ONDERZEEDIENST REÜNISTENVERENIGING KLAAR VOOR ONDERWATER NUMMER 128 JAARGANG 37 MEI 2014 REDACTIE Colofon Verschijnt 4 maal per jaar in oplage van 1200 exemplaren. Voorzitter D. Heij Bremlaan 14 6866 DP Heelsum 0317-317063 [email protected] Secretaris W.R. Segaar Laan van Oud Poelgeest 30 2341 NL Oegstgeest 071-5726472 [email protected] Redactie & vormgeving E.E. van Kesteren Zoomstraat 78 1784 GL Den Helder 06-44708032 [email protected] Redactie Jhr. R.A. Snouck Hurgronje Molenweg 9 1766 HL Wieringerwaard 0224-221884 [email protected] 1e Penningmeester W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265 [email protected] 2e Penningmeester A. Schouten Langevliet 7 1759 LE Callantsoog 0223-643848 [email protected] Vert. COZD LTZ2OC Eric Duenk Onderzeedienst/BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-658195 Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder aanmelding nieuwe leden, adreswijzigingen en overlijden is de 1e penningmeester W.P. van der Veeken Contactpersoon voor contributie betaling is de 2e penningmeester A. Schouten De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen in te korten, te weigeren of te verplaatsen naar een andere editie. Tevens is zij niet verantwoordelijk voor de inhoud van ingezonden kopij. Erelid van de vereniging J.H. van Rede A. Prins W.P.P. Falkmann Op 23 april is de jaarlijkse reünie weer gehouden. Een van de doelstellingen van de Onderzeedienst reünistenvereniging. Helaas kon ik hier niet bij aanwezig zijn. Het begint een beetje eentonig te worden, maar ik zit nog altijd op zee. Ik heb via de mail wel veel foto’s ontvangen en met eigen ogen kunnen zien dat het weer een succes is geweest. In het MEA, Marine Evenementencentrum Amsterdam, zijn velen van u tezamen geweest en hebben genoten van verhalen, een hapje nasi en een drankje. Het is lastig om je in te leven in de gebeurtenissen in Nederland. Ik zit hier een paar duizend mijl van Nederland in een klimaat dat vochtig en erg warm is. Ik zie dan foto’s van leden die onder een paraplu naar de vergadering gaan. Zo weet ik ook dat er een serie op Tv is geweest over de huidige Onderzeedienst. Ook dat is grotendeels aan mij voorbij gegaan. Hoop dat velen van u genoten hebben van deze serie op televisie. Als dit blad weer op de mat ligt ben ik waarschijnlijk alweer in Nederland. Voor het blad zou dat beter zijn omdat ik dan als redactie weer wat gemakkelijker contact kan onder- Eddy van Kesteren In Memoriam Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden; 7 augustus 2013 31 oktober 2013 J.M. De Jonge 83 jaar F.L.R. Vijgen 80 jaar Schoorl Hoensbroek 9 maart 2014 20 maart 2014 18 april 2014 B. Volmuller 73 jaar D. Hagendijk 60 jaar H. Sikman 80 jaar Assen ‘t Zand Heerenveen Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken Contributie De minimale contributie bedraagt € 7,50 per jaar, buitenland leden € 10 per jaar i.v.m. de hoge porto kosten. IBAN: NL57INGB0003928464 BIC: INGBNL2A Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Gironummer vereniging: 39.28.464 t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Jolstraat 74 1784 NL Den Helder PAGINA 1 houden met de mederedactieleden en gebruik kan maken van ‘sneller’ internet. Wat vindt u in deze editie. Een kennismaking met de nieuwe Groepsoudste OZD, KTZ Ammerlaan. Hij verteld iets over zichzelf en over de onderzeedienst. Verder een verslag van de reis van de Zeehond in 1971 naar de Bahama’s die dit jaar in reünie bij elkaar zijn geweest. Op de Noordzee liggen nog steeds veel wrakken van onderzeeboten. Terwijl wij nog steeds op zoek zijn naar de O-13, duiken sportduikers op reeds bekende wrakken in de Noordzee. Het blad ‘Duiken’ heeft daar ooit een artikel aan gewijd met daarbij de opmerking; respecteer een oorlogsgraf. Goed te zien dat een orgaan als een duikmagazine daar ook aandacht voor vraagt. Blijft u vooral kopij sturen want zo blijft het een blad met vele invalshoeken en dus leuk om te lezen voor een ieder. Veel leesplezier. Redactie ····················································· 4 mei 2014 ·················································· Onderzeeërs in de Noordzee ·························· Respecteer een zeemansgraf ························· Zeehond reünie reis 1971······························· Hr.Ms. O15·················································· Groepsoudste OZD (kennismaking) ················· ‘Cul de Sac’ ················································· Algemene Vergadering 2014 ·························· Reünie 2014 (foto’s) ······································ 1 2 4 9 10 16 17 19 20 22 4 MEI 2014 Vertrokken maar nooit teruggekeerd. Vertrokken om te strijden, gesneuveld in de diepte van de zee. Vertrokken maar nooit vergeten! Excellentie, nabestaanden en andere betrokkenen, oud- en actief dienend Onderzeedienst personeel, mijnheer Salm van de Gemeente Den Helder, iedereen een goede morgen en welkom op deze herdenkingsplechtigheid. Het doet mij plezier dat u in zo’n grote getale hier bent. Voordat ik verder ga wil ik eerst enkele woorden in de Engelse taal richten aan onze buitenlandse gasten. Also a very warm welcome to Chief Petty Officer Hallam from Great Brittain representing the Royal Navy and Captain Sulistyadi from Indonesia representing the Indonesian navy. Sir’s, it is an honor to have you present. Please do allow me to continue in Dutch from here. Meer dan 108 jaar onderzeeboten. Nu met vier boten en, één Mercuur. Ze gaan naar zee ….