? schip en werf 14-daags tijdschrift, gew ijd aan Scheepsbouw , Scheepvaart en Havenbelangen O v e r n e m in g v a n a r t i k e l e n e n z . t o e s t e m m i n g v a n d e u it g e v e r s boden. zonder is v e r Jaarabonnem ent (bij vooruitbetaling) ƒ 40.75 buiten Nederland ƒ 67 25 losse num m ers f 2.95 van oude jaargangen ƒ 3.75 (alle prijzen ind. BTW) O R G A A N VAN: NEDERLANDSE VERENIG ING VAN TECHNICI O P SCHEEPVAARTG EBIED - CENTRALE BÓ ND VAN SC H EEPSBO UW M EESTER S lN NED ERLAND - N A T IO N A A L INSTITUUT VO O R SC H EEP VAART EN SC H EEPSBO U W - NED ERLANDS S C H EEPSBO U W KU N D IG PROEFSTATION REDACTIE ir J N Jo u stra , p ro f. Ir J.H K rie te m e ije r, p ro f d r ir. W .P.A van L a m m e re n en J.G F W arris - REDACTIE-ADRES: Postb 25123, Burg. s'Jacobplem 10. R otterdam -2, Tel 36 54 17 UITG EVERS W VT - R O T T E R D A M -6 Tel 76 2 5 6 6 *. P ie te r de H o o c h w e g 111. T e le x 2 1 4 0 3 . P o s tr e k e n in g 5 8 4 5 8 Tweeënveertigste jaargang - 4 juli 1975 - no. 14 Binnenvaart zoekt ruimte in Rotterdam De organisaties voor de N ederlandse bin nenvaart beginnen zo langzam erhand on geduldig te worden over de situatie in de haven van Rotterdam . Die laat naar hun mening veel te wensen over. Al jarenlang klagen de schippers dat het in de eerste w ereldhaven ontbreekt aan voldoende ruimte voor de binnenvaart en de situatie is er nu zo nijpend gew orden dat een bin nenschipper in feite niet langer dan twee dagen in Rotterdam zou kunnen liggen, omdat hij - statistisch gezien - dan weer zijn plaatsje zou moeten inruimen voor een collega. Wij herinneren ons de ja a r vergadering van ’Schuttevaer’, die een jaar geleden in Rotterdam werd gehouden; toen al hoorde men overal een krachtige kritiek op de houding van het stadsbes tuur, dat over deze kwestie niet realistisch genoeg zou denken. Toen echter hadden de schippers nog uitzicht op een alleszins bevredigende oplossing voor hun proble m en, maar inm iddels is ook deze verw ach ting de bodem ingeslagen. De binnenvaart-organisaties hebben in de kranten moeten lezen, dat de zogenaam de Puntzakhaven, w aarop zij m et enig recht al enkele jaren hun hoop hadden geves tigd, niet door kon gaan. De gem eente Rotterdam had voor dit terrein, dat begre pen is tussen de randgem eenten IJsselmonde en Bolnes en vandaar uit diep het binnenland zou indringen (daarom de naam ’Puntzak’) een andere bestem m ing vastgesteld. De terreinen zullen nu wor den gebruikt voor de stadsuitbreiding, specifiek de bouw van de geheel nieuwe wijk Beverw aard. De binnenvaart was over deze beslissing, die haar nota bene niet officieel ter kennis kw am , bijzonder verbolgen. Drs. J. W. Thissen van het C entraal Bureau voor de Rijn- en binnenvaart zegt, dat de gem eente Rotterdam te lang het standpunt heeft ge handhaafd, dat de binnenschipper zichzelf wel redt. Dit is ook de m ening van de S en W. 42e jaargang no. 14 1975 W erkcom m issie ligplaatsen binnenvaar tuigen in het Rotterdam s havengebied, die overigens w eer een aantal nieuwe con structieve suggesties aan het stadsbestuur wil voorleggen. Een daarvan is de uitbag gering van het eiland Brienenoord, w aar door men de beschikking zou krijgen over zestig ligplaatsen. Voorts denkt de com m issie aan de bouw van een ponton in de Rijnhaven, zoals dat al gebeurd is in de M aashaven. Deze oplossing is goed voor enkele tientallen ligplaatsen. Tenslotte vraagt de com m issie zich af waarom nog langer grote lappen kade en w ater voor de binnenvaart in de Parkhaven gesloten blij ven, omdat de twee oude passagierssche pen Jan Backx en Seven Seas daar nog altijd liggen. Om met de eerste te begin nen, de Jan Backx staat inderdaad op de nom inatie om binnenkort te worden ge sloopt. Het schip is nu echt oud geworden en een volledige herbouwing van dit ’school- en conferentievaartuig' acht men niet m eer verantwoord; de opleidingen daar krijgen t.z .t. een nieuwe behuizing. Achter de Backx ligt het logem entsschip Seven Seas, dat destijds niet weg m ocht, om dat de toenm alige w ethouder van de haven Viersen het een attractie voor de toeristische bezoeker van de haven noem de. D aar mag men echter wel een vraagte ken achter plaatsen; de m eeste toeristen zien het schip nauwelijks, zij gaan na aan kom st meestal onm iddellijk met de lift om hoog naar de toppen van de Euromast en kijken vandaar ver over de Seven Seas en de Backx heen. De suggestie van de binnenvaart om Brie nenoord uit te baggeren, wordt door de gem eente een weinig haalbare kaart ge noem d. Het werk zou miljoenen kosten. Bovendien maakt Brienenoord deel uit van een aantal alternatieve recreatieplannen van de stad R otterdam , waarvoor nog een bestem m ing moet worden gevonden. O verigens wel een heel bijzondere recrea tie, want men zou eventueel van Brienen oord een sex-eiland willen maken! D aar zou men eventueel de prostitutie heen willen dw ingen, die men uit Katendrecht wil verdrijven. O f dit plan ooit een kans van slagen m aakt, weten wij niet. Het is echter wel zo, dat de gem eente zich geplaatst ziet voor het dilem m a een keuze te maken tussen bordeel en binnenschip; beide hebben in een grote w ereldhaven hun eigen specifieke taak (!) De geïrriteerdheid van de binnenschippers is echter wel begrijpelijk. Een ja ar geleden kwam het O penbaar Lichaam ’R ijnm ond’ met een rapport over het welzijn in stad en haven. O ver de binnenvaart geen woord. M aar niem and zal toch ontkennen, dat de Rotterdam se haven zijn bestaansrecht mede heeft ontleend aan de binnensche pen, die hier komen om de goederen uit het zeeschip te halen o f daar naar toe te brengen? Daarbij speelt het geen rol o f men te maken heeft met een schip uit Al- Inhoud van dit nummer: Binnenvaart zoekt ruimte in Rotter dam IMCO code voor de bouw en uitrus ting van schepen, die vloeibaar ge maakt gas in bulk vervoeren Het vijfjarig bestaan van Seatrain’s containerdienst Nieuwsberichten 267 melo of'een uit M annheim. Voor beide is de functie in het Rotterdam se gebied evi dent. Het havenbedrijf is van m ening, dat de meest geëigende oplossing nog zou zijn, wanneer men de binnenvaart meer buiten de stadskern zou trekken. In de Europoort is nog wel enige ruimte. Er wordt bijvoorbeeld gedacht aan de Beneluxhaven en aan een wachtplaats in het Hartelkanaal bij de Dintelhavenbrug. Deze wordt bestemd voor het nieuwe G EM -bedrijf aan de Dintelhaven. Daar mee zal het totaal aantal ligplaatsen (930 in de oude havens en 100 in Botlek en Europoort) met enkele tientallen uitge breid kunnen worden. Hoe zeer de betrokkenheid van Rotterdam met het achterland is, behoeven wij nau welijks uiteen te zetten. Vooral in de da gen van de energiecrisis is gebleken wat een em inent transportm iddel de binnen vaart eigenlijk is, omdat zij m inder dan andere vervoersm ogelijkheden (zoals bij voorbeeld het wegvervoer, spoor of vlieg tuig) het slachtoffer is geweest van de ko lossale kostenverhogingen. Uiteindelijk beschikt men in de binnenvaart over een relatief goedkope vervoersm ethode, die ook in de kom ende jaren niet aan grote kostenstijgingen onderhevig zal zijn. Zo althans hebben enkele gerenom m eerde in stituten becijferd. Trouw ens, het idee dat de binnenvaart niet m eer van deze tijd zou zijn, is al lang achterhaald door de berich ten over de jongste ontwikkelingen. Wij behoeven niet verder te gaan dan Duits land, om te zien dat men daar op particulier-, stedelijk en overheidsniveau op grote schaal bezig is om de binnen scheepvaart de faciliteiten te verstrekken, die zij voor een optimale bedrijfsuitoefe ning nodig heeft. In Rotterdam was on langs een gezelschap vakjournalisten uit Keulen; zij kwamen er, zoals een van hen dit op fluistertoon m ededeelde, om naar 'h u n ’ buitenhaven te kijken. Rotterdam is traditioneel de haven geweest die Keulen heeft gebruikt voor zijn import en export. ’Juist deze haven is zo interessant, zo ver volgde deze journalist, omdat zij ons Keulenaren niets kost. Van onze kant komen wij natuurlijk wel met de klandizie’. Sleepboot ’BUNI’ (4000 pk) gedoopt Tew aterlating Buni Nieuwe eenheid voor Sm it International (Antilles) NV Op 12 juni 1975 is de zware kust/havensleepboot Buni (4000 pk) gedoopt en tewater gelaten bij de BV Scheepsw erf en M achinefa briek ’De M erw ede' v/h Van Vliet & Co. te HardinxveldGiessendam . De doopplechtigheid werd verricht door M evrouw E. H. I. Tanis-W eisbard, echtgenote van de directeur van Bullenbay M a rine Services NV. De sleepboot is bestemd ter uitbreiding van de vloot van Smit International (Antilles) NV, één van de snelgroeiende dochter maatschappijen van de Smit Internationale Groep. De B uni, die de naam draagt van een plaatselijke vissoort, heeft de volgende afmetingen: lengte over alles 35,40 m ., breedte 10 m ., holte 4,30 m ., maxi mum diepgang 4 ,3 0 m. De voortstuw ing geschiedt door twee Allen-motoren die twee verstelbare schroeven aandrijven. Deze schroeven draaien in straalbuizen. D eB uni is uitgerust met speciale Becker-roeren, zodat een extra grote wendbaarheid is gegarandeerd. Het schip is voorts uitgerust met een brandblusinstallatie met drie monitors. De Buni is, in tegenstelling tot het zusterschipP iku, voorzien van een sleeplier. Smit International (Antilles) NV heeft kort geleden nog twee kleinere zusterschepen, elk met een vermogen van 2500 pk, besteld bij de NV scheepsw erf ’De H oop’ in HardinxveldGiessendam . 2 68 Zusterschip Piku Met de omschrijving van deze relatie is in feite aangegeven waar het hier om gaat. Een haven als Rotterdam leeft bij de gratie van het enorm e w aterwegen-net dat van haar m ondingsgebied naar het binnenland uitstraalt. Dat begreep men al in de vijf tiende eeuw , en men zal het ook thans in deze eeuw voor ogen moeten houden. Voor de binnenvaart moet in het havenge bied altijd een plaats zijn. Straks wanneer de grote waterwegen door Europa de ene zee met de andere gaan verbinden, zal het meer dan ooit noodzakelijk zijn om over faciliteiten te beschikken, w aardoor deze toestrom ing en doorstrom ing feilloos en efficiënt kan geschieden. De binnenvaart moet daarom terdege serieus worden ge nomen, ook al zou dit betekenen, dat het tegemoetkomen aan haar wensen een streep zou halen door reeds opgestelde herstructureringsplannen. Uiteindelijk leggen de baten van een vlot functione rend wisselverkeer binnenvaart/zeevaart voor een stad als Rotterdam zeer veel ge wicht in de schaal. De J. IMCO code voor de bouw en uitrusting van schepen, die vloeibaar gemaakt gas in bulk vervoeren (gastankercode) door ir. C. van Dam, Hoofdingenieur A Directoraat-Generaal Scheepvaart Voordracht gehouden voor de N ederlandse Vereniging van Technici op Scheepvaartgebied voor de afdelingen Rotterdam , A m ster dam en G roningen, resp. op 2 0 en 21 feb ru a ri en 18 m aart 1975. Inleiding Reeds voor het tot stand kom en van de ’’Code voor de bouw en uitrusting van schepen, die vloeibare chem icaliën in bulk vervoeren” (Bulk C hem icals Code) werd behoefte gevoeld aan een internatio nale regeling betreffende de veiligheid van gastankers. Enerzijds is dit vervoer econom isch gezien van grote betekenis, niet alleen voor de energievoorziening, doch ook voor de voorziening van de chem ische industrie met grondstoffen en halffabrikaten, zoals am m oniak, vinylchloride en butadiëne. A nderzijds biedt dit vervoer bepaalde risico ’s voor de opva renden, derden en het milieu indien het gas door een ongeval bij de overslag o f bij een aanvaring onbedoeld zou vrijkom en. Deze risico’s brachten in verscheidene landen de overheid er toe regels te stellen voor dit gasvervoer. D aar de plaatselijke om standigheden en m eningen nogal uit een liepen (en lopen) dreigden er onder- ling verschillende en zelfs tegenstrijdige regelingen te ontstaan. Dit werd voor de Intergouvernem entele C onsultatieve Or ganisatie (IM CO) aanleiding het ontw ik kelen van een ’’G astankercode” ter hand te nemen. Intergouvernem entele C onsultatieve O rganisatie (IM CO ) Hierboven werd de Intergouvernem entele C onsultatieve O rganisatie (IM CO) reeds genoem d. IM CO is een gespeciali seerde organisatie van de Verenigde Na ties en is als zodanig ondergeschikt aan de Econom ische en Sociale Raad (ECOSO C). D eze laatste is weer ondergechikt aan de Algem ene V ergadering van de Verenigde N aties (V .N .). IM CO is bij verdrag van 1948 opgericht, welk verdrag eerst in 1958 van kracht w erd. Het doel van IMCO is onder meer internationale regelingen voor de scheep- vaart te treffen. Dit kan door middel van een verdrag o f een aanbeveling. Bij een verdrag zijn alle verdragspartners aan het verdrag gebonden. Dit zal een uniforme regeling bevorderen. Een nadeel van een verdrag is dat het tot stand kom en, van kracht worden en zonodig am enderen (w ijzigen) een zeer langdurige procedure vereist. Een verdrag komt in het algemeen tot stand op een internationale conferen tie, w aaraan enige jaren voorbereiding aan vooraf dient te gaan. Na het tot stand komen van een verdrag duurt het meestal enige jaren totdat vol doende ratificaties binnen zijn om het ver drag volgens de daarin gestelde regels van kracht te doen worden. In vele landen is voor ratificatie een actieve o f stilzwij gende goedkeuring van het parlem ent ver eist. Een aanbeveling kan via een veel kortere procedure binnen een V .N . organisatie tot 1) O rganisatiestructuur IM CO Organisatiestructuur IMCO. ASSEMBLY 4 COUNCIL 4 4, L E GAL COMMITTEE - MARINE ENVIRONMENT PROTECTION COMMITTEE FACILITATION COMMITTEE G r oup E x p e r t s on Se a r c h and Rescue. SAR. Panel of E x p e r t s on Maritime Satellites. MARSAT. 