2015 Internationale betrekkingen en International Relations

Opleidingsspecifieke deel OER, 2014-2015
Opleiding / programma: Internationale Betrekkingen – International Relations / Internationale
Betrekkingen in historisch perspectief, Conflict studies and human rights
Artikel
2.1
Tekst
Toelatingseisen opleiding
(Zie 2.3)
2.3
Toelating programma’s
Internationale Betrekkingen in Historisch perspectief
1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands
diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over de volgende
kennis, inzicht en vaardigheden op bachelorniveau:
•
Algemene kennis van historische onderzoeksmethoden, historiografische
tradities en/of wetenschapstheorie, inclusief goede actieve en passieve
kennis van het Nederlands en het Engels en goede passieve kennis van het
Duits en Engels
•
Inzicht in de ontwikkelingen op het terrein van de 19e en 20e eeuwse
geschiedenis en/of de geschiedenis van de internationale betrekkingen;
•
Vaardigheden met betrekking tot het zelfstandig verrichten van historisch
onderzoek op gevorderd bachelor-niveau, d.w.z. met het verzamelen van
materiaal, het toepassen van theorie, en het schrijven van een
eindwerkstuk;
2. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding “Geschiedenis” van de
Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de
vaardigheden, genoemd in het eerste lid en wordt uit dien hoofde toelaatbaar
geacht tot de opleiding;
3. De bezitter van een diploma van een vergelijkbare bacheloropleiding
“Geschiedenis” wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de
vaardigheden, genoemd in het eerste lid en wordt uit dien hoofde toelaatbaar
geacht tot de opleiding;
4. De bezitter van een diploma van de bacheloropleiding “Taal- en Cultuurstudies”,
hoofdrichting “Politieke Geschiedenis en Internationale Betrekkingen” van de
Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de
vaardigheden, genoemd in het eerste lid en wordt uit dien hoofde toelaatbaar
geacht tot de opleiding;
5. De bezitter van een diploma van de bacheloropleiding “Liberal Arts and
Sciences”, hoofdrichting “Politieke Geschiedenis en Internationale Betrekkingen”
van de Universiteit Utrecht wordt geacht te beschikken over de kennis, het
inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid en wordt uit dien hoofde
toelaatbaar geacht tot de opleiding;
6. Voorts worden toegelaten studenten met de kennis, het inzicht en de
vaardigheden vermeld in artikel 2.1, lid 1, zulks ter beoordeling van de
toelatingscommissie;
7. De onder artikel 2.3, lid 1, genoemde kennis, inzicht en vaardigheden kunnen
worden opgedaan in:
•
Ges-Onderzoeksseminar I, II en III, Ges-Inleiding Geschiedwetenschap,
Ges-Grondslagen van de Geschiedenis, Ges-Eigentijdse Geschiedenis
•
Cursussen die een bepaald aspect of thema van de geschiedenis van de
internationale betrekkingen uitdiepen zoals: Ges-Europese Integratie, GesGeschiedenis van de Mensenrechten, Ges-Strategische Denkers, Ges-de
Vietnamoorlog, Ges- Netherlands and the World;
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
1
Cursussen uit de Minor Conflict Studies aangeboden door het Center for
Conflict Studies van de Universiteit Utrecht
8. Het strekt tot aanbeveling het BA eindwerkstuk op het gebied van de
geschiedenis van de internationale betrekkingen te schrijven
•
Conflict Studies and Human Rights
1. The holder of a Dutch or foreign higher education degree who demonstrates the
following knowledge, insight and skills will be considered for admittance into the
programme:
Knowledge of Conflict Studies and Human Rights, to be demonstrated by at least
30 ECTS in Conflict Studies at advanced level;
2. A relevant Bachelor's Degree in Humanities, one of the Law Sciences and/or one
of the Social Sciences, and in addition good grades achieved in relevant courses;
3. Oral and written proficiency in English, at advanced level;
4. Practical and/or professional experience in conflict zones, or in the field of
conflict resolution and peace building, or demonstrable interest in this field of
study;
5. The ability to explain one’s motivation for applying to this programme by
formulating a proposal for a master’s thesis that is feasible and relevant to this
study programme.
