en Wijkmonitor 2014, Bevolking

Stadsmonitor
-thema Bevolking-
Modules
Actuele ontwikkelingen
Omvang en samenstelling
Demografische processen
Bevolkingsprognose
Bijlage: Bronnen
2
5
14
18
20
Datum: 21-01-2014
Gemeente Nijmegen
Onderzoek en Statistiek
contactpersoon: Jenny Zonneveld
tel.: 024-329 27 28 / 024-329 98 89 (O&S)
e-mailadres: [email protected]
www.nijmegen.nl (onderdeel gemeente > onderzoek en cijfers)
Stadsmonitor -thema Bevolking- 1
Actuele ontwikkelingen
Op 1 januari 2014 woonden er meer dan 168.000 mensen in Nijmegen, zo’n 2000 meer dan een jaar eerder. De
toename in 2013 was daarmee groter dan in 2012, toen er 1200 Nijmegenaren bij kwamen. Vooral de groepen
jongvolwassenen en 60+-ers zijn in aantal toegenomen.
Al 15 jaar bevolkingsgroei
Sinds de tweede helft van de jaren negentig neemt het inwoneraantal van Nijmegen gestaag toe. Toen woonden
er zo’n 147.000 mensen in Nijmegen, inmiddels 20.000 meer. De groei is het resultaat van zowel een vestigingsals geboorteoverschot. Jaarlijks worden er 1.700-1.800 Nijmeegse kinderen geboren en overlijden zo’n 1.2001.300 Nijmegenaren. In 2013 zorgde dit voor een groei van 400 inwoners.
Het migratiesaldo schommelt wat meer, in sommige jaren is het aantal vertrekkers zelfs groter geweest dan het
aantal vestigers. In 2013 zorgden verhuizingen bij elkaar voor een bevolkingsgroei van 1.500 mensen.
2000
14000
12000
1500
10000
1000
8000
6000
500
4000
0
2008
2009
2010
2011
2012
-500
2013
2000
0
migratiesaldo
geboorteoverschot
geboorte
sterfte
vestiging (rechteras)
vertrek (rechteras)
Figuur 1: Vestiging, vertrek (rechteras), geboorte, sterfte en saldi (linkeras) in Nijmegen (2013 voorlopige cijfers)
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
In 2013 hoog vestigingsoverschot
Het vestigingsoverschot was in 2013 veel hoger dan in de jaren daarvoor. Er verhuisden meer mensen naar
Nijmegen dan in de voorgaande jaren en het aantal vertrekkers was lager dan in 2012. Samen was dit
verantwoordelijk voor meer dan een verdubbeling van het vestigingsoverschot.
In 2013 werden in Nijmegen ruim 1.700 kinderen geboren. Na de daling van het geboortecijfer in 2012 was er in
2013 sprake van stabilisatie. Landelijk zie je de laatste paar jaar een daling van het aantal geboortes. De
economische crisis, die tot uitstel van het krijgen van kinderen kan leiden, wordt als een van de oorzaken
daarvoor gezien.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 2
Groeiwijken en krimpwijken
De stad als geheel groeit. Van wijk tot wijk zijn er echter uiteenlopende ontwikkelingen. Twee processen spelen
daarbij een rol:
•
•
De “levensfase” waarin wijken verkeren.
Vooral in de Dukenburgse en Lindenholtse wijken zie je een terugloop van het aantal inwoners
door gezinsverdunning: per woning/huishoudens neemt het aantal mensen af.
Ingrepen in de woningvoorraad.
Heel sterk in de Biezen (Sperwerstraat, Graspieperhof), maar ook in Nije Veld (Brederostraat) en
Lent zie je in 2012 een bevolkingstoename als gevolg van grootschalige oplevering van woningen.
Het omgekeerde is te zien in Malvert en Hees. In Malvert is sprake van een forse terugloop in
inwoneraantal door de aanstaande herstructuring van de maisonnettecomplexen. Het
inwoneraantal van Hees loopt terug vanwege de sluiting van het woonzorgcentrum Sonnehaert.
Figuur 2: Ontwikkeling aantal inwoners per wijk, 2012-2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Stadsmonitor -thema Bevolking- 3
Meer jongvolwassenen, meer ouderen, minder dertigers
De extra-Nijmegenaren zijn vooral te vinden in twee leeftijdscategorieen: de groep tussen de 15 en 29 jaar en de
60 tot 75-jarigen. Dit is in 2012 zo, maar ook als je een wat langere periode (2008-2013) bekijkt concentreert de
toename zich in deze leeftijdsklassen. Daar tegenover staat een afname van de groep tussen 30 en 44 jaar oud.
