De Natuurvriend Mededelingenblad van de KNNV afd. Gouda en omstreken nummer 2014-3 Blad en afdeling De Natuurvriend is het mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV), Vereniging voor Veldbiologie, afdeling Gouda en omstreken. Het blad verschijnt drie maal per jaar in januari, mei en september. De doelstellingen van de KNNV zijn natuurbeleving, natuurstudie en natuurbescherming. Activiteiten zijn onder meer excursies, lezingen en cursussen. Er zijn zeven werkgroepen actief. Ledenadministratie Sari Bestebreurtje, Lage Gouwe 112 2801 LK Gouda 0182-511736 [email protected] Penningmeester Emka Krösschell, Jan Campertlaan 24 2741 AB Waddinxveen 0182-616267 [email protected] Algemeen bestuurslid Ries van Vliet, Zoutmansweg 36 2811 ET Reeuwijk 0182-392154 [email protected] Website: http;//www.knnv.nl/gouda e-mail adres: [email protected] Redactie Natuurvriend Jan Uilenbroek (voorlopig) Contributie Gewone leden: 34.00 euro Huisgenootleden (zonder Natuurvriend en Natura) en jeugdleden 16.00 euro. Bankrek. NL91 INGB 0003980717 t.n.v. KNNV afd. Gouda e.o. te Gouda. Opzeggen lidmaatschap: voor 1 november bij de ledenadministratie. Coördinatoren Werkgroepen Plantenwerkgroep Aafke ten Kate [email protected] Vlinderwerkgroep Huig Bouter [email protected] Kopij volgende nummer Per e-mail in Word, inzenden voor resp. 15 april, 15 augustus en 15 december. Vogelwerkgroep vacant Bestuur Weidevogelwerkgroep Ries van Vliet [email protected] Voorzitter Frans Kingma, Deborah Hoeve 9 2894 HH Gouda 0182-531615 [email protected] Natuurbeschermingswerkgroep Henk v.d. Weijden [email protected] Secretaris Lourien van der Hoek, Palenstein 12 2804 GB Gouda 0182-532151 [email protected] Zoetwaterbiologie Gerard Tijsseling [email protected] Natuurhistorisch secretaris Jan Uilenbroek, Klaverveld 17 2742 GH Waddinxveen [email protected] Gierzwaluwwerkgroep Rob Schröder [email protected] www.gierzwaluwengouda.nl 2 Inhoud Van de voorzitter Onze website is veranderd Hoe het de oeverzwaluwen deze zomer verging Weidevogels in Polderpark Oostpolder Vlinderwerkgroep Gierzwaluwen in Gouda Sophiapolder Haften of eendagsvliegen Natuur in de stad Zoutplanten U hoeft de deur niet meer uit Quaggamossel Activiteitenprogramma 3 4 5 6 7 8 9 10 12 14 16 17 18 Van de voorzitter Dan zakt ons vliegtuig door het wolkendek en wordt de Hollandse Kust zichtbaar. Ik zie het smalle strand met daar achter de duinen en vervolgens ontvouwt zich een keurig polderlandschap in strakke lijnen, met veel water, mooie wegen, dorpen en steden. Duidelijk mensenwerk. Zelfs de natuur is dat. Nee, dan was Alaska en de Yukon, waar we vandaan komen anders. The Last Frontier, nauwelijks bewoning, nauwelijks wegen. Daar heeft de echte natuur het voor het zeggen. Natuurlijk wordt die daar ook door de mens beïnvloed: invasieve exoten; terugtrekkende gletsjers en andere gevolgen van opwarming. Maar toch. In Nederland is de natuur een verzameling tuintjes die in stand moet worden gehouden. Als KNNV kennen we die plekjes. Ik genoot weer van de door onze afdeling georganiseerde excursies, Voorofse Polder; Willeskop; Sophiapolder etc. Ik ging twee keer met de plantenwerkgroep mee en volgde de Vlinderwerkgroep bij de nachtvlinderavond op de Kinderboerderij en de excursie naar de Amsterdamse Waterleidingduinen. Dan waren er natuurlijk de verschillende inventarisatie excursies naar de Reeuwijkse Hout. De weidevogelwerkgroep voltooide het rapport over de Oost Polder. Aletta van der Zijden bood een exemplaar aan een ambtenaar van de gemeente aan. De oeverzwaluwen deden niet wat ze moesten doen en lieten de door ons beheerde nestkasten rechts liggen. Natuurbescherming was weer uitermate actief. Ik kon aanwezig zijn bij een zitting van de Raad van State. De Waterschappen krijgen in de gaten, dat onze afdeling hun minder fraaie 3 milieukanten scherp in het vizier heeft. Ze leren ook dat er niet met ons te spotten valt. Natuurtuintjes worden aan alle kanten bedreigd, wij gaan dat tegen. Het activiteitenprogramma voor het najaar ligt al weer voor