1 -----SC on SC on S t andards L ife Sav i n g Tr a i n i n g A p pliances, and W atch- LSA. keeping. 4/ STW. W .G r . on r e v i s i o n of C h a p t e r III 4« SC o n Radiocom. munications COM. J SC o n Sa f e t y of navigation NAV. Ad H oc W o r k i n g G r o u p o n the R e v i s i o n of SOLAS. SOLAS. 37 SC on the Carriage of D a n g e r o u s Goods. 31 SC on Cargoes and Con. tainers. CDG- IM C O /F A O /U N E S C O / W M O / W H O / I A E A / U N joint G r o u p of E x p e r t s on the Sc i e n t i f i c A s p e c t s of M a r i n e P o l l u t i o n (GESAMP) I M C O / I LO C o m m i t t e e o n T r a ining Joint F A O / I L O / I M C Q M e e t i n g of C o n s u l t a n t s on S a f e t y of F i s h i n g Vessels. Joint I M C O / I HO C o m m i t t e e on Rad i o N a v i g a t i o n a l Joint I M C O / I A L A C o m m i t t e e o n U n i f i c a t i o n of B u o yage Warnings. Systems. Joint I M C O / E C O R / I A P S O / I S S C / I U T A M / I O C A d - H o c Gro u p for the Study of E x t ernal F o r c e s A f f e c t i n g Ships.___________________ S en W . - 42e jaargang no. 14 - 1975 BC. T -------SC on Ship D e s i g n and E q u i p ment . DE. , W.Gr. o n - Bulk Chemicals. Joint COMMITTEE ON TECHNICAL COOPERATION W.Gr. o n t e v i s i o n of C h a p t e r II Part C. W.Gr. o n Nov e l Typ e s of Craft 37* SC on Subdivision and S t a b i lity STAB. --- -j.---SC o n Fire P r o t ection. FP. SC on S afety of Fishing Vessels. PFV. stand kom en, doch heeft geen bindende kracht. Toch heeft het bestaan van een aanbeveling een gunstig effect doordat in vele landen indien een regeling wordt ge troffen de aanbeveling zal worden ge volgd. O verigens is het streven op den duur vele aanbevelingen te consolideren in een verdrag, w aarbij het werken m et de aanbeveling een uiterm ate nuttige oefe ning is om tot een uitvoerbaar verdrag te kom en. Het ligt in de bedoeling de ” Gastankercode” als aanbeveling het licht te doen zien. IM CO is niet de enige specialistische or ganisatie van de V .N . Bij haar w erkzaam heden zal IM CO in vele gevallen overleg m oeten plegen met andere specialistische organisaties van de V .N . zoals bijvoor beeld: de V oedsel- en Landbouw organisatie (FA O ) te Rom e betreffende visserijzaken; de w ereldgezondheidsorganisatie (W HO) betreffende m edische verzorging; de Internationale A rbeidsorganisatie (ILO ) te G enève inzake bem anningskw esties enz. Voor m eer algem ene gegevens betref fende V .N . organisaties m oge worden verw ezen naar [1], De interne organisatie van IM CO is w eer gegeven in tabel 1. In principe geeft de A lgem ene V ergadering (A ssem bly) een opdracht aan een com m issie, die deze opdracht verder reikt aan een sub com m issie. V oor om vangrijke w erk zaam heden wordt veelal een ad hoe w erk groep gevorm d, w elke m et zo m ogelijk beperkt ledental een ontw erp-regeling dient te m aken. W erkgroepen, sub com m issies en com m issies brengen re gelm atig verslag uit over de stand van de w erkzaam heden. Een afgerond ontw erp m aakt tenslotte de gang van beneden naar boven. Op het ogenblik van schrijven is het eerste deel van de G astankercode voor ’’nieuw e” schepen de M aritiem e Veiligheidscom m issie gepasseerd. Dit ontw erp w ordt aan de A lgem ene V ergadering, welke in novem ber 1975 zal bijeenkom en, aangeboden. In de linker-onderhoek van tabel 1 zijn nog enige gezam enlijke com m issies van IM CO met andere organisaties genoem d. Lid van 1MCO kunnen worden: alle staten uitgenodigd ter C onferentie in 1948 te G enève; alle lid-staten van de V .N .; alle andere staten op aanbeveling van de C ouncil, m its goedgekeurd door 2/3 van de leden van IM CO . Tenslotte moge nog een enkele opm erking over de w erkzaam heden van 1MCO vol gen. Een enkele maal treft men uitdruk kingen aan als: ’’door IM CO goedge k eurd” . Dit is onjuist, slechts de nationale overheid o f een door die overheid gem ach tigd persoon o f orgaan kan een goedkeu 270 ring verlenen, eventueel op basis van een IM CO aanbeveling. De risico’s die deze gassen bij vrij komen bieden zijn: G assen. In tabel 2 zijn de belangrijkste te vervoe ren gassen gegeven. In de tabel zijn twee groepen te onderscheiden: brand en explosies, giftigheid, bijtende w erking, reactiviteit met andere stoffen, in de stof zelf vooral polym erisatie, en cryogene eigenschappen. 1. grondstoffen voor de chem ische indus trie; en 2. brandstoffen. In [2] w ordt een sam envatting van een aantal studies betreffende de gevolgen van het vrij kom en van grote hoeveelheden LNG gegeven. O p enkele eigenschappen moet de aan dacht worden gevestigd; zoals op de kriti sche tem peratuur en over het algem een lage soortelijk gew icht. Boven de kriti sche tem peratuur kan het gas wel wordën sam engeperst, doch niet vloeibaar w orden gem aakt. V ervoer o f opslag bij hogere dan de kritische tem peratuur vereist ö f zeer hoge druk ö f een groot volum e. H et lage soortelijk gew icht brengt m et zich m ede, dat de capaciteit van een schip m eer door het ladingvolum e dan door het ladinggew icht wordt beperkt. Uit de grafiek in figuur 1 valt een scala van m ogelijkheden van com binaties van tem peratuur en druk tijdens het vervoer af te lezen. Hierbij wordt opgem erkt, dat de keuze van de druk en tem peratuur tijdens het vervoer bepaald w ordt door de walopslag, vooral die aan de ontvangende zijde. In het begin, vooral bij het L .P .G .v e r voer, was dit vooral opslag onder druk, hetgeen mede werd bepaald door naar huidige opvattingen kleine eenhe den. V ervolgens kw am de stap naar semi- 2) E igenschappen van gassen Stof acetaldehyde Kook punt bij atm. druk in °C Kriti sche tempe ratuur in °C in t/m Datnpdichtheid in verh. tot lucht O <1 Explosiegrenzen in lucht in vol. Z 4-57 Viampunt (3 Ontstekingstemperatuur (4 -38 tl 85 +20 + 188 0,80 1,52 ammoniak(watervrij) -33 + 132 0,68 0,60 15-28 ? +630 ethylchioride + 12 *187 0,91 2,20 2,6-14,8 -50 +510 etheen -104 + 9 0,57 1,00 2,7-34 -16 +425 etheenoxide + 11 +196 0,88 1,52 2,6-100 -18 +440 chloor -34 + 144 1,56 2,40 niet brandbaar d imethylamine {watervrij) + 7 ♦ 165 0,65 bij 1,7 at. 1,55 2,8-14,4 methylbromide + 4 + 194 1,70 bij 1,9 at. 3,27 8,6-20 moeilijk +538 brand baar methylchloride -24 + 141 0,92 bij 5 at. 1,78 7,1-18,5 -24 zwaveldioxide (watervrij) -10 + 157 1,46 2,26 niet brandbaar stikstof -196 -147 0,8 0,97 niet brandbaar ^inylchloride - 14 +158 0,97 2,16 3,8-29,3 -77 +473 ethaan -89 + 32 0,55 1,04 3,6-15,5 zeer laag +515 +365 2 O CW Soor telijk gewicht ? +400 +625 n - butaan -1 + 152 0,60 2,05 1,5-8,5 -60 butadiëne -4 + 162 0,65 1,87 1,1-12,5 -85 +415 buteen -6 + 146 0,62 1,94 1,6-10 -12 +440 methaan(LNC) -161 -83 0,42 0,55 5-16 zeer laag +595 +450 i ! methylacetyleenpropadiëne mengsel -20 (MAPP-gas) bij 0 -164 C ♦ 120 0,62 1,48 3,4-10,8 7 propaan -42 +97 0,58 1,56 2,1-9,5 -42 +470 ^propeen -48 +92 0,61 1,49 2-11,7 -48 +455 (1 Temperatuur, waarboven het gas niet meer vloeibaar kan worden gemaakt. (2^ Bij het kookpunt onder atmosferische druk, tenzij anders aangegeven. O Het vlampunt is de temperatuur, waarbij een vloeistof zoveel damp ontwikkelt, dat het gas luchtmengsel boven de vloeistof kan worden ontstoken. De bepaling geschiedt volgens ge standaardiseerde methoden. (4^ De laagste temperatuur, waarbij een ontvlambaar gas - luchtmengsel kan ontstoken worden door een voorwerp, dat die temperatuur heeft. gekoeld vervoer en daarna naar gekoeld vervoer onder atm osferische druk. Tankinhoud (m^) Land totaal (J_ Bestaande en bestelde gasschepen Uit tabel 3 zijn de landen met de meeste gastankers goed te zien: Denemarken met veel kleinere schepen, Italië m et eveneens veel kleinere schepen, Japan met belangrijke gasinvoer, Liberia, Panam a goedkope vlaggen, Noorwegen belangrijkste crosstrader, Spanje en Engeland veel grotere schepen. Het behoort tot de goede toon in een arti kel als dit een prognose te doen over toe komstige ontwikkelingen. In afwijking van deze gew oonte wordt slechts opge merkt dat op korte term ijn een overcapaci teit voor de meeste gassoorten aanwezig is. Veel prognoses zijn gebaseerd op po tentiële ontw ikkelingen, waarbij nog vele meningsverschillen zijn over prijzen, fi nanciering en dergelijke. Ook politieke problem en spelen een belangrijke rol, vooral indien in aanm erking wordt geno men dat gas-projekten in principe over ten m inste 15 a 20 jaar dienen te lopen. Ik moge overigens verwijzen naar een publikatie van Boudet [5], Types gastankers. Het oudste type gastanker is ongetwijfeld het type met drukhouders; waarbij ge bruik werd gem aakt van rechtopstaande vaten. De inrichting is zeer eenvoudig, veelal zonder laad- en losleidingen, met directe aansluiting aan de tanks. Lossen gebeurde vroeger nogal eens door ver dringing van het vloeibaar gas met water. B lijkbaar waren de specificatie-eisen nog niet hoog. Later is m eer gebruik gemaakt van liggende cilindrische en /o f kegelvor mige tanks, zie figuur 2. Hierbij kwam een ontwikkeling met additionele tanks aan dek en de zogenaam de Siam ese tweelingtanks. Schepen met drukhouders zijn ALGERIJE 1 ARGENTINIË 2 1000-5000 - - - - 5000-25000 25000-100000 Groter dan 100000 - 2 E2J - AUSTRALIË 2 1 1 - - - BELGIË - - - - - - BRAZILIË 6 1 5 - - - CHILI 4 3 1 - - - CUBA 1 1 - - - - CYPRUS 1 - - 1 - - 19 10 - - - - 2 - 1 - [2] - 1 Li 3 1 DENEMARKEN 29 FINLAND 2 FIJI 1 8 FRANKRIJK WEST-DUITSLAND GRIEKENLAND ITALIË JAPAN LIBERIA MEXICO 10 [33 - - - 3 4 - 2 - - C2] C O 8 4 - - - 10 17 1 4 - - 12 4 5 r z3 85 46 18 D'i 4 5 2 Ei] - 1 Li 3 1 NORWEGEN 46 po] 5 PANAMA 17 12] NEDERLAND - D3 32 143 5 L'l E '] 7 4 EÜ 1 . 18 [3] - 2 - CD 2 C4] - C2] Ci7 6 3 3 A 1 3 2 1 - - - PORTUGAL 2 - 2 - - - SINGAPORE 1 - 1 - — - 1 16 - 1 - 1 3 1 - - SPANJE 18 ZWEDEN 5 EU [ij THAILAND 1 1 - - - - TONGA 1 - 1 “ - - TURKIJE 2 1 1 " - - U.S.S.R. 2 - 2 - - ENGELAND 30 C‘1 5 4 6 U.S.A. 1 07] - - 1 - VENEZUELA 2 - 2 - - 406 TOTAAL (] D>S] 152 [ - ] 160 f4] A3 CQ Cv] - - - 2 21 [ O r o PHILLIPIJNEN 15 [2] - EU Z2l - Ofl 40 - & ï) 1 DO De getallen tussen haken geven de bestelde schepen aan. 3) O verzicht van bestaande en bestelde gasschepen einde 1974. - bron: (3) ook wel ingericht voor halfgekoeld ver voer. Dit houdt w eer verband met de aard van de opslag aan de wal. Schepen met prism atische onafhanke- 1) Verband tussen de verzadigde dam pdruk en tem peratuur van enige gassen. T e m p e ra tu r S en W . - 42e jaargang no. 14 - 1975 E 2] 0-1000 lijke tanks voor gekoeld vervoer vormen een groot gedeelte van de L .P .O . vloot, zie figuur 3. De tanks worden in het schip over een beperkt gedeelte ondersteund en 2) D oorsnede door een schip met liggende cilindrische tanks. [• c] 271 Detail Querschnitt 4) D oorsnede door een schip m et prism atische alum inium tanks, houten isolatie en een tw eede w and van triplex. vastgehouden tegen langs- en dw ars scheepse bew eging. De ondersteuning dient zodanig te zijn, dat de tank vrij kan krim pen. De tanks zijn meestal geïsoleerd m et een kunststof schuim . Veel gebruikt worden polyurethaanschuim , polyvinylchlorideschuim en po lystyreenschuim . De tanks kunnen voor L .P .G . tot -55 °C worden gem aakt van koolstof-m angaanstaal wat een relatief eenvoudige fabricage betekent, De koe ling gebeurt over het algem een door de dam p uit de tank samen te persen en af te koelen, w aardoor het gas w eer vloeibaar wordt. De condensor wordt veelal gekoeld door een koelsysteem met freon. Op dit punt past een nadere toelichting over het "secondiary b arrier” o f ’’tw eede w and” concept. De gedachte is, dat in dien een tank door enige oorzaak zou gaan lekken het vloeibare gas door een vol gende wand dient te w orden opgevangen. Bij de L .P .G .’s blijkt het eenvoudigste systeem te zijn de rom p rond de tanks eveneens van staal te m aken, dat bestand is tegen lage tem peraturen. Bij brandbare gassen is de ruim te rond de tanks gevuld met inert-gas. V oor L .N .G . werd door ESSO een sys teem met een vrijstaande dubbelw an dige tank ontw ikkeld, waarvan slechts één schip werd gebouw d: Esso Brega. D oor Mc M uilen (U .S .) werd ook een dubbelw andig alum inium tank ontw or pen, doch nooit gebouw d. Aan de ’ 'tw eede w and” eis wordt voldaan door de dubbelw andige tank. Vooral de constructiedetails zijn niet eenvoudig, evenals het probleem van tem peratuurspanningen. d e t de kom st van L .N .G .