Kempenmemorandum voor de Vlaamse regering 2014-2019 Slimme hefbomen voor een regio in verandering Juni 2014 Voorwoord: slimme hefbomen voor een streek in transitie De Kempen is een dynamische streek, maar ook een streek in transitie. De Kempense economie staat ernstig onder druk. De regio is op dit moment nog de meest geïndustrialiseerde regio in Vlaanderen. Een sterk, maar tegelijkertijd conjunctuurgevoelig en kwetsbaar fundament. De crisisjaren troffen de Kempen dan ook proportioneel meer dan andere regio’s. In 2013 hebben de Kempense actoren daarom samengewerkt om te komen tot “een Kempense oproep aan de Vlaamse regering” – een urgentieoproep. Deze oproep bestond uit een tienpuntenplan om de Kempense economie op korte en lange termijn aan te zwengelen en 2000 nieuwe jobs te creëren. Dit memorandum is een actualisatie van het vorige tienpuntenplan. Het omvat een selectie van streekdossiers die een hefboomeffect zullen hebben op de Kempense economie. Initiatieven die voor duurzame, nieuwe werkgelegenheid zullen zorgen en de noodzakelijke economische groei, zowel door het aanboren van nieuwe niches als voor het versterken van de economie in de breedte. Het achterliggende kader voor dit memorandum is het Streekpact 2013-2018, dat de globale visie en actieprogramma omvat voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de regio in de komende jaren. Met DYNAK – het Dynamisch Actieplan Kempen werd het slimme specialisatiepotentieel van de Kempen bepaald. Diepe geothermie, nucleaire technologische toepassingen, innovatieve binnenvaarttoepassingen, de productie van biogebaseerde grondstoffen en het uitbouwen een ecosysteem rond revalidatie en life sciences zijn zeer concrete projecten met bijzonder veel toekomstpotentieel. De komende jaren wil RESOC Kempen dit potentieel verder tot ontwikkeling brengen. Daarnaast brengen we in dit memorandum een aantal prioritaire dossiers naar voren om de Kempense welzijns- en gezondheidssector te versterken. We worden geconfronteerd met een steeds sneller vergrijzende bevolking, met stijgende armoedecijfers, met een sociaal weefsel dat onder druk staat. Het aantal huisartsen, verpleegkundigen en mantelzorgers zit nu reeds op een kritisch laag niveau. Tel daarbij de capaciteitstekorten in de psychische gezondheidszorg, de jeugdhulp en de kinderopvang en dan weten we dat creatieve oplossingen en sterke samenwerkingsverbanden essentieel zullen zijn. De partners binnen RESOC Kempen vragen dat de in dit memorandum vernoemde Kempense dossiers als prioriteit door de volgende Vlaamse regering worden vastgelegd. Daarnaast vragen we dat de nieuwe Vlaamse regering blijvend investeert in de streekoverlegorganen en zijn betrokkenheid inzake de uitvoering van de Streekpacten verhoogt. We ondersteunen hiermee het memorandum dat door de drie RESOC’s van de provincie Antwerpen werd ondertekend. Michel Meeus Mon Verrydt Voorzitter RESOC Kempen Voorzitter SERR Kempen Inhoudsopgave Voorwoord: slimme hefbomen voor een streek in transitie .............................................. 2 Streekpactspeerpunt 1: Ondernemen, innoveren en internationaliseren .......................... 6 1. DYNAK: ondersteun de transformatie van de Kempense economie .................................. 7 2. Zorg dat de kennis van VITO en SCK.CEN gevaloriseerd wordt in Vlaanderen .................. 10 3. Het Logistiek Innovatie en Training centrum (LITC) brengt slimme en duurzame logistiek in de praktijk ..................................................................................................................... 11 4. Wegenbouw in crisis: blijf investeren in weg- en nutsinfrastructuur, neem maatregelen om sociale dumping tegen te gaan. ........................................................................................ 12 Streekpactspeerpunt 2: Leren en werken ....................................................................... 13 5. Voor een warm en talentrijke Kempen: creëer kansen voor kwetsbare groepen ............... 14 5.1 Sociale economie .............................................................................................. 14 5.2 Leren en werken – voltijds engagement ............................................................... 14 Streekpactspeerpunt 3: Ruimte om te ondernemen in een vlot bereikbare regio ........... 16 6. Zet nog meer in op duurzaam woon-werkverkeer: faciliteer de invoering van het mobiliteitsbudget, investeer in fietspaden en openbaar vervoer in landelijke gebieden ............. 17 6.1 Mobiliteitsbudget ............................................................................................... 17 6.2 Uitbreiden subidieregeling Fietsfonds voor de aanleg en het conform maken van fietspaden .................................................................................................................. 17 6.3 Openbaar vervoer: voldoende kwaliteitsvol busvervoer in landelijke regio’s .............. 18 7. Werk mobiliteitsknelpunten weg: minder in de file staan betekent economische winst en gelukkige Kempenaren .................................................................................................... 18 8. 7.1 Verbinding N 118 – Ring Geel ............................................................................. 18 7.2 E313 en de mobiliteit naar en vanuit Antwerpen .................................................... 19 7.3 Actieplan Mobiliteitsstudie Noorderkempen ........................................................... 19 Valoriseer het economisch potentieel van de Kempen in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen 20 Streekpactspeerpunt 4: Welzijn en zorg voor elke Kempenaar ....................................... 21 9. Maak dat de Kempense welzijns- en zorgsector kan inspelen op de uitdagingen van de toekomst en werk de historisch gegroeide tekorten weg ...................................................... 22 9.1 Investeren in samenwerking binnen de eerste lijnsgezondheidszorg ........................ 22 9.2 Residentieel drugcentrum ’t Kader ....................................................................... 22 9.3 Geestelijke gezondheidszorg in de Kempen ........................................................... 23 9.4 LiCaLab: continuering 2 calls per jaar voor de opstart van innovatieve projecten ....... 24 9.5 (Her)organisatie naar functionele entiteiten op het kleinstedelijke mesoniveau.......... 24 Investeer in sterk streekoverleg .................................................................................... 26 Bijlage 1: overzicht doelstellingen Streekpact 2013-2018..................................................... 28 Bijlage 2: Overzicht DYNAK projectfiches ........................................................................... 