Lancering MultiColor Process Printing MCPP 20 - EFTA

EFTA
HET VAKBLAD VOOR DE FLEXOGRAFISCHE INDUSTRIE
[ JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
Twee verpakkingsdruk­
systemen bij Clondalkin12
LPF
Innovatietrends
gaan door
16
Lancering MultiColor
Process Printing
20
MCPP
ElektronenStraaldroging
23
in flexodruk Officieel orgaan van de vereniging voor flexodruk EFTA-Benelux
Zeskleurenflexodruk direct
op CPP-substraat
F&K 20SIX CS
EFTA News Flash
Interview met Flexo & Gravure Global
EFTA­Benelux voorzitter Roel Seele en zijn Italiaanse collega voorzitter Sante
Conselvan (ATIF) werden in juni geïnterviewd door Sebastian Reisig van het blad
Flexo & Gravure Global (blz. 62, 2­2014) met betrekking tot het gezamenlijke ini­
tiatief om een Europese Flexo organisatie op te richten. Maar ook een kritische
kanttekeningen bij dit initiatief van ‘industrieveteraan’ Tony White (zie Flexo &
Gravure Global blz. 63, 2­2014) is de moeite van het lezen waard.
EFTA Seminar 2014
WE WOULD NEVER
CLAIM TO BUILD
THE BEST PRESS
IN THE WORLD
...because we trust in your judgement.
Op donderdag 9 oktober 2014 zal het jaarlijkse EFTA Seminar plaatsvinden op
de High Tech Campus Eindhoven (NL). De High Tech Campus in Eindhoven is
de slimste km² in Nederland met meer dan 125 bedrijven en instituten en zo’n
10.000 onderzoekers, ontwikkelaars en ondernemers die werken aan toekom­
stige technologieën en producten. Een perfecte locatie dus voor een techno­
logisch georiënteerde vereniging als EFTA­Benelux, en ook nog eens centraal
gelegen om aan te reizen vanuit de gehele Benelux.
Get connected!
Website
EFTA heeft sinds eind 2013 een nieuwe website. U kunt ook inloggen op het
member only gedeelte. U zult de komende tijd op dit afgesloten ledengedeelte
van de website steeds meer informatie aantreffen.
Social media
U kunt lid worden van de EFTA­Benelux LinkedIn groep en zo gemakkelijk con­
tact leggen met uw collega’s binnen de flexografische industrie in de Benelux.
Ook kunt u EFTA­Benelux volgen op Twitter en zo de laatste trends volgen op
het gebied van flexo.
Online Forum
Wist u dat er een online flexo forum bestaat? U kunt op het online flexo
forum FlexoExchange vragen stellen en beantwoorden op tal van flexo gerela­
teerde topics. Of zoals FlexoExchange het zelf noemt: "Talk shop" with your
fellow flexographer.
FlexoGlobal
FlexoGlobal is een online platform, waarbij met name de blogs zeer interes­
sant zijn.
www.bobst.com
De oprichting van een Europese Flexo organisatie
is weer een stap dichterbij. Voor EFTA-Benelux als
kleine organisatie is het van groot belang dat er
op Europees niveau samengewerkt wordt.
EFTA­Benelux organiseerde op 25 juni 2014 een bij­
eenkomst voor haar Europese flexo zusterverenigin­
gen in Brussel. Nationale flexografische verenigingen
uit Italië, Frankrijk, Polen, Zweden, het Verenigd
Koninkrijk en de Benelux kwamen bijeen in Brussel
om de oprichting van een Europese koepel voor de
flexografische industrie te bespreken. Voorlopig is
gekozen voor de werktitel ‘FTA Europe’.
Onder leiding van een externe moderator, Jules
Lejeune van Lejeune Association Management,
werden de voornaamste gezamenlijke uitdagingen
geïdentificeerd. De conclusie was dat met name op
het gebied van educatie en standaardisatie & harmo­
nisatie de nationale verenigingen te maken hebben
met dezelfde uitdagingen en behoeften van hun
leden. Deze twee onderwerpen zullen binnen FTA
Europe gezamenlijk worden opgepakt.
Ook zullen toeleveranciers actief betrokken worden
bij FTA Europe. Zij zijn van groot belang en beschik­
ken over de noodzakelijke knowhow en middelen om
de industrie vooruit te helpen. Samenwerking tussen
leveranciers van drukmachines, inkten, software, etc.
enerzijds en flexodrukkers anderzijds is essentieel om
op te kunnen komen voor de belangen van de flexo­
grafische industrie. De nationale organisaties spelen
een belangrijke rol om de bestaande netwerken en
beschikbare kennis aan elkaar te koppelen en infor­
matie te delen met hun achterban.
Bezoek de EFTA­Benelux website om de verschillende social media te bezoeken.
EFTA Beurs Agenda
To come and see the F&K 20SIX in action contact us at [email protected].
FTA Europe
Empack (Brussel), 24 en 25 september 2014
Macropak (Utrecht), 30 september t/m 3 oktober 2014
FTA’s 2014 Fall Conference (Minneapolis), 20 t/m 22 oktober 2014
FlexoTech 2014 International Print & Innovations Awards
(Londen), 23 oktober 2014
Emballage (Parijs), 17 t/m 20 november 2014
Packaging Innovations (Zaandam), 26 t/m 27 november 2014
DFTA Advanced Flexo Course (Stuttgart), 1 t/m 5 december 2014
ATF Congres 2014 (Biarritz), 18 december 2014
Na de zomer moet de nieuwe organisatie verder uit­
gewerkt zijn en tevens duidelijk zijn welke organisa­
ties zich zullen aansluiten. Voor het bestuur van
EFTA­Benelux is het evident dat wij aansluiting
moeten zoeken. Brancheorganisaties volgen namelijk de
markt, en die krijgt een steeds duidelijker Europees en
zelfs globaal karakter. Aan de andere kant is het oplei­
den van mensen juist iets lokaals en vaak ook aan de
eigen taal gebonden. Zo vullen nationale en internatio­
nale organisaties elkaar op perfecte wijze aan.
Roel Seele
Voorzitter EFTA-Benelux
Ps. Deze column is een samenvatting van de tweede
EFTA Blog. Deze kunt u nalezen op de EFTA-Benelux
website.
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
3
European FTA Meeting in Brussel 25 juni 2014
Doelen op scherp
19 november 2013 viel het startschot in Bologna om als Europese flexoverpakkingdrukkers ‘meer vuist te maken’ in Europa; parallel aan andere industrieën.
In Brussel was 25 juni j.l. de vervolgbijeenkomst onder voorzitterschap van
EFTA-Benelux.
Bologna-Brussel
Vooral West-Europese flexodrukassociaties ver­
enigden zich 2013 onder voorzitterschap van
Assografici in Bologna-Italië achter het voor­
nemen om opkomende vraagstukken in geza­
menlijkheid aan te pakken. De flexodrukorganisaties uit Benelux, Duitsland, Engeland,
Frankrijk, Italië, Polen en Zweden wensten
onderzoek naar samenballing onder één para­
plu. ‘Eendracht maakt macht’; en die is nodig.
In Bologna 2013 kwam het tot een schets
van voornaamste behoeften in de brede flexo­
drukindustrie. In Brussel 2014 werden ver­
volgstappen gezet. Onder voorzitterschap van
EFTA Benelux probeerde men in Brussel te
komen tot verdere actieafspraken. Bestaande
grafische brancheorganisaties –verenigd in
Intergraf-Brussel– oriënteren zich minder op
het vaktechnisch ontwikkelen van de flexo­
drukindustrie en vertolken nauwelijks de stem
van de flexoverpakkingdrukkers in Europese
dossiers over voedselveiligheid, CO2-neutrale
verpakkingen, gevolgen van digitalisering in
de verpakkingsdrukbranche en zo meer.
dering had genomen: de oprichting van één
Europese parapluorganisatie voor de gehele
Europese flexodrukindustrie. Hierin zijn
begrepen –volgens voorzitter Seele– de
breed- en smalbaan verpakkingflexodrukkers,
golf- en massiefkartondrukkers en alle
bedrijven met overlappende flexodruksyste­
men voor verpakkingsdecoraties en overige
decoratievormen.
Parapluorganisatie
Speerpunten
In de persconferentie, volgend op de
Brusselse vergadering met zes landelijke
flexodruk-organisaties, refereerde secretaris
Krabbendam aan de ‘big step’ die de verga­
De pijlen op de boog van deze verenigde
Europese flexodrukorganisatie richten zich
vooral op beroepstrainingen voor nieuwe
generaties vakmensen. Die zijn dringend
nodig nu vaktechnologie in flexodruk zulke
grote sprongen voorwaarts maakt en steeds
hogere eisen stelt aan de flexodruk gerela­
teerde beroepen in drukvormvervaardiging,
drukken, converting, materialenkennis en
bedrijfsveiligheid. Die beroepen moeten ook
internationaal uitwisselbaar gaan worden.
Dat betekent uniformering van vakopleidin­
gen en vaktechnische trainingen. De trefze­
kerheid in het flexodrukken moet omhoog en
daar moeten mensen scherper voor worden
getraind, zo vertolkten verschillende deelne­
merreacties.
Eén stem
Naast de vaktechnische pijlen op de boog,
streven deelnemers aan dit verenigde flexo­
druk-initiatief naar het spreken met één stem
vanuit één platform. Dat is nodig op Europees
niveau, voor intercontinentale uitwisselingen
en dito afstemming. Immers, klanten/afne­
mers en inkopers van grote merken bij
Benelux’ en andere Europese flexodrukin­
dustrieën stellen zich ook steeds interconti­
nentaler op. “We moeten als Europese flexo­
drukindustrie toch een goed gefundeerd over­
leg kunnen voeren met universiteiten en bij­
voorbeeld onze Chinese collega’s!” zo verdui­
delijkte ATIF. De vergaderdeelnemers vertolk­
ten verder hoe belangrijk het is geworden om
op EU-niveau met één spreekbuis present te
zijn bij wetgevende EU-organen en
EU-instituties die de intercontinentale han­
delspolitiek monitoren.
Onderzoek
Voorzitter Seele legde uit hoe men scherp
zicht wil krijgen op de invulling van
gemeenschappelijke doelen. “In ieder deel­
nemend land zal de staande flexodrukorgani­
satie haar leden bevragen/inventariseren
welke toekomstige doelen zij zien ter verste­
viging van branchecontinuïteit en verster­
king van het marktaandeel in de verpakkkin­
genmarkt. In dit orgaan volgt daaruit een
samengestelde doelenlijst, waarmee we
zoveel mogelijk Europees aan de slag gaan”.
Onderling
Bijeenkomst Brussel, met de klok mee: staand: Jules Lejeune, moderator van de bijeenkomst / David Pittman,
PackPrint magazine / Rogier Krabbendam, secretaris EFTA-Benelux / Debbie Waldron-Hoines, director EFIA / Sante
Conselvan, president ATIF / Johan Kranenbroek penningmeester EFTA-Benelux / Wim Buyle, bestuurslid EFTA-Benelux /
Roel Seele, voorzitter EFTA-Benelux / Tatiana Riou, project manager Pack en Seine mede namens Proflexo en ATF /
Krzysztof Januszewski, Director PLFTA / Leonardo Gobbi, VP Marketing & Sales Uteco / Ronny Eriksson, boardmember
SweFlex / Pascal Thomas, Business Development Manager EMEA, Esko
Deelnemers aan de Brusselse bijeenkomst
bevestigden dat het ‘paraplu-besluit’ verdere
structurering van onderlinge uitwisselingen in
een cruciale fase brengt. Dat zal strategische
waarde krijgen. Immers, zonder uitwisseling
tussen landen hebben materiaal- en systeem­
leveranciers vrij spel. Een onderling goed
geïnformeerde branche staat sterker om haar
toekomstige doelen na te streven.
Na melding van de afspraak om in november
2014 tijdens Emballage in Parijs bijeen te
komen eindigde de persconferentie met een
dankwoord aan de sponsors: Esko, Sun
Chemical en Uteco.
