Zeefdrukken in twee kleuren

OPDRACHTKAART
Zeefdrukken 4
Thema: Drukken
DR-03-04-01
Zeefdrukken in twee kleuren
Voorkennis:
– ’Zeefdrukapparatuur’ afgerond
– ’Een zeefdrukraam prepareren’ afgerond
– ’Zeefdrukken in één kleur’ afgerond
Intro:
Je gaat zeefdrukken maken in twee kleuren. De twee kleuren moeten natuurlijk op de juiste plaats ten opzichte van
elkaar gedrukt worden. Voor sluitwerk zijn de aanleggen bijzonder belangrijk. Alleen als we elk vel goed tegen de
aanleggen plaatsen, komen alle afdrukken op de juiste plaats. Je leert twee kleuren sluitend te drukken en wel met
zo min mogelijk misdrukken.
Doelen:
Aan het eind van deze opdracht kan je:
– een zeefdrukraam belichten met twee films;
– twee kleuren sluitend drukken.
Aan het eind van deze opdracht ken je:
– de begrippen sluiten, register en overvul;
– de begrippen drukgang en misdruk.
Activiteiten:
– Lees de theorietekst: ’Zeefdrukken in twee kleuren’.
– Maak de toets.
– Maak de praktijkopdracht.
– Vul de checklist en het evaluatieformulier in.
Tijd:
Voor het maken van deze opdracht heb je ongeveer 4 lesuren:
– theorie bestuderen: 0,5 lesuren
– toets: 0,5 lesuren
– praktijkopdracht, checklist en evaluatieformulier: 3 lesuren
Materiaal:
– de theorietekst: ’Zeefdrukken in twee kleuren’;
– de toets;
– de checklist;
– het evaluatieformulier.
OPDRACHTKAART
Zeefdrukken 4
Beoordeling:
De docent beoordeelt:
– de 10 zeefdrukken;
– de afdruk van het kleurvlak;
– de afdruk van de zwarte afbeelding;
– de toets;
– de checklist;
– het evaluatieformulier;
Later geeft de docent je:
– de eindtoets.
Thema: Drukken
DR-03-04-02
Theorie
Zeefdrukken 4
Zeefdrukken in twee kleuren
Thema: Drukken
DR-03-04-03
Hieronder zie je een twee kleurendruk die niet sluit.
Tegenwoordig komt drukwerk dat alleen in zwart/wit
is gedrukt steeds minder voor. Men wil een kleur in
het drukwerk om accenten te leggen. Een beeldmerk is
door een kleur beter te herkennen Het kleurendrukwerk ziet er vaak mooier uit dan zwart/wit.
Je weet hoe je een zeefdrukraam prepareert en zeefdrukken maakt in één kleur. We gaan nu bekijken hoe
tweekleurendruk gemaakt wordt. In kort werkt het zo:
Al het papier wordt eerst bedrukt met een kleurvlak.
Dit noemen we de eerste drukgang. Als de afdrukken
droog zijn druk je de tweede drukgang. Dit is de zwarte afbeelding.
Prepareren met twee films
Als de afbeeldingen niet te groot zijn, kunnen we ze
op één zeefdrukraam zetten. Dat bespaart tijd en kosten. Want het zeefdrukraam hoeft dan maar één keer
geprepareerd te worden.
Er is een trucje om bij kleine afwijkingen niet meteen
een witte rand te zien. Het eerste kleurvlak krijgt wat
overvul. Dat betekent, het wordt iets groter gemaakt.
Dat wordt bij het belichten van de film gedaan.
Eigenlijk is het eerste kleurvlak dus iets te groot. Maar
op de afdruk is dat niet te zien omdat de volgende
kleur de randen afdekt. Daarom drukken we eerst de
lichte kleur en dan de donkere. Een donkere dekt een
lichte kleur beter af.
Bekijk de afbeelding. Bij het drukken beginnen we
met het kleurvlak. Het gedeelte van de zeef voor de
zwarte drukgang wordt dan afgeplakt. Voor de tweede
drukgang wordt het gedeelte met het kleurvlak afgeplakt.
Om de kleuren te laten sluiten moeten we alle vellen
goed tegen de aanleggen plaatsen. Bij de eerste drukgang moeten we dus al heel zorgvuldig werken. De
eerste drukgang moet goed zijn. Alleen dan kunnen
we straks de tweede kleur sluitend drukken.
Sluiten en overvul
Het kleurvlak moet straks precies in de zwarte afbeelding passen. We zeggen dan dat de afdrukken moeten
sluiten. Als de kleuren sluiten, is de afdruk in register.