29 Slimme hefbomen voor een streek in transitie Ondernemen, innoveren en internationaliseren Leren en werken in eigen streek • DYNAK: breng de Kempense slimme specialisaties mee tot ontwikkeling: • Diepe geothermie • Nucleaire technologie • Innovatieve binnenvaarttoepassingen • Nieuwe biogebaseerde grondstoffen • Ecosyteem rond revalidatie en life sciences • Stimuleer de valorisatie van de kennis van VITO en SCK.CEN •Ondersteun de uitbouw van het LITC als Vlaamse netwerkorganisatie voor duurzame logistiek • Verhoog het investeringsbudget, versterk het Vlaamse Comité van Aankoop, neem maatregelen tegen sociale dumping zodat o.a. de sector van de wegenbouw bespaart blijft van grote faillissementen •Creër een duidelijk kader voor (individueel) maatwerk •Vereenvoudig en stroomlijn de arbeidsmarktgerelateerde bevoegdheden die overkomen met de 6de staatshervorming •Leren en werken: voldoende middelen voor de trajecten (voortrajecten, brugprojecten, POT's) en beschikbare arbeidsplaatsen, zodat het principe van voltijds engagement kan worden waargemaakt Ruimte om te ondernemen in een vlot bereikbare regio •Creër een kader om een persoonsgebonden mobiliteitsbudget in te voeren •Breid de subsidieregeling van het Fietsfonds uit •Kwaliteitsvol busvervoer in landelijke gebieden •Werk mobiliteitsknelpunten weg: verbinding N 118ring Geel, E313 en Masterplan 2020, actieplan Mobiliteitsstudie Noorderkempen • Valoriseer het economisch potentieel van de Kempen in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Welzijn en zorg voor elke Kempenaar • Versterk de eerstelijnsgezondheidszorg • Erkenning en subsidiêring van het residentieel drugcentrum 't Kader • Veranker Psy 107 • Inhaalbeweging CGG Kempen • LiCaLab: continuering proeftuinoproepen • Herorganisatie Zorgregiodecreet: hou voldoende rekening met de bestaande samenwerkingsverbanden Duurzame investeringen in de Kempen Ondertekenaars van het memorandum: Streekpactspeerpunt Ondernemen, innoveren en internationaliseren 6 1. DYNAK: ondersteun de transformatie van de Kempense economie Situering Van januari tot mei 2014 heeft een verdere uitwerking plaatsgevonden van het Streekpactluik ‘Ondernemen, innoveren en internationaliseren’ in het kader van DYNAK (Dynamisch Actieplan Kempen1). De aanleiding voor DYNAK lag in de opeenvolging van herstructureringen en sluitingen die de Kempen trof. Er was nood aan een strategie voor de lange termijn transformatie van het Kempense economische weefsel. Met DYNAK is in kaart gebracht welke nieuwe waardenketens en clusters de Kempen een vernieuwde basis kunnen geven voor toekomstige economische groei en jobs. Er is nagegaan wat de slimme specialisatiemogelijkheden van de Kempen zijn, vertrekkende van de regionale sterkten en het economisch ontwikkelingspotentieel. Het onderliggende doel is daarbij om te bekijken hoe de Kempen haar maakindustrie of industriële basis kan vernieuwen in lijn met het Nieuw Industrieel Beleid dat in Vlaanderen wordt ontwikkeld. Door exploratie van de regionale speerpuntsectoren werden vier unieke thema’s gedetecteerd: duurzame energie, nucleaire technologie en dienstverlening, duurzaam materiaal- en afvalbeheer en duurzame zorgtechnologie- en concepten. Dit alles gesitueerd binnen het kader van de duurzame maakindustrie. Fabrieken van de Toekomst en open innovatiecampussen zullen nodig zijn de ontwikkeling en innovaties binnen elk van de vier unieke thema’s te ondersteunen. De Open Manufacturing Campus (OMC) in Turnhout is daarbij een prototype in Vlaanderen. Onderstaande figuur geeft een overzicht, waarbij de vier unieke thema’s gelinkt worden aan de Kempense speerpuntsectoren en maatschappelijke uitdagingen. 1 De DYNAK-studie werd uitgevoerd door Idea Consult in opdracht van het Agentschap Ondernemen. 7 Binnen elk van deze niches werd op zoek gegaan naar slimme specialisatiemogelijkheden. Het resultaat is een shortlist van 13 concrete projecten voor de Kempen, die aansluiten bij de Vlaamse en Europese ambities, zoals Vlaanderen in Actie en EU-2020. Het gaat om projecten die uniek en onderscheidend zijn omwille van de specifieke setting in de Kempen en dus minder snel te kopiëren zijn in andere regio’s. Ze bouwen verder op de aanwezige technologische en andere industriële expertise. Er is valorisatiepotentieel binnen een periode van vijf jaar en ze bezitten de mogelijkheid om nieuwe tewerkstelling te creëren, zowel voor hooggeschoolden, als kortgeschoolden. In de bijlage bij dit memorandum wordt een overzicht gegeven van de verschillende projectfiches. Samengevat gaat het om volgende slimme specialisatieprojecten: 1. De Kempen als proeftuin voor geothermie in al zijn vormen Geothermie of aardwarmte is energie die opgeslagen zit in de ondergrond en die gebruikt kan worden zowel voor de verwarming van gebouwen als voor elektriciteitsopwekking. In Vlaanderen moet men voldoende diep (min. 1,5 km) diep boren om voldoende hoge temperaturen te krijgen om in elektriciteitsopwekking te kunnen voorzien. Dankzij de watervoerende geologische lagen is de Kempen de uitgelezen regio om diepe geothermie mogelijk te maken in Vlaanderen. Het doel is dat het geothermisch potentieel in de regio wordt verkend vertrekkende vanuit een aantal grote projecten, zoals Balmatt en Janssen Pharmaceutica. Van belang is dat de restwarmte via een lokaal warmtenet kan verdeeld worden naar omliggende gebruikers. Er wordt ook onderzocht om diepe geothermie toe te passen in de Kempense glastuinbouwsector. Een kritische succesfactor is de oprichting van een kennis- en coördinatiecentrum geothermie. Gezien de trekkende rol van VITO is het aangewezen om dit kennis- en coördinatiecentrum in de Kempen te vestigen. 2. De Kempen als biotoop voor nucleaire technologische toepassingen en dienstverlening De nucleaire zone in Mol-Dessel, waar nucleaire activiteiten, bedrijvigheid en onderzoek plaatsvinden, is een unieke zone in Vlaanderen. Een belangrijke kennisspeler is het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK.CEN). Binnen SCK.CEN wordt veel onderzoek verricht rond nucleaire technologie die voornamelijk toepassingen kent in de medische (bv. oncologie en vroegdiagnostiek) en de energiesector. Er zijn echter ook andere sectoren die bepaalde kennis kunnen gebruiken. Voorbeelden zijn het stralingshard maken van elektronica of de kennis rond ultrasone camera’s die het mogelijk maken om caviteit op te sporen in vloeibaar materiaal. In het kader van DYNAK zal SCK.CEN initiatieven opzetten om nieuwe valorisatiemogelijkheden binnen andere sectoren (o.a. voeding) te identificeren. 3. Innovatieve binnenvaarttoepassingen in de Kempen De Kempen beschikt over een bijzonder interessant logistiek profiel, omwille van de ligging, de aansluiting bij de economisch kern rond de haven van Antwerpen, de kanalen, de inland terminals en de snelwegen. In de regio willen we de komende jaren veel sterker inzetten op innovatieve binnenvaarttoepassingen, met name watertrucks2. Momenteel worden watertrucks in de Kempen gebruikt bij een pilootproject voor het vervoer van afval. Het doel is om een exploitatiemodel te ontwikkelen waarbij ook andere goederenstromen vervoerd zullen worden via duwbakken. Hiervoor moeten lokale hubs ontwikkeld worden. Door meer vervoer via de waterwegen te laten verlopen, kunnen files op de weg verminderd worden. 