Uitslag dataverzameling

Cognitive Bias Modification!
Resultaten onderzoek!
!
!
December 2013!
Jules Reijnen!
Ron Jacobs!
!
!
Theorie !
!
Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening
(bias) van cognitieve processen van informatieverwerking die kunnen leiden tot stress. Stress kan op
zijn beurt weer leiden tot psychopathologie. Een cognitieve bias is de neiging om stimuli meer
selectief op te merken, te interpreteren en te herinneren. De hypothese achter CBM is: door de
geest opnieuw te trainen wordt een nieuwe manier van denken een gewoonte die het automatisch
overneemt in situaties waarop het eropaan komt. Vertekeningen in de informatieverwerking kunnen
ervoor zorgen dat relatief onschuldige sociale gebeurtenissen voor veel angst zorgen. !
!
!
CBM-Attention!
Een vorm van een cognitieve bias is de selectieve voorkeur die iemand heeft met het richten van de
aandacht. Bijvoorbeeld, sociaal angstige lijken meer aandacht te geven aan signalen van dreiging,
de neiging om vooral negatieve informatie op te merken is een aandachtsbias. De aandachtsbias
kan aangepast worden. Dit wordt Cognitive Bias Modification-Attention (CBM-A) genoemd. In een
simpele computertaak worden participanten getraind om de aandacht meer te leggen op neutrale
stimuli in plaats van stimuli met een (sociaal) angstige betekenis. Om de aandachtsbias te meten
kan men gebruik maken van twee soorten opzet, de dot probe paradigm, of een visual search
paradigm. !
!
Dot Probe!
In eerste instantie is de dot probe paradigm ontwikkeld om een aandachtsvertekening richting
bedreigende auditieve stimuli te meten. Deze methode is doorontwikkeld naar een visuele variant,
naast het meten van een mogelijke vertekening kan deze taak ook ingezet worden om een mogelijke
vertekening in aandacht te her-trainen. !
!
Visual Search!
Het visual search paradigm is een perceptuele taak waarbij de participant het scherm moet scannen
voor een specifiek object, het target. De rest van het scherm wordt opgebouwd uit afleiders,
distractors. Het is lastig om oogbewegingen die nodig zijn om een gebied te scannen te vergelijken
met selectieve aandacht. Daarom is deze taak geschikt om in te zetten om de aandacht te focussen
om alleen naar positieve stimuli te zoeken. !
!
Probleemstelling!
1. CBM-A zorgt voor een verlaagde reactietijd bij incongruente stimuli. !
CBM-A zorgt ervoor dat de aandachtsbias zich minder richt op negatieve stimuli. !
!
2. CBM-A zorgt voor een verlaagde reactietijd bij positieve stimuli.!
CBM-A zorgt voor een verandering in de aandachtsbias waarbij men zich meer richt op positieve
stimuli.!
!
3. CBM-A zorgt voor een verhoogde reactietijd bij negatieve stimuli.!
CBM-A zorgt ervoor dat men zich minder richt op negatieve stimuli, waarbij de voorkeur om de
aandacht op negatieve stimuli te richten afneemt. !
!
Methode!
!
Steekproef!
De deelnemers zijn in de directe kring van de onderzoekers uitgenodigd. De steekproef bestaat uit 16
deelnemers, 6 mannen en 10 vrouwen. !
!
Meetinstrumenten!
!
Dot Probe!
De participant moet naar een computerscherm kijken waar een kruis in het middel is geprojecteerd,
waar de participant naar moet kijken. Twee stimuli, een bedreigende en een neutrale, een belonende
en een neutrale, of een belonende en neutrale stimuli, verschijnen op het scherm en worden kort
getoond (meestal 500 milliseconden). Daarna wordt er een “dot” getoond, een stip op de locatie van
een van de getoonde stimuli. De taak van de participant is om zo snel mogelijk aan te geven aan
waar de stip zich bevind, deze reactietijd wordt gemeten. Hierna gaat men door naar de volgende
trial. Als de dot wordt opgevolgd door een negatieve stimuli wordt dit een congruente trial genoemd,
als de dot wordt opgevolgd door een neutrale stimuli wordt dit een incongruente trial genoemd. Het
is de bedoeling dat elke congruente en incongruente trial minstens een keer en een keer rechts
wordt aangeboden. !
!
De dot probe test is vier keer afgenomen:!
1. Voormeting. Tijdens deze meting werd de bias in kaart gebracht. Hierbij werd er gebruik
gemaakt van 40 congruente trials, en 40 incongruente trials.!
2. CBM aanpassing: hierbij werd de aandachtsbias aangepast de test bestond uit 40 trials met
positief congruente trials, met neutrale en positieve stimuli. Daarnaast bestond de test uit 40
congruente trials, met negatieve en positieve stimuli, waarbij de dot altijd achter de positieve
stimuli terecht kwam. Deze test is twee keer afgenomen. !
3. Nameting: tijdens deze meting werd de bias in kaart gebracht. Hierbij werd er gebruik gemaakt
van 40 congruente trials, en 40 incongruente trials. Daarnaast bestond de test uit 40 congruente
trials, met negatieve en positieve stimuli, waarbij de dot altijd achter de positieve stimuli terecht
kwam.!
