Toeslagen Belastingdienst Berekening kinderopvangtoeslag 2014 De kinderopvangtoeslag is een bijdrage in de kosten van kinderopvang. Hoeveel kinderopvangtoeslag uw klant krijgt, hangt af van: • de kosten van de kinderopvang • het (gezamenlijke) toetsingsinkomen • de gewerkte uren van de minst werkende ouder Berekening U berekent de kinderopvangtoeslag van uw klant in 6 stappen. Stap 1: bepaal de uurprijs Voor kinderopvangtoeslag geldt een maximumuurtarief: • voor dagopvang bij een kindercentrum: € 6,70 per uur • voor buitenschoolse opvang (bso) bij een kindercentrum: € 6,25 per uur • voor gastouderopvang (dagopvang en bso): € 5,37 per uur Is de opvang goedkoper? Ga dan uit van dat goedkopere uurtarief. Is de opvang duurder? Ga dan uit van het maximumuurtarief. Stap 2: bereken de opvanguren waarvoor uw klant kinderopvangtoeslag kan krijgen Werkende ouders Werken beide ouders? Dan gaan we uit van het aantal gewerkte uren van de ouder die het minst werkt. Gaat het kind naar de dagopvang? Vermenigvuldig de gewerkte uren met 140%. Gaat het kind naar de buitenschoolse opvang? Vermenigvuldig de gewerkte uren met 70%. Gaat het kind minder uren naar de opvang? Neem dan de werkelijke uren. Een werkende ouder kan per kind voor maximaal 230 uur per maand kinderopvangtoeslag krijgen, maar nooit meer dan het berekende aantal uren op basis van de gewerkte uren. Ouders die een traject naar werk, studie of inburgeringscursus volgen Volgen beide ouders een traject naar werk, studie of inburgeringscursus bij een gecertificeerde instelling? Dan kunnen ze per kind voor maximaal 230 uur per maand kinderopvangtoeslag krijgen voor de duur van het traject. Dit geldt ook als ze daarnaast werken. Werkt een van beide ouders? Dan gaan we uit van de ouder die de minste uren opvang nodig heeft. Vermenigvuldig die uren met 140% voor dagopvang en 70% voor buitenschoolse opvang. Stap 3: bereken de opvangkosten voor het eerste kind Het eerste kind is het kind met de meeste opvanguren per maand. Houdt hierbij rekening met de berekende uren van stap 2. Aantal opvanguren voor het eerste kind x uurprijs (stap 1) = de opvankosten voor het eerste kind. Stap 4: bereken het gezamenlijke toetsingsinkomen Toetsingsinkomen aanvrager (klant) € Toetsingsinkomen toeslagpartner + € Gezamenlijk toetsingsinkomen € 2 Stap 5: bereken de overheidsbijdrage voor het eerste kind In de tabel ziet u welk percentage voor het eerste kind bij het gezamenlijke toetsingsinkomen hoort. Het bedrag is inkomensafhankelijk. Kosten kinderopvang eerste kind x percentage eerste kind = overheidsbijdrage eerste kind Kinderopvangtoeslagtabel 2014 (Gezamenlijk) toetsingsinkomen Van Lager dan €17.576 €18.746 €19.916 €21.086 €22.257 €23.426 €24.597 €25.764 € 27.023 €28.281 €29.539 €30.797 €32.057 € 33.315 €34.604 €35.895 € 37.185 €38.475 €39.767 € 41.057 €42.347 € 43.637 €45.048 € 47.812 €50.577 € 53.343 €56.109 €58.873 € 61.639 €64.404 € 67.169 €69.936 €72.700 €75.467 € 78.232 €80.996 € 83.761 €86.582 €89.414 Tot Tegemoetkoming Rijk als percentage van de kosten van kinderopvang € 17.575 €18.745 € 19.915 €21.085 €22.256 €23.425 €24.596 €25.763 €27.022 €28.280 €29.538 €30.796 €32.056 € 33.314 €34.603 €35.894 € 37.184 €38.474 €39.766 €41.056 €42.346 €43.636 €45.047 € 47.811 €50.576 €53.342 €56.108 €58.872 €61.638 €64.403 € 67.168 €69.935 €72.699 €75.466 € 78.231 €80.995 € 83.760 €86.581 € 89.413 €92.245 Eerste kind Tweede e.v. kind 90.7% 89.1% 88.1% 87.4% 86.7% 86.0% 85.0% 84.2% 83.4% 82.6% 81.5% 80.9% 79.9% 79.0% 78.2% 77.3% 76.5% 75.6% 74.5% 74.0% 73.0% 72.3% 71.2% 69.4% 68.5% 67.1% 64.5% 61.8% 59.1% 56.3% 53.5% 50.9% 48.2% 45.5% 42.6% 39.9% 37.3% 34.5% 32.0% 29.6% 93.3% 93.3% 93.3% 92.9% 92.9% 92.9% 92.9% 92.9% 92.7% 92.2% 91.9% 91.6% 91.6% 91.4% 91.0% 90.8% 90.6% 90.0% 89.8% 89.5% 89.5% 