Auteur Jan Vroegop
4 [ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
easyFair’s Empack print4Packaging /
labelTech 2- 4.04.2014
Hybride focus
Empack’s beursaankondiging beloofde vijf focusgebieden: ecoPack, print4Packaging, labelTech,
Foodplein plus de Caps & Closures Lane. Toch had de
beurs geen herkenbare focuspaviljoens en bleef
vooral een hybride handelsbeurs met interessante
seminars en topics.
Bij print4Packaging en labelTech zochten we
naar gerelateerde stands. Qua flexorotatie­
druk werd dat een klein rondje langs zelf
exposerende breedbaan flexodrukkers:
Flexpak Transparant, Hapece Flexible
Packaging, LPF Flexible Packaging,
Oerlemans Packaging, Semoulin Packaging
en Verpakkings Industrie Veenendaal. Zelf
exposerende label- en (vouw)karton-verpak­
kingsdrukkerijen waren talrijker: acht smal­
baan (flexo)labeldrukkers en zestien (vooral
plano offset)karton/kartonnagedrukkers plus
agenten. Iedereen met accenten op commer­
ciële productpresentaties. Buurland België
was begrijpelijk goed vertegenwoordigd (1).
“Er valt nog wat te halen in Nederland” zegt
men daar. Verder uitten technologie, innova­
tie en toekomstvisie/strategie zich in ver­
schillende presentaties.
1 Belgische label- en verpakkingsdrukker St Luc.
print4Packaging’s digitale
golfkartondruk
Wie op Empack/labelTech een mini-LabelEx­
po verwachtte, zocht vergeefs naar die pro­
ductietechniek. Dus op zoek naar de parels
voor smalbaan-, breedbaan- en planogolfkar­
ton-flexodrukkers. Die waren er zeker!
Empack heeft altijd veel golfkartonverwer­
kers als exposant; ook 2014. Melissa van
Gelderen, general manager van Xanté in
Duiven lanceerde op Empack de 106,7cm
brede de Excelagraphix 4200; een shortrun
plano singlepass inkjetprinter voor plano
golfkartondozen(2). Dus voor flexodrukkers
in de golfkartonindustrie, die opboksen
tegen lager wordende oplages, of in no-time
proefoplages of bijdrukoplages golfkartondo­
zen moeten leveren in fullcolourprint.
Printtransportsnelheid is 1.830cm/min op
1600x800dpi-resolutie of 915cm/min op de
hoogste resolutie 1600x1600dpi. Het grote
aantal droplets per inch (dpi) heeft deze
2 Xanté Excelagraphix 4200 zonder wasbordeffect.
techniek al de bijnaam ‘Waterval-inkjet’
gegeven. Op max 106,7cm breedte print
deze vijfkleuren-printmachine (cmykk) tot
een substraat/voorwerpdikte van 15.9cm
dikte (!) vlakliggende of gevouwen golfkar­
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ] 5
Probeert u ook
steeds alle balletjes in
de lucht te houden?
Apex biedt u de oplossing in
de vorm van inkt-dosering!
Onze klanten hebben de volgende
voordelen gemeld:
G
Maximale drukkwaliteit
Vereenvoudigde standaardisatie
Hogere consistentie
Meer winstgevendheid
Diamant
ton dozen. Visueel maakt de machine een
vierkleurenprint op golfkarton zonder was­
bordstrepen! (3) Het 2e zwart voorkomt dat
zwarte vlakken/grote teksten te grijs/te slap
overkomen bij een maximale output à
1.172m2/u. Softwarematig heeft deze prin­
ter z’n eigen aansturing en functioneert
stand-alone op iedere plek. En daar is ‘ie
ook voor gemaakt. Xanté verkoopt de
Excelagraphix 4200 à 79.500€. Inktkosten
1m2 bij 100% dekking zijn circa 2,50€.
Printen van stuksoplagen dozen wordt hier­
mee concurrerend tegenover een zeefdruk­
machine of vlakbed UV-inkjetprinter. Kan het
kwalitatief matchen met de drukkwaliteit
van plano flexopersen zoals Bobst, DCM en
Göpfert? Voor beide technieken geldt dat
druk/printkwaliteit sterk afhangt van de
substraatsoort. Op dezelfde papiersoort zul­
len druk en printkwaliteit van watergedragen
flexodrukinkt en watergedragen inkjetinkt in
elkaars buurt liggen. De Excelagraphix print
rasterloos en realiseert zeer fijne details ook
op minder goed papier; beter dan flexodruk.
Maar solvent- en UV-flexodruk op flexibele
kunststof drukken –als het moet– op diep­
druk gelijkende drukkwaliteit. Kunststof sub­
straten kunnen niet door de Excelagraphix
geprint worden. Niet vanwege het ontbreken
transportsysteem en niet vanwege het type
watergedragen inkt. Alleen absorberend
papier en karton gaan goed.
Zelfklevende cliché tapes
3M Cushion Mount Plus tapes,
in iedere door u gewenste
maatvoering
UltracellEXT
Ultracell
GTT
Wat kunnen we vandaag
voor u graveren?
Met GTT kiest u voor voorspelbare drukkwaliteit van scherpere
en zuivere teksten, negatieven, barcodes en rasterpunten.
U herhaalt uw drukwerk met dezelfde hoge kwaliteit door
minimale aanpassingen. Ervaart u zelf welke voordelen GTT u
kan bieden, herhaalbare printorders keer op keer.
De E-serie van 3M heeft een
micro struktuur schutlaag,
waardoor luchtinsluiting bij
cliché montage is uitgesloten.
Fotopolymeer verwijdert
gemakkelijk en schoon.
labelTech: zijn we er al met
digitale label- en
verpakkingsdruk?
Sean Smyth (4) van gelijknamig bedrijf en
auteur van de Pira-studie ‘Future of digital
Packaging to 2018’, doorliep deze vraag met
parallellen aan het artikel in EFTA!-4 2013.
Smyth stelt dat in 2018 –vergeleken met
2013– de waarde van inkjet en electrografi­
sche etikettenproductie (Xeikon en HP)
ongeveer zullen verdubbelen in West-Europa
tot 6,5% van het totaal. Qua techniek vormt
flexodruk nu 42%, offset 12%, inkjet en
electrografisch 30% van het totaal aantal
labels in heel Europa, inclusief Turkije.
Vergelijkingen die erop duiden dat digitaal­
druk voor labels & packaging in waarde nog
niet veel voorstelt, maar in aantal wel. Een
teken dat stuksprijzen van digitaaldruk (erg)
laag zijn of dat er met digitaaldruk weinig
omzet wordt gehaald? Smyth prognosticeert
dat in 2018 van de ruim 4 miljard-€ digitale
verpakking- en etikettendruk in West-Europa
circa 56% electrografisch 44% inkjet wordt
geprint. Van diezelfde 4 miljard-€ zal circa
87% labels zijn en 13% verpakkingen. Het
stijgende digitale aandeel ontstaat doordat
het analoge verkrijgbaarheidsmodel van eti­
ketten en verpakkingen (door langere lead­
time en hogere drukvormkosten) onder druk
staat. Dat slokt te veel tijd, geld en inschiet
op, terwijl de markt meer verkoop tegen
beter prijzen stimuleert. Ook kent digitaal­
druk veel meer beveiligingsmogelijkheden en
het is (ooit) dé technologie om consumen­
ten persoonlijker te benaderen. Bekende
printvoorbeelden zijn de campagnes ‘Jouw
Heineken’ (5) en ‘Share a Coke’. Vervolgens
doorliep Smyth voor z’n toehoorders beschik­
bare en nieuw aangekondigde digitale print­
technieken; plano en roll2roll, soms tot een
meter printbreedte. Veel innovaties adresse­
ren de offsetmarkt en borduren verder op
drupa-2012. Maar er zijn ook flexo-bedrei­
gende digitale ontwikkelingen waar hier en
daar al tips van de sluier worden opgelicht.
Prognose is dat voor de labels-, flexibele
verpakkingen- en karton-flexodrukindustrie
digitale alternatieven te zien zullen zijn op
de eerstkomende grote beurzen zoals
GraphExpo Chicago (13-16.09 2015),
LabelExpo-Europe in Brussel (29.0902.10.2015 en drupa Düsseldorf
(2-15.06.2016). Anders gezegd: we zijn er
nog lang niet met digitale verpakkingsdruk.
Het digitale alternatief voor flexodruk komt
er aan. Let op Landa (6) en Durst.
4 Sean Smyth.
6 Landa’s printconcept wordt bij eenzijdige druk
dubbelbreed.
labelTech en recycling releaseliner
labelTech highlighte het release-liner vraag­
stuk in de zelfklevende smalbaan etikettenin­
dustrie. Daar zijn initiatieven gaande om van
de siliconengecoate liner af te komen. Die
siliconen hebben een vervuilende werking op
het papierrecyclingproces. Ook etikettenver­
werkers verzuchten dat afval te willen vermij­
den. Technische initiatieven behelzen de ver­
mijding van release-liner. Dat levert obstruc­
ties voor etiket-uitstansing in vrije vormen en
vraagt ook aanpassing van etikettendispen­
sers. Het andere initiatief loopt via selectieve
recycling: release-linerafval concentreren en
in aangepast recycleproces verwerken, bij­
voorbeeld door het UPM/Raflatac RafCycleprogramma. Hiervoor zijn een groeiend aantal
Het maakt niet uit of u nu kiest voor de GTT doseertechnologie,
onze hoogwaardige Ultracell rasterwalsen, de nieuwe Flexo
plaat & montage sleeves of onze reinigings- en onderhoudsproducten; als u kiest voor Apex kiest u altijd voor duurzame,
kwalitatief hoogwaardige producten en een perfecte
klantenservice.
®
®
THE FUTURE OF FLEXO
®
®ACCURATE, DURABLE & NEW
CONVENTIONAL ANILOX. UNCONVENTIONAL QUALITY.
UNIVERSAL,
UNIVERS
UUNIVER
N V R SSAL,
AL , ENVIRONMENTALLY
V RONMENTALLYY & OPERATOR
OPERATO
P R A O R FFR
FRIEN
FRIEND
FRIE
FRI
FRIENDLY
ND
The Measure of Quality.
FLEXO, CORRUGATED & OFFSET: Edwin Spijkers
TEL
+31 (0)6 53 956 458
LABEL & ETIKETTEN: Jaco Pijper
TEL
+31 (0)6 25 053 528
APEX EUROPE
T 31 (0)497 36 11 11
E [email protected]
W apex-groupofcompanies.com
TAPIR B.V.
Roald Amundsenstraat 11 • 7825 AP Emmen
Postbus 2273 • 7801 CG Emmen
Tel. 0591-390059 • Fax. 0591-394773
E-mail: [email protected] • www.tapir.nl
3 Excelagraphix‘ samples.
5 Gepersonaliseerde Heineken flesjes.
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ] 7
• Montagemachines
• Viscositeitsapparatuur
• Reinigingsmachines
• Doseerinrichtingsystemen
• Fotopolymeer Proces Apparatuur
UK – Benelux – Germany
www.flexologic.nl
[email protected]
Kwaliteit in
Flexibele Verpakkingen
Euroflex uit Zwolle is al jarenlang volledig
gespecialiseerd in de productie van bedrukte flexibele
verpakkingsmaterialen voor de voedingsmiddelenindustrie.Wij beschikken over een ruime keuze aan
basismaterialen,
zowel in monofilms , meerlaagse folie,
aluminium als papier.
Euroflex is gecertificeerd volgens BRC-IoP, HACCP en
ISO9001. Hiermee garanderen wij dat uw verpakkingen
uiterst hygiënisch, voedselveilig en betrouwbaar worden
gemaakt.
U bent bij ons aan het juiste adres voor o.a.
•
•
•
•
•
•
•
Portieverpakkingen
Lidding- en dieptrekfilm
Flowpack verpakkingen
Snoep, koek- en chocolade- verpakkingen
Automatenfolie
Barrièrefilm
Broodzakken
Maakt u eens geheel vrijblijvend een afspraak met één van onze
adviseurs.Wij helpen u graag bij het vinden van een efficiënte
oplossing voor uw verpakkingsprobleem.