…en ze komen weer terug. Zo gaat het al jaren. WIJ accepteren dat als normaal en weten niet beter…….U weet dat wel! Wat voor ons vanzelfsprekend is, was zo’n 70 geleden zeker niet vanzelfsprekend. Sterker nog, toen namen de vrouwen met jonge kinderen op de kade afscheid van hun mannen. Zij deden dat met angst in hun hart. Een angst die vaak helaas terecht bleek. Het alarmerende bericht van de marine over de vermissing van een boot en de jaren daarna van onzekerheid. Een sprankje hoop dat er toch nog was en in de loop van de jaren langzaam doofde. We staan hier bij een bijzonder monu- ment om bijzondere mensen te herdenken. Een monument dat door hun kameraden, de vrienden van de gesneuvelden, is gemaakt. Het geeft heel duidelijk de verwantschap aan die onderzeebootmannen hebben. En de kracht die uit zo’n hechte gemeenschap voortkomt. Het monument is een plek waar men, nabestaanden, veteranen en reünisten, maar zeker ook actief dienend onderzeebootpersoneel, jaarlijks (zoals nu) bijeen komt om te herdenken. Wie had net na de oorlog kunnen bedenken dat er in 2014, 200 mensen bij dit monument bijeen zouden komen. Het hernieuwde respect, de dankbaarheid en de interesse in hen die voor onze vrijheid in de tweede wereld oorlog zijn gesneuveld vind ik positief. Het geeft aan dat nieuwe generaties zich wel degelijk bewust zijn van wat er toen is gebeurd en dit ook willen herdenken. Dit geeft hoop voor de toekomst. Hoewel de hernieuwde interesse niet enkel bij de Onderzeedienst is waar te nemen, is het voor de onderzeeboten wel heel duidelijk. Een effect dat goed van pas komt nu onze pijlen op het vinden van de laatste boot, de O13, zijn gericht. Er gebeurt veel op dit vlak. Om zoektochten op te kunnen zetten is met veel partijen contact gezocht en staat een volgende tocht op stapel. Een productiemaatschappij heeft de documentaire afgerond die op 8 juni a.s. op televisie wordt uitgezonden. Helaas hebben de afgelopen twee zoektochten naar de O13 niet geleid tot de vondst. We konden maar een klein gedeelte van het gebied onderzoeken. Tevens is het zoekgebied door nieuwe informatie groter geworden. Dit maakt, zoals u begrijpt, het zoeken niet makkelijker. We blijven doorgaan. PAGINA2 lijk om vrede en vrijheid te ervaren. Dat is niet iedereen gegeven. Om dit duidelijk te maken zal ik een gedicht van Toon Tellegen voorlezen over de vrede. Ook is er een ontwikkeling gaande die veel vragen oproept. Het is algemeen bekend dat er in Aziatische wateren regelmatig op wrakken van oorlogsschepen en onderzeeboten wordt gedoken. Nieuw was een bericht dat er mogelijk schepen in die regio actief zijn die scheepswrakken opdreggen om waarschijnlijk enkel puur economische redenen (het verkopen van het staal). Dit is een gevoelige kwestie waar op dit moment de Ministeries van Justitie en Buitenlandse Zaken zich samen met Defensie over buigen. In één geval is aan de betrokken regering om opheldering gevraagd. Nederland staat in deze discussie niet alleen. Ook Australië, Groot Brittannië en USA hebben daar eenheden verloren. Op dit moment is de uitkomst van de discussie nog niet helder. Frustrerend, maar ik verzeker u dat er op het hoogste niveau aandacht voor is. Terug naar toen. We waren in oorlog. Nederland maar ook het toenmalige Nederlands Indië, was bezet en onze bemanningen en de achtergebleven families hadden het zwaar. De mannen die hier op het monument worden herdacht hebben voor de vrijheid gestreden. Zij hebben zich letterlijk opgeofferd. Dit is gelukkig niet voor niets geweest. Nu leven we al bijna 70 jaar in vrede en kunnen kinderen, in tegenstelling tot toen, huppelend naar school om te leren, te spelen en te sporten om uiteindelijk een waardevol leven in vrijheid op te kunnen bouwen. Om te beseffen wat vrede en vrijheid betekenen moet je wel weten wat deze woorden betekenen. Het beste is natuurPAGINA 3 De vrede Kijk, daar gaat de vrede. Iedereen springt op. Waar? Daar! In die blauwe jas! Ze drukken hun neus tegen het raam, leunen op elkaars schouders. Hij is heel klein. Ze hebben hem nog nooit gezien. Ze roepen: vrede! vrede! Hij hoort hen niet, verdwijnt uit hun gezicht. Ze voelen hun hart bonzen en gaan weer naar binnen, grijpen elkaar beet en aarzelen. Moeten ze elkaar doodslaan of moeten ze elkaar kussen? Wat moeten ze doen? Jij mag het zeggen, fluisteren ze. Nee, jij. Nee, jij! Jij!! Ik weet niet of de mannen die hier op het monument worden herdacht, toen hun boot naar de diepte zonk, dachten in termen van vrede en het herwinnen van de vrijheid. Maar ik denk wel dat zij, als zij vandaag hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen hier bij het monument, zouden kunnen zien, de conclusie zouden trekken dat hun heldhaftige daden niet voor niets zijn geweest. Het minste wat wij voor deze mannen kunnen doen is hen dankbaarheid tonen. Hen gedenken. Hen laten zien dat wij ze zeker nog niet vergeten zijn. En dat zijn we niet. Kijk maar om u heen. KTZ H.L.J. Ammerlaan Groepsoudste Onderzeedienst ONDERZEEËRS IN DE NOORDZEE Stille getuigen van helden in doodsangst Pas in 2003 worden bij toeval voor de kust van Nederland de restanten van de Doris gelokaliseerd. De Franse onderzeeër was uitgeleend aan de Britse marine toen duidelijk werd wat Hitlers bedoelingen met de wereld waren. Twee door de Duitse U9 afgevuurde torpedo’s werden de duikboot in mei 1940 fataal. Verspreid over de bodem van de Noordzee liggen meer in de golven verdwenen onderzeeërs. Als de Franse onderzeeër Doris begin mei 1940 op patrouille wordt gestuurd om ten noorden van de Friese eilanden de Duitse vloot in de gaten te houden, weet de bemanning dat ze de missie hoogstwaarschijnlijk niet