6. The holder of a Bachelor's Degree in Language and Culture Studies of Utrecht
University with a relevant major is deemed to possess the knowledge, insight
and skills, mentioned in Subclause 1, and will on those grounds be considered
for admittance into the programme.
7. The holder of a Bachelor's Degree in Liberal Arts & Sciences of Utrecht University
with a relevant major is deemed to possess the knowledge, insight and skills,
mentioned in Subclause 1, and will on those grounds be considered for
admittance into the programme.
2.5
Toelatingsprocedure
1. De toelating tot de opleiding en de onderscheiden programma’s is opgedragen
aan de Toelatingscommissie van de Utrecht Graduate School Humanities, kamer
Academische Masters, welke bestaat uit twee subcommissies: de subcommissie
Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief en de subcommissie
Conflict Studies and Human Rights.
2. Met het oog op de toelating tot de opleiding stelt de toelatingscommissie een
onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat.
In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de
commissie bepaalde kennis, inzicht en vaardigheden laten toetsen door
deskundigen in of buiten de universiteit.
3. Met het oog op de toelating tot een programma van de opleiding onderzoekt de
toelatingscommissie of de kandidaat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de
daarvoor in art. 2.3 gestelde voorwaarden. De commissie betrekt bij haar
onderzoek de motivatie en ambitie van de kandidaat m.b.t. het desbetreffende
programma, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het
onderwijs van het programma wordt verzorgd.
4. Het toelatingsonderzoek vindt tweemaal per jaar plaats in geval van het
programma IB in Historisch Perspectief. Het programma Conflict Studies &
Human Rights kent slechts 1 toelatingsonderzoek per jaar.
5. Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding wordt vóór 1 april ingediend
bij de toelatingscommissie. Studenten met de nationaliteit van één van de
landen van de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen,
Vaticaanstad en Zwitserland, kunnen zich ook nog tussen 1 april en 1 juni
aanmelden, maar toelating kan dan niet worden gegarandeerd. Voor de start
van het masterprogramma Internationale Betrekkingen in historisch perspectief
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
2
in februari, dient het toelatingsverzoek vóór 1 september ingediend te worden.
Studenten met de nationaliteit van één van de landen van de Europese Unie,
IJsland, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, Vaticaanstad en Zwitserland,
kunnen zich ook nog tussen 1 september en 15 oktober aanmelden.
6. De toelatingscommissie beslist na 1 april en na ontvangst van het volledige
dossier binnen zes werkweken op het verzoek. De toelating wordt verleend
onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum
van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.3 getuigschriften van door hem
gevolgde opleidingen.
7. De kandidaat ontvangt per e-mail een bewijsstuk van de toelatings- c.q.
afwijzingsbeslissing tot de opleiding en een bepaald programma. Hierin wordt
gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de
examens.
Admission procedure
1. Admission decisions are made by the Admission Committee Utrecht University
Graduate School of Humanities, Chamber Academic Masters In order to determine
eligibility for admission to the programme, the Admission Committee will carefully
consider and evaluate the knowledge, insights and skills of the applicant.
2. The committee may request experts within or outside the university to assess the
applicant’s knowledge, insights and skills in particular areas, in addition to a review
of written documents of qualifications gained.
3. In order to determine eligibility for admission to a study programme within the
programme, the admissions committee will check if the applicant fulfills or will fulfill
the requirements referred to in art 2.3. For the programme IB in historisch
perspectief and art. 2.3. for the programme Conflict Studies and Human Rights
before the established deadline date. In its evaluation the committee will consider
the applicant’s motivation and ambition with respect to the study programme in
question, as well as the applicant’s command of the language in which the
programme is given.
4. Admission assessments of the Conflict Studies and Human Rights programme take
place once a year, admission assessments for the programme Internationale
Betrekkingen in historisch perspectief take place twice a year.
5. A request to be admitted to the study programme, must be submitted with the
Admission Committee before 1 April. Citizens from EU countries, Iceland,
Liechtenstein, Monaco, Norway, Vatican or Switzerland, may also apply between 1
April and 1 June, but admission can not be guaranteed. Foreign students who wish
to apply for scholarships or who need an early notification of admission, a request to
be admitted to the study programme must be submitted with the Admission
Committee before 1 December.
