H - Universiteit Utrecht

Cursushandleiding ICT en Onderwijs 2014-2015
Graduate School of Teaching, september 2014
Universiteit Utrecht
Code:
Blok:
Timeslot:
Studiepunten:
Niveau:
Opleiding:
Docenten:
Coördinator:
GSTKO04
2
C, maandag 15:15-17:00
3,75
keuzecursus
Lerarenopleiding
dr. Gijsbert Erkens
drs. Frans Kranenburg
drs. Frans Kranenburg (E-mail: [email protected] )
Inhoudsopgave
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Algemeen ........................................................................................................................................................ 2
Doelstelling van de cursus .......................................................................................................................... 3
Eindtermen van de cursus ........................................................................................................................... 3
Inhoud van de cursus ................................................................................................................................... 4
Onderwijsvormen ......................................................................................................................................... 5
Toetsing en beoordeling.............................................................................................................................. 7
Regels bij het inleveren van opdrachten ..................................................................................................7
Inspanningsverplichting ................................................................................................................................ 8
Regeling aanvullende toets .......................................................................................................................... 8
Studielast..................................................................................................................................................... 9
Contact over het onderwijs................................................................................................................... 9
Evaluatieprocedure...................................................................................................................................9
Beschrijving van de cursus van week tot week .............................................................................. 10
1
1. Algemeen
Cursuscoördinator
Frans Kranenburg
[email protected]
Telefoon: 030-253 1267 / 4148
Kamer: F 3.12 Langeveldgebouw / 3.75 Buys Ballotgebouw
Docenten
Gijsbert Erkens
[email protected]
Frans Kranenburg
[email protected]
werkcollegedocent
werkgroepbegeleider
werkcollegedocent,
werkgroepbegeleider
Werkvormen
Blended Learning, Werkcolleges, Werkgroepopdracht, Peerfeedback, Online Interactie en Zelfstudie.
Roostergegevens
zie http://www.uu.nl/onderwijscatalogus
Verplichte literatuur
Een overzicht van de gebruikte literatuur is te vinden hoofdstuk 13. Beschrijving van de cursus van
week tot week.
Veronderstelde voorkennis
De cursus Introductie in Onderzoek in Onderwijs (OiO)
Aanbevolen voorkennis
Kerndoelen en eindtermen voor het schoolvak waarvoor je de lerarenopleiding volgt.
Didactische Analyse Model (van Gelder) en Constructive Alignment
Toetsvormen
Peerfeedback (50%), individuele opdracht
Ontwerpopdracht en evaluatieopzet (50%), groepsopdracht
Aantal studiepunten
3,75 EC
2
2. Doelstelling van de cursus
Aan het eind van de cursus heb je kennis en vaardigheden op de volgende gebieden:
• Overzicht van verschillende vormen van ICT-gebruik in het onderwijs op grond van
theoretisch leerprincipes, pedagogisch-didactische werkvorm en empirische ondersteuning.
• Analyseren van problemen en situaties in de onderwijspraktijk die mogelijk met ICT
verbeterd of ondersteund kunnen worden.
• Ontwerpen (functionele specificatie) van een concrete ICT-toepassing voor de
onderwijspraktijk met didactische doelstelling, theoretische onderbouwing en
evaluatieopzet, uitgevoerd in een ontwerpteam.
• Open en kritische reflectie op en evaluatie van ICT-gebruik in de eigen (en andermans)
onderwijspraktijk en schoolcontext.
• Integreren van vakinhoudelijke, pedagogisch-didactische, leerpsychologische en
technologische kennis (TPACK- Technological Pedagogical And Content Knowledge)
Daarnaast heb je aan het eind van de cursus gewerkt aan de volgende academische vaardigheden:
• inzetten van verkregen pedagogisch-didactische, leerpsychologische en technologische
kennis in de onderwijspraktijk;
• vinden van relevante wetenschappelijke literatuur;
• kritisch analyseren van wetenschappelijke en populaire teksten;
• samenwerken;
• geven van peerfeedback;
• schrijven van een wetenschappelijk gefundeerd ontwerp.
3. Eindtermen van de cursus
Bovenstaande doelstellingen vertalen zich in de volgende eindtermen:
•
•
•
•
•
Studenten zijn op de hoogte van het actuele theoretisch kader en onderzoek omtrent het
gebruik en mogelijke toepassingen van ICT in onderwijs (over verschillende vakkenclusters).
Studenten zijn zelfstandig in staat een beargumenteerde analyse te maken van
(problematische) situaties in de (eigen) onderwijspraktijk binnen een vakkencluster waarbij
ICT ingezet kan worden ter verbetering of ondersteuning.