2 Een watertruck gebruikt een navigatieconcept bestaande uit een duwboot en aangepaste duwbakken om het vrachtvervoer over binnenwaterwegen verder te ontwikkelen en te optimaliseren. De vracht wordt op een duwbak geplaatst in plaats van op de boot en een duwboot duwt de bakken op hun bestemming. Watertrucks maken het mogelijk om ook op minder diepe kanalen economisch rendabele logistieke stromen te organiseren. 8 4. Nieuwe biogebaseerde grondstoffen voor de Kempense economie Vele grondstoffen die vandaag gebruikt worden in de industrie zoals voeding, dierenvoeding, chemie, farmacie zijn organische verbindingen afkomstig van fossiele bronnen. Fossiele grondstoffen zijn echter eindig en dus niet duurzaam. Bovendien zorgt de verbranding voor een netto CO2uitstoot, wat gelinkt kan worden aan klimaatopwarming. In de regio zijn er een aantal projecten in ontwikkeling die hieraan tegemoet komen. Het eerste project handelt rond het valoriseren van reststromen door de kweek van insecten hierop, waaruit er vervolgens verschillende hoogwaardige grondstoffen (eiwitten, vetten, chitines) gehaald kunnen worden. Het tweede project (Sunbuilt) draait rond algen, die net als insecten gevoed kunnen worden met reststromen en hoge opbrengsten per hectare opleveren. Uit algen kunnen eveneens hoogwaardige grondstoffen gehaald worden (antioxidanten, omega-vetzuren,…). Het derde project (Bioraf) zet in op de raffinage van eiwitten uit gras, die vervolgens o.a. in de chemie kunnen gebruikt worden. 5. De Kempen als ecosysteem voor revalidatie en gepersonaliseerde zorg Zoals in heel Vlaanderen, is de zorgsector in de Kempen, volop in ontwikkeling. Verschillende actoren (kenniscentra, zorgcentra, lokale overheden, bedrijven…) zijn bezig met de ontwikkeling van innovatieve duurzame zorgtechnologie en –concepten. In de Kempen biedt de niche revalidatie en gepersonaliseerde zorg zeer interessante opportuniteiten om de bestaande kennis en activiteiten verder uit te bouwen en sterker te valoriseren. Voor wat betreft revalidatie is in de regio uitgesproken expertise en infrastructuur beschikbaar, zowel technologisch (orthopedisch, biomechanica) als op het vlak van de revalidatiepraktijk zelf. Doel is om een hoogstaand en onderscheidend aanbod op het vlak van revalidatie in de Kempen uit te bouwen (post-revalidatiecentrum To Walk Again – zorghotel), waarbij er ook een stimulerend kader is voor vernieuwende assistieve technologie en producten (orthopedisch, biomechanisch). Wat betreft de niche van de gepersonaliseerde zorg start Janssen Pharmaceutica vanaf januari 2015 met Janssen Labs Flanders met als doel het aantrekken van start-ups op het gebied van life sciences en nanotechnologie. Expertise en infrastructuur zal vanuit Janssen Pharmaceutica en andere spelers uit het ecosysteem ingezet worden om de groei van deze start-ups te bevorderen. Het uiteindelijke doel is een cluster uitbouwen rond gepersonaliseerde zorg en zodoende als attractiepool te fungeren voor het aantrekken van bedrijven, talent en financiering. Vragen aan de Vlaamse regering Voor de verdere uitwerking van DYNAK vraagt RESOC Kempen dat de Vlaamse regering financiële middelen voorziet in de vorm van een GTI (Geïntegreerde Territoriale Investering) Kempen. Dit is nodig om een snelle doorstart te kunnen maken met de specifieke hefboomprojecten, zodanig dat de transformatie van de Kempense economie in een stroomversnelling komt. Het vermijdt dat de regio moet wachten op calls rond bepaalde prioriteiten vanuit een centraal programmasecretariaat. Om de slimme specialisatieprojecten van het DYNAK-programma uit te bouwen en economisch te valoriseren, vragen we om één VTE extra toe te wijzen aan het Innovatiecentrum Antwerpen. Deze persoon heeft als opdracht ervoor te zorgen dat de slimme specialisaties in de breedte worden ontwikkeld tot volwaardige nieuwe economische ecosystemen en de promotoren van de verschillende projecten te ondersteunen. 9 2. Zorg dat de kennis van VITO en SCK.CEN gevaloriseerd wordt in Vlaanderen Situering Met VITO en SCK.CEN heeft de regio twee excellente kenniscentra in huis. Het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) is een gezaghebbende onderzoeksinstelling op het gebied van cleantech en duurzaamheid in Mol. Met ruim 750 werknemers bouwt VITO mee aan wetenschappelijk verantwoorde oplossingen voor een wereld in transitie. Duurzame chemie, energie, gezondheid, materialen- en landgebruik zijn de vijf thema’s waarop VITO zich focust. Voor RESOC Kempen is het van belang dat VITO zich verankert in de regio, en met name op de Balmatt-site en de oude Electrabel-site in Mol. Op de Balmatt-site kan VITO haar activiteiten groeperen en verder uitbreiden met nieuwe laboratoriuminfrastructuur, een nieuwe datacentrum en werkplekken voor VITO-onderzoekers. Het DYNAK-programma identificeert het diepe geothermieproject van VITO als één van de slimme specialisaties van de regio. De eerste proefboringen zullen plaatsvinden op de Balmattsite. Indien positief kan gestart worden met de aanleg van warmtenetten in de regio, waardoor de Kempen pilootregio kan worden voor diepe geothermie. Het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol heeft wereldfaam opgebouwd inzake onderzoek in nucleaire toepassingen, niet alleen in de energetische sectoren, maar meer en meer in de nietenergetische sectoren. SCK.CEN produceert 20% (met pieken tot 60%) van de wereldvraag aan medische radio-isotopen voor beeldvorming en therapie. In samenwerking met verschillende Vlaamse universiteiten wordt onderzocht in welke mate behandelingen in de nucleaire geneeskunde (vb. oncologie) efficiënter kunnen gebeuren met het oog op een doorgedreven bescherming van de mens tijdens de behandeling. SCK.CEN zet ook in op talentontwikkeling. Met zijn Academy for Nuclear Science & Technology biedt SCK.CEN topopleidingen aan in samenwerking met diverse Vlaamse universiteiten en instellingen. Verschillende SCK.CEN medewerkers zijn gastprofessor in diverse Vlaamse academische instellingen. Daarnaast is het SCK.CEN ook bezig met de technische voorbereiding en de uitbouw van een internationaal consortium voor de financiering en de exploitatie van MYRRHA 3. De bouw en de exploitatie van MYRRHA zou een duurzame tewerkstelling van 2000 plaatsen betekenen in de Kempen. Vragen aan de Vlaamse regering Inzake VITO: Nadrukkelijk toeziet op het realiseren van de valorisatieobjectieven binnen de VITO beheersovereenkomst 2014-2018 ten gunste van de Kempense economie. Bijkomende budgetten vrijmaakt zodanig dat de bouw van de nieuwe VITO infrastructuur in Mol spoedig kan starten en de aanwezigheid van VITO verankerd is in de regio. Expliciet de diepe geothermieprojecten van VITO in Mol en Janssen Pharmaceutica in Beerse verder steunt, alsook de ontwikkeling van geothermie binnen de glastuinbouwsector in de regio alle kansen geeft. In de Kempen een kennis- en coördinatieplatform ‘Diepe Geothermie Vlaanderen’ uitbouwt, waarbij alle relevante actoren, zowel vanuit de overheid als vanuit de 3 MYRRHA is een innovatieve onderzoeksreactor, aangedreven door een deeltjesversneller en gekoeld door vloeibaar metaal (lood en bismut). De reactor kan ingezet worden voor onderzoek naar transmutatie, materiaaltesten, kernfusietechnologie en de ontwikkeling van splijtstoffen, productie van medische radioisotopen en de bestraling van silicium voor o.a. windturbines, zonnepanelen en hybride voertuigen. 