downloaden (703 kB)

STAGEMINOR LETTEREN
2014-2015
een handleiding voor student en docent
September 2014
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2013 -2014
Inhoud
De plaats van minoren in de bacheloropleiding
Waarom een stageminor?
Waar lopen studenten stage?
Wat voor werk doen stagiairs?
Een stageplaats vinden
Wat is een geschikte stageplaats?
Inschrijving voor de stageminor
Goedkeuring van je stage
Begeleiding van je stage
Stageverslag en beoordeling van een stage
Registratie van je cijfer
Stagecoördinatie
Bijlage 1: Stageverslag: omvang, inhoud en indeling
Bijlage 2: Beoordeling stagiair
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2014 -2015
De plaats van de minoren in de bacheloropleidingen
Voor alle studenten die per 2011 of daarna zijn begonnen aan een bacheloropleiding binnen de
Faculteit der Letteren of de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen (FTR) is
de bacheloropleiding als volgt ingericht:
iedere bacheloropleiding omvat 180 ECTS credits (ec);
waarvan er 120 ec worden besteed aan de major vakken,
45 ec aan drie minoren (van elk 15 ec)
en 15 ec aan een core curriculum Geesteswetenschappen (GW).
Een minor is een samenhangend pakket van 15 ec, waarbij 1ec staat voor 28 uur studie.
Stageminor
De stageminor is bedoeld voor letterenstudenten die zich in het kader van hun opleiding nadrukkelijk
willen oriënteren op de arbeidsmarkt. Deze minor biedt een grondige oriëntatie op je toekomst. Je leert
kennismaken met het werkveld en je kunt alvast testen of wat je voor ogen hebt ook werkelijk iets voor
je is.
Waarom een stageminor?
Er zijn verschillende redenen om voor de stageminor te kiezen.
1. Je opleiding in de praktijk
De stage biedt een prachtige kans om kennis te maken met het praktische veld waarop de
wetenschappelijke theorie en het onderzoek van jouw opleiding betrekking heeft. Het doel van een stage
is jou gelegenheid te geven om inzichten en/of vaardigheden toe te passen in de beroepspraktijk. Je kunt
in een stage kennis maken met en deelnemen aan de beroepspraktijk. Een stage geeft je een unieke
mogelijkheid om binnen te komen in organisaties waar je anders niet zo snel terecht zou komen. Je kunt
belangrijke ervaringen op doen die voor de rest van je studie en je latere beroep van grote waarde
kunnen zijn. De beroepspraktijk van de diverse letterenopleidingen is gevariëerd en een stage kan dan
ook uiteenlopende invullingen krijgen. Je kunt stage lopen bij bedrijven, overheidsinstellingen, een nonprofitorganisatie, een politieke partij, een wetenschappelijk instituut….
2. Studeren < > Werken
Uit onderzoek onder alumni blijkt telkens weer dat er tussen veel letterenopleidingen en het
beroepsleven een kloof bestaat, die pas duidelijk wordt als afgestudeerden gaan deelnemen aan het
arbeidsproces. De stageminor wil bijdragen aan een soepelere overgang van opleiding naar je eerste
baan. Je krijgt namelijk een uitgebreide blik op het werken in een organisatie, binnen een bepaald
vakgebied. Het werken in (interdisciplinaire) teams, onder tijdsdruk en met het oog op budgetten en
targets werken is vaak een eye-opener voor onze studenten.
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2014 -2015
3. Springplank naar de toekomst
Een stage blijkt vaak het opstapje naar de eerste baan. Voor je CV een mooie aanvulling om te kunnen
laten zien dat je je competenties niet alleen binnen de muren van de universiteit hebt ontwikkeld, maar
ook weet te benutten in een professionele, beroepsmatige setting. Een stage werkt in die zin als één van
de manieren om te bouwen aan je toekomst: je krijgt de gelegenheid te laten zien hoe jouw kennis en
vaardigheden tot uitdrukking komen op de “werkvloer”, en na afloop van je stage heb je al aantoonbare
ervaring in een studiegerelateerde baan. Werkgevers zien een stage tijdens de opleiding steeds meer als
een must voor de eerste functie na afstuderen.
