Eisen 21+ toets per lerarenopleiding en Opleidingskunde

maart 2014
Eisen 21+ toets per lerarenopleiding en Opleidingskunde
Om toegelaten te kunnen worden tot een tweedegraads lerarenopleiding of Opleidingskunde is
minimaal een havodiploma of mbo 4-diploma vereist. Voldoe je niet aan die voorwaarde, dan kun je
op grond van de 21+ regeling toegelaten worden.
De eisen die aan je gesteld worden, verschillen per opleiding:
Aardrijkskunde
•
•
•
Het maken van een toets Nederlands (deze toets moet voldoende zijn);
Het maken van een instaptoets Aardrijkskunde (havoniveau): gebaseerd op de eindtermen
en toetsingscriteria geformuleerd in de Syllabus van het nationale eindexamen havo;
Een motivatiegesprek dat eindigt met een advies.
Contactgegevens Instroomcoördinator:
Kim Trouwborst: [email protected]
Biologie
•
•
•
Het maken van een toets Nederlands (deze toets moet voldoende zijn);
Het maken van een instaptoets Biologie (havoniveau): gebaseerd op biologie-examens van
de afgelopen 10 jaar;
Een motivatiegesprek dat eindigt met een advies. Ook de verwachtingen (scheikundeniveau) worden hierin meegnomen.
Contactgegevens Instroomcoördinator:
Suzanne Lucassen: [email protected]
Duits
•
•
•
Het maken van een toets Nederlands (deze toets moet voldoende zijn);
Het maken van een instaptoets Duits (havoniveau) met de volgende onderdelen: schrijflees- en gespreksvaardigheid;
Een motivatiegesprek dat eindigt met een advies.
Contactgegevens Instroomcoördinator:
Margret Holleman: [email protected]
Economie
•
•
Het maken van een toets Nederlands (deze toets moet voldoende zijn);
Een intake-/motivatiegesprek dat eindigt met een advies.
Contactgegevens Instroomcoördinator:
Jos Trimpe: [email protected]
Engels
•
•
Het maken van een toets Nederlands (deze toets moet voldoende zijn);
Onderzoek naar niveau beheersing Engels:
STAP 1
De kandidaat voert een gesprek in het Engels met de assessor volgens de CAE ‘speaking'
procedure om zijn gespreksvaardigheid Engels te meten (15 min.).
De kandidaat maakt een schrijfopdracht volgens de CAE ‘writing’ procedure om schriftelijke
taalvaardigheid Engels te meten. (30 min.)
De kandidaat maakt een toets die bestaat uit CAE ‘reading’ en ‘Use of English’ opdrachten
om leesvaardigheid Engels te meten en de mate waarin de student grammatica en
vocabulaire toe kan passen. (30 min.)
De kandidaat krijgt een positief advies als onderdeel a, b, c voldoende worden
beoordeeld. Er is geen sprake van compensatie op onderdelen.
Een positief advies betekent dat de kandidaat deel mag nemen aan stap 2 van de procedure.
Een negatief advies betekent dat de kandidaat wordt afgewezen.
STAP 2
De kandidaat voert een toelatingsgesprek met 2 collega’s/assessoren. Hierbij dient een thuis
geschreven en meegebrachte motivatiebrief als leidraad. De student krijgt een format en
expliciete instructie voor het schrijven van deze brief. Hij/zij moet helder en overtuigend aan
kunnen geven waarom hij/zij geschikt en gemotiveerd is voor het vak Engels (op HBO niveau)
en het leraarsberoep (kwaliteiten, ervaring met de doelgroep). (15 min)
Een positief advies [n.a.v. stap 1] betekent dat de kandidaat als ‘HBO-waardig’ wordt
beschouwd en zodoende op de aanmeldingslijst voor Engels kan worden geplaatst. Hij/zij
doet hierna net als alle andere ‘aanmelders’ mee met eventuele intake –procedures in juni
of augustus. We vinden het belangrijk om te kunnen zeggen dat alle studenten de intake
moeten doorlopen. De student maakt dus gewoon de quick scan en vult de vragenlijst in.
Wel mag hij de al eerder geschreven motivatiebrief aanleveren.
Stap 2 eindigt met een advies t.a.v. deze opleiding.
Contactgegevens Instroomcoördinator:
Jan Linders: [email protected]
Frans
1. Het maken van 21+-toets Nederlands (onderdelen: tekstbegrip, samenvatten en
werkwoordspelling)
2. De kandidaat wordt uitgenodigd voor een gesprek met een opleider In dat gesprek wordt
gekeken naar twee dingen gekeken:
• de motivatie van de kandidaat om de opleiding te volgen.