- (Liquefied Naural Gas - grotendeels m ethaan) bleek de onstructie als voor L .P .G . niet bruikbaar, loordat het koolstof-m angaanstaal niet iruikbaar bleek. In principe staan de vol lende m aterialen ter beschikking: 272 staal met 9% nikkel, alum inium -m agnesium legering, roestvrij staal 18 - 8, en invar, een ijzer-legering met 36% nikkel. Bij een van de eerste schepen: Jules V em e werd gebruik gem aakt van cilindrische recht-opstaande alum inium tanks met balsa isolatie en een tw eede wand van triplex. Dit concept bleek te duur. M eer succes had het systeem ’’C onch” met prism atische verstijfde tanks van alum inium legering. De isolatie is hout, de tw eede wand van triplex. Het eerste schip was de M ethane Pioneer (thans A risto teles). Het schip was niet voorzien van koeling. Het door toestrom en van warmte verdam pende gas werd eenvoudig afge blazen. Bij de volgende schepen M ethane Princess en M ethane Progress werd het verdam pte gas gebruikt in de ketels, wat een besparing op de brandstof oplevert. K oelinstallaties voor L .N .G . zouden nogal veel verm ogen vragen. Dit zal eerst lonend w orden bij een andere verhouding tussen de prijzen van L .N .G . en bunkero lie. De m em braansystem en zijn vooral in Frankrijk ontw ikkeld, zie figuur 5. De iso latie is hout. Er zijn twee m em branen van roestvrij staal 1 8 - 8 , dikte 1,5 mm. Om het krim pen op te vangen is de m embraan in tw ee richtingen geplooid. H et grote probleem bij de m em braansys tem en is de bevestiging van de dunne m em branen zodanig, dat deze gedurende het leven van het schip niet door verm oei ing vernield w orden. Later w erd overge gaan op een systeem m et één m em braan. De tw eede wand is hierbij van triplex. Dit systeem werd door Technigaz in sam en w erking m et Conch ontw ikkeld. In het bijzonder m oet nog w orden gew ezen op de m anier van aanbrengen van de houten isolatie, nam elijk in voorgefabriceerde panelen, bevestigd op een w egering. De naad w ordt m et een ingelijm de P .V .C .w ig afgedicht, welke met een triplex sluit plaat w ordt afgedekt. Deze constructie blijft goed zolang deze droog is. Komt dooreen scheurtje w ater in de isolatie dan gaat het hout trekken en kan de p.v .c.-w ig worden vernield. Figuur 6 geeft een indruk van de afm etingen van de tanks (zie personen). Aan de hand van figuur 6 zou ik willen wijzen op het pro bleem van plaatsing van pom pen en lad ders. Aan de dom wordt hiervoor een vakw erkconstructie opgehangen, welke onder in de tank zijdelings m oet worden gesteund. Een ander m em braansysteem is dat van Gazocean met tw ee m em branen van Invar (36% nikkel-staal) ter dikte van 0,5 mm. D oor de zeer lage uitzettingscoëfficiënt behoeft deze m em braan niet van zo veel plooien te zijn voorzien. Van de dunne plaat w orden de kanten om gezet, welke ter plaatse aan elkaar worden gelast. De ophanging - m et schuifverbinding - w ordt aan deze om gezette kanten bevestigd. De isolatie bestaat uit perliet in triplex kisten. De bevestiging van de isolatie en de m em braan is vrij ingew ikkeld. W at nieuw er is de sem i-m em braantank, welke vooral in Japan w erd ontw ikkeld, zie figuur 7. Het grote verschil m et de andere m em braansystem en is dat de m em braan niet is bevestigd aan de scheepsconstructie, doch ledig zelfdra gend is. Vol w ordt de tank ondersteund door de scheepsconstructie. De m em braan is dan ook dikker dan bij Technigaz en G azo cean: in alum inium : 15 tot 35 mm. De ’’tw eede w and” bestaat hier w eer uit tri plex. Zie ook [8], De bol vorm ige tanks werden ontw ikkeld door M oss-Rosenberg in N oorw egen, zie figuur 7. De tanks voor de eerste schepen zijn gem aakt van een 9% nikkelstaal. Men gaat over op alum inium tanks. De isolatie bestaat uit polystyreenschuim . De m antel is niet aan de tankw and zelf bevestigd. De ’’tweede w and” is gedeeltelijk aange- brachl als lekbak en een afscherm plaat om uitlopend/spuitend L .N .G . op te vangen. De reden is, dat de bolvorm ige tank een nauw keurige spanningsberekening en toepassing van breukm echanica met scheurgroeitheorie toelaat, w aardoor na het ontdekken van een lek nog niet direct desastreuze gevolgen te wachten staan. De tank met inwendige isolatie werd vooral ontw ikkeld door SH ELL, zie fi guur 9. V ijf L .P .G . schepen volgens dit principe in Japan worden gebouw d. De technische problem atiek ligt vooral in het feit, dat het schuim de m echanische en thermische belasting moet opnem en. De kw aliteitsbeheersing zal het vooral m oe ten hebben van een nauw keurige controle van het spuiten van het schuim . Twee system en maken gebruik van rela tief kleine cilindrische tanks. Bij het sys teem ’’L inde” staan de tanks rechtop, bij het systeem ’’Liquid Gas A nlagen” lig gen deze horizontaal. Als voordeel van de systemen met relatief kleine cilindrische tanks wordt onderm eer genoem d dat bij beschadiging van een tank door aanvaring o f stranding slechts weinig vloeibaar gas zal uitlopen. Dit geldt slechts dan indien vast staat dat beschadiging van één tank geen beschadiging van de andere tanks ten gevolge zal hebben. Door de grote aantal len tanks worden pijpleidingsystem en en instrumentatie m eer gecom pliceerd. Eén gastanker werd gebouwd volgens het sys teem van Liquid G as Anlagen. Tanks en scheepsconstructie uit voorge spannen beton werden ook voorgesteld voor L .N .G . transport [6], T ot nu toe werd dit niet uitgevoerd. Een m eer uitgebreid overzicht van de stand van de techniek ten aanzien van L .N .G .schepen wordt gegeven in [7J. G astankercode O m te beginnen een in het algemeen w einig opvallend gedeelte van de code, nam elijk de pream bule, welke vooral de doelstellingen aangeeft. H ieronder volgen enige citaten uit de preambule: 1) De code werd ontw ikkeld om te voorzien in een internationale norm voor het veilige vervoer over zee in bulk van vloeibaar gem aakte gas sen en bepaalde andere stoffen, opgesom d in hoofdstuk X IX , door het ontw erp en de constructieve aspec ten van schepen, welke deelnemen aan dit vervoer, voor te schrijven evenals de uitrusting, teneinde het gevaar voor het schip, de bem an ning en de om geving tot een mini 5) D oorsnede door een schip met m em braantanks (systeem T echnigaz oud). 1. mum te beperken, daarbij de aard van de betrokken stoffen in aan m erking nemend. 2) De onderliggende gedachte is die van het eisen van bepaalde scheepstypes al naar gelang van de geva ren, welke de stoffen bestreken door de Code bieden. Elk van deze stoffen kan één o f meer gevaarlijke eigenschappen hebben, w aaronder ontvlam baarheid, giftigheid, corrosiviteit en reactiviteit. Een ander mogelijk gevaar kan worden ver oorzaakt door het vervoer van de gassen in gekoelde toestand o f on der druk. 3) Bij het ontw ikkelen van de code werd steeds in het oog gehouden, dat deze moet zijn gebaseerd op deugdelijke scheepsbouwkundige en andere technische principes en op de beste ter beschikking staande kennis ten aanzien van de gevaren, welke de door de code bestreken stoffen bieden. Ook moet in aanm erking worden genom en dat de bij het ontw erp van een gasschip betrokken technieken niet alleen zeer ingewikkeld zijn, doch ook nog in snelle ontw ikke ling en dat de Code niet statisch mag blijven, doch voortdurend 6) Het inw endige van een m enibraantank (G adinia). S c h o tt S ta h l B a r r io r o rvc S cho u w ro o tl rotor S ta h l 2 .B o rrlo ro I Querschnitt Detail 7) D oorsnede door een schip met sem i-m em braantanks. S en W. - 42e ja argang no. 14 - 1975 273 H) D oorsnede door een schip met bolvorrnige tanks. 9) D oorsnede door een schip met inw endig geïsoleerde tanks. P o ly u r e th a n sch o u m od*r S ty r o p o r * b * r * ___ R u g * lh d lft* S c h ü rx * lu m ln lu m to lt* u n te r * R u g a lh R lft* D e ta il herw aardeerd en herzien dient te worden. Om dit te bereiken zal de Organisatie (d.i. IM CO) regelm a tig de Code herzien, hierbij de erva ringen en te verw achten ontw ikke lingen in aanm erking nemend. 4) Bij het opstellen van de Code werd in aanm erking genom en dat ern stige aanvaringen o f strandingen zouden kunnen leiden tot beschadi ging van ladingtanks en een niet te beheersen uitlopen van de lading tot gevolg zou kunnen hebben. Dit uit lopen zou kunnen leiden tot een snelle verdam ping en verspreiding van de lading en in som m ige geval len tot brosse breuk van de romp van het schip. De eisen van de Code zijn bedoeld om dit gevaar zoveel doenlijk in te perken, hierbij uit gaande van de huidige stand der kennis en technologie. 5) De code houdt zich vooral bezig met de eisen aan indeling, constructie en uitrusting van het schip. T en einde het veilige transport van vloeibaar gem aakte gassen te ver zekeren, moet echter het gehele transportsysteem in beschouw ing worden genom en. Andere belang rijke facetten van het veilige ver voer van vloeibaar gem aakte gas sen, zoals opleiding, bedrijfsvoe ring, verkeersregeling en overslag in de havens zullen verder door de O rganisatie worden onderzocht. In punt 6 en 7 w ordt dank uitgespro ken aan de Internationale Associa274 tie van Klassifikatie M aatschap pijen en de Internationale Electrotechnische Com m issie. ven in hoofdstuk XIX, indien vervoerd aan boord van schepen, ongeacht de grootte. 1 .2 .2 . (a) M et inachtnam e van 1.2.1 is de Code van toepassing op schepen: Tot zover de pream bule. V olgens de laatste voorstellen van de IM CO A d-Hoc G roup on Bulk C hem icals zal de G astanker Code bestaan uit twee delen: deel 1 voor ’ ’nieuw e” gastankers en deel II voor ’’bestaande ” gastankers. In het bovenstaande w erden de woorden " n ie u w e ” en "b e sta an d e ” tussen aanha lingstekens geplaatst daar op formele gronden in de tekst van de Code deze w oorden werden verm eden evenals ” van kracht w orden” . De reden is dat volgens veler m ening deze term en alleen kunnen worden gebruikt in een verdrag en niet in een aanbeveling. De zaak zelve verandert hierm ee niet. A angezien de data van toe passing van veel belang zijn volgen hier onder de betreffende teksten. A anvang Citaat D e e ll. H O O FD STU K I, VO O RSC H RIFT 1.2 1.2 Toepassing 1.2.1 Dit deel is van toepassing op Pro dukten, zijnde vloeibaar gem aakte gassen m et een dam pdruk groter dan 2 ,8 k g /c m 2 absoluut, b ijee n tem peratuur van 37,8°C , en bepaalde andere stoffen als aangege (i) w aarvoor het bouw contract wordt g e sloten na 31 oktober 1976; o f (ii) indien zonder contract wordt g e bouwd, waarvan de kiel is gelegd o f die in een vergelijkbaar stadium van de bouw verkeren na 31 decem ber 1976; o f (iii) die na 30 ju n i 1980 worden opgele verd; o f (iv) die een ingrijpende verbouwing o n dergaan: (1) w aarvoor het contract w ordt gesloten na 31 oktober 1976: o f (2) indien zonder contract wordt ver bouw d indien m et de verbouwing wordt begonnen na 31 decem ber 1976; o f (3) die worden voltooid na 30 ju n i 1980. (b) Schepen, die niet onder het boven staande vallen moeten voldoen aan deel II van de Code. 1 .2.3 le d er schip als om schreven in 1 .2 .2(b), dat geheel voldoet aan de eisen van deel I van de Code kan worden b e schouw d als een schip vallende onder de bepalingen van 1.2.2. 1.2.4 Indien een schip voldoet aan de be palingen v a n (a ) o f(b ), als van toepassing zijnde, dient dit te worden aangegeven op het Certificate o f Fitness als om schreven in voorschrift 1.6. DEEL II, H O O FDSTUK SCH RIFT 1 .2 I, VOOR ( i) 1/3 L Langsscheeps het 1.2 Toepassing D it deel is van toepassing op produkten, zijnde vloeibaar gem aakte gassen m et een dampdruk groter dan 2 ,8 k g /c m 2 abso luut, bij een temperatuur van 37,8°C en bepaalde andere stoffen als aangegeven in hoofdstuk XIX, indien vervoerd in bulk aan boord van schepen welke niet vallen onder D eel I van de Code, ongeacht de grootte. 1.2.2 M et inachtname van voorschrift 1.2.1 is dit D eel van toepassing op: (a) schepen, die op o f voor 31 oktober 1976 worden opgeleverd; en (b) schepen, die worden opgeleverd na 31 oktober 1976 doch waarop D eel 1 van de Code niet van toepassing is. ( ii) 1.2.4 B ij wijzigingen, die nieuwe g e bruiksmogelijkheden geven aan schepen, waarop dit D eel van de Code van toepas sing is, m oet worden voldaan aan de eisen van D eel I van de Code voor zover redelijk en praktisch uitvoerbaar is, ten genoegen van de Adm inistratie. 