restauratieplan-voor-de-viskaar-uit-zwammerdam

ministerie van verkeer en waterstaat
werkdocument
rijksdienst voor de ijsselmeerpolders
rninisterie van verkeer en v.aterstaat
rijksdienst voor de ijsselrneerpolders
werkdocurnent
restauratieplan voor de viskaar uit zwammerdam (boot 5)
door j. van der zee
1986
- 84 abw
werkdocumenten zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten (uinypen geschreven teksl) en
daardoor uitsluitend bestemd voor intern gebruik; de verantwoordelijkheid voor d e tekst berust bij de auteur.
smedinghuis
zuidernagenplein 2
tel. (03200) 991 11
telex 40115
INHOUD
1.
SAMENVATTING
2.
INLEIDING
3.
DEVISKAAR
4.
CONSTRUCTIE
5.
RESTAURATIE EN RECONSTRUCTIE
5.1. Conservering
5.2. Methode van opbouw
5.3. Verlijming van met P.E.G. geimpregneerd hout
5.4. Uitgangspunt vanuit constructief oogpunt
5.5. Restauratie
5.6. Documentatie
6.
PLAATS VAN OPSTELLING EN OPBOUW
7.
TIJDSPLANNING, MATERIALEN EN KOSTEN
LITERATUUR
BIJLAGEN
1. SAMENVATTING
Bij de opgraving van het castellum "NIGRUM PULLUM" te Zwammerdam zijn
in de jaren zeventig door het Instituut voor Prae- en Protohistorie
van de Universiteit van Amsterdam, een zestal Romeinse en inheemse
schepen aangetroffen. Voor de berging van de schepen is samengewerkt
met de afdeling Oudheidkundig Bodemonderzoek van de Rijksdienst voor de
IJsselmeerpolders. De schepen dateren alle uit de tweede eeuw na Chr.
In oktober 1973 is de vijfde boot, een viskaar, geborgen. De viskaar
lag op een diepte van 2,5 m en had een lengte van 5,5 m. Doordat de
kwaliteit van het hout zeer slecht was is het vaartuig in stukken uit
elkaar genomen en per vrachtauto naar het Museum voor Scheepvaartarcheologie in Ketelhaven overgebracht. Vervolgens zijn de onderdelen
schoongemaakt, getekend, gefotografeerd en in een twee jaar durend
proces geconserveerd.
Een boomstamkano van dezelfde vindplaats is reeds eerder gerestaureerd
en staat in de expositiehal te Ketelhaven. De viskaar is het tweede
grote object uit Zwammerdam dat zal worden gerestaureerd. De bedoeling
is om dit in 1986 uit te voeren ongeveer gelijktijdig met de start van
de restauratie van boot 2 uit Zwammerdam in het Maritiem Museum Prins
Hendrik in Rotterdam.
Aangezien de restauratie van de boomstamkano goed is verlopen, wordt
voorgesteld om bij de viskaar dezelfde methode te volgen: opbouw in
vormzand, verlijming van de fragmenten en ondersteuning door ijzeren
strippen.
De viskaar zal worden opgesteld in de expositiehal in dezelfde ruimte
als de boomstamkano. Over de plaats waar de opbouw zal plaatsvinden,
moet nog een keuze worden gemaakt.
2. INLEIDING
Tijdens de opgravingen te Zwammerdam, uitgevoerd door het Instituut
voor Prae- en Protohistorie van de Universiteit van Amsterdam (1.P.p.)
zijn tussen 1971 en 1974 vlak bij'elkaar zes schepen gevonden. De schepen
lagen op een plek waar in de eerste eeuwen van de jaartelling de Oude
Rijn, of een zijtak ervan, langs het Romeinse Fort "NIGRUM PULLUM"
stroomde. Een dergelijke vondst was, vooral voor Centraal- en Noord-West
Europa zeer zeldzaam. Daarom ontstond de wens deze schepen te bergen.
