Aan schepen Annelies Storms Schepen bevoegd voor Cultuur, Toerisme evenementen Stadhuis, Botermarkt 1 9000 Gent Gent, 7 mei 2014 Aanwezig: Nicolas Willekens Hans Van Kerckhove Mathias Algoet Ewout De Cat Jolien Clauw Griet De Wachter Vera Vryens Thibalt Bonte Spontaan advies ivm de UiTpas Momenteel wordt er vanuit de Stad Gent, in samenwerking met Cultuurnet vzw, gewerkt aan de invoering van een vrijetijdspas (al dan niet ter vervanging van de huidige 80/20-regel). Deze Uitpas zal zowel een spaarsysteem als een systeem voor kansentarief omvatten (“mensen in armoede uit Gent zullen de Uitpas kunnen gebruiken om aan kortingstarief deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten van sport, cultuur en jeugdwerk”). Daarnaast zou de Uitpas de mogelijkheid geven om veel gerichter te communiceren over vrijetijd. Aangezien de Uitpas zich ook richt op het jeugdwerk, hebben we op de Open Jeugdraad van 12 maart dit voorstel van nieuw systeem toegelicht en gepeild naar de mening van de aanwezigen. Dit werd ook verder besproken op het Dagelijks Bestuur. Naast de mening van de aanbodzijde, hebben we de Uitpas ook bekeken vanuit het standpunt van de maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren zelf. Op basis van die inputs schrijven we dit advies. Algemeen vinden we het principe van een kortingstarief uiteraard OK. Een systeem om mensen in armoede te laten deelnemen aan het vrijetijdsaanbod is uiteraard fantastisch! Toch hebben we enkele vragen en bedenkingen. 1. De voorgestelde verdeelsleutel (40-40-20) en de draagkracht van de organisaties Om het kortingstarief te bekomen, gaat men uit van een solidaire kostenverdeling: zowel stad Gent als de organisatie dragen bij. Dit in tegenstelling tot de huidige 80/20-regel. Een eerste reactie of perceptie was: “dit is een besparing op de kap van de verenigingen”. Het is daarom belangrijk om goed en eerlijk uit te leggen waarom een bijdrage van organisaties gevraagd wordt. De meeste jeugdorganisaties beseffen uiteraard wel dat een eigen bijdrage relevant kan zijn. Verschillende onder hen hebben nu reeds een eigen kortingssysteem waar ze zelf aan bijdragen. In vergelijking met de eigen systemen, ligt het gevraagde percentage bij de Uitpas voor velen echter vrij hoog. Is het daarom mogelijk om een verdeling 60-2020 te voorzien? Zeker voor kleine verenigingen die werken met vrijwilligers. Een daarbij aansluitende bezorgdheid is dat de draagkracht van organisaties niet uit het oog mag verloren worden. Verenigingen die inspanningen leveren en zo veel kinderen en jongeren uit de doelgroep bereiken, moeten ondersteund worden. De invoering van een verdeelsleutel waar organisaties zelf ook aan bijdragen mag immers niet resulteren in bv. een algemene verhoging van het lidgeld. Daarom willen we voorstellen om, zodra verenigingen een groot aantal deelnemers van de doelgroep bereiken, de verhouding in tussenkomst door de stad en de organisaties herzien wordt. Zeker als de verhouding 40-40-20 behouden blijft. 2. De administratie Er wordt veel verwacht van (jonge) vrijwilligers: vorming volgen, op verschillende momenten hun activiteiten invoeren op een website, kaarten scannen, gegevens invoeren, … Dit is opnieuw een extra administratieve last op de schouders van vrijwilligers. Neemt stad Gent het engagement om de administratie voor de organisatie zo klein mogelijk te houden? 3. De activiteiten Het is ons nog niet geheel duidelijk welke activiteiten wel en welke niet in aanmerking komen voor kortingstarief en/of het sparen van punten (bv. fuiven, eetfestijnen, …). Kan hierover zo snel als mogelijk duidelijkheid over gegeven worden? 