM drie keer
ingevuld:
• 2 tot 4 maanden na plaatsing op het kindcentrum;
• 6 maanden na de eerste keer invullen;
• 2 maanden voordat het kind naar de basisschool gaat.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
47
48
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Locatiespecifieke
informatie
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
49
Locatiespecifieke informatie over
kindcentrum De Overkant
Plaatsing
Uw kind is twee of vier dagdelen geplaatst op
het kindcentrum. Kinderen die geïndiceerd zijn
voor Voor- en Vroegschoolse Educatie worden
vier dagdelen geplaatst. Met de leidster wordt
de startdatum en het aantal dagdelen waarop
uw kind komt besproken.
De kinderen worden geplaatst vanaf 2,5 jaar.
Bij 4-jarige leeftijd verlaten de kinderen het
kindcentrum.
Openingstijden
Het kindcentrum is geopend van maandag tot
en met donderdag. In 2014 is het kindcentrum
geopend van 8.15 uur tot 11.45 uur en van
12.45 uur tot 15.30 uur.
Een kwartier na opening van het kindcentrum
en een kwartier voor sluiting van het
kindcentrum kunnen ouders hun kinderen
brengen/ophalen. Het is dan mogelijk om kort
contact met de leidster te hebben.
Tijdens schoolvakanties zijn wij gesloten.
Locatie De Overkant
Locatie De Overkant ligt in de wijk Presikhaaf.
Om in het kindcentrum te kunnen komen,
moeten ouders gebruik maken van de
voordeurbel. Het kindcentrum bevindt zich in
de Dreesschool.
wordt door de leidsters gevolgd met
het Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge
Kinderen. In de peuterperiode wordt het
ontwikkelingsverloop van het kind drie keer
met de ouder(s) besproken.
Naast onze groepsruimte maken we ook
gebruik van de uitdagende buitenruimte. Deze
is omheind met een hekwerk, zodat kinderen
niet ineens de straat op kunnen lopen.
Dagschema
We hanteren een vast dagritme:
• brengen en begroetingskring;
• boekje lezen;
• vooruitkijken;
• speelwerken;
• opruimen;
• terugkijken;
• fruit eten en drinken;
• speelleren;
• buitenspelen;
• liedjeskring;
• kinderen worden opgehaald.
Elke week wordt er peutergym aangeboden.
Dit wordt in de gymzaal naast het kindcentrum
aangeboden door een daarvoor opgeleide
gymdocent.
De kinderen bieden we ook seizoensgebonden
activiteiten aan, zoals Sinterklaas en
Kerst. Ook besteden we elk jaar aandacht
aan de Peutermaand en het Nationaal
Voorleesontbijt.
Geregeld ondernemen we uitstapjes in
de buurt, bijvoorbeeld naar de speeltuin,
naar de kinderboerderij, de bibliotheek of
we bezoeken een theatervoorstelling. Bij
uitstapjes en andere (feestelijke) activiteiten
roepen wij graag de hulp in van enthousiaste
ouders.
Pedagogisch beleid
Het kindcentrum heeft een warme uitstraling
en een mooie groepsruimte. In de ruimte
beschikt men over overzichtelijke hoeken,
zoals de huishoek, de leeshoek, de puzzelhoek,
de knutselhoek, de computerhoek en de
bouwhoek. Tijdens het fruit eten en drinken
wordt gebruik gemaakt van de groepstafels.
Voor het uitgebreide pedagogisch plan,
het pedagogisch beleid en het algemene
informatieboekje verwijzen wij u naar onze
website www.rijnstad.nl/peuters.
Tijdens de ochtenden wordt er gewerkt
volgens Kaleidoscoop en met het
taalstimuleringsprogramma LOGO
3000. De ontwikkeling van de kinderen
50
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Groepsspecifieke informatie
1.Algemene aandachtspunten
• De kasten zijn gelabeld, zodat kinderen
makkelijk de materialen kunnen pakken en
opruimen.
• We stimuleren de kinderen om samen met
ons op te ruimen.
• We stimuleren de kinderen zelfstandig naar
het toilet te gaan (de leidster loopt mee).
• (Reserve)luiers en (reserve)kleding wordt
meegegeven.
• Handen wassen na het plassen.
• We zien er op toe dat de kinderen op een
positieve manier met elkaar omgaan.
• Bij verfactiviteiten maken we gebruik van
verfschorten.
2.Aandachtspunten rondom het eten
• Kinderen nemen fruit en drinken mee.
• Voor/na het eten: handen wassen.
• We zingen eerst een liedje voor we gaan
eten.
3.Aandachtspunten bij het buitenspelen
• Kinderen worden gestimuleerd zelf hun jas
aan/uit te doen.
• De veiligheid van de kinderen wordt
gegarandeerd door een afgesloten
buitenruimte.
• We stimuleren het (samen)spel van de
kinderen in de buitenruimte.
• We laten de kinderen zelf het
buitenmateriaal kiezen waarmee ze willen
spelen.
Groepssamenstelling
Bij De Overkant maakt uw kind deel uit van
een groep van maximaal 16 kinderen van 2,5
tot 4 jaar. Per 8 peuters wordt er een leidster
ingezet.
Leidsters
Sharon
Lot
Buket
Alle medewerkers beschikken over een actuele
VOG-verklaring (Verklaring Omtrent Gedrag).
Overige informatie
Veiligheid en gezondheid staan bij ons hoog
in het vaandel. Regelmatig wordt gekeken
of deze in orde is. Indien nodig worden er
aanpassingen verricht.
De kindcentra van Rijnstad handelen volgens
een privacyreglement. Heeft u een klacht? Dan
horen wij dat graag van u. Voor informatie over
het privacyreglement en de klachtenprocedure
verwijzen wij u naar www.rijnstad.nl/privacy_
en_klachten of u kunt de folder Privacy en
klachten meenemen.
Peuteradministratie
Voor vragen over plaatsing en de
ouderbijdrage kunt u terecht bij onze
peuteradministratie.
