Voorstel Handelingsperspectief Ebola

Voorstel
AGP 17
Aan : Algemeen Bestuur
Steller : Clementine Wijkmans
Datum : 12 november 2014
Bijlage : 3
Onderwerp : Handelingsperspectief burgemeesters bij ebola
Algemene toelichting
Algemene aanpak (wat gebeurt er met de patiënt en zijn omgeving)?
De kans dat ebola naar Nederland komt, is klein, maar niet onmogelijk. Daarom zijn er procedures
afgesproken met de zorgsector (o.a.RAV, ziekenhuizen, huisartsen, GGD) over de
beschermingsmaatregelen en geïsoleerde opvang van (mogelijke) patiënten.
Patiënten waarbij een serieuze ebola-verdenking bestaat (te beoordelen door een arts) worden opgevangen
in een van de acht universitaire medische centra (UMC) in Nederland.
De eerste opvang wordt verzorgd door de ziekenhuizen, huisartsen en GGD’en, maar zij voeren géén
behandeling uit. De patiënt wordt met een ambulance vervoerd waarbij de medewerkers persoonlijke
beschermingsmaatregelen hanteren conform landelijke afspraken. De GGD neemt direct contact op met het
RIVM om afstemming te zoeken rond communicatie en bron-en contactonderzoek.
De GGD benaderd vervolgens contacten van de (mogelijke) patiënt. Zij krijgen van de GGD instructies wat te
doen: dagelijks koorts meten en doorgeven en indien zij klachten ontwikkelen geven zij dit door aan de GGD,
die de verder procedure in gang zet.
Uw rol als burgemeester (crisisorganisatie, communicatie)
Crisisorganisatie
Ebola is een A- meldingsplichtige ziekte. Dat betekent dat het ministerie van VWS de regie voert. De minister
heeft de uitvoering van de bestrijding en communicatie gedelegeerd aan het RIVM/CIB.
De voorzitter van de veiligheidsregio draagt officieel zorg voor de uitvoering van de infectieziektenbestrijding
bij A-ziekten in de regio. Het is ook mogelijk dat juist een individuele casus onder het gezag van de (lokale)
burgemeester wordt aangepakt, vanwege de lokale impact. (Binnen de infectieziektebestrijding is er meestal
geen sprake van een grip situatie waarbij multidisciplinaire inzet nodig is.)
Als burgemeester wordt u namens de geneeskundige keten geadviseerd door Karin van Esch, directeur
Publieke Gezondheid van de GGD Hart voor Brabant. Zij adviseert tevens het bestuur van de VRBN. Daarbij
wordt zij ondersteund door de arts infectieziektebestrijding van de GGD. Beiden zijn 24/7 voor u bereikbaar.
Veiligheidsregio en GGD werken in opdracht van en onder regie van VWS en RIVM/CIb.
Communicatie
Het RIVM voert het woord bij een vermoedelijke ebola-patiënt. De woordvoering wordt afgestemd met VWS
en betrokken partijen zoals de GGD Nederland en het Erasmus Universitair ziekenhuis.
Betrokken partijen kunnen vanzelfsprekend communiceren over hun eigen verantwoordelijkheden en
handelingen. De regionale GGD is verplicht om zaken die het beleid raken of van algemeen belang kunnen
zijn (zoals testuitslagen, stand van zaken bron- en contactopsporing) af te stemmen met het RIVM.
Op 4 november heeft een bijeenkomst plaatsgevonden met de Minister van VWS, bestuurders van het
Veiligheidsberaad, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, VNG en GGD-GHOR Nederland. Naar
aanleiding van dat overleg heeft VWS samen met die organisaties bijgevoegde nieuwsbericht voor
burgemeesters opgesteld. Als bijlagen zijn toegevoegd een specifieker communicatieadvies voor
woordvoerders en communicatieadviseurs van gemeenten, veiligheidsregio’s en politie (dat inmiddels
verstuurd is naar de communicatieadviseurs van GGD en GHOR en VR) en de toelichting op de
bevoegdheden en verantwoordelijkheden vanuit de WPG. Deze bijlagen zijn op 7 november ook aan u
verzonden door het NGB.