4. Wat kan ik eigenlijk?
Letterenstudenten hebben over het algemeen onvoldoende zicht op hun professionele identiteit en
kwaliteiten. Studenten die een stage hebben gedaan, en zich gedurende een aantal maanden hebben
bewogen binnen een organisatie, hebben een beter beeld gekregen van wat zij (met hun opleiding)
kunnen. Ze solliciteren daardoor gerichter en weten zich met meer zelfvertrouwen te presenteren.
Bovendien, en dat is een belangrijke factor, is er al sprake van een professioneel netwerk, gerelateerd
aan de inhoud van de opleiding, waarvan je gebruik kunt maken op zoek naar je eerste baan.
Waar lopen studenten stage?
Letterenstudenten lopen stage in uiteenlopende branches en sectoren zoals industrie, onderwijs,
bankwezen, overheid op lokaal, provinciaal en landelijk niveau, zakelijke dienstverlening, ideële
organisaties, zorgsector, detailhandel...
Een paar voorbeelden:
bureau voor training en advies,
verzekeringsmaatschappij,
vertaalbureau,
academisch ziekenhuis,
school voor voortgezet onderwijs,
kamer van koophandel,
filmarchief,
luchthaven,
distributeur van computers en randapparatuur,
sportvereniging,
voedingsmiddelenproducent,
museum,
provincie,
electronicaconcern,
instelling voor ambulante gezondheidszorg,
mensenrechtenorganisatie,
bouwbedrijf,
winkelketen,
tv-programma.
filmfestival
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2014 -2015
Wat voor werk doen stagiairs?
Werkzaamheden van studenten Nederlands, Communicatie- en Informatiewetenschappen, moderne
vreemde talen en regiostudies liggen vaak op het terrein van taal en communicatie. Te denken valt aan
tekst- en beeldproductie voor verschillende doelen, doelgroepen en media; redactioneel werk, vertalen,
voorlichten en onderhouden van contacten met klantgroepen; onderzoek naar de kwaliteit van de
interne en externe communicatie van organisaties, ontwikkeling en uitvoering van communicatie-,
voorlichtings- en promotieplannen, ontwikkeling en soms geven van communicatie- en taaltrainingen,
het schrijven van exportplannen.
Studenten Geschiedenis, Kunstgeschiedenis, ACW en GLTC kunnen onderzoek verrichten voor musea,
archieven, wetenschappelijke instituten en bedrijven, maar vinden ook vaak hun weg naar meer
journalistieke stages bij radio, tv en gedrukte media of krijgen te maken met beleid, programmering,
organisatie en promotie van kunst- en cultuur.
Studenten Taalwetenschap kunnen observeren en assisteren bij de behandeling van mensen met
spraakstoornissen of auditief gehandicapten of assisteren bij onderzoek op het gebied van
spraakherkenning.
Een stage vinden
In principe zijn er twee mogelijkheden om aan een stage te komen:
kijken naar wat er wordt aangeboden
en/of zelf actief op zoek gaan.
Afgaan op het aanbod
Het stagebureau van de faculteit beheert een database met vacante stageplaatsen voor alle opleidingen.
Ook docenten worden regelmatig getipt als er een stage te vergeven valt.
Vacante stages worden op verschillende manieren bekendgemaakt.
Via de stagevacaturebank op de website www.ru.nl/csl. Op deze site staan ook links naar andere
stagebanken.
Via www.facebook.com/CareerServiceLetteren
Via Twitter @ CS_letteren
Op de (digitale)prikborden van de opleidingen. Vaak kan de student direct reageren op deze
vacatures, soms moet hij eerst contact zoeken met een docent.
Via Integrand en AIESEC, studentenorganisaties die bemiddelen bij stages.