10 privésector, worden betrokken met de doelstelling antwoorden te kunnen bieden op de technische, economische en ecologische uitdagingen inzake diepe geothermie in Vlaanderen. Inzake SCK.CEN: Het definiëren van de MYRRHA onderzoeksreactor als grote onderzoeksinfrastructuur die in aanmerking komt voor Vlaamse steun (bijvoorbeeld van de Herculesstichting). Het breder openstellen van het Vlaamse ondersteuningsbeleid inzake wetenschap en innovatie (IWT, FWO…) voor het SCK.CEN. 3. Het Logistiek Innovatie en Training centrum (LITC) brengt slimme en duurzame logistiek in de praktijk Situering De vzw LIITC werd in 2012 opgericht door Nike, Thomas More en KU Leuven met drie doelstellingen: een inspirerende ontmoetingsplaats worden voor logistiek een voortrekkersrol te spelen in open innovatie in duurzame logistiek talent aantrekken naar logistieke opleidingen, bijscholingen en beroepen VITO, VDAB, Randstad en VOKA Kempen zijn vandaag partner in het LITC. De doelgroep van het LITC is breed: van scholieren die voor een studiekeuze staan over kenniscentra en overheden tot bedrijfsleiders in heel Vlaanderen en de EU. Het LITC is gevestigd in een zeer duurzaam, energieneutraal gebouw (BREEAM-label outstanding), gelegen op Nike’s Europese Logistiek Campus in Laakdal en is recent geopend. Het LITC wil een belangrijke rol spelen in de ambitie van de Vlaamse overheid om tegen 2020 de beste Europese regio te zijn op het vlak van slimme en duurzame logistiek. Het LITC wil zich de komende jaren uitbouwen als netwerkorganisatie waar de Vlaamse logistieke sector zijn know-how rond duurzame logistiek kan delen. Organisaties kunnen het LITC gebruiken om workshops, opleidingen en informatiesessies te organiseren. Binnen het LITC zullen innovatieve projecten rond duurzame logistiek ontwikkeld worden. Leerlingen uit het secundair onderwijs, maar ook werkzoekenden zullen er via allerlei demo-opstellingen kunnen kennismaken met de sector zodat ze beter hun weg vinden naar logistieke opleidingen. Vraag aan de Vlaamse regering: Het LITC heeft momenteel geen werkingsbudget voor operationele kosten, zoals meubilair, didactisch materiaal, communicatie, catering, vervoerskosten enz…. We vragen dan ook om een werkingsbudget toe te kennen aan het LITC tot medio 2016 zodanig dat een laagdrempelige, duurzame werking kan uitgebouwd worden en er geen kosten aan de gebruikers moeten doorgerekend worden. 11 4. Wegenbouw in crisis: blijf investeren in weg- en nutsinfrastructuur, neem maatregelen om sociale dumping tegen te gaan. Situering De sector van de wegenbouw verkeert in crisis. Er is een forse daling van de gemeentelijke aanbestedingen. Uit een enquête van Bouwunie blijkt dat 39% van de bedrijven uit de sector beduidend minder opdrachten hebben door de aanslepende crisis en de krappe overheidsfinanciën. Uit de recentste conjunctuuranalyse van de Nationale Bank tot eind 2013 blijken eveneens alle conjunctuurbevindingen (orderboeken, evolutie van tewerkstelling en prijzen) in negatieve zin te evolueren voor wegen- en infrastructuurwerken. In de Kempen werken er 1.898 mensen binnen de sector wegenbouw. De vrees leeft dat het aantal faillissementen in de sector sterk zal stijgen. Naast het tekort aan opdrachten is ook de lange doorlooptijd van infrastructuurprojecten een probleem. Administratieve en juridische procedures kunnen lang aanslepen, waardoor de realisatie van een project lange tijd onzeker blijft. De Comités van Aankoop, bevoegd voor o.a. schattingen en gerechtelijke onteigeningen, zijn steeds onderbemand geweest, met een verlenging van de procedures tot gevolg. Door de 6de staatshervorming worden de Comités van Aankoop Vlaamse bevoegdheid. Een versterking van deze Comités zal als gevolg hebben dat planningsprocessen en grondverwervingen sneller verlopen zodat er uiteindelijk sneller kan overgegaan worden tot gunning van opdrachten ten gunste van de bedrijven. Vragen aan de Vlaamse regering Voorzie meer middelen voor de aanleg en het onderhoud van wegen en nutsinfrastructuur. Doe extra inspanningen voor de aanleg en het onderhoud van rioleringen in functie van realisatie van de Europese richtlijnen ter zake. Maak een vlotte grondverwerving mogelijk door een versterking van het Vlaams aankoopcomité. Van belang is dat na de staatshervorming de expertise, die momenteel aanwezig is bij de federale aankoopcomités, geborgen blijft. Het betreft expertise met betrekking tot patrimoniumdocumentatie, plaatsbeschrijvingen, schattingen, onderhandelingen, verlijden van aktes, gerechtelijke onteigeningen. Voor een aantal disciplines kunnen samenwerkingsverbanden worden opgezet met derde partijen. Voor de schattingen blijft het echter noodzakelijk dat een onafhankelijk overheidsorgaan, naast de landmeters-experten, blijft instaan en dit op basis van een grootschalig referentiebestand. Neem initiatieven om oneerlijke concurrentie en sociale dumping tegen te gaan. Werk daarbij verder op de conceptnota4 “Voorkomen van fraude of misbruiken bij overheidsopdrachten geplaatst door entiteiten van de Vlaamse overheid”. Concreet stelt de conceptnota een referentiedatabank overheidsopdrachten Vlaamse overheid voor. Met deze referentiedatabank kan de controle van definitieve veroordelingen gebeuren, de lijst van deelnemers die door strafrechtelijke incidenten uitgesloten zijn voor overheidsopdrachten worden gehanteerd en kunnen eenvormig opgestelde attesten van goede uitvoering worden uitgereikt. 