Samenvatting van de productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Simvastatine Wörwag 80 mg, filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een tablet bevat 80 mg simvastatine. Een filmomhulde tablet simvastatine 80 mg bevat 525,84 mg lactose-monohydraat. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Filmomhulde tablet. Donkerroze, langwerpige, filmomhulde tablet, met aan één zijde een breukstreep, bevattende 80 mg simvastatine. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Hypercholesterolemie Ter behandeling van primaire hypercholesterolemie of verschillende vormen van dyslipidemie, als aanvulling op een wijziging van het voedingspatroon, indien onvoldoende resultaat wordt verkregen met het dieet en andere niet-farmacologische behandelwijzen (zoals lichaamsbeweging, afvallen). 1 Ter behandeling van homozygote familiaire hypercholesterolemie ter aanvulling op een wijziging van het voedingspatroon en andere lipiden verlagende behandelwijzen (bijv. LDL aferese) of als zulke behandelwijzen niet geschikt zijn. Voorkomen van cardiovasculaire problemen Ter vermindering van cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit bij patiënten met een vastgestelde atherosclerotische cardiovasculaire aandoening of diabetes mellitus, met normale of verhoogde cholesterolgehalten, ter aanvulling op correcties van andere risicofactoren en andere cardioprotectieve behandelingen (zie rubriek 5.1). 4.2 Dosering en wijze van toediening De toegelaten doseringen zijn tussen de 5 en 80 mg/dag, oraal te nemen als een enkele dosis aan het begin van de avond. Bijstellen van de dosis, indien nodig, dient gedaan te worden na telkens ten minste 4 weken, tot maximaal 80 mg/dag, toe te dienen als een enkele dosis aan het begin van de avond. De dosis van 80 mg wordt alleen aanbevolen voor patiënten met een ernstige hypercholesterolemie en een hoog risico van cardiovasculaire complicaties, die zonder succes zijn behandeld met lagere doseringen en voor wie de voordelen naar verwachting op zullen wegen tegen de mogelijke risico's (zie de rubrieken 4.4 en 5.1). Hypercholesterolemie De patiënt dient een standaard cholesterolverlagend dieet voorgeschreven te krijgen, en dient deze wijziging van het voedingspatroon tijdens de gehele behandeling met simvastatine vol te houden. De gebruikelijke startdosering is 10-20 mg/dag, te nemen als een enkele dosis aan het begin van de avond. Patiënten waarvoor een grote afname van het LDL-C gehalte is vereist (meer dan 45%) mogen als startdosis 20-40 mg/dag ontvangen, te nemen als een enkele dosis aan het begin van de avond. Correcties op de dosis, indien nodig, dienen als boven voorgeschreven te worden gedaan. Homozygote familiaire hypercholesterolemie Op basis van de resultaten van een gecontroleerd klinisch onderzoek is de aanbevolen startdosis 40 mg simvastatine/dag, te nemen aan het begin van de avond. Simvastatine dient bij deze patiënten gebruikt te worden als aanvulling op andere lipiden verlagende behandelwijzen (bijv. LDL aferese), of als dergelijke behandelwijzen niet voorhanden zijn. Voorkomen van cardiovasculaire problemen 2 De gebruikelijke dosering van simvastatine is 20-40 mg/dag te nemen als een enkele dosis aan het begin van de avond bij patiënten met een aanzienlijk risico van coronaire hartziekte (CHD), al dan niet gepaard gaande met hyperlipidemie. De behandeling met medicijnen kan tegelijkertijd worden ingezet met de wijziging van het voedingspatroon en het nemen van meer lichaamsbeweging. Correcties op de dosis, indien nodig, dienen als boven voorgeschreven te worden gedaan. Gelijktijdige behandeling Simvastatine is effectief indien alleen gebruikt of in combinatie met galzuur bindende harsen. Het middel dient ofwel > 2 uur vóór of > 4 uur na het innemen van de galzuurbinder te worden ingenomen. Bij patiënten die simvastatine tegelijk met fibraten m.u.v. gemfibrozil (zie rubriek 4.3) of fenofibraat gebruiken mag de dosering van simvastatine de 10 mg/dag niet overschrijden. Bij patiënten die amiodaron, amlodipine , verapamil of diltiazem gebruiken in combinatie met simvastatine, mag de dosering van simvastatine de 20 mg/ dag niet overschrijden (zie rubrieken 4.4 en 4.5). Dosering bij nierinsufficiëntie Een aanpassing van de dosis is bij patiënten met een niet te ernstige nierinsufficiëntie niet nodig. Bij patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie (kreatinineklaring < 30 ml/min), dienen doseringen van meer dan 10 mg/dag pas na serieuze afweging te worden voorgeschreven, en indien daartoe over wordt gegaan dient de implementatie met zorg te geschieden. Gebruik bij ouderen Een correctie op de dosis is niet nodig. Gebruik bij kinderen en adolescenten (10-17 jaar oud) Voor kinderen en adolescenten (jongens van Tannerstadium II en ouder, en meisjes die ten minste één jaar menstrueren, in de leeftijd 10-17 jaar oud) met heterozygote familiaire hypercholesterolemie, bedraagt de aanbevolen standaard aanvangsdosis 10 mg eenmaal daags aan het begin van de avond. Kinderen en adolescenten dienen een op standaard cholesterol verlagend dieet te worden gezet voordat de behandeling met simvastatine wordt aangevangen; deze wijziging van het voedingspatroon dient tijdens de gehele behandeling met simvastatine te worden volgehouden. 3 De aanbevolen dosering ligt tussen de 10 en 40 mg/dag; de aanbevolen maximum dosis is 40 mg per dag. De dosering dient individueel aangepast te worden aan het gewenste einddoel van de behandeling zoals vermeld in de aanbevelingen voor de behandeling van kinderen (zie rubriek 4.4). Correcties dienen telkens na ten minste 4 weken te worden doorgevoerd. De ervaring met Simvastatine bij kinderen is beperkt. De simvastatine 80 mg tabletten zijn geschikt voor het nemen van doses van 80 mg en 40 mg (= een halve tablet). Als een kleinere dosis gewenst is zijn er tabletten van 5, 10 of 20 mg in de handel verkrijgbaar. 4.3 Contra-indicaties Overgevoeligheid voor simvastatine of voor (één van) de hulpstof(fen) Een actieve leveraandoening of niet verklaarde aanhoudend te hoge serumwaarden voor transaminasen Zwanger zijn en het geven van borstvoeding (zie rubriek 4.6) Gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4 inhibitoren (bijv. itraconazol, ketoconazol, posaconazol, HIV-proteaseremmers (bijv. nelfinavir), erythromycine, clarithromycine, telithromycine en nefazodon) (zie rubrieken 4.4 en 4.5). Gelijktijdig gebruik van gemfibrozil, ciclosporine, of danazol (zie rubrieken 4.4 en 4.5) 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voor zorgen bij het gebruik Myopathie/rhabdomyolyse Simvastatine veroorzaakt, evenals andere HMG-CoA reductaseremmers, incidenteel myopathie, wat zich uit als spierpijn, gevoeligheid of spierzwakte indien de creatine kinasewaarde (CK) meer dan tien maal hoger is dan de maximale als normaal te beschouwen waarde (ULN). Myopathie neemt soms de vorm aan van rhabdomyolyse al dan niet gepaard gaande met acuut nierfalen voortvloeiend uit myoglobinuria; in zeer zeldzame gevallen zijn patiënten komen te overlijden. Dit risico van myopathie is hoger als de werking