overleeft. De Doris, afgebouwd in 1927. Onderweg naar Harwich valt de motor die de hoofdcompressor aanstuurt uit, en de marinetechnici in de haven van Harwich krijgen het niet voor elkaar die te repareren. Dat houdt in dat de onderzeeër niet meer kan opstijgen als ze eenmaal onder water gaat en maar op halve kracht kan varen. Desondanks worden ze eropuit gestuurd. De commandant roept de bemanning bij elkaar, legt de situatie uit en stelt de vraag of iemand wil afzien van deze belangrijke taak. Niemand ziet er vanaf. “We zijn als één familie zover gekomen en we willen Frankrijk en de vrije wereld dienen. Als we moeten sterven, dan doen we dat samen”, is het eenstemmige antwoord. Diezelfde avond schrijft ieder bemanningslid een afscheidsbrief naar zijn familie in Frankrijk, waarbij heel wat tranen de inkt op het papier doen uitlopen… Verloren en weer gevonden En zo vaart een vloot van vijf Engelse en zeven Franse onderzeeërs, waaronder de Doris, op de vroege ochtend van 8 mei 1940 uit om de oostelijke toegang van het Kanaal te bewaken voor de Duitse invasie van Engeland. De heldere dag wordt gevolgd door een heldere nacht. De Doris blijkt een gemakkelijk doelwit voor de Duitse onderzeeër U9, die onder leiding staat van Wolfgang Lüth. In die nacht geeft Lüth de opdracht twee torpedo’s af te vuren. Binnen een mum van tijd is de Doris met haar complete bemanning onder de zeespiegel verdwenen, vlak voor de Nederlandse kust. (Bron: www.uboat.net) Pas in 2003 worden de restanten van de onderzeeboot per toeval gelokaliseerd door de Haarlemse duikers Hans van Leeuwen en Ton van der PAGINA 4 Sluijs. Zij brengen de Franse autoriteiten op de hoogte van hun vondst, en in juli van het daaropvolgende jaar wordt tijdens een indrukwekkende ceremonie de laatste eer bewezen aan de overleden bemanning. Met veel dank aan de vinders van het wrak. “Ik spreek geen spat Frans”, schrijft Ton van der Sluijs op de website van zijn duikvereniging Onderwatersport Vereniging Haarlem, “maar tijdens de vele toespraken werden de ‘plongeurs Hollandais’ door iedere spreker even aangewezen en respectvol toegeknikt.” De zoon van een van de bemanningsleden laat weten dat hij heel dankbaar is dat hij nu afscheid kan nemen van zijn vader en dat hij het gemis eindelijk een plek kan geven. “Zoiets raakt je diep. We kunnen dan wel nuchtere Hollanders zijn, we hebben ook gevoel in onze sodemieter”, zo omschrijft Ton zijn ervaring van die dag. Een duik op de Doris In 2006 bezoeken Cor en ik de Doris tijdens een duiktrip op de Noordzee. Dit verhaal kennen we dan nog niet, toch doemen flarden van oorlogsbeelden onbewust voor ons op als we bij de afdaling de contouren van het wrak gewaarworden. Wat er ok gebeurd is, om in oorlogstijd te varen in een onderzeeër met de dreiging van de vijand en de geringe ontsnappingsmogelijkheden, móet je volgens ons al wel een held zijn - zonder overigens de invloeden van propaganda en patriottisme te onderschatten. Hoe zou het voelen om met een klein clubje makkers dagen of weken opgesloten te zitten in een lawaaierige, bedompte machine, in deze weinig ontspannen situatie? En wat zou er door die mannen heen zijn gegaan toen ze beseften dat hun pantser gekraakt was, in de weinige seconden of minuten die nog restten voordat ze naar de zeebodem verdwenen? De twee torpedo’s van de U9 hebben precies de machinekamer geraakt. De Doris is in twee delen uiteen gevallen en er steekt nog maar een gering stuk boven h zand uit. Als wrak valt het dus eigenlijk wat tegen en we zijn al snel rond gezwommen. Dan doen we nog maar een rondje. Het zicht is prachtig en we treffen er een enorme school vis, wat de duik erg de moeite waard maakt. De zoektocht naar informatie achteraf maakt dat we met nog meer plezier terugkijken op deze duik. Overvaren door een collega Niet alle onderzeeërs hebben een zo tot de verbeelding sprekend verhaal. De ochtend van diezelfde dag hebben we op een nabijgelegen Engelse onderzeeër gedoken, de E36, gezonken in de Eerste Wereldoorlog. Niet getorpedeerd door de vijand, maar in aanvaring PAGINA 5 met een andere Engelse onderzeeboot zodanig beschadigd dat dat het vroege einde van deze boot betekende. De E36 was op 19 januari 1917 evenals de E43 vanuit Harwich op weg naar een patrouillegebied in de buurt van Terschelling, toen ze ’s avonds in een noordoosterstorm terecht kwamen. Door de hoge golven en het slechte zicht kon de E43 niet voorkomen dat hij dwars over de E36 heen voer. Doordat er vanaf dat moment niets meer va de E36 is gehoord, is niet duidelijk wat er precies gebeurd is. Het wrak heeft wel wat meer herkenbare delen dan de Doris. Hij ligt wat hoger boven het zand, de ronde vormen, de torpedobuis en de opbouw maken dat het er echt nog uitziet als een onderzeeboot. Het feit blijft dat je snel op zo’n wrak bent uitgekeken. Onderzeeërs zijn relatief klein en weinig interessant van vorm. En toch zijn ze razend populair onder de wrakduikers. Wat is dat toch? “Duiken op een onderzeeboot is een aparte ervaring, ondanks dat er niet veel op te beleven is”, meent Hans van der Weide, fervent wrakduiker en wrakdataverzamelaar. “Er hoort er gewoon een in je logboek te staan. Ze hebben iets geheimzinnigs, door de geschiedenis en de leefomstandigheden aan boord. Bovendien kun je er bijna niet in, zeker als de romp nog intact is, wat de nieuwsgierigheid prikkelt.” Poging tot identificatie Hans is in het bezit van een wrakkendatabase met gegevens van 1600 objecten en een bibliotheek van zo’n zeven meter boeken, alleen al over wrakken in de Noordzee, en hij heeft