Vergelijk je de ontwikkelingen in leeftijdsopbouw in Nijmegen en Nederland kun je twee conclusies trekken:
•
•
De richting van de ontwikkelingen (toename ouderen, jongvolwassenen, afname dertigers) komt in
Nijmegen en Nederland overeen.
Maar in Nijmegen gaat de vergrijzing minder hard dan landelijk: de groei van de groep ouderen is
er lager, terwijl in de jonge leeftijdsklassen de groei groter of de afname kleiner is.
Figuur 3: Toe- en afname per leeftijdsklasse in 2012, absoluut (links) en als percentage van de omvang van de
leeftijdsgroep op 1-1
Bron: GBA Gemeente Nijmegen, CBS
Stadsmonitor -thema Bevolking- 4
Omvang en samenstelling
De aantal inwoners van Nijmegen neemt al 15 jaar toe. De leeftijdsklasse rond de 20 drukken een duidelijk
stempel op de bevolking.
Een groeiende bevolking
Op 1 januari 2013 woonden er meer dan 166.000 mensen in Nijmegen.
In de tweede helft van de jaren ’90 woonden er ongeveer 20.000 mensen minder in de stad. Sindsdien is er
sprake van constante groei. De forse groeipiek van 1997 is vooral het gevolg van gemeentelijke herindeling:
Lent werd toegevoegd aan Nijmegen. In de overige jaren is er sprake van reele groei.
In deze periode nam ook het aantal inwoners van Nederland gestaag toe. De groei in Nijmegen was over het
algemeen groter dan de toename in Nederland.
Figuur 4: Jaarlijkse toe- af afname bevolking Nijmegen en Nederland
Bron: GBA Gemeente Nijmegen, CBS
De toename van de bevolking is geconcentreerd in twee leeftijdscategorien: bij mensen rond de 20 en bij mensen
tussen de 55 en 70.
De toename van de groep jongeren in Nijmegen is vooral het gevolg van de groei van de opleidingsinstellingen
(universiteit en HBO) in Nijmegen. Er komen steeds meer jonge mensen naar de stad om hier een opleiding te
volgen.
De groei van de groep tussen 55 en 70 is een ontwikkeling die zich in heel Nederland voordoet: de grote naoorlogse geboortegeneraties schuiven steeds verder deze leeftijdsklasse in en zorgen voor een grote toename.
Tegenover de toename in deze twee leeftijdsgroepen staat een afname van het aantal mensen in de leeftijd 3045. In deze leeftijdgroep zitten nu de mensen die geboren zijn in de jaren 70 en 80. In die periode lagen de
geboortecijfers in Nederland op het laagste niveau sinds WOII.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 5
Figuur 5: Leeftijdsopbouw Nijmegen, 2000 en 2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Opleidingen hebben grote invloed op bevolkingssamenstelling Nijmegen
Zoals ook in Figuur 5 te zien is, zit in de leeftijdsopbouw van Nijmegen een flinke piek bij in de leeftijdsjaren
rond de 20. Hierin wijkt de bevolkingssamenstelling van Nijmegen sterk af van die in Nederland als geheel.
Kinderen en mensen tussen 40 en 75 jaar zijn in Nijmegen relatief gezien juist wat minder vertegenwoordigd.
Figuur 6: Leeftijdsopbouw Nijmegen en Nederland, 1-1-2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen, CBS
Stadsmonitor -thema Bevolking- 6
Ook op de man-vrouwverhouding in Nijmegen heeft de aanwezigheid van de studentenbevolking veel invloed.
Aan de Nijmeegse opleidingen studeren relatief veel vrouwen. Daardoor is van de Nijmegenaren tussen 20 en
24 jaar 60% vrouw.
Figuur 7: Verdeling man/vrouw per leeftijdsklasse, 1-1-2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Verschuiving inwoners richting Nijmegen Noord
Het merendeel van de bevolkingsgroei is in Nijmegen-Noord te vinden.
In de Nijmeegse wijken ten zuiden van de Waal is de ontwikkeling sinds 2000 heel uiteenlopend geweest. Er
zijn wijken waar sprake was van flinke bevolkingstoename (zoals Centrum, Bottendaal, Heyendaal en Biezen),
vaak samenhangend met forse nieuwbouwprojecten.