1.2.5 Bepaalde eisen van dit D eel moeten worden toegepast binnen een bepaalde periode na 31 oktober 1976 als aangege ven in de afzonderlijke voorschriften. In dien geen periode is aangegeven moet aan de eisen zijn voldaan bij eerste uitgifte van een Certificate o f Fitness o f p er 31 oktober 1976, al naar wat eerder valt. 1 .2.6 Indien een schip voldoet aan voor schrift 1 .2 ,2(a) o f(b ), a l naar van toepas sing is, dient dit te worden aangegeven op een Certificate o f Fitness als omschreven in voorschrift 1.6. ge de scheepshuid lood op het 4,52 75 5,93 7,18 8,33 9,14 1 00 14,50 286,90 vlak van de hoogst ge legen lastlijn) (iü) :de Verticaal lijn v a n spanten de onderkant naar boven zonder begrenzing. (b) Vlak-schade Over 0,3 L uit de voor- loodlijn van het s chip. Elk ander het schip • deel van _ ( i) ( ii) ‘ 1/3 L n a a r het Langsscheeps < B/6 of Dwarsscheeps het 10 m kleinste i vanaf Verticaal de /10 of o f 1 4 , 5 m al k l e i n s t e isal het het 2 u, welke 5 m al kleinste B/6 of naar is. lijn van onderkant ° tot B / 1 5 of 5 ra a l kleinste naar is. naar is - span t e n o p hart v a n de twee schip het kleinste is 4) Standaardschade. I G Standaardschade over volle lengte- II G - L> II G - L £ 150 m II P G III G III G - 150 Standaardschade over volle lengte behalve ter plaatse van de begrenzings schotten van een achter gelegen machinekamer L ^ 150 ra L ^ 125 ra J L < 125 m 1 Standaardschade alleen tussen schotten mits deze ver der uiteen staan dan standaardlengte* Standaard schade alleen tussen schotten mits deze ver der uiteen staan dan standaardlengte. De machinekamer naar het oordeel van de Administratie. 5) Scheepstypen. veiligheidsuitrusting en andere uitrusting en bijbehorende pom pen en pijpleidingen. In het hierna volgende wordt voornam e lijk Deel I van de Code behandeld. Deel II volgt over het algemeen de princi pes en opzet van Deel I. HOOFDSTUK I betreft begripsom schrij vingen en adm inistratieve maatregelen. Hierbij dient er op te worden gew ezen, dat bepaalde begrippen iets afwijken van on der andere gangbare regelingen. Verder wordt onderzoek (surveys) en het uitrei ken van certificaten geregeld. Er zijn een onderzoek vóór indienststelling, een vijf jaarlijks onderzoek en een tussentijds on derzoek, in het bijzonder van de DE TO ESTA N D NA HET VOLLOPEN van enig beschadigd gedeelte wordt zorg vuldig om schreven. Uit ervaring met de Bulk Chem icals Code is lering getrokken a. De restkromme van statische armen moet een bereik hebben van tenminste 20° met een minimum arm binnen dit bereik van ten minste 100 mm. b. Binnen het bereik van 20° mogen geen openingen te water komen, waardoor S en W. - 42e jaargang no. 14 - 1975 naar het 50 1 25 1 50 HOOFDSTUK II W ATERDICHTE IN D ELING, LEKSTABILITEIT EN DE PLAATSING VAN DE TANKS In de eerste plaats zijn standaard beschadigingen in de zijde en in het vlak voorgeschreven. De om vang van de schade is deels statistisch en deels op grond van oud gebruik vastgesteld. De standaard schade is in tabel 4 aangegeven. In tabel 5 is aangegeven op welke wijze de standaardschade op de verschillende scheepstypes moet worden toegepast. Einde citaat t / 3 L 2/3 L( m ) naar is- B / 5 of 1 1 , 5 ra al k l e i n s t e is. m e t e n vanaf recht 1 4 , 5 ra al v a n kie l en stev e n s , ter h o o g t e (iii) 1.2.3 D e eisen van D eel I van de Code dienen te worden toegepast op schepen als omschreven in voorschrift 1 .2.2 van dit D eel voor zover d it redelijk en praktisch uitvoerbaar is, ten genoegen van de A d ministratie. Dwarsscheeps (binnenboord of kleinste het schip verder zou kunnen vollopen. De soort openingen wordt gespecifi ceerd. c. De maximum hoek, ook GEDU RENDE het vollopen mag niet meer bedragen dan 30°. d. De reddingmiddelen moeten bij deze hoek nog aan de lage zijde kunnen worden gebruikt evenals de noodkrachtbron. Bij geringe schade moeten de voortstu wing en stuurm achine alsmede de ballastpompen en leidingen kunnen werken. Overstroomleidingen en afsluiters tussen stuurboord- en bakboordtanks zullen niet worden aanvaard om de hellingshoek te beperken. Er is duidelijk gekozen voor enerzijds toepassing van een grote hel lingshoek, anderzijds uitsluiting van kunstgrepen van twijfelachtige waarde. Plaatsing van de ladingtanks. In figuur 10 is een overzicht gegeven van de eisen gesteld aan de minimum afstand van de ladingtanks tot de huid. Scheepstype I zal alleen worden geëist voor zeer 275 A b s ta n d gevaarlijke stoffen zoals chloor, ethyleen oxide en zw aveldioxide. Het merendeel van het vervoer zal met schepen van het type 11 dienen te geschieden. Tenslotte is voor kleine schepen een m ogelijkheid van ontheffing opgenom en, welke overigens wordt beperkt door de eis, dat gelijkw aar dige m aatregelen moeten worden geno men. v o n d o r S c h iffs s o ito t«i 0 mi» 1020304050607080 ■ r«o HOOFDSTUK III INDELING VAN HET SCHIP De principiële gedachte van de indeling is, dat het gedeelte van het schip, dat de la ding bevat, zoveel mogelijk wordt ge scheiden van m achinekam er, verblijven en dienstruim ten. In feite is het type met m achinekam er achter als standaard aan genom en. Daarnaast dient de lading van de zee te worden afgescherm d; bij ladingtem peratuur lager dan -10°C door een dubbele bodem en bij ladingtem peratuur lager dan -55°C ook door zijtanks. De afscheiding van verblijven, dienst ruimten en m achinekam er heeft de vol gende doeleinden: a) voorkom en van het binnendringen van gassen in m achinekam er, verblijven en dienstruim ten; b) voorkom en, dat een brand in m achine kam er, verblijven en dienstruim ten over slaat naar het ladinggedeelte en om ge keerd. Leidingen, die lading o f lading-dam p kunnen bevatten, dienen in het algemeen binnen het ladinggedeelte te blijven en niet te zijn verbonden met andere leidin gen. Hierop zijn weer uitzonderingen ten behoeve van laden en /o f lossen over het achterschip dumpen: m eten en dergelijke. Verblijven en dienstruim ten e.d. dienen aan dek te zijn gelegen. Lading controle kam ers kunnen óf in de ’’veilige zóne” zijn gelegen ö f als gevaarlijke ruim te zijn uitgevoerd m et passende voorzorgsm aat regelen. Aan de toegankelijkheid van ruim ten binnen het ladinggedeelte worden m inim um eisen gesteld. H O OFDSTUK IV , V en VI ALGEM EEN. De hoofdstukken IV , V en VI over ladingtanks, pijpleidingen en materialen werden opgesteld door de International A ssocia tion o f Classification Societies (IACS). 6) O verzicht tanktypen en eisen aan de tweede wand. Temperatuur van de lading bij atmosferi ---- > sche druk Type tank 4 -10°C en hoger 1 Geen tweede wand vereist. Tussen -10°C en -55°C j, De scheepsconstructie mag als tweede wand fungeren Lager dan -55°C 1 Afzonderlijke tweede wand, waar geëist. 1 Integraal Bij deze temperaturen is dit tank type in het algemeen niet toegelaten. (1 Membraan Gehele tweede wand. Semi-membraan Gehele tweede wand. (2 Losse tanks Type A Gehele tweede wand. Type B Gedeeltelijke tweede wand. Type C Geen tweede wand vereist. (J_ Een gehele tweede wand dient in het algemeen te worden geëist voor het vervoer van lading met een temperatuur bij atmosferische druk lager dan - 10 C. (2^ Indien semi-membraan tanks in alle opzichten voldoen aan de eisen voor een type B tank, behalve voor wat betreft de ondersteuning, kan de Administratie, na zorgvuldige over weging, een gedeeltelijke tweede wand aanvaarden. 276 HOOFSTUK IV LA D IN G TA N K S EN TO EBEH O REN . De Engelse titel van dit hoofdstuk is ’’Cargo containm ent” , wat zich in het N ederlands niet goed laat vertalen. De Engelse titel legt de nadruk op het feit, dat het totale systeem wordt beschouw d. Tabel 6 is bedoeld om aan te geven voor welke tanks een ’’tw eede w and” nodig is. Tevens geeft het een overzicht van de tanktypen. Het eerste tanktype: IN TEG RA A L, d .w .z. onderdeel van de rom p vorm end werd nog niet genoemd. V oor zover be kend wordt dit alleen door Japan gebruikt voor het vervoer van butaan. Aan de M EM BRA A N TA N K valt niet veel te rekenen. Hier wordt de nadruk gelegd op beproeving van een prototype, vooral op w isselende belasting. Veelal wordt gebruik gem aakt van een pro gram m a van drukvariaties, dat de belas ting gedurende het leven m oet sim uleren. De SEM I-M EM B RA A N TA N K staat tus sen de ’’losse tank” en de m em braantank. H ier moet wel terdege gerekend worden. Over deze berekeningen is weinig gepu bliceerd, zie (8). Voor de beproeving werd gebruik gem aakt van een schaalm o del van de tank en op grotere schaal van de onderdelen. G eclaim d w ordt, dat dit type tank kan voldoen aan de eisen van het type B tank. Bij de LOSSE TA N K S van HET TY PE A is de berekening essentieel quasistatisch, zoals gebruikelijk bij scheepsconstructies. Hier komt dan een eigenaardigheid van de gebruikelijke scheepsconstructies en vele andere constructies: dat verm oeiingsscheurtjes worden aanvaard als behorende tot de ’ ’facts o f life’ ’ en bij dokking gere pareerd. In feite kan men zich bij een gastank norm aal geen lekkage van bete kenis veroorloven. Dit bracht het principe van de ’ ’tweede w and” m ede. W ellicht mag in dit verband worden opgem erkt, dat het wel loont de scheepsconstructie even zorgvuldig te analyseren als de tank. W a ter in de isolatieruim te betekent onherroe pelijk, dat het schip gasvrij m oet worden gem aakt en gerepareerd. Losse tank type B. Bij tank type B moeten volledige bereke ningen worden gem aakt ten aanzien van plastische vervorm ing, plooien, vermoeiingsbreuk en scheurgroei. D it brengt met zich m ede, dat de constructie van de tank en de ondersteuning zodanig moet zijn, dat alle spanningen berekend kunnen w orden, ook de wisselende spanningen door zeegang, vloeistofslag in de tank en dergelijke. Als typische B-tank kan de bolvorm ige tank van het M oss-Rosenberg systeem S en W. - 42e jaargang no. 14 - 1975 worden genoem d. In principe staat het vrij voor iedere constructie te bewijzen dat aan de eisen is voldaan. Voor de verstijfde prism atische tank zal dit echter wel een harde dobber worden! Tank type C - in feite drukhouders. De drukhouders worden quasi-statisch be rekend. De voornaam ste belastingen zijn inw endige druk, eigengew icht en plaatse lijk belasting ter plaatse van de stoelen. De vraag doet zich nu voor w anneer een tank als type B en w anneer als type C beschouw d moet worden. In de definitie w ordt gesteld, dat de tank moet voldoen aan de criteria voor drukhouders en de ontw erp druk Po een m inim um waarde m oet hebben van: Po = 2 + AC ( P ) 3/2 kg/cm 2, w aarin: 2 m A = 0 ,0 1 8 5 a 2 a met: Z m = toelaatbare prim aire membraanspanning, A 2 a = toelaatbare dynam ische membraanspanning (dubbele am plitude bij een waarschijnlijkheid van Q = 10—8): 5.5 kg/m m 2 voor ferritisch-m artensitisch staal, en 2.5 kg/m m 2 voor aluminium legering (5083-0) C = een karakteristieke afm eting van de tank, te weten de grootste van: h; 0,7 5 b of 0,45 I, in m waarin: h = de hoogte van de tank (afm eting in verticale richting in het schip), b = breedte van de tank (afm eting in dw arsscheepse richting), 1 = lengte van de tank (afm eting in langsscheepse richting), alles in m te bepalen, P = het soortelijk gew icht van de lading in t/m 3 bij de ontw erp tem peratuur. Voor de afleiding zie (3). O ver de toe te passen veiligheids coëfficiënten is nogal wat te doen ge weest. De door de U .S . Coast Guard gehanteerde cijfers lagen anders dan die van de klassificatiem aatschappijen. Als com prom is worden in de Code de m inim um eisen genoem d en zullen de gehanteerde w aar den in het certificaat moeten worden ver meld. Iets dergelijks speelde bij de bepaling van de standaard tem peraturen van de buiten lucht en zeew ater in verband met bereke ning van de tem peratuur van de scheeps constructie. De Code specificeert 5°C voor de lucht en 0°C water. De U .S . C oast Guard gaat afhankelijk van de zone en jaargetij tot een tem peratuur van -18°C voor de buitenlucht. Ook dit m oet op het certificaat worden aangete kend. Lasw erk in de tankbeplating dient over het algem een voor 100% geröntgend te w or den. Dit kan met toestem m ing van de Adm inistratie vervangen worden door an dere m ethoden, zoals ultrasoon onder zoek. Verder is gedeeltelijk onderzoek met penetrant o f m agnetisch onderzoek voorgeschreven. O ver de beproeving onder druk is nogal wat gesproken. Met nam e van de zijde van de werven werd betoogd, dat deze over bodig zou zijn, gezien de uitgebreide ana lyse en productiecontrole, wat niet werd aanvaard. Een beproeving met gedeelte lijk w ater en gedeeltelijk luchtdruk o f ge heel met luchtdruk kan door de A dm ini stratie worden toegelaten. Bij tanks type B moet bij een prototype spanningsm eting worden uitgevoerd tijdens de beproeving onder druk. Ietwat ondergedoken in een deel over iso latie worden eisen gesteld aan de mini mum tem peratuur, waaraan het staal van de rom p mag zijn onderw orpen. De tem peratuur van de romp wordt mede beïn vloed door de isolatie en zonodig wordt verwarm ing aangebracht. Dit is vooral van toepassing bij LNG-schepen. HOOFDSTUK V PIJPLEIDING EN EN DRUK HOUD ERS IN APPARATU UR. Dit hoofdstuk geeft weinig opm erkelijks te zien. Alleen de voorzieningen betref fende het afsluiten in noodgeval verdienen de aandacht. Indien de druk in de tanks lager blijft dan 0,7 kg/cm 2 is alleen een afstandbediende afsluiter aan het