• de mondelinge taalvaardigheden Frans.
Als deze taalvaardigheden op havo niveau zijn, volgt stap 3.
3. De kandidaat wordt uitgenodigd om te bewijzen over voldoende leesvaardigheid te beschikken
door een havo-examen Frans te maken. Het behaalde resultaat moet voldoende zijn.
4. Parallel hieraan maakt de kandidaat een schrijftoets. Daarin toont de kandidaat aan
zich schriftelijk te kunnen uitdrukken in het Frans op havo niveau.
5. Als de resultaten van de lees- en de schrijftoets voldoende zijn is de kandidaat toelaatbaar tot de
opleiding.
Contactgegevens Instroomcoördinator:
Jos Brink: [email protected]
Natuur- en scheikunde
•
•
•
Het maken van een toets Nederlands (deze toets moet voldoende zijn);
Het maken van (een) toets(en) natuur-, scheikunde en wiskunde-B (havoniveau).
Een motivatiegesprek dat eindigt met een advies
De eerste twee onderdelen moeten een voldoende resultaat hebben
Contactgegevens Instroomcoördinator:
Jacques de Goede: [email protected]
Geschiedenis
•
•
•
Het maken van een toets Nederlands (deze toets moet voldoende zijn);
Een voldoende voor een mondelinge toets n.a.v. een paragraaf uit
McKay J.P. e.a. A History of the Western World.
Een motivatiegesprek dat eindigt met een advies.
Contactgegevens Instroomcoördinator:
Koen Henskens: [email protected]
Nederlands
•
•
Het maken van een toets Nederlands met de onderdelen tekstbegrip, samenvatting en
werkwoordspelling. Voor deze toets dient minimaal een 8.0 gehaald te worden.
Een motivatiegesprek dat eindigt met een advies. (Dit gesprek vindt alleen plaats als voor de
21+-toets Nederlands minimaal een 8.0 behaald is.)
Contactgegevens Instroomcoördinator:
Marianne Stienen: [email protected]
Wiskunde
•
•
Het maken van een toets Nederlands (deze toets moet voldoende zijn);
Het maken van een toets Wiskunde B op (havoniveau):
Het centraal schriftelijk examen wiskunde havo B wordt hier op het instituut afgenomen in
de tweede helft van mei of in het tweede examentijdvak. Het is goed om te realiseren dat in
dat geval zelfstandig de wiskundestof van twee jaar ‘havo wiskunde B’ eigen gemaakt dient
te worden.
Aanmelding bij de instroomcoördinator uiterlijk 1 mei (of 1 juni voor 2e tijdvak).
NB: Als de vereiste wiskundekennis niet aanwezig is, bevelen we je aan een certificaat ‘havo
wiskunde B’ op het ROC bij de afdeling VAVO, of via particuliere instellingen te gaan halen.
Contactgegevens Instroomcoördinator:
Hetty van Nieuwamerongen: [email protected]
Opleidingskunde
Het 21+ toelatingsonderzoek bij Opleidingskunde bestaat uit twee delen, te weten een algemeen
instituutsdeel en een opleidingsspecifiek deel.
•
•
•
Deel 1 van het toelatingsonderzoek bestaat uit een toelatingstoets Nederlandse taal.
Deze toets heeft een selectief karakter en wordt georganiseerd door studentzaken en
uitgevoerd door het talencentrum en moet voldoende gemaakt worden..
Deel 2 van het toelatingsonderzoek bestaat uit een motivatiegesprek met de kandidaat door
een (opleidingsvariant)coördinator van Opleidingskunde.
Dit gesprek is selecterend van aard. Er wordt gekeken naar verwachtingen omtrent
studieverloop, studielast en verwachte geschiktheid voor het onderwijs. Leidraad in het
gesprek is het CV van de kandidaat. Onderwerpen die in het gesprek naar voren komen zijn
sociale- en communicatieve vaardigheden, maatschappelijke gerichtheid en algemene
ontwikkeling van de kandidaat.
Het toelatingsonderzoek wordt afgesloten met:
1. een studieadvies richting kandidaat, en
2. een rapport aan de instituutsdirectie met daarin een gemotiveerd advies over het te
nemen besluit.
Contactgegevens instroomcoördinator:
Paul Jacobs: [email protected]