Daar tegenover staan ook wijken, vooral in Dukenburg en Lindenholt, waar het aantal inwoners teruggelopen
is sinds 2000. De daling is het sterkst geweest in Malvert. Dat komt omdat de natuurlijke terugloop van het
inwoneraantal in Dukenburg, als het gevolg van het kleiner worden van de huishoudens door veroudering van
een nieuwbouwwijk, daar versterkt is door sloop van een deel van de maisonnettes.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 7
Figuur 8: Bevolkingsontwikkeling per wijk, 2000-2013
Bron: GBA gemeente Nijmegen
Verschillen in leeftijdsopbouw tussen stadsdelen
Er zijn tussen de stadsdelen van Nijmegen behoorlijke verschillen in leeftijdsopbouw, die de ouderdom, de
geschiedenis, de woningvoorraad en het karakter van de gebieden weerspiegelen.
Voor heel Nijmegen geldt al dat er een sterke oververtegenwoordiging van 20-ers is. Voor Nijmegen-Centrum
geldt dat nog veel sterker. Het woonmilieu hier, met veel levendigheid, voorzieningen en drukte, en de
woningvoorraad, met veel etagewoningen en verkamerde panden, is juist voor deze bevolkingsgroep erg
aantrekkelijk.
Ook in Oost is deze leeftijdsklasse sterk vertegenwoordigd.
Nijmegen-Zuid, gebouwd in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw, is het meest vergrijsde stadsdeel van
Nijmegen. Maar ook in Nieuw-West en Dukenburg is het aandeel 70+-ers hoog. In Dukenburg, en ook in
Lindenholt, zal in de toekomst het aandeel ouderen flink toenemen: de leeftijdsklasse 45-69 is daar prominent
aanwezig.
Nijmegen-Noord (Waalsprong) kent als recent nieuwbouwgebied een heel jonge leeftijdsopbouw: veel
jeugdigen en veel mensen tussen 30 en 44 jaar oud.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 8
0-14 jaar
15-29 jaar
30-44 jaar
45-69 jaar
70+
Nijmegen
14%
26%
20%
30%
10%
N-Centrum
4%
49%
19%
22%
6%
N-Oost
10%
35%
17%
29%
9%
N-Oud-West
13%
30%
22%
29%
7%
N-Nieuw-West
15%
24%
21%
28%
12%
N-Midden
14%
26%
19%
31%
9%
N-Zuid
14%
22%
18%
32%
15%
Dukenburg
16%
18%
20%
34%
13%
Lindenholt
18%
21%
22%
35%
4%
N-Noord
28%
15%
30%
22%
4%
Figuur 9: Leeftijdsopbouw per stadsdeel, 1-1-2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Steeds meer allochtonen geboren in Nederland
Ongeveer 12% van de Nijmegenaren heeft een niet-westerse achtergrond, is zelf geboren in een niet-westers
land (1e generatie, 7%) of één van zijn/haar ouders is daar geboren (2e generatie, 5%).
Figuur 10: Samenstelling Nijmeegse bevolking naar herkomst, 1-1-2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Dit aandeel van 12% is in de jaren tot 2004/2005 flink gestegen, maar sindsdien weinig meer veranderd.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 9
Figuur 11: Aandeel westerse en niet-westerse allochtonen in Nijmegen
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Bijna de helft van alle niet-westerse allochtonen is in Nederland geboren, voor Surinamers en Marokkanen al
meer dan de helft. Het aandeel van deze 2e generatie binnen de totale groep met allochtone achtergrond neemt
toe.
Bij de Nijmegenaren met een achtergrond in overig-niet-westerse landen is het aandeel van de 2e generatie het
kleinst. Belangrijke herkomstlanden onder deze groep zijn Iran, Irak, China, Somalië, Afghanistan en Vietnam
(ieder meer dan 500 mensen).