Op 24 oktober 1973 zijn de voorbereidingen getroffen voor de berging
vanhetvijfde vaartuig, de viskaar. De viskaar is 5,5 m lang en lag
met ongeveer 3 5 O slagzij op een diepte van 2,5 m onder het maaiveld. De
kwaliteit vanhethout is zeer slecht. Op 26 oktober is de viskaar in
gedeelten gelicht, en op een auto van het Centraal Magazijn (R.IJ.P.)
naar het Museum voor Scheepsarcheologie in Ketelhaven vervoerd.
Nadat de viskaar was schoongemaakt is het geheel gefotografeerd en getekend. Tevens is de viskaar fotogrammetrisch vastgelegd door de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat uit Delft. Vervolgens is de viskaar
op een houten ondersteuning geplaatst en geconserveerd volgens de
water/P.E.G.-methode (De Jong, et al, 1976).
Na de reconstructie en restauratie van de grote Kano uit Zwammerdam
(boot 3) is de viskaar net tweede vaartuig dat in de expositiehal te
Ketelhaven zal worden opgebouwd.
In het restauratieplan worden de te volgen restauratie- en reconstructiemethode en de plaats van opstelling besproken. Daarnaast wordt een opsomming van de benodigde materialen gegeven en zijn de materiaalkosten
nader gespecificeerd.
3 . DE VISKAAR
Van Beylen (1982, 6 ) s c h r i j f t over h e t bewaren van levende v i s h e t
volgende: "Een bun, beun, bon of ben; ook k a a r genoemd
i n h e t algemeen
BBn of a n d e r v a t van h o u t , aardewerk, vlechtwerk of latwerk en b e t e k e n t
h e t dus bak, t r o g of kuip; p o t of k r u i k ; korf enz."
-
Verder s c h r i j f t Van Beylen (1982, 7 ) d a t h e t woord "kaar" a l s synoniem
van "bun" wordt beschouwd, wat volgens hem i n zekere z i n j u i s t is omdat
een kaar v o o r h e t z e l f d e doe1 wordt g e b r u i k t . Een k a a r is i n bepaalde
s t r e k e n van Vlaanderen, l a n g s de Schelde en e l d e r s , een houten o f i j z e r e n bak met g a a t j e s i n de bodem en i n de wanden, d i e i n h e t water d r i j f t
en g e b r u i k t wordt om de v i s levend t e bewaren (van Beylen, 1982, 7 ) .
I n z i j n a r t i k e l v e r t e l t Van Beylen v e r d e r d a t . d e v i s k a a r nog s t e e d s
wordt g e b r u i k t en i l l u s t r e e r t d i t met enkele f o t o ' s d i e i n 1982 i n
Enkhuizen z i j n gemaakt. De tenen k a a r o f korf komt volgens Van Beylen
(1982, 9) n i e t meer voor. H i j s u g g e r e e r t (Van Beylen, 9 ) d a t de houten
k a a r i n de l o o p van de 18e eeuw zou z i j n o n t s t a a n . H i j l e i d t d i t af van
h e t s t e e d s v a k e r voorkomen op afbeeldingen, t e r w i j l de gevlochten
exemplaren s t e e d s minder worden gezien.
Van Beylen (1982, 10) s c h r i j f t v e r d e r o v e r de karen: "De meeste karen
z i j n a l s r e c h t h o e k i g e pont gemaakt, de bovenkant ervan vormt een dek,
waarin i n h e t midden een opening is g e l a t e n d a t door een l u i k kan
worden a f g e s l o t e n " .