Zelf op zoek gaan
Als je niet afhankelijk wilt zijn van wat wordt aangeboden en een duidelijk beeld hebt van het soort
organisaties waar je stage wilt lopen, ga je zelf op zoek. Open solliciteren blijkt dan een succesvolle
aanpak te zijn. Neem met de stagecoördinatoren contact op als je aan je zoektocht begint; we
beschikken over een breed netwerk en vele contacten. We kunnen je helpen met je zoekstrategie en je
adviseren bij het schrijven van sollicitatiebrieven, CV’s en het aanmaken van digitale profielen.
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2014 -2015
Wat is een geschikte stageplaats?
Uiteindelijk beslist de examencommissie van de opleiding of een stage voldoet aan de eisen (zie
volgende paragraaf. Je voorkomt teleursteling door je al tijdens het zoeken af te vragen of je voldoende
gelegenheid krijgt kennis en vaardigheden, in de opleiding of daarbuiten verkregen, toe te passen en uit
te breiden. De stage moet een aantoonbare bijdrage leveren aan de eindtermen van de
bacheloropleiding van de student. Deze worden in de regel in de studiegids beschreven.
Bovendien moeten de werkzaamheden redelijkerwijs binnen 420 uren zijn uit te voeren. Daar zit ook het
schrijven van je stageverslag in, en eventuele extra opdrachten die jouw opleiding je geeft bij een stage.
Daarnaast dragen een eigen werkplek en een goede begeleiding ter plekke bij aan het leereffect van een
stage.
Let op! Sommige opleidingen stellen specifiekere eisen aan doelen en werkzaamheden tijdens de
stage. De student wordt geacht hiervan op de hoogte te zijn.
Inschrijving voor de stageminor
Studenten kunnen zich via Osiris (via partal.ru.nl) voor de stageminor inschrijven, code LEM01-15 stage
Buiten inschrijvingsperiode: via het Studenten Informatiepunt, kamer E7.02,
www.ru.nl/stip
Goedkeuring van een stage
Als je een geschikte stageplaats hebt gevonden en je bent in principe aangenomen op die plaats, vraag je
goedkeuring aan bij je opleiding. Dat doe je op de volgende manier:
1.
Studenten vullen het goedkeuringsformulier in en versturen dit.
www.ru.nl/csl/bachelorstages/stageminor/aanvraag-goedkeuring
2.
Na controle door de stagecoördinator wordt de aanvraag digitaal doorgeleid naar de
examencommissie van de opleiding die binnen twee weken een beslissing neemt en een begeleidend
docent aanwijst.
Opleidingen kunnen besluiten om de bevoegdheid van de examencommissie te delegeren
naar één of meer stagecontactpersonen.
Door afwezigheid van docenten, vakanties en collegevrije perioden is het niet altijd mogelijk de aanvraag
binnen deze termijn af te handelen.
3.
Studenten krijgen per post bericht van de goedkeuring en de begeleiding van hun stage.
Studenten ontvangen per post een stagecontract van de faculteit in drievoud. Deze exemplaren moeten
door de studenten ter ondertekening worden voorgelegd voordat zij met hun
stage beginnen. De ondertekende exemplaren moeten worden geretourneerd naar het Studenten
Informatiepunt, kamer E7.02.
4.
Studenten mogen pas met hun stage beginnen nadat deze is goedgekeurd door de opleiding
en een contract is getekend. Om juridische redenen geldt de regel: geen stage zonder deugdelijk
contract. Studenten wordt nadrukkelijk afgeraden een contract met een bedrijf of instelling te
ondertekenen voordat hun stage is goedgekeurd.
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2014 -2015
Begeleiding van een stage
De stagiair, de stagebiedende organisatie en de opleiding zijn samen verantwoordelijk voor een
goed verloop van de stage. De opleiding ziet erop toe dat de geformuleerde leerdoelen worden
gerealiseerd. Van de stagebiedende instantie wordt verwacht dat deze de voorwaarden schept voor
een goede uitvoering van de stagewerkzaamheden. Het succes van de stage is uiteraard voor het
grootste deel van jouw inzet afhankelijk!