6. The Admission Committee will make an admission decision after 1 April and
within 6 weeks after having received the complete file. Admission will be granted on
the condition that by the starting date of the study programme the applicant will
have satisfied the knowledge and skills requirements referred to in Clauses 2.3, as
evidenced by certificates of qualifications.
7.The applicant will receive written notification that he/she has been admitted to the
degree programme and a particular study programme. The possibility to appeal to
the Examinations Appeals Board is pointed out in this notification.
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
3
3.1
Doel van de opleiding
Doel van het programma –
A. Doelstelling van de opleiding is de student gespecialiseerde kennis, vaardigheden
en inzicht op het gebied van de Internationale Betrekkingen, resp. “Internationale
Betrekkingen in Historisch Perspectief” en “Conflict Studies & Human Rights” bij te
brengen.
B. De bedoeling is de student aldus voor te bereiden op een beroep als analyticus en
beleidsmedewerker met name bij gouvernementele en non-gouvernementele
organisaties die zich bezighouden met internationale vraagstukken.
C. Ook bereidt de opleiding de student voor op een nadere opleiding tot onderzoeker
op het gebied van de Internationale Betrekkingen, resp. “Internationale
Betrekkingen in Historisch Perspectief” en “Conflict Studies & Human Rights”.
De afgestudeerde:
I.
heeft diepgaande kennis van en inzicht op het gebied van de
Internationale Betrekkingen, resp. “Internationale Betrekkingen in
Historisch Perspectief” en “Conflict Studies & Human Rights”;
II.
heeft een grondige kennis van een specialisme binnen de opleiding, dan
wel van een specialisme op het snijvlak van de opleiding en een ander
vakgebied;
III.
heeft de professionele en academische vaardigheden om zelfstandig
problemen op het gebied van de Internationale Betrekkingen, resp.
“Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief” en “Conflict
Studies & Human Rights” te signaleren, formuleren, analyseren en
eventuele oplossingen aan te dragen;
IV.
heeft de vaardigheid om onderzoek op bovengenoemde terreinen vanuit
een historisch en/of sociaal wetenschappelijk perspectief uit te voeren en
daarover te rapporteren op een wijze die voldoet aan de gebruikelijke
disciplinaire normen;
V.
is in staat om kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit
een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien;
VI.
is in staat om conclusies, alsmede kennis, motieven en overwegingen die
hieraan ten grondslag liggen over te brengen op een publiek bestaande
uit specialisten of niet-specialisten.
Learning Objective
Programme Objective
A. The learning objective for the student is to gain specialised knowledge, skills, and
understanding of the field of International Relations; specifically, “International
Relations in Historical Perspective” and “Conflict Studies and Human Rights.”
B. The aim, therefore, is to prepare students for careers as analyst and policy
advisors, particularly in governmental and non-governmental organisations that deal
with international issues.
C. The programme also prepares students to be able to conduct further research in
the field of International Relations, specifically “International Relations in Historical
Perspective” and “Conflict Studies and Human Rights.”
The graduate:
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
4
I.
II.
III.
IV.
V.
VI.
3.2
Will have gained in-depth knowledge and understanding of the field
of International Relations, specifically “International Relations in
Historical Perspective” and “Conflict Studies and Human Rights.”
Will have gained broad and competent knowledge of a specialised
subject area within the programme, or of a specialised subject area
within International Relations in conjunction with another academic
field;
Will have gained the professional and academics skills, in the field of
International Relations, specifically “International Relations in
Historical Perspective” and “Conflict Studies and Human Rights,” for
exercising independent thinking in order to identify and formulate a
research problem, analyse it, and contribute to its possible solutions.
Will have the ability and capacity to conduct independent research in
the field of International Relations, specifically “International
Relations in Historical Perspective” and “Conflict Studies and Human
Rights,” from a historical and/or social scientific perspective, and to
present the research and its findings in a manner that is consistent
with the norms and standards of the discipline;
Will be able to apply this knowledge and understanding in one’s job
or profession, in a professional manner;
Will be capable of presenting conclusions, information, goals, and
underlying premises in a coherent and convincing manner to an
audience of specialists and non-specialists.