van HMG-CoA reductase in het plasma sterk wordt geremd. Zoals ook geldt voor andere HMG-CoA reductaseremmers, is het risico op myopathie / rhabdomyolyse dosisafhankelijk. Bij evaluatie van een database met uitkomsten van klinische 4 onderzoeken waarbij 41.413 patiënten betrokken waren die zijn behandeld met simvastatine, waarvan > 24.747 patiënten (ongeveer 60%) deelnamen aan onderzoeken met een mediane looptijd van ten minste 4 jaar, bleek myopathie op te treden bij ongeveer 0,03%, 0,08% en 0,61% van de patiënten, bij doseringen van respectievelijk 20, 40 en 80 mg/dag. Bij deze onderzoeken zijn de patiënten nauwlettend gevolgd, en werd met het gelijktijdige gebruik van een aantal andere geneesmiddelen waarvan bekend was dat ze interacties veroorzaakten gestopt. Bij een klinisch vooronderzoek waarbij patiënten met een voorgeschiedenis van hartinfarct behandeld werden met simvastatine 80 mg/dag (gemiddelde volgtijd 6,7 jaar), kwam myopathie voor met een frequentie van ongeveer 1,0%; bij patiënten die 20 mg/dag ontvingen was dit 0,02%. Ongeveer de helft van deze gevallen van myopathie traden op in het eerste jaar van behandeling. De frequentie waarmee myopathie werd geconstateerd in alle volgende jaren van behandeling was ongeveer 0,1%. (Zie rubriek 4.8). Het risico op myopathie is groter bij patiënten die simvastatine 80 mg gebruiken in vergelijking met andere op statinen gebaseerde behandelwijzen die een vergelijkbare verlaging van het LDL-C-gehalte geven. De dosis van 80 mg mag dan ook alleen voorgeschreven worden aan patiënten met een ernstige hypercholesterolemie en een hoog risico van cardiovasculaire complicaties, die zonder succes zijn behandeld met lagere doseringen en voor wie de voordelen naar verwachting op zullen wegen tegen de mogelijke risico's (zie de rubrieken 4.4 en 5.1). Bij patiënten die simvastatine 80 mg krijgen en daarnaast een middel nodig hebben om de interacties tegen te gaan dient een lagere dosering van simvastatine of een alternatieve statinentherapie die minder kans op interacties tussen geneesmiddelen met zich meebrengt, te worden gekozen (zie hieronder bij Maatregelen om het risico op myopathie door onderlinge beïnvloeding van medicijnen te voorkomen en de rubrieken 4.2, 4.3, en 4.5). Meting van de kreatinekinasewaarde De creatinekinase- (CK-) waarde dient niet opgemeten te worden vlak na inspannende lichaamsbeweging of als de mogelijkheid bestaat dat andere factoren verantwoordelijk zijn voor de stijging in CK-waarde, aangezien interpretatie van de gemeten waarde anders nagenoeg onmogelijk is. Als CK-waarden worden gemeten die beduidend hoger zijn dan normaal (> 5 maal ULN), dient de meting 5 tot 7 dagen later nogmaals uitgevoerd te worden zodat de uitkomst bevestigd kan worden. Voorafgaand aan de behandeling Alle patiënten die een behandeling met simvastatine aanvangen, of van wie de dosis simvastatine naar boven is bijgesteld, dienen op de hoogte gesteld te worden van het risico op myopathie en gemaand te worden onmiddellijk eventuele niet anderszins te verklaren spierpijn, gevoeligheid of spierzwakte te melden. 5 Extra voorzichtigheid is geboden bij patiënten met factoren die een grotere aanleg voor rhabdomyolyse suggereren. Teneinde een als referentie bruikbaar uitgangsniveau (baseline) vast te stellen dient in de volgende situaties de CK-waarde voorafgaand aan de behandeling te worden bepaald: Bij oudere patiënten (leeftijd > 65 jaar) Bij patiënten van het vrouwelijk geslacht Bij nierinsufficiëntie Bij een onbehandelde zwak werkende schildklier Bij een persoonlijke of familiaire voorgeschiedenis van erfelijke spieraandoeningen Bij een voorgeschiedenis van een toxiciteitsreactie van de spieren op statinen of fibraten Bij een boven normale consumptie van alcohol In de genoemde situaties dient het risico op behandeling te worden afgewogen tegen de te verwachten gunstige effecten, en wordt aanbevolen de patiënt onder klinische condities te monitoren. Als een patiënt bij eerdere gelegenheid spierproblemen heeft gehad terwijl fibraat of een statine werd gebruikt mag alleen met de uiterste voorzichtigheid worden overgegaan op behandeling met een stof uit dezelfde groep. Als de CK-waarden in de uitgangssituatie significant verhoogd zijn (> 5 maal ULN), dan mag de behandeling niet worden ingezet. Tijdens de behandeling Als de patiënt spierpijn, spierzwakte of kramp krijgt tijdens de behandeling met een statine dient de CK-waarde te worden opgemeten. Als wordt vastgesteld dat deze waarde, ondanks dat geen inspannende lichaamsbeweging heeft plaatsgevonden, significant te hoog is (> 5 maal ULN), dan dient de behandeling direct te worden beëindigd. Als de spierklachten ernstig zijn en dagelijks ongemak veroorzaken dan dient, zelfs als de CK-waarde beneden de 5 maal ULN blijft, beëindiging van de behandeling te worden overwogen. Als myopathie wordt vermoed om enige andere reden dan dient de behandeling te worden beëindigd. Als de symptomen verdwijnen en de CK-waarden weer normaal zijn kan overwogen worden weer met het gebruik van de statine aan te vangen, of voorschrijven van een andere statine worden 6 overwogen; hierbij dient de laagste dosering te worden aangehouden en moet de patiënt minitieus worden gevolgd. Myopathie is vaker waargenomen bij patiënten die getitreerd werden tot een dosis van 80 mg (zie rubriek 5.1). Periodieke meting van de CK-waarde wordt aanbevolen, aangezien hiermee subklinische gevallen van myopathie kunnen worden vastgesteld. Er is echter geen garantie dat monitoring van de CK-waarde myopathie zal voorkomen. De behandeling met simvastatine dient tijdelijk gestopt te worden een paar dagen voordat bepaalde ingrijpende chirurgische ingrepen worden uitgevoerd, alsmede wanneer de gezondheidstoestand of operatieve randvoorwaarden dit noodzakelijk maken. Maatregelen om het risico op myopathie tengevolge van onderlinge beïnvloeding van medicijnen te verminderen (zie ook rubriek 4.5) Het risico op myopathie en rhabdomyolyse is beduidend groter als gelijktijdig met simvastatine CYP3A4-remmers worden gebruikt (zoals itraconazol, ketoconazol, posaconazol, erythromycine, clarithromycine, telithromycine, HIV-proteaseremmers (bijv. nelfinavir), nefazodon), alsmede gemfibrozil, ciclosporine, en danazol. Het toepassen van deze producten is gecontra-ïndiceerd (zie rubriek 4.3). Het risico op myopathie en rhabdomyolyse is ook groter als bepaalde doseringen van simvastatine gelijktijdig met amiodaron, amlodipine, verapamil of diltiazem wordt gebruikt (zie rubrieken hoofdstukken 4.2 en 4.5.). Het risico op myopathie, inclusief rhabdomyolyse, kan ook verhoogd zijn als gelijktijdig met de statine fusidinezuur wordt gebruikt (zie rubriek 4.5). Om die reden wordt m.b.t. de CYP3A4 inhibitoren bepaald dat gelijktijdige toepassing van simvastatine en itraconazol, ketoconazol, posaconazol, HIV-proteaseremmers (bijv. nelfinavir), erythromycine, clarithromycine, telithromycine en nefazodon is gecontra-ïndiceerd (zie rubrieken 4.3 en 4.5). Als een behandeling met itraconazol, ketoconazol, posaconazol, erythromycine, clarithromycine of telithromycine onvermijdelijk is, moet de behandeling met simvastatine tijdens de behandeling worden gestaakt. Bovendien is extra voorzichtigheid geboden wanneer simvastatine wordt gebruikt in combinatie met zekere andere, minder krachtige CYP3A4-inhibitoren: fluconazol, verapamil, diltiazem (zie rubrieken 4.2 en 4.5). Gelijktijdig gebruik van grapefruitsap en simvastatine dient voorkomen te worden. 