Mocht u op basis van deze notitie nog vragen hebben, neem dan contact op met Clementine Wijkmans, arts
MG, adviseur leefomgeving GGD Hart voor Brabant 06 20 43 72 38 of bij haar afwezigheid Jos van de Sande
programmadirecteur leefomgeving 073-6404683.
AGP 17 ABVRBN 20141112 Voorstel Handelingsperspectief bij Ebola.docx
Pagina 1 van 9
Procesgang
Processtap
Datum
Aanbieding Dagelijks bestuur (schriftelijk)
10 november 2014
Aanbieding Algemeen Bestuur (ter vergadering)
12 november 2014
Voorstel
Het Dagelijks Bestuur stelt op advies van de DPG het Algemeen Bestuur voor om als volgt te besluiten:
1.
De afspraak te maken dat bij een individuele casus van Ebola de burgemeester van de gemeente
waar de patiënt woont het gezag zal voeren ter uitvoering van de Wet publieke gezondheid;
Akkoord
Ja
Secretaris: dr.ir. P. Verlaan MCDm
Nee
Paraaf: ……………
Bijlage(s)
1.
2.
3.
Nieuwsbericht voor burgemeesters (6 november 2014) – Ministerie VWS
Toelichting Wet publieke gezondheid
Advies communicatie Ebola - Rijksoverheid
Bijlage 1: Nieuwsbericht voor burgemeesters
Nieuwsbericht voor burgemeesters
Verspreiding naar alle burgemeesters via Nederlands Genootschap voor Burgemeesters.
Ter ondersteuning publicatie via Veiligheidsberaad, VNG, GGD GHOR Nederland en NCC voor
ondersteunende partners, adviseurs en organisaties. Het streven is om burgemeesters niet
dubbel te informeren. Stem eventueel met elkaar af om overlap te vermijden.
Regie en sturing bij incidenten rond ebola
Naar aanleiding van een bestuurlijk overleg op 4 november 2014, ontvangt u hierbij namens
VNG, Veiligheidsberaad, NGB, VWS, VenJ, RIVM en GGD GHOR Nederland een bericht over de
samenwerking bij de preventie en bestrijding van een uitbraak van ebola in Nederland. We
hopen met dit bericht niet alleen alle burgemeesters te bereiken, maar ook alle mensen die de
burgemeester ondersteunen. Excuses als u daardoor het bericht meerdere keren ontvangt.
In de Wet publieke gezondheid is opgenomen dat de minister van VWS de regie heeft bij de
bestrijding van infectieziekten van de categorie A, waaronder ebola, en dat de voorzitter
veiligheidsregio zorg draagt voor de uitvoering van het bestrijdingsbeleid.
In de praktijk vindt de infectieziektebestrijding met name plaats door het RIVM en de GGD, in
samenwerking met de zorgsector (ziekenhuizen, ambulancezorg, huisartsenzorg). Inzet van de
voorzitter veiligheidsregio in het kader van de Wpg is nodig in situaties waarin (vermoedelijke)
patiënten niet willen meewerken aan onderzoek, isolatie of quarantaine en als er bijvoorbeeld
gebouwen of goederen ontsmet of gesloten moeten worden.
Openbare orde en veiligheid
De burgemeester dan wel voorzitter veiligheidsregio kan echter ook een rol hebben op het
terrein van crisisbeheersing en openbare orde en veiligheid. Een ongegronde verdenking van
ebola kan al veel ongerustheid veroorzaken bij omstanders en omwonenden. Goede
crisiscommunicatie is in die situaties van groot belang. De gemeenten en veiligheidsregio’s
worden geadviseerd zich ook op dat soort situaties voor te bereiden.