T (026) 31 27 700
Afdelingsmanager Kind & Ouder
Arianne de Bruin
T (026) 31 27 881
Adresgegevens
Kindcentrum De Overkant
Kinderkamp 7
6825 JA Arnhem
T (06) 15 83 92 66
Op De Overkant werken Sharon Darim-Pastoor,
Lot Jeurissen en Buket Yilmaz als leidster. Zij
beschikken over de juiste diploma’s, VVEcertificaten en overige certificaten (zoals
EHBO).
Daarnaast hebben wij regelmatig stagiaires of
assistent-leidsters die bij ons het vak komen
leren. Deze stagiaires of assistent-leidsters
staan niet alleen op de groep. Zij worden
boventallig ingezet en worden altijd begeleid
door de leidster.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
51
Locatiespecifieke informatie over
kindcentrum De Grenspost
Plaatsing
Uw kind is twee of vier dagdelen geplaatst op
het kindcentrum. Kinderen die geïndiceerd zijn
voor Voor- en Vroegschoolse Educatie worden
vier dagdelen geplaatst. Met de leidster wordt
de startdatum en het aantal dagdelen waarop
uw kind komt besproken. De kinderen worden
geplaatst vanaf 2,5 jaar. Bij 4-jarige leeftijd
verlaten de kinderen het kindcentrum.
wordt door de leidsters gevolgd met
het Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge
Kinderen. In de peuterperiode wordt het
ontwikkelingsverloop van het kind drie keer
met de ouder(s) besproken.
Naast onze groepsruimte maken we ook
gebruik van de buitenruimte. Deze is omheind
met een hekwerk, zodat kinderen niet ineens
de straat op kunnen lopen.
Openingstijden
Dagschema
Het kindcentrum is geopend van maandag tot
en met vrijdag. In 2014 is het kindcentrum
geopend van 8.30 uur tot 12.00 uur en van
12.45 uur tot 15.30 uur (behalve op woensdagen vrijdagmiddag).
Een kwartier na opening van het kindcentrum
en een kwartier voor sluiting van het
kindcentrum kunnen ouders hun kinderen
brengen/ophalen. Het is dan mogelijk om kort
contact met de leidster te hebben.
Tijdens schoolvakanties zijn wij gesloten.
Locatie De Grenspost
Locatie De Grenspost ligt in de wijk
Geitenkamp. Om in het kindcentrum te kunnen
komen, moeten ouders gebruik maken van de
voordeurbel. Het kindcentrum bevindt zich in
de Witte School.
We hanteren een vast dagritme:
• brengen en begroetingskring;
• boekje lezen;
• vooruitkijken;
• speelwerken;
• opruimen;
• terugkijken;
• fruit eten en drinken;
• speelleren;
• buitenspelen;
• liedjeskring;
• kinderen worden opgehaald.
Elke week wordt er peutergym aangeboden.
Dit wordt in de gymzaal naast het kindcentrum
aangeboden door een daarvoor opgeleide
gymdocent.
De kinderen bieden we ook seizoensgebonden
activiteiten aan, zoals Sinterklaas en
Kerst. Ook besteden we elk jaar aandacht
aan de Peutermaand en het Nationaal
Voorleesontbijt.
Geregeld ondernemen we uitstapjes in
de buurt, bijvoorbeeld naar de speeltuin,
naar de kinderboerderij, de bibliotheek of
we bezoeken een theatervoorstelling. Bij
uitstapjes en andere (feestelijke) activiteiten
roepen wij graag de hulp in van enthousiaste
ouders.
Pedagogisch beleid
Het kindcentrum heeft een warme uitstraling
en een mooie groepsruimte. In de ruimte
beschikt men over overzichtelijke hoeken,
zoals de huishoek, de leeshoek, de puzzelhoek,
de knutselhoek, de computerhoek en de
bouwhoek. Tijdens het fruit eten en drinken
wordt gebruik gemaakt van de groepstafels.
Voor het uitgebreide pedagogisch plan,
het pedagogisch beleid en het algemene
informatieboekje verwijzen wij u naar onze
website www.rijnstad.nl/peuters.
Tijdens de ochtenden wordt er gewerkt
volgens Kaleidoscoop en met het
taalstimuleringsprogramma LOGO
3000. De ontwikkeling van de kinderen
52
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Groepsspecifieke informatie
1.Algemene aandachtspunten
• De kasten zijn gelabeld, zodat kinderen
makkelijk de materialen kunnen pakken en
opruimen.
• We stimuleren de kinderen om samen met
ons op te ruimen.
• We stimuleren de kinderen zelfstandig naar
het toilet te gaan (de leidster loopt mee).
• (Reserve)luiers en (reserve)kleding wordt
meegegeven.
• Handen wassen na het plassen.
• We zien er op toe dat de kinderen op een
positieve manier met elkaar omgaan.
• Bij verfactiviteiten maken we gebruik van
verfschorten.
2.Aandachtspunten rondom het eten
• Kinderen nemen fruit en drinken mee.
• Voor/na het eten: handen wassen.
• We zingen eerst een liedje voor we gaan
eten.
3.Aandachtspunten bij het buitenspelen
• Kinderen worden gestimuleerd zelf hun jas
aan/uit te doen.
• De veiligheid van de kinderen wordt
gegarandeerd door een afgesloten
buitenruimte.
• We stimuleren het (samen)spel van de
kinderen in de buitenruimte.
• We laten de kinderen zelf het
buitenmateriaal kiezen waarmee ze willen
spelen.
Groepssamenstelling
Bij De Grenspost maakt uw kind deel uit van
een groep van maximaal 16 kinderen van 2,5
tot 4 jaar. Per 8 peuters wordt er een leidster
ingezet.
Leidsters
Sampat
Jacqueline
Marleen
Alle medewerkers beschikken over een actuele
VOG-verklaring (Verklaring Omtrent Gedrag).
Overige informatie
Veiligheid en gezondheid staan bij ons hoog
in het vaandel. Regelmatig wordt gekeken
of deze in orde is. Indien nodig worden er
aanpassingen verricht.