4. Digitaal systeem Technologie is niet onfeilbaar en frustratie om technologie die niet werkt op een moment dat dit wel moet, is ons niet onbekend. Ook hier is het nog onduidelijk wat juist mogelijk zal zijn (kunnen er smartphones uitgeleend worden, is er überhaupt een app, wat met de zuilen, …?). Sowieso zal de nodige ondersteuning door stad Gent noodzakelijk zijn. Op de Open Jeugdraad formuleerden de organisatie zelf ook enkele bedenkingen: 1. Aan de verenigingen werd de vraag gesteld wat zij verkiezen: het gebruik van de Uitpas verplicht maken voor verenigingen die subsidies krijgen (wie de Uitpas niet gebruikt verliest zijn subsidies, wat de facto betekent dat iedereen verplicht wordt om de Uitpas te gebruiken); het belonen van verenigingen die meestappen in het systeem (geen verplichte deelname, wel stimulering). Vanuit de doelstelling van de Uitpas (de financiële drempel voor mensen in armoede wegnemen) is een verplicht gebruik wellicht het meest efficiënt. Maar dit is uiteraard geen garantie op succes: als organisaties er niet van wakker liggen, zal er weinig veranderen. Bovendien zijn er nog tal van andere drempels die vaak hoger zijn dan de financiële. Het risico op nog maar eens een negatief verhaal voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren is te groot op die manier. We werken beter met organisaties die hier heel bewust voor kiezen, waar er een draagvlak bestaat. Onze conclusie is dus: maak het werken met de Uitpas niet verplicht. Organisaties (financieel) belonen die extra moeite doen, kan wel stimulerend werken, al denken we dat het geen groot verschil zal maken. De jeugdverenigingen vinden dit dan ook niet nodig: wij vinden het bereiken van de doelgroep op zich waardevol. Het ondersteunen van de verenigingen is voor ons belangrijker (bvb. extra ondersteuning bij een activiteit of hulp bij het invoeren van activiteiten). Daarnaast willen we nogmaals benadrukken dat een tegemoetkoming aan jeugdorganisaties die veel kinderen en jongeren uit de doelgroep bereiken wel essentieel is (bvb. door de verhouding in bijdrage van de stad en de organisatie zelf te wijzigen). 2. De Uitpas voorziet geen korting voor materiaal. Zeker bij jeugdbewegingen, maar ook bvb. sportorganisaties, is dit vaak ook een grote kost. We vinden het dan ook jammer dat geen materiële ondersteuning voorzien wordt voor gezinnen in armoede. 3. We willen er ook op wijzen dat communiceren via websites met maatschappelijk kwetsbare gezinnen niet steeds de beste oplossing is. Gedrukte communicatie en de rol van middenveldorganisaties blijven belangrijk. 4. We hebben ook onze bedenkingen bij de termijn die voorop gesteld wordt: in het najaar 2014 zou de Uitpas al functioneel moeten zijn. Dit lijkt ons een onhaalbare termijn! Ook hier vragen we duidelijkheid van stad Gent. Vanuit het Jeugdwelzijnswerk en dus vanuit het standpunt van maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren rijzen de volgende bezorgdheden. 1. De Uitpas als middel om de meest kwetsbare kinderen en jongeren te laten participeren aan vrijetijdsaanbod in hun buurt juichen we toe. We maken ons wel zorgen over de aanbodszijde, en dan meer specifiek over de organisaties die populair zijn bij maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Als we nu bekijken aan welk aanbod zij participeren via het 80/20-reglement, dan betreft het voor 95% sportverenigingen, zowel clubs, als commerciële initiatieven (voetbal, fitness, dans, boksen, …). Ze zitten dus duidelijk niet te wachten op een korting voor het MIAT, de Vooruit of de Stedelijke Musea. Het 80/20-reglement heeft in wezen dezelfde finaliteit als de Uitpas, en mist in haar huidige vorm, allerminst haar doel (maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren kunnen participeren aan het aanbod dat hen interesseert). We zijn bang dat kinderen en jongeren niet meer terecht zullen kunnen bij die