Kvo 128 - Klaar Voor Onderwater

ONDERZEEDIENST REÜNISTENVERENIGING
KLAAR VOOR ONDERWATER
NUMMER 128 JAARGANG 37 MEI 2014
REDACTIE
Colofon
Verschijnt 4 maal per jaar in
oplage van 1200 exemplaren.
Voorzitter
D. Heij
Bremlaan 14
6866 DP Heelsum
0317-317063
[email protected]
Secretaris
W.R. Segaar
Laan van Oud Poelgeest 30
2341 NL Oegstgeest
071-5726472
[email protected]
Redactie & vormgeving
E.E. van Kesteren
Zoomstraat 78
1784 GL Den Helder
06-44708032
[email protected]
Redactie
Jhr. R.A. Snouck Hurgronje
Molenweg 9
1766 HL Wieringerwaard
0224-221884
[email protected]
1e Penningmeester
W.P. van der Veeken
Jolstraat 74
1784 NL Den Helder
0223-630265
[email protected]
2e Penningmeester
A. Schouten
Langevliet 7
1759 LE Callantsoog
0223-643848
[email protected]
Vert. COZD
LTZ2OC Eric Duenk
Onderzeedienst/BUOPS
Postbus 10000
1780 CA Den Helder
0223-658195
Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder
aanmelding nieuwe leden,
adreswijzigingen en overlijden
is de 1e penningmeester
W.P. van der Veeken
Contactpersoon voor
contributie betaling is de
2e penningmeester
A. Schouten
De redactie behoudt zich het
recht voor om artikelen in te
korten, te weigeren of te
verplaatsen naar een andere
editie. Tevens is zij niet
verantwoordelijk voor de
inhoud van ingezonden kopij.
Erelid van de vereniging
J.H. van Rede
A. Prins
W.P.P. Falkmann
Op 23 april is de jaarlijkse reünie weer gehouden. Een van de doelstellingen van de
Onderzeedienst reünistenvereniging. Helaas
kon ik hier niet bij aanwezig zijn. Het begint
een beetje eentonig te worden, maar ik zit
nog altijd op zee. Ik heb via de mail wel veel
foto’s ontvangen en met eigen ogen kunnen
zien dat het weer een succes is geweest. In
het MEA, Marine Evenementencentrum Amsterdam, zijn velen van u tezamen geweest
en hebben genoten van verhalen, een hapje
nasi en een drankje. Het is lastig om je in te
leven in de gebeurtenissen in Nederland. Ik
zit hier een paar duizend mijl van Nederland
in een klimaat dat vochtig en erg warm is. Ik
zie dan foto’s van leden die onder een paraplu naar de vergadering gaan. Zo weet ik ook
dat er een serie op Tv is geweest over de huidige Onderzeedienst. Ook dat is grotendeels
aan mij voorbij gegaan. Hoop dat velen van
u genoten hebben van deze serie op televisie.
Als dit blad weer op de mat ligt ben ik waarschijnlijk alweer in Nederland. Voor het blad
zou dat beter zijn omdat ik dan als redactie
weer wat gemakkelijker contact kan onder-
Eddy van Kesteren
In Memoriam
Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden;
7 augustus 2013
31 oktober 2013
J.M. De Jonge 83 jaar
F.L.R. Vijgen 80 jaar
Schoorl
Hoensbroek
9 maart 2014
20 maart 2014
18 april 2014
B. Volmuller 73 jaar
D. Hagendijk 60 jaar
H. Sikman
80 jaar
Assen
‘t Zand
Heerenveen
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken
Contributie
De minimale contributie bedraagt € 7,50 per jaar, buitenland
leden € 10 per jaar i.v.m. de hoge porto kosten.
IBAN: NL57INGB0003928464 BIC: INGBNL2A
Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als
lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de
december KVO een acceptgiro bijgesloten.
Gironummer vereniging: 39.28.464
t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging
Jolstraat 74 1784 NL Den Helder
PAGINA 1
houden met de mederedactieleden en gebruik
kan maken van ‘sneller’ internet.
Wat vindt u in deze editie. Een kennismaking met de nieuwe Groepsoudste OZD,
KTZ Ammerlaan. Hij verteld iets over zichzelf en over de onderzeedienst. Verder een
verslag van de reis van de Zeehond in 1971
naar de Bahama’s die dit jaar in reünie bij
elkaar zijn geweest. Op de Noordzee liggen
nog steeds veel wrakken van onderzeeboten.
Terwijl wij nog steeds op zoek zijn naar de
O-13, duiken sportduikers op reeds bekende
wrakken in de Noordzee. Het blad ‘Duiken’
heeft daar ooit een artikel aan gewijd met
daarbij de opmerking; respecteer een oorlogsgraf. Goed te zien dat een orgaan als een
duikmagazine daar ook aandacht voor
vraagt.
Blijft u vooral kopij sturen want zo blijft het
een blad met vele invalshoeken en dus leuk
om te lezen voor een ieder.
Veel leesplezier.
Redactie ·····················································
4 mei 2014 ··················································
Onderzeeërs in de Noordzee ··························
Respecteer een zeemansgraf ·························
Zeehond reünie reis 1971·······························
Hr.Ms. O15··················································
Groepsoudste OZD (kennismaking) ·················
‘Cul de Sac’ ·················································
Algemene Vergadering 2014 ··························
Reünie 2014 (foto’s) ······································
1
2
4
9
10
16
17
19
20
22
4 MEI 2014
Vertrokken maar nooit teruggekeerd.
Vertrokken om te strijden, gesneuveld in
de diepte van de zee. Vertrokken maar
nooit vergeten!
Excellentie, nabestaanden en andere betrokkenen, oud- en actief dienend Onderzeedienst personeel, mijnheer Salm van
de Gemeente Den Helder, iedereen een
goede morgen en welkom op deze herdenkingsplechtigheid.
Het doet mij plezier dat u in zo’n grote
getale hier bent. Voordat ik verder ga wil
ik eerst enkele woorden in de Engelse
taal richten aan onze buitenlandse gasten.
Also a very warm welcome to Chief
Petty Officer Hallam from Great Brittain
representing the Royal Navy and Captain
Sulistyadi from Indonesia representing
the Indonesian navy. Sir’s, it is an honor
to have you present. Please do allow me
to continue in Dutch from here.
Meer dan 108 jaar onderzeeboten. Nu
met vier boten en, één Mercuur. Ze gaan
naar zee ….…en ze komen weer terug.
Zo gaat het al jaren. WIJ accepteren dat
als normaal en weten niet beter…….U
weet dat wel!