Bij een verdenking in de gemeente worden de burgemeester en voorzitter veiligheidsregio zo
spoedig mogelijk geïnformeerd door de directeur publieke gezondheid. Het is echter goed om te
bedenken dat (sociale) media vaak sneller zijn dan de officiële informatievoorziening. Neem in
geval van vragen contact op met de directeur publieke gezondheid. De GGD werkt nauw samen
met het RIVM en kan alle vragen beantwoorden over ebola, de verspreiding en het te voeren
bestrijdingsbeleid.
Crisiscommunicatie
We adviseren om in de (crisis)communicatie te kiezen voor transparantie, zonder onnodige
paniek te veroorzaken. Vertel wat er aan de hand is en wat de risico’s zijn en leun daarbij op de
beleidslijnen die landelijk zijn afgesproken. Laat de woordvoering over de patiënt en zijn of
haar situatie zoveel mogelijk over aan de GGD dan wel het RIVM. Verwijs voor vragen over
ebola en het landelijke beleid naar het RIVM.
Op verzoek van enkele veiligheidsregio’s hebben we een communicatieadvies opgesteld, waarin
voor enkele realistische scenario’s is aangegeven hoe de woordvoering is georganiseerd en
welke rol gemeenten, veiligheidsregio’s en politie daarin kunnen spelen. Dat advies is breed
verstuurd naar woordvoerders en communicatieadviseurs, maar u vindt het ook als bijlage bij
dit bericht.
AGP 17 ABVRBN 20141112 Voorstel Handelingsperspectief bij Ebola.docx
Pagina 3 van 9
Bijlage 2: Toelichting Wet publieke gezondheid
Wet publieke gezondheid: verantwoordelijkheden en bevoegdheden
van de minister van VWS en de voorzitter van de veiligheidsregio.
De minister van VWS stelt het kader voor de bestrijding van een uitbraak van een Aziekte vast. Het bestuur van de veiligheidsregio draagt zorg voor de voorbereiding op
de bestrijding van een A-ziekte.. Het beschrijft in het crisisplan de organisatie, de
taken en de bevoegdheden in het kader van de bestrijding van de voorbereiding op de
bestrijding van een epidemie van een A-ziekte. Dit deel van het crisisplan wordt
vastgesteld in overeenstemming met het algemeen bestuur van de gemeentelijke
gezondheidsdienst (verder GGD).
De voorzitter van de veiligheidsregio draagt zorg voor de bestrijding van een A-ziekte.
De GGD is verantwoordelijk voor de operationele voorbereiding en uitvoering van de
gehele infectieziektebestrijding.
De minister kan de voorzitter van de veiligheidsregio opdracht geven om bepaalde
maatregelen uit te voeren of juist niet uit te voeren (Wpg artikel 7, lid 2). Bij
afwezigheid van een dergelijke opdracht beslist de voorzitter van de veiligheidsregio
zelf over het nemen van maatregelen ter bestrijding van de infectieziekte-uitbraak.
− De voorzitter van de veiligheidsregio kan maatregelen nemen gericht op
individuen zoals gedwongen opname tot isolatie, gedwongen onderzoek,
gedwongen quarantaine (waaronder medisch toezicht), verbod van
beroepsuitoefening (artikelen 31-38).
− De minister kan een ziekenhuis aanwijzen waar individuen ter isolatie in een
gesloten afdeling kunnen worden opgenomen (artikel 34).
− De voorzitter van de veiligheidsregio kan maatregelen nemen gericht op
gebouwen, goederen en vervoermiddelen zoals controle van gebouwen,
vervoersmiddelen, goederen en waren, geven van technisch-hygiënische
voorschriften, ontsmetten en vernietigen van vectoren, gebouwen of terreinen
sluiten, het gebruik of betreden van voertuigen verbieden, waren vernietigen
(artikel 47).
− Wanneer het om een schip of vliegtuig gaat met verdachte ziektegevallen aan
boord, dan kan de minister van Infrastructuur en Milieu, na overleg met de
minister van VWS, bepalen in welke (lucht)haven het schip of luchtvaartuig
aankomt en hoe de loodsdienstverlening plaatsvindt, dan wel de minister van
defensie wanneer het een militaire (lucht)haven betreft (artikel 52).