alles uitvoerig bestudeerd en gedocumenteerd. Hij wordt zo nu en dan ook geraadpleegd door dui- kers die iets nieuws ontdekt menen te hebben en hulp vragen bij de identificatie. Van de Doris is destijds een naamplaatje gevonden, maar dat geluk heeft niet iedereen. En met name bij de identificatie van onderzeeërs zijn dan gegevens nodig als de vorm van de boeg, de omvang, het aantal torpedobuizen en de doorsnede daarvan. “Torpedobuizen van Duitse onderzeeërs hebben een andere doorsnede dan die van de Engelse”, weet Hans te vertellen. “Als die gegevens niet meer te achterhalen zijn, dan is het helaas vaak heel moeilijk nog iets te zeggen over het type.” Dat bleek toen we in 2005 mochten duiken op een onderzeeër die pas was ontdekt. Alle duikers werden naar beneden gestuurd met de opdracht de details zoveel mogelijk in zich op te nemen, er gingen meetlinten en tekenleitjes mee, en eenmaal weer boven water probeerden we zo goed mogelijk een schets te maken van wat we waren tegengekomen in een poging het wrak te identificeren. Het slechte zicht dat we die dag hadden, hielp niet mee. Het maakte de duik wel extra spectaculair, te weten dat we op ruim dertig meter diepte met slechts twee meter zicht op een nog onbekend oorlogswrak zwommen, mét een opdracht! Het leverde echter weinig meer resultaat op dan dat we een bijzondere duikdag hadden. De maten en schetsen waren onvoldoende precies om uit te kunnen zoeken om welke onderzeeër het ging. De essentiële onderdelen waren PAGINA 6 verloren gegaan. U-bootplaag Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn in de Noordzee voor de Nederlandse en Belgische kust nauwelijks onderzeeërs gezonken. Het gebied werd bezet door de Duitsers en er hebben geen gevechten plaatsgevonden, bovendien zijn er ‘slechts’ zo’n 45 onderzeeërs verloren gegaan. De meeste verliezen in de WestEuropese wateren zijn in dit opzicht geleden voor de kust van Noorwegen en ten westen van Groot- Brittannië. De Doris is een uitzondering. Maar het aantal onderzeeërs dat in de Eerste Wereldoorlog in de Noordzee ten onder is gegaan, is enorm. Het was er de Engelsen in die tijd vooral om te doen het handelsverkeer in de Noordzee richting Duitsland te blokkeren, en aangezien Nederland neutraal was, konden de Britten het Noordzeegebied tot oorlogszone verklaren. Er werd honger geleden in Duitsland, en als die situatie gehandhaafd kon worden, zou dat de vijand alleen maar verder verzwakken. Elk schip dat goederen voor Duitsland of zijn bondgenoten aan boord had, werd vernietigd of in beslag genomen. Bovendien legden de Engelsen mijnenvelden en netten op de toegangswePAGINA 7 gen naar Duitsland. Omdat de Duitse oppervlaktevloot te zwak was om het tegen de Britten op te nemen, zijn de Duitsers grootschalig onderzeeërs gaan inzetten. De aanvankelijke successen die ze daarmee boekten, werden tenietgedaan door de nieuwe tactiek van het konvooisysteem die Groot-Brittannië op een gegeven moment met behulp van de Verenigde Staten tegen de Ubootplaag inzette. Eind 1918 moest Duitsland de overgave aanvaarden. Naar schatting heeft de hele periode geleid tot een verlies van circa 170 Duitse en Engelse onderzeeërs in het hele Noordzeegebied dat zich uitstrekt van de Straat van Dover tot het zuiden van Noorwegen. De E3 Dat er van al die onderzeeërs zo weinig zijn teruggevonden, is niet zo vreemd. De bodem van de Noordzee is nog lang niet uitgekamd en bovendien zijn er vrijwel geen posities bekend. Bij het vergaan kwam door de constructie meestal hooguit wat olie bovendrijven, en geen voorwerpen als reddingsboeien, luiken, sloepen of mensen, zoals dat bij een gewoon schip wel het geval is. Daarbij raken de restanten vaak snel onder het zand. Zo blijven het bijzondere wrakken om op te duiken, zeker als er toch nog zo nu en dan iets op gevonden wordt. Dat geluk heeft Duikteam Zeester uit Lauwersoog, met in de nabije omgeving wel vier onderzeeërs op hun wrakkenlijst: de E3, E34, E47 en UB61, allemaal uit de Eerste Wereldoorlog. De UB61 en E34 zijn door het Terschellinger duikteam Ecuador gevonden. Veel van de spullen die dit duikteam van de wrakken heeft geborgen, zijn te bewonderen in het Wrakkenmuseum van Hille van Dieren op Terschelling. De Zeester bezoekt meestal de E3, de Britse onderzeeër die ze ook zelf na een zoektocht van een aantal jaren gelokaliseerd hebben in 1994, tachtig jaar nadat deze gekelderd was door een Duitse torpedo. “Het was de eerste onderzeeër die tijdens de oorlog in deze contreien is getorpedeerd”, vertelt Theo Beelien mij via de telefoon, “dus dat was een hele bijzondere vondst. De media hebben er dan ook veel aandacht aan besteed. De videobeelden die ik daarop heb kunnen maken zijn destijds via persbureau Reuter de hele wereld over gegaan!” Souvenirs Ook Theo meent dat in het bijzonder de geschiedenis het duiken op de onderzeeërs spectaculair maakt. “Iedereen kent de documentaires van Discovery Channel wel, de spanning die er rond de onderzeebootoorlog hangt. En als duiker heb je toch altijd de hoop nog iets herkenbaars uit die tijd te vinden op zo’n wrak. Nu is de E3 wel al aardig leeggehaald hoor!” Toch heeft de schipper van de Zeester, Klaas Koch, in april dit jaar wel ‘een paar leuke souvenirs voor de schoorsteenmantel’ gevonden, zo vermeldt hun website. Het laatste wat boven is gekomen, zijn twee sextanten. De Zeester heeft nog wel een paar wensen. “We zouden de periscoop van de E3 nog eens willen bergen, maar dat is een aardige klus, want we zijn niet uitgerust met snijbranders of ander bergingstuig”, aldus Theo. “En er moet nog een