De gezamenlijke verantwoordelijkheid komt tot uitdrukking in de ‘dubbele’ begeleiding van de
stagiair, die vooral gewenst is omdat het grootste deel van jouw werk zich aan de directe
waarneming van de opleiding onttrekt.
Voor de begeleiding van een stage heeft een docent 10 uur
beschikbaar. Daarin zijn minstens drie contactmomenten voorzien:
in het begin, om de beoogde leerdoelen en werkzaamheden te bespreken;
halverwege, om de voortgang en eventuele problemen te bespreken;
aan het slot, om de stage te evalueren en te komen tot een beoordeling.
Gebleken is dat stagebiedende organisaties contact met de opleiding erg op prijs stellen. Omdat de
beschikbare begeleidingstijd beperkt is, kan het contact bij het begin van een stage vaak beperkt
blijven tot een telefoontje of een e-mail. Aan het eind, wanneer de stage beoordeeld wordt en ook
van de organisatie inbreng verwacht wordt, is een gezamenlijk gesprek - als afstand en reistijd dat
toelaten - een goede afsluiting van de stage en biedt de mogelijkheid afspraken te maken over een
eventuele volgende stageplaats.
Stageverslag en beoordeling van een stage
Iedere stagiair rondt de stage af met een stageverslag. In bijlage 1 staat informatie over de inhoud,
opzet en omvang van het verslag. Het verslag dient binnen 14 dagen na afloop van de stage te
worden ingeleverd bij de begeleidend docent.
Het verslag geeft een zakelijk beeld van het verloop van de stage en de uitvoering van de
werkzaamheden. Het dient wat betreft inhoud, tekstopbouw, stijl, spelling en vormgeving van
een niveau te zijn dat past bij een aankomend academicus.
Bij de beoordeling speelt het stageverslag een belangrijke rol. Van de student wordt immers verwacht
dat hij een goed beeld schetst van de stagebiedende organisatie, van de wijze waarop hij de
afgesproken taken heeft uitgevoerd en van de mate waarin hij zijn leerdoelen heeft bereikt.
Voor de docent dient het verslag - in combinatie met de schriftelijke beoordeling van de begeleider
op de stageplek5 - als middel om te kunnen beoordelen of de doelstelling van de stage is gerealiseerd
en voldoende heeft bijgedragen aan het bereiken van één of meer eindtermen van de
bacheloropleiding. De docent baseert zijn oordeel op de beoordeling van het stageverslag en
bespreekt dit met de stagiair. Is
de kwaliteit van dit verslag volgens de docent onvoldoende, dan zal de stagiair (delen van) zijn
verslag moeten herschrijven.
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2014 -2015
Registratie van je cijfer
Conform de Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit beoordeelt de begeleidend docent de
stage met een cijfer, waarbij het cijfer 6.0 geldt als de laagste voldoende.
De docent geeft het cijfer door aan het secretariaat van CSL,
via Career Service Letteren, [email protected]
Na registratie van je cijfer in Osiris ontvang je bevestiging van het resultaat per e-mail.
Studenten moeten vier exemplaren van hun stageverslag drukken: één voor de organisatie, één voor
de docent, één voor zichzelf. Het vierde exemplaar moet worden ingeleverd het secretariaat CSL,
kamer E7.01, dat alle stageverslagen archiveert en ter inzage legt voor geïnteresseerde studenten.
Stageverslagen worden alleen ter inzage gelegd als de organisatie èn de stagiair daarmee hebben
ingestemd.
Stagecoördinatie
De faculteit kent twee stagecoördinatoren.