Studenten kunnen in samenwerking een functioneel ontwerp van een ICT-toepassing maken
gericht op omschreven vakdidactische doelstellingen en met een theoretische en empirische
onderbouwing.
Studenten kunnen in samenwerking een uitgewerkt evaluatieopzet formuleren met
betrekking tot het bereiken van de geformuleerde doelstellingen van het ontwerp.
Studenten kunnen in de vorm van individuele peerfeedback een kritische en constructieve
evaluatie geven van een door medestudenten ontworpen ICT-toepassing op basis van
pedagogisch-didactische, leerpsychologische, technologische en praktische overwegingen.
3
4. Inhoud van de cursus
Vanuit een algemene introductie van theorie rond ICT in Onderwijs (TPACK, gebruiksthema’s en
leerprincipes) in de eerste bijeenkomst, worden verschillende gebruiksthema’s van ICT bestudeerd,
beproefd en besproken. Het praktische uitgangspunt van deze cursus vormt de ICT-context (van de
school en van de lespraktijk) die je als student in kaart brengt en analyseert op mogelijke
verbeteringen. Door ontwerpend en onderzoekend te leren, waarbij samenwerkend leren gewenst
is, maak je een ontwerp voor een toepassing waarbij ICT ingezet wordt om de (vak)didactiek te
versterken dan wel te transformeren in het middelbaar onderwijs.
Studenten die zelf geen (stage)school hebben worden gekoppeld aan een of meer medestudenten
met een school en een schoolvak binnen hetzelfde schoolvakkencluster (talen, beta-vakken,
zaakvakken). De inventarisatie en analyse vindt op school plaats; de analyse, het ontwerp en de
evaluatieopzet worden inhoudelijk gevoed en verdiept tijdens de bijeenkomsten en literatuur. Daarin
wordt vanuit een pedagogisch-didactisch, leerpsychologisch en technologisch kader een overzicht
gegeven van verschillende gebruiksmogelijkheden van ICT in het onderwijs. Hiertoe komen de
volgende gebruiksthema’s komen achtereenvolgens aan bod (zie hoofdstuk 13):
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Onderwijs vernieuwen met ICT?
Blended learning
Oefening
Multiple representatie
Onderzoekend leren
Motivatie, spelend leren
Samenwerkend leren
Social networking
Docentondersteuning
(Ipad-scholen, laptop projecten)
(ELO’s, Blackboard, Virtual Action Learning)
(drill & practice, courseware, tutorsyst)
(multimedia)
(simulatie omgevingen)
(serious gaming, virtual worlds)
(CSCL, Learning communities)
(Facebook, Twitter, blogs, GPS)
(Magister LVS, digitale toetsing)
Met het oog op ontwerpen die gebruik willen maken van een ICT-vorm die pas later in de cursus aan
bod komt, zal bij het begin van de cursus voor alle cursus onderdelen cq ICT categorieën korte
beschrijvingen zijn met verwijzing naar software-links en literatuur. In de laatste bijeenkomst zal de
vernieuwingsmogelijkheden van het onderwijs met behulp van ICT opnieuw aan de orde worden
gesteld.
In de eerste bijeenkomst zal de vraag gesteld worden in hoeverre ICT en nieuwe media in het
algemeen daadwerkelijk in staat zijn het onderwijs te vernieuwen (de zogenaamde Kozma-Clark
discussie) en worden een achttal verschillende gebruiksmogelijkheden geïntroduceerd. In de daarop
volgende acht werkcolleges worden de pedagogisch-didactische en leertheoretische achtergronden
van iedere gebruiksmogelijkheid toegelicht en relevante modellen en onderzoeksresultaten
besproken. Tevens zullen telkens een of twee programma’s gedemonstreerd worden of door de
studenten uitgeprobeerd.
Gedurende de eerste 2 weken zullen de studenten met een schoolstage een blog bijhouden waarin zij
het ICT gebruik in hun eigen lespraktijk en school beschrijven en analyseren. Zij worden daarbij
geholpen door een buddy (niet-stagestudent) die hen in blog-replies kritisch bevraagt en aanvult.
In week 3 worden ontwerpteams gevormd van 3 a 4 studenten binnen eenzelfde vakkencluster. Op
basis van de aangevulde blogs wordt een praktijksituatie gekozen als gezamenlijk ontwerpprobleem
en wordt de probleemanalyse verder onderbouwd. In week 3-6 wordt een functioneel ontwerp
geëxpliciteerd met specificatie van vakdidactische doelstellingen en met theoretische en empirische
4
onderbouwing, later aangevuld met een evaluatieopzet waarin wordt aangegeven hoe nagegaan kan
worden of het ontwerp de gestelde didactische doelstellingen bereikt.