Als de kleuren niet sluiten, hebben we een misdruk
gemaakt. Je ziet dan witte randen tussen de kleuren.
De eerste drukgang
Voor het drukken gebruiken we extra vellen papier. De
extra vellen noemen we inschiet. Hoe moeilijker het
drukwerk, hoe meer inschiet we nodig hebben. Want
er kunnen misdrukken ontstaan tot de kleuren op de
goede plaats staan.
Theorie
Zeefdrukken 4
We drukken eerst het kleurvlak. Het zeefdrukraam is
belicht met twee films. Het gedeelte voor de tweede
drukgang moet afgeplakt worden, want hier mag geen
inkt door. Daarvoor gebruiken we lange stroken tape.
Die plakken we over de hele breedte van het zeefdrukraam. Dus geen kleine stukjes tape, want die kunnen
loslaten. Dan kan de inkt eronderdoor kruipen. Dat
geeft vlekken op je afdruk en op de druktafel.
Na de eerste drukgang moet de inkt uitgespoeld worden. Daarna verwijderen we de tape. Terwijl het zeefdrukraam droogt, maken we de lepel en de rakel
schoon. Daarna plakken we het kleurvlak af met tape.
Hier kan nu geen zwarte inkt door. Dan is het zeefdrukraam klaar voor de tweede drukgang.
De tweede drukgang
Bij het drukken van de tweede drukgang moeten de
aanleggen opnieuw worden opgeplakt. Om de juiste
plaats te bepalen wordt een vel transparante folie
gebruikt. We plakken dit vel transparante folie aan één
zijde met tape vast op de druktafel. Dan maken we een
afdruk op de folie. We schuiven een afdruk van de eerste drukgang onder de folie. Op die manier kunnen
we de goede stand van het drukvel bepalen. Als het vel
in de juiste positie ligt, plakken we de drie aanleggen
nauwkeurig tegen het drukvel. Daarna verwijderen we
het vel folie. Als alles goed is gegaan kunnen we nu de
tweede drukgang sluitend drukken.
Thema: Drukken
DR-03-04-04
Toets
Thema: Drukken
Zeefdrukken 4
Zeefdrukken in twee kleuren
Vraag 1
Hoe noemen we het aantal vellen dat bedrukt moet worden? Schrijf het juiste woord op:
Vraag 2
Als we meer kleuren drukken, hebben we extra vellen nodig.
Waarvoor gebruiken we deze? Kruis de juiste bewering aan.
De extra vellen gebruiken we voor het geval dat ...
O ... er misdrukken ontstaan.
O ... de kleurencombinatie niet mooi is.
Vraag 3
We drukken altijd iets meer dan de oplage. Hoe noemen we de extra vellen?
Kruis het goede antwoord aan.
O
O
O
O
blanco vellen
misdrukken
inschiet
overschot
Vraag 4
We hebben het over de eerste en de tweede drukgang. Wat houdt dit eigenlijk in?
Kruis het goede antwoord aan.
’De eerste drukgang’ betekent ...
O
O
O
O
... eerst de gaatjes vullen door de vulslag.
... de extra vellen die je eerst moet bedrukken.
... een vel in de eerste kleur drukken.
... de oplage in de eerste kleur drukken.
DR-03-04-05
Toets
Thema: Drukken
Zeefdrukken 4
DR-03-04-06
Vraag 5
Bij drukwerk in meer kleuren zijn de aanleggen bijzonder belangrijk. Waarom?
Zonder aanleggen –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Vraag 6
Bekijk deze drie zeefdrukken. Bij welke zeefdruk is geen overvul gebruikt?
Kruis de juiste zeefdruk aan.
Vraag 7
We willen dit plaatje drukken. Met welke kleur beginnen we dan?
Kruis het goede antwoord aan.
O
O
O
O
met paars
met zwart
met wit
maakt niet uit
Toets
Thema: Drukken
Zeefdrukken 4
DR-03-04-07
Vraag 8
Ken je de begrippen goed? Zet achter elk begrip de juiste betekenis. Maak een keuze uit:
afdruk sluit niet – sluitend – extra vellen
begrip
betekenis
inschiet
–––––––––––––––––––––––––––
misdruk
–––––––––––––––––––––––––––
in register
–––––––––––––––––––––––––––
Vraag 9
We gebruiken folie om de tweede kleur sluitend te krijgen. Hoe werkt dat precies?