89.2% 89.0% 88.5% 87.7% 87.1% 86.6% 86.3% 85.5% 85.0% 84.4% 83.6% 83.1% 82.6% 82.3% 81.5% 81.1% 80.5% 79.7% 79.2% 3 (Gezamenlijk) toetsingsinkomen Van €92.246 € 95.077 € 97.910 €100.742 € 103.574 €106.406 €109.237 €112.070 €114.901 € 117.733 €120.565 €123.396 €126.229 €129.062 €131.893 €134.725 €137.557 €140.389 €143.221 €146.053 €148.884 €151.716 €154.548 €157.380 €160.212 €163.045 €165.876 €168.708 €171.540 Tot Tegemoetkoming Rijk als percentage van de kosten van kinderopvang €95.076 € 97.909 €100.741 € 103.573 €106.405 € 109.236 € 112.069 € 114.900 € 117.732 €120.564 € 123.395 € 126.228 € 129.061 € 131.892 €134.724 € 137.556 €140.388 € 143.220 €146.052 € 148.883 € 151.715 €154.547 € 157.379 € 160.211 € 163.044 € 165.875 € 168.707 € 171.539 En hoger Eerste kind Tweede e.v. kind 27.0% 24.4% 21.7% 19.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 18.0% 78.8% 78.4% 77.6% 77.0% 76.5% 75.9% 75.5% 74.7% 74.1% 73.0% 72.6% 71.8% 70.7% 70.1% 69.1% 68.5% 67.7% 67.0% 66.2% 65.1% 64.5% 63.7% 62.9% 62.1% 61.4% 60.6% 59.8% 59.2% 58.2% Stap 6: bereken de bijdragen voor de andere kinderen Zijn er meer kinderen die naar de kinderopvang gaan? Herhaal stap 1 tot en met 5 voor het tweede en volgende kind. Kijk voor het percentage in de Kinderopvangtoeslagtabel 2014 bij het tweede en volgende kind. Stap 7: bereken het totaal aan kinderopvangtoeslag Tel de toeslag voor alle kinderen bij elkaar op. 4 Rekenvoorbeelden Rekenvoorbeeld 1 Chris en Tina werken beiden in loondienst. Chris werkt 36 uur per week, zijn jaarinkomen is € 40.000. Tina werkt 20 uur per week, haar jaarinkomen is € 20.000. Ze hebben één kind, dat 121 uur per maand naar de dagopvang gaat bij een kindercentrum. Het uurtarief van de opvang is € 6,30. Stap 1 De opvang is goedkoper dan het maximumuurtarief. De uurprijs van de opvang is dus € 6,30. Stap 2 Tina is de minst werkende ouder. Zij werkt 20 uur per week, dat is 1.040 uur per jaar (52 weken). Per maand is dit 86,66 uur (1.040 gedeeld door 12). Hun kind gaat naar de dagopvang, dus u vermenigvuldigt de uren met 140%. Chris en Tina hebben recht op kinderopvangtoeslag voor 121 uur per maand. Stap 3 Kosten dagopvang eerste kind: 121 x € 6,30 = € 762,30 per maand Stap 4 Het gezamenlijke toetsingsinkomen is € 60.000. Toetsingsinkomen aanvrager Toetsingsinkomen toeslagpartner Gezamenlijk toetsingsinkomen €40.000 +€20.000 € 60.000 Stap 5 Percentage voor het eerste kind in de Kinderopvangtoeslagtabel 2014 bij € 60.000: 59,1% Overheidsbijdrage: € 762,30 x 59,1% = € 450,52 Stap 6 Is niet van toepassing (één kind). Stap 7 Totaal kinderopvangtoeslag: € 450,52 per maand. Het maandbedrag ronden we rekenkundig af op hele euro’s. Rekenvoorbeeld 2 Erik en Loes werken beiden. Erik heeft een eigen bedrijf, hij werkt 60 uur per week en zijn jaarinkomen is € 100.000. Loes werkt 10 uur per week in loondienst, haar jaarinkomen is € 20.000. Ze hebben twee kinderen. Het oudste kind gaat 61 uur per maand naar de buitenschoolse opvang bij een kindercentrum. Het uurtarief is € 6,50. Het jongste kind gaat 87 uur per maand naar de dagopvang bij een kindercentrum. Het uurtarief is € 6,80. Stap 1 Uurprijs jongste kind Voor de opvang geldt het maximumuurtarief. De uurprijs is dus € 6,70. Uurprijs oudste kind Voor de opvang geldt het maximumuurtarief. De uurprijs is dus € 6,25. 