Wat voor ons vanzelfsprekend is, was
zo’n 70 geleden zeker niet vanzelfsprekend. Sterker nog, toen namen de vrouwen met jonge kinderen op de kade afscheid van hun mannen. Zij deden dat
met angst in hun hart. Een angst die vaak
helaas terecht bleek. Het alarmerende
bericht van de marine over de vermissing
van een boot en de jaren daarna van onzekerheid. Een sprankje hoop dat er toch
nog was en in de loop van de jaren langzaam doofde.
We staan hier bij een bijzonder monu-
ment om bijzondere mensen te herdenken. Een monument dat
door hun kameraden, de vrienden van de gesneuvelden, is gemaakt. Het geeft heel duidelijk
de verwantschap aan die onderzeebootmannen hebben. En de kracht die uit zo’n hechte gemeenschap voortkomt. Het
monument is een plek waar men, nabestaanden, veteranen en reünisten, maar
zeker ook actief dienend onderzeebootpersoneel, jaarlijks (zoals nu) bijeen
komt om te herdenken.
Wie had net na de oorlog kunnen bedenken dat er in 2014, 200 mensen bij dit
monument bijeen zouden komen. Het
hernieuwde respect, de dankbaarheid en
de interesse in hen die voor onze vrijheid
in de tweede wereld oorlog zijn gesneuveld vind ik positief. Het geeft aan dat
nieuwe generaties zich wel degelijk bewust zijn van wat er toen is gebeurd en
dit ook willen herdenken. Dit geeft hoop
voor de toekomst.
Hoewel de hernieuwde interesse niet enkel bij de Onderzeedienst is waar te nemen, is het voor de onderzeeboten wel
heel duidelijk. Een effect dat goed van
pas komt nu onze pijlen op het vinden
van de laatste boot, de O13, zijn gericht.
Er gebeurt veel op dit vlak. Om zoektochten op te kunnen zetten is met veel
partijen contact gezocht en staat een volgende tocht op stapel. Een productiemaatschappij heeft de documentaire afgerond die op 8 juni a.s. op televisie
wordt uitgezonden. Helaas hebben de
afgelopen twee zoektochten naar de O13
niet geleid tot de vondst. We konden
maar een klein gedeelte van het gebied
onderzoeken. Tevens is het zoekgebied
door nieuwe informatie groter geworden.
Dit maakt, zoals u begrijpt, het zoeken
niet makkelijker. We blijven doorgaan.
PAGINA2
lijk om vrede en vrijheid te ervaren. Dat
is niet iedereen gegeven. Om dit duidelijk te maken zal ik een gedicht van Toon
Tellegen voorlezen over de vrede.
Ook is er een ontwikkeling gaande die
veel vragen oproept. Het is algemeen bekend dat er in Aziatische wateren regelmatig op wrakken van oorlogsschepen en
onderzeeboten wordt gedoken. Nieuw
was een bericht dat er mogelijk schepen
in die regio actief zijn die scheepswrakken opdreggen om waarschijnlijk enkel
puur economische redenen (het verkopen
van het staal). Dit is een gevoelige kwestie waar op dit moment de Ministeries
van Justitie en Buitenlandse Zaken zich
samen met Defensie over buigen. In één
geval is aan de betrokken regering om
opheldering gevraagd. Nederland staat in
deze discussie niet alleen. Ook Australië,
Groot Brittannië en USA hebben daar
eenheden verloren. Op dit moment is de
uitkomst van de discussie nog niet helder. Frustrerend, maar ik verzeker u dat
er op het hoogste niveau aandacht voor
is.
Terug naar toen. We waren in oorlog.
Nederland maar ook het toenmalige Nederlands Indië, was bezet en onze bemanningen en de achtergebleven families
hadden het zwaar. De mannen die hier op
het monument worden herdacht hebben
voor de vrijheid gestreden. Zij hebben
zich letterlijk opgeofferd. Dit is gelukkig
niet voor niets geweest. Nu leven we al
bijna 70 jaar in vrede en kunnen kinderen, in tegenstelling tot toen, huppelend
naar school om te leren, te spelen en te
sporten om uiteindelijk een waardevol
leven in vrijheid op te kunnen bouwen.
Om te beseffen wat vrede en vrijheid betekenen moet je wel weten wat deze
woorden betekenen. Het beste is natuurPAGINA 3
De vrede
Kijk, daar gaat de vrede.
Iedereen springt op.
Waar? Daar! In die blauwe jas!
Ze drukken hun neus tegen het raam,
leunen op elkaars schouders.
Hij is heel klein.
Ze hebben hem nog nooit gezien.
Ze roepen: vrede! vrede!
Hij hoort hen niet, verdwijnt uit hun gezicht.
Ze voelen hun hart bonzen en gaan weer
naar binnen, grijpen elkaar beet en aarzelen.
Moeten ze elkaar doodslaan of moeten ze
elkaar kussen?
Wat moeten ze doen?
Jij mag het zeggen, fluisteren ze.
Nee, jij.
Nee, jij!
Jij!!
Ik weet niet of de mannen die hier op het
monument worden herdacht, toen hun
boot naar de diepte zonk, dachten in termen van vrede en het herwinnen van de
vrijheid. Maar ik denk wel dat zij, als zij
vandaag hun kinderen, kleinkinderen en
achterkleinkinderen hier bij het monument, zouden kunnen zien, de conclusie
zouden trekken dat hun heldhaftige daden niet voor niets zijn geweest.
Het minste wat wij voor deze mannen
kunnen doen is hen dankbaarheid tonen.
Hen gedenken. Hen laten zien dat wij ze
zeker nog niet vergeten zijn. En dat zijn
we niet. Kijk maar om u heen.
KTZ H.L.J. Ammerlaan
Groepsoudste Onderzeedienst
ONDERZEEËRS IN DE NOORDZEE
Stille getuigen van helden
in doodsangst
Pas in 2003 worden bij toeval voor de
kust van Nederland de restanten van de
Doris gelokaliseerd. De Franse onderzeeër was uitgeleend aan de Britse marine
toen duidelijk werd wat Hitlers bedoelingen met de wereld waren. Twee door de
Duitse U9 afgevuurde torpedo’s werden
de duikboot in mei 1940 fataal. Verspreid over de bodem van de Noordzee
liggen meer in de golven verdwenen onderzeeërs.
Als de Franse onderzeeër Doris begin
mei 1940 op patrouille wordt gestuurd
om ten noorden van de Friese eilanden
de Duitse vloot in de gaten te houden,
weet de bemanning dat ze de missie
hoogstwaarschijnlijk niet overleeft. De
Doris, afgebouwd in 1927. Onderweg
naar Harwich valt de motor die de hoofdcompressor aanstuurt uit, en de marinetechnici in de haven van Harwich krijgen het niet voor elkaar die te repareren.