De kindcentra van Rijnstad handelen volgens
een privacyreglement. Heeft u een klacht? Dan
horen wij dat graag van u. Voor informatie over
het privacyreglement en de klachtenprocedure
verwijzen wij u naar www.rijnstad.nl/privacy_
en_klachten of u kunt de folder Privacy en
klachten meenemen.
Peuteradministratie
Voor vragen over plaatsing en de
ouderbijdrage kunt u terecht bij onze
peuteradministratie.
T (026) 31 27 700
Afdelingsmanager Kind & Ouder
Arianne de Bruin
T (026) 31 27 881
Adresgegevens
Kindcentrum De Grenspost
Kloosterstraat 85a
6824 RC Arnhem
T (026) 30 30 601
Op De Grenspost werken Sampat Snoek,
Jacqueline Jansen en Marleen Beije - Bakker als
leidster. Zij beschikken over de juiste diploma’s,
VVE-certificaten en overige certificaten (zoals
EHBO).
Daarnaast hebben wij regelmatig stagiaires of
assistent-leidsters die bij ons het vak komen
leren. Deze stagiaires of assistent-leidsters
staan niet alleen op de groep.
Zij worden boventallig ingezet en worden altijd
begeleid door de leidster.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
53
Locatiespecifieke informatie over
kindcentrum Klarendal I en II
Plaatsing
Uw kind is twee of vier dagdelen geplaatst op
het kindcentrum. Kinderen die geïndiceerd zijn
voor Voor- en Vroegschoolse Educatie worden
vier dagdelen geplaatst. Met de leidster wordt
de startdatum en het aantal dagdelen waarop
uw kind komt besproken. De kinderen worden
geplaatst vanaf 2,5 jaar. Bij 4-jarige leeftijd
verlaten de kinderen het kindcentrum.
Openingstijden
Het kindcentrum is voor de groep Klarendal
I geopend op maandag, dinsdag, donderdag
en vrijdag en voor groep Klarendal
II maandagmiddag, dinsdagmorgen,
donderdagmiddag en vrijdagmorgen. In 2014
is een ochtenddeel van 8.30 uur tot 12.00 uur
en een middagdeel van 13.00 uur tot 15.45
uur.
Een kwartier na opening van het kindcentrum
en een kwartier voor sluiting van het
kindcentrum kunnen ouders hun kinderen
brengen/ophalen. Het is dan mogelijk om kort
contact met de leidster te hebben.
Tijdens schoolvakanties zijn wij gesloten.
Tijdens de ochtenden wordt er gewerkt
volgens Kaleidoscoop en met het
taalstimuleringsprogramma LOGO
3000. De ontwikkeling van de kinderen
wordt door de leidsters gevolgd met
het Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge
Kinderen. In de peuterperiode wordt het
ontwikkelingsverloop van het kind drie keer
met de ouder(s) besproken.
Naast onze groepsruimte maken we ook
gebruik van de buitenruimte. Deze is omheind
met een hekwerk, zodat kinderen niet ineens
de straat op kunnen lopen.
Dagschema
We hanteren een vast dagritme:
• brengen en begroetingskring;
• boekje lezen;
• vooruitkijken;
• speelwerken;
• opruimen;
• terugkijken;
• fruit eten en drinken;
• speelleren;
• buitenspelen;
• liedjeskring;
• kinderen worden opgehaald.
Elke week wordt er peutergym aangeboden.
Dit wordt aangeboden door een daarvoor
opgeleide gymdocent.
De kinderen bieden we ook seizoensgebonden
activiteiten aan, zoals Sinterklaas en
Kerst. Ook besteden we elk jaar aandacht
aan de Peutermaand en het Nationaal
Voorleesontbijt.
Locatie Klarendal
Locatie Klarendal ligt in de wijk Klarendal.
Klarendal I en II bevinden zich in MFC
Klarendal. In het gebouw is basisschool
Kunstrijk gevestigd. Daarnaast bevinden zich
diverse andere scholen in de omgeving waar
we ook mee samenwerken. In het MFC is
onder andere het consultatiebureau gevestigd.
Pedagogisch beleid
Het kindcentrum heeft een warme uitstraling
en een mooie groepsruimte. In de ruimte
beschikt men over overzichtelijke hoeken,
zoals de huishoek, de leeshoek, de puzzelhoek,
de knutselhoek, de computerhoek en de
bouwhoek. Tijdens het fruit eten en drinken
wordt gebruik gemaakt van de groepstafels.
54
Geregeld ondernemen we uitstapjes in
de buurt, bijvoorbeeld naar de speeltuin,
naar de kinderboerderij, de bibliotheek of
we bezoeken een theatervoorstelling. Bij
uitstapjes en andere (feestelijke) activiteiten
roepen wij graag de hulp in van enthousiaste
ouders.
Voor het uitgebreide pedagogisch plan,
het pedagogisch beleid en het algemene
informatieboekje verwijzen wij u naar onze
website www.rijnstad.nl/peuters.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Joyce
Hilda
Angelika
Ester
Monique
Groepsspecifieke informatie
1.Algemene aandachtspunten
• De kasten zijn gelabeld, zodat kinderen
makkelijk de materialen kunnen pakken en
opruimen.
• We stimuleren de kinderen om samen met
ons op te ruimen.
• We stimuleren de kinderen zelfstandig naar
het toilet te gaan (de leidster loopt mee).
• (Reserve)luiers en (reserve)kleding wordt
meegegeven.
• Handen wassen na het plassen.
• We zien er op toe dat de kinderen op een
positieve manier met elkaar omgaan.
• Bij verfactiviteiten maken we gebruik van
verfschorten.
2.Aandachtspunten rondom het eten
• Kinderen nemen fruit en drinken mee.
• Voor/na het eten: handen wassen.
• We zingen eerst een liedje voor we gaan
eten.