Figuur 12: Aandeel geboren in Nederland (=2e generatie) per herkomstgroep, Nijmegen 2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Het aandeel niet-westerse Nijmegenaren verschilt sterk van wijk tot wijk en van buurt tot buurt. Meijhorst is de
wijk met het hoogste aandeel niet-westerse inwoners: 32%. Maar ook in delen van andere wijken (o.a. Nije Veld,
Wolfskuil, Neerbosch-Oost, De Kamp, Hatert, Zwanenveld, Malvert, Aldenhof) bedraagt het aandeel nietwesterse allochtonen soms tussen de 30 en 50%, met een enkele uitschieter tot boven de 50%.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 10
Figuur 13: Postcodes met absoluut en relatief gezien veel inwoners met niet-westerse achtergrond 2012
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Toename aantal huishoudens vooral door groei eenpersoonshuishoudens
Het eenpersoonshuishouden is in Nijmegen de meest voorkomende huishoudensvorm. Dat heeft deels te
maken met het grote aantal studenten dat in de stad woont. Zo’n 15.000-20.000 studenten, maar ook andere
jongeren, wonen in Nijmegen bij de Stichting Studentenhuisvesting of in kamergewijs verhuurde panden. Zij
leven vooral als “onzelfstandig wonende eenpersoonshuishoudens”.
Maar ook onder de zelfstandig wonende huishoudens, die over een volledige, zelfstandige woning beschikken,
is het eenpersoonshuishoudens de meest voorkomende huishoudensvorm.
Het is ook deze huishoudensvorm die sinds 2000 het sterkst is toegenomen.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 11
Figuur 14: Zelfstandig wonende huishoudens in Nijmegen, 2000 en 2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Doordat in Figuur 14 gekeken wordt naar huishoudens en niet naar personen, is niet zo duidelijk te zien dat
het aantal Nijmegenaren dat in een gezin woont veel groter is dan het aantal Nijmegenaren dat alleen woont.
Immers in een gezinshoudens wonen altijd minimaal 2, maar ook vaak 3, 4 of nog meer mensen.
Figuur 15: Aantal kinderen per huishouden, 2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
In Figuur 15 is te zien dat het merendeel van de 1-oudergezinnen één thuiswonend kind heeft. Bij de 2oudergezinnen heeft de grootste groep twee thuiswonende kinderen. Het aandeel dat drie of meer
thuiswonende kinderen heeft is maar beperkt.
Gemiddeld woont er in een Nijmeegse gezin 1,7 kind.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 12
Tussen de stadsdelen zijn er grote verschillen in huishoudenssamenstelling:
•
•
•
•
In Noord, als nieuwbouwwijk, zijn de gezinshuishoudens sterk vertegenwoordigd
Ook in Lindenholt is nog een bovengemiddeld aantal gezinshuishoudens aanwezig. Omdat in deze
wijk veel van de (oud)gezinnen ook in de “lege-nestfase” zijn gekomen wonen hier ook veel
tweepersoonshuishoudens
In het Centrum wonen veel eenpersoonshuishoudens, zowel in de wat jongere als oudere
leeftijdsgroepen
In Zuid en Nieuw-West zijn de eenpersoonshuishoudens ook goed vertegenwoordigd, maar daar
gaat het meer om oudere huishoudens.
Figuur 16: Huishoudenssamenstelling per staddeel, 2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Stadsmonitor -thema Bevolking- 13
Demografische processen
De aanwezigheid van grote opleidingsinstellingen in Nijmegen zorgt zowel voor een grote toestroom van
jonge verhuizers, als voor een relatief laag geboortecijfer.
Weinig geboortes in Nijmegen
In Nijmegen worden ieder jaar 1.700-1.800 kinderen geboren. Dat is laag, wanneer je het vergelijkt met het
aantal vrouwen dat in Nijmegen woont. Het gemiddeld kindertal 1 in Nijmegen ligt ongeveer 20% onder het
landelijk gemiddelde.
De laatste 25 jaar is het gemiddeld kindertal, zowel in Nijmegen als in Nederland als geheel, gestegen. Juist de
laatste 2 jaar daalt dit cijfer, waarschijnlijk als gevolg van uitstel van geboorten door de crisis.
Figuur 17: Gemiddeld kindertal Nijmegen en Nederland
Bron: GBA Gemeente Nijmegen, CBS
Dat de vrouwen in Nijmegen relatief weinig kinderen krijgen komt omdat veel van de jonge Nijmeegse
vrouwen studentes zijn. Jonge vrouwen (tot 30) krijgen hier weinig kinderen, bij vrouwen boven de 30 zijn de
vruchtbaarheidscijfers juist hoger dan gemiddeld. Ook bij andere studentensteden zie je een vergelijkbaar
patroon.