manifold vereist. Indien de druk in de tank hoger is dan 0,7 kg/cm 2 moeten ALLE vloeistof-fase en dampfase aansluitingen zijn voorzien van op afstand bediende afsluiters èn van hand bediende afsluiters o f van een afsluiter met gecom bineerde bediening. Bij leidin gen met een diam eter niet groter dan 50 mm mogen afsluiters, die werken op te grote doorstroom -hoeveelheid, worden gebruikt. Ladingpom pen en com presso ren moeten tegelijk met het sluiten van de afsluiters worden afgezet. De afstandbe diening moet op meerdere plaatsen moge lijk zijn. Sluiten moet ook worden inge leid door hoge tem peraturen, waartoe een bediening door een sm elt-elem ent moet worden aangebracht. O ver het geheel mag misschien nog wor den opgem erkt, dat bij ongevallen pijplei dingen wel het m eest kw etsbare gedeelte van het schip blijken te zijn. Het eerste wat bij explosies o f aanvarin gen blijkt te breken zijn steeds de pijplei dingen en stompen aan tanks. HOOFDSTUK VI M ATERIALEN. De keuringseisen om vatten in het alge meen een kerftaaiheidsbeproeving, waar bij een Charpy - V proef bij lage tempera277 tuur afhankelijk van de bedrijfstemperatuur en materiaaldikte is voorgeschreven. Verder worden de regels van de klassificatiem aatschappijen toegepast. Een buigproef is alleen vereist bij beproeving van lassen. Bij een tem peratuur boven 0° is voorplaat, profiel en sm eedstukken een mangaankoolstofstaal van sam enstelling volgens klassevoorschriften toegestaan. Voor toe passing tussen 0° en -5 5 °C is een volledig gekalmeerd met alum inium behandeld fijnkorrelstaal voorgeschreven. Voor toe passing tussen -5 5 °C en -165° zijn voor geschreven: nikkel-houdend staal, met 1 V2 -9% nik kel, afhankelijk van de tem peratuur, austenitisch roestvrij staal, aluminium lege ringen en gelegeerd staal met 36% nikkel. Voor acceptatie van lasmethoden zijn uit voerige proeven voorgeschreven. Voor produktielassen moet voor iedere 50 m laslengte een proeflas worden gem aakt, waaruit Charpy V proeven worden geno men ter plaatse van hart las en in de door warmte beïnvloede zone. HOOFDSTUK Vil BEHEERSING VAN DE DRUK EN DE TEM PERA TU U R VAN DE LADING. Behalve bij drukhouders zal door 'wwnrfcjRftjtlfisdi UtutJirs 'ariintg 'vtrrfjumpen. Deze damp moet worden afgevoerd om druk en tem peratuur te beheersen. Hierbij kan worden gebruik gem aakt van: directe o f indirecte koeling, verstoken van de gassen in de ketels o f m otoren, tem pe ratuur en druk laten oplopen, en afblazen. Voor een schip met onbeperkt certificaat moeten tropentem peraturen voor zeewater (32°C) en lucht (45°C) worden aangehou den. HOOFDSTUK V lll TA N K-ON TLU CH TIN G (VEILIG H EID SK LEPPEN ) HOOFDSTUK XV V U LLINGSGRAAD Deze hoofdstukken dienen tezamen te worden behandeld aangezien er verband tussen is. Op alle tanks met een inhoud groter dan 20 m 3 zijn twee veiligheidskleppen voorge schreven, die tezam en aan een capaciteit volgens een bepaalde form ule moeten komen. De form ule geeft een capaciteit, die voldoende moet zijn om het verdam pende gas bij w arm tetoevoer door een brand te verwerken. De eis is zw aarder dan voortvloeit uit andere uit operaties, zoals laden. Uit berekeningen blijkt dat een veilig heidsklep uitsluitend de hoeveelheid ver dampend gas kan verw erken, doch niet de hoeveelheid vloeistof door uitzetting en niet-verdam pen. Hier nu komt de vullingsgraad in het beeld. Om te voorkomen, dat vloeistof uit de veiligheidskleppen kan komen mag bij de referentietem peratuur de tank voor niet m eer dan 98% zijn gevuld. Bij gekoelde tanks geeft dit geen pro bleem , daar geregeld wordt op een con stante overdruk in de tank en de referentie tem peratuur varieert met de aard van de lading. Bij drukhouders ontstaan wel problemen daar de referentietem peratuur constant is. Zou bij voorbeeld een drukhouder zijn ontworpen voor ammoniak met een dam pdruk van 17,2 kg/cm 2 en worden gebruikt voor butadiëne en de vullingsgraad zijn gebaseerd op 98% bij 45°C dan zou de tank 100% gevuld raken bij 57°C, waarbij de dampdruk 7 kg/cm 2 is. Bij een brand zouden de veiligheidskleppen de vloeistof niet kunnen verwerken en de drukhouder zou kunnen exploderen. De gastankercode opent nu verschillende mogelijkheden: a) verlaging van de vullingsgraad, wat voor de reders onaantrekkelijk is, b) om schakelbare veiligheidskleppen voor verschillende gassen, c) verwisselbare veren, en d) een klep, welke wordt bediend dooreen geëxponeerde sm eltveiligheid. Behalve een bescherm ing tegen overdruk is ook een bescherm ing tegen onderdruk voorgéschreven, hetzij door voldoende sterkte van de tank, hetzij door stoppen van koelinstallaties o f pom pen, hetzij het inlaten van inert-gas o f ladingdamp. HOOFDSTUK IX BEHEERSING VAN DE ATM OSFEER IN EN OM DE TANKS. Bij het gasvrij maken m oeten de tanks bij brandbare gassen met inert-gas kunnen worden gespoeld en vervolgens met lucht. Bij het vervoer van brandbare gassen m oet, in geval een "tw eed e wand volledig is vereist, dus bij m em braansystem en en tanks type A, de ruimte tussen de tank en de wand kunnen worden gevuld met inert-gas. W aar een gedeeltelijke tweede wand is vereist kan bij brandbare gassen worden volstaan met een vulling met droge lucht en één "re se rv e ” vulling inert-gas. In dit geval moet de gasdetectie speciaal worden bezien. Bij drukhouder type C is alleen droge lucht o f droog inert-gas rond de tanks ver eist indien deze worden gekoeld. HOOFDSTUK X ELECTRISCHE IN STALLATIE Dit hoofdstuk heeft nogal wat voeten in de aarde gehad in verband met de vraag of al dan niet kon worden verwezen naar de publicaties van het International Electro technical Com m ittee (IEC), wat tenslotte wel is gebeurd. Hierbij werd van Ameri- kaanse zijde bezwaar gem aakt wegens het feit dat het IEC geen overheidsorgaan is. De opsom m ing van de diverse types electrische systemen en apparatuur sluit gro tendeels aan bij de voorschriften voor olie tankers. Afwijkend is dat pompen en de electrom otoren in de tanks m ogen zijn op gesteld. Zolang in de tank geen explosief mengsel is wordt dit een veilig systeem geacht. De Code eist, dat inschakelen van de motoren in gas/luchtm engsel niet mo gelijk moet zijn. HOOFDSTUK XI BRANDBESCHERMING EN BRANDBLUSSEN Het doven van een gasbrand van enige om vang is praktisch onmogelijk en levert bovendien het gevaar op van een explosie bij herontsteking. Voorkomen is hier beter dan genezen. Bij bestrijding van een gas brand zal steeds moeten worden gepro beerd de toevoer af te sluiten. Een kleine brand kan worden gedoofd door poederblussen. Verder is water nodig voor be scherming van de brandploeg en voor koe len. Tenslotte moet men er op bedacht zijn dat een gasbrand veelal zal beginnen met een explosie, waarbij leidingbreuk kan op treden. De eisen aan de brandblusleiding gaan uit boven de SOLAS-eisen. De druk aan de straalpijp is verhoogd tot 5 kg/cm 2 om ‘ttevdieti •trrogéiijk ‘te mdken. TEen sproejsysteem moet bestrijken: tankdom es, dektanks, manifolds en het frontschot van de verblijven en de ladingcontrolekam er. Bij het vervoer van brandbare gassen zijn vaste droogpoeder blusinstallaties voor geschreven. De verblijven moeten vol doen aan de nieuwe eisen voor ruwe olie tankers. HOOFDSTUK XII M ECHANISCHE VENTILATIE Dit betreft com pressorkam ers, electromoterkam ers en ruimten rond tanks. De voorgeschreven capaciteit is in het alge meen voor gasgevaarlijke ruim ten en eiectromotorruimten: 30 luchtw isselingen per uur. HOOFDSTUKXIII INSTRUM ENTEN INHOUDSM ETING Per tank zijn voorgeschreven: een inhoudsm eetinrichting en een onafhankelijk alarm bij te hoog niveau. De inhoudsm eting kan zijn: a) indirect, door weging o f vloeistofstroommeter; b) gesloten niet in de tank doordringend, zoals radioisotopen en ultrasone me ting; c) gesloten in de tank, zoals vlottermeetsystem en, electronische gevoelige elem enten en op de gasdruk werkende systemen; o f d) m et kleine openingen, zoals proefkraantjes op een in de tank stekende pijp, die eventueel kan schuiven (slip tube). Tevens moet worden voorzien in autom a tisch stoppen van het beladen bij te hoog niveau in de tank. M anom eters Om de gasdruk in de tanks en de vloeistofdruk in de persleiding en in het manifold te m eten zijn m anom eters voorge schreven. De druk in de tanks moet in de controlekam er a f te lezen zijn. Bovendien moet een alarm bij te hoge druk en waar bescherm ing tegen te lage druk is vereist ook een alarm bij te lage druk aanwezig zijn. Het signaal moet op de brug waar neem baar zijn. T herm om eters Om de tem peratuur onder en boven in de tank te bepalen zijn therm om eters voorge schreven. Bij een ladingtem peratuur lager dan -50°C m oeten temperatuurm eetpunten in de isolatie en op de scheepsconstructie nabij de tank worden aangebracht. De meting behoeft niet con tinu te zijn. G asdetectie Een vast aangebrachte gasdedectie is ver eist voor: ladingpom pkam ers, ladingcom pressorkam ers, electrom otorkam ers, lading-controlekam ers tenzij niet gasge vaarlijk, alle besloten ruim ten, w aar zich gas kan verzam elen, zoals ruim ten rond ladingtanks anders dan drukhouders, of waar gas in een ketel o f motor wordt ge bruikt in afzuigkappen en uit de ruimte rond leidingen. De bem onstering moet eens per 30 minuten gebeuren. T oepas sing van draagbare apparatuur kan door de Adm inistratie w orden toegestaan. D it zal verm oedelijk beperkt blijven tot schepen met niet gekoelde drukhouders. A fhanke lijk van tanktype en de aard van de stoffen worden aan de gevoeligheid van de appa ratuur eisen gesteld. H OOFDSTUK XIV PERSOONLIJKE BESCH ERM INGSM ID DELEN De persoonlijke bescherm ingsm iddelen bestaan uit: speciale w erkkleding, inclu sief bescherm ing voor de ogen en drie stuks veiiigheidsuitrusting, bestaande uit: persluchtadem halingsapparatuur, be scherm ende kleding, reddinglijn en veiligheidslam p. Verder zijn vereist een brancard, geschikt om een gew onde op te hijsen, een zuurstof-beadem ingsapparaat en waar no dig speciale m edicijnen. H OOFDSTUK XVI GEBRUIK VAN LA DINGGAS ALS BRANDSTOF Het gebruik van gas uit de lading als brandstof is aanvankelijk een omstreden zaak geweest. Hierbij kom en de volgende aspecten naar voren: bij lekkage in de ma chinekam er zou een explosie kunnen op treden, bij het verstoken van gas is snel regelen van de toevoer m oeilijker dan bij olie, w aardoor manoeuvreren moielijker wordt. Alleen het verstoken van methaan is toegestaan, daar dit lichter is dan lucht en zich bij lekkage niet onder in een ruimte zal verzam elen. De leidingen moeten dubbelw andig zijn, tot bij de voorge schreven afzuigkap bij branderfront o f boven de m otor. Een aantal autom atische beveiligingen moet worden aangebracht onder andere voor: gebrek aan verbran dingslucht, indien gas ontdekt w ordt, af vallen van de afzuig-installatie enz. H OOFD STU K XVII BIJZONDERE EISEN D it hoofdstuk is een vergaarbak van bij zondere eisen, welke per sto f kunnen ver schillen. De eigenschappen, welke bij zondere eisen nodig maken zijn: giftigheid, bijtende w erking, aantasting van m aterialen, reageren door bepaalde m aterialen, vooral polym erisatie. Bij som m ige gassen is toevoeging van een inhibitor nodig of moet vocht worden bui tengesloten, dan wel het zuurstofgehalte onder een bepaalde grens blijven. W elke paragrafen van hoofdstuk XVII van toe passing zi|n is aangegeven in hoofdstuk XIX. HOOFDSTUK XV1I1 BEDRIJFSV OORSCHRIFTEN De bedrijfsvoorschriften zijn zeer sum m ier en geven vooral verplichtingen, De International Cham ber o f Shipping heeft een handboek in voorbereiding, dat op dezelfde principes is opgezet als de T an ker Safety Guide voor olietankers en Che mical iëntankers. In dit hoofdstuk wordt vooral de nadruk gelegd op: voldoende informatie, ongewenste chem i sche reacties, training van het personeel, veilig betreden van ruimten waar gas kan zijn, veilige procedures. H O OFDSTUK XIX OVERZICH T VAN M INIM UM EISEN In tabel 7 is een voorbeeld gegeven van de stoffenlijst m et opgave van de minimum eisen. De kolom (b) is het U .N . nummer. De functie van dit num m er is vooral een referentie te geven bij ram penbe strijding. De kolom (c) geeft het scheepstype. De kolom (d) verm eldt o f een drukhouder is vereist. De kolom (e) geeft aan o f tijdens het vervoer m iddelen tot be heersing van de atm osfeer in de dam pruim te nodig kunnen zijn. De kolom (f) geeft de typen apparatuur voor gasontdekking aan. De kolom (g) geeft de minimum eisen voor het peilen: C = gesloten, R = met kleine opening, l = indirect. In de kolom (h) worden verwijzingen naar hoofdstuk XVII gegeven. 