3.Aandachtspunten bij het buitenspelen
• Kinderen worden gestimuleerd zelf hun jas
aan/uit te doen.
• De veiligheid van de kinderen wordt
gegarandeerd door een afgesloten
buitenruimte.
• We stimuleren het (samen)spel van de
kinderen in de buitenruimte.
• We laten de kinderen zelf het
buitenmateriaal kiezen waarmee ze willen
spelen.
Groepssamenstelling
Klarendal I bestaat uit een groep van maximaal
16 kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Per 8 peuters
wordt er een leidster ingezet.
Klarendal II bestaat uit een groep van 8 en 16
kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Per 8 peuters wordt
er een leidster en een assistent ingezet.
Leidsters
Op Klarendal I werken Joyce Arissen, Hilda
van de Berg, Monique Horstink - van Dongen,
Angelika Arts en Ester Siegers als leidster. Op
Klarendal II werken Ester Siegers en Hilda van
de Berg als leidsters. Zij beschikken over de
juiste diploma’s, VVE-certificaten en overige
certificaten (zoals EHBO).
staan niet alleen op de groep.
Zij worden boventallig ingezet en worden altijd
begeleid door de leidster.
Alle medewerkers beschikken over een actuele
VOG-verklaring (Verklaring Omtrent Gedrag).
Overige informatie
Veiligheid en gezondheid staan bij ons hoog
in het vaandel. Regelmatig wordt gekeken
of deze in orde is. Indien nodig worden er
aanpassingen verricht.
De kindcentra van Rijnstad handelen volgens
een privacyreglement. Heeft u een klacht? Dan
horen wij dat graag van u. Voor informatie over
het privacyreglement en de klachtenprocedure
verwijzen wij u naar www.rijnstad.nl/privacy_
en_klachten of u kunt de folder Privacy en
klachten meenemen.
Peuteradministratie
Voor vragen over plaatsing en de
ouderbijdrage kunt u terecht bij onze
peuteradministratie.
T (026) 31 27 700
Afdelingsmanager Kind & Ouder
Arianne de Bruin
T (026) 31 27 881
Adresgegevens
Kindcentrum Klarendal I en II
Kazerneplein 2
6822 ET Arnhem
Klarendal I T (026) 37 72 061
Klarendal II T (026) 37 72 062
Daarnaast hebben wij regelmatig stagiaires of
assistent-leidsters die bij ons het vak komen
leren. Deze stagiaires of assistent-leidsters
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
55
Locatiespecifieke informatie over
kindcentrum de Malburcht I, II en III
Plaatsing
Uw kind is twee of vier dagdelen geplaatst op
het kindcentrum. Kinderen die geïndiceerd zijn
voor Voor- en Vroegschoolse Educatie worden
vier dagdelen geplaatst. Met de leidster wordt
de startdatum en het aantal dagdelen waarop
uw kind komt besproken.
De kinderen worden geplaatst vanaf 2,5 jaar.
Bij 4-jarige leeftijd verlaten de kinderen het
kindcentrum.
Openingstijden
Het kindcentrum is geopend van maandag tot
en met vrijdag. In 2014 is het kindcentrum
geopend gedurende de ochtenden van 8.30
uur tot 12.00 uur en op de middagen van 13.00
uur tot 15.45 uur.
Een kwartier na opening van het kindcentrum
en een kwartier voor sluiting van het
kindcentrum kunnen ouders hun kinderen
brengen/ophalen. Het is dan mogelijk om kort
contact met de leidster te hebben.
Tijdens schoolvakanties zijn wij gesloten.
Locatie de Malburcht
Locatie de Malburcht ligt in de wijk Malburgen.
De Malburcht I en Malburcht III bevinden
zich in een apart gebouw samen met
kinderdagverblijf Merlijn van kinderopvang
SKAR. De Malburcht II bevindt zich in
een lokaal naast de Monchyschool voor
basisonderwijs. De basisscholen waarmee we
samenwerken bevinden zich in de buurt van
onze locatie.
Pedagogisch beleid
Het kindcentrum heeft een warme uitstraling
en een mooie groepsruimte. In de ruimte
beschikt men over overzichtelijke hoeken,
zoals de huishoek, de leeshoek, de puzzelhoek,
de knutselhoek, de computerhoek en de
bouwhoek. Tijdens het fruit eten en drinken
wordt gebruik gemaakt van de groepstafels.
56
Tijdens de ochtenden wordt er gewerkt
volgens Kaleidoscoop en met het
taalstimuleringsprogramma LOGO
3000. De ontwikkeling van de kinderen
wordt door de leidsters gevolgd met
het Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge
Kinderen. In de peuterperiode wordt het
ontwikkelingsverloop van het kind drie keer
met de ouder(s) besproken.
Naast onze groepsruimte maken we ook
gebruik van de uitdagende buitenruimte. Deze
is omheind met een hekwerk, zodat kinderen
niet ineens de straat op kunnen lopen. De
buitenruimte delen we met de groepen van
kinderdagverblijf Merlijn.
Dagschema
We hanteren een vast dagritme:
• brengen en begroetingskring;
• boekje lezen;
• vooruitkijken;
• speelwerken;
• opruimen;
• terugkijken;
• fruit eten en drinken;
• speelleren;
• buitenspelen;
• liedjeskring;
• kinderen worden opgehaald.
Elke week wordt er peutergym aangeboden.
Dit wordt in een gymzaal van het
basisonderwijs aangeboden door een daarvoor
opgeleide gymdocent.
De kinderen bieden we ook seizoensgebonden
activiteiten aan, zoals Sinterklaas en Kerst.
Ook besteden we elk jaar aandacht aan de
Peutermaand en het Nationaal Voorleesontbijt.
Geregeld ondernemen we uitstapjes in de
buurt, bijvoorbeeld naar de speeltuin, naar de
kinderboerderij, de bibliotheek of we bezoeken
een theatervoorstelling. Bij uitstapjes en
andere (feestelijke) activiteiten roepen wij
graag de hulp in van enthousiaste ouders.