1
Voor 2012 is het gemiddeld kindertal het aantal kinderen dat een denkbeeldig vrouw krijgt, wanneer ze haar hele leven de
leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidskansen van 2012 heeft.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 14
Het aantal Nijmeegse tieners dat een kind krijgt is laag, nog geen 20 per jaar.
Figuur 18: Geboortes per leeftijdsgroep in Nijmegen, 2013
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
Sterftecijfers schommelen
Het aantal Nijmegenaren dat jaarlijks overlijdt schommelt tussen de 1.200 en 1.400. Omdat het inwonersaantal
toeneemt, en er ook steeds meer ouderen in de bevolking zijn, betekende dit jarenlang een afname van de
sterftekans. Deze ontwikkeling was niet alleen in Nijmegen te zien, maar deed zich ook landelijk voor. De
laatste paar jaar is de daling afgevlakt.
De sterftekans voor mannen in Nijmegen ligt meestal iets boven het landelijk gemiddelde. Voor vrouwen ligt de
sterftekans meestal op of rond dat gemiddelde.
Juist in 2012 deed zich bij de Nijmeegse vrouwen een behoorlijke stijging voor. Omdat het absoluut gezien om
niet zulke grote aantallen gaat (700 sterfgevallen, 650 de jaren daarvoor) is het nog te vroeg om hier een trend in
te zien, toevalsuitschieters kunnen zich altijd voordoen.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 15
Figuur 19: Gestandaardiseerde sterftecijfers Nijmegen en Nederland
Bron: GBA Gemeente Nijmegen, CBS
Veel jongeren onder verhuizers
Rond de 11.000 inwoners van Nijmegen verlaten jaarlijks de stad. Iets meer mensen, rond de 12.000 vestigen
zich juist in Nijmegen. Daarnaast zijn er ook nog ongeveer 14.000 mensen die binnen de stad verhuizen.
Jongeren/studenten hebben hierbinnen een belangrijk aandeel.
Ruim een derde van de mensen die zich in Nijmegen vestigen is tussen 18 en 21 jaar oud, hieronder heel veel
mensen die in Nijmegen een opleiding komen volgen.
Bij de vertrekkers uit Nijmegen ligt de piek wat later: net voor de 30. Wanneer zij hun opleiding afgerond
hebben verlaat een groot deel van deze mensen de stad weer om elders te gaan wonen of werken.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 16
Figuur 20: Vestigers, vertrekkers en migratiesaldo naar leeftijdsjaar, 2012
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
De meeste vestigers komen vanuit Nederland, maar van buiten de directe regio rond Nijmegen. De
verhuisstromen met dit gebied resulteren in een behoorlijk vestigingsoverschot, vooral in 2012.
Figuur 21: Vestiging en migratiesaldo naar herkomstgebied
Bron: GBA Gemeente Nijmegen
De aantallen mensen die verhuizen van en naar de regio of het buitenland zijn kleiner. Uiteindelijk vertrekken
er meer Nijmegenaren naar de regiogemeenten dan dat er mensen uit die gemeenten naar Nijmegen verhuizen.
Tot 2 jaar geleden kwamen er meer mensen vanuit het buitenland dan er vanuit Nijmegen het land uit gingen.
De laatste 2 jaar is dat veranderd: de aantallen immigranten en emigranten houden elkaar in evenwicht.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 17
Bevolkingsprognose
Ook de komende jaren zal het inwoneraantal van Nijmegen blijven toenemen.
Groei of krimp?
De Nederlandse bevolking is in het verleden altijd (flink) gegroeid. In berekeningen voor de toekomst komt de
laatste jaren steeds meer het einde van deze groei in zicht. Verwacht wordt dat rond 2030-2035 de
bevolkingsgroei tot stilstand zal komen en om zal slaan in bevolkingsdaling.
Rond deze ontwikkeling zullen zich flinke verschillen tussen regio’s en steden voordoen. Sommige gebieden
kennen nu al een terugloop in bevolking. Andere streken en steden zullen nog flink groeien.
De minder sterke groei van het aantal mensen de komende 20 jaar zal samengaan met een flinke groei van het
aantal huishoudens. Mede door de toenemende vergrijzing zal de gemiddelde huishoudensgrootte nog verder
dalen.