"Niet a l l e k a r e n z i j n v i e r k a n t e bakken. Op de Ooster- en Westerschelde
g e b r u i k t e men karen d i e de vorm van een b o o t j e hebben. A l s de k a a r na
a f l o o p van de visvangst gevuld was, werd ze a c h t e r h e t s c h i p g e s l e e p t
en d i t v e r k l a a r t onmiddellijk de bootvorm. Om b i j h e t s l e p e n de weers t a n d t o t e e n minimum t e reduceren werden de beungaten op s p e c i a l e
wijze geboord: i n h e t voorschip van voren n a a r a c h t e r e n , i n h e t a c h t e r s c h i p van a c h t e r e n naar voren. Hiervoor bestonden e c h t e r geen v a s t e
r e g e l s u (Van Beylen, 1982 1 0 ) .
Karen i n d e vorm van een b o o t z i j n ook bekend u i t Sleeswijk H o l s t e i n
en Noord F r a n k r i j k . De v i s k a a r u i t Zwammerdam, i n de vorm van een boomstamkano, i s de oudst bekende k a a r i n de vorm van een boot.
Sommige g r o t e viskaren werden met een midscheeps dwarsschot gebouwd.
B i j de ene k a a r was h e t v l a k volkomen r e c h t , b i j de andere i n de l e n g t e
gebogen. H e t g e h e e l g e s l o t e n dek was voorzien van BBn of twee l u i k j e s
a f h a n k e l i j k van de g r o o t t e .
4. CONSTRUCTIE
De romp bestaat uit een uitgeholde eikehouten boomstam van 5,s m
lengte; achter 0,70 m breed naar voren toelopend tot een breedte van
0,40m. De dikte van het vlak is ongeveer 5,5 cm. De boorden zijn onder
4 cm en aan de bovenzijde 2-2,5 cm dik. De hoogte achter is tot op
4,50 m naar voren 35 cm. Vandaar uitlopend tot ongeveer 8 cm (figuur 1).
Op respectievelijk ongeveer 5 en 10 cm afstand vanaf de achterkant is
aan beide zijden een krommer geplaatst.
Koud tegen de kopse achterkant was een vurehouten spiegel met ijzeren
spijkers vastgezet. In het midden was een vurehouten dwarsschotje geplaatst waardoor de ruimte in twesen werd gedeeld. Dwars over de boorden
lagen vijf dekdragers die waren ingelaten in de zijden van de kaar.
Twee in het voor-entwee in het achtergedeelte deden tevens dienst als
aanslag voor de luikjes.
Het dek bestond uit drie vurehouten delen (zilverspar) van ongeveer
25 cm breedte en 2 cm dikte die boven op de boorden en dekdragers waren
vastgespijkerd. In het voor- en achtergedeelte zat een luikje van
ongeveer 27 x 10 cm, waaraan ijzeren scharnieren waren bevestigd; een
soort van ijzeren overval zorgde voor de sluiting.
Het vlak is het meest compleet. Een klein gedeelte van de kim in het
voorschip is heel gebleven, verder is het zeer fragmentarisch. De
boorden zijn in zes delen geborgen en geimpregneerd en eveneens zeer
fragmentarisch.
De gaten in de boorden zijn op een onderlinge afstand van ongeveer 7 cm
aangebracht. De gaatjes hebben een diameter van ongeveer 1 cm. Het dekje is zeer incompleet en bestaat nog uit twee plankjes van circa
1 m en 0,80 m lengte en 0,20 m breedte. Het gedeelte met het luikje is
circa 0,95 x 0,35 rn en verkeert in een slechte staat.
voorgedeelte
achtergedeelte
Fig
1. Visklaar
tekening I .P.P.
5. RESTAURATIE EN RECONSTRUCTIE
5.1. Conservering
De kwaliteit van het hout is zeer slecht en als zacht aangemerkt, dus
geschikt voor de water/polyethyleen glycol 4000 (P.E.G.) methode.
Hierdoorwaseen goedresultaatvoorde impregnatiete verwachtenomdatbij
zachthoutde celwandennietmeerintactzijnen ereenbeteretoegankelijkheid
voor deP.E.G. is (De Jonget al, 1976). De viskaar is in fragrneritenop een
aantal houten ondersteuningen geplaatst. Daarover is een net gespannen.
om de kleinere gedeelten tijdens de conservering niet te laten verspoelen. De conservering heeft twee jaar in beslag genomen.