4 VR 2014 31 01 Conceptnota van de viceminister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse rand. 12 Streekpactspeerpunt Leren en werken 13 5. Voor een warm en talentrijke Kempen: creëer kansen voor kwetsbare groepen 5.1 Sociale economie Situering Sociale tewerkstelling biedt voor heel wat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een zinvolle job met economische meerwaarde. Eind 2012 werkten 365 Kempenaren in de sociale werkplaatsen, 149 in invoegbedrijven, 145 in lokale diensteneconomie en 949 in beschutte werkplaatsen. In de Kempen moet er nog serieuze inspanningen geleverd worden om een werkzaamheidsgraad van 76% te behalen. Voornamelijk bij de kansengroepen willen we een inhaalbeweging inzetten. De inschakelingsbedrijven (maatwerkbedrijven of maatwerkafdelingen), maar ook reguliere bedrijven die aan inschakeling doen moeten op gepaste en structurele wijze ondersteuning krijgen. Niet alleen het collectieve maatwerken, maar ook het individuele maatwerken moet snel een gedegen realiteit worden om de arbeidsmarktuitdagingen aan te gaan. Vragen aan de Vlaamse regering 5.2 Zorg voor duidelijkheid en langdurige zekerheid over de ondersteuningsmaatregelen waarop ondernemers binnen de sociale economie, maar ook sociale ondernemers in de reguliere economie, kunnen rekenen. Hierbij moeten de verplichtingen naar deze ondersteuning (competentieversterking, doorstroom, …) duidelijk en haalbaar zijn. Maak van het individuele maatwerk en de tewerkstellingsmatrix snel een realiteit. Zorg voor vereenvoudiging en stroomlijning van de arbeidsmarktgerelateerde regelgeving in het kader van de 6de staatshervorming (o.a. het doelgroepenbeleid, PWA-stelsel, controle op de werkloosheid, industrieel leerwezen, dienstencheques…). Zet deze maatregelen krachtig in ten voordele van de tewerkstelling van kansengroepen én onze economie. Met het principe dat de middelen die bestemd waren voor inschakeling van doelgroepwerknemers, gegarandeerd blijven in de nieuwe Vlaamse regelgeving. Leren en werken – voltijds engagement Situering Het deeltijds leren kent een groeiend leerlingenaantal. Ook leerlingen ouder dan 18 jaar zien in het stelsel de voordelen van het behalen van een kwalificatie. O.a. omwille van deze groei staat het voltijds engagement (d.i. min. 28u per week) sterk onder druk en daalt het jaar na jaar. Deze daling is ook te wijten door het gebrek aan geschikte arbeidsplaatsen in het normaal economisch circuit. Voornamelijk bij grote bedrijven is het aantal arbeidsplaatsen reeds jaren in dalende lijn. Momenteel evalueert de Vlaamse overheid het decreet Leren en Werken met het oog op verbeteringen naar de toekomst. Aanbevelingen aan de Vlaamse regering 14 Voorzie voldoende middelen voor brugprojecten, voortrajecten en persoonlijke ontwikkelingstrajecten die aansluiten bij de noden van de jongeren, ook naar mobiliteit (maak voldoende spreiding in de regio mogelijk). Maak via de sectorconvenanten afspraken om een voldoende groot contingent van beschikbare arbeidsplaatsen te creëren zodat we vermijden dat een groep arbeidsrijpe jongeren in de wachtkamer zitten in afwachting van een arbeidsplaats. Het accent moet daarbij liggen op het creëren van arbeidsplaatsen bij grote bedrijven en in knelpuntsectoren. 15 Streekpactspeerpunt Ruimte om te ondernemen in een vlot bereikbare regio 16 6. Zet nog meer in op duurzaam woon-werkverkeer: faciliteer de invoering van het mobiliteitsbudget, investeer fietspaden en openbaar vervoer in landelijke gebieden 6.1 in Mobiliteitsbudget Situering Het Streekpact pleit voor een duurzaam woon-werk- en fietsverkeer. We willen de Kempenaren aanzetten om hun woon-werkverplaatsingen minder vaak met de (bedrijfs-)wagen te doen. De streek is daarom voorstander van het invoeren van een persoonsgebonden mobiliteitsbudget. Hierbij kan de werknemer d.m.v. een door de werkgever gesteld budget kiezen wat voor hem/haar het meest geschikte vervoermiddel is (bedrijfswagen, openbaar vervoer, fiets…). Van belang is voornamelijk dat het systeem praktisch haalbaar en eenvoudig is, zodanig dat ook kleinere werkgevers het kunnen invoeren. Voorstellen en beslissingen over de concrete invoering van het mobiliteitsbudget kunnen werkgevers en werknemers best in onderling overleg uitwerken. Vraag aan de Vlaamse regering Op basis van de ervaringen van de proefprojecten een systeem van persoonsgebonden mobiliteitsbudgetten mogelijk maken. Inzetten op promotie van het systeem bij werkgevers en werknemers. 6.2 Uitbreiden subidieregeling Fietsfonds voor de aanleg en het conform maken van fietspaden Situering De regio Kempen wil zich de komende jaren profileren als de fietsregio bij uitstek van Vlaanderen. IOK, de intercommunale van de Kempen, en het provinciebestuur van Antwerpen hebben de handen in elkaar geslagen om een integraal fietsbeleid vorm te geven en te regisseren in samenwerking met andere belanghebbende streekactoren. Doel is o.a. om het aandeel van de fiets in het woon-werkverkeer substantieel te verhogen. Goede fietsinfrastructuur is daarbij onontbeerlijk. In de Kempen is er 1.223 km bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, waarvan slechts 416 km fietsinfrastructuur conform het vademecum fietsvoorzieningen. 466 km is niet conform en 341 km is nog niet aanwezig. Vraag aan de Vlaamse regering Aanpassen van de subsidieregeling van het Fietsfonds zodanig dat de kosten van het studiewerk en onteigeningen worden terugbetaald voor fietspaden binnen het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. 17 6.3 Openbaar vervoer: landelijke regio’s voldoende kwaliteitsvol busvervoer in Situering Kempenaren moeten zich vlot kunnen verplaatsen van en naar het werk, zowel binnen als buiten de regio én dit op een duurzame manier. Dit impliceert een performant uitgebouwd netwerk van fiets-, bus- en spoorinfrastructuur dat op elkaar is afgestemd. De reorganisatie van de buslijnen omwille van de besparingen door De Lijn in 2010 heeft er voor gezorgd dat de kwaliteit van het openbaar vervoer in onze regio sterk gedaald is (lage frequenties en beperkte uurregeling, gebrekkige informatie, slechte afstemming op de uurregeling van de NMBS,…) . Vooral in het buitengebied. Het belbussysteem is geen volwaardig alternatief voor de geschrapte lijnen en haltes. Mensen die sterk afhankelijk zijn van het openbaar vervoer voor verplaatsingen naar school, het werk maar ook bijvoorbeeld de werkwinkel in functie van het zoeken naar een job, het ziekenhuis, … zijn hier de dupe van. In haar memorandum 2014 stelt De Lijn dat ze het principe van de basismobiliteit wil herzien en dat ze haar activiteiten wil concentreren op de stedelijke kernen en de verbindingen tussen kernen. Vraag aan de Vlaamse regering een betere bediening van de landelijke gebieden door De Lijn. Een alternatieve invulling van het principe van de basismobiliteit kan een optie zijn indien deze bijdraagt tot een betere kwaliteit voor de reiziger. De RESOC-partners willen hierover in overleg gaan met De Lijn. 7. Werk mobiliteitsknelpunten weg: minder in de file staan betekent economische winst en gelukkige Kempenaren 7.1 Verbinding N 118 – Ring Geel Situering De aanleg van de verbinding N19 (ring rond Geel) en de N118 is als voorwaarde opgelegd voor de verdere ontwikkeling van de bedrijventerreinen Stenehei II en Kievermont in de desbetreffende PRUP’s in het kader van de afbakening van de kleinstedelijke gebieden Mol en Geel. Deze bedrijventerreinen maken deel uit van het Campinaplan, dat als doel heeft om het gebied Mol, Dessel, Retie, Geel tot knooppunt van hoogwaardige innovatieve bedrijvigheid uit te bouwen. De aanleg van deze bedrijventerreinen alleen al kan voor minimaal 525 bijkomende jobs zorgen. De volledige uitbouw van de Campina-as zal van deze zone een heuse tewerkstellingspool maken. Momenteel is het PRUP regionale ontsluiting dat het tracé uittekent voor de verbinding N19 – N118 geschorst door de Raad van State. Er loopt een procedure tot vernietiging. Het verslag van de auditeur (20 november 2013) stelt voor om het PRUP niet te vernietigen en de schorsing op te heffen. De procedure bij de Raad van State zorgt voor een stilstand in de economische ontwikkeling in dit gebied, aangezien de bedrijventerreinen Stenehei en Kievermont niet ontwikkeld kunnen worden. 