Het ontwerp en evaluatieopzet heeft de volgende structuur en omvat maximaal 14 pagina’s:
1. Probleemanalyse
(2 blz)
2. Doelstellingen
(0,5 blz)
3. Ontwerp (interface, functionaliteit, interactie)
(3 blz)
4. Pedagogische & leerpsychologische legitimering
(2 blz)
5. Technologische legitimering
(1 blz)
6. Praktische legitimering
(1 blz)
7. Evaluatieopzet
(1,5 blz)
8. Discussie, kritische punten en herontwerp
(2 blz)
9. Referenties
(1 blz)
In week 7 geven de studenten individuele peerfeedback op het ontwerp van een groep waarin zij niet
deelnamen. De kritische en constructieve peerfeedback betreft 4 dimensies: pedagogisch-didactisch,
leerpsychologisch, functioneel-technologisch en praktisch en wordt met literatuur onderbouwd. Dit
is deelopdracht 1 en wordt individueel beoordeeld.
Vanaf week 7 kunnen de groepjes het ontwerp en evaluatieopzet op basis van de gegeven feedback
reviseren. Voor zover mogelijk wordt de lesactiviteit / het ontwerp (eventueel in een “mock-up”
vorm) in de lespraktijk van een van de groepsleden uitgevoerd. Wanneer uitvoering in de praktijk
onmogelijk blijkt, wordt het ontwerp ter evaluatie voorgelegd aan 2 ervaren, externe docenten uit
het betreffende cluster. In week 9 wordt op basis van de praktijkervaring een voorstel tot
herontwerp met evaluatieopzet geformuleerd. In week 10 worden ontwerp en herontwerp en
evaluatieopzet ingeleverd (deelopdracht 2) en in de laatste bijeenkomst aan de gehele groep
gepresenteerd en bediscussieerd.
De evaluatieopzet kan eventueel later verder uitgewerkt en toegepast worden in een
onderzoeksdossier.
5. Onderwijsvormen
In de lerarenopleiding leggen we de nadruk op activerend onderwijs door het maken van
opdrachten, het voeren van groepsdiscussies tijdens bijeenkomsten enzovoorts. Tijdens de cursus
maken we gebruik van verschillende onderwijsvormen. Het globale doel en inhoud daarvan geven we
hieronder kort aan.
Blended Learning
Tijdens de cursus wordt blended learning ingezet. Met andere woorden er worden verschillende
ICT-toepassingen (media) naast elkaar op verschillende momenten binnen de cursus toegepast:
verschillende type informatiebronnen, multimedia, digitaal discussieforum, collaboratieve tools, blogs,
links naar weblectures, video’s, demonstratie- en andere computerprogramma’s.
Werkcolleges
Iedere week is er een werkcollege van anderhalf uur. Tijdens deze colleges verzorgt de docent een
korte plenaire uitleg op het onderwerp en vervolgens zal middels opdrachten, demonstraties en
discussie dieper ingegaan worden op de stof. Er wordt tijdens de werkcolleges dan ook een actieve
houding van je verwacht. Ter voorbereiding op het werkcollege bestudeer je de opgegeven literatuur
(een algemeen overzichtsartikel omtrent het gebruiksthema en een onderzoeksartikel) en analyseer
je opgegeven demonstratie programma’s. Voorafgaand aan ieder werkcollege worden links gegeven
5
naar open toegankelijke programma’s die als voorbeeld van het betreffende gebruiksthema kunnen
dienen en die zelfstandig geprobeerd kunnen worden.
Tijdens de werkcolleges worden door de docenten voorbeelden gegeven van ICT-gebruik, maar zij
zullen daar tegelijk ook zelf daadwerkelijk een voorbeeld in trachten te zijn om hun didactisch
handelen daarbij te kunnen expliciteren. Door dat ICT-gebruik te legitimeren en theoretisch te
onderbouwen wordt je gevraagd te reflecteren op de wijze waarop zij dit ICT-gebruik in de
onderwijspraktijk zouden kunnen toepassen. Voor ieder gebruiksthema zal daarom een
cursusinhoudelijk relevant programma gezocht of mogelijk geconstrueerd worden (denk hier
bijvoorbeeld aan het gebruik van een drill & practice oefenprogramma tijdens het derde werkcollege
om inhouden de eerste bijeenkomst te oefenen).
