Jaarplan 2014 en jaarverslag 2013

Jaarplan 2014 gecombineerd met het jaarverslag 2013
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
Inleiding
Marktpositie en toelating
Grootte
Doorstroom
Examenresultaten
Directie en middenkader
Personeel
Tevredenheid personeel
Tevredenheid leerlingen en ouders
Onderwijs
Gebouw
Financiën
Samenvatting in actiepunten
Bijlage: kwaliteitsmodel BOOR
blz. 1
blz. 1
blz. 2
blz. 3
blz. 3
blz. 4
blz. 5
blz. 7
blz. 7
blz. 7
blz. 12
blz. 13
blz. 14
blz. 15
1. Inleiding
In dit jaarplan 2014 kijken we tegelijkertijd terug op de verwezenlijking van het jaarplan 2013. We
volgen om die reden ongeveer dezelfde indeling als bij het plan van vorig jaar. Bovendien kijken we
naar de doelstellingen zoals geformuleerd in het schoolplan.
Het kalenderjaar 2013 was in onze ogen een plezierig jaar. De relatie team - schoolleiding is goed,
evenals de sfeer binnen het team. Ook de verstandhouding tussen schoolleiding en MR ervaren we
als prettig en constructief. In het voorjaar van 2013 is de tevredenheidpeiling onder het personeel
gehouden. De gemiddelde score was 7.8 terwijl deze voor de referentiegroep 7.0 is. Zie hiervoor ook
paragraaf Tevredenheid personeel.
2. Marktpositie en toelating
Afgelopen jaar schreven we dat onze school niet verder moet groeien. Dit is toch, in bescheiden
mate, gebeurd. We hebben nu ruim 1170 leerlingen. Dat waren er 1150. Bij de aanmelding voor het
huidige cursusjaar bleek dat zo’n 380 leerlingen belangstelling hadden voor onze school. Zij vroegen
immers een toelatingsgesprek aan. Dat was zelfs iets meer dan het jaar ervoor. We hadden plaats
voor zeven klassen van 30, dus 210 leerlingen. We bepaalden en publiceerden de criteria en namen
ons voor de leerlingen te kiezen die in onze ogen de meeste kans op succes hebben. Op die manier
gaven we onszelf de ruimte om vrij te kiezen. In de ogen van de toelatingscommissie waren er
ongeveer 360 leerlingen toelaatbaar. De vrijheid die we onszelf gaven, stelde ons ook voor
dilemma’s. De overmaat aan geschikte leerlingen (op basis van gesprek, Cito/NIO, LVS en advies)
maakte de keuze ingewikkeld. Vasthouden aan het maximum van 210 nieuwe leerlingen betekende
in de praktijk dat de kinderen Cito 549 of 550 (of vergelijkbare normen voor de NIO) nodig hadden
om zeker te zijn van toelating. Samen waren dat er meer dan 180. Bij de laatste 30 plaatsen hebben
we ons niet strikt aan de Cito/NIO scores gehouden maar gekozen voor kinderen die we zeer geschikt
achtten voor het Erasmiaans. Uiteindelijk werden dat toch vooral kinderen met Cito 548 of
vergelijkbare NIO. Tijdens de discussies over die laatste 30 plaatsen kwamen in de toelatingscommissie de dilemma’s in volle omvang naar voren. Een kind uit een complexe gezinssituatie van
1
een achterstandsbasisschool met Cito 545 of een kind waar helemaal niets mis mee is met 548?
Lastig. Zoals bekend willen we een extra inspanning plegen om kinderen uit milieus waar gymnasiaal
onderwijs niet voor de hand liggend is, te interesseren voor onze school. Na selectiegesprekken met
(zwarte) basisscholen hebben het hele vorig schooljaar ruim 20 kinderen op woensdagmiddag
taallessen (tekstbegrip en woordenschat) bij ons gevolgd (bekostigd door het Curatorium). Wanneer
deze kinderen geschikt zouden blijken in de ogen van de docente en de basisschool zouden ze
voorrang hebben bij de toelating. Uiteindelijk hebben we vijf leerlingen uit dit Talentenklasje bij
voorrang geplaatst. Vier van hen zouden anders waarschijnlijk niet zijn toegelaten.
Bij de evaluatie van alle facetten van deze inschrijving bleek dat we grote moeite hadden met de
gang van zaken van dit jaar. We dreigen een school te worden waar alleen plaats is voor leerlingen
die over heel veel basisschoolkennis (tot uiting komend in een extreem hoge Cito) beschikken.
Daarbij is het de vraag of we op die manier de bij uitstek meest geschikte leerlingen voor het
Erasmiaans selecteren. Milieu en type basisschool worden wel heel bepalend. Bovendien doet het
onvoldoende recht aan ons streven om een grote stad gymnasium te blijven. Dat betekent dat we
komend jaar ander beleid inzetten. We stellen eerst in een gesprek vast of de leerling toelaatbaar is:
Cito minimaal ongeveer 545 of NIO 116 en een positief advies van de basisschool. Als er meer dan
210 toelaatbare kinderen zijn, willen we ze allemaal evenveel kans geven en zullen een notaris
vragen om te loten. Daarbij speelt de hoogte van de Cito geen rol, noch het gegeven dat ze wel of
niet broertjes of zusjes op school hebben, noch de woonplaats. Alleen toelaatbare leerlingen uit het
Talentenklasje hebben voorrang. (In september zijn we weer met dit klasje begonnen, dit jaar 16
leerlingen.) De MR heeft positief geadviseerd over deze beleidswijziging.
De overdosis aan aanmeldingen afgelopen jaar wekt op zijn minst de indruk dat we ons geen zorgen
hoeven te maken over onze marktpositie. Dat heeft ons enigszins verbaasd omdat andere scholen in
Noord m.n. het Libanon Lyceum en Wolfert Tweetalig en in Lansingerland Wolfert Lyceum het ook
heel goed doen bij dezelfde doelgroep. Ook het Montessori Lyceum zit weer in de lift. Het is ons
inziens dus allerminst vanzelfsprekend dat de huidige aantrekkingskracht van onze school “als
vanzelf” stand houdt. Schoolkeuze is deels een emotioneel proces waarvan de uitkomst slecht te
voorspellen valt. Heel hard ons best blijven doen, hoge kwaliteit leveren en veel energie blijven
besteden aan voorlichting en PR blijven dus het parool.
Een kwestie die hier verband mee houdt, is de steeds terugkerende vraag of we moeten streven naar
een nevenvestiging of dislocatie, wellicht op Zuid. Deze discussie wordt op dit moment opnieuw
gevoerd via BOOR. Nog los van de vraag of het Erasmiaans zo’n tweede vestiging moet willen, zijn er
bestuurlijk en stedelijk veel haken en ogen. Het verslechteren van de positie van andere HAVO/VWO
scholen is daar de belangrijkste van. Vooralsnog stelt de schoolleiding zich vooral op het standpunt
geen behoefte te hebben aan een paar losse lokalen in de buurt om zo meer plaats te hebben.
3. Grootte
Hieronder de aantallen per leerjaar met teldatum 1 oktober:
Leerjaar
Leerjaar 1:
Leerjaar 2:
Leerjaar 3:
Leerjaar 4:
Leerjaar 5:
Leerjaar 6:
VAVO:
Totaal:
2010
210
206
198
178
159
158
1
1110
2011
208
192
195
193
167
156
1
1112
2012
239
197
174
192
188
163
0
1153
2013
210
229
193
168
188
183
2
1173
2
4. Doorstroom
Wat betreft de doorstroming per leerjaar is ons doel (de tussentijdse uitval beperken tot 8% in de
eerste drie leerjaren en 5% in de bovenbouw) bijna over de hele linie gehaald. Het is wel zaak de
definities helder te houden. Het gaat hieronder om de leerlingen die bij ons doorstromen in het
volgende leerjaar. Leerlingen die bij ons vertrekken en zonder vertraging verder gaan op een andere
school en zittenblijvers die bij ons blijven zijn dus niet meegeteld in onderstaande percentages.