sportverenigingen omdat deze organisaties die 40% niet zullen willen bijdragen en dus niet zullen instappen in het systeem. Immers, clubs, en zeker commerciële aanbieders, halen weinig voordeel uit het Uitpas-systeem (heeft bv. een commerciële aanbieder de ‘PR-machine’ van de Uitpas nodig?). We vrezen dus dat sommige verenigingen en initiatieven niet de intrinsieke motivatie zullen hebben en de voordelen van de afwezigheid van een kortingssysteem gaan omarmen. Het resultaat kan zijn dat we sportclubs voor de armen en sportclubs voor de rijken hebben … 2. Daarnaast is ons nog steeds niet duidelijk wie van de korting geniet. M.a.w. hoe “eng” of hoe “breed” wordt ‘armoede’ geïnterpreteerd en welke criteria zullen er gelden (is iemand die voltijds werkt, maar een gezin van 5 kinderen alleen moet onderhouden, ‘arm’? En wat mensen zonder een wettig verblijf?). 3. En tot slot vragen we ons af hoe de Uitpas in de portefeuille van de mensen voor wie ze bedoeld is, zal geraken. Mensen in armoede zijn bezig met overleven en leven van dag tot dag. Om deelname aan vrijetijdsaanbod te stimuleren is toeleiding essentieel. Met het systeem van de Uitpas (een pas die de kinderen en jongeren zelf moeten bijhouden) lijkt de aandacht voor die toeleiding te verdwijnen. Als Gent écht mensen in armoede wil laten participeren aan een aanbod dat ook is afgestemd op hun interesses, dan moet die aanbodszijde flink aangespoord worden om mee in te stappen, moeten de mensen goed toegeleid worden en moet er ook nagedacht worden over het materiaal, nodig om te kunnen participeren. Kortom, de jeugdraad heeft enkele specifieke vragen over de Uitpas, waar we graag een antwoord over krijgen vanuit het bestuur: 1. Is het mogelijk om een verdeling 60-20-20 te voorzien? We vrezen dat, als de verdeling 40-40-20 blijft, je in eigen voet schiet en de Uitpas op voorhand al mislukt is. 2. Kunnen verenigingen die een groot aantal kinderen en jongeren uit de doelgroep bereiken en wiens draagkracht daardoor op de proef gesteld wordt, financieel extra ondersteund worden? 3. Voor de jeugdsector geldt dat de meeste verenigingen een eigen bijdrage wel zien zitten (al is 40% misschien wel veel). Maar we stellen ons wel vragen bij de sportsector waar heel wat maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren nu met de 80/20-regeling terecht kunnen. Hoe gaat stad Gent garanderen dat de sportsector (zowel de clubs, als de commerciële aanbieders) mee stapt in het nieuwe systeem? 4. Neemt stad Gent het engagement om de administratie voor de organisatie zo klein mogelijk te houden? Voor verschillende andere punten wordt het geven van een advies dan weer bemoeilijkt, omdat er nog heel veel onduidelijk is. Kan het bestuur over volgende aspecten verduidelijking geven: 1. Welke soort activiteiten zullen in aanmerking komen voor de Uitpas? 2. Welke digitale systemen zullen beschikbaar zijn en kan stad Gent de garantie geven dat die gebruiksvriendelijk zullen zijn, zowel voor de organisaties als de individuele gebruiker? 3. Zal er ook een vorm van materiële ondersteuning voorzien worden voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (uniform, sporttenue, …)? 4. Hoe zal de communicatie met de doelgroep verlopen? 5. Wat met toeleiding? Hoe gaat stad Gent hierop inzetten? 6. Welke criteria zullen gebruikt worden om ‘armoede’ te definiëren? En meer specifiek: komen mensen zonder een verblijfsvergunning ook in aanmerking? 7. Wanneer zal de Uitpas ingevoerd worden? En hoe zullen de verenigingen en de doelgroep betrokken worden bij en geïnformeerd worden over de invoering van het systeem? 8. Wordt de Uitpas verplicht voor gesubsidieerde organisaties? Jeugdige groeten, Thibalt Bonte Secretaris Nicolas Willekens Voorzitter
© Copyright 2024 ExpyDoc