Dat houdt in dat de onderzeeër niet meer
kan opstijgen als ze eenmaal onder water
gaat en maar op
halve kracht kan
varen.
Desondanks worden ze
eropuit gestuurd.
De commandant
roept de bemanning bij elkaar,
legt de situatie uit
en stelt de vraag
of iemand wil
afzien van deze
belangrijke taak.
Niemand ziet er
vanaf. “We zijn
als één familie
zover gekomen
en we willen
Frankrijk en de
vrije wereld dienen. Als we moeten sterven, dan doen we dat samen”, is het eenstemmige antwoord. Diezelfde avond
schrijft ieder bemanningslid een afscheidsbrief naar zijn familie in Frankrijk, waarbij heel wat tranen de inkt op
het papier doen uitlopen…
Verloren en weer gevonden
En zo vaart een vloot van vijf Engelse en
zeven Franse onderzeeërs, waaronder de
Doris, op de vroege ochtend van 8 mei
1940 uit om de oostelijke toegang van
het Kanaal te bewaken voor de Duitse
invasie van Engeland. De heldere dag
wordt gevolgd door een heldere nacht.
De Doris blijkt een gemakkelijk doelwit
voor de Duitse onderzeeër U9, die onder
leiding staat van Wolfgang Lüth. In die
nacht geeft Lüth de opdracht twee torpedo’s af te vuren. Binnen een mum van
tijd is de Doris met haar complete bemanning onder de zeespiegel verdwenen,
vlak voor de Nederlandse kust. (Bron:
www.uboat.net) Pas in 2003 worden de
restanten van de onderzeeboot per toeval
gelokaliseerd door de Haarlemse duikers
Hans van Leeuwen en Ton van der
PAGINA 4
Sluijs. Zij brengen de Franse autoriteiten
op de hoogte van hun vondst, en in juli
van het daaropvolgende jaar wordt tijdens een indrukwekkende ceremonie de
laatste eer bewezen aan de overleden bemanning. Met veel dank aan de vinders
van het wrak. “Ik spreek geen spat
Frans”, schrijft Ton van der Sluijs op de
website van zijn duikvereniging Onderwatersport Vereniging Haarlem, “maar
tijdens de vele toespraken werden de ‘plongeurs Hollandais’ door iedere spreker even aangewezen en respectvol toegeknikt.” De zoon van een van de bemanningsleden laat weten dat hij heel
dankbaar is dat hij nu afscheid kan nemen van zijn vader en dat hij het gemis
eindelijk een plek kan geven. “Zoiets
raakt je diep. We kunnen dan wel nuchtere Hollanders zijn, we hebben ook gevoel in onze sodemieter”, zo omschrijft
Ton zijn ervaring van die dag.
Een duik op de Doris
In 2006 bezoeken Cor en ik de Doris tijdens een duiktrip op de Noordzee. Dit
verhaal kennen we dan nog niet, toch
doemen flarden van oorlogsbeelden onbewust voor ons op als we bij de afdaling
de contouren van het wrak gewaarworden. Wat er ok gebeurd is, om in oorlogstijd te varen in een onderzeeër met
de dreiging van de vijand en de geringe
ontsnappingsmogelijkheden, móet je volgens ons al wel een held zijn - zonder
overigens de invloeden van propaganda
en patriottisme te onderschatten. Hoe zou
het voelen om met een klein clubje makkers dagen of weken opgesloten te zitten
in een lawaaierige, bedompte machine,
in deze weinig ontspannen situatie? En
wat zou er door die mannen heen zijn
gegaan toen ze beseften dat hun pantser
gekraakt was, in de weinige seconden of
minuten die nog restten voordat ze naar
de zeebodem verdwenen? De twee torpedo’s van de U9 hebben precies de machinekamer geraakt. De Doris is in twee
delen uiteen gevallen en er steekt nog
maar een gering stuk boven h zand uit.
Als wrak valt het dus eigenlijk wat tegen
en we zijn al snel rond gezwommen. Dan
doen we nog maar een rondje. Het zicht
is prachtig en we treffen er een enorme
school vis, wat de duik erg de moeite
waard maakt. De zoektocht naar informatie achteraf maakt dat we met nog
meer plezier terugkijken op deze duik.
Overvaren door
een collega
Niet alle onderzeeërs hebben een zo
tot de verbeelding
sprekend verhaal.
De ochtend van
diezelfde dag hebben we op een nabijgelegen Engelse
onderzeeër gedoken, de E36, gezonken in de Eerste Wereldoorlog.
Niet getorpedeerd
door de vijand,
maar in aanvaring
PAGINA 5
met een andere Engelse
onderzeeboot zodanig beschadigd dat dat het vroege einde van deze boot
betekende. De E36 was op
19 januari 1917 evenals de
E43 vanuit Harwich op
weg naar een patrouillegebied in de buurt van Terschelling, toen ze ’s
avonds in een noordoosterstorm terecht kwamen. Door de hoge
golven en het slechte zicht kon de E43
niet voorkomen dat hij dwars over de
E36 heen voer. Doordat er vanaf dat moment niets meer va de E36 is gehoord, is
niet duidelijk wat er precies gebeurd is.
Het wrak heeft wel wat meer herkenbare
delen dan de Doris. Hij ligt wat hoger
boven het zand, de ronde vormen, de torpedobuis en de opbouw maken dat het er
echt nog uitziet als een onderzeeboot.
Het feit blijft dat je snel op zo’n wrak
bent uitgekeken. Onderzeeërs zijn relatief klein en weinig interessant van vorm.
En toch zijn ze razend populair onder de
wrakduikers. Wat is dat toch? “Duiken
op een onderzeeboot is een aparte ervaring, ondanks dat er niet veel op te beleven is”, meent Hans van der Weide, fervent wrakduiker en wrakdataverzamelaar. “Er hoort er gewoon een in je logboek te staan. Ze hebben iets geheimzinnigs, door de geschiedenis en de leefomstandigheden aan boord. Bovendien kun
je er bijna niet in, zeker als de romp nog
intact is, wat de nieuwsgierigheid prikkelt.”