. . . , e ,. . -
.
5.2. Methode van opbouw
I
.
De boomstamkano (boot.3).uit Zwammerdam is in 1979 gereconstrueerd e n ,
staat in een vitrine in de expositieruimte van het museum opgesteld.,.
Doordat het niet mogelijk bleek vooraf een verantwoorde reconstructietekening te maken is de kano in een bed van vormzand gereconstrueerd.
Met een aantal soorten vormzand zipjn vooraf proeven genomen. De meeste
moesten bij uitdroging worden nat gemaakt om instorten en daardoor
vormverandering te voorkomen. Het water.zou.echterhet geimpregneerde
hout schade kunnen toebrengen door het uittreden van de P.E.G. Een
oliehoudende soort kendedeze bezwaren niet en bleek zeer geschikt om
voor onbepaalde tijd in vorm te blijven. Vormzand wordt in het
algemeen kort voor het gieten van de gewenste voorwerpen in de vorm
geperst om dezelfde dag, na het gieten, als niet meer bruikbaar weggegooid.
..
Het oliehbudende vormzand werd in de bekisting gestort, waar het door. .
goed aanklopen en modelleren in de vorm van de kano kon worden gebracht. Aan de hand van de beschikbare tekeningen en opmetingen aan de naast de,restauratie/expositietafel opgestelde kanodelen is met het vormzand een mal-van de buitenkant van de kano gemaakt.
Hierna zijn de delen, beginnend bij het ene einde, met warm water
schoongemaakt. Speciaal werd aandacht besteed aan het goed schoonen
,
daardoor sluitend maken van de breukranden. Vervolgens zijn de stukken
aan elkaar gepast. Tevens bepaalden de stukken of er iets van het vorm-:
zand moest worden weggehaald of aangevuld. Op deze manier is de gehele
kano van 10,50 m lengte in elkaar gepast en in de oorspronkelijke
..
vorm
gereconstrueerd. Pas hierna zijn de delen aan elkaar gelijmd.
'
Om vooraf bepaalde plaatsen zijn in de bekisting uitneembare schotjes aangebracht die na,het beeindigen van de reconstructie konden
worden verwijderd. Het achterliggende vormzand ken-worden weggegraven.
In de zo ontstane tunnels konden mallen worden gemaakt van de doorsnede
van de kano. Aan de hand daarvan zijn ijzeren ondersteuningen vervaardigd.
Na het aanbrengen van alle poben kon de bekisting en het vormzand worden
verwijderd.
I
,
,
-.
,
:.'
.
Fig 4. Bekisting met uitschu~fbare-'kchotjes
.
. .
... . .:. :
- .
' I
.. .
-.
Deze stukken worden zo goed mogelijk gepast en aan elkaar gelegd.
Waar nodig wordt het vormzand weggehaald of aangevuld. Nadat de hele
bodem is gereconstrueerd op het vormzand kan worden begonnen met het
aan elkaar lijmen van de stukken of stukjes. Of het vlak tot Ben geheel
moet worden verlijmd, dient nader te worden besproken.
Door de breukvlakken goed sluitend aan elkaar te lijmen, ontstaat vanzelf de juiste vorm. Of de zijden op dezelfde manier behandeld kunnen
worden valt nog te bezien. In principe lijkt dit mogelijk. De zijden
kunnen dan stukje voor stukje op het vlak worden gepast en gelijmd.
Misschien zal voor de zwakkere zijden extra steun noodzakelijk zijn.
Ter ondersteuning van het zwakke en incomplete dekje zullen zeker
voorzieningen moeten worden getroffen.