ons. Het wordt weer genieten van de min of meer zorgvuldig onderhouden natuur. Onze website is veranderd Als u op www.knnv.nl/gouda klikt zal het u opvallen dat de website van de afdeling veranderd is. De menu-items staan nu onder de banner van de afdeling. Als u er op klikt komt u op de betreffende informatie. Bij werkgroepen en publicaties kunnen sub-menu’s worden uitgeklapt. Onder het kopje Nieuws zijn nieuws-items met een plaatje. Daaronder vindt u de activiteiten met een icoontje. Door op het blokje met pijltje te klikken ziet u de rest. Waarvoor dient onze website? Alle informatie over excursies, lezingen en verslagen krijgt u toch al via de Natuurvriend ! Inderdaad is deze informatie bedoeld voor niet-KNNV leden waarvan wij hopen dat ze geïnteresseerd raken in onze afdeling, naar een activiteit komen en zich opgeven als lid. Het voordeel van de website voor u is dat we veel uitgebreidere informatie kunnen geven dan in de Natuurvriend mogelijk is. Het is de bedoeling dat u er verslagen en rapporten vindt, foto’s van excursies etc. In de nieuwsbrief zullen we er soms naar verwijzen. Kijk daarom eens op www.knnv.nl/gouda. Als u suggesties of commentaar heeft horen wij dat graag. Onze nieuwe website zal worden beheerd door een nieuwe webmaster. We hebben Eveline van Vliet - van der Lugt bereid gevonden onze nieuwe website te beheren. Zij zal proberen de foto’s van excursies op de website zetten. Dus als u tijdens een activiteit foto’s heeft gemaakt en u wilt deze delen met anderen stuur ze dan door naar Eveline ([email protected]). Wel eerst verkleinen, anders loopt haar mailbox vol. Tenslotte wordt onze vorige webmaster (Nel Kempers) bedankt voor haar werk. Gevraagd een penningmeester Vereisten: met goed gevolg de lagere school doorlopen met een 8 voor rekenen Beloning: 2-maandelijks een gezellige bestuursvergadering Sollicitanten (m/v) kunnen zich melden bij de voorzitter Frans Kingma Bij gebleken geschiktheid volgt een benoeming per februari 2015 voor 4 jaar. 4 Hoe het de oeverzwaluwen in Gouda deze zomer verging Je zou last kunnen krijgen van het “lege nestkast syndroom”, want de vogels hebben ons mooie zwaluwhotel ,op het Gouwe Park, niet gevonden. Alle nestopeningen zitten nog bijna helemaal dicht. Er was volop leven in het water rond het “schiereilandje”, jonge meerkoeten, een vrouwtje kuifeend met jongen en gewone eenden, maar geen oeverzwaluwen op het land! Een aantal vogels heeft de omgeving wel verkend, maar er werd blijkbaar een betere plek gevonden. Misschien was voor deze vogels die betere plek wel de omgeving van de Julianasluis. Op een gegeven moment waarschuwde een bewoonster van de Sluisdijk de gierzwaluwenwerkgroep. Zij had oeverzwaluwen gezien, die wilden nestelen in het zandtalud van een nieuw aan te leggen fietspad richting Moordrecht. Dit bericht kwam bij mij terecht en toen begon een zoektocht naar het bedrijf dat voor dit werk verantwoordelijk was. En naar de instantie die in kon grijpen als het mis zou gaan. De bewoonster hield de zaak scherp in de gaten, sprak werknemers aan en wij hielden nauw contact. De inhoud en het resultaat van al dit mailverkeer zal ik jullie besparen. Het belangrijkste is het uiteindelijke resultaat. Begin mei kreeg ik te horen dat KWS ( Koninklijke Volker Wessels Stevin) verantwoordelijk was voor het project. En deze aannemer zorgde ervoor dat hun ecoloog de vogels in de gaten ging houden. Het werk aan het fietspad werd stilgelegd en de Provincie meldde mij dat alle aannemers, die bij de verschillende werkzaamheden rond en aan de sluis betrokken waren, op de hoogte waren. Nesten van oeverzwaluwen aan de Sluidijk (foto Iemkje Tijsseling) 5 Toen het tijd werd voor het tweede legsel, ging de ecoloog weer kijken en werd de conclusie getrokken dat de vogels doorgingen. De volkstuinders onder aan de dijk leefden ook mee en zorgden bv. dat jongelui, die dachten dat het talud een leuke glijbaan zou zijn, snel weer op hun fiets stapten .Misschien zijn er wel wat jongen gesneuveld door weersinvloeden. Eind juli werd onze omgeving “geteisterd” door hevige regens en stortten er stukken van het zandlichaam helemaal in. Maar in de dagen daarna waren er nog wel vogels actief. Vandaag, 11 augustus, hebben wij geen oeverzwaluwen meer kunnen ontdekken. Ik trek de voorzichtige conclusie dat de vogels, net zoals de gierzwaluwen, vertrokken zijn naar het zuiden. Ik ben heel blij dat zoveel mensen, ook van de gemeente Gouda, er samen voor gezorgd hebben dat deze tijdelijke nestgelegenheid de oeverzwaluwen een broedplaats heeft kunnen bieden. En nu maar duimen dat de vogels dan volgend jaar hun intrek willen nemen in ons zwaluwenhotel! Ik hoop dat dit najaar het informatiebord op het Gouwe Park onthuld kan worden, samen met alle sponsoren, vrijwilligers en vele anderen die dit project voorbereid hebben. Iemkje Tijsseling, contactpersoon oeverzwaluwen. Weidevogels in Polderpark Oostpolder In de vorige Natuurvriend hebben we u laten weten dat de Gemeente Gouda de KNNV en IVN had gevraagd gedurende een periode van 3 jaar in het Polderpark Oostpolder de weidevogels te inventariseren. In deze nieuw ingerichte polder tussen het Gouwe kanaal en de ringvaart is een vlonderpad aangelegd. De vraag is of er in dit gebied broedende weidevogels voorkomen, zodat het nodig is dit pad tijdens het broedseizoen af te sluiten. In maart werd een plan opgesteld, waarbij Ries van Vliet van onze weidevogelwerkgroep advies kreeg van Aletta van de Zijden. Zij heeft als voormalig coördinator weidevogelbeheer van het landschapsbeheer Zuid-Holland ervaring met dit soort inventarisaties. Samen met Ries van Vliet hebben Annemarie van Putten, Elly Meindert van de KNNV en Ton van Rossum van het IVN in het gebied 5 tellingen gedaan. Er werden 5 territoria grutto’s, 5 territoria kieviten, 3 territoria scholeksters en 3 territoria tureluurs vastgesteld. Verder werd nog een nest slobeenden gevonden. Een punt van 6 kritiek is dat het gebied begint te verruigen. Een ander beheer zal daarom moeten worden toegepast om dit gebied geschikt te houden voor weidevogels. Een uitgebreid verslag inclusief conclusies en aanbevelingen voor beheer kunt u lezen op onze website www.knnv.nl/gouda onder weidevogelwerkgroep De Vlinderwerkgroep De vlinderwerkgroep heeft dit jaar 4 publieksactiviteiten georganiseerd. Op 27 juni werd samen met de Natuur en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard in het Loetbos de nationale nachtvlindernacht gehouden. Op 22 augustus was de traditionele nachtvlindernacht samen met Cyclus in het infocentrum aan het Heempad in Gouda en op 11 juli en 9 sept waren op de Kinderboerderij in resp. Gouda en Waddinxveen een avond nachtvlinders kijken georganiseerd. De avond op de kinderboerderij in Gouda was een experiment. Op 3 verschillende plaatsen waren witte schermen neergezet beschenen met sterke lampen. Er werden 57 verschillende soorten nachtvlinders geteld, waaronder de vrij zeldzame Bruine groenuil (Anaplectodides parasina) en de zeer zeldzame Bruine Haakbladroller (Ancylis tineana). Andere bijzondere soorten waren natuurlijk de Ligusterpijlstaart (Sphinx ligustri) en het Groot avondrood (Deilephila elpenor). Jammer dat de dieren pas om 23.00 uur begonnen te vliegen toen alle kinderen al naar bed waren. Ligusterpijlstaart (foto Huig Bouter) 7 Gierzwaluwen in Gouda Op 24 juni en 1 juli 2014 hebben ongeveer vijftien leden van de Gierzwaluwwerkgroep in de binnenstad van Gouda een poging gedaan om het aantal gierzwaluwen te tellen. De resultaten zijn hoopvol. Op 24 juni zijn er 410 en op 1 juli zijn er 672 gierzwaluwen geteld. Het verschil in de aantallen zal o.a. te maken hebben met de weersomstandigheden, het wel of niet uitvliegen van jonge gierzwaluwen (meestal pas eind juli) en de aanwezigheid van niet broedende 'vrije' gierzwaluwen. Het belangrijkste is dat de aantallen redelijk overeen komen met de tellingen van voorgaande jaren (zie tabel). Het is moeilijk een zinnig woord te zeggen over achteruitgang of vooruitgang van het totaal aantal gierzwaluwen in de Goudse binnenstad. eerste telling tweede telling 2011 