onderzeeër liggen in de middenberm van de scheepvaartroute, hopelijk vinden we die ook nog eens.” Komen ze ook wel eens menselijke resten van onderzeebootbemanning tegen? “Die kans is heel klein. En als dat gebeurt, dan benaderen we die uiteraard met het nodige respect.” ‘Ik was doodsbang’ Hoe de mannen van de Doris zich tijdens hun laatste patrouille gevoeld moeten hebben, daar kunnen we hooguit naar raden. Het meest vergelijkbaar is misschien het verhaal van de Nederlandse Jan Biesemaat, onderzeebootmatroos op de O21 tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat gaat er door je heen als je opgesloten zit in een onderzeeër, terwijl je wordt aangevallen door dieptebommen? Hij vertelde zijn ervaringen een aantal jaar geleden aan Xtreme.NL-redacteur Peter Olsthoorn, naar aanleiding van het ongeluk met de Russische kernonderzeeër de Koersk. “Je zit te denken: ‘Kunnen we dat overleven of kunnen we dat niet overleven’, en die gedachten wisselen met de seconde. Als je in een onderzeebootboot opgesloten zit dan denk je: ‘Als ik dood ga, dan hij ook en hij en hij en PAGINA 8 hij…’ Er is niemand die kan overleven. Ik was doodsbang. Maar dat liet ik niet merken… Eigenlijk niemand, sommigen huilden wel eens een klein beetje maar dat werd weggeveegd en daar schonk ook niemand aandacht aan. Het fatalisme overheerst, maar je kunt niet anders dan je er aan overgeven. Je moet geluk hebben. En je moet een onbeperkt vertrouwen in je commandant stellen.” (Bron: www.xtreme.nl) Als we weer eens in de gelegenheid zijn langs de afdaallijn het groene nat in te duiken om op de zeebodem een onderzeeër te bezoeken, zullen we aan zijn woorden denken. En aan alle mannen die niet het geluk hadden hun belevenissen te kunnen navertellen. Bron: magazine ‘duiken’ 09 – 2007 RESPECTEER EEN ZEEMANSGRAF “Sommige duikers zijn van mening dat wrakken legale bergingsdoelen zijn, maar zo simpel ligt het niet”, schrijft Peter MacDonald in een brief aan de redactie van duiken. “Onderzeeërs zoals de E3 zijn oorlogsschepen en blijven te allen tijde bezit van de staat, in dit geval de Britse overheid.” Peter verwoordt in zijn brief het officiële standpunt van het Engelse ministerie van defensie waarvoor hij werkzaam is. Groot-Brittannië roept duikers op met respect te duiken naar ‘hun‘ wrakken. “De Britse overheid heeft in beginsel geen bezwaar tegen duiken op de E3 of andere Britse wrakken in Nederlandse wateren”, schrijft Peter verder. “Maar er zijn mensenoffers gevallen door het zinken van de E3; het lijkt ons dan ook niet meer dan fatsoenlijk om zo’n plek met gepast respect te bezoeken. Het gaat uiteindelijk om de laatste rustplaats van militairen. Daarom vinden wij dat hier een ‘kijken, maar niet aanraken’- beleid zou moeten gelden voor duikers. Voorwerpen zouden niet verplaatst of verwijderd moeten worden. We verzoeken eveneens het binnenste van het wrak niet te filmen en menselijke resten niet te verstoren. Mochten zulke overblijfselen toch onbedoeld gefilmd of gefotografeerd worden, dan vragen wij die resultaten niet te publiceren of verspreiden.” Bron: magazine ‘duiken’ 09 – 2007 ZEEHOND REUNIE REIS 1971 Op 18 maart 1971 vertrekt Hr Ms onderzeeboot Zeehond vanaf de Onderzeedienstkade in den Helder met aan boord een bemanning van 68 koppen. Een drie maanden durende reis naar de USA en de Bahama eilanden met als doelstelling: het evalueren van de wapensystemen. Via de Azoren wordt de oversteek gemaakt van de Atlantische Oceaan. Op 1 april meren we af bij het Naval Weapons Station in Yorktown. Hier worden de meegebrachte torpedo’s afgeven voor transport naar de Bahama’s. We blijven vier dagen in Yorktown. De onderofficieren, korporaals en manschappen krijgen in Willamsburg onderdak in het motel Heritage Inn. Op 5 april varen we vanuit Yorktown naar de Marinebasis Norfolk. Nog dezelfde dag meren we daar af. We blijven daar vijf dagen, ondermeer voor het innemen van nieuwe torpedo’s. De oudste officier, Axel Morks, wordt met geelzucht opgenomen in het Portsmouth Naval Hospital. De hele bemanning incasseert een hepatitis spuit in de billen. In Norfolk logeren we in hotel Golden Triangle. Met Greyhound-bussen gaan we naar Washington en bezoeken daar ondermeer het Witte Huis, het Capitool, het graf van J F Kennedy op de begraafplaats Arlington en de Nationale Bank. Op 10 april vertrekken we vanuit Norfolk om koers te zetten richting de Bahama’s. We gaan naar het Atlantic UnderwaterTest and Evaluation Center bij Andros Island voor het oefenprogramma. Hieraan voorafgaand vindt er een diepduik tot 200 meter plaats in het Bermuda-gebied. Bij het terug gaan naar de oppervlakte krijgen we water binnen door het achterste torpedo laadluik. Het blijkt dat de drie stutbalkjes in de luikopbouw niet volledig waren aangezet. Tijdens de controles bij het klaarmaken voor onderwater kennelijk over het hoofd gezien. De zitting van het oorspronkelijk ronde laadluik is ovaal gezet. Het wordt provisorisch gerepareerd om het doel van de reis af te maken. De maximale duikdiepte wordt dientengevolge teruggebracht tot 40 meter. Egon Bakker wordt ingevlogen vanuit Nederland en komt bij Andros Island aan boord om Axel Morks te vervangen. Vanaf 14 april worden op de testbaan 27 torpedo’s gelanceerd, zowel de mechanische Mark8 als de elektrische Mark37. Een Mark8 blaast vroegtijdig z’n oefenkop en gaat snuiverend koers oefendoel. Het Engelse fregat Winston Churchill kan de Mark8 te nauwer nood ontwijken. Op 27 april meert de Zeehond voor 3 dagen af PAGINA 10 aan de kade van Nassau op New Providence Island. De