Poging tot identificatie
Hans is in het bezit van een wrakkendatabase met gegevens van 1600 objecten
en een bibliotheek van zo’n zeven meter
boeken, alleen al over wrakken in de
Noordzee, en hij heeft alles uitvoerig bestudeerd en gedocumenteerd. Hij wordt
zo nu en dan ook geraadpleegd door dui-
kers die iets nieuws ontdekt menen te
hebben en hulp vragen bij de identificatie. Van de Doris is destijds een naamplaatje gevonden, maar dat geluk heeft
niet iedereen. En met name bij de identificatie van onderzeeërs zijn dan gegevens
nodig als de vorm van de boeg, de omvang, het aantal torpedobuizen en de
doorsnede daarvan. “Torpedobuizen van
Duitse onderzeeërs hebben een andere
doorsnede dan die van de Engelse”, weet
Hans te vertellen. “Als die gegevens niet
meer te achterhalen zijn, dan is het helaas vaak heel moeilijk nog iets te zeggen
over het type.” Dat bleek toen we in
2005 mochten duiken op een onderzeeër
die pas was ontdekt. Alle duikers werden
naar beneden gestuurd met de opdracht
de details zoveel mogelijk in zich op te
nemen, er gingen meetlinten en tekenleitjes mee, en eenmaal weer boven water
probeerden we zo goed mogelijk een
schets te maken van wat we waren tegengekomen in een poging het wrak te identificeren. Het slechte zicht dat we die dag
hadden, hielp niet mee. Het maakte de
duik wel extra spectaculair, te weten dat
we op ruim dertig meter diepte met
slechts twee meter zicht op een nog onbekend oorlogswrak zwommen, mét een
opdracht! Het leverde echter weinig meer
resultaat op dan dat we een bijzondere
duikdag hadden. De maten en schetsen
waren onvoldoende precies om uit te
kunnen zoeken om welke onderzeeër het
ging. De essentiële onderdelen waren
PAGINA 6
verloren gegaan.
U-bootplaag
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn in
de Noordzee voor de Nederlandse en
Belgische kust nauwelijks onderzeeërs
gezonken. Het gebied werd bezet door de
Duitsers en er hebben geen gevechten
plaatsgevonden, bovendien zijn er
‘slechts’ zo’n 45 onderzeeërs verloren
gegaan. De meeste verliezen in de WestEuropese wateren zijn in dit opzicht geleden voor de kust van Noorwegen en ten
westen van Groot- Brittannië. De Doris
is een uitzondering. Maar het aantal onderzeeërs dat in de Eerste Wereldoorlog
in de Noordzee ten onder is gegaan, is
enorm. Het was er de Engelsen in die tijd
vooral om te doen het handelsverkeer in
de Noordzee richting Duitsland te blokkeren, en aangezien Nederland neutraal
was, konden de Britten het Noordzeegebied tot oorlogszone verklaren. Er werd
honger geleden in Duitsland, en als die
situatie gehandhaafd kon worden, zou
dat de vijand alleen maar verder verzwakken. Elk schip dat goederen voor
Duitsland of zijn bondgenoten aan boord
had, werd vernietigd of in beslag genomen. Bovendien legden de Engelsen mijnenvelden en netten op de toegangswePAGINA 7
gen naar Duitsland. Omdat
de Duitse oppervlaktevloot
te zwak was om het tegen
de Britten op te nemen,
zijn de Duitsers grootschalig onderzeeërs gaan inzetten. De aanvankelijke successen die ze daarmee
boekten, werden tenietgedaan door de nieuwe tactiek van het konvooisysteem die Groot-Brittannië
op een gegeven moment
met behulp van de Verenigde Staten tegen de Ubootplaag inzette. Eind
1918 moest Duitsland de overgave aanvaarden. Naar schatting heeft de hele periode geleid tot een verlies van circa 170
Duitse en Engelse onderzeeërs in het hele Noordzeegebied dat zich uitstrekt van
de Straat van Dover tot het zuiden van
Noorwegen.
De E3
Dat er van al die onderzeeërs zo weinig
zijn teruggevonden, is niet zo vreemd.
De bodem van de Noordzee is nog lang
niet uitgekamd en bovendien zijn er vrijwel geen posities bekend. Bij het vergaan kwam door de constructie meestal
hooguit wat olie bovendrijven, en geen
voorwerpen als reddingsboeien, luiken,
sloepen of mensen, zoals dat bij een gewoon schip wel het geval is. Daarbij raken de restanten vaak snel onder het
zand. Zo blijven het bijzondere wrakken
om op te duiken, zeker als er toch nog zo
nu en dan iets op gevonden wordt. Dat
geluk heeft Duikteam Zeester uit Lauwersoog, met in de nabije omgeving wel
vier onderzeeërs op hun wrakkenlijst: de
E3, E34, E47 en UB61, allemaal uit de
Eerste Wereldoorlog. De UB61 en E34
zijn door het Terschellinger duikteam
Ecuador gevonden. Veel van de spullen
die dit duikteam van de wrakken heeft
geborgen, zijn te bewonderen in het
Wrakkenmuseum van Hille van Dieren
op Terschelling. De Zeester bezoekt
meestal de E3, de Britse onderzeeër die
ze ook zelf na een zoektocht van een
aantal jaren gelokaliseerd hebben in
1994, tachtig jaar nadat deze gekelderd
was door een Duitse torpedo. “Het was
de eerste onderzeeër die tijdens de oorlog
in deze contreien is getorpedeerd”, vertelt Theo Beelien mij via de telefoon,
“dus dat was een hele bijzondere vondst.
De media hebben er dan ook veel aandacht aan besteed. De videobeelden die
ik daarop heb kunnen maken zijn destijds
via persbureau Reuter de hele wereld
over gegaan!”
Souvenirs
Ook Theo meent dat in het bijzonder de
geschiedenis het duiken op de onderzeeërs spectaculair maakt. “Iedereen kent de
documentaires van Discovery Channel
wel, de spanning die er rond de onderzeebootoorlog hangt. En als duiker heb
je toch altijd de hoop nog iets herkenbaars uit die tijd te vinden op zo’n wrak.
Nu is de E3 wel al aardig leeggehaald
hoor!” Toch heeft de schipper van de
Zeester, Klaas Koch, in april dit jaar wel
‘een paar leuke souvenirs voor de schoorsteenmantel’ gevonden, zo vermeldt hun
website. Het laatste
wat boven is gekomen,
zijn twee sextanten.
De Zeester heeft nog
wel een paar wensen.
“We zouden de periscoop van de E3 nog
eens willen bergen,
maar dat is een aardige
klus, want we zijn niet
uitgerust met snijbranders of ander bergingstuig”, aldus Theo. “En
er moet nog een onderzeeër liggen in de
middenberm van de scheepvaartroute,
hopelijk vinden we die ook nog eens.”
Komen ze ook wel eens menselijke resten van onderzeebootbemanning tegen?