7 De toepassing van simvastatine in combinatie met gemfibrozil is gecontra-ïndiceerd (zie rubriek 4.3). Vanwege het verhoogde risico van myopathie en rhabdomyolyse, dient de dosering simvastatine niet hoger te zijn dan 10 mg per dag bij patiënten die simvastatine gelijktijdig met andere fibraten, m.u.v. fenofibraat, gebruiken (zie de rubrieken 4.2 en 4.5.). Men dient extra voorzichtig te zijn met het voorschrijven van fenofibraat tegelijk met simvastatine, aangezien beide middelen afzonderlijk ook myopathie kunnen veroorzaken. De gecombineerde toepassing van simvastatine in doseringen hoger dan 20 mg per dag met amiodaron, amlodipine, verapamil of diltiazem moet vermeden worden (zie de rubrieken 4.2 en 4.5). Patiënten die andere geneesmiddelen gebruiken waarvan vermeld wordt dat ze een bescheiden werking op CYP3A4 hebben in combinatie met simvastatine kunnen, met name bij hogere doseringen van simvastatine, een verhoogd risico op myopathie lopen. Zelden voorkomende gevallen van myopathie / rhabdomyolyse zijn in verband gebracht met het gelijktijdige gebruik van HMG-CoA reductaseremmers en doseringen van niacine (nicotinezuur) die de lipidenwaarden beïnvloeden (> 1 g/dag); deze middelen kunnen afzonderlijk ook myopathie veroorzaken. Artsen die overwegen om simvastatine voor te schrijven in combinatie met niacine (nicotinezuur) in doseringen die de lipidenwaarden beïnvloeden (> 1 g/dag), of met middelen die niacine bevatten, dienen zorgvuldig de potentiële voordelen af te wegen tegen de risico's en de patiënt nauwlettend te volgen om geen aanwijzingen en symptomen te missen die wijzen op spierpijn, gevoeligheid of slapte, met name in de eerste maanden van de behandeling, alsmede wanneer de dosering van één van beide middelen wordt verhoogd. Bij een tussentijdse analyse van de resultaten van een lopend klinisch onderzoek constateerde een onafhankelijk comité dat de veiligheid bewaakt een onverwacht hoge frequentie van myopathie bij patiënten van Chinese afkomst die simvastatine 40 mg gebruikten in combinatie met nicotinezuur 2000 mg / laropiprant 40 mg. Er dient dan ook extra voorzichtigheid te worden betracht bij de behandeling van Chinese patiënten met simvastatine (in het bijzonder bij doseringen van 40 mg of hoger) indien gelijktijdig niacine (nicotinezuur) wordt voorgeschreven in doseringen die de lipidenwaarden beïnvloeden (> 1 g/dag) of middelen die niacine bevatten. Aangezien het risico op myopathie bij statinen dosis-afhankelijk is wordt het gebruik van simvastatine 80 mg in combinatie met doseringen van niacine (nicotinezuur) die de lipidenwaarden beïnvloeden (> 1 g/dag), of met middelen die niacine bevatten, bij patiënten van Chinese afkomst ontraden. Het is niet bekend of er 8 een extra risico van myopathie bestaat voor andere patiënten van Aziatische afkomst die behandeld worden met simvastatine in combinatie met doseringen van niacine (nicotinezuur) die de lipidenwaarden beïnvloeden (> 1 g/dag), of met middelen die niacine bevatten Als gebruik van simvastatine gelijktijdig met fusidinezuur noodzakelijk wordt geacht dient de betrokken patiënt goed in de gaten te worden gehouden (zie rubriek 4.5). Tijdelijk staken van de behandeling met simvastatine kan worden overwogen. Diabetes mellitus Er zijn aanwijzingen dat de hele groep statinen bij sommige patiënten het glucosegehalte van het bloed kunnen verhogen. Bij sommige patiënten met een verhoogd risico op het ontwikkelen van diabetes kan een mate van hyperglycemie optreden waarbij behandeling zoals bij formele diabetes nodig is. Dit risico is echter van ondergeschikt belang aan de vermindering van het vasculaire risico van statinen, en dient daarom geen aanleiding te zijn om de behandeling met statinen te staken. Patiënten met een verhoogd risico (nuchtere glucosewaarde 5,6 tot 6,9 mmol/l, BMI >30 kg/m2, triglyceriden-waarden verhoogd, hypertensie) dienen zowel klinisch als biochemisch bewaakt te worden a.d.h.v. de landelijk geldende richtlijnen. Effecten op de lever Bij klinische onderzoeken zijn blijvend verhoogde (tot > 3 maal ULN) serum-transaminasewaarden geconstateerd bij een gering aantal volwassen patiënten die simvastatine gebruikten. Als het gebruik van simvastatine werd onderbroken of beëindigd bij deze patiënten keerden de transaminasewaarden doorgaans weer langzaam terug tot de waarden vóór de behandeling. Aanbevolen wordt om leverfunctietesten uit te voeren voordat met de behandeling wordt aangevangen alsmede naderhand wanneer zulks klinisch geïndiceerd is. Patiënten getitreerd tot een dosis van 80 mg dienen een extra onderzoek voorafgaand aan het titreren te krijgen, één 3 maanden na het titreren tot de 80 mg dosering, alsmede op gezette tijden naderhand (bijv. om het half jaar) gedurende het eerste jaar van behandeling. Speciale aandacht dient te worden besteed aan patiënten die verhoogde serum-transaminasewaarden vertonen; bij deze patiënten dient een nieuwe waardebepaling onmiddellijk plaats te vinden en dienen opvolgende waardebepalingen met een hogere frequentie plaats te vinden. Als de transaminasewaarden beweeglijkheid vertonen, met name als deze stijgen tot boven 3 maal ULN en daar blijven, dan dient de behandeling met simvastatine te worden beëindigd. N.B. ALT kan door de spieren worden afgescheiden. Als de ALTwaarde tegelijk met de CK-waarde stijgt, kan dit een aanwijzing zijn voor myopathie (Zie boven bij Myopathie/rhabdomyolyse). 9 Het geneesmiddel dient voorzichtig te worden ingezet bij patiënten die bovenmatig alcohol consumeren. Evenals het geval is met andere lipiden verlagende middelen, is een bescheiden (< 3 maal ULN) toename van de serum-transaminasewaarde gemeld als gevolg van de behandeling met simvastatine. Deze veranderingen traden al snel na aanvang van de behandeling met simvastatine op, waren vaak niet blijvend, veroorzaakten geen symptomen en waren geen aanleiding om de behandeling te staken. Interstitiële longaandoening Gevallen van interstitiële longaandoening zijn gemeld bij het gebruik van sommige statinen, inclusief simvastatine, met name bij een erg lange behandelduur (zie rubriek 4.8). De verschijnselen waarmee patiënt zich meldt kunnen onder andere zijn: dyspnoe, droog hoesten en een kwalitatieve achteruitgang van de algemene gezondheidstoestand (vermoeidheid, gewichtsverlies en koorts). Als vermoed wordt dat de patiënt een interstitiële longaandoening heeft opgedaan dient de behandeling met statinen beëindigd te worden. Gebruik bij kinderen en adolescenten (10-17 jaar oud) De veiligheid en effectiviteit van simvastatine bij patiënten 10-17 jaar oud met heterozygote familiaire hypercholesterolemie zijn onderzocht in een gecontroleerde klinische studie bij adolescente jongens van Tannerstadium