gehele bemanning logeert in hotel Montagne. Weer bij Andros Island op zee, is ‘t Alle Hens voor Koninginnedag. We krijgen toestemming voor één biertje. Door het vlotte doorlopen van het lanceringsprogramma hebben we een dag over voor schoonschip, zwemmen en om te vissen. Van 3 tot 5 mei liggen we in Freeport op Grand Bahama. We laden daar ondermeer brandstof. De korporaals en de bemanning krijgen onderdak in het motel Freeport Inn. Terug bij Andros Island hebben we dan nog 2 dagen voor het terug inladen van de Nederlandse torpedo’s en het onderhoudsmateriaal. Ter afsluiting gaan we met sloepen naar Andros Island voor een Barbecue. Het is 7 mei als de Zeehond de oversteek terug naar Den Helder maakt. Op 22 mei 1971 meren we daar af aan de vertrouwde Onderzeedienst kade. In de weken daarna wordt bij de RDM in Rotterdam een deel van drukvaste huid, de opbouw en het laadluik vernieuwd. Een bijzondere reis met als grootste bijzonderheid, dat we het kunnen navertellen. Bij de jaarlijkse OZD reünies passeert deze reis altijd wel een keer de revue. Is het te doen om een reünie te organiseren? April vorig jaar hebben Freek Goos en ondergetekende knopen doorgehakt en zijn we begonnen. Harald Sannes bood PAGINA 11 zich aan voor hulp. Ga er maar aan staan na 42 jaar! Het in kaart brengen van de bemanning. De eerste namen en dienstvakken uit het blote hoofd en vanaf foto’s. Op zoek naar een bemanningslijst van 1971. Door defensie van het bekende kastje naar de muur gestuurd. Hans van den Bosch (herinneringsboek wereldreis Dolfijn 1962) attendeerde op het Nationaal Archief in Den Haag. Hier kun je de scheepsjournalen inzien waarin normaliter bemanningslijsten zitten gehecht. In het scheepsjournaal van de Zeehond van 18 maart 1971, nota bene de dag van vertrek, inderdaad een bemanningslijst aangetroffen. Een camera in de mobiele telefoon is dan wel erg makkelijk. 68 namen dienstvakken en adressen/ telefoonnummers uit 1971! De volgende uitdaging is het traceren van de huidige adressen. Tussendoor op zoek naar een locatie, prijsafspraken maken en een datum prikken. Den Helder als eerste optie. De thuisbasis van de OZD was, en is, immers Den Helder. Bovendien kan dan het zusterschip de Tonijn worden bezocht. Zo’n zes maanden later zijn de huidige adressen van alle nog in leven zijnde bemanningsleden getraceerd en is er met iedereen contact ge- weest. Twee wonen thans in de USA, één in Australië, één in Portugal en één in België. Zeven bemanningsleden zijn inmiddels overleden. Later ook nog contact gehad met Egon Bakker, die dus niet op de bemanningslijst staat. Slechts vier man toonden geen belangstelling. De overigen reageerden allemaal enthousiast. Medio oktober zijn de definitieve uitnodigingen de deur uitgegaan met als locatie de Marine onderofficieren club (MOOC) in Den Helder en de datum 6 februari 2014. Half januari hebben zich 51 man en 26 partners aangemeld! Dat is zo maar ruim 82% van de (nog in leven zijnde) bemanningsleden! 09.20 uur zijn neus al zien. Vóór 10.30 uur zijn er al 47 man en 25 partners binnen. Men heeft er kennelijk zin in! Even na 11.00 uur is iedereen binnen. Henk ten Kate en Jan Werkhoven mogen hierbij met name worden genoemd. Zij zijn voor de reünie overgekomen uit respectievelijk de USA en Portugal. Om onderlinge herkenning makkelijk te maken krijgt iedereen een naambadge met een fotootje uit/ rond 1971. Bij de entree zijn de “smoelen” opgehangen, bestaande uit foto’s van 1971 en van heden. Er wordt een doorlopende presentatie getoond van ruim 350 foto’s van de reis. Na een welkomstwoordje door ondergetekende, een kleine toespraak door oud cdt Peter Vis en een presentje voor de orga- We schrijven 6 februari 2014: De MOOC is een mooie en gastvrije locatie aan de Spoorstraat in Den Helder. Het NS station en het Marinemuseum met de Tonijn met voldoende parkeergelegenheid op de oude Rijkswerf, zijn op loopafstand. Hoewel van 10.00 tot 11.00 uur de inloop met koffie/thee en cake is bepaald, laat de eerste om PAGINA 12 PAGINA 13 PAGINA 14 nisatie van Axel Morks, gaat de tap los. Onder het genot van een drankje worden vele- en ruim 42-jaar oude koeien uit de sloot gehaald. Rangen en standen zijn verjaard. Na de blauwe hap maken de meesten gebruik van de gelegenheid om de Tonijn te bezoeken. Op vertoon van hun naambadge is de entree vrij. Om 16.30 uur is het einde reünie. Een vaste kern blijft in Den Helder overnachten en maakt nog ruim gebruik van de gastvrijheid van de MOOC. Al met al een zeer geslaagde dag met alleen maar positieve reacties. “Een unieke reis, een unieke reünie”. Leo Bal Torpedomaker Zeehond 1969-1973 PAGINA 15 HR.MS. O15 Hr. Ms. O 15 ( 1932 - 1945 ) een Nederlandse onderzeeboot van de O 12 klasse en zij werd gebouwd door de scheepswerf Wilton-Fijenoord uit Schiedam. De technische gegevens zijn hetzelfde als de O 12. Bij de inval van de Duitsers was de O 15 gestationeerd in Curaçao en deed daar periodiek onderhoud. Na overleg krijgt de O 15 opdracht om samen met de O 14 via Kingston, Bermuda en Halifax naar Engeland te varen. De reis naar Bermuda gebeurt onder begeleiding van de Dundee ( L 84 ) en in Hamilton vinden de nodige reparaties plaats aan de dieselmotoren zodat ze verder kan varen naar Halifax om daar de diesels geheel te laten reviseren. Maar in Halifax blijkt dat de revisie niet kan worden uitgevoerd wegens gebrek aan onderdelen en personeelstekort in de haven. Ze neemt aldaar deel aan het testen van de Canadian Sea Control radar en kan daarna vertrekken naar Philadelphia voor de benodigde revisie. Op 15-09-1942 kan de