“Die kans is heel klein. En als dat gebeurt, dan benaderen we die uiteraard
met het nodige respect.”
‘Ik was doodsbang’
Hoe de mannen van de Doris zich tijdens
hun laatste patrouille gevoeld moeten
hebben, daar kunnen we hooguit naar
raden. Het meest vergelijkbaar is misschien het verhaal van de Nederlandse
Jan Biesemaat, onderzeebootmatroos op
de O21 tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Wat gaat er door je heen als je opgesloten zit in een onderzeeër, terwijl je wordt
aangevallen door dieptebommen? Hij
vertelde zijn ervaringen een aantal jaar
geleden aan Xtreme.NL-redacteur Peter
Olsthoorn, naar aanleiding van het ongeluk met de Russische kernonderzeeër de
Koersk. “Je zit te denken: ‘Kunnen we
dat overleven of kunnen we dat niet overleven’, en die gedachten wisselen met
de seconde. Als je in een onderzeebootboot opgesloten zit dan denk je: ‘Als ik
dood ga, dan hij ook en hij en hij en
PAGINA 8
hij…’ Er is niemand die kan overleven.
Ik was doodsbang. Maar dat liet ik niet
merken… Eigenlijk niemand, sommigen
huilden wel eens een klein beetje maar
dat werd weggeveegd en daar schonk
ook niemand aandacht aan. Het fatalisme
overheerst, maar je kunt niet anders dan
je er aan overgeven. Je moet geluk hebben. En je moet een onbeperkt vertrouwen in je commandant stellen.” (Bron:
www.xtreme.nl) Als we weer eens in de
gelegenheid zijn langs de afdaallijn het
groene nat in te duiken om op de zeebodem een onderzeeër te bezoeken, zullen
we aan zijn woorden denken. En aan alle
mannen die niet het geluk hadden hun
belevenissen te kunnen navertellen.
Bron: magazine ‘duiken’ 09 – 2007
RESPECTEER EEN ZEEMANSGRAF
“Sommige duikers zijn van mening dat
wrakken legale bergingsdoelen zijn,
maar zo simpel ligt het niet”, schrijft Peter MacDonald in een brief aan de redactie van duiken. “Onderzeeërs zoals de E3
zijn oorlogsschepen en blijven te allen
tijde bezit van de staat, in dit geval de
Britse overheid.” Peter verwoordt in zijn
brief het officiële standpunt van het Engelse ministerie van defensie waarvoor
hij werkzaam is. Groot-Brittannië roept
duikers op met respect te duiken naar
‘hun‘ wrakken. “De Britse overheid heeft
in beginsel geen bezwaar tegen duiken
op de E3 of andere Britse wrakken in
Nederlandse wateren”, schrijft Peter verder. “Maar er zijn mensenoffers gevallen
door het zinken van de E3; het lijkt ons
dan ook niet meer dan fatsoenlijk om
zo’n plek met gepast respect te bezoeken. Het gaat uiteindelijk om de laatste
rustplaats van militairen. Daarom vinden
wij dat hier een ‘kijken, maar niet aanraken’- beleid zou moeten gelden voor duikers. Voorwerpen zouden niet verplaatst
of verwijderd moeten worden. We verzoeken eveneens het binnenste van het
wrak niet te filmen en menselijke resten
niet te verstoren. Mochten zulke overblijfselen toch onbedoeld gefilmd of gefotografeerd worden, dan vragen wij die
resultaten niet te publiceren of verspreiden.”
Bron: magazine ‘duiken’ 09 – 2007
ZEEHOND REUNIE REIS 1971
Op 18 maart 1971 vertrekt Hr Ms onderzeeboot Zeehond vanaf de Onderzeedienstkade in den Helder met aan boord
een bemanning van 68 koppen. Een drie
maanden durende reis naar de USA en de
Bahama eilanden met als doelstelling:
het evalueren van de wapensystemen.
Via de Azoren wordt de oversteek gemaakt van de Atlantische Oceaan. Op 1
april meren we af bij het Naval Weapons
Station in Yorktown. Hier worden de
meegebrachte torpedo’s afgeven voor
transport naar de Bahama’s. We blijven
vier dagen in Yorktown. De onderofficieren, korporaals en manschappen krijgen in Willamsburg onderdak in het motel Heritage Inn. Op 5 april varen we
vanuit Yorktown naar de Marinebasis
Norfolk. Nog dezelfde dag meren we
daar af. We blijven daar vijf dagen, ondermeer voor het innemen van nieuwe
torpedo’s. De oudste officier, Axel
Morks, wordt met geelzucht opgenomen
in het Portsmouth Naval Hospital. De
hele bemanning incasseert een hepatitis
spuit in de billen. In Norfolk logeren we
in hotel Golden Triangle. Met Greyhound-bussen gaan we naar Washington
en bezoeken daar ondermeer het Witte
Huis, het Capitool, het graf van J F Kennedy op de begraafplaats Arlington en de
Nationale Bank. Op 10 april vertrekken
we vanuit Norfolk om koers te zetten
richting de Bahama’s. We gaan naar het
Atlantic UnderwaterTest and Evaluation
Center bij Andros Island voor het oefenprogramma. Hieraan voorafgaand vindt
er een diepduik tot 200 meter plaats in
het Bermuda-gebied. Bij het terug gaan
naar de oppervlakte krijgen we water
binnen door het achterste torpedo laadluik. Het blijkt dat de drie stutbalkjes in
de luikopbouw niet volledig waren aangezet. Tijdens de controles bij het klaarmaken voor onderwater kennelijk over
het hoofd gezien. De zitting van het oorspronkelijk ronde laadluik is ovaal gezet.
Het wordt provisorisch gerepareerd om
het doel van de reis af te maken. De
maximale duikdiepte wordt dientengevolge teruggebracht tot 40 meter. Egon
Bakker wordt ingevlogen vanuit Nederland en komt bij Andros Island aan boord
om Axel Morks te vervangen. Vanaf 14
april worden op de testbaan 27 torpedo’s
gelanceerd, zowel de mechanische
Mark8 als de elektrische Mark37. Een
Mark8 blaast vroegtijdig z’n oefenkop en
gaat snuiverend koers oefendoel. Het Engelse fregat Winston Churchill kan de
Mark8 te nauwer nood ontwijken. Op 27
april meert de Zeehond voor 3 dagen af
PAGINA 10
aan de kade van Nassau op New Providence Island. De gehele bemanning logeert in hotel Montagne. Weer bij
Andros Island op zee, is ‘t Alle Hens
voor Koninginnedag. We krijgen toestemming voor één biertje. Door het vlotte doorlopen van het lanceringsprogramma hebben we een dag over voor schoonschip, zwemmen en om te vissen. Van 3
tot 5 mei liggen we in Freeport op Grand
Bahama. We laden daar ondermeer
brandstof. De korporaals en de bemanning krijgen onderdak in het motel Freeport Inn. Terug bij Andros Island hebben
we dan nog 2 dagen voor het terug inladen van de Nederlandse torpedo’s en het
onderhoudsmateriaal. Ter afsluiting gaan
we met sloepen naar Andros Island voor
een Barbecue. Het is 7 mei als de Zeehond de oversteek terug naar Den Helder
maakt. Op 22 mei 1971 meren we daar af
aan de vertrouwde Onderzeedienst kade.
