GEZONDHEID 12 april 2014 , pag. 14 Sytze de Hoog is een levenslustige zestiger tot een zware hersenbloeding van hem een hulpeloos kind maakt. Volledig herstel lijkt onmogelijk. Maar in Sytze de Hoog schuilt een moderne Lazarus: in zorgcentrum Maartenshof in Groningen beleeft hij een wonderbaarlijke wederopstanding. Medisch wonder Sytze de Hoog neemt afscheid van zijn verzorgers in Maartenshof. Hij verlaat het Groningse revalidatiecentrum zelfstandig en op eigen benen. JE MAG POEPEN IN JE BROEK EN PLASSEN IN JE BED EN NIEMAND DIE HET ERG VINDT. MAAR IK SCHAAMDE ME DOOD HET WONDER VAN DE MODERNE LAZARUS ‘I k weet van alles niks meer’’, zegt Sytze de Hoog glimlachend. Echtgenote Hennie herinnert zich de ochtend van 5 september nog glashelder. Het gerochel dat van boven komt. Dat ze de trap op stuift. Hoe ze op de slaapkamer kalm en kordaat het alarmnummer belt. ,,Hij ligt helemaal in zijn blootje’’, zegt ze. ,,Legt u maar gauw een deken over zijn lijf en twee handdoeken onder zijn hoofd’’, klinkt het. Hennie de Hoog heeft 112 nog aan de lijn wanneer ze de ambulance hoort. ,,Vlug’’, roept ze tegen de broeders die de trap opstormen, ,,volgens mij blies hij net zijn laatste adem uit.’’ Dan klinkt opnieuw een rochel. Gelukkig, denkt Hennie. ,,Hij lawaait weer, hij leeft nog.’’ Donderdag 5 september is een dag als andere: Hennie de Hoog (66) is op bezoek bij haar moeder in Siddeburen, man Sytze (68) rommelt wat in de woonkamer van hun rijtjeshuis in Engelbert, onder de rook van Groningen. Bij het opruimen van een chipsbakje denkt hij terug aan zijn verjaardag, een dag eerder. De halve nacht had De Hoog op het plastic ding gelegen. Het was tussen de twee matrassen beland, nadat hij met zijn twee kleinzoons chips had gegeten in bed. Gegierd van het lachen hadden ze om de grapjes die hij vertelde. Opgewekte verhalen over het shantykoor waarin hun opa, klein van stuk maar lang van stof, zo graag zingt. Met een grijns loopt Sytze de Hoog naar boven, naar de badkamer om zich te wassen. Hij begint zich uit te kleden, moet nog even naar het toilet. Dan knapt een slagader in zijn hoofd. Hij zakt in elkaar, met zijn short op de knieën. Hij leest het later terug in de 112-melding. De brandweer heeft donderdagmiddag 5 september de ambulancedienst geassisteerd bij een afhijsing uit een woning in Engelbert. Een afhijsing, zo heet het dus als de brandweer je met een hijskraan uit je huis moet takelen. Dochter Marjon nam het bericht op in een dagboek dat ze bijhoudt op aanraden van een overbuurvrouw. Misschien helpt het haar vader om later alles later op een rijtje te krijgen. De dag van het ongeluk hoort ze op haar voicemail wat er is gebeurd. De Hoog belandt op de intensive care (ic) van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Artsen houden hem in slaap. Door de zware hersenbloeding heeft zich in zijn schedel vocht opgehoopt. Een waterhoofd noemen ze het. Er piepen zeven monitoren, ademen doet hij door een buis in zijn keel. Twee operaties volgen: eerst krijgt hij een drain in zijn hoofd, die het vocht moet wegnemen. Pas daarna kunnen chirurgen de gesprongen ader opereren. De harten van Marjon (39), haar zus Jolanda (43) en hun moeder Hennie breken als ze hun vader en man zien liggen. Een dag na het ongeluk, op 6 september, schrijft Marjon in het dagboek: Of je dit allemaal ooit zult kunnen lezen is de vraag. Kort na de eerste operatie horen de drie dat een herpesinfectie en een longontsteking complicaties geven. Een derde ingreep is noodzakelijk: via het ruggenmerg wordt nog een drain in De Hoogs lichaam geplaatst. Deze helpt het vocht af te voeren naar de buikholte. Hennie en haar dochters houden rekening met het ergste. Ze bespreken de scenario’s. Moet Hennie misschien het huis verbouwen, beneden een slaapkamer laten maken, zodat de verzorging thuis gemakkelijker is? Komt haar man überhaupt ooit nog naar huis? En als hij niet volledig herstelt, wil hij dan wel verder leven? Een kasplantje wil hij niet worden. Dat weet zijn familie sinds het skiongeluk van Prins Friso in 2012. ,,Ze kunnen er beter de stekkers uittrekken’’, had hij opgemerkt. Over zijn crematie heeft De Hoog het nooit willen hebben. Ook ligt het formulier voor een donorcodicil al tijden ongeopend thuis. Redt hij het niet, dan moeten ze de beslissingen met zijn drieën nemen. Wanneer Hennie bij Sytze is, zitten Marjon en Jolanda vaak op het balkon dat uitkijkt op de grote hal. Het is hun vaste stek in het ziekenhuis. Ze kijken graag naar de mensen die voorbijkomen. Het beeld heeft iets geruststellends: ze zijn niet de enigen. Het is wachten tussen hoop en vrees. Soms maken ze grapjes. Over hoe Sytze, een groot deel van zijn leven parketteur, waterpas op de ic werd gelegd omdat de drain horizontaal moest liggen. Sytze de Hoog, altijd met gereedschap in de weer, zou het mooi hebben gevonden. Het is 8 september wanneer Hennie opgetogen terugkeert van de ziekenkamer. ,,Hij ligt tv te kijken’’, zegt ze tegen haar dochters. ,,Echt niet!’’, reageren de twee. Ze schieten in de lach. Jawel, knikt Hennie, het is echt waar. Hij begroette haar hardop. ,,Moi.’’ Als Marjon en Jolanda bij hun vader gaan kijken, ligt hij met zijn rechterhand in een spons te knijpen. Om te oefenen, legt de zuster uit. ,,Wat is dat, pap?’’, probeert Jolanda. ,,Spons’’, zegt hij met de blik van een blij kind. Marjon en Jolanda juichen in stilte, durven nergens op te hopen. Maar Sytze praat weer. Thuis maakt Marjon een lijstje van zijn eerste woorden. Ja, Nee. Moi. Spons. Marjon. Hennie. Doe. Jolanda. Dorst. Ook al zal Sytze zich weinig herinneren van de eerste weken in revalidatie; het gevoel als volwassen man niet meer te kunnen dan een baby, ging dwars door alles heen. ,,Zo ben je een mens, zo ben je bijna niks meer’’, zegt hij. ,,Je mag poepen in je broek en plassen in je bed en niemand die het erg vindt. Maar ik schaamde me dood.’’ Begin oktober verhuist hij naar zorgcomplex Maartenshof in Groningen-Zuid voor een intensief revalidatieproces. Twee andere verpleeghuizen boden hem slechts een plek op de verpleegafdeling; revalideren leek onhaalbaar. Maar Sytze de Hoog is sterk, ondanks de sombere vooruitzichten. Hij oefent uren en dagen aaneen, samen met Nienke te Velde, fysiotherapeut van het Expertise Behandelcentrum Groningen. Leren staan vanuit zijn rolstoel met behulp van een speciaal sta-apparaat. En na weken: een eerste stapje aan de brug in de oefenzaal. In januari mag hij thuis oefenen met traplopen. Aarzelend kijkt hij in de diepte, boven aan de trap van zijn eigen huis. Amper twintig treden hoog. Naast hem houdt Te Velde hem in evenwicht. Hulpeloos kijkt De Hoog haar aan. Voor geen goud durft hij naar beneden. Hoogtevrees. Hè, hoe kan dat nou? Vroeger klom hij met gemak omhoog om zijn tv-antenne recht te zetten. En nu durft hij niet van een trap af. Zou het komen van de hijskraan waarmee hij uit zijn huis is getakeld? Te Velde sust. ,,Rustig aan, het lukt wel. We gaan in jouw tempo naar beneden.’’ De patiënt gaat bovenaan de trap op zijn billen zitten, ‘stuitert’ de eerste treden als een kind naar beneden. Uiteindelijk lukt het hem om zelfstandig achterwaarts de trap af te lopen. De Hoog weet van alles niks meer. Zijn geheugen is in de war. Af en toe treft de verpleging hem aan met zijn kleren achterstevoren, Spectaculair Een spectaculair herstel zoals bij Sytze de Hoog (68) gebeurt zelden, zegt Nienke te Velde van het Expertise Behandelcentrum van Zorggroep Groningen. De Hoog werkte hard, maar heeft ook geluk gehad, want de vooruitzichten waren niet gunstig. Zorgorganisaties bepalen zelf - per cliënt en situatie - of ze met iemand een revalidatietraject beginnen. De positieve factoren voor revalidatie van Sytze de Hoog: zijn relatief jonge leeftijd; zijn actieve en gezonde levensstijl van vóór de hersenbloeding; zijn gezonde partner; zijn sterke motivatie. omdat hij geen notie heeft welk ledemaat in welk gat hoort. Of hij vertelt zijn zeven ‘huisgenoten’ met wie hij in het zorgcentrum een appartement deelt, honderduit over de grote moestuin waarin hij witlof en rode bieten kweekt. Maar thuis is de tuin betegeld. Op zulke momenten leert Hennie, die elke middag langskomt, hem geduldig dat die moestuin niet in Engelbert is, maar bij hun oude huis in Groningen hoort. Haar man moet er om grinniken. ,,Ik zie ze vliegen, Hennie’’, zegt hij. Maar De Hoog vecht. Stap voor stap knappen hij en zijn geheugen op. De wekenlange sta-, spraak- en looptherapie hebben effect. Precies 140 dagen na de val staan Marjon en Jolanda thuis achter het raam in Engelbert. Een auto nadert. Vader komt thuis. Voorzichtig, zoals hij wekenlang oefende, stapt hij uit. Met langzame maar vastberaden tred schuifelt hij de oprit af, naar de voordeur waar zijn dochters hem opwachten. Halverwege zakt zijn spijkerbroek tot op de knieën. Achttien kilo lichter, daarop is de broekriem niet berekend. Staat hij zomaar in zijn boxershort. De familie lacht en huilt tegelijk. Dan hijst hij zijn broek op en stapt over de drempel. Geen rolstoel, geen rollator, geen wandelstok. Sytze de Hoog loopt weer alleen, met volledig herstel in het verschiet. Hij kijkt met een vergulde blik. ,,Ik won.’’
© Copyright 2024 ExpyDoc