− De voorzitter van de veiligheidsregio kan bij A-ziekten maatregelen treffen voor
de toelating of onttrekking van het schip/luchtvaartuig aan het vrije verkeer
(artikel 53).
− De voorzitter van de veiligheidsregio kan exploitanten van (lucht)havens en
vervoersexploitanten opdracht geven om voorlichting te geven over het nemen
van maatregelen door passagiers en medewerking te verlenen aan het nemen
van andere maatregelen (onderzoek, technisch-hygiënische maatregelen,
sluiting gebouwen/terreinen) (artikel 54).
− De voorzitter van de veiligheidsregio kan vervoersexploitanten opdracht geven
om voorlichting te geven aan passagiers, technisch-hygiënische maatregelen uit
te voeren, controles uit te voeren op besmetting of tot ontsmetting en
eventueel vernietiging van goederen of vectoren (artikel 54-55).
Besluitvorming over de verdeling van medische zorg vindt plaats op medisch
inhoudelijke gronden. Afspraken hierover worden vastgelegd in professionele
richtlijnen. Zorgprofessionals zijn verantwoordelijk voor de inhoud en uitvoering van
dergelijke richtlijnen. Zo nodig kan de minister van VWS in overeenstemming met
ministers van BZK en VenJ bepalen hoe verdeling van vaccins en profylaxemiddelen
plaats moet vinden. Voorwaarde is dat deze inzet nodig is vanwege de bestrijding van
een A-ziekte en er sprake is van schaarste aan deze middelen (artikel 11 Wpg).
De Wpg (of enige andere wet) geeft geen basis voor verplicht vaccineren. Het
toedienen van vaccinaties gebeurt alleen met instemming van de betrokkene op basis
van vrijwilligheid in het kader van de Wet op de Geneeskundige
AGP 17 ABVRBN 20141112 Voorstel Handelingsperspectief bij Ebola.docx
Pagina 4 van 9
Bijlage 2: Toelichting Wet publieke gezondheid
Behandelovereenkomst.
Inspectie voor de gezondheidszorg
De Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) adviseert de minister van VWS in het
beleidsteam crisisbeheersing1 (BTCB) van VWS (zie blz. 16).
Op regionaal niveau vervult de IGZ de rol van liaison tussen het lokale bestuur en de
minister van VWS. Hij kan als vertegenwoordiger van VWS aanschuiven bij het overleg
in de regio en deelnemen aan het regionaal beleidsteam. In dat geval heeft de IGZ
geen toezichthoudende taak. De IGZ kan deze rol zowel op verzoek van de regio als op
initiatief van VWS oppakken.
In acute situaties kan de IGZ doorzettingsmacht uitoefenen richting
gezondheidszorginstellingen2.
Centrum voor Infectieziektebestrijding
Het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb) is onderdeel van het RIVM en
coördineert in Nederland de medisch inhoudelijke aanpak van een infectieziektecrisis.
Het RIVM is een agentschap van VWS en het CIb werkt op basis van een opdracht van
de minister van VWS. Taken van het CIb zijn onder meer:
Volgen van de ontwikkelingen in de verspreiding van de infectieziekte door middel
van het verzamelen van geanonimiseerde meldingsdata van GGD’en en
internationale partners.
De overheid en professionals in de gezondheidssector adviseren over het preventieen bestrijdingsbeleid en zonodig coördineren. Hierbij kan een advies over de
toewijzing van vaccins aan specifieke doelgroepen aan bod komen.
Richtlijnen en draaiboeken ontwikkelen voor de lokale en landelijke bestrijding van
infectieziekten.
Samenwerken met lokale uitvoerders van de infectieziektebestrijding en fungeren
als aanspreekpunt voor onder andere de WHO en het ECDC.
Gezondheidsraad
De Gezondheidsraad adviseert de regering over de stand van de wetenschap met
betrekking tot gezondheid en ziekte. Waar het gaat om de bestrijding van
infectieziekten adviseert de Gezondheidsraad over de aanschaf van vaccins of de
verdeling daarvan. Dit gebeurt alleen in de preparatiefase.