In de weken daarna wordt bij de RDM
in Rotterdam een deel van drukvaste
huid, de opbouw en het laadluik vernieuwd.
Een bijzondere reis met als grootste bijzonderheid, dat we het kunnen navertellen.
Bij de jaarlijkse OZD reünies passeert
deze reis altijd wel een keer de revue. Is
het te doen om een reünie te organiseren?
April vorig jaar hebben Freek Goos en
ondergetekende knopen doorgehakt en
zijn we begonnen. Harald Sannes bood
PAGINA 11
zich aan voor hulp. Ga er maar
aan staan na 42 jaar! Het in
kaart brengen van de bemanning. De eerste namen en
dienstvakken uit het blote
hoofd en vanaf foto’s. Op
zoek naar een bemanningslijst
van 1971. Door defensie van
het bekende kastje naar de
muur gestuurd. Hans van den
Bosch (herinneringsboek wereldreis Dolfijn 1962) attendeerde op het Nationaal
Archief in Den Haag. Hier kun je de
scheepsjournalen inzien waarin normaliter bemanningslijsten zitten gehecht. In
het scheepsjournaal van de Zeehond van
18 maart 1971, nota bene de dag van vertrek, inderdaad een bemanningslijst aangetroffen. Een camera in de mobiele telefoon is dan wel erg makkelijk.
68 namen dienstvakken en adressen/
telefoonnummers uit 1971!
De volgende uitdaging is het traceren
van de huidige adressen. Tussendoor op
zoek naar een locatie, prijsafspraken maken en een datum prikken. Den Helder
als eerste optie. De thuisbasis van de
OZD was, en is, immers Den Helder. Bovendien kan dan het zusterschip de Tonijn worden bezocht. Zo’n zes maanden
later zijn de huidige adressen van alle
nog in leven zijnde bemanningsleden getraceerd en is er met iedereen contact ge-
weest. Twee wonen thans in de USA, één
in Australië, één in Portugal en één in
België. Zeven bemanningsleden zijn inmiddels overleden. Later ook nog contact
gehad met Egon Bakker, die dus niet op
de bemanningslijst staat. Slechts vier
man toonden geen belangstelling. De
overigen reageerden allemaal enthousiast. Medio oktober zijn de definitieve
uitnodigingen de deur uitgegaan met als
locatie de Marine onderofficieren club
(MOOC) in Den Helder en de datum 6
februari 2014. Half januari hebben zich
51 man en 26 partners aangemeld! Dat is zo maar ruim 82%
van de (nog in leven zijnde) bemanningsleden!
09.20 uur zijn neus al zien. Vóór 10.30
uur zijn er al 47 man en 25 partners binnen. Men heeft er kennelijk zin in! Even
na 11.00 uur is iedereen
binnen. Henk ten Kate en
Jan Werkhoven mogen hierbij met name worden genoemd. Zij zijn voor de reünie overgekomen uit respectievelijk de USA en Portugal. Om onderlinge herkenning makkelijk te maken
krijgt iedereen een naambadge met een fotootje uit/
rond 1971. Bij de entree
zijn de “smoelen” opgehangen, bestaande uit foto’s
van 1971 en van heden. Er
wordt een doorlopende presentatie getoond van ruim
350 foto’s van de reis. Na
een welkomstwoordje door ondergetekende, een kleine toespraak door oud cdt
Peter Vis en een presentje voor de orga-
We schrijven 6 februari 2014:
De MOOC is een mooie en
gastvrije locatie aan de Spoorstraat in Den Helder. Het NS
station en het Marinemuseum
met de Tonijn met voldoende
parkeergelegenheid op de oude
Rijkswerf, zijn op loopafstand.
Hoewel van 10.00 tot 11.00 uur
de inloop met koffie/thee en cake is bepaald, laat de eerste om
PAGINA 12
PAGINA 13
PAGINA 14
nisatie van Axel Morks, gaat de tap los.
Onder het genot van een drankje worden
vele- en ruim 42-jaar oude koeien uit de
sloot gehaald. Rangen en standen zijn
verjaard. Na de blauwe hap maken de
meesten gebruik van de gelegenheid om
de Tonijn te bezoeken. Op vertoon van
hun naambadge is de entree vrij. Om
16.30 uur is het einde reünie. Een vaste
kern blijft in Den Helder overnachten en
maakt nog ruim gebruik van de gastvrijheid van de MOOC. Al met al een zeer
geslaagde dag met alleen maar positieve
reacties. “Een unieke reis, een unieke
reünie”.
Leo Bal
Torpedomaker Zeehond 1969-1973
PAGINA 15
HR.MS. O15
Hr. Ms. O 15 ( 1932 - 1945 ) een Nederlandse onderzeeboot van de O 12 klasse
en zij werd gebouwd door de scheepswerf Wilton-Fijenoord uit Schiedam.
De technische gegevens zijn hetzelfde
als de O 12.
Bij de inval van de Duitsers was de O 15
gestationeerd in Curaçao en deed daar
periodiek onderhoud.
Na overleg krijgt de O 15 opdracht om
samen met de O 14 via Kingston, Bermuda en Halifax naar Engeland te varen.
De reis naar Bermuda gebeurt onder begeleiding van de Dundee ( L 84 ) en in
Hamilton vinden de nodige reparaties
plaats aan de dieselmotoren zodat ze verder kan varen naar Halifax om daar de
diesels geheel te laten reviseren. Maar in
Halifax blijkt dat de revisie niet kan worden uitgevoerd wegens gebrek aan onderdelen en personeelstekort in de haven.
Ze neemt aldaar deel aan het testen van
de Canadian Sea Control radar en kan
daarna vertrekken naar Philadelphia voor
de benodigde revisie.
Op 15-09-1942 kan de O 15 de oversteek maken naar Dundee en van hieruit
voerden zij oorlog patrouilles uit en begeleide ze konvooien naar het Russische
Archangelsk. Ook werd ze zo nu en dan
gebruikt als doelschip voor ASDIC testen.
