Groeikansen verzilveren met nieuwe aandeelhouder

INFO
NOVEMBER 2014
Dijle 17 a
BE-2800 MECHELEN
VIJFTIENDE JAARGANG
PERIODIEK TIJDSCHRIFT
www.indaver.be www.indaver.nl www.indaver.com
Sleutel voor afvalbeheer in
de circulaire economie
Innovatieve vergistingsinstallatie
Bio Power Alphen in gebruik
Afvalsignalisatie :
meer veiligheid en duidelijkheid,
minder kosten
Groeikansen verzilveren
met nieuwe aandeelhouder
Afscheid nemen van een trouwe metgezel is
nooit eenvoudig, zeker niet als die onderweg
van grote waarde is gebleken. Maar dat is
wat Indaver vandaag doet met haar
hoofdaandeelhouder DELTA. De wegen van
Indaver en DELTA scheiden zich, nu DELTA
onderzoekt om haar belang van 75 % in ons
bedrijf te verkopen.
Paul De Bruycker - CEO
Indaver en DELTA hebben samen een mooi
parcours gelopen, de voorbije zeven jaar.
Met de volle steun van DELTA en van onze
andere aandeelhouders hebben wij een
stevige positie kunnen opbouwen in het
integrale afvalbeheer voor bedrijven en
overheden.
Zo hebben wij een belangrijke participatie
kunnen nemen in verwerkingsinstallaties
voor industrieel en gevaarlijk afval in
Duitsland. Indaver is daardoor nu het
nummer 2 in Europa voor de thermische
verwerking van dit type afval. In Nederland
zijn de activiteiten van DELTA Milieu
geïntegreerd in Indaver. Met de bouw van
een nieuwe vergistingsinstallatie in
Alphen aan den Rijn wordt de positie van
Indaver in Nederland op het vlak van de
verwerking van bio-organisch afval nog
versterkt. In Ierland werd in Meath de eerste
waste-to-energy installatie van het eiland
gebouwd. In België kwam er een nieuwe
hypergeavanceerde installatie voor de
verwerking van medisch afval. Daarnaast
kon Indaver haar bestaande activiteiten en
installaties continu verbeteren om haar
industriële en publieke klanten nog beter
van dienst te zijn.
uitvalsbasis in verschillende Europese
landen. Zo kunnen we groei absorberen en
snel reageren op nieuwe kansen.
Indaver is dankbaar voor de steun die haar
aandeelhouders al die tijd geboden hebben.
Maar de afvalmarkt is voortdurend in
beweging. De internationale competitie is
sterk. Afvalverwerkende bedrijven wacht
een sleutelrol in de circulaire economie.
Vanuit haar ervaring en expertise kan
Indaver deze circulaire economie
ondersteunen door nieuwe dienstverleningsmodellen voor duurzaam
afvalbeheer te ontwikkelen. Ze is nu al een
leverancier van grondstoffen en energie.
We hebben daarbij een duidelijke strategie
en geografische focus voor ogen en kunnen
sterke businessmodellen voorleggen.
Om onze leidende rol in Europa tegenover
industriële klanten te blijven vervullen
hebben wij een dienstverlening op maat
voor het beheer en de verwerking van
industrieel en gevaarlijk afval. Voor
overheden willen wij voort onze duurzame
dienstverlening aanbieden in België,
Nederland en Ierland en bekijken we de
mogelijkheden om ze uit te breiden in de
andere landen waar we actief zijn.
Wij willen deze nieuwe uitdagingen aangaan
en nog meer internationaal groeien. Om
onze Europese groeikansen te kunnen
verzilveren, hebben wij kapitaal nodig.
Aandeelhouderschap is nooit voor eeuwig.
De aandeelhouders moeten passen bij de
strategie en de marktomstandigheden van
het bedrijf. Een nieuwe aandeelhouder kan
ons meer ruimte bieden om onze
groeistrategie voort te zetten dan dat DELTA
met haar Zeeuwse publieke aandeelhouders
dat kan.
Wij zien dus vol vertrouwen de verkoop van
de aandelen van DELTA in Indaver tegemoet.
Wij hebben ons daar de afgelopen periode
ook goed op kunnen voorbereiden. Wij
hebben nu een managementstructuur en
Indaver wil dit alles blijven doen vanuit een
sterke Vlaamse verankering met behoud van
het kennis- en expertise centrum in
Vlaanderen. Indaver wil overheden en
bedrijven mee helpen in Europa de omslag
te maken naar een circulaire economie.
DELTA en het Indaver-management zijn het
eens dat we het proces zo snel mogelijk
moeten doorlopen. We zijn dan ook al volop
aan de slag en het is de intentie om reeds
rond de jaarwisseling zicht te hebben welke
richting het uitgaat, zodat we in het eerste
kwartaal van 2015 kunnen afronden.
Paul De Bruycker
CEO
INFO
1
Sleutelrol voor afvalbeheer
in de circulaire economie
Als we de planeet leefbaar willen houden, moeten we dringend het roer omgooien, van de huidige lineaire
economie, waarin producten gemaakt en gebruikt worden en dan afval worden, naar een circulaire economie
waarin materialen een eeuwige kringloop vormen. Vanuit haar ervaring en expertise kan Indaver de circulaire
economie ondersteunen.
In 2100 zijn we met 12 miljard op deze
aardbol. De gemiddelde welvaart zal tegen
2030 verdubbeld zijn. Er zullen dan 3 miljard
middenklasseconsumenten meer zijn dan
in 2010. Dit blijft niet zonder gevolgen. Met
de huidige bevolking, welvaart en manier
van produceren en consumeren verbruiken
we nu al de helft meer dan de aarde kan
opleveren. De vraag naar energie is de
afgelopen 40 jaar verdubbeld. De afvalberg
groeit en luchtvervuiling verstikt de
steden. Grondstoffen – ruggengraat van de
economie – worden schaarser. De industrie
moet verduurzamen en vergroenen, zodat
ze minder afhankelijk is van schommelende
grondstofprijzen en van de onvoorspelbare
geopolitieke agenda.
Levensduur verlengen
Teruggewonnen
materialen voor recycling
in eigen installaties 2013
"Tijd om het roer drastisch om te gooien,"
zegt Paul De Bruycker, CEO van Indaver,
"door over te schakelen van de huidige
lineaire economie, waarin grondstoffen
eenmalig gebruikt worden om producten te
vervaardigen die na gebruik eindigen bij het
afval, naar een circulaire economie. In de
circulaire economie worden alle materialen
die ingezet worden voor productie gerecycled
en opnieuw in de productieketen gebracht.
Ieder product heeft een levensduur. Je
kan die levensduur verlengen, door het
product duurzamer te ontwerpen, door het
in zijn geheel of door onderdelen ervan te
hergebruiken. En als dat niet meer kan er
grondstoffen uit te winnen voor gelijkaardige
of andere producten."
Europa zet nu al in op de recycling society.
Uit producten moeten zoveel mogelijk
materialen teruggewonnen worden om
opnieuw toegepast te worden. Alleen,
recyclen is niet per definitie gelijk aan
duurzaamheid. Materialen uit recycling
kunnen opnieuw nuttig worden ingezet, maar
recycling levert vaak grondstoffen op die van
mindere kwaliteit zijn dan de oorspronkelijke
en die dus niet voor hetzelfde doel kunnen
worden ingezet. Bovendien vreet dit proces
veel energie en vergt het veel logistiek.
In de circulaire economie daarentegen ligt de
klemtoon op duurzaamheid door toegevoegde
2
INFO
waarde. Materialen die uit afvalstromen
worden gewonnen, kunnen opnieuw ingezet
worden als een hoogwaardige grondstof,
voor hun oorspronkelijke doel, maar ook
om nieuwe producten te maken, zodat
geen nieuwe grondstoffen moeten worden
aangeboord.
Nieuwe vormen van
samenwerking
Dit vergt een hele ommezwaai in de manier
van produceren en consumeren. Er zijn
efficiëntere productieprocessen nodig, nieuwe
businessmodellen en andere vormen van
dienstverlening. Zo kunnen consumenten
producten gebruiken zonder er zelf eigenaar
van te zijn of kunnen ze een dienst kopen in
plaats van een product. Er zijn ook nieuwe
modellen van samenwerking nodig tussen
ontwerpers, producenten en afvalverwerkers.
Bedrijven zoals Indaver hebben dus een
sleutelrol te spelen in de circulaire economie,
want afval is een bron van nieuwe materialen
en energie.
Paul De Bruycker: "Vanuit haar ervaring
en expertise kan Indaver de circulaire
economie ondersteunen door nieuwe
dienstverleningsmodellen voor duurzaam
afvalbeheer te ontwikkelen. Haar rol
is al ingrijpend veranderd. Ze is nu al
een leverancier van grondstoffen en
energie, die ze terugwint uit de diverse
afvalstromen die ze beheert voor bedrijven
en overheden. Met haar sorteer-, zuiveringsen recyclinginstallaties wint ze materialen
terug uit selectief ingezameld afval voor
nuttige toepassing of recycling. Via de
geavanceerde asbehandeling haalt ze uit de
bodemassen van de thermische verwerking
van afval eindproducten voor de bouw en de
metaalindustrie."
"Ze wil hierin nog verder gaan. Via molecule
management wil ze afvalstoffen ontleden
tot op de oorspronkelijke componenten
en die terugwinnen. Op die manier kan ze
aan de industrie hoogwaardige materialen
leveren, die nieuwe en schaarse grondstoffen
in processen kunnen vervangen en die in
kwaliteit niet te onderscheiden zijn van het
oorspronkelijke product."