4A Doorstroom: overgegaan naar het volgende leerjaar en op het Erasmiaans gebleven (2013):
Leerjaar
2010
2011
2012
2013
Leerjaar 1:
91%
91%
94%
94%
Leerjaar 2:
91%
95%
91%
93%
Leerjaar 3:
93%
95%
95%
92%
Leerjaar 4:
93%
95%
94%
94%
Leerjaar 5:
92%
98%
96%
96%
Leerjaar 6:
93% geslaagd 94% geslaagd 97% geslaagd 97% geslaagd
4B Doorstroom: in vergelijking met een aantal categoriale gymnasia (2013):
Leerjaar
Gemiddelde
Erasm. Marnix Schie. Sorgh. Barlae. Hagan. Vossius
41 gymnasia
Leerjaar 1:
Leerjaar 2:
Leerjaar 3:
Leerjaar 4:
Leerjaar 5:
Diploma 6:
89%
85%
84%
88%
88%
93%
94%
93%
92%
94%
96%
97%
91%
89%
89%
89%
89%
78%
85%
87%
83%
81%
89%
88%
94%
89%
97%
94%
94%
94%
96%
87%
89%
90%
87%
96%
94%
81%
90%
94%
92%
93%
95%
87%
96%
94%
87%
99%
Doorstroom 87%
1 t/m diploma
94%
88%
86%
93%
91%
90%
93%
5. Examenresultaten
Examenresultaten 2013 in vergelijking met een selectie van de categoriale gymnasia:
5A Slagingspercentages 2013:
Barlaeus
96%
Ignatius
95%
Vossius
99%
Johan de Witt 96%
Coornhert
Haganum
Sorghvliet
Leiden
93%
93%
94%
93%
Nijmegen
Erasmiaans
Marnix
Schiedam
92%
97%
78%
89%
5B Gemiddelde van de 41 gymnasia: 93%
5C Examenresultaten Centraal Examen 2013 vergeleken met landelijk VWO en de 41 gymnasia.
Vak
Erasmiaans
Engels
Nederlands
Wiskunde A
Wiskunde B
Wiskunde C
Aardrijkskunde
Biologie
7,3
6,6
7,2
7,3
7,0
6,5
6,3
Landelijk
VWO
6,9
6,5
6,9
6,9
6,5
6,4
6,4
Percentiel
VWO
92
64
72
81
79
63
37
Categoriale
gymnasia
7.4
6.7
7.0
6.9
6.7
6.6
6.7
SE minus CE
Erasmiaans
- 0.17
+ 0.25
- 0.46
- 0.19
- 1.51
+ 0.32
+ 0.80
3
Duits
Economie
Filosofie
Frans
Geschiedenis
Grieks
Kunst algemeen
Latijn
M&O
Natuurkunde
Scheikunde
Spaans
7,0
6,5
6,3
7,1
7,6
6,9
6,6
6,9
6,9
6,5
6,9
8,0
6,3
6,5
6,7
6,4
6,5
6,8
6,4
6,6
6,5
6,5
6,9
6,6
Gemiddeld
6.9
6.6
96
58
31
94
100
50
70
61
81
49
56
95
6.9
6.6
6.9
7.1
6.8
6.8
6.5
6.5
6.8
6.8
7.2
7.2
- 0.08
+ 0.10
+ 0.09
- 0.17
- 0.25
- 0.51
+ 0.91
- 0.20
- 0.16
+ 0.53
+ 0.06
- 0.95
6.9
+ 0.03
5D Opbrengstenoordeel van de Onderwijsinspectie op 5-puntsschaal:
Rendement onderbouw
2010
2011
2012
2013
4
3
3
3
Verschil CE – SE
2010
2011
2012
2013
0.2
0.23
0.18
0.03
Rendement bovenbouw/doorstroom
2010
2011
2012
2013
5
5
5
5
Gemiddeld cijfer CE
2010
2011
2012
2013
6.5
6.7
6.8
6.9
Resultaten Centraal Examen
2010
2011
2012
2013
5
5
5
5
Conclusies:
voldoende
basisarrangement
6. Directie en middenkader
Aan het eind van het schooljaar 2012-2013 gaf de jaarleider van het zesde leerjaar aan dat ze wilde
stoppen met deze functie en weer volledig docente (Engels) worden. Dat verzoek hebben we
gehonoreerd. Het jaarleiderschap van het examenjaar wordt nu tijdelijk waargenomen door de
conrector gesteund door de examensecretaris. In het voorjaar van 2014 bekijken we hoe we hiermee
verdergaan. We zijn nog steeds tevreden over onze directiestructuur. Zo min mogelijk overhead is
het devies. Een kleine schoolleiding bestaande uit rector en conrector (met voor beiden een kleine
lessentaak) en jaarleiders (1, 2/3, 4, 5, 6), ook met een lessentaak. Samen vormen zij de grote staf
die wekelijks op vrijdagochtend vergadert, zowel over de dagelijkse gang van zaken als over de
beleidsmatige aangelegenheden. Ook de combinatie van jaarleider leerjaar 1 en zorgcoördinator
bevalt ons goed. Daarnaast zijn de onderscheidende functies: examensecretaris en decaan (toevallig
verenigd in één persoon).
De toelatingscommissie bestaat uit de leden van de grote staf, aangevuld met een aantal docenten.
De functioneringsgesprekken worden gevoerd door alle leden van de grote staf waarbij het
uitgangspunt is dat de jaarleiders de direct leidinggevenden zijn van hun mentoren. De overige OPers en OOP-ers zijn verdeeld onder de twee directieleden. We voeren één keer per jaar met ieder
een voortgangs/functioneringsgesprek, bij het OP bij voorkeur ondersteund door leerling-enquêtes,
zelfevaluatie en lesbezoek.
4
De leden van de grote staf spreken volgens een bepaalde verdeling in ieder geval één keer per jaar
met de secties over de voortgang, de wensen en de resultaten. Dit schooljaar willen we ervaring
opdoen met ‘presentaties aan de grote staf’ door een aantal secties (wiskunde, klassieke talen,
natuurkunde, kunst/cultuur). We nodigen deze secties uit om aan de hele grote staf te vertellen over
de voortgang, de successen, de plannen, de wensen, de knelpunten. De eerste ervaringen (drie van
de vier secties) zijn ons heel goed bevallen.
In februari heeft de grote staf weer een trainingsmiddag over leiderschap, net zoals dat in 2013
gebeurd is.
7. Personeel
• Het personeel (OP en OOP) vormt het kapitaal van de school en verdient dus veel aandacht.
Enerzijds in de vorm van zorg. Hierbij horen veel informele gesprekken door leden van de grote
staf van wie een luisterend oor verwacht mag worden, gekoppeld aan daadkracht om de
randvoorwaarden te realiseren die voor de collega’s noodzakelijk zijn om optimaal te kunnen
functioneren. En anderzijds aandacht in de vorm van inspiratie en het geven van prikkels. Daartoe
dienen gesprekken die het functioneren betreffen en die constructief kritisch zijn, formele en
minder formele gesprekken gebaseerd op o.a. resultaten en de mening van de leerlingen. In de
formele gesprekken geeft de direct leidinggevende feedback op het functioneren en maakt
desgewenst samen met de betrokken collega een plan om verdere ontwikkeling te stimuleren.