Werkgroepopdracht
Gedurende de cursus werk je aan een groepsopdracht in de vorm van een functioneel ontwerp voor
een onderwijspraktijkprobleem wat mogelijk met de inzet van ICT opgelost kan worden. De
praktijkproblemen worden verzameld in de eerste 2 weken van de cursus, middels blogs van
studenten met een (stage)school en hun buddy’s (niet-stage studenten). In week 3 worden de
ontwerp teams (werkgroepen) gevormd. In de werkgroep doorloop je met je medestudent een
ontwerpcyclus bij het maken van de opdracht (Ontwerpend Leren)
Opdrachtbegeleiding
Het laatste half uur van ieder werkcollege wordt steeds de mogelijkheid geboden om verdere
werkafspraken in de opdrachtgroep te maken en begeleiding te vragen van de docent. Voor de
opdrachtbegeleiding zal er een rooster gehanteerd worden en zal ingegaan worden op concrete
begeleidingsvragen die de groep van te voren aan de docent heeft doorgegeven.
Peerfeedback
Naast het samenwerken aan de groepsopdracht maakt iedere deelnemer een peerfeedback opdracht,
waarin het ontwerp van een andere werkgroep wordt geanalyseerd en constructief wordt
bekritiseerd. Voor zowel de ontwerpopdracht als de peerfeedback geldt dat deze onderbouwd
moeten worden met de wetenschappelijke literatuur die in de cursus is opgegeven of zelf is
gevonden.
Online Interactie
BlackBoard Learning zal worden gebruikt als elektronische leeromgeving (ELO). In de cursusruimte
zullen aankondigingen geplaatst worden (Mededelingen), zullen links gegeven worden naar relevante
websites en demonstratieprogramma’s en zal cursus-informatie te vinden zijn. Voor ieder
gebruiksthema wordt een discussiethread geopend waarin de mogelijkheden van dergelijke ICTtoepassingen in de verschillende vakkenclusters bediscussieerd zal worden. Ook zal er een blog zijn
om de bevindingen en ervaringen in de praktijk van de school bij te houden.
Ook wordt voor iedere opdrachtgroep in Blackboard een samenwerkingsruimte ingericht met
verschillende collaboratieve tools die bij het samenwerken kunnen vergemakkelijken (chat,
discussieforum, virtual classroom, WIKI, collaboratieve tekstprocessor & gemeenschappelijke
concept-mapping).
Je kunt overwegen om de mobiele app van BlackBoard op je smartphone of tablet te downloaden.
Zoek hiervoor op BlackBoard Mobile in de Apple Appstore (voor iPhones en iPads) of in Google Play
(voor smartphones en tables met Android). Deze app is gratis. Voordeel van het gebruiken van deze
app is dat je niet telkens opnieuw hoeft in te loggen en dat je berichten op je smartphone of tablet
ontvangt wanneer er nieuwe mededelingen of documenten op BlackBoard verschijnen.
6
Zelfstudie
Voorafgaand aan iedere bijeenkomst dient iedereen de artikelen gelezen te hebben en eventuele
demo programma’s te hebben bekeken. De literatuur is allemaal vrij beschikbaar via Google Scholar
en de Universiteitsbibliotheek. (zie http://libguides.library.uu.nl/getaccess_en voor informatie over
toegang tot full tekst bestanden vanuit thuis) Voor iedere bijeenkomst worden gemiddeld 30 pagina’s
bestudeerd. In totaal zo’n 270 pagina’s verdeeld over 23 artikelen. Ongeveer de helft van de artikelen
(12x) zijn overzichtsartikelen en meer theoretisch van aard. De andere artikelen (11x) betreffen de
verslaggeving van een specifiek onderzoek. Voor de demo programma’s komen de links op
blackboard te staan.
6. Toetsing en beoordeling
De toetsing binnen deze cursus bestaat uit twee zogenaamde deeltoetsen. De deeltoetsen bepalen
ieder voor 50% het eindcijfer. Beide deeltoetsen moeten echter met een voldoende afgesloten zijn
(cijfer ≥ 5,5) om de cursus te kunnen afronden.
1. Deeltoets 1, Peerfeedback (tussentijdse individuele opdracht),
Kritische en constructieve evaluatie (maximaal 3 bladzijden / 1250 woorden) van functioneel
ontwerp van medestudenten met onderbouwing op vier dimensies: pedagogisch-didactisch,
leerpsychologisch, technologisch en praktisch.