II en ouder, en bij meisjes die ten minste één jaar menstrueerden. Patiënten behandeld met simvastatine vertoonden een negatieve reactie op het middel die over het algemeen vergelijkbaar was met patiënten behandeld met een placebo. Doses van meer dan 40 mg zijn bij deze populatie niet onderzocht. Tijdens dit gecontroleerde onderzoek van beperkte omvang werd geen waarneembaar effect gezien op de groei of sexuele rijping bij de adolescente jongens of meisjes, noch enig effect op de lengte van de menstruatiecyclus bij de meisjes. (Zie rubrieken 4.2 en 4.8) Adolescente vrouwelijke patiënten dient men te adviseren m.b.t. gepaste methoden van contraceptie voor de duur van de behandeling met simvastatine (zie rubrieken 4.3 en 4.6). Bij patiënten in de leeftijd < 18 jaar zijn werkzaamheid en veiligheid niet onderzocht voor een behandelingduur > 48 weken, en de effecten op lange duur op de fysieke, intellectuele en sexuele rijping zijn niet bekend. Simvastatine is niet onderzocht bij patiënten jonger dan 10 jaar oud, noch bij kinderen in de pre-puberale leeftijd en bij meisjes vóór de menarche. Hulpstof Dit geneesmiddel bevat lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke problemen in de vorm van galactose-intoleratie, Lapse 10 lactase deficiëntie of patiënten met een verstoorde opname van glucose-galactose mogen dit geneesmiddel niet gebruiken. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Interactie-studies zijn alleen gedaan bij volwassenen. Farmacodynamische interacties Interacties met lipiden verlagende middelen die myopathie kunnen veroorzaken als ze alleen worden gegeven Het risico op myopathie, inclusief rhabdomyolyse, is hoger als gelijktijdig fibraten worden gebruikt. Daarnaast treedt er een farmacokinetische interactie op met gemfibrozil die leidt tot verhoogde simvastatinewaarden in het bloedplasma (zie hieronder bij Farmacokinetische interacties en de rubrieken 4.3 en 4.4). Als simvastatine gelijktijdig met fenofibraat wordt gebruikt zijn er geen aanwijzingen dat het risico op myopathie groter is dan de som van de individuele risico's die beide middelen afzonderlijk met zich meebrengen. Voor de overige fibraten zijn er onvoldoende farmacokinetische en observatiegegevens beschikbaar. In zeldzame gevallen is myopathie / rhabdomyolyse in verband gebracht met een gelijktijdig gebruik van simvastatine en niacine in doseringen (> 1 g/dag) die de lipidenwaarden beïnvloeden (zie rubriek 4.4). Farmacokinetische interacties Adviezen m.b.t. het voorschrijven van simvastatine in combinatie met middelen die interacties geven staan samengevat in de onderstaande tabel (verdere informatie staat in de tekst; zie tevens rubrieken 4.2, 4.3 en 4.4). Geneesmiddel-interacties met een verhoogd risico van myopathie/rhabdomyolyse Geneesmiddel-interacties t.g.v. stoffen die elkaar Adviezen m.b.t. het voorschrijven van beïnvloeden simvastatine 11 Itraconazol Gecontra-ïndiceerd i.c.m. simvastatine Ketoconazol Posaconazol Erythromycine Clarithromycine Telithromycine HIV-proteaseremmers (bijv. nelfinavir) Nefazodon Ciclosporine Danazol Gemfibrozil Overige fibraten (m.u.v. fenofibraat) Dosis van 10 mg simvastatine per dag niet overschrijden Amiodaron Dosis van 20 mg simvastatine per dag niet overschrijden Amlodipine Verapamil Diltiazem Fusidinezuur Patiënten dienen goed in de gaten te worden gehouden. Tijdelijk staken van de behandeling met simvastatine kan worden overwogen Grapefruitsap Vermijd consumptie van grapefruitsap als simvastatine wordt gebruikt. Effecten van andere geneesmiddelen op simvastatine Interacties waarbij CYP3A4-remmers zijn betrokken Simvastatine is een substraat voor cytochroom P450 3A4. Krachtige cytochroom P450 3A4-remmers vergroten het risico op myopathie en rhabdomyolyse omdat ze zorgen voor een verhoogde remming van de HMG-CoA reductase activiteit in het bloedplasma tijdens de behandeling met simvastatine. 12 Remmers waarvoor dit geldt zijn onder andere itraconazol, ketoconazol, posaconazol, erythromycine, clarithromycine, telithromycine, HIV-proteaseremmers (bijv. nelfinavir), en nefazodon. Gelijktijdige toediening van itraconazol resulteerde in een meer dan 10-voudige toename van de blootstelling aan simvastatinezuur (de actieve beta-hydroxyzuur metaboliet). Telithromycine veroorzaakte een 11-voudige toename van de blootstelling aan simvastatinezuur. Gelijktijdige behandeling met itraconazol, ketoconazol, posaconazol, HIV-proteaseremmers (bijv. nelfinavir), erythromycine, clarithromycine, telithromycine en nefazodon is dan ook gecontraïndiceerd; dit geldt ook voor gemfibrozil, ciclosporine, en danazol (zie rubriek 4.3). Als een behandeling met itraconazol, ketoconazol, posaconazol, erythromycine, clarithromycine of telithromycine onvermijdelijk is, moet de behandeling met simvastatine tijdens de behandeling worden gestaakt. Extra voorzichtigheid is geboden wanneer simvastatine wordt gebruikt in combinatie met zekere andere, minder krachtige CYP3A4-inhibitoren: fluconazol , verapamil of diltiazem (zie rubrieken 4.2 en 4.4). Fluconazol In zeldzame gevallen is rhabdomyolyse gemeld bij gelijktijdige toediening van simvastatine en fluconazol (zie rubriek 4.4). Ciclosporine Het risico op myopathie/rhabdomyolyse neemt toe bij gelijktijdige toediening van ciclosporine en simvastatine; om die reden is het gebruik i.c.m. ciclosporine gecontra-ïndiceerd (zie rubrieken 4.3 en 4.4). Ciclosporine blijkt de AUC (oppervlak onder de curve die de tijd/geneesmiddelconcentratie in het plasma weergeeft) van HMG-CoA reductaseremmers te vergroten; het mechanisme hierachter is nog goeddeels onbegrepen. De vergroting van de AUC voor simvastatinezuur is waarschijnlijk deels het gevolg van de CYP3A4-remming. Danazol Het risico op myopathie en rhabdomyolyse neemt toe bij gelijktijdige toediening van danazol en simvastatine; om die reden is het gebruik i.c.m. danazol gecontra-ïndiceerd. (zie rubrieken 4.3 en 4.4) Gemfibrozil Gemfibrozil vergroot de AUC van simvastatinezuur 1,9-voudig, mogelijk door het blokkeren van de afbraakweg via binding aan glucuronzuur (zie rubrieken 4.3 en 4.4). Gelijktijdige toediening met gemfibrozil is gecontra-ïndiceerd. 