Voor het uitgebreide pedagogisch plan,
het pedagogisch beleid en het algemene
informatieboekje verwijzen wij u naar onze
website www.rijnstad.nl/peuters.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Monique
Marian
Fabiola
Anja
Irene
Sandra
Groepsspecifieke informatie
1.Algemene aandachtspunten
• De kasten zijn gelabeld, zodat kinderen
makkelijk de materialen kunnen pakken en
opruimen.
• We stimuleren de kinderen om samen met ons
op te ruimen.
• We stimuleren de kinderen zelfstandig naar
het toilet te gaan (de leidster loopt mee).
• (Reserve)luiers en (reserve)kleding wordt
meegegeven.
• Handen wassen na het plassen.
• We zien er op toe dat de kinderen op een
positieve manier met elkaar omgaan.
• Bij verfactiviteiten maken we gebruik van
verfschorten.
2.Aandachtspunten rondom het eten
• Kinderen nemen fruit en drinken mee.
• Voor/na het eten: handen wassen.
• We zingen eerst een liedje voor we gaan eten.
3.Aandachtspunten bij het buitenspelen
• Kinderen worden gestimuleerd zelf hun jas
aan/uit te doen.
• De veiligheid van de kinderen wordt
gegarandeerd door een afgesloten
buitenruimte.
• We stimuleren het (samen)spel van de
kinderen in de buitenruimte.
• We laten de kinderen zelf het buitenmateriaal
kiezen waarmee ze willen spelen.
Groepssamenstelling
Bij de Malburcht I maakt uw kind deel uit van
een groep van maximaal 16 kinderen van 2,5 tot
4 jaar. Bij de Malburcht II en III maakt uw kind
deel uit van een groep van maximaal 8 kinderen
van 2,5 tot 4 jaar. Per 8 peuters wordt er een
leidster ingezet.
Leidsters
Op de Malburcht I werken Anja Scholten,
Monique Pastoors, Marian Peeters, Fabiola
Speldenbrink en Sandra te Dorsthorst als
leidster. Op de Malburcht II werken de leidsters
Irene Keyser, Anja Scholten, Alie Schrijvers en
Fabiola Speldenbrink. Op de Malburcht III werkt
Alie Schrijvers. Zij beschikken allemaal over de
juiste diploma’s, VVE-certificaten en overige
certificaten (zoals EHBO).
Daarnaast hebben wij regelmatig stagiaires of
assistent-leidsters die bij ons het vak komen
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
leren. Deze stagiaires of assistentleidsters staan niet alleen op de
groep. Zij worden boventallig ingezet
en worden altijd begeleid door de
leidster.
Alie
Alle medewerkers beschikken
over een actuele VOG-verklaring
(Verklaring Omtrent Gedrag).
Overige informatie
Veiligheid en gezondheid staan bij ons hoog in
het vaandel. Regelmatig wordt gekeken of deze
in orde is. Indien nodig worden er aanpassingen
verricht.
De kindcentra van Rijnstad handelen volgens
een privacyreglement. Heeft u een klacht? Dan
horen wij dat graag van u. Voor informatie over
het privacyreglement en de klachtenprocedure
verwijzen wij u naar www.rijnstad.nl/privacy_
en_klachten of u kunt de folder Privacy en
klachten meenemen.
Peuteradministratie
Voor vragen over plaatsing en de ouderbijdrage
kunt u terecht bij onze peuteradministratie.
T (026) 31 27 700
Afdelingsmanager Kind & Ouder
Ans Lips
T (026) 31 27 820
Adresgegevens
Kindcentrum de Malburcht I, II en III
Graslaan 97c
6833 CE Arnhem
Malburcht I T (026) 78 90 054
Malburcht II
T (026) 78 90 055
Malburcht III
T (026) 78 90 056
57
Locatiespecifieke informatie over
startgroepen Presikhaven I, II en III
Plaatsing
Uw kind is twee of vier dagdelen geplaatst op
de startgroep. Kinderen die geïndiceerd zijn
voor Voor- en Vroegschoolse Educatie worden
vier dagdelen geplaatst. Met de leidster wordt
de startdatum en het aantal dagdelen waarop
uw kind komt besproken. De kinderen worden
geplaatst vanaf 2,5 jaar. Bij 4-jarige leeftijd
verlaten de kinderen de startgroep.
ontwikkelingsverloop van het kind drie keer
met de ouder(s) besproken.
Naast onze groepsruimte maken we ook
gebruik van de uitdagende buitenruimte en
een spelruimte. De buitenruimte is omheind
met een hekwerk, zodat kinderen niet ineens
de straat op kunnen lopen. De buitenruimte
delen we met de groepen van kinderdagverblijf
Harlekijn.
Openingstijden
Dagschema
De startgroepen zijn geopend van maandag tot
en met vrijdag. In 2014 zijn de startgroepen
geopend gedurende de ochtenden van 8.30
uur tot 11.45 uur en op de middagen van
12.15 uur tot 15.00 uur.
Een kwartier na opening van de startgroep en
een kwartier voor sluiting van de startgroep
kunnen ouders hun kinderen brengen/
ophalen. Het is dan mogelijk om kort contact
met de leidster te hebben.
Tijdens schoolvakanties zijn wij gesloten.
We hanteren een vast dagritme:
• brengen en begroetingskring;
• boekje lezen;
• vooruitkijken;
• speelwerken;
• opruimen;
• terugkijken;
• fruit eten en drinken;
• speelleren;
• buitenspelen;
• liedjeskring;
• kinderen worden opgehaald.
Elke week wordt er peutergym aangeboden.
Dit wordt aangeboden in de spelruimte van
de basisschool door een daarvoor opgeleide
gymdocent.
De kinderen bieden we ook seizoensgebonden
activiteiten aan, zoals Sinterklaas en
Kerst. Ook besteden we elk jaar aandacht
aan de Peutermaand en het Nationaal
Voorleesontbijt.