2. Deeltoets 2, Ontwerpopdracht (groepsopdracht, 3 a 4 studenten, met individuele reflectie
op proces en product),
Functioneel ontwerp en herontwerp van een ICT-toepassing met didactische doelstelling(en)
voor concrete lespraktijksituatie, gebaseerd op a) probleemanalyse , b) pedagogischdidactische, leertheoretische, technologische en praktische verantwoording en c)
uitgewerkt evaluatieopzet
7. Regels bij het inleveren van opdrachten
Bij deze cursus gelden de volgende algemene regels:
1. Alle teksten worden ingeleverd voorzien van een titel, naam van de cursus, naam van de
auteur(s) en studentnummer(s), en paginanummering. De cursuscoördinator kan daarnaast
aanvullende informatie verplicht stellen.
2. Alle teksten dienen zonder spel-, grammatica- en typfouten ingeleverd te worden. Voordat een
student een tekst inlevert, controleert hij/zij deze zelf op spel- en typfouten. Een tekst die een
groot aantal fouten bevat (méér dan 3 per 500 woorden), is niet acceptabel.
3. Alle teksten voldoen aan de APA-normen (zie Publication manual of the American Psychological
Association, 6th edition). Niet alleen bij referenties, ook bij tabellen, kopjes, etc. Een tekst die een
groot aantal fouten bevat (méér dan 5 afwijkingen van de APA-norm), is niet acceptabel.
Ingeleverde teksten die niet aan deze drie regels voldoen, krijgen een onvoldoende.
7
8. Inspanningsverplichting
In overeenstemming met de Onderwijs- en examenregeling (OER, art. 4.5) wordt van elke student
actieve deelname aan de cursus verwacht. Voor de cursus “ICT en Onderwijs” betekent dat:
• je aanwezig bent bij de werkcolleges, tenzij je je tijdig met een geldige reden (bijvoorbeeld ziekte)
hebt afgemeld;
• je de opdracht tijdig inlevert, volgens de in de opdracht geformuleerde regels en volgens de
algemeen geldende regels (zie paragraaf 7, “Regels bij het inleveren van opdrachten”);
• je aanwezig bent bij de eindpresentatie, tenzij je je tijdig met een geldige reden hebt afgemeld (zie
hiervoor de pagina “Afmelden bij bijzondere omstandigheden” op internet);
• In de werkcolleges, op het Blackboard en in de opdrachtgroepen wordt van de studenten actieve
participatie verwacht: je doet actief mee onder meer door mee te doen aan discussies, vragen te
stellen, blog bij te houden, de aangeboden en zelf gevonden literatuur hierbij te gebruiken, samen
te werken in de opdrachtgroepen, de demonstratieprogramma’s vooraf te bekijken, enz.
Indien je niet aan de bovenstaande verwachtingen voldoet, heeft de cursuscoördinator de
mogelijkheid om je uit te sluiten van verdere deelname aan de cursus of een gedeelte daarvan.
9. Regeling aanvullende toets
In onderstaande procedure lees je hoe de regeling van de aanvullende toets (tentamen en/of
opdracht) wordt toegepast (conform wat er in de OER over is opgenomen, art. 5.5) en wat de
procedure is voor afmelding voor een toets gelegenheid.
Toepassing regelgeving aanvullende toets
Je wordt uitgenodigd voor een aanvullende toets op voorwaarde dat:
1. je aan alle inspanningsverplichtingen hebt voldaan;
2. je als eindcijfer (gewogen gemiddelde van alle deeltoetsen) een 4,00 of hoger hebt gehaald (NB.
Cijfers van 0,00 - 4,99 worden niet afgerond);
3. je niet geslaagd bent voor de cursus (eindcijfer lager dan 5,5 of een van de deeltoetsen voldoet
niet aan het minimum cijfer);
4. in geval van afwezigheid tijdens de eerste tentamengelegenheid of het niet tijdig (voor de
deadline) inleveren van een opdracht je je voorafgaand aan de toets (tentamen of opdracht)
met geldige reden hebt afgemeld via het daarvoor bestemde formulier (zie procedure
bijzondere omstandigheden).
Berekening gemiddeld eindcijfer
Toekenning van een aanvullende toets kan pas plaatsvinden, wanneer het gemiddelde eindcijfer van
alle deeltoetsen van een cursus beschikbaar is. Indien bijvoorbeeld de deadline van een opdracht
halverwege de cursus ligt, en een tentamen aan het einde van de cursus wordt afgenomen, kan pas
daarna het gemiddelde cijfer worden berekend en blijken of je recht hebt op een aanvullende toets
voor de opdracht en/of het tentamen. De aanvullende toets zal dus vrijwel altijd vallen in het
volgende blok wanneer het onderwijs van dat blok al gestart is.
Procedure bijzondere omstandigheden
Indien sprake is van bijzondere omstandigheden moet dit voor aanvang van de toets (tentamen of
opdracht) via een speciaal formulier gemeld worden (klik hier).