18 De verbinding is ook urgent vanuit de problematiek van de berging van het nucleair afval in de Kempen (cAt-project5). De aanleg van de verbinding maakt deel uit van het voorwaardenscheppend kader voor het aanvaarden van de berging. Een verbeterde aansluiting vanuit de N118 op de ring van Geel is belangrijk in functie van de evacuatie van de nucleaire zone en omgeving in geval van een incident. Vraag aan de Vlaamse regering Geef aan het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) de opdracht om een uitvoeringsgerichte studie op te starten en middelen te voorzien op het meerjarenprogramma voor de aanleg van de verbinding van zodra het PRUP is goedgekeurd. 7.2 E313 en de mobiliteit naar en vanuit Antwerpen Situering Onze regio vormt het hinterland van de Antwerpse haven. De economische kost van de files van en naar Antwerpen is enorm. Vele bedrijven en hun werknemers kreunen onder de lange wachttijden, die alsmaar toenemen. Vraag aan de Vlaamse regering Geef prioriteit en voorzie middelen voor de realisatie van het Masterplan 2020 om de mobiliteit rond Antwerpen te verbeteren. In het bijzonder dringen wij aan op de aanleg van de Oosterweelverbinding en een snelle aanpassing van de E313/E34 (verbinding R1-E313 (fase 1) én de verbreding van het wegvak Ranst-Wommelgem (fase 2). Met betrekking tot de E313 is het eveneens cruciaal dat een uitvoeringsgerichte studie opgestart wordt voor de verbreding van het wegvak tussen Ranst en Lummen, zodanig dat deze werken vlot kunnen volgen op fase 1 en 2. Dit wordt ook in het SALK genoemd als een cruciale schakel in het economisch herstel van de regio Limburg. 7.3 Actieplan Mobiliteitsstudie Noorderkempen Situering De provincie Antwerpen, samen met 15 gemeentebesturen tussen de E19 en de E34, werkten een geïntegreerde toekomstvisie uit voor de mobiliteit in de Noorderkempen. Doel was om tot duurzame oplossingen te komen voor een aantal bovenlokale mobiliteitsproblemen, rekening houdende met toekomstige behoeften inzake wonen, bedrijventerreinen en met respect voor de Kempense open ruimte. Het uiteindelijk resultaat is een visie en actieplan dat goedgekeurd werd door de 15 gemeenten. Een goede programmaregie in samenwerking met de Vlaamse overheid moet ervoor zorgen dat het plan effectief tot concrete realisaties leidt. Vraag aan de Vlaamse regering: Werk mee aan de uitvoering van het actieplan van de mobiliteitstudie Noorderkempen, volgens de prioriteiten zoals bepaald door de stuurgroep. 5 Het cAt-project verwijst naar de oppervlakteberging van laag- en middelactief kortlevend radioactief afval (=categorie A-afval) in Dessel. De partnerschappen MONA en STORA hebben een aantal voorwaarden geformuleerd voor aanvaarding van het afval, bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteit. 19 8. Valoriseer het economisch potentieel van de Kempen in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Situering In de nota’s en werkkaarten rond de opmaak van het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, stellen we vast dat binnen de strategie om Vlaanderen te ontwikkelen tot een metropolitaan gebied de Kempen een maagdelijk witte vlek is. Er wordt voor de Kempen geen enkele topomgeving aangeduid. Enkel de verbinding Antwerpen–Genk (langs de E313) wordt geselecteerd als internationale verbinding voor goederenstromen. Aanbeveling aan de Vlaamse regering Erken het ENA (Economisch Netwerk Albertkanaal)-as, de Campinaregio6 en de relatie Turnhout met de Brabantse stedenrij als strategische ruimtes in het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. 6 De Campinaregio verwijst naar de subregio Mol, Dessel, Retie, Geel. Dit gebied herbergt een unieke samenstelling van kennisinstellingen en zones voor hoogwaardige bedrijvigheid. In een breed partnerschap (i.e. Campina-platform) tussen de lokale besturen, de kennisinstellingen VITO, Thomas More Hogeschool Kempen, SCK en NIRAS worden de krachten gebundeld om van deze subregio een innovatieve topregio te maken. 20 Streekpactspeerpunt Welzijn en zorg voor elke Kempenaar 21 9. Maak dat de Kempense welzijns- en zorgsector kan inspelen op de uitdagingen van de toekomst en werk de historisch gegroeide tekorten weg 9.1 Investeren in samenwerking lijnsgezondheidszorg binnen de eerste Situering De eerstelijnshulpverlening staat in de Kempen onder druk. Niet enkel door het tekort aan (fulltime) huisartsen, maar ook door de uitdagingen die de veroudering van de bevolking met zich meebrengen en de verwachtingen inzake chronische zorg naar de eerste lijn toe. Het werkingsgebied van de HVRT (Huisartsenvereniging Regio Turnhout) is een door het RIZIV erkende prioritaire huisartsenzone, een zone waar er een tekort is aan huisartsen volgens het aantal inwoners. Huisartsen die zich vestigen in een prioritaire zone kunnen beroep doen op een premie. Deze maatregel trekt nieuwe huisartsen aan, maar het volstaat niet om het toekomstige tekort op te vangen. Zeker gezien het feit dat meer dan de helft van de huidige artsen tegen 2018 ouder dan 60 is. Vragen aan de Vlaamse regering 9.2 geef financiële stimuli voor samenwerking op het niveau van de huisartsenpraktijken (organisatie van groepspraktijken en netwerken) zodat soloartsen zich gemakkelijker kunnen associëren ondersteun samenwerkingsverbanden niet alleen met administratief maar ook met verpleegkundig personeel stimuleer multidisciplinaire samenwerking (MD-overleg, ICT, multidisciplinair patiëntendossier…) met de verschillende partners in een zorgteam rond de patiënt zet in op het uitbouwen van tools voor zelfmanagement voor chronische patiënten in overleg met de huisartsen (elektronisch dossier met behandelingsplan) uitbouwen van de functie van een “case-manager” voor chronische patiënten (bv diabetes verpleegkundige) ondersteuning van huisartsen op kringniveau (kringcoördinator, ICT-coördinator, medisch coördinator, kwaliteitsondersteuning… ) Residentieel drugcentrum ’t Kader Situatieschets ´t Kader vzw (Kempense aanpak drugs en rehabilitatie) werd in 2010 opgericht met als doel een residentieel drugopvangcentrum uit te bouwen. Dit dossier werd tot op heden nog niet gerealiseerd door het uitblijven van de erkenning. Het bestuur van vzw ´t Kader bestaat uit een breed partnerschap van Welzijnszorg Kempen, de mutualiteiten, CGG Kempen, CAW De Kempen, ADIC, het OPZ Geel, het AZ Turnhout en het provinciebestuur van Antwerpen. Er is in de Kempen een ontoereikend aanbod geestelijke gezondheidszorg en residentiële drughulpverlening ontbreekt volledig. Met het centrum wil ’t Kader vzw een zes weken durend crisis- en ontwenningsprogramma en daarnaast een langer durend therapeutisch programma aanbieden. Voor het eerste aanbod willen ze zich richten op een brede doelgroep. Voor het therapeutisch luik op mensen wiens cognitieve 22 mogelijkheden beperkt zijn of mensen die niet of weinig gebaat zijn met een louter cognitief therapeutische aanpak. Het gaat hier om een doelgroep die ook in naburige centra in Antwerpen en in Limburg geen plaats vinden. Vraag aan de Vlaamse regering Erkenning en subsidiëring van het residentieel drugopvangcentrum ‘t Kader in de Kempen. 