Voor de benodigde onderdelen voor het
onderhoud zorgde de uit dienst gestelde
O 14.
De O 15 vertrekt op 30-06-1945 naar
Rotterdam waar zij op 23-07-1945 aankomt.
Na een korte periode in Nederland keert
de O 15 terug naar Dundee voor een trainingsperiode.
Drie dagen na de Japanse overgave word
het schip niet meer actief gebruikt om in
september officieel uit dienst te worden
gesteld.
Na de uit dienst stelling werd ze gebruikt om onderzeeboot personeel van
Dundee naar Rotterdam te brengen.
Op 02-10-1946 werd ze voor de sloop
verkocht.
PAGINA 16
GROEPSOUDSTE OZD
Het is een eer en genoegen om een stukje
te mogen schrijven voor deze uitgave
van Klaar Voor Onderwater. In KVO126 van december jl. had Eric Duenk al
een leuk artikel geschreven over de vaandeloverdracht. Velen van u heb ik sindsdien al ontmoet. Dit artikel geeft mij de
gelegenheid om iets van mijn achtergrond en doelen te vertellen.
Op 18 oktober heb ik met trots het vaandel van de Onderzeedienst overgenomen
en heb ik het groepsoudsteschap aanvaard. Veel dank ben ik natuurlijk verschuldigd aan KTZ Marc Elsensohn voor
zijn betrokkenheid en volharding over de
afgelopen jaren. De Onderzeedienst is
een schitterend bedrijf dat zich in het
PAGINA 17
verleden heeft bewezen en dat blijft
doen. Het is fijn te zien dat er een blijvende grote loyaliteit bestaat onder mensen die een bijdrage leveren aan het product “onderzeeboot”. Deze strekt verder
dan de dienst alleen.
Daar ik enige tijd bij de Onderzeedienst
ben “weggeweest” wil ik u graag een
beeld geven van mijn achtergrond. Ik
ben in 1962 geboren en heb het grootste
deel van mijn jeugd in Leiden gewoond.
Nu woon ik al vele jaren in Alkmaar samen met mijn vrouw Odette en onze
jongste zoon. Mijn oudste zoon studeert
inmiddels in Delft. Mijn hobby's zijn
roeien, lezen, koken en het brouwen van
bier.
Sinds 1981 bij de Koninklijke Marine.
Na het KIM volgden groot aantal plaatsingen bij de Onderzeedienst aan boord
van zowel “3- als 1-cylinders” maar ook
in Faslane in Schotland. Een aantal Koude Oorlog patrouilles als ook bij het
voormalig Joegoslavië. In 1996 en 1997
was ik commandant van Zr.Ms. Dolfijn
waarmee ik onder andere geopereerd heb
in het Caribisch gebied in het kader van
counter-drugs operaties. Daarna volgden
plaatsingen als HBUOPS OZD, de Hogere Krijgskundige Vorming en Eerste Officier van de Hiddes. In 2000 volgde een
plaatsing bij DPKM als personeelsmanager.
Van 2003 tot 2005 was ik commandant
van Zr.Ms. Willem van der Zaan; opwerken maar ook het pilot-project om te varen met een gereduceerd bemanning
(vooruitlopend op het OPV). Operaties
waren stationsschip in het Caribisch gebied en operatie Active Endeavour (anti
terrorisme) in de Middellandse Zee.
Hierna volgde een plaatsing als Hoofd
van de sectie N5 (plannen) van NLMARFOR. In deze periode ben ik o.a. ingezet
als Chef Staf van CTF 150 aan boord van
Zr.Ms. De Zeven Provinciën voor de
operatie Enduring Freedom (anti terrorisme). Daarna volgden 3 jaar in Den Haag
als Projectleider van invoering van het
Flexibel Personeel Systeem (FPS).
Van 2009 tot 2011 ben ik commandant
van Zr.Ms. De Zeven Provinciën geweest
met na een korte opwerkperiode een taak
als vlaggenschip van SNMG2 met o.a.
inzet in de NATO operaties Ocean
Shield (anti piraterij) bij Somalië en operatie Active Endeavour. Medio 2011
volgde een mooie baan bij de International Military Staff (IMS) in het NATO
HQ in Brussel als Deputy Branch Head
en Maritime/Air Planner van de Operati-
ons Division en sinds 18 oktober ben ik
dus Groepsoudste Onderzeedienst
Persoonlijk
Ik vind het mooi om samen met mijn
mensen de Onderzeedienst de dienst te
laten zijn waar men altijd van op aan
kan. Onze kracht zit in het teamwerk.
Eén van de belangrijkste doelstellingen
voor mij is het behouden van een hechte
Onderzeedienst. Wij moeten met plezier
bij en voor de Onderzeedienst kunnen
werken en trots kunnen zijn op ons zelf
en onze dienst. Daarvoor is duidelijke en
heldere communicatie essentieel. Communicatie onderling, maar veel belangrijker nog, communicatie naar buiten. Ook
de ondersteunende diensten en het oud
Onderzeedienst personeel spelen hierbij
een belangrijke rol.
Ik streef naar een werk- en leef omgeving waar iedereen met plezier zijn of
haar werk doet. Een dienst waarbij eenieder niet gelijk maar wel gelijkwaardig is.
Wij, de mensen die bij en voor de Onderzeedienst werken (of gewerkt hebben),
worden daarbuiten soms als apart en speciaal gezien. Dat zijn we ook!! Wij hebben een bepaalde - trots - die ons in staat
stelt ons vak uit te oefenen. Meer doen
met minder zal ik maar zeggen.
Toekomst.
Na jarenlange politieke discussie over
het al dan niet voortbestaan lijkt de politiek in te zien dat onze onderzeeboten
een onvervangbaar onderdeel zijn van
Defensie. Onderzeeboten zijn relevant en
geven veel meerwaarde. Sinds november
2013 wordt er daarom gelukkig weer
openlijk gesproken over het vervangen
van de Walrusklasse rond 2025. Dit is
goed nieuws, echter er moet nog veel
werk verzet worden en ook op het gebied
van onze eigen marketing moeten we
nog veel doen.
PAGINA 18
Ik heb u als Reünisten van de Onderzeedienst hierbij hard nodig. We zijn nu
eenmaal de “Silent Service” die zijn
werk in stilte doet. Alle zeilen moeten
daarom bij om Nederland te overtuigen
van goede werk dat we doen, maar dat ze
niet zien.
Volgend jaar zal het 50 jaar geleden zijn
dat het Onderzeedienstinsigne, de
“Flipper” is ingesteld en ook de eerste
Flipper is uitgereikt. Volgens mij hebben
we dan iets te vieren. Hoe, wat en waar
hoort u nog.