Nipkowstraat 21 | 8013 RJ Zwolle | Postbus 645 | 8000 AP Zwolle | T 038 - 468 1818
F 038 - 468 1811 | [email protected] | www.euroflexbv.com
7 Marc Macaré, Finat.
8 Prof. Michael Braungart.
oplossingen beschikbaar in de markt. Ook
branchevereniging FINAT zet zich ervoor
in. Op de Empack­beurs presenteerde
Finat’s Mark Macaré (7) daarom ‘Release­
liner recycling: initiatives from the indus­
try’. Volgens Macaré kijken Europolitici
hiernaar met een holistische benadering,
vastgelegd in het ‘Waste Framework
Directive’, waarin vermijding/voorkoming
de optimale­ en storten de allerslechtste
oplossing is voor dat linerafval. Logistieke
obstructies beperken nu release­linerrecy­
cling tot slechts 5%. Om over die hobbel
heen te komen is kritische massa nodig.
FINAT is daarom initiatiefnemer van het
FINAT Recycling Team waarin men alle par­
tijen wil verenigen om tot structurele con­
centratie van de linerafval en het trans­
port naar gecertificeerde recycleplants in
Europa te komen. Aanmelden bij Mark
Macaré van FINAT ([email protected]).
logische rechtvaardigheid nastreeft. Er zijn
certificatieniveaus: basic, zilver, goud en
platina. Europese beoordelaar is prof.
Braungart. Die begon zijn presentatie met
het vele dat mis is of gaat in ons leefmi­
lieu. Zoals de ‘plastic soup’ in oceanen
met als hoofdbestanddeel verpakkingen. In
een top­lid en beker voor noodles zitten
volgens Braungart 600 verschillende che­
micaliën. In de groene inkt op Beck’s bier­
blikjes zit koper en gehalogeneerde kool­
waterstoffen (die carcinogeen kunnen
zijn). Antimonium lekt vanuit plastic
drinkflessen, nog versterk door stimule­
rend citroenzuur. Op deze en nog veel
meer negatieve voorbeelden volgden de
positieve, zoals Marabu’s cradle2cradle
drukinkt voor glas / VanHoutum’s
SatinoBlack cradle2cradle toiletpapier /
Puma’s BringMeBack schoenverpakking van
biodegradeerbaar materiaal / cradle2cradle
kantoorstoelen van Ahrend en anderen /
dito matrassen van Auping / papier van
Steinbeis / Ardagh stalen verpakkingen /
de Rondeeleierdoosjes van het Barnevelds
bedrijf PaperFoam. Ter afsluiting van
Braungart’s presentatie ontving de directie
van drukkerij Dekkers Van Gerwen uit Den
Bosch/Dordrecht het zilveren cradle2crad­
le­certificaat voor zijn ‘Infinite Paper
Products’.
ecoPack’s cradle2cradle
Met spreker Michael Braungart (8) trok
Empack’s ecoPack een ‘volle bak’ toehoor­
ders uit de verpakkingswereld. Het milieu­
bewustzijn is daar hoog, mede onder druk
van merkeigenaren en social media. Prof.
dr. Michael Braungart is wetenschappelijk
directeur van EPEA Internationale
Umweltforschung GmbH in Hamburg dat
hij in 1987 oprichtte (EPEA =
Environmental Protection Encouragement
Agency). Braungart ontwikkelde tools om
eco­effectieve producten en zakelijke
systemen te creëren; nu bekend als cradle­
2cradle­design dat vijf aspecten exami­
neert. Te weten: materiaal & gezondheid:
of producten zijn gemaakt met materialen
die veilig en gezond zijn voor mens en
milieu / materiaalhergebruik: of producten
zo worden ontworpen dat alle ingrediënten
veilig kunnen worden hergebruikt door de
natuur of de door industrie / hernieuwbare
energie en CO2­management: of producten
worden geassembleerd en geproduceerd
met hernieuwbare, niet vervuilende ener­
gie / water stewardship: of producten wor­
den gemaakt op een manier die watervoor­
zieningen beschermen en verrijken / soci­
ale rechtvaardigheid: of producten worden
gemaakt op een manier die sociale en eco­
stand­up pouches met Eurosleuf; netjes in
diepdruk uitgevoerd. De Zeeuwse groot­
handel Weststrate toonde in een in mooie
fullcolour flexogedrukte collectie verpak­
kingen; door henzelf bedacht en uitge­
voerd door speciaalbedrijven (10). Vooral
de stoere halve meter hoge­ zelfstaande
mosselzakverpakking maakte indruk.
Al met al een zeer verdienstelijke beurs
voor EFTA­leden, zij het met lastig herken­
bare focusgebieden. Mogelijk krijgen
focusgebieden print en labels bij de vol­
gende versie meer impact. “In 2015 zal
Empack 's­Hertogenbosch gelijktijdig
plaatsvinden met “Label&Print, the future
of packaging printing, labelling & conver­
ting” zo luidt de aankondiging.
Auteur: Jan Vroegop
9 Kwaliteitsvoorbeelden Smurfit Kappa Vandra.
Beursvaria verpakkingsdruk
Smurfit Kappa Vandra uit Oosterhout­NBr
toonde via modellen wat met flexodruk
bereikbaar is bij verschillende golfkartonli­
ners (9). In de bovenste rij van b­golf
dozen valt op dat de kleurkracht hoger en
het wasbord­effect sterker wordt naarmate
de linerkwaliteit qua bedrukbaarheid stijgt
(v.l.n.r. witte testliner / bruin kraft /
kemilite liner). In de onderste rij met
halftoonbeeld valt op tussen de afdrukken
uiterst links en rechts (witte kraft / kemi­
lite liner, beiden op e­golf) hoe mooi de
flexodruk openblijft op kemilite liner en
dichtloopt op witte kraft. Het model mid­
denonder op kemilite b­golf toont een ver­
sterkt wasbord­effect door de grovere golf
van dat karton. Een duidelijk palet waar­
mee je klantenkeuzes ondersteunt. LPF uit
Grootegast exposeerde eigen hersluitbare
10 Weststrate’s fc-flexogedrukte verpakkingen.
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
9
AV Flexologic’s Open Huis 04.04.2014 in verdrievoudigd
bedrijfspand
Ambities vergroot
‘Het huis van je buren komt maar één keer te koop’ is een gezegde met waarheid voor AV Flexologic. Een vergelijkbaar buurpand kwam te koop en werd toegevoegd aan het eigen pand; dé gelegenheid om met een OpenHuis te vieren!
Dit viel samen met het aantreden van Martijn Otten als de nieuwe directeur AV
Flexologic.
Maar er gebeurde meer die dag! Het
bedrijf ‘Leapfrog’ ging ook die dag van
start onder hetzelfde dak; een losstaande
activiteit die niet uitwisselbaar is met AV
Flexologic’s toelevering aan de wereldwijde
flexodrukindustrie. Het OpenHuis showde
een breed apparatengamma, vol hightech­
middelen, gericht op hedendaagse en toe­
komstgerichte flexoprepress-efficiency. En
dàt op elke machinebreedte in rota­
tieflexodruk voor flexibele verpakkingen
en planoflexodruk voor golf- en massief­
kartonverpakkingen. Die dag werd het
moment waarop algemeen directeur Piet
Otten (58) het directeurschap over AV
Flexologic Alphen aan den Rijn in handen
legde van zoon Martijn (30). Niet voor
niets noemt de onderneming zich ‘een
familiebedrijf’. Dus een dag waarop de
nieuwe generatie aantreedt. Een dag waar­
op relaties, klanten, medewerkers, oudmedewerkers en hun familie kennis konden
maken met de nieuwe directeur AV
Flexologic: Martijn Otten, sinds 2009 afge­
studeerd ingenieur TU Delft als Master of
Science, Offshore Engineering. Al bijna vijf
jaar draait hij mee in AV Flexologic’s R&D
en projectmanagement. Piet Otten treedt
verder op als algemeen directeur overkoe­
pelende bedrijven van de organisatie, met
vestigingen in Alphen aan den Rijn/
Nederland en Cluj-Napoca/Roemenië. Hij
stuurt tevens het internationale dealernet­
werk aan. AV Flexologic’s verkoopverant­
woordelijken en servicecontacten voor de
Benelux blijven als voordien.
Speeches & mooi cadeau
In zijn openingsspeech voor de ruim hon­
derd gasten bedankte Piet Otten allen die de
realisering van het verdrievoudigde bedrijfs­
gebouw (1.400m2 naar 4.700m2) in zo’n
korte tijd mogelijk hadden gemaakt. Stukvoor-stuk harde werkers, tot diep in de
nacht voor de openingsdag! Dat moest ook
wel, want twee bedrijfsgebouwen èn tussen­
liggende ruimte werden omgetoverd tot één
overdekt bedrijfsgebouw met moderne facili­
teiten, tot-en-met een instructielokaal.
Tussen aankoop, verbouwing en ingebruikna­
me zaten maar twee maanden! Zijn speech
was doortrokken van dankbaarheid jegens
hen. Hij benoemde ook zijn respect en hoge
verwachting van de jongeren in het bedrijf.
In zijn reactie hierop dankte Martijn namens
het hele personeel zijn vader voor diens
doordachte voortvarendheid sinds de overna­
me in 2003 van het toen al veertig jaar
bestaande bedrijf. Na die overname zette AV
Flexologic zijn succesvolle robotiseringspro­
gramma in voor de industriële flexodruk­
vormmontage. Er was ook een cadeau voor
hem, namens het gehele personeel als blijk
van dank voor Piet’s tomeloze inzet voor de
snelle groei van het bedrijf; nu bekroond
met de opening van het vernieuwde bedrijfs­
pand. Uit handen van Martijn Otten ontving
hij een wel heel erg bij dit evenement pas­
sende sculptuur (1), getiteld ‘Kurs
Heimathafen’; een kunstwerk van Hansgerd
Honnen. Een roestbruin staalkleurige
scheepssculptuur zet zich vanaf de sokkel
schuin omhoog; op naar de toekomst, met
volle kracht vooruit en verhoogde ambities!
Heel symbolisch voor het bedrijf.
dag 2013 al schematisch gepresenteerde
dubbelzijdigkleefband dispensing-robot
voor drukvormsleeves, pronkte nu in wer­
kelijkheid op AV Flexologic’s constructie­
vloer (2). Deze plakrobot voor flexosleeves
en -cilinders is in een tijd met dalende
ordergrootte op z’n plaats om het remmen­
de handwerk van sleeve- en cilindervoor­
bereiding te elimineren. Achter de tafel
met plakunit bevinden zich de nog maag­
delijke sleeves in een revolverhouder, klaar
om stuk-voor stuk volautomatisch te wor­
den voorzien van dubbelzijdig kleefband.
Een SAMM 1500 (semiautomatische monta­
gemachine) demonstreerde hoe z’n soft­
ware de pas- of montagekruizen uit de
drukbeeld-pdf overneemt in de cameradis­
plays. Een operator brengt de paskruizen
in de flexodrukvorm onder de camera’s.
Vervolgens stuurt het systeem de tafel met
drukplaat in register, gereed voor opplak­
ken (3). Volautomatisch zet een aandruk­
rol het begin van de drukvorm vast op een
van kleefband voorziene sleeve. Tenslotte
roteren aandrukrol en sleeve tot de flexo­
drukvorm vast op de sleeve gedrukt zit.
Ook weer een echt efficiencywinst-instru­
ment in drukvormvoorbereiding van het
flexodrukproces. Verschillende Nederlandse
flexoverpakkingdrukkers maken al gebruik
van SAMM van dit onmisbare efficiencyin­
strument voor flexodrukvormmontage; bij­
voorbeeld BPI-Hardenberg en anderen. AV
Flexologic’s OpenHuis zou niet compleet
geweest zijn zonder diens paradepaard in
flexodrukvorm-montagerobotisering: de
FAMM-montagerobot (Full Automatic
Mounting Machine). Ook die stond opge­
steld in demonstratiemodus (4). Er zijn
wereldwijd al veertig van deze volautoma­
ten in gebruik bij klanten; de meesten in
Amerika. Maar hier in Europa bijvoorbeeld
staan twee FAMM’s bij Elopak-Terneuzen
en een bij VIP in Veenendaal. De flexo­
drukplaten worden redelijk willekeurig op
de invoerband gelegd. Vervolgens zoeken
twee camera’s de paskruizen op en het
montageproces op de sleeve verloopt voor
alle stukken volautomatisch. Het onder­
scheidende in vergelijking met de al
genoemde SAMM is dat de FAMM onbe­
2 Dubbelzijdigkleefband dispensing-robot voor drukvormsleeves.
mand kan functioneren tussen twee slee­
vewisselingen in. De invoerband kan
namelijk volgelegd worden met alle druk­
vormstukken om te monteren op een slee­
ve. Na start werkt de FAMM dat zonder
enige operatorhulp af.