Indaver zoekt ook voortdurend nieuwe
manieren om de energie die ze terugwint
te gebruiken. Haar hoogtechnologische
verbrandingsinstallaties zijn energiecentrales,
die uit de warmte die vrijkomt bij de
verbranding van afval dat geen andere
toepassing kan krijgen, stoom en elektriciteit
produceren.
Die stoom kan dienen voor netwerken
voor stadsverwarming en voor industriële
warmteclusters, die Indaver wil uitbreiden
zodat meer gezinnen en bedrijven kunnen
genieten van een flexibele en competitieve
energievoorziening, met een veel lagere
CO2-uitstoot.
Voortrekkersrol
Paul De Bruycker: "Als verwerker van bioorganisch en groenafval kan Indaver ook
een rol spelen in de biobased economy,
die draait rond het gebruik van organische
stromen in de economie. Er is in Vlaanderen
een grootschalige chemische industrie
om die grondstoffen te verwerken tot een
nieuwe generatie plastics, kunststoffen,
geneesmiddelen of chemicaliën. Door slimme
clustervorming kan de Deltaregio, waar het
zwaartepunt van de activiteiten van Indaver
ligt, een voortrekkersrol spelen."
Er zijn twee kringlopen van materialen:
een biologische kringloop, waarin reststoffen
na gebruik terug naar de natuur gaan, en een
technische kringloop, waarbij producten zo
gemaakt zijn dat ze kwalitatief hoogwaardig
opnieuw kunnen gebruikt worden. Indaver
kan er via haar activiteiten aan bijdragen
dat die kringlopen zuiver worden gehouden,
ook door gevaarlijke stoffen uit het afval te
verwijderen, te vernietigen of er een veilige
oplossing voor te vinden.
De cirkel is gesloten als zoveel mogelijk
onderdelen en grondstoffen valoriseerbaar
zijn en de gevaarlijke stoffen veilig worden
opgeslagen op deponies. Elke schakel in de
keten zorgt ervoor dat de cirkel kan worden
rond gemaakt. Indaver is zo een essentiële
schakel in de circulaire economie.
Indaver gaat voor dubbele winst:
voor bedrijf en samenleving
Maatschappelijk verantwoord ondernemen is voor Indaver geen holle frase. Het zit geïntegreerd in haar
strategie en organisatie. Dat blijkt ieder jaar uit haar Duurzaamheidsrapportering, waarin ze verslag uitbrengt
van haar resultaten en de impact van haar activiteiten op mens en milieu.
Duurzaamheid
op bestelling
Wie informatie zoekt over de prestaties
van Indaver op het vlak van
maatschappelijk verantwoord
ondernemen, hoeft geen vuistdik
rapport te doorploegen. Sinds 2013 staat
de Duurzaamheidsrapportering van
Indaver volledig online. Via een handige
navigatie, opgebouwd volgens de
principes van maatschappelijk
verantwoord ondernemen –
economische prestaties (prosperity),
kwaliteitsvolle dienstverlening
(products/processes), respect voor mens
(people) en milieu (planet) –, kan de
bezoeker de website doorlopen en
pagina’s toevoegen aan een eigen
selectie, die vervolgens te downloaden
zijn in PDF-vorm. Bezoekers kunnen ook
direct naar ‘Mijn Verslag’ surfen en via
een geleide zoekmodule een rapport op
maat samenstellen.
Aan de hand van trefwoorden kunnen ze
dus alleen die informatie selecteren die
ze nodig hebben.
Ze kunnen die zoekfilters inperken
of uitbreiden om alleen de selectie
te behouden die ze nodig hebben.
De Duurzaamheidsrapportering van
Indaver is te vinden op
www.sustainabilityreport.indaver.com/,
in het Nederlands, Engels en Frans.
Duurzaamheid nastreven is niet altijd
gemakkelijk. In economisch slechte tijden is
de aandacht voor milieu en duurzaamheid
vaak het eerste slachtoffer. Indaver gaat
haar maatschappelijke verantwoordelijkheid
echter niet uit de weg, ook niet als het
moeilijker gaat.
Indaver moet groeien om levensvatbaar te
blijven op de competitieve internationale
afvalmarkt. Ze is dus resultaatgericht. Profit
is belangrijk. Maar voor Indaver is resultaat
niet louter te vatten in de tabellen en cijfers
van de financiële groei die ze behaalt met
een kostenefficiënte en kwaliteitsvolle
dienstverlening voor haar industriële en
overheidsklanten. Indaver wil ook winst voor
de samenleving, prosperity dus, door oog te
hebben voor people (mensen) en planet (het
milieu).
Onze activiteiten moeten steeds voldoen aan
drie aspecten van duurzaamheid: sociaalmaatschappelijk, ecologisch en economisch.
Deze aspecten beïnvloeden elkaar, vullen
elkaar aan, komen soms met elkaar in
conflict. Indaver toetst ze regelmatig om te
zien of ze nog in evenwicht zijn.
Indaver gaat daarvoor ook het gesprek aan
met haar stakeholders. Transparantie over
haar activiteiten is een onderdeel van haar
corporate social responsibility-beleid. Ze
voert in alle openheid de dialoog met haar
aandeelhouders, werknemers, leveranciers,
klanten, buren en milieuverenigingen.
De jaarlijkse Duurzaamheidsrapportering
is het sluitstuk van die dialoog. In deze
rapportering brengen we niet alleen verslag
uit van onze financiële resultaten, maar
ook van de impact van onze activiteiten op
mens en milieu. Uit deze gegevens blijkt
duidelijk dat duurzaamheid gedragen wordt
door het hele bedrijf en geïntegreerd is in de
bedrijfsstrategie.
Dat blijkt ook uit het feit dat Indaver in
augustus 2014 opnieuw goud behaalde in
de Ecovadis CSR-beoordeling, die wordt
beschouwd als de ‘ISO-certificering voor
Corporate Social Responsibility’.
Bedrijven gebruiken deze beoordeling
om hun leveranciers te evalueren op het
vlak van maatschappelijk verantwoord en
duurzaam ondernemen.
Er zijn 4 belangrijke evaluatiecriteria: milieu,
mensenrechten en arbeidsactiviteiten,
eerlijke bedrijfspraktijken en duurzaam
aankoopbeleid.
Indaver bekijkt nu de aanbevelingen van de
Ecovadis-commissie om het in de toekomst
nog beter te doen.
Dankzij de gouden plak met ‘Advanced CSR
Engagement’ staat Indaver nu in de top 10 %
wereldwijd op het vlak van CSR-prestaties.
Op het vlak van ‘Milieu’ scoort Indaver
zelfs bij de top 4 % binnen de categorie
‘Afvalbeheer’ wereldwijd.
Contact
Jos Artois
Corporate Communications Manager Indaver
[email protected]
Duurzaamheidsrapport 2013:
terugwinning energie rode draad
Indaver levert duurzame
afvalbeheersdiensten aan overheden en
bedrijven voor hun industrieel en
gevaarlijk afval, huishoudelijk en
vergelijkbaar bedrijfsafval en bioorganisch afval. Afval is voor Indaver een
grondstof, die in haar installaties energie
wordt.
Indaver zoekt voortdurend nieuwe
manieren om de energie die ze terugwint,
waaronder de stoom uit verwerking, af te
zetten. Europa wil dat tegen 2020 de
uitstoot van broeikasgassen met 20 %
verminderd is tegenover 1990. Het
energieverbruik moet met 20 % dalen en
20 % van de energie moet duurzaam zijn.
Indaver draagt met haar waste-to-energy
strategie haar steentje bij tot dit Europese
klimaatbeleid.
Zo zijn de verbrandingsinstallaties van
Indaver echte energiecentrales. Niet alleen
proberen wij voor die installaties zo weinig
mogelijk primaire fossiele energiebronnen
te gebruiken, we zetten ook zoveel
mogelijk afval om in energie. Die energie
gebruiken we voor onze eigen installaties
en gebouwen of leveren we aan gezinnen
en buurbedrijven. Uit de
Duurzaamheidsrapportering voor 2013
blijkt dat onze installaties in België,
Duitsland en Ierland samen voldoende
energie produceren om 240 000 gezinnen
van stroom te voorzien.
Indaver gebruikt de energie die ze
terugwint niet alleen voor haar eigen
gebouwen en installaties, maar ze levert ze
ook aan het elektriciteitsnet. In 2013, zo
blijkt uit de rapportering, draaide de
nieuwe waste-to-energy installatie in
Meath voor het eerst als volledig geteste
en goedgekeurde elektriciteitsleverancier
op het Ierse elektriciteitsnet. De vestiging
Doel kreeg in 2012 een nieuwe turbine om
elektriciteit te produceren. Die werd in
2013 operationeel.
Bio-organisch afval heeft ook een groot
potentieel voor groene energiewinning.
Wij recyclen bio-organisch afval onder
andere tot biomassa. Die wordt ingezet als
brandstof in energiecentrales. De
vergisting van bio-organisch afval levert
biogas op dat kan worden omgezet in
warmte of elektriciteit. Ook het stortafval
op onze deponieën is een radertje in onze
waste-to-energy keten; daaraan
onttrekken we methaan waarmee we
energie kunnen opwekken.