!
Resultaten!
!
Test 1 - negatieve bias!
Er is een toename in de reactietijd tussen „meting 1, congruente trials boos” en „meting 3,
congruente trials boos”. Dit betekent dat de deelnemers in de nameting gemiddeld langer deden
om te reageren op het negatieve gezicht. Dit kan er op duiden dat CBM ervoor gezorgd heeft dat
men minder naar negatieve stimuli kijkt en de negatieve bias is afgenomen. Echter is dit effect niet
significant, een reden hiervoor kan zijn dat er aan een aantal van de assumpties niet is voldaan.!
!
!
!
Legenda:!
1 = Meting 1 congruente trials!
2 = Meting 3 congruente trials!
!
Test 1
Gemiddelde (MS)
Standaard deviatie
(MS)
Particpanten
Voormeting
Congruente Trials
476
105
14
Nameting Congruente
Trials
489
309
14
!
Test 2 - incongruentie!
Test twee onderzoekt of de incongruente trials, de stip kwam achter de neutrale stimulus terecht,
waarbij er verwacht werd dat incongruente trials langer kosten om op te reageren. Hierbij kan
voorzicht gesteld worden dat de negatieve stimuli minder de aandacht trekt als men kijkt naar
meetmoment 2 in relatie tot meetmoment 1. Echter is dit effect niet significant, dit kan mogelijk te
maken hebben met het aantal deelnemers en de assumpties die geschonden kunnen zijn. !
!
Legenda:!
1 = voormeting incongruente trials
2 = nameting incongruente trials!
!
Test 1
Gemiddelde (MS)
Standaard deviatie
(MS)
Particpanten
Voormeting
incongruente trials
511
37
14
Nameting
incongruente trials
454
91
14
!
!
Test 3. Tussen meting T1 en T2!
!
In de tussenmeting is twee keer dezelfde test afgenomen. De eerste conditie behelst alleen
congruente positief versus neutrale stimuli trials. De tweede conditie behelst ook alleen de
congruente positief versus negatieve stimuli trials.!
!
Congruent positief versus neutrale stimuli!
Er blijkt een afname van de reactietijden tussen meting 1 en meting 2, waarbij mensen sneller de
positieve gezichten herkennen. Er kan voorzichtig gesteld worden dat in deze groep met
deelnemers men in meting 2 sneller positieve gezichten herkent ten opzichte van meting 1, als er
een neutraal gezicht naast wordt gezet.!
Legenda:!
1 = Tussenmeting T1, congruent positief versus neutraal!
2 = Tussenmeting T2, congruent positief versus neutraal.!
!
Test 1 tussenmeting
T1 T2
Gemiddelde (MS)
Standaard deviatie
(MS)
Particpanten
Tussenmeting T1 congruent positief vs
neutraal
516
311
10
Tussenmeting T2 congruent positief vs
neutraal
450
144
10
!
!
!
!
!
!
!
Congruent positief versus negatieve (boze) stimuli!
Uit de test tussen meetmoment 1 en 2 komt naar voren dat er een afname is tussen meetmoment
1 en meetmoment 2. De deelnemers reageren gemiddeld sneller op de positieve gezichten in
meting 2 dan meting 1. Hieruit kan voorzichtig geconcludeerd worden dat de deelnemers sneller
zijn geworden in het herkennen van positieve gezichten. Interessant is dat deze afname in
reactietijd, ondanks het niet-significante resultaat, in absolute zin het meest is afgenomen in
vergelijking met de andere resultaten. !
Legenda
1 = Tussenmeting 1 congruent positief versus negatief !
2 = Tussenmeting 2 congruent positief versus boos negatief!
!
!
Test 1 tussenmeting
T1 T2
Gemiddelde (MS)
Standaard deviatie
(MS)
Particpanten
Tussenmeting T1 congruent positief vs
boos/negatief
527
283
10
Tussenmeting T2 congruent positief vs
boos/negatief
382
56
10
!
!
!
!
!
!
Conclusie!
In de vergelijking tussen de congruente trials positief versus neutraal komt een bemoedigend beeld
naar voren. Ondanks dat de resultaten niet significant zijn, is over de metingen heen een afname
te vinden van reactietijden op de positieve gezichten. Hierbij kan er voorzichtig gesteld worden,
met test 1 in ogenschouw genomen, dat de bias is aangepast, en men sneller reageert op
positieve gezichten en na de CBM test wat minder snel op de negatieve gezichten. !
!
Legenda
1 = meting 1 congruent positief versus neutraal !
2 = meting 2 congruent positief versus neutraal!
3= meting 3 congruent positief versus neutraal!
!
!
Meting
Gemiddelde (MS)
Standaard deviatie
(MS)
Particpanten
Meting 1, T1
congruent positief vs
neutraal
531
326
9
Meting 2, T2
congruent positief vs
neutraal
466
144
9
Meting 3, congruent
positief vs neutraal
378
72
9