FlatFAMM 3200
Veel bekijks was er voor de FlatFAMM 3200
die in première ging tijdens het OpenHuis.
Heel imponerend; alleen al vanwege de
buitenmaten van circa vijf bij zeven meter
(5). De FlatFAMM is ontwikkeld voor geau­
tomatiseerde montage van flexodrukvor­
men op vlakke Mylarvellen. Die gemonteer­
de flexodrukvormen worden toegepast in
planoflexopersen voor bedrukkingen van
golfkarton en massiefkarton zoals van
Bobst, DCM en Göpfert. Een schuin oplo­
pende invoerblad voert de montagestukken
tot ongeveer acht centimeter over de
bladrand. Twee camera’s zoeken de monta­
gekruizen in de flexoplaat op en dirigeren
die in de juiste positie. Dat gaat via
standcorrectie van het inlegblad waar de
flexoplaat op ligt. Vervolgens zet een aan­
drukrol de voorkant van de flexoplaat in
een voorgeprogrammeerde positie vast op
het zelfklevende Mylarvel. Dat montage­
proces loopt onbemand door tot alle stuk­
ken op het Mylarvel gemonteerd zijn.
Dankzij het verruimde bedrijfspand kunnen
dergelijke machines nu in efficiënte serie­
bouw worden geproduceerd.
Dit OpenHuis in Alphen aan den Rijn onder­
streept dat de wereldwijde flexodrukindu­
strie blij mag zijn met AV Flexologic’s pio­
niersrol voor een concurrerende verpak­
kingsflexodruk.
Auteur Jan Vroegop
OpenHuis
1 ‘Kurs Heimathafen’
10 [ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
De OpenHuis-bezoekers konden zich over­
tuigen van AV Flexologic’s vooruitstrevend­
heid in unieke flexodrukvorm-montagero­
botisering. Er gingen die dag ook syste­
men in première. De tijdens EFTA’s studie­
3 Semiautomatische drukplaatmontagemachine voor sleeves.
4 Volautomatische drukplaat-montagemachine
voor sleeves.
5 Volautomatisch drukplaatmontage voor
vlakke vormen.
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ] 11
Verpakkingsdiepdruk en -flexodruk onder één dak in
Grootegast
Twee verpakkingsdruksystemen bij Clondalkin-LPF
Wanneer diepdruk inzetten voor verpakkingsdruk? Het 107-jarige LPF deed dat
in 1921 al, naast flexodruk. Wie kan beter vertellen hoe uniek beide processen
zijn voor verpakkingsdrukwerk? Clondalkin-LPF natuurlijk! We bezochten ze in
Grootegast, Groningen.
Intro LPF
Clondalkin-LPF in Grootegast noemen we
verder in het artikel kortheidshalve LPF;
een bedrijf dat trouw is gebleven aan zijn
roots, maar met een logische assortiments­
verbreding. LPF is een echte verpakkingen­
converter met eigen drukkerij in dienst van
het eigen productengamma. De historische
productmodellen spreken voor zichzelf:
mooie kraftachtige zakverpakkingen voor
koffie, thee, biscuitwaren en zo meer voor
landelijke producenten; allen gedrukt in
diepdruk (1). Namen van vergankelijke mer­
ken bewijzen dat LPF heel vroeg –bijna
honderd jaar geleden– al startte met diep­
druk. Het toenmalige artwork vereiste die
druktechniek. Die historische verpakkingen
tonen ook de worsteling met het geringe
barrièrevermogen van papier. Maar je ziet
de inhaalslagen in flexorotatiedruk en
kunststof-verpakkingssubstraten op de
bedrijfsvloer bij LPF; echte professionals
met een spannend machinepark en een
opvallend dominante lamineerafdeling met
Nordmeccanica’s 140cm brede lamineerstra­
ten (2) en drie aangrenzende uithardings­
cabines voor verblijf van 3-7 dagen in één
van de drie temperatuurzones: 21oC, 25oC
of 35oC; afhankelijk van lijmlagen en lijm­
1 Oorsprong van LPF: papieren koffie- en
theeverpakkingen.
12 [ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
composities. Reden van deze forse lami­
neercapaciteit wordt snel verduidelijkt door
onze gastgevers: de salesmanagers Ron
Harland en Martina Fidder, die ons bij de
hand nemen door alle in’s en out’s van LPF.
High Barrier Lidding (HBL) vereist
diepdruk
LPF heeft jarenlang een stevige portfolio opge­
bouwd in topseals voor trayverpakkingen zoals
gebruikt in dieptrek-traysealstraten van bij­
voorbeeld GEA, Multivac en anderen. Het is
LPF’s kernproduct. “Voor ons HBL-product (3) –
misschien meer bekend als topseal– heb je
persé diepdruk en lamineercapaciteit nodig”
stelt Fidder. “En die proceskeuze staat eigenlijk
los van kosten en drukkwaliteit. Lamineren is
nodig om de HBL-topseals op vereist barrièr­
eniveau te brengen plus te voorzien van een
PE-sealfilm; dus lijmen we meerdere laminaat­
layers op de drukzijde van het hoofdsubstraat.
Diepdruk is vereist voor exacte druklengte­
handhaving. Op vacuüm-voedselverpakkings­
straten van GEA-, Multivac- en anderen hebben
de groepen dieptrektrays een vaste doortrek­
steek of pitch bij het stapsgewijs doorlopen in
de verpakkingsstraat. Daarom moet de steek­
lengte van de bedrukking op het topsealdekvel
exact corresponderen met de steeklengte van
2 Laminators als bij LPF / foto:
Nordmeccanica.
de groep trays die eronder doorgetrokken
wordt. Lenteverschillen zijn niet meer te com­
penseren, zoals dat wel kan bij verticale-vormvul-sluitmachines. In flexodruk is die vaste
steeklengte niet te zo goed te handhaven in
de bedrukking. Misschien wel binnen een opla­
ge, maar een vooraf exact gedefinieerde druk­
lengte afleveren lukt in flexodruk niet zo goed
omdat bij drukspanningveranderingen meteen
de druklengte varieert. Immers, bij drukspan­
ningverandering verandert de diameter van de
drukvorm, en daarmee gelijkertijd de drukleng­
te. Ook is het vervaardigingsproces van flexo­
drukvormen veel gevoeliger voor druklengteva­
riaties. Met losse flexoplaten uiteraard meer
dan bij flexosleeves. Diepdruk werkt op dat
punt veel exacter. Diepdrukbeeldcilindervervaardiging is in staat om een
vooraf exact gedefinieerde-, niet indrukbare
diameter met exacte steeklengte te leveren;
stabiel voor de hele fullcolouroplage. Het
flexodrukproces op Ci-persen werkt ook met
hogere droogtemperaturen dan in diepdruktorenbouw. Dat kan wel eens 50oC-100oC
hoger zijn dan in diepdruk! Ook al drukken we
High Barrier Lidding op CPP (cast polypropy­
leen, een ‘geheugenvrije’ film), in flexodruk is
de kans op steeklengtebeïnvloeding door de
hogere droogtemperatuur beduidend meer. In
3 Kernproduct LPF: High Barrier Lidding.
4 Negenkleuren Cerutti diepdrukpers.
5 Zeskleuren Ci-flexopers LEMO Meisterflex.
6 LPF’s gevarieerde puntzakken in flexo en
diepdruk (de onderste vanwege de fijne
motiefjes).
de diepdruk handhaven onze drukkers sowieso
onderlinge druklengtes van kleuren. Dat is ver­
eist voor een perfect kleurregister op de eerste
drukkleur. Diepdruk is dus een druklengtepreci­
sie-gestuurd drukproces. Diepdruk is geen keu­
zekwestie voor HBL-topseal bedrukking; het is
een must! Maar op onze stand-up pouchlijn en
lijnen met inlijn stansen en sealen hebben ook
graag exacte handhaving van steeklengtes, al
geven sommige convertingregistersystemen
wel wat steekcorrectiemogelijkheden”.
drukhistorie voor die verpakking bestaat.
Oplagehoogte en kansen op repeatopdrach­
ten beïnvloeden dat verder. Kosten kunnen
door allerlei parameters de doorslag gaan
geven. Voor onze markt hanteren we de
vuistregel dat drukvormkosten voor HD-flexo
30% hoger liggen dan conventionele flexo
en dat HD-flexo 25% goedkoper is dan diep­
druk. Drukperstarieven spelen ook een flinke
rol bij oplagehoogte en aantal kleuren. Zo
worden gesprekken over kwaliteitsonderwer­
pen steeds vaker bezien door een kostenbril,
zolang er geen diepdruk-must is vanwege
vereiste steeklengte-precisie. Zoals bij onze
puntzakken” (6). Typerend voor dit grote
verpakkingsconverting- en drukkerijbedrijf is
de drukvormvoorbereiding. Alle cilinders,
sleeves en flexoplaten worden horizontaal
opgeslagen; wanden vol. Voor beide flexo­
persen heeft LPF circa dertig rapport- of
steeklengtes beschikbaar. De prepressop­
drachten en -drukvormen voor LPF’s flexo­
druk verzorgt Volkers-Nijkerk; gespecialiseerd
in HD-flexo. Diepdrukcilindervervaardiging
met exacte diameters, dat is altijd maat­
werk. Beck GmbH in Kippenheim, ZuidDuitsland verzorgt ze voor LPF. Maar LPF is
zelf de doorslaggevende gesprekspartner bij
alle PPMeetings voor nieuwe verpakkingen,
om mee te beslissen over de opzet en de
belangrijkste (prepress)parameters.
voor verpakkingen zijn dus al diepdruk- of
flexo-voorbestemd en klanten werken met
beschikbare kleuren. Wij concurreren veel
meer op converting in eindproducten en
nauwelijks op druktechniek. Het komt
natuurlijk voor dat ontwerpbureaus een vrije
hand krijgen voor het verpakkingsdesign en
wij pas later meepraten als er al een
Epsonproef op tafel ligt. Zoals in dit voor­
beeld (7); een ontwerp opgezet in zeven
kleuren plus wit. LPF haalt dan toch de
order in huis omdat we twee rode kleuren en
een zwart plus donkerblauw in de prepress
wisten te combineren tot één rode en één
zwarte kleur. En je ziet dat het goed reali­
seerbare oplossing geworden is om op onze
zeskleuren-flexopers te drukken in vijf kleu­
ren plus wit. Voor die situaties besluiten
opdrachtgevers vaak tot persafstemming van
de eerste druk”. “Omdat je niet blind kunt
varen op een Epsonproef?”, vragen we. “Dat
valt wel mee” zegt Fidder. “De Epsonvoorspelbaarheid voor diepdruk is 99%. Voor
flexodruk ligt dat op 90%-95%. Maar
opdrachtgevers willen bij nieuwe designs
nog wel eens ingrijpen op de pers. Als LPF
bieden we die service om de klant het juiste
tevredenheidsgevoel te geven”.
Flexo- of diepdruk
LPF weet als geen ander hoe het gaat bij
vrije drukproceskeuze door klanten, wanneer
bij hen de steeklengte geen kwestie is,
omdat hun verpakkingsproces steekleng­
tefluctuaties toestaat, of omdat er eigenlijk
geen steeklengte is. Bijvoorbeeld als kop en
staart van het drukdessin permanent in
elkaar overlopen. LPF beschikt over beide
druktechnieken: een 120cm brede negen­
kleuren Cerutti diepdrukpers (4) en twee
zeskleuren flexodrukpersen LEMO Meisterflex,
120cm breed (5). “We hebben wel vuistre­
gels, maar er komt meer bij kijken” zegt
Fidder. “Diepdrukklanten stappen niet
gemakkelijk af van de fullcolour beeldkwali­
teit die ze nu hebben. Ook al erkennen ze
de kwaliteitspotentie van HD-flexo. Bij des­
sinverandering is er vandaag-de-dag meer
kans voor HD-flexo. Is het opgebouwde
meerkleurenbeeld kritisch qua contrast en
detailweergave, dan houdt men lang vast
aan diepdruk. Verpakkingen die van scratchon nieuw opgebouwd worden gaan gemakke­
lijker naar HD-flexo. Zeker als er geen diep­
7 Proefvergelijking 8-kleuren (onder) en
6-kleuren (boven) voor flexodruk.