Nijmegen groeit in alle prognoses
Er bestaan meerdere prognoses voor de ontwikkeling van gemeenten in Nederland. Twee daarvan, de regionale
prognose van CBS/PBL en de Primosprognose van ABF, proberen de ontwikkeling van alle Nederlandse
gemeenten te ramen. Ook maakt de gemeente Nijmegen zelf een prognose voor de bevolkingsontwikkeling in
de stad en stadsdelen. Omdat er geen blauwdruk van de bevolkingsontwikkeling bestaat lopen de uitkomsten
van de modellen uiteen.
Voor Nijmegen voorzien echter alle prognoses een doorgaande bevolkingsgroei. Een belangrijke motor voor die
groei is de aantrekkingskracht van de opleidingen in Nijmegen, waardoor veel jongeren naar de stad getrokken
worden
Jarenlang bestond er een sterke relatie tussen woningbouw en bevolkingsgroei: een stad waar niet gebouwd
werd groeide niet. Sinds het begin van de economische crisis is deze relatie minder duidelijk geworden. Voor
de crisis was het zo dat, wanneer er in een stad niet gebouwd werd, meestal wel in andere plaatsen in de regio
gebouwd werd. Dat zorgde voor een verschuiving van inwoners tussen gemeenten. In de huidige situatie is in
bijna alle gemeenten de woningbouw teruggelopen en betekent niet of minder bouwen niet meer per definitie
inwonerverlies. Daarvoor in de plaats kan huishoudensverdichting komen: mensen blijven langer onzelfstandig
of bij hun ouders wonen dan zij in economisch gunstigere tijden zouden doen.
Voor Nijmegen als geheel lijkt, de verschillende prognoses en de aannames die daarbij horen in acht genomen,
een inwoneraantal van 170.000-175.000 in 2020 het meest waarschijnlijk.
Voor de ontwikkeling van de bevolking in Nijmegen-Noord heeft de crisis en de daarmee samengaande
vertraging van de bouwplannen natuurlijk wel grote gevolgen. Volgens de bouwprogramma’s van een aantal
jaar geleden (2007) verwachtten we rond 2020 30.000 inwoners in de Waalsprong, en 32.000 in 2025. Inmiddels
zijn de bouwplannen flink aangepast en verder uitgespreid door de tijd. Bij het huidige bouwprogramma (2013)
zal het aantal inwoners in 2020 19.000-20.000 bedragen en in 2025 rond 27.000.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 18
Vergrijzing: eerst vooral toename jongere senioren
Voor de veranderingen in leeftijdsopbouw de komende jaren is het ouder worden van de grote
geboortegeneratie uit de jaren 1946-1965/1970 sturend. Nu worden de eerste mensen uit deze groep 65. Dat
betekent dat de komende 10 jaar vooral de leeftijdsklassen 65-74 sterk zal groeien.
De leeftijdsgroep tussen 40 en 54 zal juist kleiner worden. De kleinere geboortegeneraties uit de jaren 70/begin
80 komen in deze leeftijdsklasse terecht.
Na 2020 gaat de groep 75+-ers flink in omvang toenemen.
Figuur 22: Groei of afname in % per leeftijdsgroep, 2012-2020
Bron: Demografische Verkenning 2012
Verschillen binnen de stad
Wat in Nederland in het groot gebeurt (groei en krimpgebieden, invloed van woningbouw) zien we in het klein
binnen Nijmegen. Naast stadsdelen met bevolkingsgroei, met Nijmegen-Noord als belangrijkste representant,
zullen er ook wijken en stadsdelen zijn met een bevolkingsverlies. Vooral Lindenholt, maar ook Dukenburg,
zijn stadsdelen met een reëel risico op bevolkingsterugloop.
Ook naar samenstelling van de bevolking kunnen wijken en stadsdelen uiteenlopende ontwikkelingen
doormaken. Veel, maar niet alle wijken ten zuiden van de Waal zullen de komende jaren te maken krijgen met
een terugloop van het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd en van pubers.
De toename van het aantal 65+-ers zal het sterkste zijn in Lindenholt. In Nieuw-West en Zuid kent deze
leeftijdsgroep de kleinste groei-impuls.
Stadsmonitor -thema Bevolking- 19
Bijlage: Bronnen
GBA gemeente Nijmegen
CBS, Statline
Demografische Verkenningen 2012
Waalsprongmonitor 2011
Primosprognose 2013
Regionale prognose CBS/PBL 2013
Stadsmonitor -thema Bevolking- 20