418 299 2012 416 500 2013 722 367 2014 410 672 Het tellen van gierzwaluwen is sowieso lastig. We tellen tussen 20.30 en 21.30 omdat ze dan vanuit hogere luchtlagen naar beneden komen. Maar dan vliegen ze continue kris kras door elkaar heen, verdwijnen soms ineens uit het zicht hoog in de lucht en vormen steeds wisselende groepjes boven de vele huizendaken. Ook zijn de nestplaatsen vanaf de straat moeilijk waar te nemen, evenals het aantal broedende gierzwaluwen per nestplaats. Maar door de jaarlijks aanhoudende telpogingen van de Gierzwaluwwerkgroep ontstaat er wel een globaal beeld van het aantal gierzwaluwen dat door de jaren heen iedere keer weer terug komt naar Gouda om daar te broeden en rond te vliegen. In de periode dat de gierzwaluwen in de Goudse binnenstad aanwezig zijn (mei t/m juli/augustus) zijn ze wel bepalend voor de stadse natuur met hun geluiden, spitse silhouetten en driftige vliegpatronen vlak langs gevels en daken. Fijn dat ze keer op keer terug komen naar Gouda want zo horen bij een (oude) stad. Een genot om ze waar te nemen. 8 Het streven is om het telgebied de komende jaren uit te breiden naar omliggende wijken, zodat uiteindelijk een beeld ontstaat van de totale populatie gierzwaluwen in heel Gouda. Ook is de Gierzwaluwgroep Gouda bezig met het in kaart brengen van de zichtbare en bekende invliegopeningen bij de nestplaatsen. Deze nestplaatsenlijst zal t.z.t. gebruikt kunnen worden ter informatie voor restauratie en verbouwplannen. Guus Muller Sophiapolder Midden in de rivier de Noord ligt het natuureiland de Sophiapolder. Aan de oostkant ligt de drukke scheepvaartroute Rotterdam-Duitsland. Aan de westkant is een smallere zijtak van de Noord, de Rietbaan genaamd. Het eiland is thans in het beheer van het Zuid-Hollands Landschap. Vrijwilligers van het Zuid-Hollands Landschap verzorgen met een klein voetveer de verbinding. Het eiland is afgegraven zodat er een landschap is ontstaan met slikken en zandplaten. Om het eiland ligt een bloemrijke dijk. Tussen de oostkant en de westkant loopt een vlonder pad over het wad. Dat is maar goed ook, want omdat de dijk aan het noordkant is doorgestoken heeft het water vrij spel. Omdat de rivier de Noord via de Nieuwe Waterweg in open verbinding staat met de Noordzee is er getijdeverschil. Bij vloed staat een groot deel van het eiland onder water. Bij eb vallen de slik- en zandplaten droog. Het is dus een zoetwatergetijden gebied. Het eb en vloedverschil is ongeveer een meter. Sophiapolder bij eb 9 Tijdens de excursie van 11 juli hebben we gebruik gemaakt van het wandelpad over de bloemrijke dijk met o.a. Jacobs kruiskruid, Kaardebol, Heelblaadje, Moerasandoorn, Sint Janskruid, Kattestaart, Wilde peen en vele anderen soorten. In de getijdezone groeit nu vooral Waterereprijs. Deze plant verdwijnt bij vloed volledig onder water. Via het vlonder pad dat dwars over het eiland loopt heb je een goed uitzicht op de watervogels. Waargenomen werden naast lepelaars en vele soorten steltlopers en ganzen een grote zwerm kemphanen. Een stukje geschiedenis Het eiland ontstond in de 14e eeuw als zandbank in de rivier de Noord. Omstreeks 1850 werd er een ringdijk om gelegd. Het poldereiland dat zo ontstond werd vernoemd naar Koningin Sophia, de vrouw van Koning Willem III. Rond 1900 werd de Sophiapolder ingericht voor agrarisch gebruik, terwijl langs de Rietbaan een scheepssloperij ontstond. Bij vloed voeren afgedankte zeeschepen de Rietbaan op om er voor altijd te stranden. Daarna begon het sloperswerk wat zorgde voor een enorme vervuiling. Na het afsluiten van het Haringvliet bleef er onvoldoende hoogwater over om er schepen te laten stranden. De sloperij verdween, maar de vervuiling bleef. In 1996 werd besloten om de 77 hectare grote Sophiapolder voor natuur in te richten als compensatie van de aanleg van de Betuwelijn. De scheepswrakken werden opgeruimd, de bodem gesaneerd en nu denderen de goedertreinen .op zo’n 25 meter onder je voeten door. De Sophiaspoortunnel is acht kilometer lang. In 2011 werden op twee plekken