7) O verzicht van de minim um eisen. d Losse tank type C vereist e f Beheersing van Opspo de samenstel ring ling van de gassen gassen boven de vloeistof h Bijzondere eisen a Naam van het gas b Verenigde Naties nummer c Scheepstype Acetaldehyde 1098 IIC/IIPC - Inert I + T C 17.2.2, 17.2.3, 17.5.1, 17.7, 17.8 Ammoniak, watervrij 1005 IIC/IIPC - - T C 17.2.1, 17.2.2, 17.2.3, 17.3.1, 17.7, 17.12.4 Butadiene 1010 IIC/IIPC - Inert I R 17.3.2, 17.5.2, 17.8, 17.10 Butaan 1011 IIC/IIPC - - I R Butaan/propaan-mengsel 1011/1098 IIC/IIPC - - I R Butenen 1012 IIC/IIPC - - I R Chloor 1017 IC Ja T I 17.2, 17.4, 17.5.1, 17.6, 17.7, 17.9, 17.11, (17.12.5 in ontwerp) Dimethylamine 1032 IIC/IIPC - - I + T C 17.2.1, 17.2.2, 17.2.3, 17.3.1, 17.7 Ethaan 1961 - - S en W . - 42e jaargang no. 14 - 1975 IIC Watervrij 1 g Pei len R 279 Slotbeschouwing Met de 1MCO G astankercode kan eenheid worden gebracht in de soms zeer uiteenlo pende eisen, die in verscheidene landen worden gesteld aan de constructie van gas tankers. Op bepaalde punten zijn belang rijke verbeteringen aangebracht ten op zichte van de thans gangbare constructies. Het is te wensen, dat de IM CO aanbeve ling, indien in novem ber aanstaande aan genomen door de Algem ene V ergadering, door alle landen zal worden toegepast bij de bouw en toelating van gastankers in de havens. Verantwoording Tenslotte wil ik allen danken, die het schrijven van dit artikel mogelijk maak ten, in het bijzonderde heerD ip l, Ing. M. Böckenhauer die mij toestond zijn figuren te gebruiken en de heer Ir. F.F. van Gunsteren, die mij enige suggesties deed. Verder gaat mijn dank uit naar de dames M .J. Beem sterboer en C .H . Zuydervelt, die het m anuscript typten. W ellicht ten overvloede moge worden op gem erkt, dat waar in enig opzicht een be paalde mening wordt gegeven dit de opi nie van de schrijver persoonlijk is. (4) [5] Literatuur (IJ Overzicht van de Verenigde Naties en de Gespecialiseerde Organisaties, M inisterie van Buitenlandse Zaken 103 Staatsuitgeverij 's-G ravenhage 1973 [2| Final report: Hazards o f spillage of LNG into water. Prepared for De partment o f Transportation, U .S. Coast Guard, Hazardous Materials Division W ashington D .C. by U .S. D epartment of the Interior, Bureau of M ines, Pittsburgh Pennsylvania. [3] Dipl. Ing. M. Böckenhauer Entwicklungstendenzen im G astan kerbau aus der besonderen Sicht in ternationaler Vorschriften. Lezing voor een vergadering van de |6] [7] [8] Schiffbautechnische Gesellschaft 20 23 novem ber 1974 te Berlijn. IMCO paper DE XI1I/3/10 d.d. 16 januari 1975. Boudet. R. Future Demand for Sea Transport o f Liquefied Gases and Ex pected Trades. Proceedings of the 3rd international Symposium on Sea Transport o f Hazardous Cargoes by Sea (1973). Turner F.H . Contrastor a concrete transport and storage concept for LNG and LPG. Paper 12 Gastech74 te Amsterdam. du Barry Thom as - W illiam en Schwendtner - Alfred H. LNG Carriers: The current state of the art. Lezing voor The Society o f Naval Architects and M arine Engineers 1112 novem ber 1971 Principles and construction o f 1HI flat tank system for LNG carriers. Schip en werf 41e jaarg. no. 25 1974. NEDERLANDS SCHEEPSSTUDIE CENTRUM TNO, DELFT Bespreking rapport N o. 191 S Voortgezet onderzoek naar de door golven opgewekte bui gende m om enten door r m p tr illin g ê l} ; d 991 êE feST ff: F. F; van Gunsteren. Voorwoord: Springing treedt op wanneer de ontm oetingsfrekwentie met de golven samenvalt met een van de lagere eigenfrekw enties van de scheepsromp. In dat geval wordt de scheepsrom p in trilling ge bracht door de periodiek veranderlijke golfkrachten. De bij sprin ging optredende uitslagen en buigende momenten worden be paald door de energie inhoud van de exciterende golven en de grootte van de demping. Door het verschijnen van schepen met toenem ende grootte en snelheid is het springingsverschijnsel in belangrijkheid toegeno men. Bij de grotere schepen geeft de kleiner rom pstijfheid in verhouding tot scheepslengte en massa aanleiding tot een drasti sche verlaging van de eigenfrekw enties van de scheepsromp. Bij de hogere scheepssnelheden wordt de ontm oetingsfrekwentie van de energierijkere golven hoger. Door beide oorzaken treedt een toename op in de energie inhoud van de golven die de romp exciteren. Het is van belang te weten wat de grootte is van de tijdens het optreden van springing in de rom p geïnduceerde periodiek ver anderlijke buigende momenten. In verband met de invloed van deze belasting op de vermoeiing van de langsverbanddelen moe ten zij op long term basis worden m eebeschouwd in de langsscheepse spanningen. Met de momenteel aanwezige berekeningsprogram m a’s kan de mogelijkheid van het optreden van vertikale springing voor een schip worden aangetoond. Het is evenwel niet bekend hoe nauw keurig de grootte van de optredende buigende momenten ten gevolge van springing ermee voorspeld kan worden. Voor de opbouw van een theorie zijn nog zeer veel aannamen nodig die niet zijn geverifieerd, terwijl de invloed van som m ige effekten nog onvoldoende bekend is, laat staan dat deze invloeden in rekening gebracht kunnen worden. Enkele voorbeelden van deze onzekerheden zijn onder meer: - De geldigheid van de striptheorie voor het beschrijven van de hydrodynam ische verschijnselen wat betreft de afwijkingen die aan de scheepseinden optreden en het niet in beschouwing nemen yan de mogelijkheid dal de dwarsdoorsneden vervormen. - Het op betrekkelijk willekeurige wijze vaststellen van de grootte van de toegevoegde massa (90% van de limietwaarde bij 60=00). - De berekening van de grootte van de demping en de verdeling ervan en het om rekentechnische redenen aannemen van een verdeling die proportioneel is met de massaverdeling. - Het afvlakken van de golfexcitatie naar het achterschip toe, vooral bij volle schepen optredend. Het belang van de onderhavige studie is gelegen in de korrelatie van berekende waarden met aan modellen gem eten buigende m omenten tijdens springing, en het daardoor verkregen inzicht in de grootte van de demping en de invloed van de opdrijvende krachten ten gevolge van de trilvorm van de romp. Het onderhavige onderzoek is deel van een groter projekt, waarbij het verschijnsel springing van verschillende zijden wordt benaderd: - Bij het Instituut voor W erktuigkundige Constructies IW ECO-TNO is een rekenm ethode in ontwikkeling om de perio diek veranderlijke krachten door golven van verschillende lengte en richting met meer nauwkeurigheid dan tot nu toe te bepalen. Er wordt hier aandacht gegeven aan de krachten die de scheeps rom p aanstoten in de 2-, 3- o f 4-knoops vertikale, horizontale of torsierichting, waarbij gebruik gem aakt wordt van de striptheo rie. - Bij het Laboratorium van Scheepsbouwkunde van de Techni sche Hogeschool te Delft zijn metingen in voorbereiding waarbij de golfexciterende krachten op een stijf gesegm enteerd model worden vastgesteld. De mogelijkheid is aanwezig om in een later stadium de toegevoegde massa krachten en de uitwendige dem ping door middel van oscillatieproeven vast te stellen. De nu gerapporteerde werkzaamheden voor dit onderzoek wer den in opdracht van het Nederlands Scheepsstudiecentrum door de auteur destijds uitgevoerd bij Sea Transport Engineering BV, daarbij gestim uleerd door professor G erritsm a en in overleg met de heer Beukelman van het Laboratorium voor Scheepsbouw kunde van de Technische Hogeschool te D elft Het vijfjarig bestaan van Seatrain’s succesvolle Noordatlantische containerdienst Seatrain Lines Inc. viert nu het feit dat het v ijfjaar geleden is dat Deze maatschappij was tevens de eerste die door de introduktie een geregelde noordatlantische containerdienst werd ingesteld. van de ’Seatrain-B ridge’ transcontinentale train dienst in het De containerdivisie van de maatschappij is sindsdien en speciaal begin van 1972 het containervervoer over het A m erikaanse con in 1974 een van de belangrijkste w instm akende organen van de tinent tot een com m erciële realiteit m aakte. Deze geregelde dienst van kust tot kust voorziet in een snel en kostenbesparend maatschappij gew orden Deze ontw ikkeling kwam duidelijk tot uiting in de winstcijfers vervoer van uit Europa afkom stige lading naar de A m erikaanse over het laatste halfjaar van 1974. Volgens Seatrain toonde de westkust, de G olf van M exico en het Verre Oosten. ontw ikkeling van de container- en charteractiviteiten gedurende Een andere bijzonderheid is Seatrain’s voornaam ste haven aan de die periode een om m ekeer ten opzichte van dezelfde periode in A m erikaanse oostkust. Deze eigen containerhaven te W eehawken kan tw ee schepen van de ’E uro’-klasse tegelijkertijd ligplaats het jaa r daarvoor. De geconsolideerde winst van $ 2 ,8 3 7 ,0 0 0 .- was volledig het bieden en afhandelen en heeft een opslagruim te voor ruim 1100 produkt van de containerdivisie na aftrek van verliezen in de 40-voet containers. Alle zeer frequente diensten worden gecoör tankvaart afdeling. In de vergelijkbare periode van het vorig jaar dineerd in het hoofdkantoor van Seatrain’s containerdivisie dat was de winst $ 4 ,3 1 2 ,0 0 0 .-; het resultaat van een gunstige markt uitziet over de W eehawken Term inal in Port Seatrain. voor de tankerdienst na aftrek van verliezen in de container dienst. De rederij startte haar N oordatlantische containerdienst in de cem ber 1969 tussen haar eigen terminal in Port Seatrain, Weehaw ken, New Jersey en de havens van B rem erhaven, R otterdam en Southam pton. M om enteel worden wekelijkse transatlantische afvaarten geboden met vier door gasturbines voortgestuw de con tainerschepen - elk met een capaciteit van 940 containers van 40 voet - die een directe verbinding onderhouden tussen New York (Port Seatrain), Boston, B altim ore, N orfolk, C harleston, W ilmington en de Europese havens G reenock, Le Havre, Rotterdam en Bremerhaven. Voor de Europese containeractiviteiten wordt over een centraal hoofdkantoor te R otterdam beschikt en kan aan cliënten in geheel Europa een sterke m arketingondersteuning worden gegeven. Re gionale M arketing en O perations kantoren van Seatrain zijn ge vestigd in de Benelux, Frankrijk, D uitsland, Scandinavië, Zw it serland en het Verenigd K oninkrijk, met lokale vertegenw oordi gingen in Ierland, N oorw egen, Italië, Spanje, Portugal en de O osteuropese landen. De rederij is verantwoordelijk voor een aantal belangrijke mijlpa len op het gebied van vrachtvervoer. Eén daarvan was de introduktie, begin 1971, van het eerste schip - de ’E uroliner’ - van een serie van vier door gasturbines aangedreven containersche pen. D e schepen van de ’E uro’-klasse behoren tot de snelste containerschepen op de N oordatlantische route en zullen de ge schiedenis ingaan als de eerste door gasturbines voortgestuw de com m erciële drogeladingschepen ter w ereld. Alle vier schepen werden gebouw d door de Duitse firma Rheinstahl N ordseew erke. Seatrain versnelde de bestaande trend naar grotere containers door als eerste van de belangrijkste N oordatlantische containervervoerders 40 -voet containers in het transatlantische verkeer in te voeren. Thans w ordt beschikt over het grootste aantal extra capaciteit 40-voet containers in het N oordatlantische gebied; ’E u ro freig h ter', één van de 4 d oor gasturbines aangedreven container deze containers zijn 2,90 m hoog en zijn derhalve zeer geschikt schepen die in de dienst van Seatrain een geregelde vaart onderhouden tussen Europa en de A m erikaanse O ostkust voor volum ineuze goederen. NIEUWE UITGAVE PORTS OF TH E W O RLD 1975 A chtentw intigste uitgave. Uitgevers: Benn Brothers L td ., divisional office, Lyon Tow er, 125 High Street, Colliers W ood, London SW 19 2JN , Prijs £ 1 6 .-. Reders, scheepsm akelaars en bevrachters kunnen in deze 875 pagina’s tellende uitgave belangrijke gegevens vinden van meer dan 2200 havens. S en W. - 42e ja argang no. 14 - 1975 Deze uitgave bevat bijzonderheden over nieuw e havenontw ikke lingen in het Verre Oosten - voornam elijk in M aleisië en Indone sië - en tot het laatste m om ent bijgehouden faciliteiten voor containers, erts en bulkvrachten. De gegevens van diensten in havens over de gehele wereld staan alfabetisch, land bij land, verm eld. Ports o f the W orld bevat: de laatste gegevens over de toegang tot de havens, w erf en dok-m ogelijkheden; bunker en reparatie faciliteiten; loodsdiensten en plaatselijke en nationale tarieven. 281 NEDERLANDSE VERENIGING VAN TECHNICI OP SCHEEPVAARTGEBIED, POSTBUS 25123, ROTTERDAM. BALLOTAGE De volgende heren zijn voor het gew oon L id m aatschap de B allotage-C om m issie gepas seerd: Ing. J. P. B A A LBERGEN A fgest. HTS afd. Scheepsbouw kunde; T ech nisch H oofdam btenaar Scheepsm etingsdienst. 's-G ravenhage K lazina H oeve 2, G ouda, V oorgesteld door ing. P. A. V eenenbos W . VAN DEN BERG O ud-Scheeps w erktuigkundige; Inspecteur B uitenlandse Scheepvaart Shell Nederland V erkoop Mij. B .V ., Rotterdam Polderlaan 91, G eervliet, V oorgesteld door H. O. Sliep H. M. B. DEN B OO GERT S cheepsw erktuigkundige (met diplom a B2) V inke & C o ., Rotterdam R ozenlaan 125, V laardingen V oorgesteld door A. Schom aker P. J. BRA N D D irecteur P. J. Brand B .V . - Scheepsm otoren en R eparatiebedrijf, M aasstraat 2, D ordrecht V oorgesleld door J. A. W estphaal Ing. R. K. M AST Vfrgesi. 