• Scholing is voor elk beroep van belang, zeker ook voor het onze. Individuele wensen van
teamleden worden zo goed als altijd gehonoreerd. Op de dinsdagmiddag vindt veelvuldig overleg
plaats over mentor- en sectiezaken. Daarnaast organiseren we voor mentoren of deelgroepen
specifieke trainingen. Voor onderbouwdocenten waren en zijn dat vaak zaken die verband
houden met de introductie van de iPad. Verder hebben we dit jaar een paar keer trainingen
georganiseerd op pedagogisch gebied: achtergrondinformatie over veel voorkomende handicaps
bij kinderen en het signaleren daarvan. Op de studiedagen hadden we het o.a. over de iPads en
de werking van de hersenen. In november was de traditionele studiemiddag samen met de
collega’s van de categoriale gymnasia uit de regio. Docenten konden kiezen uit een vijftiental
workshops. Ook voor de tweede helft van dit schooljaar zijn er bijeenkomsten met externen
gepland.
• In de zomer hebben vijf collega’s ons verlaten omdat zij een andere keuze maakten voor het
vervolg van hun carrière. Het bleek niet al te ingewikkeld om voor hen vervangers te vinden
(aardrijkskunde, klassieke talen, Duits, economie, wiskunde).
• Door middel van de zogenaamde functiemix heeft de minister bepaald met welk percentage het
aantal Lc en Ld functies moet groeien tussen 2008 en 2014 met 2011 als tussenstation. Het aantal
Lc functies moest in oktober 2011 met 29% zijn toegenomen t.o.v. 2008 en het aantal Ld functies
met 1%. Afgelopen jaren hebben er meerdere sollicitatierondes plaatsgevonden en is het
beoogde percentage voor 2011 bereikt: Eis: Ld: 26%; Lc 59%; Lb 15%. Stand van zaken nu: Ld 28%;
Lc 59%; Lb 13%.
In 2012 heeft de schoolleiding een begin gemaakt met het beleid dat gericht is op de door de
minister en de CAO bepaalde doelstellingen voor 2014. Daarbij maken we ons, om inhoudelijke en
financiële redenen, zorgen over de combinatie van de voorgeschreven percentages in de
functiemix én het recht op een Ld functie van eerstegraders die structureel minstens 50% in de
bovenbouw werken. Vanwege dat recht hebben we ons afgelopen jaar voor het eerst bemoeid
met de verdeling van de lesgroepen. Uitgangspunt daarbij was dat er zo min mogelijk rechten (op
Ld) ontstonden bij collega’s die een Lc functie hebben. Reden daarvoor was dat we in 2014 zo veel
mogelijk onze handen vrij willen hebben om in samenspraak met de MR te bepalen hoe we aan
de eisen van de functiemix (en eventueel het entreerecht) gaan voldoen. Daarbij hopen we van
harte dat de nieuwe CAO het ons mogelijk maakt om vooral ‘kwaliteit’ te belonen. Het schrappen
5
uit de CAO van het entreerecht zou ons daarbij zeer helpen. Bovendien wensen we dat de
financiële compensatie van het ministerie voor de promoties verhoogd wordt (of de doelen
worden bijgesteld naar een realistisch financieel niveau). In ieder geval zou het wel heel prettig
zijn als er op korte termijn een nieuwe CAO is waardoor we op dit gebied plannen kunnen maken
voor de gewenste promoties bij aanvang van het schooljaar 2014-2015.
• Ten aanzien van het functiebouwwerk OOP zijn er het afgelopen jaar nauwelijks veranderingen
doorgevoerd. De verlaging van het aantal fte’s laat zich verklaren door het pensioen van een
administratief medewerker en een assistent conciërge. De OOP formatie is naar ons idee
adequaat en kwalitatief op orde.
• Formatie (stand 1 oktober) in fte’s:
Geleding
2010-2011
2011-2012
OP:
OOP:
Directie:
2012-2013
2013-2014
1110 lln
1112 lln
1153 lln
1173 lln
58.6
16.4
2.0
58.2
17.5
2.0
59.0
17.0
2.0
59.2
15.3
2.0
Zo langzamerhand gaan we de krapte van de overheidsfinanciën en de (financiële) eisen van
BOOR voelen in onze dagelijkse onderwijspraktijk. Tot nu toe lukt het om de lesgroepen op
maximaal 30 te houden (met een enkele uitzondering in de bovenbouw), het taakbeleid niet te
versoberen en het aanbod van extra vakken in stand te houden. De druk op het budget wordt
echter steeds groter. Het is ons veel waard om de werkomstandigheden voor collega’s en
leerlingen zo optimaal mogelijk te houden. We hopen dat dit ook in 2014 gaat lukken.
8. Tevredenheid personeel
In mei/juni 2013 is onder het personeel een tevredenheidpeiling gehouden, begeleid door een extern
bureau. Het resultaat:
Onderwerp:
Schoolgebouw
Schoolklimaat *
Pedagogisch klimaat *
Leidinggeven
Organisatiestructuur
Procedures
Vergadering en overleg
Informatievoorziening
Arbeidsinhoud *
Arbeidsomstandigheden *
Arbeidsvoorwaarden
Arbeidsverhoudingen *
Signalen van stress en burnout
Veranderingsbereidheid/ motivatie
Beleid seksuele intimidatie en agressie
Externe communicatie
Contacten met ouders
Schoolleiding/ Management
2013
6.5
7.5
8.2
7.5
7.3
7.1
7.8
7.9
7.1
5.2
6.9
7.7
6.8
7.4
8.6
8.0
7.6
7.1
2011
6.9
7.4
7.8
7.3
7.6
7.1
7.8
7.5
7.3
6.2
7.0
7.8
7.3
7.6
9.2
8.0
7.9
7.2
2009
5.8
6.0
7.6
5.2
5.6
6.0
8.0
6.0
7.3
5.6
6.4
7.3
6.8
7.9
9.2
7.4
7.5
4.8
Referentiegroep
6.1
6.8
6.9
7.1
6.7
6.7
6.8
6.6
7.3
5.6
6.5
7.6
6.7
7.8
8.5
7.3
7.1
6.7
* De met een asterisk aangeduide items worden als het belangrijkst ervaren.
De lage score voor arbeidsomstandigheden wordt bijna in zijn geheel bepaald door negatieve
gevoelens t.a.v. piekbelasting, werkdruk en grootte van de klassen.
6
9. Tevredenheid ouders en leerlingen
Voor de volledigheid nog een keer de scores van de tevredenheidpeilingen onder ouders en
leerlingen uit 2012. In 2013 zijn er geen peilingen gehouden. Dat doen we weer in 2014.
Leerlingen (alle leerjaren behalve derde klas):
Onderwerp:
Peiling 2012
Schoolcultuur
7.6
Imago van de school
8.0
Docentgedrag
5.8
Toetsing en feedback
6.3
Veiligheid op school
7.0
Contact leiding en leraren
6.7
Informatie
6.2
Begeleiding
6.6
Schoolgebouw
7.4
Toezicht
7.0
Vorige peiling
7.5
8.1
5.9
6.5
6.9
7.0
6.5
6.8
7.1
6.9
Ouders derde klas (159 reacties)
Mijn kind voelt zich veilig op school
De sfeer op school is prettig
De docenten behandelen mijn kind met respect
Op school gelden duidelijke regels
De school geeft mij duidelijke informatie over de vorderingen
van mijn kind
Ik word goed geïnformeerd over dingen die ik als ouder moet weten
De mening van de ouders telt mee op deze school
De school biedt het onderwijs dat zij belooft
Ik ben tevreden over het onderwijs zoals de school dat aanbiedt
De school beschikt over goede, vakbekwame docenten
De school maakt leren voor mijn kind aantrekkelijk
De school staat goed bekend
Ik zou andere ouders aanraden deze school voor hun kind te kiezen
Mijn kind wordt goed begeleid door de mentor
De school biedt leerlingen goede hulp bij leer- of gedragsproblemen
De school zorgt voor goede begeleiding op keuzemomenten
Referentiegroep:
7.1
7.0
6.0
6.5
6.7
6.0
6.2
6.4
6.3
6.4
8.9
8.5
8.0
8.4
7.9
7.9
7.0
8.4
8.3
7.7
7.6
9.0
8.5
8.0
7.2
7.8
10. Onderwijs
10A Algemeen: Er wordt goed onderwijs gegeven op het Erasmiaans. Om de kwaliteit van ons werk
tot uitdrukking te kunnen brengen, tellen vooral twee factoren: resultaat en tevredenheid. De
resultaten van de school zijn, vooral kijkend naar de criteria die de Inspectie hanteert (een hoog
rendement in alle leerjaren), ruim voldoende, zoals blijkt uit de bovengenoemde lijstjes. De
tevredenheid van de leerlingen en hun ouders blijkt uit de peilingen van 2012.