de dijken doorgestoken en kreeg het getij vrij spel. Tegenwoordig beheert de Stichting het Zuid-Hollands Landschap de Sophia polder en maakt het mogelijk om van dit gebied te genieten. Bron: folder van het Zuid-Hollands Landschap Jan Uilenbroek Haften of eendagsvliegen Tijdens de inventarisatie van sloten in het Reeuwijkse Hout komen we voortdurend waterdiertjes tegen met 3 staartdraden. Dit blijken de juveniele stadia van haften te zijn. Juveniele stadia van haften en libellen heten nimfen en geen larven, omdat ze bij elke vervelling meer op het volwassen stadium (imago) gaan lijken. Dit in tegenstelling tot maden van vliegen of rupsen van vlinders waarvan het larvestadium totaal niet lijkt op het volwassen stadium. Overigens wordt zelfs in standaardwerken gesproken van libellenlarven. 10 Haften (ook wel eendagsvliegen genoemd) vormen een aparte orde in de groep van insecten. Als enige insectengroep hebben ze twee verschillende vliegende stadia. Uit het laatste nimfenhuidje sluipt een onvolwassen imago (sub-imago), dat in staat is te vliegen. Na nog een vervelling ontstaat het volwassen imago, dat in staat is tot paring. Het volwassen stadium heeft enkel de voortplanting tot doel. Volwassen haften hebben sterk gereduceerde monddelen en geen spijsverteringskanaal en kunnen dus maar kort leven, slechts enkele uren tot enkele dagen. Vandaar de naam “eendagsvliegen”. Deze naam is overigens onterecht want haften zijn geen vliegen. Het nimfenstadium duurt aanzienlijk langer, meestal een jaar en ze kunnen wel 45 vervellingen ondergaan. eendagsvlieg (internet) Boven water of boven oevervegetatie verzamelen zich de mannetjes in grote zwermen. Ze stijgen daarbij tot een paar meter boven de grond en laten zich vervolgens weer vallen, waardoor de karakteristieke deinende beweging van de zwerm ontstaat. Vrouwtjes die de zwerm invliegen worden in de lucht bevrucht en zetten direct na de paring de eitjes af in het water. De haften zijn voor veel dieren een welkome prooi en zijn het hoofdvoedsel voor bijv. vissen, libellen, zwaluwen en vleermuizen. Omdat de nimfen erg gevoelig zijn voor watervervuiling zijn ze dus een goede indicator voor de waterkwaliteit. 11 Natuur in de stad De stad kan beschouwd worden als een kunstmatig gebergte van steen, beton en glas met in de kloven en ravijnen soms kleine stukjes groen. Niet alleen Homo sapiens maar ook de Rotsduif, Gierzwaluw en Slechtvalk voelen zich er thuis. Door de overvloed aan rondslingerend voedsel vinden we naast ratten hier ook de Patatmeeuw en de Stationsspreeuw. Allerlei diersoorten hebben zich aangepast aan dit gebied en bij gebrek aan groen bouwt de Meerkoet zijn nest met plastic afval. De supermarkten zagen een gat in de markt en bieden een overvloed aan vetbollen, pindaslingers en potten pindakaas aan. Hierdoor is de dichtheid aan merels, mezen, kauwen, eksters en gaaien in de stad aanzienlijk groter dan daar buiten. Kortom de stad is een natuurgebied met bijzondere kenmerken. Ook voor floristen is de stad een paradijs. Na de publicatie van het boek “van muurbloem tot straatmadelief” over de stadsflora van Amsterdam is een nieuw floradistrict aan Nederland toegevoegd: het urbane district. Het urbane district wordt gekenmerkt door een warm klimaat en stenige bodem. Onder de karakteristieke soorten behoren veel warmte minnende mediterrane soorten, vorstgevoelige soorten en tuinvlieders. Sterk aan de stad gebonden zijn de muurplanten. In de Veldgids voor stadsplanten van Ton Denters zijn 700 vertegenwoordigers van de stedelijke flora opgenomen en achterin 18 stadswandelingen. Recentelijk is een nieuw boek over de stadsflora verschenen “Stadsplanten van Breda”. Hierover zal Erik van der Hoeven, een van de medeauteurs, voor ons op woensdag 19 november een lezing houden. En niet alleen de levende natuur vindt u in de stad, ook de resten van natuur uit het verre verleden kunt u er vinden. Daarvoor moet u de Belgische of Ierse hardstenen trottoirbanden meer eens bekijken. Hierin vindt u tussen hondenpoep en kauwgom fossielen van