Vorm van de opleiding
Beide programma’s worden voltijds verzorgd.
These are both fulltime programmes.
3.3
Taal waarin de opleiding wordt verzorgd
Internationale Betrekkingen in historisch perspectief
Het programma wordt in het Nederlands verzorgd.
In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding in
het Engels worden verzorgd indien de herkomst van de student of docent daartoe
noodzaakt of als het onderdeel als zodanig geprogrammeerd is.
Conflict Studies and Human Rights
The programme is taught in English. The Utrecht University Language Code of
Conduct is applicable to this programme.
3.5
Startmomenten
Het masterprogramma Internationale Betrekkingen in historisch perspectief start
twee keer per jaar: per 1 september en per 1 februari.
The MA programme Conflict Studies and Human Rights starts once a year: on 1
September.
3.6.1
Samenstelling programma’s
De onderscheiden programma’s omvatten de volgende onderdelen met de daarbij
vermelde studielast:
Internationale betrekkingen in historisch perspectief omvat de volgende
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
5
onderdelen met de daarbij vermelde studielast:
Variant A IBEM
Cursorisch
onderwijs
Cursorisch
onderwijs
Masterscriptie
Verplicht
22,5 ECTS
Verplichte keuze
22,5 ECTS
Verplicht
15 ECTS
Variant B IBEM
Cursorisch
Verplicht
22,5 ECTS
onderwijs
Cursorisch
Verplichte keuze
7,5 ECTS
onderwijs
Masterscriptie
Verplicht
15 ECTS
Stage
Verplicht
15 ECTS
Een gekwalificeerd, individueel afstudeertraject (bijzondere stages, cursussen in
het buitenland), welk het profiel van de master versterkt kan ter goedkeuring
voorgelegd worden aan de mastercoördinator en de examencommissie.
Conflict Studies and Human Rights
The study programme comprises the following components and corresponding credit
load:
Course Work
Requisite Components MA
Cs&Hr (including thesis)
Obligatory
Obligatory
30 ECTS
30 ECTS
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
6
Onderwijsprogramma
Internationale betrekkingen in historisch perspectief
Variant A IBEM
Verplicht (22,5 ects)
Cursusnaam
ECTS
Blok
Ges-Master onderzoeksseminar IBEM
15
1-2, 3-4
Ges-Wereldsysteem en statenstelsel
7,5
1, 3
15
1, 2, 3, 4
Cursusnaam
ECTS
Blok
Ges-Het Palestijns-Israëlisch conflict
7,5
2
Ges-Militaire geweld in Internationale betrekkingen
7,5
2
Ges-Europese veiligheid toen en nu
7,5
4
Cursusnaam
ECTS
Blok
Ges-Master onderzoeksseminar IBEM
15
1-2, 3-4
Ges-Wereldsysteem en statenstelsel
7,5
1, 3
Ges-Thesis IBEM
15
1-2, 3-4
Ges-Stage IBEM
15
1-2, 3-4
Afstudeerproject (15 ECTS)
Ges-Thesis IBEM
Cursorisch verplichte keuze A (22,5 ects)
Variant B IBEM
Verplicht (22,5 ects)
Afstudeerproject (30 ECTS)
Cursorisch verplichte keuze B (7,5 ects)
Cursusnaam
ECTS
Blok
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
7
Ges-Het Palestijns-Israëlisch conflict
7,5
2
Ges-Militaire geweld in Internationale betrekkingen
7,5
2
Ges-Europese veiligheid toen en nu
7,5
4
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
8
Conflict Studies and Human Rights
Master’s thesis
Course name
ECTS
Period
Option 1:
15 ECTS
34
Internship/fieldwork and
15 ECTS
34
Option 2:
7,5 ECTS
34
Internship/fieldwork and
22 ECTS
34
30 ECTS
34
Requisite Components MA Conflict Studies and Human
Rights - please choose one of the options below:
Thesis
Thesis
Option 3:
Thesis based on minimum 2 months of fieldwork
Obligatory
Course name
ECTS
Period
Ccs-Analysis of Conflict
7,5
1
Ccs-Conflict Policies and Politics
7,5
1
Ccs- Doing Social Research
7,5
2
Ccs-The Conflict-Human Rights Nexus
7,5
2
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
9
Overgangsregelingen masteropleiding Internationale betrekkingen,
2014-2015
Algemene opmerkingen
Voor studenten die zijn gestart vóór collegejaar 2012-2013 zijn geen overgangsregelingen
opgenomen. Zij dienen te overleggen met de examencommissie van de opleiding. Hieronder
vindt u de overgangsregelingen van de cohorten 2010 t/m 2013, startend met het cohort
2012.