Hieronder staan de stappen in de verkeerde volgorde. Schrijf ze in de juiste volgorde op.
aanleggen tegen het vel plakken – afdruk maken op de folie – folie vastplakken – juiste stand van het vel zoeken –
vel onder de folie schuiven – vel met de eerste kleur pakken
1 ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
2 ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
3 ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
4 ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
5 ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
6 ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Vraag 10
Om de stand van de tweede kleur te bepalen gebruiken we folie. Die plak je aan één kant vast.
Waarom? Kruis aan.
Omdat je ...
O ... de folie dan makkelijker kunt loshalen.
O ... het drukvel eronder moet schuiven.
PRAKTIJKOPDRACHT
Thema: Drukken
Zeefdrukken 4
Zeefdrukken in twee kleuren
Je gaat nu zeefdrukken maken in twee kleuren.
Je drukt eerst het kleurvlak. (22 vel).
De tweede drukgang is de zwarte afbeelding. (22 vel + 3 vel).
Wat heb je nodig?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
een zeefdrukraam;
twee films voor zeefdruk in twee kleuren;
lichtgevoelige emulsie en een holrakel;
inkt zwart en een kleur;
rakel en lepel;
25 vel papier;
tape en karton;
een vel transparante folie;
chemie om de emulsie te verwijderen;
chemie om het gaas ontvetten.
Wat ga je doen:
De praktijkopdracht in stappen:
A Inrakelen met emulsie en drogen
B Belichten met de twee films
C Uitspoelen, drogen en afplakken
D Eerste drukgang drukken (kleurvlak)
E Inkt uitspoelen, drogen en afplakken
F Aanleggen plaatsen
G Tweede drukgang drukken (zwart)
H Emulsie verwijderen en ontvetten
I Werkplek opruimen
A
1.
2.
3.
4.
B
1.
2.
3.
Inrakelen met emulsie en drogen
Rakel het gaas in met emulsie.
Giet de overtollige emulsie terug en sluit de pot.
Poets het raam schoon.
Leg het zeefdrukraam met het gaas naar boven in de droogkast
Belichten met de twee films
Leg het zeefdrukraam met het gaas naar boven in het kopieerraam.
Leg beide films onleesbaar op het gaas.
Zoek een slimme positie:
– niet te dicht bij de rand; je moet de rand rondom kunnen afplakken
– niet te dicht bij elkaar; je moet straks de afbeeldingen afzonderlijk kunnen afplakken.
4. Belicht het zeefdrukraam.
5. Berg de films weer op.
DR-03-04-08
PRAKTIJKOPDRACHT
Zeefdrukken 4
C
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Uitspoelen, drogen en afplakken
Spoel het gaas uit met de handdouche.
Conroleer of de gaatjes open zijn.
Poets het zeefdrukraam een beetje droog.
Leg het onderin de droogkast.
Spoel de holrakel schoon.
Leg het droge zeefdrukraam met het gaas naar boven op een tafel.
Plak het zeefdrukraam af:
– rondom, aan de rand
– de afbeelding van de tweede drukgang; gebruik lange stroken.
D
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Eerste drukgang drukken (kleurvlak)
Plaats het zeefdrukraam in de klemmen.
Plak de drie aanleggen.
Maak een afdruk en controleer de stand.
Druk in totaal 22 vel. Laat dus drie vellen onbedrukt.
Controleer de afdrukken.
Leg de afdrukken te drogen.
E
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Inkt uitspoelen, drogen en afplakken
Haal de tape van de afbeelding.
Spoel de inkt uit het gaas met de handdouche.
Leg het onderin de droogkast.
Spoel de lepel en de rakel schoon.
Leg het droge zeefdrukraam met het gaas naar boven op een tafel.
Plak het kleurvlak af. Controleer de randen.
F
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Aanleggen plaatsen
Plaats het zeefdrukraam in de klemmen.
Leg een vel transparante folie onder het zeefdrukraam.
Plak het aan één kant vast op de druktafel.
Maak een afdruk op de folie.
Schuif een afdruk met het kleurvlak onder de folie; zoek de juiste stand.
Plak nu de drie aanleggen tegen het drukvel.
Haal de folie weer weg.
G
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Tweede drukgang drukken (zwart)
Pak de droge vellen.
Leg 1 afdruk apart om in te leveren; controleer of het een goede afdruk is.
Leg een afdruk tegen de aanleggen en maak een zwarte afdruk.
Controleer of hij sluit.
Bedruk alle vellen en controleer deze.
Bedruk ook de drie blanco vellen; 1 afdruk ervan moet je inleveren.
Leg de bedrukte vellen te drogen.