koraal en zeelelies. Ze stammen uit het Carboon (350 – 290 miljoen jaar oud). De stad als natuurgebied. Hieraan heeft het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam een tentoonstelling gewijd getiteld “Pure Veerkracht”. We gaan er heen op zaterdag 25 oktober. En als u op academisch niveau wil worden bijgeschoold kunt u in februari 2015 op de Erasmus Universiteit de HOVO colleges over de Stadsjungle volgen van Prof. Dr. Jelle Reumer, de directeur van het Natuurhistorisch Museum. Jan Uilenbroek 12 13 Zoutplanten Planten in zout milieu hebben het moeilijk met de opname van water. De wand van de plantencel is half doorlaatbaar d.w.z. water diffundeert wel door de celwand, maar de daarin opgeloste zouten niet. Is er aan weerszijden van de celwand verschil in zout concentratie dan zal water de celwand passeren van het gedeelte met de lage zout concentratie naar het gedeelte met de hoge zoutconcentratie. Dit verschijnsel heet osmose. In een zoet milieu zal de plant dus water opnemen, maar is het milieu zouter dan de cel inhoud, dan loopt water de cel uit. Zonder speciale aanpassingen of eigenschappen kunnen planten in een zout milieu dus geen water opnemen. Zoutplanten nu zijn planten die daar iets op gevonden hebben. Enkele soorten, zoals Lamsoor en Engels gras, kunnen zoutkristallen via het blad uitscheiden. Je ziet de kristalletjes aan de buitenkant zitten. Andere houden in hun cellen een hogere dan normale zoutconcentratie aan; zulke soorten zien er vaak wat vettig en opgeblazen uit. Zeekraal spaart zout op in een speciale vacuole. Overigens zijn niet alle zoutplanten over één kam te scheren. Sommige planten verdragen veel hogere zoutconcentraties dan andere planten. Echte zoutplanten (halophyten) zijn bestand tegen uiteenlopende zoutconcentraties en tegen veelvuldige en langdurige overstromingen met zeewater. Hier volgen voorbeelden van echte halophyten, allemaal planten van lage of hoge kwelder en schor: Biestarwegras Dunstaart Kweldergras Blauw Kweldergras Gewoon Kweldergras Stomp Lamsoor Lepelblad Engels Melkkruid Schijnspurrie, Gerande Schorrenkruid Schorrenzoutgras Strandmelde Zeefioringras 14 Zeekraal Zeeweegbree Zilt rood zwenkgras Zilte rus Zoutmelde Gesteelde Zoutmelde Gewone Zulte (zeeaster) Facultatieve halophyten kunnen overleven in een minder zout milieu. Op zilte grond ondervinden zij minder concurrentie van andere planten die niet zoveel zout verdragen. Facultatieve halophyten zijn onder meer: Baardgras Bitterling Deens Lepelblad Duizendguldenkruid Engels gras Heemst Hertshoornweegbree Moeraswespenorchis Parnassia Riet Steenkruidkers Zilverschoon Zilte schijnspurrie Een speciale groep vormen de pekel-adventieven (bermhalophyten, zoutspoorplanten). Deze gedijen omdat het zilte milieu concurrenten op afstand houdt. De bekendste zijn Hertshoornweegbree, Deens lepelblad en Stomp kweldergras. Ze verschijnen langs randen van wegen die ’s winters gepekeld worden. Biestarwegras (internet) Halophyten zijn pioneersplanten en dragen bij aan de opbouw van het schoor. De wortels houden de bodem vast, terwijl de bovengrondse delen de waterbewegingen temperen waardoor het met het water meegevoerde sediment bezinkt. Op den duur wordt het slik dikker waardoor de zwakker zout tolerante soorten groeikansen krijgen. Om dit verlandingsproces te versnellen grijpt de mens soms in door zelf het slik in te planten met zoutpioniers. Een tweede effect van deze zoutpioniers is afremming van de erosie doordat de 15 wortels de bodem vasthouden. Men kan in erosiegevoelige delen zoutpioniers aanplanten om de bestaande erosie te stoppen. Biestarwegras speelt een bijzondere rol, niet op het schor, maar op het kale strand. Deze soort wordt als de belangrijkste zandbinder in het begin van duinvorming beschouwd. Ze kiemt op een miniem zandheuveltje dat nat is van de regen. Als deze plant door de zee wordt overspoeld sluiten haar cellen zich voor het zoute water af en wachten ze op betere tijden met regen; dan stelt de plant zich weer open. Haar wortels binden het zand dat de wind