13 Amiodaron Het risico op myopathie en rhabdomyolyse neemt toe als amiodaron tegelijk met simvastatine wordt toegepast (zie rubriek 4.4). Tijdens een klinisch vooronderzoek werd myopathie gemeld door 6% van de patiënten die simvastatine 80 mg gebruikten in combinatie met amiodaron. Derhalve dient de dosis van simvastatine bij patiënten die gelijktijdig met amiodaron worden behandeld de 20 mg/dag niet te overschrijden. Calciuminstroomremmers Verapamil Het risico op myopathie en rhabdomyolyse is verhoogd bij patiënten die gelijktijdig verapamil en simvastatine 40 mg of 80 mg gebruiken (zie rubriek 4.4). Bij een farmacokinetisch onderzoek bleek dat een gelijktijdig toedienen van verapamil en simvastatine resulteerde in een 2,3-voudige toename van de simvastatinezuurblootstelling, wat vermoedelijk deels veroorzaakt wordt door een CYP3A4remmend effect. Derhalve dient de dosis van simvastatine bij patiënten die gelijktijdig met verapamil worden behandeld de 20 mg/dag niet te overschrijden. Diltiazem Het risico op myopathie en rhabdomyolyse is verhoogd bij patiënten die gelijktijdig diltiazem en simvastatine 80 mg gebruiken (zie rubriek 4.4). Bij een farmacokinetisch onderzoek bleek dat een gelijktijdig toedienen van diltiazem en simvastatine resulteerde in een 2,7-voudige toename van de simvastatinezuurblootstelling, wat vermoedelijk veroorzaakt wordt door een CYP3A4-remmend effect. Derhalve dient de dosis van simvastatine bij patiënten die gelijktijdig met diltiazem worden behandeld de 20 mg/dag niet te overschrijden. Amlodipine Patiënten die amlodipine gebruiken lopen als ze gelijktijdig behandeld worden met simvastatine een verhoogd risico op myopathie. Tijdens een farmacokinetisch onderzoek bleek dat bij gelijktijdig toedienen van amlodipine en simvastatine een 1,6-voudige toename optrad van de simvastatinezuurblootstelling. Derhalve dient de dosis van simvastatine bij patiënten die gelijktijdig met amlodipine worden behandeld de 20 mg/dag niet te overschrijden. Middelen met een bescheiden remmende invloed op CYP3A4 Patiënten die andere geneesmiddelen gebruiken waarvan vermeld wordt dat ze een bescheiden werking op CYP3A4 hebben in combinatie 14 met simvastatine kunnen, met name bij hogere doseringen van simvastatine, een verhoogd risico op myopathie lopen. Niacine (nicotinezuur) In zeldzame gevallen is myopathie / rhabdomyolyse in verband gebracht met een gelijktijdig gebruik van simvastatine en niacine (nicotinezuur) in doseringen (> 1 g/dag) die de lipidenwaarden beïnvloeden. Tijdens een farmacokinetisch onderzoek bleek dat gelijktijdige toediening van een enkele dosis nicotinezuur van 2 g in een slow release tablet en simvastatine 20 mg resulteerde in een bescheiden toename van simvastatine en simvastatinezuur in de AUC-waarde (tijd/concentratieverhouding) van simvastatine en simvastatinezuur, en in de Cmax van de simvastatinezuurconcentratie in het bloedplasma. Fusidinezuur Het risico op myopathie is soms ook verhoogd als gelijktijdig met een statine (waaronder ook simvastatine) fusidinezuur wordt gebruikt. Incidentele gevallen van rhabdomyolyse zijn gemeld in combinatie met simvastatine. Tijdelijk staken van de behandeling met simvastatine kan worden overwogen. Als gebruik van simvastatine gelijktijdig met fusidinezuur noodzakelijk wordt geacht dient de betrokken patiënt goed in de gaten te worden gehouden (zie rubriek 4.4). Grapefruitsap Grapefruitsap heeft een remmende invloed op cytochroom P450 3A4. Gelijktijdige inname van grote hoeveelheden grapefruitsap (meer dan 1 liter per dag) en simvastatine resulteerde in een 7-voudige toename van de blootstelling aan simvastatinezuur. Inname van 240 ml grapefruitsap in de ochtend gevolgd door simvastatine aan het begin van de avond resulteerde ook nog in een 1,9-voudige verhoging. De consumptie van grapefruitsap tijdens de behandeling met simvastatine dient om die reden achterwege te blijven. Colchicine Er zijn meldingen gedaan van myopathie en rhabdomyolyse bij gelijktijdige toediening van colchicine en simvastatine bij patiënten met nierinsufficiëntie. Scherp in de gaten houden van patiënten die deze combinatie gebruiken is geboden. Rifampicine Daar rifampicine een krachtige CYP3A4 stimulerende stof is, kunnen patiënten die langdurig rifampicine krijgen (bijv. bij de behandeling van tuberculose) merken dat de werkzaamheid van 15 simvastatine is verminderd. In een farmacokinetisch onderzoek onder normale vrijwilligers bleek de AUC (oppervlak onder de curve die de tijd/geneesmiddelconcentratie in het plasma weergeeft) voor simvastatinezuur 93% kleiner te zijn dan normaal bij gelijktijdige toediening van rifampicine. Effecten van simvastatine op de farmacokinetiek van andere geneesmiddelen Simvastatine vertoont geen remmende werking op cytochroom P450 3A4. Derhalve zal simvastatine naar verwachting de plasmaconcentraties van stoffen die via cytochroom P450 worden afgebroken niet beïnvloeden. Oraal te nemen medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden In twee klinische onderzoeken, één onder normale vrijwilligers en één onder patiënten met hypercholesterolaemie, resulteerde de inname van simvastatine 20-40 mg/dag in een kleine versterking van het effect van op cumarine gebaseerde medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden: de protrombine-tijd, weergegeven als internationaal genormaliseerde verhouding (INR), nam toe van een uitgangsniveau (baseline) van 1,7 tot 1,8 respectievelijk 2,6 tot 3,4 in de vrijwilligers en patiëntgroepen. Zeer zelden zijn gevallen van een verhoogde INR gemeld. Bij patiënten die cumarine-type medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden gebruiken dient de protrombinetijd (PT) te worden bepaald vóór aanvang en ook voldoende vaak tijdens de behandeling met simvastatine zodat men ervan verzekerd is dat er geen significante wijziging optreedt van de protrombinetijd. Wanneer eenmaal een stabiele waarde voor de protrombinetijd is vastgesteld kan de waarde verder in de gaten worden gehouden door tests met een frequentie zoals aanbevolen voor patiënten die cumarine-anticoagulanten gebruiken. Als de dosering van simvastatine wordt gewijzigd of met het gebruik wordt gestopt dient dezelfde procedure nogmaals te worden herhaald. Behandeling met simvastatine is niet in verband gebracht met bloedingen of met veranderingen in de protrombinetijd bij patiënten die geen medicijnen gebruiken die de bloedstolling beïnvloeden. 4.6 Zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap Simvastatine is gecontra-ïndiceerd tijdens de zwangerschap (zie rubriek 4.3). Er is niet onomstotelijk vastgesteld dat simvastatine veilig is voor zwangeren. Gecontroleerde klinische onderzoeken met simvastatine bij zwangere vrouwen hebben niet plaatsgevonden. Er zijn echter wel zeldzame meldingen ontvangen van aangeboren afwijkingen na blootstelling van de vrucht aan HMG-CoA reductaseremmers in utero. Anderzijds werd bij een analyse van ongeveer 200 zwangerschappen die naderhand zijn geselecteerd en waarbij in de eerste drie maanden 16 blootstelling aan simvastatine of een sterk verwante HMG-CoA reductaseremmer had plaatsgevonden geen frequentie van aangeboren afwijkingen geconstateerd die noemenswaard afweek van wat in de algemene populatie gebruikelijk is. Dit aantal zwangerschappen is statistisch gezien voldoende groot om te kunnen uitsluiten dat een 2,5-voudige of grotere toename van het optreden van aangeboren afwijkingen t.o.v. de normaal te verwachten incidentie optreedt. Hoewel er geen aanwijzingen zijn dat de incidentie van aangeboren afwijkingen bij patiënten behandeld met simvastatine of een andere sterk verwante HMG-CoA reductaseremmer afwijkt van die welke wordt waargenomen in de algemene populatie, kan niet worden uitgesloten dat een behandeling van de moeder met simvastatine kan leiden tot verminderde beschikbaarheid van mevalonaat voor de vrucht; dit is een voorloper bij de biosynthese van cholesterol. Atherosclerose is een chronisch proces, en normaal gesproken zou een tijdelijk stoppen met lipiden verlagende geneesmiddelen tijdens de zwangerschap geen noemenswaardige invloed hoeven te hebben op de risico's op lange termijn samenhangend met primaire hypercholesterolemie. Om de genoemde redenen mag simvastatine niet worden gegeven aan vrouwen die zwanger zijn, zwanger willen worden of het vermoeden hebben dat ze zwanger zijn. Een lopende behandeling met simvastatine moet voor de duur van de zwangerschap worden gestaakt of totdat is vastgesteld dat de vrouw in kwestie niet zwanger is. (Zie rubrieken 4.3 en 5.3) Borstvoeding Het is niet bekend of simvastatine of diens metabolieten worden uitgescheiden in de moedermelk. Aangezien veel geneesmiddelen wel worden uitgescheiden in de moedermelk en vanwege het risico op ernstige negatieve effecten mogen vrouwen die simvastatine gebruiken geen borstvoeding geven (zie rubriek 4.3). 