We zoeken voortdurend nieuwe manieren
om de energie die we terugwinnen te
gebruiken. Onze stoom kan dienen voor
netwerken voor stadsverwarming en voor
industriële warmteclusters. We willen die
uitbreiden zodat meer gezinnen en
bedrijven kunnen genieten van een
flexibele en competitieve
energievoorziening, met een veel lagere
CO2-uitstoot. Indaver werkt daarvoor
diverse projecten uit en onderzoekt deze
op hun haalbaarheid, zoals blijkt uit de
Duurzaamheidsrapportering. Andere
projecten worden al uitgevoerd. In
Antwerpen hebben we een energiecluster
rond onze vestiging daar, waarbij Indaver
restwarmte en elektriciteit levert aan
Amoras, het ontwateringsproject van de
Antwerpse haven.
INFO
3
Scheiden van GFT-afval loont!
Een jaar nadat de eerste paal werd geslagen, is op 9 juli de innovatieve vergistingsinstallatie van Indaver, Bio Power
in het Nederlandse Alphen aan den Rijn, in gebruik genomen. De officiële opening van Indaver Bio Power staat
gepland voor april 2015.
Peter Louwman (links), directeur van Indaver in Nederland,
Willem Jan Stegeman (rechts), wethouder Duurzaamheid en
Milieu van de gemeente Alphen aan den Rijn
Hoewel de officiële opening nog even op zich
laat wachten, ging er aan de ingebruikname
toch een kort feestelijk moment vooraf.
Peter Louwman, directeur Indaver in
Nederland, en de wethouder Duurzaamheid
en Milieu van Alphen aan den Rijn,
Willem Jan Stegeman, voerden beiden het
woord. Zij benadrukten in hun toespraken
beiden de noodzaak om zoveel mogelijk
grondstoffen uit afval te halen.
Nuttige producten
De gemeente Alphen aan den Rijn probeert
waar mogelijk duurzaam om te gaan met het
milieu en de omgeving. Ook wat betreft
het energiegebruik en in de toepassing
van afvalstoffen zoekt de gemeente naar
duurzame oplossingen.
Materiaalkringlopen sluiten
Daarnaast produceert EcoFuels
vloeibare CO2 onder andere voor de
glastuinbouw en de reinigingsindustrie
(CO2-stralen).
Bio Power Alphen
viert in april 2015
de officiële opening
grondstoffen terugwinnen en tegelijkertijd
energie opwekken uit afval," licht
Peter Louwman toe. “Bio Power Alphen
levert een grote bijdrage aan deze ambitie
en benut de energetische waarde van het
GFT-afval volledig. Ons streven is om waar
mogelijk materiaalkringlopen te sluiten.
Deze innovatieve vergister levert echt een
bijdrage aan een duurzamer milieu.’’
INFO
Eerder al investeerde Indaver in
samenwerking met Laarakker
Groenteverwerker in een vergister op
het bedrijfsterrein van Laarakker in Well
(Limburg) in Nederland.
Deze vergister – EcoFuels genaamd –
richt zich volledig op het vergisten van
organische reststromen van de voedingsen genotsmiddelenindustrie.
EcoFuels levert jaarlijks voldoende groen
aardgas op voor 1 600 huishoudens en
groene stroom voor 6 500 huishoudens
in de omgeving.
Indaver investeerde 16 miljoen euro in
Bio Power Alphen. Capaciteit van de
installatie bedraagt 75 000 ton GFT-afval.
Door dit afval te laten vergisten ontstaat
groen gas, goed voor het verbruik van
3 000 huishoudens. Daarnaast produceert
Bio Power Alphen vloeibare CO2 en uiteraard
compost. “Indaver wil steeds meer
4
EcoFuels vergist voor de
voedingsindustrie
Willem Jan Stegeman: “Wij juichen het
initiatief van Indaver toe. Deze vergister
maakt immers van organische afvalstromen
nuttige producten. Dit sluit aan bij de doelen
van de gemeente om duurzamer te worden.
Bovendien is Bio Power Alphen een duidelijk
bewijs dat er echt iets gedaan wordt met
gescheiden ingezameld GFT-afval en dat
inspanningen van inwoners en de
reinigingsdienst op dit vlak dus lonen.”
Contact
Femke Mackenzie
Manager Marketing MSW & Biomassa
Indaver in Nederland
[email protected]
NTA 8080-certificaat onderbouwt
duurzaam afvalbeheerstrategie
Nog voordat de innovatieve vergistingsinstallatie Bio Power Alphen officieel in gebruik werd genomen, mocht Manager
Operations Organics (voor Indaver in Nederland) Gerrit Reewinkel het NTA 8080-certificaat voor duurzame biomassa
in ontvangst nemen. Met dit certificaat toont Indaver aan dat bij Bio Power Alphen de biomassaketen – van herkomst
en inname tot verwerking – op de meest duurzame wijze verloopt.
Cor van Ommeren, directeur van
QS Certification BV (links) overhandigt
NTA 8080 certificaat aan Gerrit Reewinkel (rechts)
Biomassa (organisch (rest)materiaal) levert
groene energie op aangezien deze energie
vrijkomt zonder gebruik van fossiele
grondstoffen. Biomassa wordt echter niet altijd
duurzaam toegepast. Indien voedselgewassen
als maïs, suikerriet, koolzaad of palmolie
gebruikt worden voor energieopwekking,
heeft dit negatieve gevolgen voor onder meer
de voedselproductie, biodiversiteit en het
grondgebruik.
Bij Bio Power Alphen is biomassa
altijd duurzaam
Indaver heeft als missie ‘toonaangevend in
duurzaam afvalbeheer’. Die missie draagt zij ook
uit waar het biomassa betreft. De innovatieve
vergistingsinstallatie Bio Power Alphen, die in
juli van dit jaar in gebruik is genomen, werkt
op duurzame biomassa. Speciaal voor deze
vergistingsinstallatie heeft Indaver het
NTA 8080-certificaat aangevraagd. Indaver
beoogt daarmee ‘open in woord en daad’ te zijn,
een van haar kernwaarden. Na een intensieve
auditperiode heeft Indaver op 20 juni het
certificaat ontvangen.
Duurzaam verwerkt en
geproduceerd
“Voor gemeenten die hun groente-, fruit- en
tuinafval (GFT-afval) naar Bio Power brengen,
garandeert het NTA 8080-certificaat dat wij de
aanvoer op de meest duurzame wijze verwerken.
En dat geldt ook voor de afnemers van onze
producten – groen gas, compost en vloeibare
CO2; zij weten dat ze een honderd procent
duurzaam geproduceerd product krijgen.’’
Aan het woord is Joop Suurmeijer, Business
Developer bij Indaver. “Voor het GFT-afval is
de combinatie van vergisten en composteren
de meest hoogwaardige verwerkingsmethode,
daar is iedereen het over eens. Dat deel van de
certificering was niet zo ingewikkeld. Anders
ligt het voor agrarische reststromen of restanten
afkomstig van de voedingsmiddelenindustrie.
Daar is maatwerk voor nodig.’’
Altijd vooraf analyseren
Vooralsnog verwerkt Bio Power Alphen
GFT-afval voornamelijk afkomstig van
Zuid-Hollandse gemeenten, jaarlijks zo’n
75 000 ton. De vergunning en nu ook de
certificering voorzien in het toepassen van
organische reststromen uit andere bronnen.
Suurmeijer: “Wij zullen conform het certificaat
bij elke aanbieding vooraf analyseren of
vergisten en composteren de meest duurzame
verwerkingsmethode is. Als blijkt dat elders een
duurzamere verwerking mogelijk is, dan zijn we
genoodzaakt om de aanvraag te weigeren. Dat is
de keerzijde van dit certificaat. Het toont wel aan
dat Indaver duurzaam afvalbeheer altijd serieus
neemt en er naar handelt.’’
Nederlands Technische
Afspraak 8080
NTA 8080 is de internationale norm met
duurzaamheidscriteria voor vaste,
vloeibare en gasvormige biomassa. Een
werkgroep van marktpartijen, overheid
en maatschappelijke organisaties, onder
begeleiding van Het Nederlands
Normalisatie-instituut (NEN), heeft deze
criteria vastgesteld. Zij sluiten aan op de
wettelijke eisen van de Europese
Renewable Energy Directive (RED).
Nederland heeft als eerste lidstaat
dergelijke duurzaamheidsregels
bepaald. Meer informatie is te vinden op
www.duurzame-biomassa.org.
In 2011 heeft Indaver als een van de
eerste Nederlandse bedrijven het
NTA 8080-certificaat behaald voor houtachtige biomassa op de vijf locaties van
Indaver Groencompost.
Het NTA 8080-certificaat voor Bio Power
Alphen staat hier los van.
Contact
Joop Suurmeijer
Senior Commercial Project developer MSW
& Biomassa voor Indaver in Nederland
[email protected]
Succesvolle deelname Indaver
aan Industrial Processing beurs
Indaver ziet mogelijkheden om zich nog beter te profileren als dé volwaardige partner in het duurzaam
verwerken van organische reststromen van de voedingsindustrie. Immers, Indaver levert hoogwaardig
technologisch maatwerk om het organische afval zo optimaal mogelijk te verwerken.
Daarom heeft zij deelgenomen aan de grootste
vakbeurs in de Benelux voor de natte en droge
procesindustrie, de Industrial Processing. Deze
beurs werd gehouden van 30 september tot en
met 3 oktober in de Jaarbeurshallen in Utrecht,
Nederland. Tegelijkertijd vond de vakbeurs voor
de verpakkingsindustrie – Macropak – plaats.