Kleurenthema
Het gevoel dat tussen negenkleuren diepdruk
en zeskleuren flexodruk een kwalitatieve
spanningsboog zit, klopt, maar blijkt bij LPF
mee te vallen. “Veel van onze opdrachten
8 Stand-up pouch en doystyle verpakkingen
LPF.
Producten & productie
• LPF brengt ook een unieke productenserie
van doystyleverpakkingen op de markt, voor­
al met diepdruk decoratie (8). In de produc­
tie zien we een lange state-of-the-art standup pouchlijn (9). Aan alle kanten gebeurt er
wat. De invoerzijde voert van-de-rol bodem­
materiaal in. Zijdelings worden banen met
9 Stand-up pouchlijn bij LPF.
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ] 13
Uw advertentie had op deze plaats kunnen
staan. Adverteren in hét vakblad voor de
flexografische industrie geeft u een breed
bereik, is helemaal niet duur, en maakt
onderdeel uit van een breder advertentiepakket.
(th)ink lean!
Het advertentiepakket:
• Uw advertentie in ons verenigingsblad EFTA!
• Uw advertentie in onze digitale E­nieuwsbrief
• Uw banner op de website van EFTA­Benelux
De kosten:
• € 400,00 (excl. BTW) 1/4 pagina
• € 650,00 (excl. BTW) 1/2 pagina
• € 850,00 (excl. BTW) 1 pagina
Lean ink management
saves up to 30 percent of your costs
GSE Dispensing’s gravimetric Over 900 packaging printers
ink dispensers help packaging have invested in a GSE dispenser
for water-based, solvent-based
printers to implement lean or UV-curable inks. It has helped
manufacturing principles that them save up to 30 percent of
also make sound financial their costs, by:
• Reducing ink usage:
sense.
dispense exactly what is
needed, instead of ordering
excess amounts of readymixed ink from the supplier
“just in case”.
• Reusing inks:
easily locate and retrieve
press return-inks from stock.
• Recycling inks:
effortlessly add return-inks
to new recipes.
TA Think Lean.indd 1
With this precision technology at your fingertips, a GSE
dispenser will give you the
framework to professionalise your ink room and improve
your bottom line. To find out
more, visit our website at
www.gsedispensing.com.
Voor meer informatie neemt u contact op met het
EFTA­Benelux secretariaat.
w w w.gsedispensing.com
17-06-11 17:53
P P4
rint er
Partners
mance
Printers
PP4
Technisch consult voor de organisatie
Advies voor proces & kwaliteitverbetering
PP4
Ondersteunt praktische uitvoering
Implementatie van verbeterprocessen
PP4
PP4
Leidt medewerkers van elk niveau op
Training voor management, kantoor, productie
10 Geavanceerde afvullijn doystyle soepver­
pakkingen.
11 Form & seal convertingafdeling LPF.
12 Zakkenvorm­ en stanslijn.
wandpanelen ingevoerd en ook een eventue­
le zipperband. In een aantal volgstations
wordt het lassen en stansen uitgevoerd. Er is
keuze tussen een elliptische­ of een
K­bodem en zijkanten al dan niet voorzien
van inscheurkeepjes voor gemakkelijke ope­
ning door de consument later. Het formaat­
bereik gaat van 10­60cm hoog en 43­60cm
breed. Mogelijke en verrassende substraat­
combinaties voor deze pouchlijn worden
door LPF in diepdruk gedrukt en gelamineerd
tot combinaties zoals: PET // PE of CPP
PET // ALU // PE of CPP PET // ALU //
OPA // PE of CPP PET (met barrière) //
OPA // PE of CPP PAP // ALU // PE of CPP
PAP // ALU // PET // PE of CPP.
Opvallend hierin is de toepassingsmogelijk­
heid van papier, dat klanten soms voor hun
productuitstraling wensen. Afvullen van pou­
chverpakkingen kan zowel in geautomati­
seerde afvulmachines (10) als handmatig of
op een manier daartussenin. Dat geeft doy­
styleverpakkingen een unieke marktpositie.
Immers, zowel steriele en lange houdbaar­
heid biedende voedselverpakkingen, als
stand­up pouch met eenvoudiger houdbaar­
heidseisen voor de inhoud, passen binnen
de bandbreedtepotentie van LPF’s state­of­
the­art stand­up pouchmachine.
• LPF’s Form&Seal­convertingafdeling (11)
verwerkt zowel LPF’s diepdruk­ als flexo­
druksubstraten op een keur van tailormade
convertinglijnen. We zien daar een batterij
vouwtrechters bedrukte kunststofbanen
dubbelvouwen; een eerste convertingstap
voor tweewandige verpakkingen. Die stap
wordt opgevolgd door vijf puntzak­lasstra­
ten en drie zijlas­zakkenmachines. Puntzak­
lasstraten lassen en stansen in twee stap­
pen de puntzakken die tegengesteld aan
elkaar op het substraat staan (á la 6). De
stans ‘knipt’ de zakken los van elkaar op
een teflon onderband. Er zijn ook steeds
meer afwijkende vormen, zoals tasvormige
druivenzakken (12) die we in productie
zien. De ovale vormen laten een restafval
achter dat door de machine van band
gehaald wordt. De leuke ‘Smurfzak’ (13) is
een andere variant in zeskleuren­flexodruk,
direct op CPP­substraat.
• Een opvallende 140cm brede CO2­
lasergraveermachine (14) roept vragen op
qua toepassingen. “Dat gaat van scheur­
tot doorlaatbaarheidperforaties, tamper­
proof­preparaties, echtheidskenmerken en
meer. Eigenlijk alles wat niet met rechte
snij/rilbalken of –wielen door de drukper­
sen of lamineermachines aan te brengen is
op het substraat, respectievelijk de verpak­
king, voordat deze gevuld en gesloten
wordt. Die laserinbranding gebeurt altijd in
register met de bedrukking; dus op de
gewenste steekafstand en tot instelbare
diepte. Het maakt niet uit aan welke kant
van de baan”, legt Fidder uit. Aan de hand
van voorbeelden blijkt dat toch heel vaak
voor te komen in verpakkingen; meestal
niet goed zichtbaar met het blote oog. Een
door LPF geproduceerde medicijnverpakking
in AluPE (15) heeft een paar van die
behandelingen ondergaan. Dit om open­
scheuren te bevorderen en echtheidsher­
kenning mee te geven.
Gaandeweg heeft zich voor beide technie­
ken een bepalende orderportfolio gevormd,
met strategische scharnierpunten zoals de
lamineerafdeling en de Form&Seal­
convertingafdeling.
13 Tailormade vormvariant op puntzakverpak­
king.
14 CO2­lasergraveermachine LPF. Boven de rol
zit de laser.
www.lpffp.nl - auteur Jan Vroegop
Zowel diepdruk als flexodruk hebben hun
bewezen bestaansrecht binnen LPF.
Coacht de technische medewerker
Begeleiding bij verbeterprocessen
PP4
Printing specialists
Karel van Pinxten
Populierenlaan 12
3901 XB Veenendaal
0031 6 23087576
14
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
15 Medicijnverpakking LPF.
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
15
Verpakkingsevenementen flexodruk en converting
voorjaar 2014
Innovatietrends gaan door
Voor flexodruk wordt de innovatiecadans tussen twee drupa’s zichtbaar tijdens
Interpack Düsseldorf 8-14 mei en OpenHuis-evenementen. Hier volgt een greep
uit onze regio op het gebied van breedbaan- en smalbaanflexodruk.
Interpack machines
•Eenduidig toonde Interpack dat digi­
taaldruk doorzet in smalbaan-, breed­
baanflexorotatie en in plano massief/
golfkartonflexodruk. Hewlett Packard
demonstreerde zijn logistiek geroboti­
seerde vlakbed UV-inkjetprinter ‘HP
Scitex 15000 Corrugated UV-Press’ (1),
uitgerust met automatische inleg èn
uitleg voor een extreem grote sub­
straatrange: max 160x320cm boarddik­
tes van 0.1 tot 25mm (!). De machine
is bedoeld voor het fullcolour bedruk­
ken/printen van dozen, bordplaten en
displays. Dat werd in Düsseldorf gede­
monstreerd op dikke honingraatkartons
en C-golfkarton met witte topliner. Het
systeem print krasvaste fullcolour in
een zeskleurenset, eventueel met wit
en/of lak. Maximale output is 600
m2/u of 120 fullsize kartonplaten. Het
break-evenpoint tussen dit printsystem
en z’n alternatieven (flexodruk of zeef­
druk) ligt ergens tussen 250 en 750
drukvellen. Het prijskaartje van de HP
Scitex 15000 ligt tussen een en twee
miljoen Euro; afhankelijk van de uit­
voering. In ieder geval aanzienlijk
duurder dan Xanté’s printer uit het
Empack-artikel in dit nummer, maar hij
kan ook meer. De HP Scitex 15000 is
aanzienlijk industriëler gepositioneerd;
de kwaliteit is mooier en het systeem
is veel robuuster.
•De persenfabrikanten Bobst, Comexi en
W&H toonden geen drukpersen op
Interpack. Comexi deed een reeks aan­
kondigingen over zijn Nexus L20000 en
Nexus Futura (2) lamineermachines. De
L20000 is nieuw ontwikkeld voor inli­
ne/offline-lamineren achter een 76cm
brede HP Indigo 20000 vouwkarton­
printer. De 133cm brede Nexus Futura
zou nu uitgerust kunnen worden met
Proslit Cingular laser voor luchtdoorla­
tende en/of scheurperforaties, codering
en meer. Verder ook met Cingular
Holografie om bijvoorbeeld echtheids­
kenmerken op verpakkingssubstraten
16 [ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
5 Aliplast gerecyclede PE
1 HP Scitex 15000 Corrugated Press.
Alufoil, PET, BOPP, PE, papier en alumi­
nium te pregen. Alles exact in register
en zelfs met registerende mat/gladef­
fecten. Windmöller & Hölscher expo­
seerde zijn Topas SL; een converting­
machine (3) voor zware (5-50 kg)
kunststof zakken in formaten van
2 Comexi NEXUS-futura.
3 W&H TOPAS SL zakkenconverter.
32-40cm breedte en 60-95cm lengte.
Maximale output 2.600 zakken p/u.
Interpack materialen
•Selo Food Processing and Packaging
Systems-Oldenzaal, presenteerde in
Düsseldorf een verpakkingsinnovatie
van Japanse oorsprong: de SnackPack
(4); een patent van Pattruss (www.pat­
truss.com). Simpel gezegd zijn de
onderste en bovenste zaksluiting 90o
tenopzichte van elkaar gedraaid waar­
door een piramide ontstaat. Maar nu
komt het: de duidelijk herkenbare
bovenkant wordt door de consument in
tweeën getrokken zodat er een bakje
ontstaat, waaruit de inhoud genuttigd
wordt. Het patent zit’m in het prepare­
ren van de deelnaad in de kunststof. In
gesloten toestand heeft de SnackPackverpakking voldoende barrière voor pin­
da’s, chips en ook in de magnetron te
verwarmen maaltijden. Bekijk de
SnackPack op YouTube: http://youtu.
be/rpslREEvhVw. Selo-Oldenzaal impor­
teert het materiaal en bijbehorende
vulapparatuur uit Japan. Mogelijk is
dat een uitdaging aan Nederlandse ver­
pakkingsdrukkers om over een licentie
na te denken.
•Aliplast SpA Eco-Techno Plastic,
Treviso-Italië, stelde in zijn beursdis­
play dat voor het produceren van 1kg
virgin-PE 3,09kg CO2 het luchtruim in
gaat en voor 1kg van Aliplast’s gerecy­
clede PE is dat maar 1,79kg CO2; ruim
éénderde minder! (5) Dus –als het ver­
pakkingstechnisch mogelijk is– heeft
inzetten van gerecyclede PE een
behoorlijk positief milieueffect.