'f n f b «frti. 'WeiMüigbouWKunUe; A d ju n ct H avenm eester D elfzijl, W alker 7 , D elf zijl V oorgesteld door L. J. J. Van Schendel B. REERIN K O ud-Scheepsw erktuigkundige (met diplom a B I); C hef T echnische D ienst Fa. G oedkoopM am m oet-Transport B .V ., A m sterdam D odonaeuslaan 524, Zaandam V oorgesteld door G. M unnik H. J. SC H LÖ M A N N D irecteur B.V. S cheepsw erf en M achinefa briek ’De M erw ede’ v/h Van Vliet & C o ., H ardinxveld-G iessendam O versl ingeland 21 I, N oordeloos V oorgesteld door Prof. ir. J. H. K rietem eijer D rs. J. J. H. V ERBERG D irecteur A .D . C hem icals B .V ., H endrikIdo-A m bacht B uizerdhof 74, C apelle a .d . IJssel V oorgesteld door M. L. van W ijngaarden G epasseerd voor het junior-lidm aatschap: F. C. T IM M ER M A N S S tuderende a.d . HTS D ordrecht, afd. Scheepsbouw kunde V ijverhof IS, A lblasserdam V oorgesteld door ing. W . P. Stiekem a NIEUWSBERICHTEN Personalia J . L. Jonker t O p 17 ju ni 1975 overleed te V laardingen in de leeftijd van 81 ja a r de heer J. L. Jonker. O udD irecteur N .V . H avenbedrijf ’V laardingen2 82 O o st’ en van de N .V . G erfa G ereedschappenfabriek. De heer Jonker was lid van de N ederlandse V ereniging van Technici op S cheepvaartge bied. PR O M O T IE IR. K. J. SA U R W A L T De houdkracht van een anker O p 12 juni 1975 prom oveerde te D elft tot doc tor in de technische w etenschappen, Ir. K. J. S aurw alt, verbonden als w etenschappelijk hoofdm edew erker aan de afdeling Scheeps bouw kunde van de T echnische H ogeschool. De titel van het proefschrift luidde: 'O n the holding pow er o f sh ip ’s anchors’. Ir. K. J. Saurw alt is lid van de N ederlandse V ereniging van T echnici op Scheepvaartge bied, terwijl de voorzitter van de N VTS, Prof. ir. J. H. K rietem eijer, prom otor was. In het proefschrift w ordt, nadat in het kort de historische ontw ikkeling van het anker en van het w etenschappelijk onderzoek betreffende ankers behandeld is, ingegaan op de theoreti sche en praktische aspecten w elke de houd kracht van een anker onder de diverse bedrijfs om standigheden bepalen. O m het gedrag van ankers nader te analyseren w erden sleepproeven met m odel ankers uitgevoerd. H et bleek daarbij m ogelijk de invloed van enkele uitvoe ringsvorm en van de ankerhanden en de schacht te bepalen. T evens kon vastgesteld w orden dat onderscheid tussen ingravende en zeer diep ingravende ankertypen gem aakt dient te w or den. De door 'L ea h y ’ en 'F a rrin ’ gevonden formule voor de bepaling van de houdkracht van een anker blijkt toegepast te kunnen w orden w an neer een anker niet al te diep in een ’ideale’ zachte bodem ingraaft. De door ’H erreshoff’ en ’de P arsons’ geform u leerde 'A pproxim ate L aw ’ geldt voor die an kers w elke in een dergelijke bodem zeer diep ingegraven raken. Het dient m ogelijk geacht te w orden het gedrag van een anker in de praktijk aan de hand van de resultaten van m odelproeven te voorspellen. D a a rju ist de verankering van grote O ffshore eenheden problem en met zich m edebrengt neem t de belangstelling voor de m ogelijkheden van de aangegeven benaderingsm ethodieken, waarbij de resultaten van ankerproeven m et behulp van com puterpro gram m a’s geanalyseerd en voor een ideale b o dem voorspeld kunnen w orden, toe. De laatste stelling van het proefschrift luidde: ’Z elfs zes ankers verm ogen niets w anneer de H ER E het schip niet bescherm t’. C entraal T echnisch Instituut T N O , A pel doorn D oor de A fdeling W arm te- en K oudetechniek van het C entraal T echnisch Instituut T N O : de A fdeling voor W erktuig- en Scheepsbouw , sectie voor w arm tetechnologie van het K onink lijk Instituut van Ingenieurs en de N ederlandse T echnische V ereniging voor V erw arm ing en L uchtbehandeling zal te U trecht in het T ran sitorium 1 der Rijksuniversiteit op 26 en 27 augustus 1975 de 37e V akantie-L eergang voor W arm tetechniek w orden gehouden. O nderw erp: T h erm isch e Isolatie van T echni sche Installaties. D eelnem erskosten per persoon, inclusief de gebundelde gedrukte voordrachten, voor beide cursusdagen ƒ 5 0 ,-; voor één dag ƒ 4 0 .- . O pgave tot deelnam e, w aarna een aanm el dingsform ulier w ordt toegezonden bij de A fde ling W arm te- en K oudetechniek van het CTI TN O , Postbus 342, A peldoorn, telefoon: 05760 - 7 33 4 4 , tst. 2639, vóór 10 augustus a.s. TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT G eslaagd voor hel doctoraalexam en vliegtuigbouw kundig ingenieur A. J. M. H azendonk, D elft M. van der K ram er, L eiderdorp J. M eijer, Heiloo D. J. Spiekhout, Em m eloord J. R. van L eeuw en, V oorschoten P. J. B akem a, Haarlem A. Fraterm an, ’s-G ravenhage R. A. C hase, M iddelburg H. J. O ldekam p, Pijnacker G . F. J. A. van G estel, Em m eloord G eslaagd voor het doctoraalexam en scheeps bouw kundig ingenieur R. L. H oltrop, D elft S. B roerse, A m sterdam G eslaagd voor het doctoraalexam en wiskundig ingenieur N. R. L am an, R otterdam P. Spohr, Delft K N SM , Paktank en Skua sam en in exploita tie van transportpontons De K N SM -G roup N .V . in A m sterdam en twee Rotterdam se bedrijven nl. Paktank B .V . en Skua B .V . gaan een ondernem ing oprichten m et als doel het voor gezam enlijke rekening exploiteren van een aantal grote transportpon tons. Tijdens de onlangs gehouden A lgem ene Jaarvergadering van de KNSM zei het Bestuur dat er zes pontons besteld zouden w orden, m aar inm iddels heeft men besloten om er ne gen in bestelling te geven. D aarvan zullen er zes in A m sterdam w orden gebouw d bij de N D SM , één ponton is bij een Ierse w erf besteld en de order voor de bouw van tw ee pontons m oet nog geplaatst worden. M et deze orders is een bedrag gem oeid van ongeveer 55 m iljoen gulden. De drie deelne mende bedrijven zullen daarin ieder voor 1/3 deel participeren. De vaartuigen zullen w orden ingezet bij de bouw van platform s voor de olie- en gasw in ning buitengaats. Z e zullen ieder een draag verm ogen hebben van tenm inste 10.000 ton. De pontons zullen begin ’76 w orden opgele verd. Inm iddels is een aantal charter- en transportcontracten afgesloten. De exploitatie is in han den van Skua B .V . te R otterdam . In laatstge noem d bedrijf heeft de K N SM -G roep een m in derheidsbelang. Skua B .V . houdt zich bezig op het gebied van de m akelaardij bij de exploitatie van offshore m aterieel alsm ede bij de ontw ikkeling van pro jecten op dit terrein voor rekening van derden. E r bestaat bij dit bedrijf eveneens interesse voor het verw erven van o .m . gespecialiseerde sche pen voor de offshore industrie. Al eerder plaatste m en orders voor de bouw van tw ee offshore pontons w aarm ee een bedrag van ƒ 16 m iljoen gulden w as gem oeid. T e w a te rla tin g e n Op 23 mei 1975 is met goed gevolg te water gelaten het m otorschip G erda Lönborg, bouwnum m er 524 van B odew es’ Scheepsw erven B.V . te H oogezand, bestem d voor Rederikom m anditselskabet Lönborg Line XVII te Kopenhagen. H oofdafm etingen zijn: lengte 68,76 m ., breedte 13,00 m ., holte 6 ,8 5 /4 ,5 0 m. In dit schip wordt geïnstalleerd één 4-tak t, enkelw erkende M aK -m otor van het type 8 Mu 451 AK m et een verm ogen van 1500 pk bij 375 om w /m in. H et m otorschip Gerda Lönborg wordt ge bouwd onder toezicht van Bureau V eritas voor de klasse: 1 3/3 E>{« H aute m er G lacé III. Op 31 mei 1975 is m et goed gevolg te water gelaten het m otorschip Ann Sandved, bouwnum m er 271 van Scheepsbouw - en R eparatie bedrijf G ebr. Sanders B .V . te Delfzijl, bestem d voor Rederi I/S Sandved III c/o R ederietK nud I Larsen te K openhagen. H oofdafm etingen zijn: lengte 72,138 m ., breedte 13,000 m ., holte 7 ,5 0 /5 ,3 0 m. In dit schip wordt geïnstalleerd een 4-takt, enkelw erkende M aK -m otor van het type 8 Mu 452 AK m eteen verm ogen van 1780 pk bij 375 om w /m in. H et m otorschip A nn Sandved w ordt gebouwd onder toezicht van B ureau V eritas voor de klasse: I 3/3 E>J< H aute mer Glacé III. O p 31 mei 1975 is m et goed gevolg te water gelaten de d.s. sleephopperzuiger C O. 842, bouw num m er 665 van B .V . Scheepsw erf en M achinefabriek ’De B iesbosch' te D ordrecht, bestemd voor C hina National M achinery Im port & Export C orporation te Peking. H oofdafm etingen zijn: lengte 78,08 m ., breedte 13,00 m ., holte 5,00 m. In dit schip w orden de volgende m otoren geïn stalleerd: - twee 2-takt, enkelw erkende SM ITB O LN ES-m otoren van het type 307 H D , elk met een verm ogen van 1680 pk bij 300 om w /m in; - drie 2-takt, enkelw erkende BOLN ESm otoren van het type 3 K N L 90/600, elk met een verm ogen van 270 pk bij 600 om w /m in; - één 2-takt, enkelw erkende B O LN ES-m otor van het type 6 D N L m et een verm ogen van7 2 0 pk bij 500 om w /m in. De d.s. sleephopperzuiger CO 842 wordt ge bouwd onder toezicht van Bureau V eritas voor de klasse: 13/3 E<i* Drague porteuse de déblais - H aute mer; D ragage a m oins de 5 milles des cótes. O p 9 juni 1975 is m et goed gevolg te water gelaten de m otorsleepboot A ch illes, bouw num m er 112 van Peters’ Scheepsbouw B .V . te K am pen, bestem d voor N eptun Bolaget te Stockholm . H oofdafm etingen zijn: lengte 28,20 m ., breedte 9,00 m ., holte 4 ,8 0 m. In dit schip wordt geïnstalleerd een 2-takt, en kelw erkende IN D U STRIE-m otor van het type 16 TD m et een verm ogen van 3200 pk bij 600 om w /m in. De m otorsleepboot A chilles wordt gebouw d onder toezicht van BUREAU V ERITA S voor de klasse: I 3/3 EHE* R em orqueur - H aute mer AUT-MS. Bij V an der G iessen-D e N oord N .V . te K rim pen a.d. IJssel vond op 14 juni 1975 de tew ater S en W. - 42e jaargang no. 14 - 1975 lating plaats van het m .t.s. C yclops, de eerste van de twee produkten-tankers voor de Ocean T ransport and T rading L td ., Liverpool. Het contract w erd op 25 oktober 1973 getekend en op 1 novem ber 1974 werd de kiel gelegd. D e doopplechtigheid werd verricht door m e vrouw M. H. G leichm an-M ackenzie, echtge note van de heer T h. G . G leichm an, directeur van de N .V . N ederl. Stoom v. Mij. O ceaan te A m sterdam . H et schip wordt gebouw d onder klasse L loyd's R egister o f Shipping 100 A l >i< LNC oil tanker with notation CC. D e C yclops heeft een lengte o .a . van 210,30 (t. 11. 201 m), een breedte op sp. van 32,25 m , een holte van 16,25 m , en een diepgang van 11,60/12,40 m. Bij 12,40 m is de deadw eight 55.000 ton. De laadtanks hebben een capaciteit van 2,6 mln kubieke voet, De C yclops zal w orden uitgerust m et een B & W dieselm otor, type 7 K 80 G F, m et een max. continuverm ogen van 18.480 rpk bij 126 om w /m in.(snelheid op proeftocht 16,8 kn.). Het schip heeft accom m odatie voor 45 perso nen. In mei 1974 ontving A. V uyk & Z o n en 's Scheepsw erven B .V . te Capelle aan den IJssel van O cean Inchcape te Londen de opdracht tot de bouw van een pipe-carrier. Deze pipe-carrier is op 12 juni 1975 m et succes op de nieuw bouw w erf van A. Vuyk & Z o n e n ’s Scheepsw erven B .V . te Capelle aan den IJssel te water gelaten. Bij deze stapelloop heeft het schip haar naam, t.w . Oil C hallenger' niet gekregen, daar er geen doopplechtigheid heeft plaatsgevonden. H et schip zal na haar oplevering in augustus a.s. op de Noordzee ingezet w orden voor het vervoer van pijpen naar pijpenleggers. Technische gegevens: D e O il C hallenger is een pipe-carrier, die o n t w orpen is voor het vervoer van zeer grote pij pen (lengte ca. 4 0 ft., diam eter 46 inch.) naar pijpenleggers. De capaciteit aan deklading is 4000 t. Het schip heeft een lengte over alles van ca. 9 0 .5 0 m ., een breedte van 19,00 m ., een holte van 6,75 m. en een constructie diepgang van 5,08 m. H et deadw eight totaal is 4400 t. De voortstuw ing geschiedt door middel van twee vaste schroeven, w elke beide via omkeerreductiekasten aangedreven worden door een English Electric D ieselm otor van 2800 pk. Drie C aterpillar/H eem af diesel generator sets, elk 128 K V A , zorgen voor de elektrische ener gie. De accom m odatie biedt plaats aan 23 bem an ningsleden. Om de m anoeuvreer eigenschappen, w elke nodig zijn voor het bij ruw weer m idden op zee aanleggen aan pijpenleggers te vergroten, is het schip voorzien van twee B ecker roeren, terwijl in het voorschip voor dit doel twee G illjet units ingebouwd zijn. Elke unit wordt aangedreven door een 575 pk. C aterpillar dieselm otor en is 360 ° draaibaar. 28 juni 1975 werd bij de N ederlandsche D o k en Scheepsbouw M aatschappij v .o .f. in A m ster dam , één der R .S .V .