O 15 de oversteek maken naar Dundee en van hieruit voerden zij oorlog patrouilles uit en begeleide ze konvooien naar het Russische Archangelsk. Ook werd ze zo nu en dan gebruikt als doelschip voor ASDIC testen. Voor de benodigde onderdelen voor het onderhoud zorgde de uit dienst gestelde O 14. De O 15 vertrekt op 30-06-1945 naar Rotterdam waar zij op 23-07-1945 aankomt. Na een korte periode in Nederland keert de O 15 terug naar Dundee voor een trainingsperiode. Drie dagen na de Japanse overgave word het schip niet meer actief gebruikt om in september officieel uit dienst te worden gesteld. Na de uit dienst stelling werd ze gebruikt om onderzeeboot personeel van Dundee naar Rotterdam te brengen. Op 02-10-1946 werd ze voor de sloop verkocht. PAGINA 16 GROEPSOUDSTE OZD Het is een eer en genoegen om een stukje te mogen schrijven voor deze uitgave van Klaar Voor Onderwater. In KVO126 van december jl. had Eric Duenk al een leuk artikel geschreven over de vaandeloverdracht. Velen van u heb ik sindsdien al ontmoet. Dit artikel geeft mij de gelegenheid om iets van mijn achtergrond en doelen te vertellen. Op 18 oktober heb ik met trots het vaandel van de Onderzeedienst overgenomen en heb ik het groepsoudsteschap aanvaard. Veel dank ben ik natuurlijk verschuldigd aan KTZ Marc Elsensohn voor zijn betrokkenheid en volharding over de afgelopen jaren. De Onderzeedienst is een schitterend bedrijf dat zich in het PAGINA 17 verleden heeft bewezen en dat blijft doen. Het is fijn te zien dat er een blijvende grote loyaliteit bestaat onder mensen die een bijdrage leveren aan het product “onderzeeboot”. Deze strekt verder dan de dienst alleen. Daar ik enige tijd bij de Onderzeedienst ben “weggeweest” wil ik u graag een beeld geven van mijn achtergrond. Ik ben in 1962 geboren en heb het grootste deel van mijn jeugd in Leiden gewoond. Nu woon ik al vele jaren in Alkmaar samen met mijn vrouw Odette en onze jongste zoon. Mijn oudste zoon studeert inmiddels in Delft. Mijn hobby's zijn roeien, lezen, koken en het brouwen van bier. Sinds 1981 bij de Koninklijke Marine. Na het KIM volgden groot aantal plaatsingen bij de Onderzeedienst aan boord van zowel “3- als 1-cylinders” maar ook in Faslane in Schotland. Een aantal Koude Oorlog patrouilles als ook bij het voormalig Joegoslavië. In 1996 en 1997 was ik commandant van Zr.Ms. Dolfijn waarmee ik onder andere geopereerd heb in het Caribisch gebied in het kader van counter-drugs operaties. Daarna volgden plaatsingen als HBUOPS OZD, de Hogere Krijgskundige Vorming en Eerste Officier van de Hiddes. In 2000 volgde een plaatsing bij DPKM als personeelsmanager. Van 2003 tot 2005 was ik commandant van Zr.Ms. Willem van der Zaan; opwerken maar ook het pilot-project om te varen met een gereduceerd bemanning (vooruitlopend op het OPV). Operaties waren stationsschip in het Caribisch gebied en operatie Active Endeavour (anti terrorisme) in de Middellandse Zee. Hierna volgde een plaatsing als Hoofd van de sectie N5 (plannen) van NLMARFOR. In deze periode ben ik o.a. ingezet als Chef Staf van CTF 150 aan boord van Zr.Ms. De Zeven Provinciën voor de operatie Enduring Freedom (anti terrorisme). Daarna volgden 3 jaar in Den Haag als Projectleider van invoering van het Flexibel Personeel Systeem (FPS). Van 2009 tot 2011 ben ik commandant van Zr.Ms. De Zeven Provinciën geweest met na een korte opwerkperiode een taak als vlaggenschip van SNMG2 met o.a. inzet in de NATO operaties Ocean Shield (anti piraterij) bij Somalië en operatie Active Endeavour. Medio 2011 volgde een mooie baan bij de International Military Staff (IMS) in het NATO HQ in Brussel als Deputy Branch Head en Maritime/Air Planner van de Operati- ons Division en sinds 18 oktober ben ik dus Groepsoudste Onderzeedienst Persoonlijk Ik vind het mooi om samen met mijn mensen de Onderzeedienst de dienst te laten zijn waar men altijd van op aan kan. Onze kracht zit in het teamwerk. Eén van de belangrijkste doelstellingen voor mij is het behouden van een hechte Onderzeedienst. Wij moeten met plezier bij en voor de Onderzeedienst kunnen werken en trots kunnen zijn op ons zelf en onze dienst. Daarvoor is duidelijke en heldere communicatie essentieel. Communicatie onderling, maar veel belangrijker nog, communicatie naar buiten. Ook de ondersteunende diensten en het oud Onderzeedienst personeel spelen hierbij een belangrijke rol. Ik streef naar een werk- en leef omgeving waar iedereen met plezier zijn of haar werk doet. Een dienst waarbij eenieder niet gelijk maar wel gelijkwaardig is. Wij, de mensen die bij en voor de Onderzeedienst werken (of gewerkt hebben), worden daarbuiten soms als apart en speciaal gezien. Dat zijn we ook!! Wij hebben een bepaalde - trots - die ons in staat stelt ons vak uit te oefenen. Meer doen met minder zal ik maar zeggen. Toekomst. Na jarenlange politieke discussie over het al dan niet voortbestaan lijkt de politiek in te zien dat onze onderzeeboten een onvervangbaar onderdeel zijn van Defensie. Onderzeeboten zijn relevant en geven veel meerwaarde. Sinds november 2013 wordt er daarom gelukkig weer openlijk gesproken over het vervangen van de Walrusklasse rond 2025. Dit is goed nieuws, echter er moet nog veel werk verzet worden en ook op het gebied van onze eigen marketing moeten we nog veel doen. PAGINA 18 Ik heb u als Reünisten van de Onderzeedienst hierbij hard nodig. We zijn nu eenmaal de “Silent Service” die zijn werk in stilte doet. Alle zeilen moeten daarom bij om Nederland te overtuigen van goede werk dat we doen, maar dat ze niet zien. Volgend jaar zal het 50 jaar