Mireille Vaal is er voor studenten:
Algemene cultuurwetenschappen,
Taal- en cultuurstudies,
Griekse en Latijnse taal en cultuur,
Taalwetenschap,
Geschiedenis,
Kunstgeschiedenis,
Nederlandse taal en cultuur
Je kunt Mireille Vaal bereiken > kamer E13.15
Telefonisch 024-361 28 47
Per mail [email protected]
Afspraken maken gaat via de online agenda www.ru.nl/csl > medewerkers > online afspraak maken
Evelyne Vos-Fruit is er voor studenten:
Communicatie- en Informatiewetenschappen,
Engelse taal en cultuur/Amerikanistiek,
Duitse taal en cultuur/Duitslandstudies,
Romaanse talen en culturen
Je kunt Evelyne Vos-Fruit bereiken > kamer E7.25
Telefonisch 024-361 12 56
Per mail [email protected]
Afspraken maken gaat via de online agenda www.ru.nl/csl > medewerkers > online afspraak maken
CSL secretariaat (E7.01, tel 024-361 2885) verzorgt de stageadministratie.
Zie voor meer informatie over onze afdeling: www.ru.nl/csl
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2014 -2015
Bijlage 1:
Stageverslag: omvang, inhoud en indeling
Het stageverslag telt minimaal 10 en maximaal 20 pagina’s (exclusief bijlagen). In de regel kent het de
volgende onderdelen:
Omslag
Titelpagina
Titel van het verslag
Naam van de stagiair
Naam van de stagebiedende organisatie en evt. afdeling
Stageperiode
Namen van begeleidend docent en begeleider op de stageplek
Voorwoord
Inhoudsopgave met paginanummering
Inleiding
Waar heeft de student stage gelopen?
In welke periode heeft de student stage gelopen?
Omschrijving opdracht
Leerdoelen
Begeleiders
Opzet verslag
Beschrijving van de stagebiedende organisatie en evt. afdeling
Doel
Kernactiviteiten
Sector
Omvang
Uitvoering van de stagewerkzaamheden
Beschrijving van de werkzaamheden
Beschrijving en verantwoording aanpak
Hebben zich problemen voorgedaan en hoe zijn die aangepakt?
Welke resultaten hebben de werkzaamheden opgeleverd?
Evaluatie
Zijn de vooraf geformuleerde leerdoelen gerealiseerd?
Welke kennis en vaardigheden uit de studie konden worden benut?
Welke nieuwe kennis en vaardigheden heeft de stage opgeleverd?
Wat is de belangrijkste persoonlijke winst van de stage geweest?
Hoe was de begeleiding vanuit de stagebiedende organisatie? En van de docent?
Gebruikte literatuur
Bijlagen (bijvoorbeeld vervaardige producten in de vorm van rapportages, artikelen, plannen e.d.)
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2014 -2015
Bij een stage waarin een onderzoek wordt uitgevoerd, bestaat het stageverslag uit een
onderzoeksrapport plus een evaluatieve terugblik. Alleen een onderzoeksverslag is dus niet voldoende.
Stageminor Letteren – een handleiding voor student en docent 9
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2014 -2015
Bijlage 2:
Beoordeling stagiair
Na overleg met stagiair aan het eind van de stage in te vullen door de begeleider van de stagebiedende
organisatie.
Naam stagiair(e) :
Naam begeleider :
Organisatie :
Afdeling/Onderdeel :
Stageperiode :
Opdracht : Beoordeelde aspecten
1. Kennis
a. Theoretisch inzicht
b. Praktisch inzicht
c. Toepassing van kennis
2. Houding
a. Tegenover begeleider
b. Tegenover collega’s
c. Tonen van initiatief
d. Inzet
e. Zelfstandigheid
f. Vermogen tot samenwerken
3. Praktisch werk
a. Kwaliteit
b. Tempo
c. Accuratesse
d. Creativiteit
4. Communicatieve vaardigheid
a. Mondeling
b. Schriftelijk
5. Kwaliteit rapportage/verslag
6. Persoonlijke ontwikkeling
7. Eindoordeel
Goed
Voldoende
Matig
Cijfer dat u toe zou kennen aan deze stagiair:
Stageminor, handleiding voor student en docent, 2014 -2015
Onvoldoende