-bedrijven, de tweede helft, een voorschip van een 225.000 tons m am m oettanker te w ater gelaten. Deze tanker is in aanbouw voor N EPCO BAH AM AS CO R PO RA TIO N - New York - U .S .A . Het afloopgew icht van het voorschip bedraagt ruim 13,400 ton; de lengte is 140,25 meter. Na de tew aterlating van het voorschip werden beide scheepshelften te water gekoppeld en aaneengelast. H et achterschip werd op 26 april 1975 reeds te w ater gelaten. N aar verw acht wordt zal het schip eind sep tem ber gereed zijn en uit A m sterdam vertrek ken voor de eerste technische proeftocht. De afm etingen van deze m am m oettanker - de 15e van dit form aat die bij de N .D .S .M . ge bouwd w ordt — zijn: Lengte over alles 330 m ., lengte tussen loodlij nen 314,12 m ., breedte 48,68 m ., holte 25,60 m ., draagverm ogen 225.000 m etrische tonnen V erolm e/G eneral Electric turbine 32.000 APK bij 80 om w. p/m Verkochte schepen V ia bem iddeling van Supervision Shipping & Trading C o ., R otterdam , is het tn.s. Berkelstroom , toebehorend aan De H aas Scheepvaart Mij. B .V . te Rotterdam verkocht naar M exico, 819 tons d w ., gebouw d in 1962, openshelterdeck-type, uitgerust met een 800 pk D eutz hoofdm otor. Het schip is inm iddels overgedragen en herdoopt in M octezum a ii. TECHNISCHE INFORMATIE M eet- en regelapparatuur V oor toepassing in onderhoudsdiensten teneinde vast te stellen o f hoogw aardige instal laties, zoals turbines, grote ventilatoren en pom pen, aan revisie o f onderhoud toe zijn, brengt A uxitrol N ederland B .V . te ’sG ravenhage, tel. 070 - 652384/85, een analyse-apparaat, M etrix, Mode! 5115-B , voor m eting van am plitude en frequentie van trillin gen, snelheid o f versnelling, in de handel. V oor bew aking van o .a. tem peratuur, trilling en druk zijn leverbaar de M etrix D atawatch M onitors. O pleggen tankers Als gevolg van de sterk verm inderde vraag naar olie in de consum ptielanden, zullen een aantal tankers van de K oninklijke/Shell G roep tijdelijk uit de vaart genom en worden. Hoewel dit zogenaam de opleggen van tankers nog steeds een onderw erp van studie is, is nu reeds bekend dat Shell Tankers B .V . denkt aan het opleggen van zes tankschepen, w aaronder twee m am m oetschepen met een gezam enlijk draagverm ogen van 500.000 ton. De schepen w orden opgelegd in het V erre Oosten. Shell Tankers B .V . heeft op het ogenblik 54 schepen in de vaart met een totaal draagverm o gen van 3,5 m iljoen ton. D e zes tankschepen die opgelegd w orden zijn de: C apulonix, Philine en Philidora elk ca. 5 0.000 ton, de Sepia ca 7 2 .0 0 0 ton, de M arinula e n M a risa ca. 200.000 ton. H et opleggen van de zes tankschepen heeft geen gevolgen voor het personeelsbestand van S hellT ankers B .V ., aangezien de N ederlandse rederij niet lang geleden de 40-urige w erkweek op haar schepen heeft ingevoerd. Bovendien heeft de vloot van Shell T ankers recentelijk enige uitbreiding ondergaan. Overgenom en uit ’O lie’ juni ’75 Voor boorw erkzaam heden op zee N autilus V entures B .V . Shell heeft in N ederland een nieuwe m aat schappij N autilus V entures B .V ., opgericht. D eze maatschappij gaat zich bezighouden met 2 83 het ontw ikkelen en bevorderen van de uitvoe ring van exploratie- en produktie-activiteiten op het gebied van boor-, en constructie- en terreinw erk/aam heden ten behoeve van derden en van m aatschappijen behorende tot de K oninklijke/Shell G roep. Het program m a voor boren op zee is in het verleden gedeeltelijk uitgevoerd in eigen be heer, door w erkm aatschappijen van de G roep, en gedeeltelijk door aannem ers. O m dat de ac tiviteiten toenam en en de kosten steeds sterker stegen, besloot men eind 1973, begin '74 sa m enw erkingsovereenkom sten aan te gaan met de gevestigde aannem ingsm aatschappijen Sedco en O ffshore International. De sam en w erking m et Sedco heeft betrekking op de fi nanciering en bouw voor gezam enlijke reke ning van de hoorei landen 707 en 709. De Sedco 709, die waarschijnlijk in mei 1976 afge leverd zal w orden, is een diepdrijvend, veran kerd booreiland dat ontw ikkeld is naar het m o del van dtS e d c o 707dat uitstekend voldoet. De Sedco 709 is het eerste en tot nu toe het enige booreiland met een dynam isch stationeringssysteem . Het is zo uitgerust dat het boorw erkzaam heden op zee kan verrichten tot een diepte van 1000 meter. O nder sam enw erking m et O ffshore Internatio nal wordt de D iscoverer IV gebouw d. Dit is een boorschip met een op draaitafel gem on teerd verankeringssysteem voor w ater tot 500 m eter diep. D aarnaast w orden voor gezam en lijke rekening twee hefeilanden voor water tot 100 m eter diep gbouw d. De oprichting van N autilus V entures moet worden gezien als aanvulling op de bovengeiwsjwtev Kooi aaawsmi 'xr§aet ivi tei'z&n,. N waï Llwia V entures B .V . zal zich in het begin toeleggen op exploratie- en produkticboringen in zee. Daartoe zal N autilus V entures de beschikking krijgen over het booreiland Staflo, dat de afge lopen jaren door Shell U .K . gebruikt is en waarm ee de succesvolle vondsten Brent en A uk zijn gedaan. De Staflo zal, na beëindiging van de w erkzaam heden op de N oordzee, g ere viseerd worden. Bovendien w orden er op het ogenblik op een Duitse w erf twee uit m odules opgebouw de boorinstallaties geconstrueerd. Deze zullen aan de NAM verhuurd worden. Bij de oprichting van N autilus V entures B .V . zijn als directeuren benoem d de heren S. G ray, C oördinator Exploratie en Produktie, en J. N. R ingers, sinds novem ber 1974 hoofd van de tijdelijke w erkgroep E en P contracting (E P/25). De laatstgenoem de zal de dagelijkse leiding van N autilus hebben. H et ligt in het voornem en de heren O . C. Fischer, G roup F i nance R epresentative en F. H ughes, van de Produktiekant van EP, tevens te benoem en tot directeuren. De heer D. H. M anson is belast m et de leiding van de boorafdeling van N auti lus en de heer N. H. van Lingen zal optreden als bedrijfsleider. N autilus V entures zal vo o r lopig kantoor houden in het gebouw V an Hogenhoucklaan/D en H aag. O vergenom en uit 'O lie ' ju n i '75 L L O Y D ’S REG ISTER A PPR O V ES ’M IN I-FL O A T IN G D O C K ’ Inland w aterw ays R o-R o pontoon barge The R otterdam O ffice o f L lo y d ’s R egister has approved the plans for an unusual type o f in land w aterw ays barge being built by A. BAARS A zn. B .V ., Sliedrecht, for D utch in land heavy transport specialists, V AN DER W E E S, o f D ordrecht. 284 The non-propelled barge is designed to take heavy or volum inous roll on/roll o ff cargoes. It can be either pushed or towed. The barge is designed on the lines o f a floating dock with a double bottom and double sides which house ballast com partm ents. W hen loading up, the barge is ballasted to a suitable depth to allow a stem loading ram p to be low er ed on to the quay side ready to take on vehicular loads direct. The barge is designed to navigate all im portant inland w aterw ays in W estern Eu rope and the ballasting function may be used to low er the vessel to enable it to negotiate obsta cles such as low bridges when the cargo is at a critical height. For the purpose o f m aintaining stability during loading o f large single w eights, tw o detachable pontoons can be fitted to the vessel's sides. It will carry 450 tons o f normal Ro-R o cargo but if necessary it can take up to 800 tons o f concrete piles or m ore if properly distributed. F or conventional cargoes the capa city will be about 1500 metric tonnes. Free board is not so critical on inland w aterw ay craft so the barge may be operated to w ithin a few centim etres o f the deck level, above w hich are fitted coam ings half a metre in height. Principal particulars: length 68 m ., breadth 9 ,5 0 m ., depth 3,25 m. Annual m eeting o f IACS w orking Party on Strength The IACS (International A ssociation o f C lassi fication Societies) W orking Party on Strength o f Ships held its annual m eeting in V eritas H ouse, O slo, on 21st and 22nd M ay this year. A m ong the topics discussed were an extension o f the longitudinal strength requirem ents (an agreed m inim um longitudinal strength stan dard has already been in existence for some years) corrosion allow ance in connection with longitudinal strength, application rules for the various steel grades specified by the societies and the strength o f hatch covers. A special system for exchange o f inform ation am ong the m em ber societies on m ajor failures on ships has also been w orked out by the W ork ing Party, w hich w ill exam ine the relevant data and initiate further investigation if deem ed ne cessary. At the m eeting the follow ing classification so cieties were represented: A m erican B ureau o f Shipping, Bureau V eritas, G erm anischer Lloyd, L lo y d ’s R egister o f S hipping, N ippon Kaiji K yokai. Polski R ejestrS tatk o w , R egistro Italian« N avale, R egister o f Shipping o f the U SSR and D et norske Veritas. O ne o f W orld ’s largest floating docks being built to L loyd's register class at G dansk, Poland Surveyors from the G dansk office o f L lo y d 's R egister are surveying the construction o f one o f the W o rld 's largest floating docks being built to L lo y d ’s R egister class at the G dansk R epair Y ard, for A .B . G otaverken o f G othen burg, Sw eden. Plan approval w as carried out by the Hull Structures D epartm ent o f L loyd’s R egister in London. The 55 000 tons lifting capacity floating dock is the first to be fitted with a 64 m high gantry crane w ith three 6 0 tons lift hooks w ith a total capacity o f 150 tons. T his crane can cover the whole area o f the floating dock and can reach beyond the end o f the dock by m eans o f canti lever extensions to the w ing walls to enable steelw ork or other items to be loaded or dis charged. A crane o f 15 tons lifting capacity w ill also be fitted on the top o f each w ing wall. The total w eight o f steel to be used in the construction will be 19 750 tons and the 290 m long dock is being built in eight sections va rying in length from 23 m - 35 m approxim ate ly. The sections are launched separately and jo in ed afloat. A fter com pletion at G dansk, the dock will be tow ed to G otaverken R epair Yard where the cranes will be fitted . The dock form s part o f the m odernisation program m e at G otaverken and it is stated that it will be possible to dock a 200 000 dw t tanker in less than 180 minutes. The principal particulars o f the dock are O verall length 29 0 ,0 m ., pontoon length 270,0 m ., breadth overall 70,5 m ., inboard width betw een fenders 55,0 m ., depth 21,3 m ., max. draught o f ship to be docked 10,0 m ., lifting capacity 55 000 tons, no. o f w atertight com partm ents 24. A m en d m en ts & A dditions no. 2 o f Bureau V eritas Rules and regulations for the con struction and classification o f steel vessels Bureau V eritas has ju st published the am end m ents and additions No. 2 o f the 1975 issue o f its R ules and R egulations for the construction and C lassification o f steel vessels. T hese am endm ents represent an im portant re organization of: • C hapter 3 - M aterials and Fabrication • C hapter 25 - Inspection o f M aterials. R egarding the chapter dealing with ’M aterials and F abrication’, inform ation is supplied in the form o f tables, enabling to determ ine the hull steel quality (norm al strength) to be used for different parts o f the ship according to the thickness o f the plate considered. ’"Furthermore, new prescriptions are form ulated in order to define a certain num ber o f general requirem ents on the cold form ing o f plates and on the oxygen-cutting. In particular, diagram s fix free bending param eters for normal strength or high tensile hull steels. Finally, in the field o f welding, rules are defin ed for the preparation o f the edges o f a butt w elding when there is a large spacing betw een the plates before w elding. As far as the chapter 'Inspection o f M aterials’ is concerned, the m ain novelties concern: - geom etrical characteristics and tolerances o f test-pieces for m echanical (tensile, bending, im pact . . . ) tests. - the introduction o f B grade in norm al strength hull steels as w ell as som e alterations concerning the sulphur and phosphorus con tents and the m inim um guaranteed yield stress for steels o f A, B, D and E grades. - a new definition o f high yield stress steels, including in particular a low ering o f the m axi m um percentage in carbon, sulphur and phos phorus and the introduction o f a m axim um percentage in various metals such as alum i nium , niobium , vanadium , copper, chrom ium , nickel etc. . . Finally, a new section has been devoted in this chapter to m aterials for low tem perature appli cations. It m ainly includes the introduction o f 3 steel grades, E 26-F, E 30-F and E 36-F, which are non-alloyed steels for use at a m inim um tem perature o f m inus 50 degrees centigrade. The new requirem ents contained in these am endm ents and additions o f B ureau V eritas R ules and R egulations will com e into force on July 31st 1975. Separate reprints o f the new chapter25 ’Inspec tion o f M aterials’ m ay be obtained at Bureau V eritas.
© Copyright 2024 ExpyDoc