Locatie Presikhaven
Locatie Presikhaven ligt in de wijk Presikhaaf
Oost. Startgroepen Presikhaven I, II en III
bevinden zich in het Multi Functioneel
Centrum.
Pedagogisch beleid
De startgroepen hebben een warme uitstraling
en een mooie groepsruimte. In de ruimte
beschikt men over overzichtelijke hoeken,
zoals de huishoek, de leeshoek, de puzzelhoek,
de knutselhoek, de computerhoek en de
bouwhoek. Tijdens het fruit eten en drinken
wordt gebruik gemaakt van de groepstafels.
Tijdens de ochtenden wordt er gewerkt
volgens Kaleidoscoop en met het
taalstimuleringsprogramma LOGO
3000. De ontwikkeling van de kinderen
wordt door de leidsters gevolgd met
het Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge
Kinderen. In de peuterperiode wordt het
58
Geregeld ondernemen we uitstapjes in
de buurt, bijvoorbeeld naar de speeltuin,
naar de kinderboerderij, de bibliotheek of
we bezoeken een theatervoorstelling. Bij
uitstapjes en andere (feestelijke) activiteiten
roepen wij graag de hulp in van enthousiaste
ouders.
Voor het uitgebreide pedagogisch plan,
het pedagogisch beleid en het algemene
informatieboekje verwijzen wij u naar onze
website www.rijnstad.nl/peuters.
Groepsspecifieke informatie
1.Algemene aandachtspunten
• De kasten zijn gelabeld, zodat kinderen
makkelijk de materialen kunnen pakken en
opruimen.
• We stimuleren de kinderen om samen met
ons op te ruimen.
• We stimuleren de kinderen zelfstandig naar
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
het toilet te gaan (de leidster loopt mee).
• (Reserve)luiers en (reserve)kleding wordt
meegegeven.
• Handen wassen na het plassen.
• We zien er op toe dat de kinderen op een
positieve manier met elkaar omgaan.
• Bij verfactiviteiten maken we gebruik van
verfschorten.
2.Aandachtspunten rondom het eten
• Kinderen nemen fruit en drinken mee.
• Voor/na het eten: handen wassen.
• We zingen eerst een liedje voor we gaan
eten.
3.Aandachtspunten bij het buitenspelen
• Kinderen worden gestimuleerd zelf hun jas
aan/uit te doen.
• De veiligheid van de kinderen wordt
gegarandeerd door een afgesloten
buitenruimte.
• We stimuleren het (samen)spel van de
kinderen in de buitenruimte.
• We laten de kinderen zelf het
buitenmateriaal kiezen waarmee ze willen
spelen.
Groepssamenstelling
Bij de startgroepen I, II en III maakt uw kind
deel uit van een groep van maximaal 16
kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Op deze groepen
worden leidsters en leerkrachten ingezet.
Leidsters en leerkrachten
Op Presikhaven I werken Khaddouj Benaisse als
leidster en Ilse Vermolen en Bianca Holwerda
als leerkracht. Op Presikhaven II werken
leidsters Anja Weyers, Saime Pinar, Angelika
Arts en de leerkrachten Caroline Bleiker en
Bianca Holwerda. Op Presikhaven III werken
de leidsters Anja Weyers, Trudy van Hoften en
Saime Pinar. Zij beschikken allemaal over de
juiste diploma’s,
VVE-certificaten en overige certificaten (zoals
EHBO).
Daarnaast hebben wij regelmatig stagiaires of
assistent-leidsters die bij ons het vak komen
leren. Deze stagiaires of assistent-leidsters
staan niet alleen op de groep.
Zij worden boventallig ingezet en worden altijd
begeleid door de leidster.
Anja
Trudy
Khaddouj
Angelika
Saime
Ilse
Overige
informatie
Bianca
Caroline
Veiligheid en
gezondheid staan
bij ons hoog in
het vaandel.
Regelmatig wordt
gekeken of deze
in orde is. Indien
nodig worden er
aanpassingen verricht.
De startgroepen van Rijnstad handelen volgens
een privacyreglement. Heeft u een klacht? Dan
horen wij dat graag van u. Voor informatie over
het privacyreglement en de klachtenprocedure
verwijzen wij u naar www.rijnstad.nl/privacy_
en_klachten of u kunt de folder Privacy en
klachten meenemen.
Peuteradministratie
Voor vragen over plaatsing en de
ouderbijdrage kunt u terecht bij onze
peuteradministratie.
T (026) 31 27 700
Afdelingsmanager Kind & Ouder
Ans Lips
T (026) 31 27 820
Adresgegevens
Stratgroepen Presikhaven I, II en III
Laan van Presikhaaf 7
6826 HA Arnhem
Presikhaven I
T (026) 36 12 316
Presikhaven II
T (06) 471 718 03
Presikhaven III
T (06) 471 718 03
Alle medewerkers beschikken over een actuele
VOG-verklaring (Verklaring Omtrent Gedrag).
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
59
Locatiespecifieke informatie over
kindcentrum Symfonie I
Plaatsing
Uw kind is twee of vier dagdelen geplaatst op
het kindcentrum. Kinderen die geïndiceerd zijn
voor Voor- en Vroegschoolse Educatie worden
vier dagdelen geplaatst. Met de leidster wordt
de startdatum en het aantal dagdelen waarop
uw kind komt besproken. De kinderen worden
geplaatst vanaf 2,5 jaar. Bij 4-jarige leeftijd
verlaten de kinderen het kindcentrum.
Openingstijden
Het kindcentrum is geopend van maandag tot
en met vrijdag. In 2014 is het kindcentrum
geopend van 8.30 uur tot 12.00 uur en van
13.00 uur tot 15.45 uur. Woensdagmiddag en
vrijdagmiddag zijn wij gesloten.
Een kwartier na opening van het kindcentrum
en een kwartier voor sluiting van het
kindcentrum kunnen ouders hun kinderen
brengen/ophalen. Het is dan mogelijk om kort
contact met de leidster te hebben.
Tijdens schoolvakanties zijn wij gesloten.