• De Toppan-Chromos stand was gewijd
aan zijn goed bedrukbare transparante
GL-film met ‘excellente barrière-eigen schappen’ en microwave-geschiktheid
4 SnackPack van Selo.
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ] 17
(6). Toppan-Chromos zegt hiermee num­
mer één in de wereldmarkt te zijn, toe­
gepast voor 15.000 producten.
Innovationparc packaging
6 Toppan Chromos GL-barrièrefilm.
Interpack’s Innovationparc Packaging
SAVE FOOD, ter grootte van een half
voetbalveld, focuste op bestrijding van
voedselbederf/verlies via verpakkingsin­
novatie. Overheids- en particuliere insti­
tuten presenteerden via studies en piloo­
tprojecten het nut van hun activiteiten;
zoals Duitslands ‘Nationale
Politikstrategie Bioökonomie’. Zowel in
het Innovationparc als in de beurshallen
voor materialen streden paper/karton- en
kunststofleveranciers om behoud van hun
marktaandeel. De grote papier/kartonfa­
brikanten Sappi, Stora Enso, UPM en hun
distributeurs lanceerden composteerbare
laminaatkartons en meerlaagskartons met
barrières tegen migratie van recyclerest­
stoffen. Uit alles blijft de indruk bestaan
dat papier en vouwkarton zich vooral
manifesteren in luxe omverpakkingen en
medicijnverpakkingen, maar dat kunststof
procentueel terrein blijf winnen in de
totale verpakkingsmarkt, dankzij betere
barrière-eigenschappen voor voedselver­
pakkingen.
11 Xeikon Thermoflex 30.
9 MPS demo EB370.
Etikettentrends
7 Hinterkopf D240 voor 360o UV-print op flesjes, blikjes en tubes à 4.800-14.400 p/u.
8 Colordyne CDT 1600-PC met LasX V400 laserstans.
18 [ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
• Klassieke druktechnologie voor etiketten
krijgt meer concurrentie dan ooit van
rechtstreekse digiprintsystemen op fles­
jes, blikjes, voorgevormde thermoformen spuitgiet-kuipjes. InterpackDüsseldorf, Metpack-Essen en InPrintHannover lanceerden en/of demon­
streerden dat voorjaar 2014. De beurzen
toonden digitale 360o-printsystemen
van Debuit, Hinterkopf (7), INX Evolve,
Polytype, TILL GmbH en Xeikon, met
een outputbandbreedte van circa 100
tot 36.000 stuks/u en een circa prijs­
bandbreedte van 200.000€ tot drie mil­
joen Euro per machine. Bij AnheuserBusch/InBev, Coca-Cola en HeinekenZoeterwoude worden al 360o
UV-printsystemen van TILL GmbH getest
met een digitaal/variabel beeld à 6.000
bierflesjes p/u.
•15 mei 2014 demonstreerde Label
Industry & Services in IJsselstein een
heel nieuw concept digitale etiketten­
rotatiepers van Colordyne; de 1600-PC
met gekoppelde LasX-V400 laserstans­
machine. Dit zogenoemde singlepass
inkjetprintsysteem produceert maar
liefst 68m/min fullcolour geprinte/
gestanste etiketten roll2roll, op max
22cm breed zelfklevend papier (8).
Deze combinatie produceert volledig
variabel; dus niet gebonden aan enige
rapport- of pitchlengte! Desgewenst
10 RietStack IRS440.
kan de 1600-PC een extra spotkleur
printen. Prijs per complete print- en
stanslijn 700.000$ ex works.
•Rond diezelfde tijd hield smalbaan
flexopersenbouwer MPS in Didam open
huis om een EB370 zevenkleuren
UV-flexorotatiepers te demonsteren (9).
MPS positioneert deze 37cm brede
EB370 als ‘The most cost-effective MPS
press ever built!’ Anders gezegd: het is
één van de meest betaalbare smalbaan
UV-flexopersen in z’n soort. Door reengineering en behoud van meest
effectieve automatisering moet dit de
prijsbreker gaan worden in de etiket­
tenmarkt, om ook bij kleine oplagen
concurrerend te blijven tegenover digi­
taaldruk. Een goed voorbereide order­
wisseling is een kwestie van minuten
geworden. Het verkorte baantraject
bespaart aanloopmeters inschiet. De EB
370 werkt desgewenst met drukvorm­
sleeves in rapportlengtes 6-18”.
•RietStack-Amsterdam liet op Xeikon’s
OpenHuis (20-22 mei in Lier-België)
zien dat inmould-etiketten nu ook door
smalbaan-flexorotatiedrukkers goed te
maken zijn. Kunststof inmould-etiket­
ten worden zonder releaseliner gedrukt
en gestanst. Voor het toepassingsdoel
zijn ze vaak met diepe inkepingen kla­
verbladvormig gestanst. Het dunne,
gladde en vaak statische materiaal
maakt ze bijna niet stapelbaar. Daar
hebben veel machinebouwers (met
zeldzame uitzondering) hun tanden al
op stukgebeten. Inmould-etiketten
worden daarom vaak op vellen (offset)
gedrukt, in stapeltjes gesneden en via
een stanskanon gestanst; een traag
verlopend proces. RietStack-Amsterdam
werkt al circa twintig jaar aan de
oplossing van dat probleem. Die oplos­
sing demonstreerde RietStack nu bij
Xeikon. En dat verliep vlekkeloos! Een
44cm brede RietStack IRS440 verwerkte
een 70µm CPP-kunststofbaan fullcolou­
retiketten met drie ongelijkvormige eti­
ketten (zowel vorm als breedte/hoogte)
naast elkaar (10). In de machine-uitleg
vormden zich keurige stapeltjes zonder
tussenkomst van bediening.
Outputsnelheid is 20-60m/min en in
staffelstroom 100m/min. De RietStack
wordt geleverd in 38cm, 44cm of 55cm
doorvoerbreedte. De complete machine
bestaat afrolsysteem voor bedrukte
substraatrollen, een stansunit met
magnetische stanscilinder, een strip­
ping-opwikkelaar, een stapeluitleg, een
doorvoersysteem, aandrijving en bestu­
ring. Een uitvoering zoals de demoma­
chine kost 130.000€. Etikettendrukker
aL in Reusel heeft al twee RietStacks in
gebruik genomen (www.rietstack.nl met
demofilmpjes).
•In datzelfde OpenHuis stelde Xeikon
zijn ThermoflexX-30 voor; de Ctpoplossing voor smalbaanflexodrukkers
en andere flexodrukkers. Film/plaatdik­
terange beloopt 0.76 tot 3.94 mm met
een max flexoplaatformaat
63.5x76.2cm. De kleinste
ThermoflexX-18 heeft een max flexo­
plaatformaat 45x50.8cm. Alle
ThermoflexX-belichters leveren 2540dpi
resolutie. Optioneel kan worden opge­
schaald tot 5080dpi. De afgebeelde
ThermoflexX heeft de optionele hybride
belichtingstrommel (vacuüm + magne­
tisch) voor alle soorten films en poly­
mere flexoplaten en drukplaten met
een staalbasis. Op die belichtingstrom­
mel kunnen altijd registerstiften vol­
gens klantenspecificatie worden inge­
bracht. Uit efficiencyoverwegingen
heeft Xeikon geen UV-lichtbron geïnte­
greerd.
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ] 19
TeamPlay-dag 08.04.2014 bij Apex-Hapert
Lancering MultiColor
Process Printing MCPP
Het kwartet Apex, Athena Graphics, MPS en Zeller+Gmelin (Z+G) knoopte de
gezamenlijke TeamPlay-dag vast aan het lancering van MultiColor Process
Printing. Dit met support van PrintPer4mance en Mars-Veghel’s Jan Duffhues.
TeamPlay evenement
Het kostte even om te ontdekken waar
TeamPlay voor staat. Is het een handels­
groep, productiewijze of handelsmerk?
Niets van dat alles. TeamPlay is een gele­
genheidsevenement voor aan ‘aangeklede’
MCPP-lancering. Genoemd TeamPlaykwartet met supporters grepen die dag
aan om ieders ‘eigen verhaal’ voor flexo­
drukkers en stakeholders te vertellen. Zo’n
zestig bezoekers uit de wereld van flexo­
druk, smalbaandruk, inkopers en gebrui­
kers van verpakkingsdrukwerk werden door
de TeamPlay-ers state-of-the-art geïnfor­
meerd over markttrends, drukvormvoorbe­
reiding, randvoorwaarden productie en
voordelen van TeamPlay bij verpakkings­
drukwerk; door ieders eigen bril bezien
(1). De dag begon met een rondje door
Apex’ interessante productie van anilox­
walsen. Zie hiervoor een eerder artikel in
EFTA! nr.4, december 2013. TeamPlaypartner MPS-Didam bespraken we al in
EFTA! nr.3, september 2013. We concen­
treren ons daarom op technologische fei­
ten die Z+G en Athena presenteerden voor
flexodrukkers.
Kleurruimte- en
kleurkrachtbehoefte
MCPP is een drukinktenconcept en moet
gezien worden vanuit het steeds weer
terugkerende behoefte om verpakkings­
drukwerk in een zo groot mogelijke kleur­
ruimte te realiseren, met zo weinig moge­
lijk wisselende kleurinkten. Een contradic­
tie die in de praktijk voor verpakkingen
leidt tot een minimum inktkleurenset van
zeven drukkleuren; cmyk + oranje + violet
+ groen. De vraag of verpakkingsdrukwerk
in een standaard vierkleurenset te drukken
is –zoals tijdschriften en krantendruk
dagelijks realiseren– krijgt in de praktijk
het antwoord van ronduit nee! Voor de
illustraties op verpakkingen zou het nog
denkbaar zijn, maar voor goed herkenbare
merksoort-kleuren accepteren de brandow­
ners geen kleuropbouw vanuit rasters.
Namelijk, al zou de rasterkleurtint accep­
tabel zijn, dan is de kleurintensiteit zicht­
baar slapper dan een sologedrukte merk/
drukkleur die uit pigmenten is opgebouwd.
Die solokleur is krachtiger en veel meer
verzadigd! (een onderscheidende eigen­
schap in het winkelschap). Ook is het risi­
co van kleurschommelingen bij in rasters­
amengestelde fondkleuren groter dan bij
4 PMS-kleuropbouw groen 369c: met 6 pigmenten.
5 Z+G's mengset van negen monopigmentkleuren.
1 Veel toehoorders op de TeamPlay-dag.
6 Groen 369c monogepigmenteerd opgebouwd uit 3 pigmenten.
2 Marc Mulder - Zeller+Gmelin.
20 [ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
3 Volledige PMS-mengserie à 23 inktkleuren
solo-drukkleuren. Jan Duffhues van Mars
onderschreef dat duidelijk op de
TeamPlay-dag. Teksten op verpakkingen
gedrukt in rastersamengestelde kleuren,
neigen bij de minst geringe pasverschillen
naar onscherpte. Vanuit al die argumenten
is voor verpakkingsdrukwerk de handels­
wijze geboren om de merkbepalende kleu­
ren in solo-inktkleuren te drukken en illu­
straties op verpakkingen in cmyk.
Afwijkingen daargelaten. Soms verrijkt
men de kleurkracht van de illustraties met
één of meer van de omgevende merkkleu­
ren op de verpakking.
Inktmengset uit
monopigmenten
Zeller+Gmelin’s Marc Mulder (2) onder­
steunde het MCPP met zijn presentatie
over Z+G’s innovatie monogepigmenteerde
inktkleurenmengset. Mulder stelde dat
het bekende Pantone Matching System
(PMS) zich in de ‘Solid Formula Guide
Plus Series’ baseert op totaal 17 PMSbasisinktkleuren, plus mengzwart en
transparantwit. Samen met de vier cmykbasiskleuren hanteren verpakkingsdrukke­
rijen dus totaal 23 verschillende basis­
kleuren (3). Mulder liet zien dat PMSkleuren weer uit meerdere pigmenten zijn
opgebouwd. Daardoor is bijvoorbeeld
groen PMS 369c opgebouwd uit zes pig­
menten (4). “Maar de kleur is toch goed;
wat is er dan mis mee?” is een begrijpe­
lijke reactie. Om hiervan consequenties te
kunnen inschatten moet men weten dat
om een kleur te verkrijgen, pigmentpoe­
ders nooit vooraf gemengd worden, maar
per pigmentsoort in een pastahalffabri­
kaat (pigmentpasta) worden gevat.