KTZ Hugo Ammerlaan
Groepsoudste Onderzeedienst
‘CUL DE SAC’
Beste redactie,
Van mijn COQC-maatje kreeg ik, als één
van de geadresseerde submariners, onderstaande foto naar aanleiding van de
overstromingen in Engeland. Prompt
kwam er een antwoord van een andere
Britse collega.
Vraag:
I trust that you are all “warm and dry”?
PAGINA 19
Antwoord:
Very impressive sternway; must have
been a cul-de-sac!
(als je het nog niet had gezien: de boeg
van deze nucleaire T-boot zit links en
een ‘cul-de-sac’ is een doodlopende
straat)
Met hartelijke groet,
Donald Weekenstroo
Algemene Vergadering 2014
Verslag van de Algemene Vergadering
Reünistenvereniging Onderzeedienst 23
april 2014 te Amsterdam.
De voorzitter opende de vergadering ten
11:03 uur en gaf aan verheugd te zijn dat
er weer zo velen naar de jaarlijkse reünie
waren gekomen. Van 7 leden is bericht
van verhindering ontvangen. Er is een
bijzonder welkom voor de ereleden dhr.
A. Prins en dhr. W.P.P. Falkmann, ons
andere erelid, dhr. J. van Rede, is verhinderd. Ook een bijzonder welkom aan
de nieuwe Groepsoudste Onderzeedienst
KTZ H.L.J. Ammerlaan en de adjudant
Onderzeedienst Adjudant W.J. Hersbach,
die kort geleden de functie van adjudant
M. Langbroek heeft overgenomen. Ook
dit jaar is weer in ons midden, 99 jaar
oud en ‘Still going strong’, ons bekendste lid van de vereniging KTZ b.d., maar
ook oud Minister President, dhr. P.J.S.
de Jong. De voorzitter verwees naar het
Historisch Nieuwsblad, waarin recentelijk stond geschreven in het negende deel
van onze “Parlementaire Geschiedenis na
1945”, het gaat over het kabinet de Jong,
1967 - 1971: “Het Kabinet de Jong regeerde in een zeer onstuimige periode
van openlijke protesten
en politieke vernieuwing
(denk aan de oprichting
van D’66). Toch hield
het kabinet onder leiding
van een ONVERSTOORBARE PREMIER het de volle vier
jaar uit”. Wat een goede
kwalificatie van een
“Onderzeebootman”.
De voorzitter verontschuldigde de heer Segaar, die geoorloofd afwezig was. De heer van
der Veeken zal optreden
als waarnemend secretaris.
De voorzitter verzocht de wnd secretaris
de namen voor te lezen van de sinds de
laatste AV overleden 19 leden, waarna
door allen staande een minuut stilte in
acht genomen werd om onze overleden
vrienden in eerbied te herdenken.
De voorzitter las, zoals statutair is vastgelegd, het verslag van de AV van 17
april 2013 voor, hetgeen door de vergadering werd goedgekeurd.
De voorzitter deed de volgende mededelingen:
Het bestuur heeft op 4 mei tijdens dodenherdenking namens u een krans gelegd
bij het monument van de Onderzeedienst
op steiger 19.
Op 29 mei mocht de voorzitter het boek
“Dolfijn’s Odyssee”, geschreven door
ons lid Hans van den Bos, in ontvangst
nemen.
Op 14 juni was het bestuur in Alkmaar
bij de Cornelis Drebbel Herdenking.
Op 3 juli heeft het bestuur op het Marsdiep een krans in zee gelegd ter nagedachtenis aan de overledenen a/b van de
O-13, de boot, die ondanks alle inspan-
PAGINA 20
ningen, nog steeds niet is terug gevonden.
In september heeft ons in Schotland wonend lid namens onze vereniging weer
bloemen gelegd bij het monument te
Dundee.
Op 12 augustus j.l. is adjudant
Ed van Kesteren toegetreden tot
het bestuur. Hij heeft de functie
van redacteur op zich genomen.
In de laatste KVO heeft hij zich
voorgesteld. De voorzitter vermeldde hierbij dat adjudant van
Kesteren, nu nog varend als
chef d’equipage a/b Zr.Ms.
“Evertsen”, kort geleden te horen heeft gekregen dat hij officier wordt in de functie van Hoofd van
de eerste militaire vorming te Den Helder.
Het ledental van onze vereniging is momenteel 1.132 en blijft redelijk constant.
De vereniging is financieel gezond en
KVO wordt goed ontvangen en gelezen.
De eerste penningmeester presenteerde
het financieel jaarverslag 2013. De voorzitter las de bevindingen van de kascontrolecommissie voor waarna de vergadering decharge verleende voor het gevoerde beleid en het financieel verslag werd
goedgekeurd.
De voorzitter bedankte de heer Wijnands
voor zijn werk in de kascontrolecommisPAGINA 21
sie en deelde mee dat de volgende commissie zal bestaan uit de heren Kragten
en Albrechts.
Er werd geen gebruik gemaakt van de
rondvraag.
Vervolgens was het woord aan de
groepsoudste Onderzeedienst, KTZ Ammerlaan, die in een korte presentatie
zichzelf voorstelde en sprak over het heden en de toekomst van de Onderzeedienst. Als dank kreeg hij van de voorzitter een bootje, omdat de groepsoudste
ten tijde van het 100-jarig bestaan van de
Onderzeedienst geen lid was van onze
vereniging en daarom nog geen bootje
had.
Voordat de voorzitter de vergadering
sloot deelde hij mee dat 2015 een bijzonder jaar wordt, omdat het dan op 23 april
50 jaar geleden is dat de eerste flipper
werd uitgereikt op 23 april 1965. Het bestuur en de Onderzeedienst willen daar
aandacht aan besteden. “Hoe? Dat is nog
onder beraad”. Maar wel staat vast: volgend jaar op 23 april 2015 wordt het een
speciale reünie in Den Helder. Zorg dat u
er bij bent.
Tenslotte wenste hij allen een gezellige
reünie.
De voorzitter sloot de vergadering ten
11:56 uur.
REUNIE 2014
PAGINA 22
ONDERZEEDIENST
REÜNISTENVERENIGING
1e Penningmeester
W.P. van der Veeken
Jolstraat 74
1784 NL Den Helder
0223-630265
[email protected]
B EZOEK
Redactie - Vormgeving
E.E. van Kesteren
Zoomstraat 78
1784 GL Den Helder
06-44708032
[email protected]
ONZE WEBSITE
ISSN: 2214-6202