geleden zijn dat het Onderzeedienstinsigne, de “Flipper” is ingesteld en ook de eerste Flipper is uitgereikt. Volgens mij hebben we dan iets te vieren. Hoe, wat en waar hoort u nog. KTZ Hugo Ammerlaan Groepsoudste Onderzeedienst ‘CUL DE SAC’ Beste redactie, Van mijn COQC-maatje kreeg ik, als één van de geadresseerde submariners, onderstaande foto naar aanleiding van de overstromingen in Engeland. Prompt kwam er een antwoord van een andere Britse collega. Vraag: I trust that you are all “warm and dry”? PAGINA 19 Antwoord: Very impressive sternway; must have been a cul-de-sac! (als je het nog niet had gezien: de boeg van deze nucleaire T-boot zit links en een ‘cul-de-sac’ is een doodlopende straat) Met hartelijke groet, Donald Weekenstroo Algemene Vergadering 2014 Verslag van de Algemene Vergadering Reünistenvereniging Onderzeedienst 23 april 2014 te Amsterdam. De voorzitter opende de vergadering ten 11:03 uur en gaf aan verheugd te zijn dat er weer zo velen naar de jaarlijkse reünie waren gekomen. Van 7 leden is bericht van verhindering ontvangen. Er is een bijzonder welkom voor de ereleden dhr. A. Prins en dhr. W.P.P. Falkmann, ons andere erelid, dhr. J. van Rede, is verhinderd. Ook een bijzonder welkom aan de nieuwe Groepsoudste Onderzeedienst KTZ H.L.J. Ammerlaan en de adjudant Onderzeedienst Adjudant W.J. Hersbach, die kort geleden de functie van adjudant M. Langbroek heeft overgenomen. Ook dit jaar is weer in ons midden, 99 jaar oud en ‘Still going strong’, ons bekendste lid van de vereniging KTZ b.d., maar ook oud Minister President, dhr. P.J.S. de Jong. De voorzitter verwees naar het Historisch Nieuwsblad, waarin recentelijk stond geschreven in het negende deel van onze “Parlementaire Geschiedenis na 1945”, het gaat over het kabinet de Jong, 1967 - 1971: “Het Kabinet de Jong regeerde in een zeer onstuimige periode van openlijke protesten en politieke vernieuwing (denk aan de oprichting van D’66). Toch hield het kabinet onder leiding van een ONVERSTOORBARE PREMIER het de volle vier jaar uit”. Wat een goede kwalificatie van een “Onderzeebootman”. De voorzitter verontschuldigde de heer Segaar, die geoorloofd afwezig was. De heer van der Veeken zal optreden als waarnemend secretaris. De voorzitter verzocht de wnd secretaris de namen voor te lezen van de sinds de laatste AV overleden 19 leden, waarna door allen staande een minuut stilte in acht genomen werd om onze overleden vrienden in eerbied te herdenken. De voorzitter las, zoals statutair is vastgelegd, het verslag van de AV van 17 april 2013 voor, hetgeen door de vergadering werd goedgekeurd. De voorzitter deed de volgende mededelingen: Het bestuur heeft op 4 mei tijdens dodenherdenking namens u een krans gelegd bij het monument van de Onderzeedienst op steiger 19. Op 29 mei mocht de voorzitter het boek “Dolfijn’s Odyssee”, geschreven door ons lid Hans van den Bos, in ontvangst nemen. Op 14 juni was het bestuur in Alkmaar bij de Cornelis Drebbel Herdenking. Op 3 juli heeft het bestuur op het Marsdiep een krans in zee gelegd ter nagedachtenis aan de overledenen a/b van de O-13, de boot, die ondanks alle inspan- PAGINA 20 ningen, nog steeds niet is terug gevonden. In september heeft ons in Schotland wonend lid namens onze vereniging weer bloemen gelegd bij het monument te Dundee. Op 12 augustus j.l. is adjudant Ed van Kesteren toegetreden tot het bestuur. Hij heeft de functie van redacteur op zich genomen. In de laatste KVO heeft hij zich voorgesteld. De voorzitter vermeldde hierbij dat adjudant van Kesteren, nu nog varend als chef d’equipage a/b Zr.Ms. “Evertsen”, kort geleden te horen heeft gekregen dat hij officier wordt in de functie van Hoofd van de eerste militaire vorming te Den Helder. Het ledental van onze vereniging is momenteel 1.132 en blijft redelijk constant. De vereniging is financieel gezond en KVO wordt goed ontvangen en gelezen. De eerste penningmeester presenteerde het financieel jaarverslag 2013. De voorzitter las de bevindingen van de kascontrolecommissie voor waarna de vergadering decharge verleende voor het gevoerde beleid en het financieel verslag werd goedgekeurd. De voorzitter bedankte de heer Wijnands voor zijn werk in de kascontrolecommisPAGINA 21 sie en deelde mee dat de volgende commissie zal bestaan uit de heren Kragten en Albrechts. Er werd geen gebruik gemaakt van de rondvraag. Vervolgens was het woord aan de groepsoudste Onderzeedienst, KTZ Ammerlaan, die in een korte presentatie zichzelf voorstelde en sprak over het heden en de toekomst van de Onderzeedienst. Als dank kreeg hij van de voorzitter een bootje, omdat de groepsoudste ten tijde van het 100-jarig bestaan van de Onderzeedienst geen lid was van onze vereniging en daarom nog geen bootje had. Voordat de voorzitter de vergadering sloot deelde hij mee dat 2015 een bijzonder jaar wordt, omdat het dan op 23 april 50 jaar geleden is dat de eerste flipper werd uitgereikt op 23 april 1965. Het bestuur en de Onderzeedienst willen daar aandacht aan besteden. “Hoe? Dat is nog onder beraad”. Maar wel staat vast: volgend jaar op 23 april 2015 wordt het een speciale reünie in Den Helder. Zorg dat u er bij bent. Tenslotte wenste hij allen een gezellige reünie. De voorzitter sloot de vergadering ten 11:56 uur. REUNIE 2014 PAGINA 22 ONDERZEEDIENST REÜNISTENVERENIGING 1e Penningmeester W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265 [email protected] B EZOEK Redactie - Vormgeving E.E. van Kesteren Zoomstraat 78 1784 GL Den Helder 06-44708032 [email protected] ONZE WEBSITE ISSN: 2214-6202
© Copyright 2024 ExpyDoc