Organieke PMS-kleuren zijn meestal (zoals
ook in het voorbeeld) opgebouwd uit
meerdere pigmentpasta’s met hun bind­
middelen. Samengevat betekent het dat
uit hoemeer pigmenten een drukkleur is
opgebouwd, des te groter het benodigde
bindmiddelaandeel in de inkt wordt. Dat
verklaart de gevolgen die Mulder noemde:
een grotere dan strikt nodige pigmenten­
mix leidt tot verlies aan kleurkracht en
afbreuk in trefzekerheid om de juiste
PMS-kleur te mengen. Dat hogere bind­
middelaandeel zorgt dat met een hoger
inktvolume en dikkere inktlaag gedrukt
moet worden om de juiste kleur te berei­
ken. En dàt vraagt weer meer drogings­
energie. Metamerie-effecten vergroten
ook door meer pigmenten (direct en gere­
flecteerd omgevingslicht beïnvloeden de
kleurervaring van het drukbeeld omdat
pigmenttypes op iedere lichtinval ver­
schillend reageren). Dus voor een trefze­
ker inktgedrag op de pers en voor een
trefzekere kleurrealisering moet een inkt­
kleur uit zo weinig mogelijk verschillende
pigmenten zijn samengesteld. Z+G bouw­
de daarom aan een nieuwe mengserie
waarvan alle kleuren uit monopigment
bestaan. Na bij elkaar zoeken van nage­
noeg overeenkomstige druk- en verede­
lingseigenschappen van die monopigment
inkten, bleef er een optimale mengserie
over van negen drukkleuren plus meng­
zwart en transparantwit (5). Uit deze
negen monodrukkleuren kunnen eveneens
de cmyk-kleuren en MCCP-oranje, MCCPviolet, en MCCPgroen worden samenge­
steld. De 23 meervoudig gepigmenteerde
basisinkten die drukkerijen nu in huis
hebben kunnen dankzij dit monogepig­
menteerd inktsysteem gehalveerd worden
naar elf basisinktkleuren. Voorbeeld: een
uit die monopigmentserie gemengd groen
PMS 369c bevat slechts drie pigmenten
(6) in plaats van zes, als in eerderge­
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ] 21
ElektronenStraaldroging in flexodruk
Waarom niet/wel?
8 Opaltone offsetdrukvel met soortencombi­
natie.
10 Rode lijn geeft lagere puntverbreding van PU-beklede tegendrukcilinder.
noemd voorbeeld dat uit de PMS-mengserie
werd samengesteld. Het innovatieve mono­
pigmentinktsysteem is eerste instantie
geschikt voor UV-flexodruk. Geschiktheid
voor solvent- of watergedragen flexodruk is
een nog niet ingevulde stap.
efficiencyvoordelen van een vast zevenkleu­
rensysteem zijn evident: minder drukplaten
nodig, minder inrichten en een kleinere
inktkeuken. De kracht van zo’n vast zeven­
kleurensysteem zit vooral in de combinatie­
indelingen die mogelijk worden. Eerdere
Europese zevenkleurensystemen zoals
ederMCS, Equinox, FMsix, Hexachrome, HKS
en Opaltone scoorden vooral in offset (8).
TeamPlay-partners toonden MCPPzevenkleuren UV-flexodrukvoorbeelden op
LabelExpo, september 2013. Die MCPPvoorbeelden werden gedrukt met Z+G
monopigmentinkten van Athena-drukvormen
op MPS’ flexopers. Meestal functioneerden
die eerdere zevenkleurensystemen binnen
gelimiteerde gebieden van verpakkingsse­
ries. Hoe verdienstelijk ook, het leidde ner­
gens tot een standaard. Het begin van zo’n
systeem is vaak te klein om grensover­
schrijdend te groeien. Maar de druk van de
wereldwijd groeiende ‘installed base’ van
5.000 à 6.000 digitale HP Indigo persen –
nu tot +70cm baanbreedte– creëert ook een
meer vanzelfsprekende zevenkleurenpre­
press en bijbehorende voorspelbaarheid in
proofing. Het zevenkleurensysteem ís er
gewoon!
HP Indigo is de trigger voor vaste
zevenkleurenset
Zoals Esko’s Dan Pulling tijdens een vorige
Apex-dag (30.10.2013) al hintte dat in ver­
pakkingsdrukwerk HP Indigo’s zevenkleuren­
set langzamerhand tot een standaard voor
digitaal verpakkingsdrukwerk uitgroeit, zo
hintte Hans Poortinga van Athena Graphics
(7) daar nu ook op. Immers, in toenemende
mate worden prepressdrukvormen (met
beelden fonds en teksten) gesepareerd voor
HP Indigo’s zevenkleurensysteem
(cmyk+oranje+violet+ groen, waarbij soms
een kleur is vervangen door dekwit).
Drukwerkbestellers accepteren kennelijk dat
merkkleuren soms uit rasters worden
samengesteld en teksten (ook kleine) in
meerkleurenrasters worden gedrukt op HP
Indigodrukwerk voor verpakkingen en eti­
ketten. Volgens Poortinga heeft dat met
twee dingen te maken: het kleurregister èn
de kleurstabiliteit van HP Indigo-persen
zijn vreselijk goed. Ook vereenvoudigt een­
zelfde kleurenset in flexodruk het switchen
tussen HP Indigo en flexodruk bij oplage­
verandering. Als HP Indigo’s zevenkleuren­
principe een feit is, waarom zou je voor
flexorotatiedruk dan niet voortborduren op
datzelfde zevenkleurenprincipe? Tja, dan
moet je druksysteem net zo stabiel drukken
als een digitale HP Indigo-pers. Woorden
schoten Apex- en MPS-moderators te kort
om te bevestigen dat hun inktsystemen en
smalbaanpersen daartoe in staat zijn. De
7 Hans Poortinga, Athena Graphics.
22 [ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
MCPP’s levensvatbaarheid zal niet afhangen
van inktfabrikant Z+G of Athena Graphics
prepressbedrijf. Het zal afhangen van het
vertrouwen dat merkeigenaren/drukwerkin­
kopers in het systeem gaan krijgen.
Drukkers willen wel; immers, het verhoogt
hun productie-efficiency. Prepressbedrijven,
zoals Athena Graphics en anderen die zijn
uitgerust met Esko’s Kaleidoscoop/
Automation Engine workflow kunnen er de
juiste drukbestanden en/of digitale druk­
vormen voor leveren. Qua drukpersen zal
het afhangen van de repeteerbare nauwkeu­
righeid van het kleurregister en de intoom­
baarheid van de puntverbreding op zowel
smalbaan als breedbaanflexopersen.
Breedbaan flexopersen zijn iets in het voor­
deel omdat het substraat continue gedra­
gen wordt door de centrale tegendrukcilin­
der en daarbij maar korte afstanden tussen
de kleuren moet overbruggen. Dat is erg
gunstig voor een nauwkeurige registerhand­
having. Qua handhaving van de kleinst
mogelijke puntverbreding zijn MPS’ smal­
baanpersen weer in het voordeel. In afwij­
king van het gangbare hebben MPS’
UV-flexopersen polyurethaan-beklede
tegendrukcilinders en gebruikt men flexo­
drukplaten met een zo hard mogelijke sho­
regraad. Het afgebeelde diagram (10) laat
zien dat de puntverbreding daardoor hal­
veert! Qua drukinkten zal het voor
UV-flexodruk niet aan Z+G liggen; die zijn
er klaar voor. Voor breedbaan –en dus voor
solvent– en watergebaseerde drukinkten–
moeten Z+G of andere inktfabrikanten nog
met een mengserie op de markt komen op
basis van de besproken monopigmentering.
Onder druk van eerdergenoemde wereldwij­
de installed base van HP Indigo digitale
drukpersen zouden de weerstanden wel
eens –eerder dan gedacht– kunnen wegval­
len. Zeker nu een 73,6cm brede HP Indigo
20000 (11) bredere- en grotere dessins en
dus ook grotere verpakkingen kan drukken.
En straks kan Landa’s nanoprint-inkjeter tot
een meter breed en volledig eindloos full­
colour op transparant substraat bedrukken.
De verwachte lagere stukskosten van digi­
taaldruk zouden wel een kunnen helpen bij
het vervallen van mogelijke weerstanden
tegen MCPP.
9 MCPP etikettencombinatierun.
11 HP Indigo 20000.
MCPP’s levensvatbaarheid
Sinds Comexi’s en Uteco’s demonstraties 2012/2013 met
ElektronenStraaldroging op Ci-flexopersen, plus de referentie daaraan tijdens
EFTA’s studiedag bij BASF in Nijehaske, is het rond dit onderwerp niet meer stil
in de flexodrukindustrie. Tijd voor evaluatie.
Euforie . . . . .
ElektronenStraaldroging (afgekort ES) ver­
schijnt nu circa vijfentwintig jaar op gra­
fisch agenda’s. Dat liep toen en nu parallel
aan milieudiscussies, omdat ES een verdam­
pingvrije droogtechniek is zonder vluchtige
organische stoffen. Met de komst van effec­
tieve naverbranders luwden de aantijgingen
aan het adres van solvent-flexodruk. Echter,
de nooit ophoudende jacht op efficiency,
topkwaliteit en beter milieueffect, heeft
juist ElektronenStraaldroging een boost
bezorgd. Dit na de vrees die een paar jaar
geleden is ontstaan vanwege een paar
recalls, veroorzaakt door UV-inkten op ver­
pakkingen. Hier en daar is UV-druk toen in
de ban gedaan. Maar nu Comexi en Uteco
recent demonstraties gaven met inzet van
ESI’s 60-165cm brede elektronenstraaldroger
‘Flexobeam’ (1), verlevendigt dat het ‘effect­
plaatje’ van ES, z’n inktsamenstelling en
voedselveilige droging. Na Uteco’s demon­
stratie met de nieuwe elektronenstraal dro­
gende inkt GelFlex-EB van Technosolutions
uit Alphaville Industrial-Barueri, Brazilië,
neigt het naar euforie over dit ES drogings­
systeem voor Ci- flexopersen.
Overwegingen . . . . .
Kritische overwegingen voor toekomstgeori­
ënteerde verpakkingflexodrukkers, die in ES
een mogelijk aantrekkelijke- en misschien
wel voordelige droogtechniek zien, zetten
we in dit artikel op een rijtje.
• Overschakeling in één ‘big bang’ van sol­
ventflexodruk naar ES-flexodruk zou zelf­
vernietiging zijn. De switch- en aanloopri­
sico’s zijn niet gemakkelijk te overzien.
Beschikbaarheid van goed presterende
ES-inkten en ES-systemen beperken zich
nog tot een grafische niche-aangelegen­
heid; dus een kleine markt. Onderken ook
de dan optredende kwaliteitsverschillen
tussen bestaand-, repeat- en nieuw werk.
Dat vraagt ingrijpende herprofilering van
het hele prepress-traject. Daar zitten kos­
tenrisico’s aan vast vanwege compensaties
en remakes voor ontevreden klanten.
• Voorzichtig aan met ES beginnen op één
1 ESI Flexobeam ES-droger
van de persen? Stel je voor, op die ene
pers moet dan bovenop een ES-droger
worden geïnstalleerd. Dat wordt een flinke
verbouwing op die pers en moet de
bestaande droogtunnel deels of geheel
wijken voor de ES-droger (2). Een terug­
weg is dan nagenoeg uitgesloten. ‘Even
proberen’ is ondenkbaar.
• Ook zouden er dan twee processen in huis
komen; ogenschijnlijk gelijk, maar ver­
schillend geprofileerd in prepress. Het
drukken met andere inkten vraagt hoogst­
waarschijnlijk aanpassing van aniloxwal­
sen. Dus twee productiestromen met hin­
der voor switchmogelijkheden tussen per­
sen. Dat is vragen om productie-ineffi­
ciency.
• ES heeft in principe geen naverbrander of
andere luchtzuiveringsinstallatie nodig. In
drukkerijen waar de naverbrander vanuit
andere oorzaken ter discussie staat,
komen voorgaande overwegingen over ESen ook UV-droging, begrijpelijkerwijs ter
sprake.
