Inspectierapport Ziezo (BSO) Sluisstraat 30 5712BG SOMEREN Registratienummer 156493263 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport: GGD Brabant-Zuidoost SOMEREN 06-05-2014 Regulier onderzoek Definitief 04-06-2014 Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11 2 van 11 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-05-2014 Ziezo te SOMEREN Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Beschouwing Kinderdagverblijf Ziezo is opgericht in september 1999 door de twee zussen. Het kindercentrum biedt kleinschalige dagopvang en buitenschoolse opvang (BSO) in de gemeente Someren en Asten. Ziezo is in juni 2010 uitgebreid met een BSO in basisschool het Toverkruid te Asten en een dagopvang en buitenschoolse opvang in basisschool de Sprankel te Someren. Het kindercentrum in Someren bestaat uit 3 panden: een voormalige woning (nr. 30), een naastgelegen pand (zalencomplex) en een vrijstaand pand (nr. 28) in de achtertuin. Alle panden vormen gezamenlijk één locatie in het Landelijk Register Kinderopvang. Er wordt opvang geboden aan 2 groepen dagopvang en 2 basisgroepen BSO. De BSO groepen bestaan uit: Koninkrijk der eigen wijzen (met maximaal 10 kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, huisnummer 28) Sweet&Chic (met maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar (zalencomplex) In totaal heeft de buitenschoolse opvang ruimte voor 50 kindplaatsen (3 basisgroepen). Vanwege het aantal aanwezige kinderen maken zij ten tijde van de inspectie gebruik van twee ruimten en zijn er in de praktijk twee basisgroepen aanwezig. Vanaf januari 2013 heeft Ziezo het naastgelegen zalencomplex in gebruik genomen. Het pand bestaat uit twee zalen die met elkaar in verbinding staan door middel van drie klapdeuren. In de kleine zaal 'Sweet en Chic' is een keuken met kookeilanden en een speelkooi aanwezig. In de grote zaal is een podium aanwezig, deze wordt ten tijde van de inspectie minimaal in gebruik genomen. Wanneer er meer kinderen op de BSO komen, zal deze ruimte meer gebruikt worden. Het pand op huisnummer 28 wordt, in het kader van een open- deuren- beleid na 16.00 uur, gedeeld door de peutergroep en de BSO. Dit pand heeft beschikking over een verschuifbare wand zodat (indien nodig) een eigen groepsruimte gecreëerd kan worden voor de peutergroep. De BSO kan, in het kader van het open deuren beleid, gebruik maken van alle beschikbare ruimten van de BSO. Inspectiegeschiedenis Vanaf 2004 is het kindercentrum jaarlijks bezocht door de GGD. De BSO is op 22-11-2012 geïnspecteerd in het kader van een incidenteel onderzoek nadat de houder een aanvraag had ingediend voor uitbreiding van 20 tot 50 kindplaatsen. Tijdens deze inspectie is tevens het nieuwe pand beoordeeld. Tijdens de inspectie werd geconstateerd dat er voldoende vierkante meter binnenspeelruimte aanwezig is om 50 kinderen te huisvesten. Op 11-04-2013 heeft er een onaangekondigde inspectie plaatsgevonden op een aantal items. Tijdens de inspectie werd geconstateerd dat de getoetste kernelementen voldeden aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Huidige inspectie Op 06 mei 2014 heeft er observatie plaatsgevonden op dinsdagmiddag. Er is gezien dat de kinderen na wat drinken en eten mogen gaan spelen waar zij graag willen. Door het zogenaamde open-deuren-beleid op de BSO hebben kinderen veel keuzevrijheid in hun spel. Op grond van de huidige inspectie is geconstateerd dat: 3 van 11 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-05-2014 Ziezo te SOMEREN De houder een kritische en gedreven houding heeft. Ze heeft een duidelijke visie over de wijze waarop de dagopvang vorm heeft gekregen en hoe ze met kinderen willen omgaan. De vrolijke en uitdagende inrichting is daar een onderdeel van. De beroepskrachten al enige tijd samenwerken. Uit de gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat er een open en transparante cultuur heerst. De getoetste items voldoen aan de eisen van de Wet Kinderopvang Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 11 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-05-2014 Ziezo te SOMEREN Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • • • • Emotionele veiligheid; Persoonlijke competentie; Sociale competentie; Overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie, die op dinsdagmiddag heeft plaatsgevonden, is er gesproken met de houder en enkele beroepskrachten. Na een eet- en drinkmoment werd er een open-deuren-beleid gehanteerd. Alle kinderen mochten zelf kiezen in welke van de ruimte ze willen spelen. Er werden verschillende activiteiten aangeboden. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (oktober 2013). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De beroepskrachten handelen conform de uitgangspunten in het pedagogisch beleidsplan. De beroepskrachten geven tijdens de inspectie aan dat er met regelmaat groepsoverleg plaatsvindt waarin thema's aan bod komen over het pedagogisch handelen. Een beroepskracht zegt: 'We weten allemaal de visie van Ziezo en dat dragen we uit'. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. 'Beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen' Beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Ze gaan relaxed om met de kinderen. Alle kinderen worden enthousiast begroet bij binnenkomst: 'Wat gezellig dat je er bent!" Daarnaast zijn kinderen vrolijk en wordt er veel gelachen onderling: tijdens een knutselactiviteit knoeit de beroepskracht met verf. De kinderen beginnen te lachen. De beroepskracht maakt er een grapje van. Er is voortdurend interactie tussen kinderen onderling, maar ook tussen beroepskrachten en kinderen. Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. 'Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting' Het is mogelijk een eigen plekje voor privacy te creëren in een rustig deel van de groepsruimte. Nadat kinderen na binnenkomst wat gedronken hebben mogen kinderen zelf kiezen waar ze willen spelen. Tijdens de observatie is gezien dat de inrichting van de ruimte de mogelijkheid biedt voor de jongere kinderen om een eigen plekje te creëren om rustig spel te doen. Zo gaan twee jonge kinderen in de bouwhoek met blokken bouwen. Zij zijn betrokken aan het spelen en zij worden hier niet gestoord in hun spel. 5 van 11 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-05-2014 Ziezo te SOMEREN De meeste kinderen zijn bezig, maar er is ook ruimte voor ontspanning en niets doen. De kinderen mogen zelf kiezen met wie zij iets gaan doen. De inrichting van de BSO ruimten daagt de kinderen uit veel te bewegen. Zo bestaat de ene ruimte uit verschillende niveaus en zijn er verschillende trappen en een glijbaan aanwezig. De andere ruimte beschikt over een groot speeltoestel met allerlei gangen, netten en klimwanden. Kinderen mogen zelf kiezen in welke ruimte zij gaan spelen. In elke ruimte is er een aanbod van activiteiten. Zo wordt er in de ene ruimte een knutselactiviteit aangeboden, in de andere ruimte een kook workshop en mogen kinderen ook buiten spelen. Overal zijn kinderen betrokken aan het spelen. Normen en waarden Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. 'Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd' Afspraken, regels en omgangsvormen worden besproken met de kinderen. Er wordt uitgelegd waarom ze belangrijk zijn en er is ruimte voor beschouwing over de zin van de afspraak. Enkele voorbeelden: Een kind is in de zandbak aan het spelen. De beroepskracht vraagt: "waar zijn je schoenen?" Het kind laat zien dat ze haar schoenen uit heeft gedaan. De beroepskracht antwoord: "ik vind dat niet goed omdat er iets scherps in het zand kan liggen. Straks doe je jezelf pijn. Ik snap dat je graag met je blote voeten in het zand speelt. Volgende keer moet je het even aan me vragen goed? Het kind geeft aan het volgende keer te vragen en gaat haar schoenen aandoen. Twee kinderen springen vanaf de bank op een kussen. De beroepskracht vraagt: "Wat is dit?" (ze wijst naar de bank). De kinderen zeggen een bank. "Ja, en een bank is geen springkussen. Ik snap dat het leuk is, maar ik vind het niet goed als je op de bank springt. Dus jullie moet samen even een andere leuke activiteit bedenken." Conclusie Op basis van de observatie is geconstateerd, dat het pedagogisch klimaat voldoende is. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. van der Schouw, Mw. van Lieshout) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (dag: 06-05-2014) Observatie: Dag: 6 mei 2014 Tijd: 15.30 - 17.00 uur Groep: Koninkrijk der Eigenwijzen Aantal aanwezige kinderen: 7 Aantal beroepskrachten: 1 Groep: Sweet&Chic Aantal aanwezige kinderen: 11 Aantal beroepskrachten: 2 6 van 11 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-05-2014 Ziezo te SOMEREN Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). In 2014 wordt van alle medewerkers getoetst of VOG is opgenomen in continue screening of tenminste niet ouder zijn dan twee jaar. De beroepskracht-kindratio en de basisgroepen zijn gecontroleerd tijdens de observatie. De opvang bestaat uit twee basisgroepen in de praktijk. Er wordt gewerkt met vaste beroepskrachten op de groepen. Verklaring omtrent het gedrag De Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), die in het kader van de continue screening zijn aangevraagd, zijn ingezien van de houder en alle personen werkzaam bij de onderneming. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Ten tijde van de inspectie zijn er voldoende beroepskrachten ingeroosterd. Uit het weekrooster en bezettingslijsten blijkt dat de juiste norm wordt gehanteerd conform de beroepskracht-kindratio. Opvang in groepen De BSO staat met 50 kindplaatsen in het Landelijk Register Kinderopvang. De BSO heeft ruimte voor drie basisgroepen. Vanwege het aantal kinderen op de BSO zijn er echter niet zoveel kinderen gelijktijdig aanwezig. De BSO bestaat ten tijde van de inspectie uit 2 basisgroepen: Groep: BSO Koninkrijk der Eigenwijzen BSO Sweet&Chic Max. aantal kinderen: 10 20 Leeftijd kinderen: 4- 12 jarigen 4- 12 jarigen Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. van der Schouw, Mw. van Lieshout) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (dag: 06-05-2014) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 19 2014) Personeelsrooster (week 19 2014) 7 van 11 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-05-2014 Ziezo te SOMEREN Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-05-2014 Ziezo te SOMEREN Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-05-2014 Ziezo te SOMEREN Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen : Ziezo : http://www.kinderdagverblijfziezo.nl : 50 Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer : : : : Kinderdagverblijf Ziezo Sluisstraat 30 5712BG SOMEREN 17115208 Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door : : : : : GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605KR EINDHOVEN 088 0031 377 L. van Beek Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats : SOMEREN : Postbus 290 : 5710AG SOMEREN Gegevens toezicht Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : : : : 06-05-2014 08-05-2014 04-06-2014 10-06-2014 : 10-06-2014 : 01-07-2014 10 van 11 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-05-2014 Ziezo te SOMEREN Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 06-05-2014 Ziezo te SOMEREN
© Copyright 2025 ExpyDoc