10B Nederlands: De sectie participeert in het “Rotterdam Taal Effect”. Begin eerste, eind eerste en
eind tweede klas worden bij alle leerlingen toetsen afgenomen. De resultaten worden besproken
met het CED en de leerlingen worden in niveaugroepen geplaatst: tijdens één van de vier lessen in de
eerste klas worden de leerlingen verdeeld naar gelang hun behoefte: top; verrijking; ondersteuning.
De remedial teacher en een extra docent Nederlands tijdens dat lesuur zorgen ervoor dat de groepen
niet zo groot zijn. De ervaringen waren het afgelopen jaar positief. We gaan dan ook door met deze
structuur. Hieronder de resultaten van de toetsen in de eerste klas (begin en eind) in vergelijking met
andere VWO scholen.
7
Begrijpend lezen 2012 – 2013 eerste klas
School
Score begin eerste klas
Erasmiaans
74
Libanon Lyceum
73
Hugo de Groot
70
Wolfert Tweetalig
72
Marnix Gymnasium
72
Melanchthon Schiebroek
72
Wolfert Lyceum
73
Score eind eerste klas
92
88
89
85
91
89
91
Woordenschat 2012 – 2013 eerste klas
School
Score begin eerste klas
Erasmiaans
78
Libanon Lyceum
77
Hugo de Groot
72
Wolfert Tweetalig
75
Marnix Gymnasium
77
Melanchthon Schiebroek
77
Wolfert Lyceum
79
Score eind eerste klas
88
83
76
82
85
80
85
Afgelopen jaar zijn ook de tweedeklassers nog een keer getoetst (aan het eind van het schooljaar) op
de onderdelen begrijpend lezen en woordenschat. Hieronder de resultaten van dat cohort (de eerste
klas scores uit 2011-2012 en de tweede klas score van juni 2013). De gemeente hanteert deze
resultaten als indicator voor het verlenen van subsidies. Voor het VWO geldt daarbij een groeicijfer
van minimaal 18 punten tussen begin eerste en eind tweede klas (voor begrijpend lezen).
Begrijpend lezen cohort 2011 - 2013
School
Begin eerste klas
Erasmiaans
73
Libanon Lyceum
71
Hugo de Groot
70
Wolfert Lyceum
74
Wolfert Tweetalig
72
Marnix Gymnasium
71
Melanchthon Schiebroek
68
Eind eerste klas
93
88
89
89
86
89
88
Eind tweede klas
94
91
92
93
89
91
88
Groei
21
20
22
19
17
20
20
Woordenschat cohort 2011 - 2013
School
Begin eerste klas
Erasmiaans
79
Libanon Lyceum
76
Hugo de Groot
74
Wolfert Lyceum
77
Wolfert Tweetalig
74
Marnix Gymnasium
79
Melanchthon Schiebroek
72
Eind eerste klas
87
81
81
83
81
84
82
Eind tweede klas
98
93
92
94
92
95
92
Groei
19
17
18
17
18
16
20
Opvallend bij (bijna) alle scholen is dat in het eerste leerjaar het tekstbegrip van de leerlingen met
grote sprongen vooruit gaat en in het tweede jaar nog nauwelijks. Voor woordenschat geldt bijna het
tegenovergestelde: de groei in het tweede jaar is beduidend groter dan in het eerste jaar. Voer voor
professioneel overleg met de andere scholen binnen het project en de CED.
8
10C Rekenen: Analoog aan de opzet van taal hebben we, in BOOR-verband, een rekentoets (de ABC
toets) afgenomen in de eerste klas, in september 2012 en juni 2013. De sectie wiskunde is door
middel van steunlessen voor zwakkere rekenaars in zowel de eerste als de tweede klas aan de slag
gegaan met de gegevens. Alle vijfdeklassers hebben meegedaan aan de rekentoets. Landelijk is er
veel ophef over de kwaliteit van deze toets. De resultaten op het Erasmiaans geven een
bemoedigend beeld voor onze leerlingen. De leerlingen die nog geen voldoende gehaald hebben,
zullen dat via extra ondersteuning en een herkansing in het zesde leerjaar zeer waarschijnlijk op tijd
repareren. Bij aanvang van het schooljaar 2013-2014 heeft de sectie wiskunde besloten om, naar het
idee van de sectie Nederlands, tijdens één van de vier lessen wiskunde de groepen in te delen aan de
hand van de vorderingen bij wiskunde en de uitslag van de rekentoets. Leerlingen worden óf
ingedeeld bij verrijkingslessen of krijgen extra reken- en wiskundeles. Tijdens dit uur is er één docent
wiskunde extra beschikbaar om de groepen wat kleiner te maken.
Hieronder de resultaten van de ABC toets in schooljaar 2012-2013 in vergelijking met de VWO
klassen van andere BOOR scholen. De score laat het gemiddelde zien van de goed gemaakte 30 items
aan het begin en aan het eind van de eerste klas.
School
Erasmiaans
Einstein Lyceum
Hugo de Groot
Libanon Lyceum
TVO Prinsenlaan
Wolfert Dalton
Wolfert Tweetalig
Aantal
233
12
43
89
51
29
102
Begin eerste klas
25.59
24.75
24.53
22.40
23.10
23.38
24.22
Eind eerste klas
26.66
25.58
26.74
26.01
24.78
24.68
24.25
10D iPads: In 2013 liep de pilot met de iPad-klas af. Daarna is er uitgebreid geëvalueerd bij docenten
en leerlingen. Het overgrote deel van het team durfde het aan om in het lopende schooljaar integraal
met iPads te gaan werken in alle eerste klassen, met zo min mogelijk boeken. De geringe weerstand
valt voor een groot deel te verklaren door de geruststellende gedachte dat de pilot had uitgewezen
dat het gebruik van de iPad ook goed te combineren valt met relatief traditioneel lesgeven.
Daarnaast werd gerekend op een snelle verdergaande ontwikkeling van de software en het
gebruiksgemak door de uitgeverijen en Van Dijk.
• De docenten hadden de gelegenheid om in januari/februari een nieuwe digitale methode te
kiezen voor de eerste klas. Bijna alle uitgeverijen zijn op school langs geweest voor
demonstraties.
• Dankzij de goede zorgen en grote betrokkenheid van de ICT afdeling was de infrastructuur (wifi in
het hele gebouw en voldoende internet bandbreedte) tijdig op orde.
• Het downloaden van de verschillende app’s van de uitgevers op de tablets van de leerlingen
bleek gecompliceerd (vier verschillende methodieken) maar aan het eind van de eerste
schoolweek hadden alle kinderen het voor elkaar.
• Er bleek bij de ouders nauwelijks belangstelling voor het leasen van de iPad. Dat was maar goed
ook want tijdens het proces ging het bedrijf waarmee we hiervoor een overeenkomst hadden
failliet. Uiteindelijk is geen van de ouders hierdoor gedupeerd geraakt. Eén ouderpaar heeft zich
bij de rector gemeld met een betalingsprobleem voor de iPad. Deze leerling heeft de iPad in
bruikleen van de school gekregen. Van geen van de andere 209 ouders zijn negatieve signalen
gekomen over de eigen aanschaf van de iPad (minimaal iPad-2).
• In de loop van de eerste vier maanden van het schooljaar zijn er drie trainingsmiddagen
georganiseerd voor de docenten. De ICT commissie nam hierin het voortouw ondersteund door
externen.