9.3 Geestelijke gezondheidszorg in de Kempen psy 107 Situering Het Netwerk GGZ Kempen werkt sinds 2011 aan een betere geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Het psy 107 project kadert in het beleid van de federale en gemeenschapsregeringen en omvat in de Kempen o.a. de oprichting van een systeem van centrale aanmelding, mobiele behandelteams voor acute en langdurige psychische moeilijkheden en de opstart van een nieuw psychosociaal revalidatiecentrum Route 11 in Turnhout. Vraag aan de Vlaamse regering Om de beoogde hervorming verder te kunnen zetten vragen wij dat het bestaande zorgnetwerk psy 107 als permanente structuur wordt verankerd i.p.v. als tijdelijk project en dat de aanbevelingen die geformuleerd zijn door het netwerk in de praktijk worden omgezet. Versterking van de reguliere eerstelijnszorg die in toenemende mate wordt geconfronteerd met personen met psychische kwetsbaarheid. Verder uitbouwen van de samenwerking tussen werk en welzijn waarbij er prioriteit wordt gegeven aan trajecten en activiteiten voor personen die niet, nog niet of niet meer in staat zijn om betaalde arbeid te verrichten (trede 3 in de participatieladder (model w²). In het bijzonder moeten de historisch gegroeide achterstanden in de arbeidszorg worden weggewerkt. Wegwerken van de wachtlijst bij het CGG Kempen Situering In de ambulante geestelijke gezondheidszorg is het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) Kempen een belangrijke speler. In 2011 bedroeg de subsidie van de Vlaamse Gemeenschap aan de CGG’s in Vlaanderen gemiddeld 8,45 euro per inwoner. Voor CGG Kempen was dit slechts 5,29 euro per inwoner. Met dit verschil van 3,24 euro per inwoner hinkt de Kempen achterop tegenover de rest van Vlaanderen. In 2012 werkten 40,5 VTE in CGG Kempen, ten opzichte van een totaal van 979,2 in Vlaanderen. Dit betekent dat de Kempen slechts 4% van de VTE in Vlaanderen tewerkstelt. Het gevolg hiervan is een dubbel zo lange wachttijd. In 2012 bedroeg volgens cijfers van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid de gemiddelde wachttijd in de Kempen 215 dagen tot de start van de behandeling, ten opzichte van gemiddeld 101 dagen wachttijd voor heel Vlaanderen. Vraag aan de Vlaamse regering Bij vroegere uitbreidingsrondes voor de CGG sector is rekening gehouden met de achterstand die de Kempen had t.o.v. het gemiddelde. Toch is er nog een lange weg te 23 gaan. RESOC Kempen dringt er op aan dat de kloof in volgende uitbreidingsrondes helemaal wordt gedicht. 9.4 LiCaLab: continuering 2 calls per jaar voor de opstart van innovatieve projecten Situering Onze zorgnoden veranderen voortdurend o.a. door de vergrijzing. Willen we kwaliteitsvolle en voldoende zorg blijven aanbieden dan moeten we volop inzetten op innovatie. Met LiCalab, een Vlaamse proeftuin voor wonen en zorg, heeft onze regio een mooie troef in handen om aan deze innovatie te werken. LiCalab staat voor ‘Living & Care lab’. LiCalab is een real-life testomgeving voor bedrijven en (zorg)organisaties voor innovaties op vlak van wonen & zorg in de stationsomgeving in Turnhout. Vragen aan de Vlaamse regering Continueer specifieke IWT subsidie-oproepen voor zorg-proeftuinprojecten. De grote hoeveelheid dossiers die werden ingediend in beide oproepen, tonen aan dat daar nood aan is. Anderzijds is innovatie in de zorg ook nodig om tegemoet te komen aan de grote zorgnoden die de vergrijzing met zich meebrengt. Twee oproepen voor proeftuinprojecten per jaar zijn een ideale frequentie. Ook vragen we om bij afloop van de financiering van de werkingsmiddelen van LiCalab als erkend proeftuinplatform (augustus 2016), deze erkenning te verlengen en nieuwe werkingsmiddelen te voorzien. Deze middelen gaan hoofdzakelijk naar personeelsmiddelen voor coördinatie van het platform en panelmanagers (opbouwen en managen testpanel). Wij vragen een verlenging van de erkenning van de proeftuin LiCalab als innovatie- en beleidsinstrument voor het testen en implementeren van een nieuw beleid rond zorg en zorginnovatie door de ministers bevoegd voor Economie, Welzijn en Innovatie. 9.5 (Her)organisatie naar functionele kleinstedelijke mesoniveau entiteiten op het Situering Vlaams minister Vandeurzen gaf Domus Medica, de organisatie die de Vlaamse huisartsenkringen groepeert, de opdracht in het kader van de 6e staatshervorming het Zorgregiodecreet opnieuw onder de loep te nemen. Dit in functie van het op termijn herorganiseren en structureren van de welzijns- en gezondheidssector naar twee (geografische) mesoniveau’s: het niveau van de grootstedelijke gebieden (als strategisch mesoniveau) en het kleinstedelijk niveau (als operationeel mesoniveau o.a. van belang voor de organisatie van de huisartsenwachtposten). Het doel van de nieuwe regio-indeling is een vereenvoudiging van structuren en een betere afstemming tussen de verschillende beroepsverenigingen en organisaties. Per provincie werkten de huisartsenkringen (HAK) een ontwerp uit. Voor het grootstedelijk gebied (arrondissement) Turnhout zou dit neerkomen op een indeling in 5 kleinstedelijke gebieden. Via SEL Kempen toetste Domus Medica het ontwerp voor het grootstedelijk gebied Turnhout af bij de andere eerstelijnsactoren. Het nieuwe voorstel wijkt op meerdere punten af van de historisch gegroeide ‘natuurlijke’ samenwerkingsverbanden tussen de verschillende OCMW’s. Zo wordt bijvoorbeeld Westerlo op kleinstedelijk niveau ingedeeld bij Herentals, terwijl het OCMW van Westerlo met de OCMW’s van Herselt en Hulshout een zeer intense samenwerking heeft. Ook het 24 voorstel om de gemeentes Arendonk, Retie, Kasterlee en Lille tot 1 kleinstedelijke zorgregio te groeperen staat haaks op de huidige realiteit. Vraag aan de Vlaamse regering RESOC Kempen staat achter de idee van de dubbele structuur van het meso-niveau. Met name de grootstedelijke zorgregio die het strategische en beleidsmatige voor hun rekening nemen en de kleinstedelijke zorgregio’s die de nabijheid garanderen op het operationele zorgvlak. RESOC Kempen vraagt dat bij het herindelen van de kleinstedelijke zorgregio’s er rekening wordt gehouden met bestaande goed werkende samenwerkingsverbanden van OCMW’s. Daarom pleiten we er voor dat dit gebeurt in samenspraak met de lokale besturen. 