Eerste afspraken
“Vanuit beide beurzen verwachtten we
interessante leads te halen," zegt Marcel
Coenen. Als senior account manager was hij
alle beursdagen aanwezig. “Onze eerste insteek
was de genots- en voedingsindustrie, maar we
waren zeker ook geïnteresseerd in de agrarische
industrie.’’ Die verwachting is uitgekomen
en inmiddels heeft Marcel Coenen met zijn
collega’s de eerste afspraken uit de contacten
van de beurs gepland. Die betreffen onder meer
een producent in plantaardige oliën en een
kaasproducent.
Buiten gebaande paden
Door voor een vakbeurs te kiezen waar een
aantal van haar doelgroepen bijeenkomt en
waar veel bezoekers op beslissingsniveau
opereren, profileert Indaver zich nadrukkelijk
op een andere wijze. Marcel Coenen: “We
vallen niet onder de procesindustrie, onze
werkwijze is wel hoogwaardig technologisch
waarbij we gebruikmaken van organische,
chemische en fysische processen. We spreken
dus in veel gevallen dezelfde taal.’’
Primaire aanbieder
De prominente aanwezigheid tijdens de
Industrial Processing heeft alles te maken met
het feit dat Marcel Coenen graag direct met zijn
opdrachtgevers overlegt. “We hebben vaak
te maken met tussenpersonen die alleen een
margebelang hebben. Wij willen kwaliteit
leveren aan de hand van een passende
oplossing, ook wat betreft duurzaamheid en
maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Wat die oplossing is, kun je alleen achterhalen
als je rechtstreeks met de juiste persoon in
gesprek bent.’’
Kringloop sluiten
In dat gesprek kan Marcel Coenen ook het
streven van Indaver, om kringlopen te sluiten,
toelichten. “Met name de voedingsindustrie
heeft vaak een hoge standaard op het gebied
van duurzaamheid, hergebruik en recycling
en het terugdringen van CO2-uitstoot. Indaver
sluit daar perfect op aan en de Industrial
Processing blijkt een goede plaats te zijn
om dat uit te dragen.’’ De drie dagen werden
positief geëvalueerd; de resultaten smaken naar
meer.
Contact
Marcel Coenen
Senior Accountmanager MSW & Biomassa
voor Indaver in Nederland
[email protected]
INFO
5
Indaver Impex viert haar 25-jarig jubileum
In september 2014 was het exact 25 jaar geleden dat ‘de Jonge Impex B.V.’ werd opgericht. Impex is vandaag de
expert in mobiele slibontwatering binnen de Industrial Waste Services (IWS)-tak van Indaver. Op structurele of
projectbasis ontwatert Impex slibstromen op de terreinen van voornamelijk industriële Total Waste Management
(TWM)-klanten zoals DuPont, 3M, Sabic en Oleon, zodat enkel nog slibkoek overblijft. Dit reduceert het volume voor
transport en dus ook de kosten voor de klant.
eenheden en de labotesten waarbij de
slibkoek gescheiden wordt van de
waterfractie. Welke impact innovatieve
slibontwatering heeft en wat daarin de rol
is van Indaver Impex, werd toegelicht door
klant CeDo en leverancier Nijhuis Industries
aan zo’n 150 genodigden.
Als kers op de taart kregen de genodigden
in primeur de Indaver Impex bedrijfsfilm te
zien. Een cinematografische weergave van
een mobiele unitopstelling in enkele
seconden – iets wat in werkelijkheid een dag
duurt – is slechts een van de leuke speciale
effecten. U kunt de film binnenkort zelf
ontdekken; we houden u op de hoogte!
Jack Braspenning
Het zilveren jubileum is een mijlpaal die
niet onopgemerkt voorbij mocht gaan.
Klanten en leveranciers van Indaver Impex
werden uitgenodigd voor een informatieen netwerkmoment op 26 september op
de hoofdvestiging in het Nederlandse
’s Gravenpolder.
Via een ‘reis door de tijd’-tentoonstelling,
een rondleiding op het terrein en live
demonstraties werden de geheimen van
slibontwatering ontsluierd.
De bezoekers kregen onder meer een blik
op de meest innovatieve installaties,
het uitgeruste wagenpark met de mobiele
Contact
Jack Braspenning
Manager Indaver Impex,
[email protected]
Materialen en energie
uit waste-to-energy:
Indaver deelt knowhow
Duurzame, zekere en betaalbare energie: het is een van de hete hangijzers van deze eeuw. Maar er zijn lokale
antwoorden, zo bleek op het 7de Congres van de Confederation of European Waste-to-energy plants (CEWEP).
Zoals de rooster- en wervelbedovens, met asbehandeling, van Indaver in Doel. Ze deelde haar expertise op dit
vlak met de andere deelnemers.
Het 7de congres van CEWEP, de
overkoepelende vereniging van eigenaars en
exploitanten van waste-to-energy installaties
in Europa, vond plaats in Brussel op 24 en
25 september. De deelnemers gingen ook op
bedrijfsbezoek bij Indaver in Doel.
Daar kregen ze een blik achter de schermen
van de rooster- en wervelbedovens en van
de nageschakelde asbehandelingsinstallatie.
De bedoeling van het bezoek was duidelijk
maken hoe de titel van het congres ‘Lokale
energie uit lokale afvalstoffen: betaalbaar,
zeker en duurzaam’, er in de praktijk kan
uit zien.
Indaver probeert elke joule en elke gram aan
energie en materialen terug te winnen uit
afval, en ze doet dat in Doel.
De energie die er wordt opgewekt via het
verbrandingsproces kan 170 000 gezinnen
voorzien van elektriciteit. Bovendien
heeft Indaver er een toonaangevende
asbehandelingsinstallatie die secundaire
grondstoffen oplevert met een hoge
zuiverheid voor de bouw en de
metaalindustrie.
6
INFO
Iedereen heeft nu de mond vol van de
behoefte om materialen terug te winnen maar
Indaver is al sinds 2000 toonaangevend wat
de recuperatie van materialen uit de natte
asbehandeling betreft. Ze deelt haar ervaring
op dit vlak ook, zoals op dit congres. Andres
Van Brecht, innovatie-ingenieur bij Indaver,
lichtte er de asbehandeling in Doel toe.
De voorbije veertien jaar heeft Indaver
meer dan drie miljoen ton bodemassen uit
de rooster- en wervelbedovens verwerkt.
Wat de asbehandelingsinstallatie in Doel
zo bijzonder maakt is dat ze een nat
scheidingsproces gebruikt. De bodemassen
worden gewassen en gezeefd. Door de natte
wassing zijn de ferro- en non-ferrometalen
die worden afgescheiden, om nadien door
de metaalindustrie als secundaire grondstof
te worden gebruikt, zuiverder en van hoge
kwaliteit.
Uit het waswater wordt zand teruggewonnen.
Deze fractie kent onder andere nuttige
toepassingen tijdens de eindafdek van
stortplaatsen. Tot slot worden ook granulaten
terug gewonnen, die als bouwstof kunnen
worden ingezet.
Zo werkt Indaver mee aan een samenleving
waarin materialen een duurzame kringloop
vormen, want ze vermijdt dat kostbare
primaire grondstoffen moeten worden
gedolven voor dezelfde doeleinden.
Indaver wil dit asbehandelingsproces nog
verbeteren. Ze doet dit door de ferro- en
non-ferro-terugwinning te optimaliseren.
Daarnaast levert ze inspanningen om de
minerale fracties zodanig af te scheiden en
de kwaliteit ervan te verbeteren dat ze in
weinig te onderscheiden zijn van primaire
grondstoffen: de kringloop sluiten.
Contact
Andres Van Brecht
Innovation Engineer Indaver
[email protected]
Wilfried van Winden,
Indaver Site Coordinator Waste
Grootschalig signalisatieproject Aspen
draagt bij tot duurzaam afvalbeheer
In het Nederlandse Oss produceert het internationale farmabedrijf Aspen actieve grondstoffen voor de productie van
geneesmiddelen. Indaver heeft een langdurig Total Waste Management (TWM)-partnership met Aspen, waarin een
duurzaam en kostenefficiënt afvalbeheer centraal staat. Een goed georganiseerde inzameling op de vestiging, veilig
transport, full compliance verwerkingsoplossingen, de volledige administratieve ontzorging en het streven naar continue verbetering op al deze vlakken, maken daar deel van uit. Hoe ook afvalsignalisatie bijdraagt tot meer veiligheid,
een goede sortering en kostenbesparingen blijkt uit een gesprek met Frank van Zonsbeek, Senior Specialist EHS &
Waste Aspen, en Wilfried van Winden, Indaver Site Coordinator Waste.
Het Waste
Management
klinkt als een klok.
Correcte en
herkenbare labeling
zorgt voor conformiteit tijdens
transport en aanlevering.
Afvalsignalisatie draagt bij
tot
veiligheid, duidelijkheid
en kostenbesparing.
“Aspen produceert als farmaproducent
onder andere farmaceutische en chemische
gevaarlijke afvalstoffen. Als zodanig is
er de verplichting om op elke reguliere
verpakte afvalstof een etiket aan te
brengen met de juiste informatie over de
gevaarseigenschappen (ADR-symbolen).
Daarnaast bevordert een goede etikettering
ook het goed scheiden van afval. Een
uniforme en herkenbare opdruk in dezelfde
look & feel zorgt ervoor dat iedereen
op de Aspen-vestiging bekend is met de
gevaarseigenschappen van de afvalstoffen.”