• In december heeft de eerste evaluatie plaatsgevonden:
o Leerlingen en ouders ervaren de iPad als vanzelfsprekend (geen klachten) maar de docenten
hebben moeite met een aantal zaken:
9
o De ontwikkeling van de software lijkt te stagneren, waardoor er sprake is van een (zeer)
beperkte inhoudelijke meerwaarde binnen de methodes.
o Met name het gebruik van het werkboek geeft problemen. Reden voor twee secties om nog
met een papieren boek erbij te werken (dubbele kosten).
o De extra (communicatieve) programma’s die gebruikt kunnen worden buiten de methode om
blijken voor veel docenten minder toegankelijk dan was gehoopt waardoor het gebruik op dit
moment nog beperkt is.
o In de pauzes zijn leerlingen veel met hun iPad bezig en lijken daardoor minder open voor
ouderwetse gesprekken met medeleerlingen.
In de komende maanden gaan we door met de trainingen. In januari/februari oriënteren veel
secties zich op andere digitale methodes. Er komt opnieuw overleg met de uitgeverijen over het
perspectief. Komend schooljaar werken we in de eerste én de tweede klas met iPads.
10E Hoogbegaafden. In het Jaarplan 2013 schreven we:
“We zijn tevreden over de structuur die we gekozen hebben: geen aparte klas voor leerlingen met het
predicaat hoogbegaafd, maar een coördinator die de leerlingen extra in de gaten houdt en probeert
“maatwerk’’ te leveren vooral buiten de lessen om. Ook dit schooljaar hebben we in de eerste klas
zo’n twintig leerlingen met het predicaat “hoogbegaafd”. Al deze leerlingen uit 2011-2012 zijn
bevorderd naar de tweede klas. De meeste aandacht gaat uit naar de kinderen die moeite hebben
met het organiseren van hun werk en/of concentratieproblemen hebben. De aansluiting met het
verrijkingsproject in de onderbouw verloopt steeds beter.”
Bij aanvang van het schooljaar 2013-2014 heeft de coördinator haar functie neergelegd. We hebben
besloten geen nieuwe coördinator aan te stellen. De reden is een positieve. Ook dit jaar zijn alle
leerlingen met het predicaat hoogbegaafd overgegaan en de jaarleiders en mentoren denken
voldoende ruimte en mogelijkheden te hebben om deze kinderen via het verrijkingsproject genoeg
extra uitdaging te bieden. Daar waar extra hulp nodig is, vooral ten aanzien van het organiseren van
het schoolwerk, interveniëren zij. Er zijn o.i. geen leerlingen die bij de vakken een compleet andere
didactiek (top-down) nodig hebben om te kunnen presteren.
10F Extra’s voor de leerlingen
De differentiatiemogelijkheden tijdens de lessen zijn zeer beperkt (grote klassen, kleine lokalen, 45
minuten). Aan de andere kant hebben we veel leerlingen die wat extra’s nodig hebben om
gemotiveerd te blijven. In 2013 hebben we, meer nog dan in de voorafgaande jaren, structureel
aandacht besteed aan het creëren van verrijkingsmogelijkheden voor deze doelgroep.
• Het verrijkingsproject in de onderbouw wordt steeds breder en beter begeleid.
• De samenwerking met de TU Delft is geïntensiveerd.
• Gedurende de bètamiddag voor de vijfdeklassers zijn er structureel activiteiten gepland voor een
geselecteerde groep leerlingen.
• EEP, EEPD en EEYP bezorgen heel veel leerlingen uitdagende en inspirerende ontmoetingen met
andere scholieren.
• We grijpen meer dan in het verleden wensen uit de Rotterdamse maatschappij aan om
leerlingen, tijdens lestijd, ervaringen elders te laten opdoen (m.n. op basisscholen met
achterstandskinderen en basisscholen die onze leerlingen willen inzetten voor plusprogramma’s).
• De bètavakken stimuleren en ondersteunen meer dan in het verleden deelname aan Olympiades.
Ons voornemen voor 2014 is om het aanbod van extra activiteiten verder uit te breiden. In samenspraak met de Stichting categoriale gymnasia denken we na over de verankering van een honoursprogramma en het zichtbaar maken van de prestaties die de leerlingen leveren bij al hun extra
leerprocessen.
10
10G Balans vele extra’s en reguliere lessen. Uit het Jaarplan 2013:
“Eén van de voornemens voor dit schooljaar (2012-2013) blijft om én veel activiteiten voor m.n.
bovenbouwleerlingen te organiseren en ze de kans te geven ontplooiingsmogelijkheden optimaal te
benutten én ervoor te zorgen dat de “gewone gang van zaken” niet verstoord wordt. Dat gaan we
doen door de communicatie tussen initiatiefnemers, jaarleiders en betrokken docenten verder te
verbeteren. Uitgangspunt daarbij is dat de jaarleider van alles op de hoogte is en, per leerling, besluit
in welke mate deze flexibel met zijn lesrooster mag omgaan en dus kan deelnemen aan andersoortige
activiteiten tijdens lestijd.”
We vinden dat we er in 2013 steeds beter in geslaagd zijn om de hierboven beschreven balans te
vinden en dus steeds beter omgaan met het spanningsveld. We plegen daar extra inspanningen voor
en leiden uit het feit dat docenten nauwelijks meer klagen over leerlingen die onaangekondigd hun
les missen, af dat we resultaat boeken. We hopen dat voor 2014 vast te houden.
10H Cambridge en Goethe. De laatste drie jaar werkten we met een zogenoemde “Cambridgestroom”. Na een toelatingsexamen eind derde klas volgde ongeveer de helft van de leerlingen in de
bovenbouw Cambridge lessen. In november/december 2013 heeft de eerste lichting (90 leerlingen)
dan ook het Cambridge examen afgelegd. Daar zijn we uitermate tevreden mee. Echter, deze
structuur blijkt zeer belastend voor rooster en organisatie. We hebben dan ook besloten om vanaf
schooljaar 2013-2014 alle leerlingen vanaf klas 4 voor te bereiden op het Cambridge examen. Ze
hebben in de zesde klas dan zelf de keuze al dan niet deel te nemen. Voor de leerlingen die dit
zwaardere programma niet blijken aan te kunnen, hebben we inmiddels een vangnet gecreëerd door
middel van steunlessen.
De sectie Duits is afgelopen schooljaar begonnen met het voorbereiden van leerlingen die dat willen
op het Goethe examen. Dit schooljaar hebben 25 leerlingen uit de vijfde klas daar met succes aan
deelgenomen.
10i Chinees. Het vak Chinees wordt vanaf 2015 een heus examenvak, zo heeft het ministerie
besloten. Daar zijn we blij mee. Voor een beperkte groep leerlingen voorziet dit vak in een behoefte.
De leerlingen scoren uitstekend wat onder andere blijkt uit de vele winnaars bij landelijke
concoursen. Zorgpunt blijft, gezien de kosten, het aantal leerlingen dat het vak volgt. Het is een
moeilijk vak dat naast het reguliere vakkenpakket gedaan moet worden en dus veel vraagt van de
leerlingen. Anderzijds zijn er in 2013 maar liefst drie excursies naar China georganiseerd waar in
totaal zo’n 20 leerlingen aan deelnamen en voor wie het ongetwijfeld één van de hoogtepunten van
hun schoolloopbaan betekende. Het aantal leerlingen Chinees:
Schooljaar
2010-2011 (eind)
2011-2012 (begin)
2012-2013 (begin)
2013-2014 (begin)
Derde klas
42
19
24
38
Vierde klas
13
27
8
16
Vijfde klas
2
11
22
7
Zesde klas
3
1
8
20
10J Klassieke vorming. Uit het Jaarplan 2013:
“De school wil nog steeds een waarachtig gymnasium zijn in die zin dat de klassieke talen en de
aandacht voor de oudheid een dominante plaats innemen in het curriculum. We denken dat we dat
waarmaken: een sterke sectie; aparte normen voor de overgangscijfers Latijn en Grieks; een jaar
kunstgeschiedenis voor iedereen in de vierde klas; reizen naar Rome/Napels en Trier en veel
aandacht, ook door de sectie geschiedenis, voor de Oudheid. De laatste twee jaar hebben we
eveneens veel aandacht gegeven aan de naamgever van onze school, Erasmus. In samenspraak met
het plaatselijke Comité Erasmus hebben alle eersteklassers op de geboortedag van Erasmus hun oude
basisschool bezocht om over Erasmus te vertellen.”