25 Investeer in sterk streekoverleg 26 De partners binnen RESOC Kempen benadrukken het belang van een goed georganiseerd en breed gedragen streekoverleg. SERR/RESOC’s mobiliseren de levende krachten in de streek om in een breed partnerschap gemeenschappelijke streekuitdagingen aan te pakken. Het zorgt voor afstemming en maakt de verschillende acties van de partners inzichtelijk. RESOC’s hebben dus een belangrijke rol als facilitator en coördinator van het streekontwikkelingsbeleid. Om de resultaatgerichtheid van de organen te verhogen is het van belang dat de SERR/RESOC’s de nodige structurele middelen krijgen. We vragen dat de volgende Vlaamse regering het sociaaleconomisch streekoverleg versterkt en een nieuw elan geeft. De drie RESOC’s van de provincie Antwerpen hebben hiertoe de krachten verenigd en een gezamenlijk memorandum geschreven met een aantal voorstellen om hieraan tegemoet te komen. Slimme synergiën met het Vlaamse niveau De band tussen de RESOC’s en de Vlaamse overheid moet sterker. We vragen dat de Vlaamse overheid een actieve partner is in het streekoverleg en zijn engagement concretiseert met betrekking tot de Streekpacten. Een meer doorgedreven samenwerkingsmodel is nodig, waarin we als partners op structurele, volgehouden wijze met elkaar in overleg gaan en initiatieven nemen ten voordele van de streekontwikkeling. Eén centraal aanspreekpunt is daarbij van belang. Het recent opgestarte Streekpactloket binnen het Agentschap Ondernemen zou deze rol kunnen opnemen. Correcte en accurate middelen voor een dynamisch streekoverleg In de periode 2008-2012 bleven de Vlaamse subsidies op quasi hetzelfde niveau terwijl de indexering van de lonen steeg met 10,47%. De huidige subsidies houden ook geen rekening met de meerkost voor de anciënniteit van het personeel. Wij vragen een correcte, accurate en structurele indexvolgende financieringswijze van de RESOC teams. Blijvende inbedding van de EAD-werking binnen de SERR/RESOC’s Vlaanderen heeft met de loopbaan- en diversiteitsplannen een krachtig instrument om de tewerkstelling van kansengroepen en het loopbaandenken in bedrijven en organisaties te ondersteunen. De projectontwikkelaars ingebed in de SERR’s geven een professionele begeleiding bij de uitvoering van het plan. De projectontwikkelaars hebben goede contacten bij de bedrijven en sociale partners en pikken daardoor heel wat signalen op, waar binnen het streekoverleg op kan worden ingespeeld. De EAD-werking is versterkend t.a.v. het streekoverleg. De inbedding van de projectontwikkelaars binnen de SERR/RESOC’s mag dus niet losgelaten worden. 27 Bijlage 1: overzicht doelstellingen Streekpact 2013-2018 28 Bijlage 2: Overzicht DYNAK projectfiches Geselecteerde niches Duurzame energie – Geothermie Projectfiches Pilootproject diepe geothermie Balmattsite, Mol Uitbouw van warmtenetten in de regio Turnhout Geothermie in de Kempense glastuinbouw Kennis- en coördinatiecentrum geothermie Nucleaire technologie en dienstverlening Valorisatie initiatieven voor nucleaire technologie: captains of industry consultatie en ideëenwedstrijden. 29 Omschrijving Verwachte tewerkstelling Voorbereiding van de exploratieboring en de distributie van warmte naar VITO, SCK, Belgoprocess, Sunparcs, NV De Scheepvaart en woonwijken in de onmiddellijke omgeving. Het project richt zich op het sterker benutten van aardwarmte binnen de stadsregio Turnhout (ondiepe geothermie), de uitbouw van warmtenetten in woonwijken en de distributie van restwarmte vanuit het diepe geothermieproject van Janssen Pharmaceutica. Realisatie van een diepe geothermieboring om een geconcentreerde glastuinbouwzone in de macrozone Hoogstraten van warmte te voorzien. Het centrum heeft als opdracht expertise rond geothermie (technisch, juridisch en economisch) te bundelen en een overleg- en coördinatiestructuur op te zetten Verwachte tewerkstelling 2015-2050: 1.865 directe en 12.000 indirecte jobs Door SCK-CEN worden wedstrijden georganiseerd om innovatieve ideeën te detecteren die kunnen leiden naar nieuwe toepassingen voor nucleaire kennis. De beste ideeën krijgen middelen en ondersteuning om deze verder te ontwikkelen. Er zal ook een captains of industry consultatie worden georganiseerd voor de voedingsindustrie. Andere sectoren kunnen daarna volgen. Afhankelijk van geselecteerde projecten Duurzaam materiaal en afvalbeheer Innovatieve binnenvaarttoepassingen – exploitatiemodel watertrucks Productie van biogebaseerde grondstoffen: Insect breeding pilot plant Grassen (Bioraf) Algen (Sunbuilt) Duurzame zorgtechnologie en concepten Post-revalidatiecentrum (To walk again) 30 In kaart brengen van de verschillende goederen- en afvalstromen die in aanmerking kunnen komen voor watertrucks. Uitwerken van geschikte exploitatiemodel met bijhorende infrastructuur. Uit insecten, grassen en algen hoogwaardige grondstoffen destilleren (eiwitten, vetten, chitines) die gebruikt kunnen worden in de voedings- en veevoederindustrie, als in biobased chemicals sector. LT: 10-100 personen + behoud van tewerkstelling Op deze pilootinstallatie wordt de opschaling van insectenkweek getest (automatisering van de insectenkweek). Doel is dat geïnteresseerde insectenkwekers de mogelijkheid krijgen om in de pilootinstallatie testen te doen, vooraleer over te gaan naar commercialisering. KT: 1-10 personen (pilootinstallatie) LT: tewerkstelling binnen 100 insectenbedrijven bij 5% toevoeging aan voeder Ontwikkeling van een waardeketen rond de raffinage van eiwitten uit gras. LT: 300 personen eiwitfabriek (indirecte tewerkstelling: 150) Inzetten van de pilootinstallatie voor algenproductie voor industrieel onderzoek. Cluster van bedrijven tot stand brengen. KT: 1-10 personen (pilootinstallatie) LT: 10-100 personen productiebedrijven Ontwikkeling van een postrevalidatiecentrum in het AZ Herentals met bijzondere focus op mensen met een beperking. Uittesten van nieuwe innovatieve toepassingen/technologieën zoals vb. exoskelet in samenwerking met Mobilab (Thomas more). Creëren van nieuwe waardeketens. KT: 1-10 personen Haalbaarheidsstudie residentieel zorghotel, specialisatie revalidatie Janssen Lab Flanders 31 Ontwikkeling van een zorghotel waar patiënten buiten de zorgomgeving, maar wel onder hoogwaardige omstandigheden en (para)medische begeleiding residentieel kunnen revalideren. Janssen Pharmaceutica start vanaf januari 2015 met Janssen Labs Flanders. Op de site in Beerse zal infrastructuur voor starters ter beschikking worden gesteld met als doel het aantrekken van start-ups op het gebied van life sciences en nanotechnologie. Expertise en infrastructuur zal vanuit Janssen Pharmaceutica en andere spelers uit het ecosysteem ingezet worden om de groei van deze start-ups te bevorderen. LT: 10-100 mensen Afhankelijk van het aantal starters
© Copyright 2024 ExpyDoc