Als alle delen van de viskaar aan elkaar zijn gelijmd, worden de uitschuifbare schotjes weggenomen en worden op.die tjlaatsen smalle tunnels
onder het vaartuig doorgegraven. Het resterende vormzand blijft in
verticale toestand staan. Vervolgens wordt van hardboard een ma1 gemaakt
van de onderzijde van de viskaar, waarna een ijzeren ondersteuning aan
de hand van de ma1 gemaakt kan worden, en vervolgens gepaatst. Als de
ondersteuningen zijn vastgezet op het houten blad, kunnen de bekisting
en het zand worden weggehaald, en kan indien nodig een ondersteuning
in de lengterichting worden geplaatst. De viskaar wordt vervolgens van ,
lijmresten ontdaan en met een borstel schoongemaakt.
.;..
..
.
5.6. Documentatie
Tijdens de uit te voeren restauratiewerkzaamheden moet een nauwgezette
documentatie worden bijgehouden. Dit zou bijvoorbeeld in dagrapporten
kunnen gebeuren. Tevens rnoeten van het gehele restauratieproces foto's
worden gemaakt. Deze foto's kunnen eventueel bij de expositie worden
getoond.
Na beeindiging van de restauratie, en voordat de vitrine wordt geplaatst
moet de gereconstrueerde viskaar worden opgemeten, getekend en gefotografeerd. Alle detail informatie en eventueel afwijkende handelingen
tijdens de restauratie worden samen met het restauratieplan verwerkt
tot een restauratieverslag.
..
6. PLAATS VAN OPSTELLING EN OPBOUW
Uitgangspunt is, dat de viskaar in de achterzaal van het museum een plaats
moet krijgen als onderdeel van de daar ingerichte Nigrum Pullumexpositie. De ruimte is groot genoeg om de viskaar met ondersteuning
in te voegen. Aanpassingen zijn daarvoor we1 noodzakelijk doch gering.
Evenals de boomstamkano moet de kaar door een gesloten vitrine worden
overkapt. Uit esthedsch oogpunt moet de vormgeving van deze vitrine
volledig aansluiten bij de oestaande inrichting en in eerste instantie
zou eenzelfde vitrine als die van de kano moeten worden gebouwd, alleen
met geringere afmetingen en we1 ca. 6,5 x 1,3 m bij eenzelfde hoogte.
Het is wenselijk om de vitrine vrijstaand te plaatsen, parallel aan de
kanovitrine en we1 aan de oostkant. Als alternatief kan de kano langs
de zijkant van de achterzaal wcrden geplaatst, eveneens aan de oostkant.
Hiemee wordt BBn lange glaswand (perspex) uitgespaard. Voorlopig gaat
de voorkeur uit naar een vrijstaande versie.
De werkzaamheden voor de restauratie en de opbouw van de viskaar zouden
in principe op twee plaatsen kunnen worden uitgevoerd:
- in de expositieruimte;
- In de werkplaats.
Gezien vanuit de interesse van het publiek is actie in de expositieruimte zeker aantrekkelijk. De volgende punten zijn hierbij van belang:
- de werkzaamheden zouden moeten worden uitgevoerd wanneer er veel
bezoek is (van mei tot september; tussen 11.00 en 17.00 uur);
- in de winter is het rendement laag, met uitzondering van de kersten de krokusvakantie;
- de handelingen betreffen grotendeels het monteren van kleine delen,
zodat het publiek de werkzaamheden op korte afstand moet kunnen volgen.
Zowel de expositieruimte als de werkplaats bieden voor- en nadelen voor
de opbouw van de viskaar. In de werkplaats zijn alle benodigdheden
direct voorhanden en kan rustig worden gewerkt. De transportweg van de
gerestaureerde kaar op de tafel is dan echter langer. In de expositieruimte kan de restauratie alleen worden uitgevoerd in een afgescheiden
ruimte. Eventueel zou de opbouw niet op de definitieve plaats - achterin
de expositieruimte - maar naast de filmzaal kunnen plaatsvinden,
waardoor een beter toezicht mogelijk is tijdens de uren (dagen) dat
niet aan de viskaar wordt gewerkt. Eeri bezwaar van de plaats naast het
kantoor, is het ontbreken van een goede wasgelegenheid voor de stukken
hout. Alle delen kunnen echter vooraf in de werkplaats worden gewassen.