11
Het bovenstaande geldt nog steeds. Het Erasmusproject in de eerste klas lijkt stevig geborgd en is
een groot succes. Het vierde klas Erasmusproject is niet langer een vakoverstijgend project met een
plenaire afsluiting voor ouders en leerlingen. De inspanningen wogen niet op tegen het resultaat.
Met ingang van dit schooljaar is een eendaagse excursie naar Xanten toegevoegd aan het tweede
klas programma. Een nieuwe ontwikkeling bij KCV in de vierde klas is dat 1 uur van dat vak is
toebedeeld aan de docent Latijn of Grieks van de betreffende klas (met het oog op de gewenste
integratie van de taal en de klassieke cultuur) en het andere uur wordt gegeven door de docent
kunstgeschiedenis van de vierde klas (die ook nog een apart uur kunstgeschiedenis geeft). Er is een
soort nieuw vak ontstaan: K&K (klassiek en kunst). Het (examen)cijfer KCV wordt als altijd
geïntegreerd in het cijfer van de klassieke taal.
10K Samenwerkingsverband zes gymnasia. De zes categoriale gymnasia in de regio (Sorghvliet,
Haganum, Stedelijk Schiedam, Marnix, Johan de Witt en Erasmiaans) organiseren eens per jaar een
gezamenlijke studiedag. Dit jaar heeft deze, in november, plaatsgevonden in het gebouw van
Haganum in Den Haag. Anders dan de vorige jaren was er geen centraal thema maar een aanbod van
zo’n 15 workshops over zeer uiteenlopende thema’s. Het overgrote deel van het team bleek
enthousiast wat onder andere moge blijken uit het verzoek om op school een vervolg te geven aan
een aantal van die thema’s. Dat doen we graag in 2014.
10L Visitatie. De rectoren van de 41 categoriale gymnasia hebben vorig jaar afgesproken om elkaar
volgens een vast stramien collegiaal te visiteren. In maart 2014 valt het Erasmiaans die eer te beurt.
Voorafgaand aan de visitatie dienen we een zelfevaluatie te schrijven die het uitgangspunt vormt
voor het onderzoek door de visitatiecommissie. Bij elke visitatie worden drie thema’s aan de orde
gesteld waarvan er twee op elke school hetzelfde zijn: resultaten en klassieke vorming. Het derde
thema is vrij. Wij hebben ervoor gekozen om “de extra’s voor de betere leerlingen” aan de kritische
blik van de commissie te laten onderwerpen. Op de studiedag van februari overleggen we met het
team over de inmiddels opgestelde conceptnotitie zelfevaluatie en wachten daarna in spanning af
wat de commissie ervan gaat vinden tijdens het bezoek op 31 maart.
10M Talentenklasje. Zoals afgesproken zijn we in het schooljaar 2012-2013 voor het eerst gestart
met het Talentenklasje, voor kinderen uit groep 8 die mogelijk het talent hebben voor een
gymnasiale opleiding maar een extra duwtje nodig hebben. Zij kregen elke woensdagmiddag les bij
ons door een hiervoor apart aangestelde docente (gesponsord door het Curatorium). Vooral
Nederlandse taal en algemene ontwikkeling zijn de aandachtsgebieden. Uiteindelijk zijn vijf van de 21
kinderen dit jaar (met voorrang) toegelaten tot de eerste klas. Dit schooljaar zijn we in september
opnieuw begonnen met 16 leerlingen. We hebben iets strenger geselecteerd (vooral op basis van
advies en Entreetoets) en op dit moment (januari) is er nog slechts één afvaller. Via een externe
partij (bekostigd door de Gemeente) worden dit jaar ook de ouders van de kinderen uit de
Talentenklas begeleid. Aan hen wordt geleerd hoe ze hun kind met schoolwerk kunnen helpen en
daarnaast doorlopen ze een programma dat hen samen met hun kind langs een aantal culturele
instellingen voert opdat ze een beeld krijgen van de wereld waarin hun gymnasiumkind straks
terechtkomt. Degenen die het tot het eind volhouden en positief beoordeeld worden door de
basisschool en door onze docente, krijgen opnieuw voorrang bij de toelating.
11. Gebouw
Zoals eerder beschreven, doen we het inmiddels met ca. 1170 leerlingen in het huidige, prachtige
gebouw. Dankzij de clavigeri is het ons inziens gebruiksvriendelijk en in prima staat van onderhoud.
Hieronder de plannen die we vorig jaar in het jaarplan opschreven met daarachter het resultaat:
Plannen voor 2013 (uit vorig jaarplan) en mate van realisatie:
• Onderzoek binnenklimaat en duurzaamheid. Niet gerealiseerd.
• Upgrading aula. Gerealiseerd; gefinancierd door sponsors Stichting Vrienden (€ 45.000).
• Nieuw kopieercontract. Niet gerealiseerd; voorjaar 2014.
12
•
•
•
Forum herbestraten. Niet gerealiseerd. Opgenomen in schoolbegroting 2014
Onderzoek naar kwaliteit schoonmaakcontract. Nieuw contract per 1 oktober 2013.
Vervanging deel dakgoten. Gerealiseerd uit eigen middelen
Tot een jaar geleden leefden we in de veronderstelling dat het groot onderhoud (voorheen bekostigd
door de Gemeente) gefinancierd zou worden uit de voorzienig groot onderhoud van BOOR waar de
school een aantal jaren aan heeft afgedragen. Bij de financiële reorganisatie van BOOR is deze
voorziening gesneuveld. Sterker nog: de afschrijvingslasten van in het verleden bekostigde
aanpassingen (personeelskamer en fietsenstalling) komen met ingang van 2013 terug in de
exploitatiekosten van het Erasmiaans. Het is derhalve niet aannemelijk dat de herbestrating van het
Forum uit de bovenschoolse voorziening betaald zal worden. We hebben hiervoor in de begroting
2014 een bedrag van € 20.000 gereserveerd. Om diezelfde reden hebben we afgelopen jaar de
broodnodige herstelreparaties aan de dakgoten ook zelf gefinancierd.
Plannen voor 2014:
• Nieuwe kopieerapparaten (via leasecontract).
• Herbestraten Forum.
• Renovatie meisjestoiletten tweede verdieping.
Wat ons betreft schrappen we het onderzoek naar het binnenklimaat in de lokalen. Omdat eventueel
benodigde aanpassingen financieel voorlopig toch niet haalbaar zijn en externe financiering
onhaalbaar lijkt. De grootste post uit het meerjaren onderhoudsplan: de buitenkozijnen van de
oudbouw, nemen we, met grote tegenzin, ook niet op, om dezelfde reden. De noodzaak om te
vervangen blijft evenwel zonneklaar. Zoals bekend hebben de accountants verleden jaar
afgedwongen dat onze onderhoudsvoorziening opging in de algemene reserve. BOOR is voornemens
om op alle VO scholen binnenkort door externen een nieuwe MOP te laten opstellen. Dat is mooi.