Wet Veiligheidsregio’s: Bestrijding op regionaal niveau
De Wet Veiligheidsregio’s (verder: Wvr) is erop gericht een efficiënte en kwalitatief
hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en
crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie tot stand te brengen. Deze
bestuurlijke regie wordt vormgegeven door een veiligheidsregio. De wet geeft aan hoe
de veiligheidsregio bestuurd wordt, wat de taken van het bestuur zijn en wie de
voorzitter is. De burgemeester dan wel de voorzitter van een veiligheidsregio kan de
minister van Veiligheid en Justitie (VenJ) om bijstand vragen, die op zijn beurt andere
veiligheidsregio’s om bijstand kan vragen. Ook kan dit verzoek door de voorzitter
gedaan worden aan de voorzitter van een naastgelegen veiligheidsregio. Bij een crisis
kan de Commissaris van de Koning de burgemeesters in de provincie aanwijzingen
geven over het voor de rampenbestrijding of crisisbeheersing te voeren beleid. In
crisistijd begeleidt het Nationaal Crisiscentrum of het Nationaal Kernteam
Crisiscommunicatie van VenJ (zie blz.11) de betrokken veiligheidsregio’s en gemeenten
bij de crisiscommunicatie.
1
2
Departementaal Handboek Crisisbeheersing VWS
Kwaliteitswet zorginstellingen
Bijlage 2: Toelichting Wet publieke gezondheid
Taak voorzitter van de veiligheidsregio bij infectieziektebestrijding
De voorzitter van de veiligheidsregio is op grond van de Wvr bij een ramp of crisis van
meer dan plaatselijke betekenis of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan bij
uitsluiting van anderen bevoegd tot het toepassen van diverse bevoegdheden uit onder
meer de Wvr, de Gemeentewet en de Politiewet. Hij is op grond van de Wpg tevens
exclusief verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen in het kader van de
bestrijding van een infectieziekte behorend tot de A categorie. De voorzitter van de
veiligheidsregio zit het Regionaal Beleidsteam voor. Het bestuur van de veiligheidsregio
is verantwoordelijk voor de voorbereiding op bovenlokale rampen en crisis, alsmede
voor de voorbereiding op A-ziekten .
Directeur publieke gezondheid
De voorzitter van de veiligheidsregio laat zich over de uitvoering van de maatregelen
ter bestrijding van de infectieziekte-uitbraak adviseren door de directeur publieke
gezondheid (dPG) of een door de dPG aangewezen arts infectieziektebestrijding. De
dPG is directeur van de GGD en de GHOR. Hij is in het openbaar bestuur het gezicht
van de witte kolom en tevens eenduidig aanspreekpunt voor de witte kolom, zowel bij
gezondheidscrises (infectieziekte-uitbraken, blootstelling aan gevaarlijke stoffen), bij
incidenten in de fysieke veiligheidssfeer (zware ongevallen, rampen en crises), als bij
incidenten op het vlak van sociale veiligheid (maatschappelijke onrust).
Door het samenbrengen van de operationele verantwoordelijkheid voor GGD en GHOR
bij de dPG is het bevoegd gezag verzekerd van integrale advisering namens de hele
witte kolom bij grootschalige infectieziekte-uitbraken, waarbij de besturen van
veiligheidsregio en GGD een gedeelde verantwoordelijkheid hebben.
Tijdens een uitbraak van een infectieziekte van de B- of C-groep is de dPG,
verantwoordelijk voor de inhoudelijke advisering van het bevoegd gezag en voor de
uitvoering van de infectieziektebestrijding. Tevens geeft hij in die situatie operationeel
leiding aan de GHOR. De GHOR heeft bij rampen en crises de taak de inzet van de
geneeskundige keten te coördineren en aan te sturen. De dPG is voor VWS, in het
bijzonder voor het CIb, een belangrijke partner in de veiligheidsregio.