De keuze van de definitieve plaats waar de opbouw zal plaatsvinden,
hangt nauw samen met het moment waarop de restauratie zal beginnen.
Uit publiciteitsoogpunt zou het najaar van 1986 geschikt zijn, omdat
dan in hetMartitiem Museum PrinsHendrik wordt begonnen met de restauratie van boot 2 uit Zwammerdam.
Het is gewenst om tegelijk met de plaatsing van de vitrine voor de viskaar, ook de vitrine van de boomstamkano af te werken: afwerking van
de bodem van de vitrine (lakken, verven, laag grind), afwerking van de
bovenkant van de vitrine en eventueel aanbrengen van verlichting.
7. TIJDSBEPALING, MATERIALEN EN KOSTEN
De restauratie zou het beste in September 1986, aansluitend op de tentoonstelling over restauratie van voorwerpen, kunnen worden gestart.
In de dan vrij komende ruimte kan de afscheidingswand worden opgebouwd.
In augustus kan eventueel reeds worden begonnen met het schoonwassen
van de stukken hout. Met de restauratie en het opbouwen en verwijderen
van de scheidingswandzal, afgaande op de ervaring met de grote kano,
ongeveer 15 weken zijn gemoeid. In de kerstvakantie zou het geheel
publieksgereed kunnen zijn.
Naast de ongeveer 15 weken restauratie moet rekening worden gehouden
met het volgende aantal mandagen (schatting) voor het maken van:
ondersteuningstafel
ca. 10
plaatsen bekisting
ca. 5
ondersteuningen viskaar
ca. 10
vitrine
ca. 20
Hierbij is uitgegaan van vervaardiging in eigen beheer (R.1J.P.) en
een eenvoudiger uitvoering van de ondersteuningstafel dan die welke
voor de grote kano is gemaakt.
Onderstaand volgen de benodigde materialen voor de ondersteuningstafel,
de bekisting, de vitrine en de afwerking van de vitrine van de kano.
De gegeven bedragen zijn globaal, bruto (zonder kortingen) en berekend
naar het prijspeil van maart 1986.
65 m
6
28 m
55 stuks
14
' 5
10
10
ijzeren pijp vierkant 50 x 50 mm
ca. poten (verstelbaar)
aluminium profiel vierkant B f 25,-p.m.
aluminium U-profiel van 1,50 lang & f 2,- p.m.
ramen perspex ca. 150 x 150 cm
plafondplatenperspexwit ca. 150 x 150 cm
ca. platen mulitplex 18 mm 244 x 122 cm
q
(dak kanovitrine)
diversen (verf, grind, bouten, schroeven, lijm)
-
-
Stelpost: 13 dubbele TL armaturen voor beide vitrines
ca.
-
Bij plaatsing van de vitrine tegen de oostwand (CBn
vitrinewand minder) een besparing van
ca.
-
Stelpost: nieuw materiaal scheidingswand
500,-1.300,-3.500,--
LITERATUUR
Van Beylen, J., 1982
Bunnen, Beunen en Karen.
In: Spiegel der Zeilvaart nr. 10
(6-11)
.
Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, 1979
NIGRUM PULLUM. Tentoonstellingsbrochure. Lelystad.
Jong, J. de, W. Eenkhoorn en
A. Wevers, 1976
De in bedrijfstelling van de
Wevers, A., 1979
Verlijmen van met P.E.G. 4000
geimpregneerd nat hout.
Werkdocument 201-Abw 1979. Lelystad.
conserveringsinstallatie te Ketelhaven en de uitvoering van de conservering van oud nat hout met
P.E.G. 4000 in water.
Werkdocument 3-Bbw 1976. Lelystad.