12. Financiën en begroting 2014
•
•
•
Ultimo 2012 bedroeg de algemene reserve (inclusief de voorziening groot onderhoud die op last
van de accountant moest worden opgenomen in de algemene reserve) € 1.581.491.-. Daarbij
moeten worden opgeteld de nog onbestemde (positieve) resultaten van 2010 (€ 396.215), 2011
(€ 465.397) en 2012 (€ 284.941). Samen (algemene reserve Erasmiaans per 31-12-2012):
€ 2.728.044-.
Voor het kalenderjaar 2013 hadden we een positief saldo begroot van € 69.222.-. Op het
moment van schrijven van dit jaarverslag is nog zeer onduidelijk hoeveel de feitelijke realisatie
zal bedragen. De vrees lijkt gerechtvaardigd dat het resultaat lager zal uitvallen, onder andere
door de keuze van BOOR om de overschrijdingen op de bovenschoolse voorzieningen materieel
en ziektevervanging per jaar af te rekenen met de scholen. Dat betekent extra kosten in
december 2013. Daarnaast is er een tegenvaller van de landelijke uitkeringskosten die ook nog in
2013 in het resultaat verwerkt moeten worden. De reparatie van de dakgoten hebben we zelf
bekostigd en niet zoals verwacht kunnen onttrekken uit de bovenschoolse BOOR voorziening. En
zoals al gemeld, de onverwachte afschrijvingskosten van fietsenstalling en personeelskamer (die
ook in de begroting van 2014 doorwerken).
De begroting van 2014 is een heel ander verhaal. We zijn er nog nooit eerder aan begonnen (juli
2013) maar we hebben ook nog nooit later zekerheid (eind januari 2014 op zijn vroegst). De
wisselingen in het CvB, het inwerken van de nieuwe financials bij BOOR, de vele lijken uit de kast
en de moeite die het administratiekantoor heeft om betrouwbare financiële gegevens aan te
leveren, hebben als effect: elke maand nieuwe inzichten en elke maand nieuwe spelregels. Op
het moment van schrijven lijkt het erop dat we “verplicht” zijn een positief resultaat van €
140.000 te realiseren. Of dat lukt zullen we zien als de begroting (via de MR) officieel wordt
vastgesteld, hopelijk begin februari. Op dit moment ziet het ernaar uit dat de bovenschoolse
voorzieningen bapo en (voor een groot deel) ziektevervanging worden opgeheven.
13
Consequentie: lagere afdrachten aan BOOR maar meer risico voor de school. Ook wordt zeer
waarschijnlijk afgesproken dat de (beperkte) verhogingen van de lumpsum die bekend zijn
geworden na begin november, niet gebruikt mogen worden om de uitgaven te verhogen. Dat
geldt zeker voor de incidentele meevaller uit het Nationaal Onderwijs Akkoord die voor onze
school € 257.621.- bedraagt.
13. Samenvatting (in actiepunten)
Allereerst de actiepunten zoals vorig jaar opgenomen in het jaarplan 2013 met daarachter de mate
van realisatie.
Actiepunten 2013 en mate van realisatie:
1. Vervolg functiemix 2014. Geen verplichtingen aangegaan door bemoeienis met klassenverdeling.
2. Uitbouw verrijkingsactiviteiten bovenbouw. Vorderingen gemaakt. Verder via zelfevaluatie.
3. Gemeenschappelijke onderwijskundige afstemming. Zie hieronder.
4. Gymnasiale standaard, visitatie gymnasia. Zelfevaluatie bijna klaar. Visitatie in maart 2014.
5. Implementatie iPads eerste klas. Volop in uitvoering.
6. Raamsluitingen oudbouw. Zie paragraaf gebouw. Niet uitgevoerd.
7. Definiëring openbare identiteit. Discussie afgerond. Bekrachtiging in MR januari 2014.
8. Taken mentoren vastleggen. Gerealiseerd. Bekrachtiging in MR januari 2014.
9. Aandacht voor cultuuronderwijs. Start gemaakt; voorlopige afronding via zelfevaluatie.
10. Implementatie talentenklasje. Gelukt.
11. Implementatie HO-VO Netwerk TU Delft. Netwerk is afgerond.
12. Wiskunde eerste klas (vierde uur anders inrichten?). Gerealiseerd.
13. Onderzoek leefklimaat lokalen. Afvoeren van de lijst; zie gebouw.
14. Herbestrating Forum. Begroot in 2014.
15. Verkrijgen certificaat “Veilige School”. Gelukt.
16. Upgrading aula. Gerealiseerd.
17. Herziening schoonmaakcontract. Gerealiseerd.
18. Herziening kopieercontract. Eerste maanden 2014.
Ten aanzien van punt 3 (gemeenschappelijke onderwijskundige afstemming): deze zin is een aantal
jaren geleden in het jaarplan terechtgekomen en leidt wellicht tot de misvatting dat we streven naar
een uniform concept. Het tegendeel is het geval. Het streven was vooral om onderwijs weer op de
agenda te krijgen en meer van elkaar te leren. Naar ons idee gebeurt dat op dit moment in
voldoende mate en blijven we dat stimuleren. Voorstel: niet op actielijst 2014.
Actiepunten 2014:
1. Functiemix. Samen met MR handelen aan de hand van nieuwe CAO bepalingen.
2. Verrijkingsactiviteiten. Verder ontwikkelen en borging zoeken.
3. Implementatie iPads. Uitbreiding en scholing.
4. Ervaring opdoen met nieuw toelatingsbeleid.
5. Verhogen participatie ouders m.b.t. keuzes profiel en vervolgonderwijs.
6. Aandacht voor cultuuronderwijs. Na zelfevaluatie nieuwe notitie over stand van zaken en doelen.
7. Talentenklasje. Volgen toegelaten leerlingen.
8. Herbestrating Forum. Begroot in 2014.
9. Herziening kopieercontract. Eerste maanden 2014.
10. Evaluatie en mogelijke uitbreiding sectiepresentaties na evaluatie.
11. Jaarleiderschap leerjaar 6 structureel invullen.
12. Omgaan met mogelijk nieuwe noodzakelijke bezuinigingen.
13. Mogelijk nieuw plan na uitkomsten visitatie op de drie beoordeelde gebieden.
14. Renovatie meisjestoiletten tweede verdieping.
15. Beleid alcohol en drugs, ook in relatie met feesten.
14
Kwaliteitsprofiel BOOR 2012 – 2013
Resultaten en opbrengsten Erasmiaans Gymnasium
december 2013
Organisatie: Management van medewerkers
Personeelsgegevens
Aantallen
Totaal (absoluut)
Man (%)
Vrouw (%)
OP
79
47%
53%
OOP
18
56%
44%
DIR
2
50%
50%
Gemiddelde leeftijd OP
45.4
Gemiddelde leeftijd OOP
52.8
Gemiddelde leeftijd DIR
58.0
Aantal docenten jonger dan 30 jaar
12
Percentage in tijdelijke dienst OP
10%
Percentage in tijdelijke dienst OOP
0%
Bron: Vizyr, stand 1 november betreffende schooljaar
Toelichting:
A
Ontwikkelgesprekken
Rendement: Percentage ontwikkelgesprekken
HRM- indicator BOOR
Stuurgetal: Jaarlijks wordt met alle
medewerkers een OG gevoerd (100%)
Opbrengst:
OP
85%
OOP
80%
Bron: school/locatie
15
B
Bevoegdheid
HRM-indicator BOOR
Rendement: Percentage docenten bevoegd
Stuurgetal: 85% bevoegd
Opbrengst:
1e graads bevoegdheid
72%
2e graads bevoegdheid
15%
Onbevoegd
13%
Bron: Vizyr, stand 1 november betreffende schooljaar
Toelichting: Bijna alle onbevoegden hebben wel hun studie afgerond maar zijn nog bezig met
hun (eerste graads) bevoegdheidsmaster.
C.
Werving en selectie
HRM-indicator BOOR
Rendement: Aantal docenten in opleiding (abs) Stuurgetal:
Opbrengst:
1e graads: 0
2e graads: 0
Bron: school/locatie
Toelichting:
D. Scholing
Rendement: Gerealiseerde totaal ten opzichte
van begrote scholingsuitgaven.