Bijlage 3: Advies communicatie ebola
Advies communicatie ebola
Voor communicatieadviseurs van politie, veiligheidsregio’s en gemeenten
Veiligheidsregio’s, gemeenten en politie kunnen te maken krijgen met vragen van journalisten over
(verdenkingen van) ebola in Nederland. Een ongegronde verdenking van ebola kan al voor onrust
zorgen bij omwonenden en omstanders. Met dit advies geven we een handreiking voor de
woordvoering door veiligheidsregio’s, gemeenten en politie. We doen dat aan de hand van een
aantal realistische scenario’s.
Algemeen
Wat is er al aan publieksinformatie?
- website RIVM: http://rivm.nl/Onderwerpen/E/Ebola
- publieksnummer: 0800-0480 (werkdagen tussen 8.00u en 18.00u)
- website Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ebola
- brieven op Schiphol voor passagiers uit door ebola getroffen landen
Regionale instellingen kunnen voor vragen, ook over communicatie, bij hun regionale GGD terecht
De kans dat ebola naar Nederland komt achten we klein, maar niet onmogelijk. Er zijn daarom
procedures afgesproken met de zorgsector over de beschermingsmaatregelen en geïsoleerde
opvang van (mogelijke) patiënten. Patiënten waarbij een serieuze ebola verdenking bestaat (te
beoordelen door een arts) worden opgevangen in een van de acht universitaire medische centra
(UMC) in Nederland (Amsterdam 2x, Leiden, Rotterdam, Utrecht, Nijmegen, Groningen,
Maastricht). Andere ziekenhuizen, huisartsen en GGD’ doen de eerste opvang, maar voeren geen
behandeling uit. Zij moeten direct contact opnemen met de meldkamer om de patiënt met een
speciale ambulance te laten vervoeren naar een UMC. De GGD neemt direct contact op met het
RIVM.
Woordvoering algemeen
Het RIVM doet namens het ministerie van VWS de woordvoering over ebola in Nederland. Bij
serieuze verdenkingen informeert het RIVM de media. Het RIVM doet dat in afstemming met het
ministerie van VWS, GGD GHOR Nederland en het betrokken universitaire medische centrum. In
bijzondere situaties met grote maatschappelijke impact zal de minister van VWS de woordvoering
doen.
RIVM woordvoering
en persvoorlichting
Tijdens kantoortijden
Buiten kantoortijden
(na 17.00 uur)
Telefoon
Email
Harald Wychgel: 06 46424024
Jan Brouwer de Koning:06 15035385
Hella Smit: 06 21546438
030 274 9111
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Standaard geldt:
Blijf afstemmen voor eenduidige communicatie. Verschillen in maatregelen en
communicatie vergroten onrust en verkleint vertrouwen.
VWS en het RIVM monitoren wat er leeft onder pers en publiek en gaan daar snel op in.
We ontkrachten onjuiste informatie en reageer op veel voorkomende geruchten: “klopt,
klopt niet of zoeken we uit”.
Bijlage 3: Advies communicatie ebola
Scenario’s
Scenario 1: Repatriëring naar Nederland
Bij scenario 1 verwachten we geen communicatietaak voor veiligheidsregio’s en politie; wel voor
het RIVM.
a. Scenario repatriëring van Nederlander met ebola
Een Nederlandse hulpverlener of inwoner/expat in een van de door ebola getroffen landen is
(mogelijk) besmet met ebola en wordt gerepatrieerd naar Nederland. Conform het protocol komt
de (mogelijke) patiënt aan op Schiphol en wordt met een speciale ambulance vervoerd naar het
Leids Universitair Medisch Centrum. Eventueel kan een ander universitair medisch centrum worden
aangewezen, bijvoorbeeld als er al meerdere patiënten in het LUMC zijn opgenomen.