tegen het plantje aanblaast, daarbij geholpen door Zeeraket en Helm. Sporen zout kunnen nog lang aan klei geadsorbeerd blijven en invloed van zout kan daarom nog aanhouden lang nadat de blootstelling aan zeewater verdwenen is. Zo was nog jaren nadat de Zuiderzee was drooggelegd langs de oevers hier en daar Engels gras, Moeraszoutgras of Heemst te vinden. De zoutgevoeligheid van cultuurgewassen loopt sterk uiteen. Het voedsel producerende landbouwareaal zou belangrijk uitgebreid kunnen worden als er methoden bestonden om cultuurgewassen tegen hogere zoutconcentraties bestand te maken. Antoon van der Ark U hoeft de deur niet meer uit De floristen onder ons kunnen op de website www.floravannederland.nl een schat aan informatie vinden. Er zijn 4 ingangen: plant in beeld, vegetatie in beeld, plantensoorten en plantengemeenschappen. De site geeft via alfabetisch rangschikking toegang tot alle wilde Nederlandse planten. Van elke plant krijgt u een foto met video. Deze video geeft uitgebreide informatie over kenmerken, voorkomen, bijzonderheden etc. Via plantensoorten worden de families besproken, waartoe de betreffende plant behoort. Verder krijgt u via de ingang Plantengemeenschappen een beschrijving van 43 plantengemeenschappen. Bij links krijgt u toegang tot 27 organisaties zoals verspreidingsatlas.nl, Nederlandse soortenregister van Naturalis etc. Kortom het is de moeite waard op de site een kijkje te nemen. Gemiste kans Hier had uw bijdrage aan de Natuurvriend kunnen staan. Volgende keer dan maar. Wel inzenden vóór 15 december. 16 Quaggamossel. Ook de Goudse natuur blijkt nu te zijn uitgebreid met een Oost-Europese inwijkeling: de Quaggamossel (Dreissena rostriformis bugensis). Dit tweekleppig weekdier uit de Dnjepr en de Bug is in 2006 voor het eerst in Nederland aangetroffen en wel in het Hollands Diep. Het dier lijkt op de Driehoeksmossel (Dreissena polymorpha), maar is wat platter en de kiel is afgerond. Bij de Driehoeksmossel is de kiel zo scherp is, dat zowel een losse klep als het intacte doublet rechtop op tafel kan staan. De Quaggamossel valt om als je die probeert rechtop te zetten. Het eerste mij bekende exemplaar in Gouda is op 31 juli 2013 door Corrie Zwart op een wandeling van de plantenwerkgroep langs de Gouwe gevonden, maar Jan Uilenbroek heeft tijdens de excursie naar het Stormpoldervloedbos langs de Nieuwe Maas op 27 april 2013 al een exemplaar gevonden, dat overigens een merkwaardig trekje vertoonde: de groei is in de juveniele fase kennelijk een tijdje onderbroken geweest en toen die later weer op gang kwam, is er een litteken in de schelp ontstaan. De Quaggamossel blijkt een goede groeier en kolonisator te zijn. Het dier kan zich net als de Driehoeksmossel met byssusdraden aan vaste voorwerpen, zoals scheepswanden, hechten en reist dus makkelijk. De naam wijst op de donkere strepen die soms op de schelp te zien zijn: de Quagga is een zebra-achtig dier. Dit is de derde soort van de familie van de Dreissenidae die zich in Nederland vestigt na de Driehoeksmossel in 1826 en de Brakwatermossel (nu in het Noordzeekanaal) in 1895. Fossielen van deze soorten komen in Nederland niet voor. Antoon van der Ark De afbeelding op de voor en achterpagina is een Parelstuifzwam (Lycoperdon perlatum) (foto Huig Bouter). Als dat nieuw voor u is, is de cursus paddenstoelen misschien iets voor u. 17 Activiteitenprogramma De excursies maken we meestal per auto. We maken auto’s dan ‘vol’, zodat er met zo weinig mogelijk auto’s wordt gereden. Van de mensen die meerijden wordt een “liftersgeld” gevraagd van 5 eurocent per gereden kilometer. Dit bedrag wordt met de bestuurder van de auto verrekend. Wilt u weten of er voldoende auto’s/meerijdplaatsen zijn, dan kunt u van tevoren contact opnemen met de natuurhistorisch secretaris. De KNNV is niet aansprakelijk voor ongevallen en beschadiging of verlies van eigendommen. Voor meer inlichtingen: Jan Uilenbroek, tel 0182-618037, [email protected]. zaterdag 27 sept. Vogelexcursie naar de Brabantse Biesbosch Er is in de Brabantse