Het grootschalige signalisatieproject dat
Indaver uitwerkte voor Aspen verloopt in
vijf fases. “Een grondige studie en intens
overleg resulteerden in een overzicht
van de te bestickeren afvalstromen en de
plaats waar ze vrijkomen. Bezoeken aan
de locatie toonden of en waar er fysiek
ruimte was voor signalisatie. Voor fase
een en twee was de nood het hoogst; het
ging namelijk om de correcte labeling
van het verpakte afval (emballage van
zo’n 180 diverse afvalstromen met tot vier
verschillende gevaarssymbolen per etiket)
en de inzamelmiddelen (rolcontainers,
draadkarren). Daarna, in fase drie, werden
zo’n 100 afvalophaallocaties in kaart
gebracht en van signalisatieborden voorzien.
Deze borden en de met belijning afgebakende
zones geven visueel duidelijk aan waar de
inzamelpunten zich bevinden. Zo is het
voor elke Aspen-medewerker en voor de
ophaler helder waar het afval naartoe moet
en zijn zwervende rolcontainers verleden
tijd. Ook op het vlak van veiligheid is dit een
belangrijke verbetering: de vaste plaats van
de inzamelmiddelen bevordert een vlotte
doorgang, zeker bij werkzaamheden of voor
de brandweer.”
“Fase vier was de kers op de taart in het
hele signalisatieproject: een hypermoderne
labeling in het nagelnieuwe containerpark.
Aspen investeerde in een volledig
geasfalteerd en afgesloten containerpark aan
de rand van haar vestiging.
Grote vrachtwagens dienen niet langer de
terreinen op te rijden, wat veiliger is. Op
het containerpark is de standplaats van
de containers uitgerust met loopbanen,
zodat de container steeds op dezelfde plaats
staat. Indaver investeerde in imposante
T-constructieborden op palen boven de
gesloten schuifdakcontainers. Omdat de
containers zowel langs boven als langs
achteren geladen kunnen worden, is de
signalisatie ook langs twee zijden leesbaar.
Het belangrijkste voordeel van een dergelijk
systeem is dat het bord niet langer gewisseld
moet worden of verloren geraakt tijdens het
transport. De laatste en vijfde fase omvat
duidelijke scheidingsregels aan de bron:
de labeling van de prullenbakken in de
kantoren.”
“De belangrijkste uitdaging van dit
signalisatieproject was de omvang, zowel
wat aantal stromen als wat type inzamelmiddelen betreft. Hoewel het veel tijd
vroeg van zowel Aspen als Indaver, was dit
eenmalig en bespaart Aspen zo’n 12 000 EUR
per jaar met deze signalisatie. Het volledige
project is het resultaat van jaren constructief
en transparant samenwerken binnen het
lange-termijnpartnerschap tussen Aspen
en Indaver. Meer nog, het hele waste
management klinkt als een klok.”
Indaver investeerde tot nu toe zo’n
25 000 EUR in het hele project. “Hoewel
het uitrollen van een dergelijk project
en de eenmalige omschakeling heel wat
inspanningen vragen, weegt de impact op
veiligheid en duidelijkheid door. Aspen
is zeker dat er geen overtredingen tijdens
het transport kunnen voorvallen en dat
al haar afval conform de wetgeving
wordt aangeleverd: netjes, met duidelijke,
herkenbare etikettering. Hoewel het
project ten einde loopt, blijft de focus op
het continu verbeteren van het duurzaam
afvalbeheer voor Aspen. De manier waarop
de afvalsignalisatie is aangepakt, is trouwens
niet onopgemerkt gebleven. Tijdens
diverse audits en een bezoek van corporate
vertegenwoordigers van het hoofdkantoor
Aspen (Zuid-Afrika) kon de professionele en
uniforme signalisatie op veel goedkeuring
rekenen.”
Contact
Kirsten Van de Sompel
Key Accountmanager Indaver
[email protected]
Farmareus MSD
opgesplitst
MSD verkocht in 2013 een van haar
productieonderdelen, Active
Pharmaceutical Ingredients (API) in Oss,
aan het Zuid-Afrikaanse geneesmiddelenbedrijf Aspen. Aspen heeft de
API-productiefaciliteit, inclusief alle
ongeveer 960 medewerkers en een
aantal generieke producten,
overgenomen.
MSD blijft actief in Oss met twee grote
productieafdelingen, Pharmaceutical
Operations en Biotech Operations.
MSD sloot haar Research & Development
tak (ontwikkelingscentrum) in Oss.
De gebouwen zijn overgegaan naar het
Pivot park (lifescience). MSD en Aspen
werken nauw samen, immers MSD is
klant bij Aspen voor actieve
farmaceutische grondstoffen.
INFO
7
Indaver licht visie 'kostenefficiënt
en duurzaam vervoer van afval' toe
op VIB-event
Alain Konings
Director Sales IWS België
Tijdens de jaarlijkse hoogmis van de
Vereniging voor Inkoop en Bedrijfslogistiek
(VIB) vlak voor de zomer trad Indaver – in de
gedaante van Alain Konings, Director Sales
IWS België – aan als gastspreker, naast onder
anderen Michael Braungart (Cradle-to-Cradle)
en Wouter De Geest (BASF). De Dag van
Inkoop en Logistiek is een event in Antwerpen
Expo, waarbij zo’n 200-tal aankopers en
logistieke profielen de nieuwste trends komen
opsnuiven en netwerken. Een mooie kans om
de visie van Indaver aan deze doelgroep toe te
lichten.
Met als thema ‘Is kostenefficiënt vervoer ook
duurzaam?’ illustreerde Alain Konings aan de
hand van enkele cases (het Zwitserse
saneringsproject Bonfol, BASF en huisvuil
Vlaams-Brabant) dat het altijd zoeken is naar
de juiste balans tussen ecologie, economie en
het laagste risico, zeker bij het beheren van
industriële probleemafvalstoffen (gevaarlijk,
kritisch en/of sensitief). Daarom vertaalt
Indaver vandaag haar slagzin ‘Toonaangevend
in duurzaam afvalbeheer’ in een zogenaamde
duurzaamheidsdriehoek, die op drie pijlers
steunt: maximale nuttige toepassing van
materialen en energie (ecologie); geen risico’s
op korte en lange termijn; beste prijs
(economie) .
Uit de genoemde praktijkcases blijkt dat een
evenwicht tussen deze 3 pijlers garandeert dat
sociale vooruitgang hand in hand gaat met
ecologisch evenwicht en economische groei.
Ter illustratie: transport heeft een grote impact
op kost én duurzaamheid van het afvalbeheer.
Inzicht en kennis zijn cruciaal om dit zo
efficiënt mogelijk aan te pakken. Daarom werd
onder andere samen met Universiteit
Antwerpen een gap-analyse uitgevoerd rond
alternatieve transportmogelijkheden voor
afval. Daaruit bleek dat spoor en binnenvaart
beter scoren dan wegtransport op het vlak van
milieu-impact (uitstoot, CO2), veiligheid,
geluid en congestie. Daar staan echter
belangrijke randvoorwaarden tegenover: de
minimale vereiste afstand tussen de plaats
waar het afval ontstaat en de plaats van
verwerking, de noodzakelijke infrastructuur
(loskades), het beschikken over een
contingencyplan en het toewijzen van de
extra kost (conform het principe 'de vervuiler
betaalt').
Indaver maakt voor haar industriële klanten
en voor de publieke sector een kostenefficiënt
vervoer binnen een duurzaam
materialenbeleid mogelijk. Daarbij maken we
gebruik van onze servicemodellen (Total
Waste Management en Public waste
PartnershipS) en van rekenmodellen met
betrekking tot transport die de milieu-impact/
vermeden milieukost becijferen. Zo draagt
Indaver bij tot het behoud van primaire
grondstoffen en energiebronnen. Het actuele
thema ‘kostenefficiënt en duurzaam vervoer’
viel zo in de smaak van het publiek en van VIB
dat Indaver de kans kreeg een column te
schrijven in het maandelijkse VIB-magazine.
U vindt de link naar het VIB magazine mei
2014 op www.indaver.com bij info & linken.
Contact
Alain Konings
Director Sales IWS Indaver in België
[email protected]
Klanten bevelen Indaver graag aan
In haar voortdurende streven naar kwaliteit
meet Indaver Industrial Waste Services (IWS)
haar klantentevredenheid via elektronische
enquêtes. We zijn daarbij vooral op zoek
naar het aantal ‘promotors’, het percentage
klanten dat Indaver hoogstwaarschijnlijk
zal aanbevelen aan een vriend of collega.
Ontwikkeld door een voormalige directeur
bij Bain & Company, is het gebruik van
deze ‘promotor’-meting gebaseerd op diens
onderzoek naar de belangrijkste indicatoren
van klantentevredenheid. Uit dit onderzoek
blijkt dat de gemiddelde ‘net promoter score’
voor meer dan 400 bedrijven in 28 industrieën
16 % is.
Bij de recentste anonieme enquête, uitgestuurd
naar al onze contacten in België, Nederland,
Ierland & UK in 2014, liet Indaver Industrial
Waste Services (IWS), op basis van meer dan
8
INFO
200 antwoorden, een ‘net promoter score’ van
42 % optekenen – bijna het drievoudige. We
behaalden deze score omdat Indaver aan de
hoge kwaliteits- en dienstverleningseisen van
haar klanten blijft voldoen.
Tevreden IWS-klanten
over Indaver:
“Indaver denkt mee met haar klanten.”
Uiteraard was er ook ruimte voor opmerkingen
en suggesties. Direct advies van onze
industriële klanten zoals "blijf zoeken naar
innovatieve recycling-oplossingen” en “blijf de
Customer Zone (elektronische klantenportaal)
verder ontwikkelen en verfijnen”, nemen we
uiteraard ter harte bij het verder verbeteren van
onze Total Waste Management-service.