Tijdens de ochtenden wordt er gewerkt
volgens Kaleidoscoop en met het
taalstimuleringsprogramma LOGO
3000. De ontwikkeling van de kinderen
wordt door de leidsters gevolgd met
het Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge
Kinderen. In de peuterperiode wordt het
ontwikkelingsverloop van het kind drie keer
met de ouder(s) besproken.
Naast onze groepsruimte maken we ook
gebruik van de buitenruimte. Deze is omheind
met een hekwerk, zodat kinderen niet ineens
de straat op kunnen lopen.
Dagschema
We hanteren een vast dagritme:
• brengen en begroetingskring;
• boekje lezen;
• vooruitkijken;
• speelwerken;
• opruimen;
• terugkijken;
• fruit eten en drinken;
• speelleren;
• buitenspelen;
• liedjeskring;
• kinderen worden opgehaald.
Elke week wordt er peutergym aangeboden.
Dit wordt aangeboden door een daarvoor
opgeleide gymdocent.
De kinderen bieden we ook seizoensgebonden
activiteiten aan, zoals Sinterklaas en
Kerst. Ook besteden we elk jaar aandacht
aan de Peutermaand en het Nationaal
Voorleesontbijt.
Locatie Symfonie I
Locatie Symfonie I ligt in de wijk Arnhemse
Broek. Het kindcentrum bevindt zich in
het wijkcentrum Symfonie waar ook de
Paulusschool gevestigd is.
Pedagogisch beleid
Het kindcentrum heeft een warme uitstraling
en een mooie groepsruimte. In de ruimte
beschikt men over overzichtelijke hoeken,
zoals de huishoek, de leeshoek, de puzzelhoek,
de knutselhoek, de computerhoek en de
bouwhoek. Tijdens het fruit eten en drinken
wordt gebruik gemaakt van de groepstafels.
60
Geregeld ondernemen we uitstapjes in
de buurt, bijvoorbeeld naar de speeltuin,
naar de kinderboerderij, de bibliotheek of
we bezoeken een theatervoorstelling. Bij
uitstapjes en andere (feestelijke) activiteiten
roepen wij graag de hulp in van enthousiaste
ouders.
Voor het uitgebreide pedagogisch plan,
het pedagogisch beleid en het algemene
informatieboekje verwijzen wij u naar onze
website www.rijnstad.nl/peuters.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Groepsspecifieke informatie
1.Algemene aandachtspunten
• De kasten zijn gelabeld, zodat kinderen
makkelijk de materialen kunnen pakken en
opruimen.
• We stimuleren de kinderen om samen met
ons op te ruimen.
• We stimuleren de kinderen zelfstandig naar
het toilet te gaan (de leidster loopt mee).
• (Reserve)luiers en (reserve)kleding wordt
meegegeven.
• Handen wassen na het plassen.
• We zien er op toe dat de kinderen op een
positieve manier met elkaar omgaan.
• Bij verfactiviteiten maken we gebruik van
verfschorten.
2.Aandachtspunten rondom het eten
• Kinderen nemen fruit en drinken mee.
• Voor/na het eten: handen wassen.
• We zingen eerst een liedje voor we gaan
eten.
3.Aandachtspunten bij het buitenspelen
• Kinderen worden gestimuleerd zelf hun jas
aan/uit te doen.
• De veiligheid van de kinderen wordt
gegarandeerd door een afgesloten
buitenruimte.
• We stimuleren het (samen)spel van de
kinderen in de buitenruimte.
• We laten de kinderen zelf het
buitenmateriaal kiezen waarmee ze willen
spelen.
Groepssamenstelling
Bij Symfonie I maakt uw kind deel uit van een
groep van maximaal 16 kinderen van 2,5 tot
4 jaar. Per 8 peuters wordt er een leidster
ingezet.
Leidsters
Op Symfonie I werken Monica Beek, Will
van Kempen, Anja Scholten en Sandra te
Dorsthorst als leidster. Zij beschikken over de
juiste diploma’s, VVE-certificaten en overige
certificaten (zoals EHBO).
Monica
Will
Alle medewerkers beschikken
over een actuele VOG-verklaring
(Verklaring Omtrent Gedrag).
Sandra
Anja
Overige informatie
Veiligheid en gezondheid staan bij
ons hoog in het vaandel. Regelmatig
wordt gekeken of deze in orde is.
Indien nodig worden er aanpassingen
verricht.
De kindcentra van Rijnstad handelen volgens
een privacyreglement. Heeft u een klacht? Dan
horen wij dat graag van u. Voor informatie over
het privacyreglement en de klachtenprocedure
verwijzen wij u naar www.rijnstad.nl/privacy_
en_klachten of u kunt de folder Privacy en
klachten meenemen.
Peuteradministratie
Voor vragen over plaatsing en de
ouderbijdrage kunt u terecht bij onze
peuteradministratie.
T (026) 31 27 700
Afdelingsmanager Kind & Ouder
Arianne de Bruin
T (026) 31 27 881
Adresgegevens
Kindcentrum Symfonie I
Valckenierstraat 1
6828 RM Arnhem
T (026) 44 30 093
Daarnaast hebben wij regelmatig stagiaires of
assistent-leidsters die bij ons het vak komen
leren. Deze stagiaires of assistent-leidsters
staan niet alleen op de groep. Zij worden
boventallig ingezet en worden altijd begeleid
door de leidster.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
61
Locatiespecifieke informatie over
kindcentrum Symfonie II
Plaatsing
Uw kind is twee of vier dagdelen geplaatst op
het kindcentrum. Kinderen die geïndiceerd zijn
voor Voor- en Vroegschoolse Educatie worden
vier dagdelen geplaatst. Met de leidster wordt
de startdatum en het aantal dagdelen waarop
uw kind komt besproken. De kinderen worden
geplaatst vanaf 2,5 jaar. Bij 4-jarige leeftijd
verlaten de kinderen het kindcentrum.