Uitnodiging aanvullende toets
Opdracht
Als je recht hebt op een aanvullende toets voor een opdracht, krijg je hierover een melding via het
STIP. Informatie over de aanvullende opdracht krijg je via de cursuscoördinator.
Zie voor meer informatie over de regeling aanvullende toets www.uu.nl/sw/student > toetsing
8
10. Studielast
De totale studietijd voor deze cursus kan ongeveer als volgt worden verdeeld over de verschillende
onderdelen van de cursus:
• Bijwonen werkcolleges
• Voorbereiding colleges, online discussie, en literatuurstudie
• Voorbereiding, analyse en evaluatie school- en lespraktijk
• Onderzoekend en ontwerpend leren (ontwerpopdracht)
• Peerfeedback (voorbereiding en rapport)
• Ontwerp en evaluatieopzet presentatie
Totaal
9 * 2 uur =
9 * 3 uur =
3 * 2 uur =
18 uur
27 uur
6 uur
40 uur
12 uur
2 uur
105 uur
11. Contact over het onderwijs
Algemene Informatie over onderwijs
Veel algemene informatie over het onderwijs (denk bijvoorbeeld aan roostering en cursusinschrijving)
is te vinden via de facultaire startpagina van de site van het STudieInformatie-Punt (STIP), zie
www.uu.nl/sw/stip
Informatie over de lerarenopleiding
Voor informatie specifiek over de lerarenopleiding ga je naar:
1. …, de studie-informatiesite van je opleiding
2. De Blackboard studenten community zie daar: lerarenopleiding algemeen.
12. Evaluatieprocedure
Iedere cursus in de Graduate School of Teaching wordt op dezelfde wijze geëvalueerd. Dit betekent
dat je na afloop van de cursus, meestal na afloop van de afsluitende toets, uitgenodigd wordt een
evaluatieformulier in te vullen via het onderwijsevaluatiesysteem Caracal. Het formulier bestaat uit
open en gesloten vragen (5-puntsschaal). Alle ingevulde formulieren worden verwerkt. De
rapportage die daaruit ontstaat, geeft een indicatie van wat er goed gaat in de cursus en waar
verbeteringen mogelijk zijn. De open vragen zijn bedoeld om een toelichting te geven. Deze
informatie is bestemd voor de cursuscoördinator en betrokken docenten. Zorg daarom dat de
feedback die je hier geeft concreet en constructief is zodat dit voor de betrokkenen nuttige
informatie oplevert. Op die manier kun je een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs. De
rapportage vind je na afloop van de cursus terug op Caracal.
9
13. Beschrijving van de cursus van week tot week (onder voorbehoud, kan wijzigen!)
Nr
Thema
1
Onderwijsvernieuwen
met ICT?
Korte inhoud
-
-
-
-
Kan ICT aan onderwijs bijdragen of hebben
nieuwe media geen wezenlijke invloed op het
onderwijsleerproces?
Wat gebeurt er momenteel (iPad-scholen,
laptop projecten), en welke vragen roept dit op
voor onderwijsgevenden?
Hoe verhoudt technologische kennis zich tot de
pedagogische, leerpsychologische en
(vak)didactische kennis en theorieën (TPACK)?
Welke gebruiksmogelijkheden zijn er van ICT en
wat zijn daarvan de achterliggende pedagogischdidactische en leerpsychologische principes?
Activteiten
-
Werkcollege
Blog
Feedback blog
Discussieforum
Literatuur
1.1. Clark, R. E. (1994). Media Will Never Influence Learning. Educational
technology research and development, 42(2), 21-29.
doi:10.1007/BF02299088
1.2. Kozma, R.B. (1994). Will Media Influence Learning? Reframing the
Debate. Educational technology research and development, 42(2), 7-19.
doi:10.1007/BF02299087
1.3. Koehler, M.J., & Mishra, P. (2009). What is Technological
Pedagogical Content Knowledge? Contemporary Issues in Technology
and Teacher Education, 9(1), 60-70.
(30 p.)
2
Blended Learning
-
-
-
Wat zijn de achterliggende pedagogischdidactische en leerpsychologische principes van
blended leren?
Welke kenmerken hebben blended
elektronische leeromgevingen (zoals Blackboard,
Sakai, Virtual Learning Community VLC)?
Wat zegt onderzoek over optimale blends?
Hoe evalueer je effectiviteit van ICT in educatie?