Hebt u vragen?
Neem contact:
[email protected]
“Professioneel en digitaal platform voor
databeheer.”
“Zoekt naar betrouwbare en realistische
oplossingen, goede informatie en
correcte administratie. Niettemin:
kwaliteit kent een prijs.”
Vlaams-Brabants afval
duurzaam via water naar Doel
Samen met het transportbedrijf Van Moer Stevedoring en de nv Waterwegen en Zeekanaal heeft Indaver een
project lopen om een deel van het huishoudelijk restafval van haar Public waste PartnershipS-klanten in VlaamsBrabant via het water naar haar roosterovens in Doel te brengen, op een duurzame en kostenefficiënte manier.
Zo wil Indaver haar ecologische voetafdruk en die van haar klanten zo klein mogelijk houden.
Het afval dat de voorbije maanden al de boot
op ging, was afkomstig van gemeenten in
Vlaams-Brabant. Indaver vervoert en
verwerkt sinds 2005 het restafval en grofvuil
van deze provincie, in het raam van een
Public waste Partnership met het intergemeentelijke samenwerkingsverband van
de afvalintercommunales Incovo, Ecowerf,
Interrand, Interza en Haviland. De overeenkomst met deze intercommunales is een mooi
voorbeeld van de manier waarop Indaver
samenwerkt met openbare besturen.
De gemeenten houden de regie over hun
afvalbeheer in eigen handen en weten zich
verzekerd van de veilige en duurzame
verwerking van hun afval. Indaver Logistics
staat in voor de overslag via vier centra en
het transport naar haar verwerkingsinstallaties in Doel. De intercommunales hebben
gebruiksrechten op deze installaties voor een
periode van 18 jaar. Uit Vlaams-Brabant
beheert Indaver jaarlijks zo’n 142 000 ton
huishoudelijk afval en grofvuil.
CO2-neutraal verwerken
in Doel
In Doel verwerkt Indaver dit afval met
maximale terugwinning van energie en
materialen. Dit is de meest ecologische en
toekomstgerichte keuze voor de verwerking
van huishoudelijk restafval. Dankzij de
nageschakelde asbehandeling belandt slechts
3 % van het afval als restfractie op een
deponie. De bodemassen worden verwerkt tot
nuttige eindproducten voor de bouw of de
metaalindustrie.
De energie die vrijkomt tijdens de verwerking
zet Indaver om in stoom en stroom. Een deel
van die stoom wordt op de eigen vestiging
gebruikt. Ongeveer een derde levert Indaver
direct aan een buurbedrijf en de rest wordt
via een turbine omgezet in elektriciteit.
De Indavervestiging in Doel produceert met
haar drie turbines voldoende elektriciteit
voor 170 000 gezinnen.
Indaver doet voortdurend inspanningen om
haar ecologische voetafdruk te beperken.
Zij heeft daarvoor drie recepten: fossiele
brandstoffen uitsparen, groene stroom
opwekken en de CO2-uitstoot verlagen. In
Doel past Indaver die recepten met succes toe,
want de verwerking is er klimaatneutraal.
Complexe logistieke operatie
Die inspanningen voor mens en milieu
blijken ook uit het project rond afvalvervoer
via het water dat Indaver heeft lopen met
Waterwegen en Zeekanaal en met transportbedrijf Van Moer Stevedoring. Het afval
wordt in containers geladen op de vestiging
van Indaver in Grimbergen. Deze worden dan
naar de Van Moer containerterminal gevoerd
en daar aan boord gezet van een binnenschip.
Dat vaart naar een terminal aan de Kallosluis,
van waaruit de containers naar de thermische
verwerkingsinstallatie van Indaver in Doel
gaan.
Dit is een complexe logistieke operatie,
waarbij verschillende vormen van vervoer, in
dit geval over water en over de weg, gecombineerd worden. Van Moer liet een bulkcontainer van 30 voet (ongeveer 9,1 meter)
ombouwen door de stalen bovenkant te
vervangen door een rollend zeil en de
containers te verhogen. Zo kan deze container 22 ton afval laden, meer dan een gewone
container. Aan de binnenzijde werd de
container verstevigd met U-profielen en
gladde platen, zodat het afval er bij het lossen
gemakkelijk uitschuift. Het laden gebeurt met
de containerkraan van de terminal. Op 16 mei
werd de eerste container met huishoudelijk
afval van Vlaams-Brabant aan boord gezet
van de binnenvaartpendel tussen de terminal
in Vilvoorde en de Waaslandhaven.
lawaaihinder en fileleed. In 2013 richtte
Indaver daarom in het raam van de vernieuwing van de vergunning van de vestiging in
Doel een stuurcomité ‘modal shift’ op.
Ze werkt daarin samen met vele stakeholders:
overheid, beheerders van waterlopen,
spoorwegen en havens, milieuorganisaties en
aanbieders/producenten van afval. Zo
vergroot ze het draagvlak voor oplossingen,
omdat meteen bij alle betrokkenen wordt
getoetst of ze haalbaar zijn. Werkgroepen
analyseerden of een ‘modal shift’ kan werken
voor het vervoer van carshredder-residu,
bedrijfsafval, slib en huishoudelijk afval.
Ze bestudeerden welke de logistieke kosten
zijn van het vervoer van dit afval via
water- of spoorwegen naar Doel en welke
investeringen er moeten gebeuren. Ze
bekijken welke impact de alternatieven
hebben en hoe veilig ze zijn voor de omgeving, voor de klant en voor het eigen
personeel. Voor Indaver is het daarbij
essentieel dat de alternatieven veilig,
betrouwbaar en milieuvriendelijk zijn en dat
ze economisch haalbaar zijn voor de relatief
korte afstanden in Vlaanderen. Alleen dan is
een verschuiving van wegvervoer naar
alternatievere wijzen duurzaam.
Het project met het afval van Vlaams-Brabant loopt nog tot het einde van het jaar en
wordt daarna grondig
geëvalueerd.
Multimodaal vervoer
Contact Public waste PartnershipS:
Tony Bresseleers
Key accountmanager PwPS
Indaver in België
[email protected]
Indaver denkt al een tijd mee rond de ‘modal
shift’, waarbij vervoer over de weg gecombineerd wordt met duurzamer vervoer langs
water of spoor. Het is noodzakelijk, want het
drukke vrachtvervoer op de Belgische wegen
draagt bij tot luchtverontreiniging,
Contact Indaver Logistics:
Valentijn Vernyns
Manager Planning & Logistiek LOG+
Indaver in België
[email protected]
INFO
9
Vlar Papier partner van gemeenten
voor duurzame verwerking oud papier
Indaver werkt met steeds meer gemeentebesturen samen om hun oud papier te verwerken via Vlar Papier, waarvan
Indaver en papierfabrikant Stora Enso aandeelhouders zijn. Het sorteren, zuiveren en opwaarderen van oud papier
en karton zijn essentieel voor de recycling tot nieuwe papierproducten. Vlar Papier verbetert voortdurend de
verwerking. Zo is de sorteerlijn in Gent aangevuld met een tweede lijn, om nog meer onzuiverheden te verwijderen.
Vlar Papier is verwerker van oud papier
en karton en staat in voor de sortering en
zuivering ervan. Het ontstond in 2000,
als een dochteronderneming van Vlar,
uit een fusie van een aantal papierrecyclingbedrijven. Sinds 2005 is papierfabrikant
Stora Enso hoofdaandeelhouder met 65 %,
Indaver heeft 35 % van de aandelen. Deze
participatie past in de keuze van Indaver om
mee te bouwen aan de circulaire economie,
waarbij materialen steeds opnieuw gebruikt
worden in een gesloten kringloop.
Kwaliteitsvol oud papier
blijft beschikbaar voor de Belgische
en Europese papiersector.
De klanten van Vlar Papier zijn gemeenten
en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die een Public waste Partnership
hebben afgesloten met Indaver, onder andere
voor het sorteren en zuiveren van oud papier
en karton. Gemeentebesturen halen het
papier van hun huishoudens op via huisaan-huisophalingen en containerparken en
leveren dat aan Vlar Papier. De volledige
recycling gebeurt op een en dezelfde locatie,
die van Stora Enso in Langerbrugge bij
Gent. Vlar Papier sorteert en zuivert het
ingezamelde papier en karton. Het papier
gaat daarna op de band naar de fabriek van
Stora Enso op dezelfde plek, waar het wordt
ingezet als grondstof.
Met 30 000 medewerkers in meer dan
35 landen en 85 fabrieken wereldwijd is
Stora Enso een van de grootste papierproducenten ter wereld. De fabriek in
Langerbrugge recyclet jaarlijks meer dan
1 miljoen ton huishoudelijk opgehaald oud
papier tot kranten- en tijdschriftenpapier.
Paper spikes
en optische scheiders
Elke sorteerlijn bestaat uit een grofzeef,
een fijnzeef, paper spikes om het karton te
scheiden van het papier en – het neusje van
de zalm – een optische sortering die met
camera’s nog een scheiding doet. Een rij
blaasmonden onder de sorteerband blaast
het karton uit de papierstroom. Soms zien de
optische scheiders wit karton voor papier aan
en laten ze het in de papierstroom.
Dit wordt gecorrigeerd door de paper spikes,
riemen met prikkers. Wanneer die prikkers
bruin karton onterecht laten liggen, maken
de optische scheiders dat goed. Paper spikes
en optische scheiders vullen elkaar dus aan.