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Simvastatine heeft geen (noemenswaardige) invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Er dient echter rekening mee te worden gehouden indien voertuigen worden bestuurd of machines worden bediend dat er zeldzame meldingen zijn van duizeligheid die na het op de markt komen van het middel zijn gemeld. 4.8 Bijwerkingen De frequenties van de volgende negatieve bijwerkingen, die zijn gemeld tijdens klinische onderzoeken en/of na het op de markt komen van het middel, worden onderverdeeld op basis van 17 de gemelde incidentie tijdens grote, langlopende dubbelblindproeven, waaronder het hartbeschermingsonderzoek (HPS) en het scandinavische overlevingsonderzoek bij simvastatinegebruik (4S), waaraan respectievelijk 20.536 en 4444 patiënten deelnamen (zie rubriek 5.1). In het geval van HPS zijn alleen ernstige negatieve bijwerkingen genoteerd, alsmede myalgie, stijgingen in de serum-transaminasewaarden en CK. In het geval van 4S zijn alle negatieve bijwerkingen die hieronder genoemd worden genoteerd. Als bij deze studies de incidentie van de bijwerking kleiner of vergelijkbaar was met die van de placebo, en er vergelijkbare, redelijkerwijs als causaal gerelateerde spontane gelijkluidende meldingen waren, dan zijn de betreffende bijwerkingen geklassificeerd als “zelden voorkomend”. Tijdens het HPS onderzoek (zie rubriek 5.1) waarbij 20.536 patiënten werden behandeld met 40 mg/dag simvastatine (n = 10.269) of een placebo (n = 10.267), bleken de veiligheidsprofielen voor patiënten behandeld met simvastatine 40 mg en patiënten behandeld met een placebo gerekend over de gemiddeld 5 jaar die het onderzoek duurde vergelijkbaar. Stopzetten van de behandeling ten gevolge van bijwerkingen trad in vergelijkbare mate op (bij 4.8% van de patiënten behandeld met simvastatine 40 mg en bij 5.1% van de patiënten behandeld met placebo). De incidentie van myopathie was < 0.1% bij patiënten behandeld met simvastatine 40 mg. Verhoogde transaminasewaarden (> 3 maal ULN, geverifieerd met een herhalingsonderzoek) trad op bij 0,21% (n = 21) van de patiënten behandeld met simvastatine 40 mg, t.o.v. bij 0,09% (n = 9) van de patiënten behandeld met placebo. De frequenties waarmee negatieve neveneffecten optreden worden ingedeeld in de volgende categorieën: Zeer vaak (> 1/10), Vaak (> 1/100, < 1/10), Soms ( 1/1000, < 1/100), Zelden (> 1/10.000, < 1/1000), Zeer zelden: (< 1/10.000), Onbekend (geen schatting mogelijk op basis van de voorhanden zijnde gegevens). Bloed- en lymfestelselaandoeningen: Zelden: bloedarmoede Psychische stoornissen: Zeer zelden: slapeloosheid Niet bekend:: depressie Zenuwstelselaandoeningen: Zelden: hoofdpijn, paresthesie, duizeligheid, perifere neuropathie 18 Zeer zelden: problemen met onthouden Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: Niet bekend: interstitiële longaandoening (zie rubriek 4.4) Maagdarmstelselaandoeningen: Zelden: geconstipeerdheid, pijn in de (onder)buik, winderigheid, dyspepsie, diarree, misselijkheid, braken, ontstoken alvleesklier Lever- en galaandoeningen: Zelden: hepatitis / geelzucht Zeer zelden: leverfalen Huid- en onderhuidaandoeningen: Zelden: Huiduitslag, pruritus, alopecia Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: Zelden: myopathie* (inclusief myositis), rhabdomyolyse al dan niet gepaard gaande met acuut nierfalen (zie rubriek 4.4), myalgie, spierkrampen *Bij een klinisch onderzoek trad myopathie vrij vaak op bij patiënten behandeld met simvastatine 80 mg/dag, dit in vergelijking met patiënten behandeld met 20 mg/dag (1,0% resp. 0,02% van de patiënten) (zie rubrieken 4.4 en 4.5). Niet bekend: peesaandoeningen, soms gepaard gaande met gescheurde pezen Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen: Niet bekend: erectiestoornissen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Zelden: asthenie 19 Er zijn zeldzame meldingen gedaan waarin patiënten kennelijk een overgevoeligheidssyndroom ontwikkelden dat één of meer van de volgende symptomen als kenmerk(en) had: angio-oedeem, op wolf gelijkend syndroom, polymyalgia rheumatica, dermatomyositis, vasculitis, trombocytopenie, eosinofilie, toename van de ESR-waarde (bezinksnelheid van rode bloedlichaampjes), arthritis en arthralgie, urticaria, overgevoeligheid voor licht, koorts, blozen, dispnoe en onbehaaglijkheid. Medisch onderzoek: Zelden: verhoogde serum-transaminasewaarden (alanine aminotransferase, aspartaataminotransferase, ã-glutamyl transpeptidase) (zie rubriek 4.4 Effecten op de lever), verhoogde alkalische fosfatase-waarde; toename van de CK-waarden in het bloedserum (zie rubriek 4.4). Klasse effecten: slaapstoornissen, waaronder nachtmerries geheugenverlies sexuele dysfunctie Diabetes mellitus: Het vóórkomen is afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van risicofactoren (nuchtere bloedglucosewaarde > 5.6 mmol/l, BMI >30 kg/m:2, verhoogde triglyceridenwaarde, een voorgeschiedenis van hypertensie). Kinderen en adolescenten (in de leeftijd 10-17 jaar) In een 48 weken durend onderzoek bij kinderen en adolescenten (jongens van Tannerstadium II en ouder en meisjes die ten minste één jaar menstrueerden) in de leeftijd 10…17 jaar oud met heterozygote familiaire hypercholesterolemie (n = 175), bleek de veiligheid en het verdraagbaarheidsprofiel van de groep behandeld met simvastatine over het algemeen vergelijkbaar met dat van de groep behandeld met placebo. De langetermijn effecten op de fysieke, intellectuele en sexuele rijping zijn niet bekend. Na één jaar behandeling zijn de beschikbare gegevens onvoldoende. (Zie rubrieken 4.2, 4.4 en 5.1) Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het 20 geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb Website: www.lareb.nl 4.9 Overdosering Tot op heden zijn er maar een paar gevallen van overdosering gemeld; de maximum ingenomen dosis bedroeg daarbij 3,6 g. Alle patiënten herstelden zonder blijvende gevolgschade. Een specifieke behandeling in geval van overdosering is er niet. In zulke gevallen dient de zorg zich te richten op het bestrijden van symptomen en ondersteunende behandelingen. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: HMG-CoA reductaseremmer, ATC code: C10A A01 Na orale toediening wordt simvastatine, dat een niet actief lacton is, in de lever gehydrolyseerd waarbij de afgeleide actieve beta-hydroxyzure vorm ontstaat die een sterk remmende werking op HMG-CoA reductase heeft (3-hydroxy-3-methylglutaryl CoA reductase). Dit enzym katalyseert de omzetting van HMG-CoA in mevalonaat, een stof aan het begin van de biosynthese-cyclus van cholesterol die van invloed is op de aanmaak. Simvastatine blijkt zowel bij normale als bij te hoge LDL-C waarden effectief. LDL wordt gevormd uit eiwitten met een zeer laag soortelijk gewicht (VLDL) en wordt voornamelijk gekataboliseerd door aangrijpen op de LDL-receptor, die een grote affiniteit vertoont. Het mechanisme waardoor simvastatine de LDL-concentratie verlaagt omvat vermoedelijk zowel een verlaging van de VLDLC(olesterol) concentratie als een activering van de LDL receptor. Hierdoor neemt de productie van LDL-C af, en het katabolisme van LDL-C toe. De concentratie van apolipoproteïne B daalt tijdens de behandeling met simvastatine ook beduidend. Daarnaast zorgt simvastatine voor een bescheiden toename van HDL-C en een verlaging van de TG-waarde in het bloedplasma. Ten gevolge van deze 21 veranderingen treedt een wijziging op in de verhoudingen van totaal C t.o.v. HDL-C en van LDL-C t.o.v. HDL-C. Groot risico van coronaire hartziekte (CHD) of een reeds bestaande coronaire hartziekte In het kader van het hartbeschermingsonderzoek (HPS) zijn de effecten van behandeling met simvastatine beoordeeld bij 20.536 patiënten (leeftijd 40-80 jaar), met of zonder hyperlipidemie, en met een coronaire hartziekte, een andere de bloedstroming hinderende aderaandoening of diabetes mellitus. In dit onderzoek werden 10.269 patiënten behandeld met simvastatine 40 mg/dag en 10.267 patiënten met een placebo; de gemiddelde volgduur bedroeg 5 jaar. Het uitgangsniveau (de baseline) bedroeg bij 6.793 patiënten (33%) minder dan 116 mg/dl LDL-C; bij 5.063 patiënten (25%) tussen de 116 mg/dl en 135 mg/dl LDL-C; en bij 8.680 patiënten (42%) meer dan 135 mg/dl LDL-C. Behandeling met simvastatine 40 mg/dag leverde in vergelijking met een placebo een beduidend verminderd risico van mortaliteit (door alle mogelijke oorzaken) op (1328 [12,9%] van de met simvastatine behandelde patiënten tegenover 1507 [14,7%] van de patiënten die een placebo ontvingen; p = 0,0003), wat te danken valt aan een 18% reductie in het aantal sterfgevallen door coronaire problemen (587 [5.7 %] tegenover 707 [6.9 %]; p = 0,0005; een absolute vermindering van het risico op 1,2%). De afname van het aantal sterfgevallen met een niet-vasculaire oorzaak was niet groot genoeg om statistisch significant te zijn. Simvastatine leidde ook tot een vermindering van het aantal niet-triviale coronaire problemen (dit resultaat is de som van de incidenties van myocardinfarcten (MI) zonder dodelijke afloop en overlijden door CHD) van 27% (p < 0,0001). Simvastatine leidde tot een met 30% verminderde noodzaak om kransvatherstellende procedures (waaronder bypass-operaties en percutane transluminale coronaire angioplastiek (PTCA), p < 0,0001) of andere, niet-coronaire bloedvatherstellende procedures (16% reductie, p = 0,006) te ondergaan. Simvastatine verminderde het risico op een beroerte met 25% (p < 0,0001), wat voor 30% voor het conto komt van een vermindering van het aantal gevallen van ischemisch CVA (p < 0.0001). Daarnaast verminderde simvastatine, in de subgroep patiënten met diabetes, het risico op het ontstaan van macrovasculaire complicaties, waaronder oppervlakkige vaatherstelprocedures (operatief of angioplastisch), amputatie van de onderste ledematen, of zweren aan het been, met 21% (p = 0,0293). De verhoudingsgewijze afname van het aantal incidenten was vergelijkbaar in alle patiënten-subgroepen die onderzocht zijn; dit waren onder meer patiënten welke geen coronaire hartziekte hadden maar wel een cerebrovasculaire of perifere aandoening van de bloedvaten; mannen en vrouwen; patiënten boven de 70 en zij die jonger waren bij aanvang van het onderzoek; patiënten met en zonder hoge bloeddruk; en opvallend genoeg, zij die bij aanvang van de studie een LDL-cholesterolgehalte hadden van minder dan 3,0 mmol/l. 22 In het Scandinavische simvastatine overlevingsonderzoek (4S), is het effect van behandeling met simvastatine op de totale mortaliteit beoordeeld bij 4444 patiënten met een CHD en een uitgangsniveau (baseline) voor het totaal cholesterolgehalte van 212…309 mg/dl (5,5…8,0 mmol/l). In dit op meerdere locaties uitgevoerde, gerandomiseerde dubbelblinde onderzoek werden patiënten met angina of een voorgeschiedenis van myocardinfarct (MI) behandeld met een wijziging van het voedingspatroon, standaard verzorging, en ofwel simvastatine 20…40 mg/dag (n = 2221) ofwel een placebo (n = 2223); de mediane looptijd van het onderzoek was 5,4 jaar. Simvastatine verminderde het risico op overlijden met 30% (absolute risicovermindering 3,3%). Het risico op overlijden door CHD werd verminderd met 42% (absolute risicovermindering 3,5%). Simvastatine verkleinde ook het risico op een niet-triviale coronaire aandoening (overlijden door CHD plus een in het ziekenhuis geverifieerd en niet fataal stil infarct) met 34%. Daarnaast verkleinde simvastatine beduidend het risico op een fataal of niet-fataal cerebrovasculair accident (beroerte en ischemische aanval van voorbijgaande aard) met 28%. Er was geen significant verschil tussen de diverse groepen patiënten waar het de niet-cardiovasculaire mortaliteit betreft. Het onderzoeksproject naar de effectiviteit van aanvullende verlaging van de cholesterol- en homocysteïnewaarden (SEARCH) bevat een evaluatie van het effect van behandeling met simvastatine in een dosering van 80 mg in vergelijking met een 20 mg dosering (mediane volgtijd 6,7 jaar) voor wat betreft de belangrijkste hart- en vaataandoeningen (hier gedefinieerd als een coronaire hartziekte met fatale afloop, een ingreep ter herstel van de kransslagaders (bypassoperatie), een hartaanval (al dan niet met dodelijke afloop) of een ingreep ter herstel van de perifere bloedvaten) bij 12.064 patiënten met een voorgeschiedenis van een myocardinfarct. Er was geen significant verschil tussen beide groepen in het optreden van de genoemde hart- en vaataandoeningen: simvastatine 20 mg (n = 1553; 25,7%) t.o.v. simvastatine 80 mg (n = 1477; 24,5%); RR 0,94, 95%; CI: 0,88 tot 1,01. Het absolute verschil in LDL-C gehalte tussen de beide groepen bedroeg over de gehele duur van het onderzoek gerekend 0,35 ± 0,01 mmol/l. De veiligheidsprofielen waren voor de beide behandelde groepen vergelijkbaar, alleen kwam myopathie voor bij ca. 1,0% van de patiënten die simvastatine 80 mg gebruikten, t.o.v. bij 0,02% van de patiënten die 20 mg ontvingen. Ongeveer de helft van deze gevallen van myopathie traden op in het eerste jaar van behandeling. De frequentie waarmee myopathie werd geconstateerd in alle volgende jaren van behandeling was ongeveer 0,1%. Primaire hypercholesterolemie en gecombineerde hyperlipidemie Bij onderzoeken waarbij de werkzaamheid en veiligheid van simvastatine in doseringen van 10, 20, 40 en 80 mg per dag werden onderzocht bij patiënten met hypercholesterolemie bedroegen de gemiddelde verlagingen van het LDL-C gehalte respectievelijk 30%, 38%, 41% en 47%. Bij onderzoeken van patiënten met gecombineerde (gemengde) hyperlipidemie die simvastatine 40 mg en 80 mg ontvingen bedroeg de mediane triglyceridenreductie respectievelijk 28% en 33% (placebo: 2%), en de gemiddelde toename van HDL-C respectievelijk 13% en 16% (placebo: 3%). 