Openingstijden
Het kindcentrum is geopend op
maandagmiddag, dinsdagmiddag,
woensdagmorgen en donderdagmorgen.
Een kwartier na opening van het kindcentrum
en een kwartier voor sluiting van het
kindcentrum kunnen ouders hun kinderen
brengen/ophalen. Het is dan mogelijk om kort
contact met de leidster te hebben.
Tijdens schoolvakanties zijn wij gesloten.
met de ouder(s) besproken.
Naast onze groepsruimte maken we ook
gebruik van de buitenruimte. Deze is omheind
met een hekwerk, zodat kinderen niet ineens
de straat op kunnen lopen.
Dagschema
We hanteren een vast dagritme:
• brengen en begroetingskring;
• boekje lezen;
• vooruitkijken;
• speelwerken;
• opruimen;
• terugkijken;
• fruit eten en drinken;
• speelleren;
• buitenspelen;
• liedjeskring;
• kinderen worden opgehaald.
Elke week wordt er peutergym aangeboden.
Dit wordt in de ruimte naast het kindcentrum
aangeboden door een daarvoor opgeleide
gymdocent.
De kinderen bieden we ook seizoensgebonden
activiteiten aan, zoals Sinterklaas en
Kerst. Ook besteden we elk jaar aandacht
aan de Peutermaand en het Nationaal
Voorleesontbijt.
Locatie Symfonie II
Locatie Symfonie II ligt in de wijk
Statenkwartier. Het kindcentrum bevindt zich
in de Hugo de Grootschool.
Pedagogisch beleid
Het kindcentrum heeft een warme uitstraling
en een mooie groepsruimte. In de ruimte
beschikt men over overzichtelijke hoeken,
zoals de huishoek, de leeshoek, de puzzelhoek,
de knutselhoek, de computerhoek en de
bouwhoek. Tijdens het fruit eten en drinken
wordt gebruik gemaakt van de groepstafels.
Geregeld ondernemen we uitstapjes in
de buurt, bijvoorbeeld naar de speeltuin,
naar de kinderboerderij, de bibliotheek of
we bezoeken een theatervoorstelling. Bij
uitstapjes en andere (feestelijke) activiteiten
roepen wij graag de hulp in van enthousiaste
ouders.
Voor het uitgebreide pedagogisch plan,
het pedagogisch beleid en het algemene
informatieboekje verwijzen wij u naar onze
website www.rijnstad.nl/peuters.
Tijdens de ochtenden wordt er gewerkt
volgens Kaleidoscoop en met het
taalstimuleringsprogramma LOGO
3000. De ontwikkeling van de kinderen
wordt door de leidsters gevolgd met
het Ontwikkelingsvolgmodel Zeer Jonge
Kinderen. In de peuterperiode wordt het
ontwikkelingsverloop van het kind drie keer
62
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
Groepsspecifieke informatie
1.Algemene aandachtspunten
• De kasten zijn gelabeld, zodat kinderen
makkelijk de materialen kunnen pakken en
opruimen.
• We stimuleren de kinderen om samen met
ons op te ruimen.
• We stimuleren de kinderen zelfstandig naar
het toilet te gaan (de leidster loopt mee).
• (Reserve)luiers en (reserve)kleding wordt
meegegeven.
• Handen wassen na het plassen.
• We zien er op toe dat de kinderen op een
positieve manier met elkaar omgaan.
• Bij verfactiviteiten maken we gebruik van
verfschorten.
2.Aandachtspunten rondom het eten
• Kinderen nemen fruit en drinken mee.
• Voor/na het eten: handen wassen.
• We zingen eerst een liedje voor we gaan
eten.
3.Aandachtspunten bij het buitenspelen
• Kinderen worden gestimuleerd zelf hun jas
aan/uit te doen.
• De veiligheid van de kinderen wordt
gegarandeerd door een afgesloten
buitenruimte.
• We stimuleren het (samen)spel van de
kinderen in de buitenruimte.
• We laten de kinderen zelf het
buitenmateriaal kiezen waarmee ze willen
spelen.
Groepssamenstelling
Bij Symfonie II maakt uw kind deel uit van
een groep van maximaal 8 kinderen van 2,5
tot 4 jaar. Per 8 peuters wordt er een leidster
ingezet.
Leidsters
Op Symfonie II werken Inge Schmeinck en
Sherida Peerwijk als leidster. Zij beschikken
over de juiste diploma’s, VVE-certificaten en
overige certificaten (zoals EHBO).
Inge
Sherida
Alle medewerkers beschikken over een actuele
VOG-verklaring (Verklaring Omtrent Gedrag).
Overige informatie
Veiligheid en gezondheid staan bij ons hoog
in het vaandel. Regelmatig wordt gekeken
of deze in orde is. Indien nodig worden er
aanpassingen verricht.
De kindcentra van Rijnstad handelen volgens
een privacyreglement. Heeft u een klacht? Dan
horen wij dat graag van u. Voor informatie over
het privacyreglement en de klachtenprocedure
verwijzen wij u naar www.rijnstad.nl/privacy_
en_klachten of u kunt de folder Privacy en
klachten meenemen.
Peuteradministratie
Voor vragen over plaatsing en de
ouderbijdrage kunt u terecht bij onze
peuteradministratie.
T (026) 31 27 700
Afdelingsmanager Kind & Ouder
Arianne de Bruin
T (026) 31 27 881
Adresgegevens
Kindcentrum Symfonie II
Thorbeckestraat 21
6828 TT Arnhem
T (026) 44 31 926
T (06) 81 26 30 10
Daarnaast hebben wij regelmatig stagiaires of
assistent-leidsters die bij ons het vak komen
leren. Deze stagiaires of assistent-leidsters
staan niet alleen op de groep. Zij worden
boventallig ingezet en worden altijd begeleid
door de leidster.
Pedagogisch beleid Kindcentra 2,5 tot 4 jaar Rijnstad 2014-2015
63
Roermondsplein 20
6811 JN Arnhem
T (026) 312 77 00
www.rijnstad.nl