Het gesorteerde karton wordt geperst en
verkocht. Het gesorteerde papier gaat via
een transportband naar de productie van
Stora Enso, voor ontinkting en verwerking
tot magazine- en krantenpapier.
Dat gebeurt zonder de toevoeging van
nieuwe papierpulp.
Binnen afzienbare tijd kunnen de vernieuwde
offertes en lastenboeken worden gebruikt.
Het beleid van FOST Plus past ook in de
Europese strategie van de kringloopeconomie,
die de beschikbaarheid van kwaliteitsvolle
grondstoffen wil stimuleren op de Europese
markt. In Indaver en Vlar Papier heeft Europa
alvast een partner.
Nieuwe ‘paper for recycling’
sorteerlijn voor nog zuiverder papier
Paul de Bruycker (links),
Joke Schauvliege, Chris De Hollander (rechts)
Mooie samenwerking
tussen 2 vooraanstaande ondernemingen,
Indaver en Stora Enso
Joke Schauvliege,
Vlaams minister voor Leefmilieu
Vlar Papier verbetert voortdurend de
verwerking van oud papier en karton.
Zo is de sorteerlijn op de terreinen van Stora
Enso in Gent aangevuld met een nieuwe
‘paper for recycling’ sorteerlijn, waardoor
nog meer onzuiverheden kunnen worden
verwijderd. Deze nieuwe installatie werd
officieel in gebruik genomen op
24 oktober in aanwezigheid van Vlaams
minister voor Leefmilieu, Joke Schauvliege.
De nieuwe installatie beschikt over drie
identieke automatische papiersorteerlijnen
en één recoverylijn. Wat niet goed genoeg
werd bevonden na de eerste lijn, wordt op
deze extra lijn nog eens gesorteerd. Dit leidt
tot een zuiverder eindproduct. Bovendien
levert deze sortering meer papier op en bevat
het verwijderde karton minder papier; dat
maakt het interessanter als grondstof voor
kartonfabrikanten.
De minister loofde dit gezamenlijke initiatief
van Indaver en Stora Enso omdat het
een invulling is van het streven naar een
duurzamere aanbesteding van ingezameld
materiaal door de regionale overheden. Ook
is het maximaal uitsorteren in een papieren een kartonfractie een garantie voor een
optimale valorisatie van de materialen en
voor het sluiten van de kringloop. Oud
papier wordt onmiddellijk gerecycled tot
nieuw papier terwijl de zuivere kartonfractie
bij de omliggende verpakkingsindustrie
gevaloriseerd wordt. Minister Schauvliege
benadrukte dat deze nieuwe installatie de
10
INFO
positie van Vlar Papier, Indaver en
Stora Enso versterkt als belangrijke schakel
in de kringloopeconomie. Ze ondersteunt ten
volle het behoud van deze hoogkwalitatieve
materialen voor inzet op de Europese
recyclingmarkt.
Duurzaam aanbesteden
oud papier
Indaver doet samen met Stora Enso extra
inspanningen om het oud papier en karton in
België en Europa te houden. De Belg sorteert
zijn afval heel minutieus. Dit levert papier
en karton op van een zeer goede kwaliteit,
die de papiersector in België en Europa
broodnodig heeft. De regeerakkoorden van
de drie nieuwe gewestregeringen bevatten
een hoofdstuk over duurzaam afvalbeleid en
de kringloopeconomie. Het sorteren, zuiveren
en opwaarderen van de kwaliteit van oud
papier en karton wordt door ieder erkend als
een essentiële schakel tussen de selectieve
inzameling ervan en de recycling tot nieuwe
papierproducten.
Indaver en Stora Enso hebben hard gewerkt
aan een voorstel om via de aanbestedingen
voor de verwerking van huishoudelijk papier
en karton, die via FOST Plus verlopen, het
bij ons ingezamelde papier zoveel mogelijk
beschikbaar te houden voor de lokale markt.
Partners voor dit initiatief werden gezocht
bij de interregionale verpakkingscommissie,
FOST Plus, Coberec Febem Paper, Interafval
(de vereniging van afvalintercommunales
in Vlaanderen), de sector van de
papierverwerkende nijverheid (Cobelpa)
en Copidec (de vereniging van Waalse
afvalintercommunales). Als gevolg van
deze constructieve samenwerking past
FOST Plus de gunningscriteria aan in de
modelbestekken die het hanteert bij de
aanbesteding van de verwerking van oud
papier. Hierin wordt nog meer dan vroeger
de nadruk gelegd op het duurzaam sluiten
van materiaalkringlopen binnen een level
playing field. Dit is een goede zaak voor de
papierproducenten die hun oud papier van
de lokale markt kunnen betrekken, maar ook
voor de Belgische openbare besturen die zo
de garantie krijgen dat ‘hun’ papier en karton
gerecycled wordt tot nieuwe papier- en
kartonproducten.
Contact
Martin Ocket
Marketing manager MSW
Indaver in België
[email protected]
Contact
Silvia Colazzo
Communications manager
Public waste PartnershipS
Indaver in België
[email protected]
IVAGO: 20 jaar publiek-private samenwerking voor duurzaam afvalbeheer
IVAGO bestaat 20 jaar en dat werd gevierd op 9 oktober in aanwezigheid van tal van stakeholders uit de publieke
en private sector. Twintig jaar geleden was de omschakeling van een stadsreinigingsdienst naar een intercommunale structuur revolutionair. Vandaag is IVAGO een modern bedrijf waar 400 gemotiveerde medewerkers dag
in dag uit op pad zijn voor de inwoners van Gent en Destelbergen.
Geert Maes (rechts)
in gesprek met Didier Naessens (links),
algemeen directeur van IVAGO.
Er werd tijdens deze viering achteruit en
vooruit geblikt met een zetelgesprek met de
voorzitter en de ondervoorzitters van IVAGO,
de algemeen directeur van IVAGO en de
woordvoerder van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij. Geert Maes, Directeur Verkoop
en Marketing Huishoudelijk Afval van Indaver
in België, nam als voorzitter van ECOV – het
samenwerkingsverband tussen Indaver en Sita
– ook deel.
Knowhow van Indaver en Sita
De successen van IVAGO zijn zonder twijfel
mede het resultaat van de publiek-private
structuur van de onderneming. Die heeft als
voordeel dat de openbare besturen niet zelf
opnieuw het warm water hoeven uit te
vinden. “Zij kunnen permanent een beroep
doen op de knowhow van de private partner
ECOV, een samenwerking van twee belangrijke
groepen in de afvalsector: Indaver en Sita,”
zegt Geert Maes. “Zij stellen een multidisciplinair team ter beschikking van de publieke
partner: specialisten inzake
engineering, ICT en fiscaliteit, om een paar
voorbeelden te geven.”
Openbare besturen kunnen ook genieten van
schaalvoordelen wanneer zij samenwerken
met een private partner. Voor IVAGO is dat
bijvoorbeeld het geval voor haar afvalenergiecentrale. “Dankzij de volgehouden preventie
door IVAGO verminderde in de loop der jaren
de hoeveelheid restafval per inwoner uit de
eigen gemeenten, waardoor de installatie deels
dreigde leeg te komen staan. Een dure zaak
voor de intercommunale omdat de vaste kosten
dezelfde zijn. ECOV zorgt voor de aanvoer van
bedrijfsafval, zodat de installatie voldoende
tonnage heeft om thermisch te verwerken,”
zegt Geert Maes.
Tevreden publieke partners
Een trotse IVAGO-Voorzitter Tine Heyse sprak
haar waardering uit voor alle medewerkers van
IVAGO die dag in dag uit zorgen voor schone
straten en pleinen. Ook toonde zij zich bijzonder tevreden over het feit dat het afval van
Gent en Destelbergen gebruikt wordt om het
universitair ziekenhuis van Gent te verwarmen.
Ondervoorzitter Yves de Lausnay is verheugd
dat de gemeente Destelbergen, dankzij de
samenwerking in IVAGO, geëvolueerd is naar
een doorgedreven professionalisering op het
gebied van afvalbeheer en dienstverlening
voor de inwoners.
Publiek-private samenwerking
blijft mogelijk
In 2001 werd het decreet op de intergemeentelijke samenwerking aangepast.
Als gevolg hiervan moeten private bedrijven
uiterlijk in 2018 uittreden uit gemengde
structuren zoals IVAGO. De nieuwe Vlaamse
regering wil dat decreet echter weer aanpassen,
om de vorige wijziging ongedaan te maken.
ECOV is verheugd dat het opnieuw mogelijk zal
worden om publiek-private vennootschappen
op te zetten om een gemeentelijk milieubeleid
uit te werken. Het is nu afwachten hoe dit
geformuleerd wordt en welke artikelen van het
decreet de regering precies aanpast. Intussen beraden ook de publieke partners Gent en
Destelbergen zich over de manier waarop het
milieu- en afvalbeleid van Gent en Destelbergen in de toekomst moet vorm krijgen en de
constructie waarin dit kan gebeuren. Een beleidsnota 2014-2019 geeft alvast de prioriteiten
weer van het inter-gemeentelijke samenwerkingsverband.
Eén ervan is het verder uitbreiden van de
warmtelevering vanuit de afvalenergiecentrale naar de naburige bedrijven.
Kleine veranderingen maken een
wereld van verschil
Het borrelt en bruist in vele wijken en buurten. Om meer zuurstof te geven aan lokale projecten die Vlaanderen
willen helpen vergroenen geeft het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer deze projecten voortaan een
eigen oproep.