HRM-indicator BOOR
Stuurgetal: € 60,- per leerling
Aantal malen teamscholing in schooljaar
Opbrengst:
Begroting 2013 € 35.000
Realisatie 2013 € 28.000
Aantal malen teamscholing in kalenderjaar : 8
Bron: school/locatie, begroting en financieel jaarverslag. Stand 1 januari.
16
Toelichting: Zuinig gedaan.
E
Percentages LB, LC en LD
Rendement: verhouding LB, LC en LD
HRM-indicator BOOR
Stuurgetal: conform eisen functiemix 2011
LD 26%
LC 59%
LB 15%
Opbrengst:
LD 28%
LC 59%
LB 13%
Bron: Vizyr, stand 1 november betreffende schooljaar
Toelichting:
F
Flexibele beloning
Rendement: Aantal medewerkers OP en OOP
dat flexibele beloning heeft ontvangen
HRM-indicator BOOR
Stuurgetal:
Opbrengst:
Aantal OP/OOP: 2
Totale netto loonsom: € 1200.Bron: school/locatie
Toelichting: Halfjaarlijkse bonus à € 300.- voor twee OOP-ers in schaal 3
G
Overhead
Rendement: Omvang “overhead” (% directie
en OOP ten opzichte van OP)
HRM-indicator BOOR
Stuurgetal: percentage van de totale formatie
voor het primaire proces: 65%
Opbrengst:
Percentage primaire proces: 70%
17
H
Vacatures/niet vervulde vervanging
Rendement: Aantal uren lesuitval als gevolg
van onvervulde vacatures
HRM-indicator BOOR
Stuurgetal: Geen uitval
Opbrengst: Geen uitval
Bron: school/locatie
Toelichting:
I
Ziekteverzuim
Rendement: Verzuimpercentage en
meldingsfrequentie (ziekmeldingen per medewerker).
Opbrengst:
Ziekteverzuimpercentage
Totaal
6.2
- Kort (< 6 dagen)
Niet beschikbaar
- Middellang (6 - 42 dagen)
Niet beschikbaar
- Lang (> 42 dagen)
Niet beschikbaar
- Langer dan een jaar
Niet beschikbaar
Meldingsfrequentie
1.6
Percentage niet ziek
Niet beschikbaar
Bron: : Vizyr, stand 31 juli (periode 1-8 t/m 31-7).
J
Mobiliteit
Rendement: Aantal vertrekkende
personeelsleden (abs) uit vaste dienst
Stuurgetallen BOOR:
verzuimpercentage: <6%
meldingsfrequentie: <2 x
Gemiddelde ziekteverzuimduur
(dagen)
8
Niet beschikbaar
Niet beschikbaar
Niet beschikbaar
Niet beschikbaar
HRM-indicator BOOR
Stuurgetal: geen richtgetallen
Opbrengst:
Vertrek naar school binnen BOOR: 0
Vertrek naar school buiten BOOR : 4
Overig (pensioen, etc.): 1
Bron: school/locatie,
Toelichting:
18
2. Organisatie: Management van processen
Activiteit
J/N
Opmerking
A
Onderwijstijd behaald (zie VVV)
J
B
Incidentenregistratie uitgevoerd
N
C
Website geactualiseerd
J
D
Ontruimingsoefening gehouden
J
E
Ontruimingsplan actueel
J
F
Meerjarig onderhoudsplan uitgevoerd
N
Onvoldoende budget
G
Norm aantal BHV-ers behaald
N
13 BHV-ers
H
RIE actueel
J
Certificaat Veilige School
toegekend gekregen.
I
VVV geactualiseerd
J
J
Schoolkompas geactualiseerd
J
K
Zorgplan geactualiseerd
J
L
Leerplichtwet : voldoen aan regels
J
Niet verplicht
Bron: school/ locatie, stand 1 juli
Toelichting:
3. Resultaat: Tevredenheid
KSB BOOR
Rendement
Stuurgetal
Resultaat
Medewerkers
De algemene tevredenheid uitgedrukt in
een enkel rapportcijfer (2013)
>7
7.8
Leerlingen
De algemene tevredenheid uitgedrukt in
een enkel rapportcijfer (2012)
>6,5
7.1
Ouders
De algemene tevredenheid uitgedrukt in
een enkel rapportcijfer (2012)
>7
8.1
Bron: PTP 2013; LTP 2012; OTP 2012
Toelichting:
19
4
Resultaat: Opbrengsten en rendement onderwijs
A
Examens
BOOR
Onderdeel
KSB
Stuurgetal
Resultaat
1. Slagingspercentage VWO
Hoger dan 90%
97 %
1. Gemiddeld cijfer CE VWO
6,5
6.9
1. Verschil SE-CE VWO
Maximaal 0,5
0.03
1. Gemiddelde CE Nederlands VWO
Minimaal 5,5
6.5
2. Gemiddelde CE Engels VWO
Minimaal 5,5
7.3
3. Gemiddelde CE Wiskunde B VWO
Minimaal 5,5
7.3
Bron: school/locatie, 1 juli
Toelichting:
B
Opbrengstenkaart
Rendement: Score onderbouw/bovenbouw
KSB BOOR
Stuurgetal: beide voldoende
Opbrengst: voldoende
Bron: school/locatie, 1 juli
Toelichting:
C
Inspectie
Rendement: Resultaat PKO
KSB BOOR
Stuurgetal: Uitkomst leidend tot
basisarrangement
Opbrengst: Basisarrangement
Bron: school/locatie, stand 1 juli
Toelichting:
20
D
In en uitstroom leerlingen(abs.)
Streefwaarde school
Opbrengst
Instroom eerste leerjaar
210
210
Instroom overige leerjaren
n.v.t.
3
Doorstroom
93,5% (ob 92%; bb 95%)
94.4%
Examenkandidaten
174
VAVO
2
Bron: locatie, stand 1 november (instroom) en 31 juli uitstroom examenleerlingen
Toelichting:
E
Kwaliteit instroom eerste leerjaar naar advies PO (abs.)
Streefwaarde
Opbrengst
HAVO/VWO en VWO
100%
VMBO-T/Havo
Havo
Havo/VWO
VWO
Bron: school/locatie, stand 1 november (instroom)
Toelichting:
F
Taalbeleid
Rendement: Effectiviteit Taalbeleid
KSB BOOR
Stuurgetal: bestuurlijke afspraken
zie gem. DIAtaal en CSE per school/locatie
Opbrengst:
Zie: format ROB/Beter Presteren 2012 – 2013 gemiddelden per locatie
Het Erasmiaans voldoet zowel m.b.t. de absolute scores als m.b.t. de groei aan de bestuurlijk
en stedelijk gestelde doelen zowel t.a.v. Taal Effect als t.a.v. CE.
Bron: bestuur /school/ locatie niveau CED rapport Diataal toetsen; DIAteks en DIAwoord
Toelichting:
21
G
Rekenbeleid
Rendement: Effectiviteit rekenbeleid
KSB BOOR
Stuurgetal: BOOR en bestuurlijke afspraken
Zie: gem. CSE per school/locatie , ABC toets en
rekentoets voorexamenjaar
Opbrengst:
Het gemiddelde CE wiskunde resultaat is ruim voldoende:
-
Wiskunde A: 7.18
Wiskunde B: 7.31
Wiskunde C: 7.01
Bij de ABC toets scoren de leerlingen gemiddeld 25 van de 30 opgaven goed. Dat is ruim
voldoende.
Bij de Rekentoets “slaagde” 92% in het voorexamenjaar. De resterende 8% heeft nog
voldoende herkansingsmogelijkheden.
Bron: school/ locatie, rapportage ABC toets/ VAS en rekentoets in voor examenjaar
Toelichting:
22