5 Stap 2 Loes is minst werkende ouder. Zij werkt 10 uur per week, dat is 520 uur per jaar (52 weken). Per maand is dit 43,33 uur (520 gedeeld door 12). Hun oudste kind gaat naar de buitenschoolse opvang, dus u vermenigvuldigt deze uren met 70% = 31 uur. Hun jongste kind gaat naar de dagopvang, dus u vermenigvuldigt deze uren met 140% = 61 uur. Erik en Loes hebben voor hun jongste kind voor 61 uur per maand en voor hun oudste kind voor 31 uur per maand recht op kinderopvangtoeslag. Stap 3 Het jongste kind is het kind met de meeste opvanguren. De kosten van dagopvang voor het eerste kind zijn dus: 61 x € 6,70 = € 408,70 per maand. Stap 4 Het gezamenlijke toetsingsinkomen is € 120.000. Toetsingsinkomen aanvrager Toetsingsinkomen toeslagpartner Gezamenlijk toetsingsinkomen € 100.000 +€20.000 € 120.000 Stap 5 Percentage voor het eerste kind in de Kinderopvangtoeslagtabel 2014 bij € 120.000: 18% over € 408,70= € 73,57 Overheidsbijdrage: € 73,57 Stap 6 Kosten van buitenschoolse opvang voor het tweede kind: 31 x € 6,25 (maximumuurtarief ) = € 193,75 per maand. Overheidsbijdrage: € 193,75 x 73% = € 141,44 Stap 7 Totaal kinderopvangtoeslag: Eerste kind: € 73,57 Tweede kind: + € 141,44 Totaal per maand: € 215,01 Het maandbedrag ronden we rekenkundig af op hele euro’s. Rekenvoorbeeld 3 Anne is een alleenstaande vrouw met één kind. Ze werkt 40 uur per week en haar jaarinkomen is € 40.000. Haar kind gaat 240 uur per maand naar de dagopvang bij een gastouder. Het uurtarief is € 5,15. Stap 1 De opvang is goedkoper dan het maximumuurtarief. De uurprijs van de opvang is dus € 5,15. Stap 2 Anne werkt 40 uur per week, dat is 2.080 uur per jaar (52 weken). Per maand is dit 173,33 uur (2.080 gedeeld door 12). Haar kind gaat naar de dagopvang, dus u vermenigvuldigt de uren met 140% = 242 uur per maand. Anne kan voor maximaal 230 uur per maand kinderopvangtoeslag krijgen. 6 Stap 3 Kosten van gastouderopvang voor het eerste kind: 230 x € 5,15 = € 1.184,50 per maand Stap 4 Anne heeft geen toeslagpartner. Het gezamenlijke toetsingsinkomen is dus gelijk aan haar jaarinkomen: € 40.000. Stap 5 Percentage voor het eerste kind in de Kinderopvangtoeslagtabel 2014 bij € 40.000: 74% Overheidsbijdrage: € 1.184,50 x 74% = € 876,53 Stap 6 Is niet van toepassing (één kind). Stap 7 Totaal kinderopvangtoeslag: € 876,53 per maand. Het maandbedrag wordt rekenkundig afgerond op hele euro's. Rekenvoorbeeld 4 Mark en Agnes hebben samen één kind. Mark studeert tot juli aan de universiteit en werkt daarnaast 10 uur per week in loondienst. Zijn jaarinkomen is € 15.000. Agnes werkt 20 uur per week in loondienst. Haar jaarinkomen is € 20.000. Hun kind gaat 108 uur per maand naar de dagopvang bij een gastouder. Het uurtarief is € 5,40. Stap 1 Voor de opvang geldt het maximumuurtarief. De uurprijs is dus € 5,37. Stap 2 Gewerkte uren minst werkende ouder: Mark werkt 10 uur per week, maar doet dit in combinatie met een universitaire studie. Daardoor kan hij voor de periode januari tot juli voor maximaal 230 uur per kind per maand kinderopvangtoeslag vragen. Agnes werkt 20 uur per week, dat is 1.040 uur per jaar (52 weken). Per maand is dat 86,66 uur (1.040 gedeeld door 12). Hun kind gaat naar de dagopvang, dus vermenigvuldigen met 140%. Agnes heeft recht op kinderopvangtoeslag voor 121 uur per maand. Agnes heeft de minste uren kinderopvang nodig. De feitelijke opvanguren zijn minder, namelijk 108 uur per maand. We gaan dus uit van 108 uur per maand. Let op! Deze berekening geldt tot juli. Op 1 juli moeten Mark en Agnes een nieuwe berekening maken, gebaseerd op wie dan de minste uren werkt. Stap 3 Kosten van gastouderopvang eerste kind: 108 x € 5,37 = € 579,96 per maand Stap 4 Het gezamenlijke toetsingsinkomen is € 35.000. Toetsingsinkomen aanvrager € 20.000 Toetsingsinkomen toeslagpartner +€ 15.000 Gezamenlijk toetsingsinkomen € 35.000 7 Stap 5 Percentage voor eerste kind in de Kinderopvangtoeslagtabel 2014 bij € 35.000: 77,3% Overheidsbijdrage: € 579,96 x 77,3% = € 448,31 Stap 6 Is niet van toepassing (één kind). Stap 7 Totaal kinderopvangtoeslag: € 448,31 per maand. Het maandbedrag ronden we rekenkundig af op hele euro’s. Dit is een uitgave van Belastingdienst/Toeslagen januari 2014 tg080-1z41fd
© Copyright 2025 ExpyDoc