Het Fonds Duurzaam Materialen- en
Energiebeheer, dat gefinancierd wordt door
Indaver/SLECO, ondersteunt al sinds 2007
vernieuwende projecten die Vlamingen willen
leren duurzamer om te gaan met energie
en materialen. Het is een samenwerking
van Indaver, de Bond Beter Leefmilieu
Vlaanderen en het Actiecomité ter beveiliging
van het Leefmilieu op de Linkeroever en
in het Waasland (Abllo vzw). De Koning
Boudewijnstichting beheert het Fonds.
In oktober werd de negende projectoproep
van het Fonds gelanceerd, maar deze editie
zal er helemaal anders uitzien. De oproep
deze herfst is uitsluitend voor bovenlokale
projecten die zich richten op (een deel van)
Vlaanderen. Ze komen in aanmerking voor
steun tot 25 000 euro.
Voor de lokale, kleinschalige projecten,
tot 2 500 euro, komt er een aparte oproep,
de eerste keer in februari 2015. Kleinschalige,
lokale projecten zijn projecten die
kunnen uitgaan van een wijk, een lokale
jeugdbeweging of een vereniging, een
school of zelfs gewoon twee vaders, zoals
Energie ID. Zij kregen in 2012 steun voor een
energiebesparingsplatform waar gebruikers
hun meterstanden kunnen bijhouden en hun
verbruik berekenen en voorspellen,
om dan hun gedrag te kunnen aanpassen.
Het werd bedacht aan de keukentafel,
maar blijft ondertussen groeien.
Het Fonds Duurzaam Materialen- en
Energiebeheer is ervan overtuigd dat
dergelijke initiatieven van onderuit de
verandering in denken en doen kunnen
teweegbrengen die het beoogt. Lokale
gemeenschappen zijn vaak broedplaatsen van
ideeën. Rond materialen en energie beweegt
er veel, overal in Vlaanderen.
Met een aparte oproep die lokale projecten
extra zuurstof geeft, wil het Fonds die
creativiteit aanboren. Dankzij het duwtje in
de rug van het Fonds kunnen ze misschien
uitgroeien tot initiatieven met een bredere
impact.
Om deze nieuwe oproep extra luister te geven,
stelt het Fonds voor 2015 100 000 euro ter
beschikking. Na de eerste oproep in februari
zal er al een tweede zijn in het najaar 2015.
Voor beide oproepen zal voortaan kunnen
worden ingediend via een nieuw online
formulier. Bovendien wordt de procedure
voor de oproep voor kleine projecten bewust
laagdrempelig en eenvoudig gehouden:
minder papierwerk, snelle beslissing.
Op die manier wil het Fonds zoveel mogelijk
kandidaten over de streep halen.
Voor meer informatie: www.fdme.be.
INFO 11
Indaver stroomlijnt imago
met nieuwe werkkleding
Indaver positioneert zich in Europa als een sterk merk en daar hoort een herkenbare, uniforme look bij. Dit najaar
wordt in alle regio’s de nieuwe werkkledij geïntroduceerd. “Wij zijn het aan onze mensen verplicht te zorgen voor
comfortabele en veilige werkkleding,” zegt CEO Paul De Bruycker.
om het comfort, de zichtbaarheid en de
draagbaarheid te verbeteren.
Als een opmerking meer dan drie keer
voorkwam, werd ze automatisch doorgegeven aan de producent. Met wastesten
werd gekeken welke stoffen het meest
krimpbestendig waren.
De gekozen leveranciers moesten ook
certificaten kunnen voorleggen die aantonen
dat de kleren vervaardigd zijn met respect
voor de milieu- en de sociale wetgeving,
dus zonder schade voor de omgeving of
de arbeiders, zonder kinderarbeid,
in goede arbeidsomstandigheden en tegen
een correct loon.
Imago in de verf
De Indaver Groep is voor de introductie van
de nieuwe werkkleding niet over één nacht ijs
gegaan. Ze begon bijna twee jaar geleden met
de voorbereidingen voor deze gigantische
logistieke operatie. 1 100 operationele
medewerkers in België, Nederland, Ierland en
Duitsland moeten een nieuwe outfit krijgen,
zowel normkleding die moet beantwoorden
aan strikte (veiligheids)voorschriften,
als niet-normkleding zoals poloshirts.
Na een eerste selectie van potentiële
leveranciers en stoffen voor de vest, de jas,
de sweater, het overhemd, het poloshirt en
de broek, werd de kleding vorig najaar drie
maanden lang getest door 80 medewerkers
in de vier regio’s. Zij deden suggesties
“Onze medewerkers zijn onze grote troef,”
zegt CEO Paul De Bruycker. “Zij zetten zich
elke dag met hart en ziel in.
Wij zijn het aan hen verplicht om te zorgen
voor comfortabele en bovenal veilige
werkkleding, zodat ze elke dag het beste
van zichzelf kunnen geven.” Met de meeste
opmerkingen van de testpersonen werd dan
ook rekening gehouden.
Het resultaat is een nieuwe outfit, op maat
gemaakt, die medewerkers beschermt tegen
invloeden van buitenaf, die comfortabel
is, lekker zit en modern oogt. Indaver wil
in alle regio’s dezelfde herkenbaarheid
om haar imago in de verf te zetten, maar
toch kon de kleding op bepaalde punten
aangepast worden aan voorkeuren van de
regio’s. Zo wordt bij Indaver in Duitsland
een bretellenbroek in plaats van een gewone
broek gedragen. De nieuwe kledinglijn houdt
ook rekening met vrouwelijke medewerkers,
met een vrouwenmodel voor de broek en het
overhemd.
Milieuvriendelijk wassen
Indaver maakte van de introductie van de
nieuwe werkkleding gebruik om samen met
de interne veiligheidsdienst en het Comité
ter Preventie en Bescherming op het Werk
een aantal veiligheidsvoorschriften te
herzien. Zo is voor de nieuwe outfit gekozen
voor een overhemd met lange mouwen dat
medewerkers in de productie-eenheden en
installaties nu verplicht moeten dragen.
Voor het wassen van de nieuwe werkkleding
gaat Indaver in zee met wasserij Berendsen
in alle regio’s. Werkkledij laten reinigen door
een industriële wasserij spaart het milieu.
De wasserij reinigt alles met zeep en water
– dat 100 % hergebruikt wordt – en niet met
de belastende chemische reiniging. Omdat
er minder energie nodig is voor wassen en
drogen, ligt het verbruik veel lager. Er worden
ook 73 % minder water en 85 % minder
detergent gebruikt dan bij thuiswassen.
De nieuwe werkkleding geeft onze
medewerkers op al onze vestigingen een
professionele uitstraling. Klanten en
bezoekers hebben zo het gevoel dat zij in
Indaver een partner hebben die ze kunnen
vertrouwen.
Op ‘s werelds grootste milieu- en afvalbeurs,
‘IFAT’, in mei in het Duitse München mocht
Indaver niet ontbreken. Zeker nu Indaver haar
Total Waste Management (TWM)-services ook
aan de Duitse grootindustrie aanbiedt, is IFAT
een vaste afspraak geworden.
Zo’n 3 000 exposanten presenteerden er hun
innovaties en oplossingen in water-, afval-,
slib/afvalwater- en grondstoffenbeheer.
Centraal thema was het bevorderen van de
kwaliteit van onze leefomgeving. Elk op
hun manier speelden de aanwezige grote
spelers op de afvalmarkt in op het behoud
van onze resources. De hele Indaverstand was
opgetrokken in de groen-witte huiskleuren en
12
INFO
de open wanden visualiseerden onze openheid
en transparantie. De IFAT-beurs is de ideale
gelegenheid om klanten en belanghebbenden/
geïnteresseerden persoonlijk te informeren
over de voordelen van de TWM-aanpak van
Indaver en meer bepaald de Duitse aanpak
en organisatie binnen het internationale
Indaver Industrial Waste Services model. Onze
project managers ontvingen de bezoekers in
een aangename stand met een hapje en een
drankje. Naast het Duitse managementteam
waren ook CCO Bart Goethals en CEO Paul
De Bruycker aanwezig. Zo konden bezoekers
samen met hen het "Indaver moment"
vastleggen op foto.
De lynx was de mascotte van de stand
van Indaver. De lynx staat voor snelheid,
voortbestaan in een gezonde leefomgeving
en grote ogen en spitse oren die alle signalen
registreren. Voorbijgangers kunnen niet
anders dan de lynx in de ogen kijken; ze
kwamen direct in zijn vizier. Ook Indaver
heeft, net als de lynx, een duidelijke focus
op haar klanten en prospecten. Ook Indaver
staat voor een snelle en flexibele service,
vrijwaren van ons milieu en goed luisteren
naar de noden van de grootindustrie. Met die
kenmerken en onze Total Waste-Management
services blijven we "Führend in nachhaltiger
Abfallwirtschaft" of "Toonaangevend in
duurzaam afvalbeheer".
Tweejaarlijks trekt deze driedaagse internationale beurs zo’n 3 000 exposanten uit
circa 50 landen, en 125 000 bezoekers uit
circa 180 landen van wie de meeste bezoekers
uit Duitsland (75 000), Oostenrijk en Italië
komen.
De IFAT-film is te bekijken op
www.ifat.de/en. De volgende IFAT-editie vindt
plaats van 30 mei tot en met 3 juni 2016.
v.u.: Jos Artois, Corporate Communicatiemanager, Dijle 17 a, BE-2800 Mechelen, tel. + 32 15 28 80 00
Indaver nam deel aan IFAT