23 Klinische onderzoeken m.b.t. het gebruik bij kinderen en adolescenten (10-17 jaar oud) In een dubbelblind onderzoek ontvingen 175 patiënten (99 jongens uit Tannerstadium II en ouder en 76 meisjes die ten minste één jaar menstrueerden) in de leeftijd 10…17 jaar (gemiddelde leeftijd 14,1 jaar) met heterozygote familiaire hypercholesterolemie (heFH) gerandomiseerd ofwel simvastatine ofwel een placebo gedurende 24 weken (basisonderzoek). Om in aanmerking te komen voor het onderzoek diende het uitgangsniveau (de baseline) van het LDL-C gehalte tussen de 160 en 400 mg/dl te liggen en diende ten minste één ouder een LDL-C gehalte > 189 mg/dl te hebben. De dosering van simvastatine (eenmaal daags aan het begin van de avond) bedroeg 10 mg gedurende de eerste 8 weken, 20 mg gedurende de tweede 8 weken, en 40 mg voor de rest van het onderzoek. In een 24 weken durende verlenging kozen 144 patiënten ervoor om de behandeling voort te zetten; zij ontvingen ofwel simvastatine 40 mg ofwel een placebo. Simvastatine bracht een significante reductie van de gehalten van LDL-C, TG en Apo B in het bloedplasma teweeg. De resultaten verkregen in de verlenging na afloop van de initiële 48 weken waren vergelijkbaar met die welke in het eerste onderzoek werden opgetekend. Na 24 weken behandeling bedroeg de gemiddelde LDL-C waarde die werd gemeten 124,9 mg/l (range: 64,0 tot 289,0 mg/dl) bij de groep op simvastatine 40 mg, en 207,8 mg/dL (range: 128,0 tot 334,0 mg/dl) bij de placebogroep. Na 24 weken behandeling met simvastatine (waarbij de dosis telkens om de 8 weken werd verhoogd van aanvankelijk 10, toen 20 en uiteindelijk het maximum van 40 mg per dag) trad een reductie van het gemiddelde LDL-C gehalte op van 36,8% (placebo: 1,1% verhoging t.o.v. uitgangsniveau (baseline)); van Apo B van 32,4% (placebo: 0,5%); en van de mediane TG-gehalten van 7,9% (placebo: 3,2%); tevens trad een verhoging van het HDL-C gehalte op van 8,3% (placebo: 3,6%). Wat de voordelen op langere termijn zijn op de cardiovasculaire morbiditeit van kinderen met heFH van het gebruik van simvastatine is niet bekend. De veiligheid en werkzaamheid van doseringen van meer dan 40 mg per dag zijn bij kinderen met heterozygote familiaire hypercholesterolemie niet onderzocht. Hoe effectief op lange termijn de inzet van simvastatine bij de behandeling van kinderen zal blijken te zijn op het verlagen van de morbiditeit en mortaliteit op volwassen leeftijd moet blijken. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Simvastatine is een niet actief lacton dat gemakkelijk in vivo wordt gehydrolyseerd tot het afgeleide beta-hydroxyzuur, dat een krachtige HMG-CoA reductaseremmer is. Hydrolyse vindt voornamelijk plaats in de lever; de hydrolysesnelheid in menselijk bloedplasma is zeer langzaam. 24 De farmacokinetische eigenschappen zijn onderzocht bij volwassenen. Farmacokinetische gegevens m.b.t. kinderen en adolescenten zijn niet voorhanden. Absorptie Bij de mens wordt simvastatine goed geabsorbeerd en wordt de stof in de lever al direct grotendeels afgescheiden. De mate van afscheiding in de lever hangt af van de doorbloeding van de lever. De lever is de primaire aangrijpingsplaats van de actieve vorm. De beschikbaarheid van het betahydroxyzuur voor de systemische bloedcirculatie na inname van een orale dosis simvastatine bleek minder dan 5% van de toegediende dosis te bedragen. De maximum bloedplasmaconcentratie van de actieve remmende metabolieten wordt gevonden ca. 1tot 2 uur na toediening van simvastatine. Gelijktijdig gebruiken van voedsel heeft geen invloed op de absorptie. De farmacokinetiek van enkele t.o.v. meerdere doses simvastatine bleek te zijn dat er geen accumulatie van geneesmiddel optrad na dosering meermalen per dag. Distributie De binding aan het doeleiwit van simvastatine en diens actieve metaboliet bedraagt > 95%. Eliminatie Simvastatine vormt een substraat voor CYP3A4 (zie rubrieken 4.3 en 4.5). De belangrijkste metabolieten van simvastatine die in menselijk bloedplasma worden aangetroffen zijn het betahydroxyzuur en vier bijkomende actieve metabolieten. Na toediening van een orale dosis van simvastatine met een radioactieve marker aan een menselijke vrijwilliger bleek binnen 96 uur 13% van de radioactiviteit te worden uitgescheiden in de urine en 60% in de faeces. De hoeveelheid teruggewonnen uit de faeces bestaat uit geabsorbeerde geneesmiddelequivalenten uitgescheiden in de gal alsmede een aandeel van het geneesmiddel dat niet is geabsorbeerd. Na intraveneuze injectie van de metaboliet beta-hydroxyzuur werd een halfwaardetijd van gemiddeld 1,9 uur gemeten. Gemiddeld niet meer dan 0.3% van de intraveneuze dosis die werd uitgescheiden in de urine vertoonde nog een remmende werking. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek 25 Op basis van conventionele diermodellen m.b.t. de farmacodynamiek, de giftigheid bij herhaalde dosering, de genotoxiciteit en de carcinogeniteit worden geen andere risico's voor de patiënt voorzien dan op grond van het farmacologische mechanisme te verwachten valt. Bij de maximaal nog verdragen doseringen veroorzaakte simvastatine noch bij de rat noch bij het konijn afwijkingen bij de vrucht, en er werden ook geen effecten gezien op de vruchtbaarheid, de voortplantingsfunctie of de ontwikkeling bij neonaten. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Tabletkern: Lactose-monohydraat Microkristallijne cellulose (E460) Voorverstijfseld maïszetmeel Butylhydroxyanisol (E320) Ascorbinezuur (E300) Citroenzuur (E330) Colloïdaal amorf siliciumdioxide (E551) Talk (E553b) Magnesiumstearaat (E470b) Filmomhulling tablet: Hypromellose (E464) Ijzeroxide-rood (E172) Triethylcitraat (E1505) Titaniumdioxide (E171) Talk (E553b) Povidon K-30 26 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing. 6.3 Houdbaarheid 3 jaar 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren beneden 30 °C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht- en vochtinvloeden. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking PVC/PVDC/alu blisterverpakking. Verpakkingsgrootten: 10, 20, 28, 30, 40, 50, 56, 60, 98 of 100 tabletten. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor hanteren en gebruik Geen bijzondere vereisten. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Wörwag Pharma GmbH & Co. KG 27 Calwer Str. 7, 71034 Böblingen Duitsland 8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN RVG 34638 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 3 januari 2007 Datum van hernieuwing van de vergunning: 24 mei 2012 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST De laatste gedeeltelijke wijziging betreft de opmaak in rubriek 4.8: 26 Juni 2014 28
© Copyright 2024 ExpyDoc