Een onderwijsonderdeel kan in een nieuw onderwijsprogramma terugkomen op een andere
plek in het curriculum, terwijl de cursus ongewijzigd blijft (bijv. verschuiving van verplicht
naar verplichte keuze of andersom). Indien u een onderdeel heeft behaald dat in uw
programma op een bepaalde plek stond (bijv. verplicht), dan blijft deze cursus voor u op
diezelfde plek geregistreerd staan. Indien u dit onderdeel nog niet heeft behaald, ook dan blijft
dit onderdeel voor u een verplicht onderdeel, ook al geldt het onderdeel voor studenten
gestart in een ander collegejaar als een keuzeonderdeel. Een onderdeel kan nooit twee keer
behaald worden, ook al is de plek in het curriculum veranderd.
Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar
2012-2013 (cohort 2012)
Studenten die gestart zijn in collegejaar 2012-2013, dienen het onderwijsprogramma af te
ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2012-2013. Indien bepaalde onderdelen van dat
onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2014-2015 niet meer worden aangeboden,
geldt onderstaande overgangsregeling*.
Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar
(2014-2015). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het
onderwijsprogramma 2014-2015 en dient dit te worden goedgekeurd door de
examencommissie van de opleiding**.
1) Afstudeertraject verplicht
Het afstudeertraject van de master is ongewijzigd.
2) Cursorisch verplichte onderdelen
De verplichte onderdelen van de master zijn ongewijzigd.
3) Cursorisch verplichte keuzeonderdelen
De keuzeonderdelen van de master behoeven geen overgangsregeling. Hebt u één of
meerdere master keuzecursussen niet behaald, dan dient u een keuze te maken uit het
nieuwe master keuzeaanbod. Let erop dat u geen cursus kiest die inhoudelijke overlap
vertoont met al afgeronde examenonderdelen.
* Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met de studieadviseur
** Als u dit overweegt, neem dan contact op met de studieadviseur.
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
10
Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar
2013-2014 (cohort 2013)
Studenten die gestart zijn in collegejaar 2013-2014, dienen het onderwijsprogramma af te
ronden zoals beschreven in de OER-bijlage 2013-2014. Indien bepaalde onderdelen van dat
onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2014-2015 niet meer worden aangeboden,
geldt onderstaande overgangsregeling*.
Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar
(2014-2015). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het
onderwijsprogramma 2014-2015 en dient dit te worden goedgekeurd door de
examencommissie van de opleiding**.
1) Afstudeertraject verplicht
Het afstudeertraject van de master is ongewijzigd.
2) Cursorisch verplichte onderdelen
De verplichte onderdelen van de master zijn ongewijzigd.
3) Cursorisch verplichte keuzeonderdelen
De keuzeonderdelen van de master behoeven geen overgangsregeling. Hebt u één of
meerdere master keuzecursussen niet behaald, dan dient u een keuze te maken uit het
nieuwe master keuzeaanbod. Let erop dat u geen cursus kiest die inhoudelijke overlap
vertoont met al afgeronde examenonderdelen.
* Ontbreekt er een onderdeel, neem dan contact op met de studieadviseur
** Als u dit overweegt, neem dan contact op met de studieadviseur.
Opleidingsspecifieke deel OER 2014-2015
MA Internationale betrekkingen en International Relations
11