Biesbosch veel veranderd. Grote delen zijn onder water gezet, waardoor er veel watervogels voorkomen. We vertrekken om 9.00 uur vanaf het NS station Gouda, Bloemendaalse zijde. De excursie duurt tot ongeveer 17.00 uur. Zaterdag 11 okt. Strandexcursie naar de zandmotor Tussen Terheide en Kijkduin is zand opgebracht ter versterking van de kust. Inmiddels is er een pioniervegetatie ontstaan. Wellicht is het mogelijk met een kornet naar zeedieren te kijken. We vertrekken om 9.00 uur vanaf het NS station Gouda, Bloemendaalse zijde. We verwachten om 14.00 uur weer terug te zijn. Zaterdag 25 okt. Natuurhistorisch museum in Rotterdam In het kader van natuur in de stad bezoeken we de tentoonstelling “pure veerkracht, de stad is ook natuur”. Ook de vaste collectie is de moeite waard o.a. de verzameling van Kees Moeliker. Toegangsprijs 7 euro (65+ 3.50), museum jaarkaart geldig. Vertrek 9.30 uur vanaf het NS station Gouda, Bloemendaalse zijde. We verwachten om 13.00 uur weer terug te zijn. Zaterdag 1 nov. Natuurwerkdag Heemtuin Goudse Hout Wie de handen uit de mouwen wil steken kan terecht op de Heemtuin in de Goudse Hout. De werkzaamheden beginnen om 10.00 uur. U kunt werken zo lang u wilt. Er is parkeerruimte op het parkeerterrein bij de Wielerbaan. Vandaar is het 5 min. lopen. De medewerkers van de Heemtuin zorgen voor materialen, soep en koffie. Neem gerust uw kleinkinderen mee. Woensdag 5 nov. lezing over ringslangen Gouda en Reeuwijk spelen een belangrijke rol bij de verspreiding van ringslangen in Zuid-Holland. Richard Struijk van RAVON zal ons hier alles over vertellen. De lezing wordt gegeven in de kinderboerderij “De Goudse Hofsteden”, Bloemendaalse weg 34 in Gouda, aanvang 20.00 uur. 18 Woensdag 19 nov. Lezing over de stadsplanten van Breda Deze lezing zal worden gegeven door Erik van der Hoeven van de KNNV Breda. De werkgroep Stadsplanten Breda heeft hierover in 2013 een boekje uitgegeven. De lezing vindt plaats in de kinderboerderij “de Goudse Hofsteden”, Bloemendaalse weg 34 in Gouda en begint om 20.00 uur. Woensdag 3 dec. Landschap en vogels in de Krimpenerwaard Deze lezing wordt gegeven door Arie Dorsman van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard. De lezing vindt plaats in de kinderboerderij “de Goudse Hofsteden”, Bloemendaalse weg 34 in Gouda en begint om 20.00 uur. zaterdag 20 dec. Vogelexcursie naar de ZH en Zeeuwse eilanden We rijden naar de Brouwersdam en op Schouwen-Duiveland bezoeken we de Plompe toren, de inlagen en plan Tureluur. We vertrekken om 9.00 uur vanaf het NS station in Gouda, Bloemendaalse zijde en verwachten om 17.00 uur weer terug te zijn. Zondag 4 jan. Winterwandeling Na alle feestdagen wordt het tijd voor een wandeling. We lopen vanaf het eind van de Langevelderlaaan in Noordwijkerhout door de Amsterdamse Waterleiding Duinen naar zee, langs het strand en door de duinen terug. Totale afstand 8 km. We vertrekken om 10.00 uur vanaf het NS station in Gouda, Bloemendaalse zijde en hopen om 15.00 uur weer terug te zijn. Woensdag 7 jan. Nieuwjaarsborrel Onze jaarlijkse Nieuwjaars borrel is ook dit jaar weer in het infocentrum aan het Heempad in Gouda. We zijn benieuwd naar uw ervaringen van het afgelopen jaar. Laptop en beamer zijn aanwezig. Aanvang 20.00 uur. Zaterdag 17 jan. Vogelexcursie Surfplas in Reeuwijk We maken een rondje om de Surfplas. Hier kunnen we duizenden smienten verwachten, verder brilduikers, tafeleenden Slobeenden etc. We vertrekken om 10.00 uur vanaf het parkeerterrein bij het restaurant. De excursie duurt tot ongeveer 13.00 uur. Woensdag 28 jan. Weidevogelbeheer, belang van kuikenland Deze lezing wordt gegeven door Astrid Kant. De lezing is georganiseerd samen met het IVN IJssel en Gouwe en vindt daarom plaats in de filmzaal van het Streekmuseum, Oudeweg 3 in Reeuwijk, aanvang 20.00 uur. 19 De Natuurvriend is het orgaan van de afdeling Gouda en omstreken van de KNNV, Vereniging voor Veldbiologie. Het verschijnt drie maal per jaar. Afzender/ledenadministratie Lage Gouwe 112 2801 LK Gouda 20
© Copyright 2024 ExpyDoc