-
Werkcollege
Blog
Feedback blog
Demo
Discussieforum
Deadline blog
2.1. Garrison, D. R., & Kanuka, H. (2004). Blended learning: Uncovering
its transformative potential in higher education. Internet and Higher
Education, 7, 95–105. doi:10.1016/j.iheduc.2004.02.001
2.2. Mueller, J., Wood, E., Willoughby, T., Ross, C., & Specht, J. (2008).
Identifying discriminating variables between teacher who fully
integrate computers and teachers with limited integration.
Computers & Education, 51, 1523-1537.
doi:10.1016/j.compedu.2008.02.003
2.3. Salinas, M.F. (2008). From Dewey to Gates: A model to integrate
psychoeducational principles in the selection and use of
instructional technology. Computers & Education, 50, 652–660.
doi:10.1016/j.compedu.2006.08.002
(32 p.)
10
Nr
3
Thema
Oefening
Korte inhoud
-
-
4
Multiple representatie
-
-
-
5
Onderzoekend leren
-
-
-
Activteiten
Wat zijn de achterliggende pedagogischdidactische en leerpsychologische principes van
oefensoftware?
Welke kenmerken hebben drill-and-practice en
tutoriële oefenprogramma’s?
Hoe is een intelligent tutorsysteem opgebouwd?
Hoe ervaren leerlingen oefenprogramma’s op de
computer?
Worden met betrekking tot het onderzoek naar
de effectiviteit van ICT in het onderwijs de juiste
vragen gesteld?
-
Wat zijn de achterliggende pedagogischdidactische en leerpsychologische principes van
multimedia in het onderwijs?
Hoe wordt informatie verwerkt uit multimediale
bronnen?
Wat zijn hierbij de verschillen tussen
geconstrueerde kennis en automatisering van
kennis en vaardigheden?
Hoe kan zelfsturend leren met multimedia
ondersteund worden?
-
Wat zijn de achterliggende pedagogischdidactische en leerpsychologische principes van
computersimulaties in het onderwijs?
Hoe kan onderzoekend leren met simulatie
programma’s worden ingezet?
Wat zijn hierbij de verschillen tussen
geconstrueerde kennis en automatisering van
kennis en vaardigheden?
Leren leerlingen effectiever van
computersimulaties of van laboratorium
materialen?
-
Werkcollege
Ontwerpopdracht
Demo
Discussieforum
Literatuur
3.1.
3.2.
Cox, M. J. & Marshall, G. (2007). Effects of ICT: Do we know what
we should know? Education and Information Technologies, 12, 59–70.
doi:10.1007/s10639-007-9032-x
Kuiper, E., & Pater-Sneep, de M. (2014). Student perceptions of
drill-and-practice mathematics software in primary education.
Mathematics Education Research Journal, 26(2), 215-236.
(32 p.)
Werkcollege
Ontwerpopdracht
Demo
Discussieforum
4.1.
Kester, L, & Merriënboer, J. van (2013). Effectief leren van
multimediale leerbronnen. 4W: Weten Wat Werkt en Waarom, 2(4),
14-50.
(36 p.)
Werkcollege
Ontwerpopdracht
Demo
Discussieforum
5.1.
Jong, T. de (2012). Onderzoekend leren met computersimulaties.
4W: Weten Wat Werkt en Waarom, 1(1), 23-27.
5.2.
de Jong, T. (2006). Computer simulations - Technological advances
in inquiry learning. Science, 312, 532-533.
5.3.
Jaakkola, T., Nurmi, S., & Veermans, K. (2011). A comparison of
students’ conceptual understanding of electric circuits in simulation
only and simulation-laboratory contexts. Journal of Research in
Science Teaching, 4, 71-93
(28 p.)
11
Nr
Thema
6
Samenwerkend leren
Korte inhoud
-
-
-
Wat zijn de achterliggende pedagogischdidactische en leerpsychologische principes van
computerondersteund samenwerkend leren
(CSCL) en learning communities in het
onderwijs?
Wat zijn de belangrijkste onderzoeksthema’s op
het gebied van samenwerkend leren met
computer ondersteuning?
Hoe kan gezamenlijk argumentatief schrijven, het
schrijven van betogen bij geschiedenis worden
ondersteund door middel van visualisatie en
representatie?
Activteiten
-
Werkcollege
Ontwerpopdracht
Demo
Discussieforum
1e deadline
Ontwerpopdrach
t
Literatuur
6.1
Stahl, G., Koschmann, T., & Suthers, D. (2006). Computersupported collaborative learning: An historical perspective. In R. K.
Sawyer (Ed.), Cambridge handbook of the learning sciences (p. 409426). Cambridge, UK: Cambridge University Press. Retrieved from
http://GerryStahl.net/cscl/CSCL_English.pdf
6.2
Janssen, J.J.H.M., Erkens, G., Kirschner, P.A. & Kanselaar, G. (2008).