Thema: Drukken
DR-03-04-09
PRAKTIJKOPDRACHT
Zeefdrukken 4
H
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Emulsie verwijderen en ontvetten
Verwijder de tape.
Spoel de inkt van het gaas.
Leg het zeefdrukraam onderin de droogkast.
Spoel de lepel en de rakel schoon.
Verwijder de emulsie.
Spuit het gaas schoon met de hogedrukspuit.
Leg het zeefdrukraam weer onderin de droogkast.
I Werkplek opruimen
1. Ruim de werkplek op.
2. Lever alle materialen in.
Ter beoordeling inleveren:
– één afdruk van het kleurvlak;
– één afdruk van de zwarte afbeelding;
– de oplage van 10 afdrukken in twee kleuren;
– de checklist;
– het evaluatieformulier.
■
■
Aantekeningen
Thema: Drukken
DR-03-04-10
Checklist
Thema: Drukken
Zeefdrukken 4
DR-03-04-11
Zeefdrukken in twee kleuren
Leerling
Docent
1. Is er een oplage van 10 twee kleurendrukken gedrukt?
O
O
2. Zijn alle 10 afdrukken hetzelfde?
O
O
3. Zijn de twee drukkleuren iedere keer sluitend gedrukt?
O
O
4. Is de afdruk van het kleurvlak bij de oplage gevoegd?
O
O
5. Is de afdruk van de afbeelding bij de oplage gevoegd?
O
O
6. Zijn alle afdrukken schoon? Ook aan de achterkant?
O
O
7. Is het zeefraam goed schoongemaakt?
O
O
8. Is de druktafel schoon?
O
O
9. Is de werkplek opgeruimd?
O
O
O
O
10. Zijn alle materialen ingeleverd?
Evaluatie
Zeefdrukken 4
Thema: Drukken
DR-03-04-12
Zeefdrukken in twee kleuren
1. Wat vond je moeilijk aan deze opdracht?
2. Wat zou je de volgende keer anders doen?
3. Had je voldoende tijd voor deze opdracht? _______________________________________________________
4. Heb je vorige opdrachten moeten raadplegen? ____________________________________________________
5. Heb je hulp moeten vragen? ___________________________________________________________________
6. Geef jezelf een beoordeling voor de oplage twee kleuren zeefdrukken.
O zeer onvoldoende want ____________________________________________________________________
O onvoldoende want ________________________________________________________________________
O matig want ______________________________________________________________________________
O voldoende want __________________________________________________________________________
O ruim voldoende want _____________________________________________________________________
O goed want ______________________________________________________________________________
O zeer goed want ___________________________________________________________________________
Eindbeoordeling:
Cijfer:
Eindtoets
Thema: Drukken
Zeefdrukken 4
DR-03-04-13
Zeefdrukken in twee kleuren
1 We hebben het over de eerste en de tweede drukgang.
De ’tweede drukgang drukken’ betekent ...
O
O
O
O
... na de vulslag de drukslag maken.
... na de eerste kleur de oplage in de tweede kleur drukken.
... de tweede kleur op een blanco vel drukken.
... de tweede kleur op een vel folie drukken.
2 Je hebt voor de twee drukgangen één zeefdrukraam gebruikt in plaats van twee.
Waarom is dat goedkoper?
3 Eén zeefdrukraam voor twee drukgangen te gebruiken bespaart ook tijd.
Welke handelingen hoef je maar één keer te doen? Kruis ALLE goede antwoorden aan.
O
O
O
O
O
O
belichten
emulsie uitspoelen
afplakken
inkt uitspoelen
emulsie verwijderen
ontvetten
4 Waarvoor dient de overvul bij sluitwerk?
5 Waarom mogen we de twee films niet te dicht op de rand van het gaas belichten?
6 Waarom moet je lange stroken tape gebruiken om een deel van het zeefdrukraam af te plakken?
Kruis ALLE goede antwoorden aan.
O
O
O
O
Kleine stukken tape kunnen loslaten.
De inkt kan dan gaan lekken.
De afdruk kan dan vlekken krijgen.
De druktafel kan dan vies worden.
Eindtoets
Thema: Drukken
Zeefdrukken 4
7 Hoe noemen we een afdruk die niet sluit?
8 Waarom gebruik je na de eerste drukgang de handdouche en niet de hogedrukspuit om het
zeefdrukraam schoon te maken?
9 Waarom plak je het vel transparante folie maar aan één kant vast op de druktafel?
10 Hoe noemen we een afdruk die sluit? De afdruk ...
O
O
O
O
... heeft een overvul.
... is een inschiet.
... is een misdruk.
... is in register.
DR-03-04-14