Woordvoering
•
Pers verwijzen naar RIVM
b. Scenario repatriëring van internationale hulpverlener met ebola
De Europese Unie vraagt Nederland om een internationale hulpverlener met (mogelijk) ebola op te
vangen, conform de afspraken die we daarover in Europa hebben gemaakt. De (mogelijke) patiënt
komt aan op Schiphol en wordt met een speciale ambulance vervoerd naar het
Calamiteitenhospitaal in Utrecht (naast het Universitair Medisch Centrum Utrecht).
Woordvoering
•
Pers verwijzen naar RIVM
Scenario 2: Ontdekking in Nederland
Bij scenario 2 kunnen veiligheidsregio’s en politie wel betrokken zijn.
a. Scenario nog niet door arts beoordeelde verdenking van ebola in Nederland
Ergens in Nederland ontstaat twijfel over iemand waarbij gedacht wordt aan ebola. Bijvoorbeeld
een man of vrouw die hoest of rilt, waarbij een omstander denkt dat die uit Afrika komt. Er is nog
geen arts om advies gevraagd en de verdenking is niet geuit op basis van een officiële
casusdefinitie.
Woordvoering
•
Verwijs direct naar de woordvoerder van GGD GHOR Nederland.
•
Geef geen informatie over de patiënt of zijn symptomen. Laat dat over aan de GGD.
•
Vanuit de politie een standaard reactie geven: “de politie verleent hulp en ondersteuning bij
een medisch incident, voor nadere details verwijs ik u naar de woordvoerder van GGD GHOR
Nederland.
•
Overleg bij (grote) onrust met de woordvoerder van de burgemeester dan wel voorzitter
veiligheidsregio en de GGD over een gepaste reactie. Hoewel de voorzitter van de
veiligheidsregio officieel zorg draagt voor de uitvoering van de infectieziektenbestrijding bij Aziekten, zullen dit soort individuele situaties over het algemeen onder het gezag van de (lokale)
burgemeester worden aangepakt. Controleer bij twijfel welke burgemeester het gezag voert.
b. Scenario mogelijke verdenking van ebola in Nederland
De GGD, huisarts, ambulanceverpleegkundige of het betrokken ziekenhuis vindt dat er voldoende
aanleiding is om voorzorgsmaatregelen te treffen (beschermende pakken, isolatie patiënt,
schoonmaken ruimtes) en de patiënt over te brengen naar een universitair medisch centrum voor
verder onderzoek.
Woordvoering
•
Veiligheidsregio en politie kunnen betrokken zijn bij ‘openbare orde en veiligheid’ rond de plek
waar de verdenking is geuit. Doe alleen woordvoering over de situatie ter plaatse, maar geef
nooit informatie over de patiënt. Laat woordvoering over de patiënt, (eerdere)
verblijfplaats(en) van de patiënt, deelname aan openbaar vervoer e.d. altijd over aan het
RIVM. Vanuit de politie een standaard reactie geven: “de politie verleent hulp en ondersteuning
bij een medisch incident, voor nadere details verwijs ik u naar de woordvoerder van het RIVM”
Bijlage 3: Advies communicatie ebola
•
•
Geef eventuele informatie die omstanders kwijt willen over de verblijfplaats(en) van de patiënt
door aan de regionale GGD. De GGD stemt af met het RIVM over bron- en contactopsporing.
Overleg bij (grote) onrust met de woordvoerder van de burgemeester dan wel voorzitter
veiligheidsregio en de GGD over een gepaste reactie. Na overleg met de GGD vanuit de politie
een standaard reactie geven: “de politie verleent hulp en ondersteuning bij een medisch
incident, voor nadere details verwijs ik u naar de woordvoerder van GGD GHOR Nederland”
c. Scenario serieuze verdenking van ebola in Nederland
Een arts van het betrokken universitair medisch centrum is van mening dat de mogelijke patiënt
getest moet worden op ebola.
Woordvoering
•
Pers verwijzen naar het RIVM
d. Scenario vaststelling van ebola in Nederland
De testresultaten zijn bekend. De patiënt heeft ebola of niet.
Woordvoering
•
Pers verwijzen naar het RIVM