Effects of representational guidance during computer-supported
collaborative learning. In P. A. Kirschner, F. Prins, V. Jonker & G.
Kanselaar (Eds.), Cre8ting a learning world: Proceedings of the 8th
International Conference of the Learning Sciences (Volume 3)(pp. 47-48).
Utrecht: International Society of the Learning Sciences, International
Conference of the Learning Sciences.
(29 p)
7
Motivatie, spelend
leren
-
-
Wat zijn de achterliggende pedagogischdidactische en leerpsychologische principes van
games of virtuele werelden in het onderwijs?
Welke nadelen hebben sociale media en games
in en buiten de klas?
Hoe kunnen games helpen bij het aanleren van
burgerschapsvaardigheden?
Hoe kunnen educationele games pedagogischdidactisch gefundeerd worden?
Gamification als motivatie factor voor leren?
-
Werkcollege
Ontwerpopdracht
Feedbackopdracht
Demo
Discussieforum
7.1. Rooij, T. van, Schoenmakers, T., Mheen, D. van de (2014).
Problematisch gebruik van sociale media en games. 4W: Weten Wat
Werkt en Waarom, 3(2), 6-13.
7.2. Neys, J., & Janz, J. (2014). Games en burgerschap. 4W: Weten Wat
Werkt en Waarom, 3(2), 22-29.
7.3. Kebritchi, M. & Hirumi, A. (2008). Examining the pedagogical
foundations of modern educational computer games. Computers &
Education, 51(4), 1729–1743. doi:10.1016/j.compedu.2008.05.004
(28 p.)
8
Social networking
-
-
Wat zijn de achterliggende pedagogischdidactische en leerpsychologische principes van
sociale media in het onderwijs?
Wat kan de inzet van Facebook, Twitter, blogs,
of GPS de docent bieden?
- Deadline feedback
opdracht
- Werkcollege
- Revisie Ontwerp
opdracht
12
8.1. Junco, R. (2012). In-class multitasking and academic performance.
Computers in Human Behavior, 28, 2236–2243.
doi:10.1016/j.chb.2012.06.031
8.2. Asterhan, C., & Eisenbaum, T. (2011). Introducing synchronous e-
Nr
Thema
Korte inhoud
-
Welke verschillen zijn er tussen meer “actieve”
en meer “stille” leerlingen in online discussies?
Hoe kunnen GPS faciliteiten van mobiele
telefoons helpen bij het aanleren van wiskundige
en geografische begrippen?
Activteiten
Literatuur
discussion tools in co-located classrooms: A study on the
experiences of ‘active’ and ‘silent’ secondary school students.
Computers and Human Behavior, 27(6), 2169–2177. DOI:
10.1016/j.chb.2011.06.011
- Demo
- Discussieforum
8.3. Wijers, M., Jonker, V., & Drijvers, P. (2010). MobileMath, Exploring
mathematics outside the classroom. ZDM Mathematics Education
42, 789–799. DOI 10.1007/s11858-010-0276-3
(25 p.)
9
Docentondersteuning
-
-
Wat zijn de achterliggende pedagogischdidactische en leerpsychologische principes van
docent-ondersteunende computerprogramma’s
op het gebied van leerlingvolgsystemen, digitale
toetsing, en dergelijken?
Leidt het gebruik van digitale
leerlingvolgsystemen tot betere leerprestaties?
Waar moet opgelet worden bij de inzet van
digitale toetsing?
Gaat ICT de relatie leraar-leerling fundamenteel
veranderen?
- Werkcollege
- Revisie Ontwerpopdracht
- Demo
- Definitieve versie
Ontwerpopdracht
- Discussieforum
Presentatie van de ontwerp en evaluatie opzet
door de werkgroepen.
Inleveren van ICT ontwerp en evaluatieopzet
Presentatie ontwerp
en evaluatieopzet
9.1. Faber, M, & Visscher, A. (2014). Leidt het gebruik van digitale
leerlingvolgsystemen tot betere leerprestaties? 4W: Weten Wat
Werkt en Waarom, 3(2), 14-21.
9.2. Jarodzka, H., & Kirschner, P. (2014). Digitale toetsen waar moet je
opletten? 4W: Weten Wat Werkt en Waarom, 3(1), 24-31.
9.3. Livingstone, S. (2012). Critical reflections on the benefits of ICT in
education. Oxford Review of Education, 38(1), 9-24.
doi:10.1080/03054985.2011.577938
-
10
Presentatie
-
13
(29 p.)