• ES-droging in flexodruk heeft voor onder­
nemers hoofdzakelijk de volgende afwe­
gingsrisico’s: wat is het rendement ervan
binnen welke termijn, het aanlooprisico
en gaat de potentiële drukkwaliteit wel
een voorsprong bieden? Er drukken
2 Diagram toont ES-droger (rode pijl)
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ] 23
wereldwijd immers maar een dozijn
Ci-flexopersen met het ES-systeem. Anders
gezegd: waarom zou je het overwegen?
Biedt het wel een voorsprong? Wat kost
het de onderneming om ES-pionier te wor­
den en wat levert dat op? En vraagt de
markt daar wel om?
Claims . . . . .
3 Vereenvoudiging droging door flexobeam.
4 Besparingen door ‘EB clear topcoat’ in plaats van lamineren.
5 OTR/barrière laminaat en ES-gedroogde lijm.
24 [ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
ES-droging op flexorotatiepersen claimt
nogal wat. Kijk eens naar de vereenvoudi­
ging van apparatuur op de drukpers in
afgebeeld schema (3). Dat is aansprekend
eenvoudig; weg met alle drogers per kleur
en maar één droger nodig, omdat verpak­
kingssubstraten doorgaans eenzijdig
bedrukt worden.
• Dus één ES-droger nodig die bovendien
geen warmte uitstraalt. Dat kan omdat
de meeste ES-inkten nat-in-nat te druk­
ken zijn. Het bedrukte substraat wordt
daarna in de ES-droger maar circa 12oC
warmer. In principe is ook geen naver­
brander nodig (met voorbehoud voor
GelFlex-EB inkt). Je zou denken dat de
zogenoemde wet-trapping voor ‘reversedprint’ wel voor een omgekeerde kleur­
volgorde ingesteld moet worden. “Niet
nodig” zegt een kenner. “ES-inkten zijn
zogezegd ‘kleurenblind’; kleurvolgorde
zou niet uitmaken. Verderop in dit artikel
blijkt wel dat de viscositeit wel degelijk
per kleur geprepareerd moet zijn.
• Ook zou er sprake zijn van energie- en
materiaalbesparing, omdat lamineren met
transparante OPP kan vervallen. Een hel­
dere ES-topcoating neemt de functie van
het laminaat over. Dit volgens stellingna­
me van RadTech-Europe; het branchein­
stituut voor stralingsdroogtechniek (4).
Ergens noemt RadTech dat een gebruiker
ooit 80% energiereductie realiseerde.
‘Energiereductie’ is een stelling die met
meer bewijskracht onderbouwd moet wor­
den.
• Mogelijk aanvullend hierop is Sayaka
Uchida’s studie aan de San José State
University: ‘Utility & Advantages of
Electron Beam Curing in Flexible
Packaging’. Uchida stelt dat bij ES:
“Adhesive Enhancement (barrier): Instead
of these common methods, an electron
beam-cured laminating adhesive can cre­
ate a great oxygen barrier innovatively. .
. . . . . However, not only was the adhe­
sion increased but also the gas barrier
property of the metallized OPP structure
improved. The unmetallized OPP also
increased its barrier property . . . . . .”.
Wat de invloed is van ES-gedroogde lijm
ziet u in het grafiekje (5).
• Zowel onderzoeker Mikhail Laksin en col­
lega’s van Sun Chemical, maar ook
Steven Zijlstra van BASF-Nijehaske, stel­
len dat watergebaseerde ES-inkten in
staat zijn om een hogere kleurkracht te
leveren: Zijlstra: “ES-flexodruk geeft van­
wege het hoge drogestof-gehalte een uit­
muntende kleurkracht”. Ook Flint onder­
schreef dat. Sun stelt dat ES-inkten –in
vergelijking met water- en solventgeba­
seerde flexoinkt– een ongeveer éénderde
hogere rasterlineatuur op de rasterwalsen
nodig hebben, waardoor éénderde minder
inktopdracht nodig is voor eenzelfde
einddensiteit op het substraat.
• De GelFlex-EB inkt claimt zelfs 60% min­
der kleurinktgebruik en 65% minder witte
inkt dan conventionele flexoinkten. Dat
moet volgens dezelfde bron 80% minder
drogingsenergiegebruik vragen voor
GelFlex-EB.
• ES-inkten hebben géén fotoinitiatoren
nodig (!), zoals dat wel het geval is bij
UV-inkten.
• ES-inkten zijn fotoreactief en zijn onmid­
dellijk droog en hard; binnen een onder­
deel van een seconde. En dat zonder
naharding, zoals bij UV-inkten. Daarom
migreren ze niet. De inkten zijn ook
geurvrij.
• Door snellere droging kan een
ES-flexopers ongeveer 50-100% sneller
produceren dan met UV-inkten en
UV-coatings, los van inline bewerking
van de drukbaan.
Consequenties ES-droging
• ES-droging heeft een hekel aan zuurstof.
Daarom verlangt de in- en uitlaatspleet
van de ES-droger een afscherming tegen
binnendringende zuurstof. Dat wordt
opgebouwd met een overdruk aan stik­
stof en een stikstofluchtgordijn om ‘bin­
nenslepen’ van zuurstof tegen te gaan.
Dat verlangt het in huis hebben van een
voorraad hogedrukcilinders (6) met stik­
stofvulling. Dat stikstof-gasverbruik kan
op een 100cm brede flexopers die 300m/
min PE of PP bedrukt circa 10€/u gaan
bedragen
• Er wordt gewaarschuwd dat bij ES elek­
tronenstaling de structuur van organisch
materiaal kan veranderen, waardoor de
oorspronkelijke kwaliteitsspecificatie niet
meer geldt. Daarom verpakkingssubstra­
ten met organische materiaalbestandde­
len vooraf testen op geschiktheid voor
ES-bedrukking.
• ES is een drogingsproces waarbij rönt­
genstraling vrijkomt binnen het droog­
compartiment. Daar zit een loden mantel
omheen voor veilige afscherming. Dat
maakt de droger tonnenzwaar! (7) Elke
mogelijke uittreding van stralen bij de
in- en uitvoerspleet moet worden afge­
schermd. Normaliter is dat voorzien in de
drogerconstructie en letten veiligheidsau­
toriteiten daar bij goedkeuring van de
installatie op (9).
7 ES-droger met duidelijk zichtbare loodmantel van de ‘vuurkamer’ en de stikstof toevoer er
naartoe.
6 Stikstof-hogedrukcilinders, aangesloten op
de ES-droger.
8 Gel grondstof Gelflex-EB.
9 ES-drogerprincipe: Het elektronenkanon vuurt elektronen in de rode lood-ommanteld vacu­
ümkamer op passerend substraat. Ze worden in de loden ruglaag weer geabsorbeerd.
Kosten ES-droging
De kosteninformatie over ES loopt qua ver­
bruikskosten een beetje parallel aan
UV-drogingskosten. De inktkosten zijn twee
tot drie keer hoger dan conventionele ink­
ten en verder kunnen er verbruikskosten
ontstaan voor vervanging van rubberdelen
die kunnen gaan opzwellen door ES-inkten.
Bijvoorbeeld rollen, rakels, slangen en rub­
ber sleeves en/of rubber drukvormen.
Doorslaggevend is de ES-droger zelf die
‘meerdere honderdduizenden Euo’s kost plus
integratie en inbedrijfstelling. De kostenin­
formatie van zo’n geïntegreerd totaal gaat
van US$ 500.000 tot US$ 1.000.000. Voor
[ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ] 25
een ES-droger wordt een gebruiksduur van
circa 20 jaar afgegeven. Een bestaande
Ci-solventflexopers ombouwen naar ES lijkt
al-met-al geen zinvolle route. Dat wordt
anders ingeval ES meteen geïntegreerd wordt
op een nieuwe flexopers. De gasgestookte
hetelucht-sectiedrogers en droogtunnel ver­
dwijnen en er is geen naverbrander-conse­
quentie. Wordt dit weggestreept tegen de
ES-apparatuurkosten, kan er wel een aan­
trekkelijke nieuwprijs ontstaan voor een
nieuwe ES/Ci-flexopers. Niet voor niets
demonstreren Comexi en Uteco ES op hun
nieuwe Ci-flexopersen. Anders gezegd: het
rendement van ES berekent een bedrijf het
beste vanuit het all-in exploitatieperspectief
van een nieuwe Ci-flexopers, inclusief mee­
rekenen van alle bijkomende kosten op rea­
listische basis; dus ook de aanloopkosten,
aanpassingen en runabilitykosten. De door­
lopende inktkosten liggen voor ES-flexodruk
bijvoorbeeld twee à drie keer hoger dan
gewoonlijk. Maar door verdwijnende fotoini­
tiatoren zouden ES-inkten substantieel
goedkoper kunnen zijn. Echter toegenomen
voedselveiligheidseisen maken dat onzeker.
ES-drukinkten
Bij ES-inkten moet informatie over de
GelFlex-EB van Technosolutions los gezien
worden van de overige informatie over
ES-inkten. Dat laatste eerst: ES-drukinkten
vormen een snel reagerend chemisch
systeem, opgebouwd uit onverzadigde pre­
polymeren of oligomeren en monomeren. Die
bepalen de viscositeit en de ‘vernettings’dichtheid, zónder dure fotoinitiatoren.
Vervangen van monomeren door water levert
een elegante manier om de viscositeit te
verlagen. Dit biedt tot de mogelijkheid om
water als bevloeier te gebruiken in de
ES-inktformulering. Met die viscositeitbeïn­
vloeding wordt ook de zogenoemde ‘wettrap­
ping’ van de inkt ingesteld voor de gewenste
kleurvolgorde bij de nat-in-nat-druk van ES.
ES-flexogedrukte verpakkingen vallen op
door de hoge glans en chemiebestendigheid
van de inkt. Dat zal weinig opvallen bij
‘reverseprint’ maar des te meer bij buitenop­
druk. ES-inkten zijn hoger viskeus dan gang­
bare flexoinkten met een range van 3001000 Cps. Die hogere viscositeit bevordert
een lagere puntverbreding en mogelijk fijne­
re rasters, tot 70-lijns p/cm.
• In 2006 kwam Sun al op de markt met
WetFlex ES-flexoinkten voor nat-in-natdruk Ci-persen. Dus nog ruim vóór de
euforie rondom watergedragen ES-inkten
en gel-gebaseerde GelFlex-EB inkt.
WetFlex wordt geroemd voor de ‘extreem
lage puntverbreding’. Iets dergelijks wordt
over GelFlex-EB inkt gezegd, met maxi­
maal 20-25% in de middentinten waar
conventionele flexodruk nog 30-40%
puntverbreding geeft. GelFlex-EB vindt
26 [ EFTA! | JAARGANG 19 | NUMMER 2 | JULI 2014 ]
zichzelf vergelijkbaar met offset. Een
onjuiste stelling, want offset zit veel lager
in puntverbreding: rond 15% in de mid­
dentinten.
• De pers waarop de GelFlex-EB inkt moet
draaien vraagt een inktpompsysteem dat
een inktviscositeit van 300-500 Cps moet
kunnen doorpompen en de inkttempera­
tuur binnen 30-35oC houdt. Andere
ES-inkten kunnen rubber delen in de pers
doen opzwellen! Dus vervangen.
• GelFlex-EB inkt (8) heeft een solventaan­
deel van 15-20%. Dat is nodig voor een
goede setting en handhaving van punt­
scherpte in het (semi) nat-in-nat drukpro­
ces. Ter verklaring: GelFlex-EB inkten zijn
gebaseerd op de zogenoemde ‘Hansen
Solubilty Parameters’. Het gebruik van de
gel is een alternatieve manier om een
goede kleurtrapping in te stellen, om
niet-droge inktlagen op elkaar te drukken/
te ’stapelen’. Solvent is nodig om de gel
vloeibaar te maken en te vermengen in de
inktcompositie. Door snelle verdamping
van het weliswaar weinige solvent verstijft
de gel als de inkt gedrukt wordt in een
laagdikte van circa 30 micron. De volgen­
de natte inktkleur kan zich er dan pro­
bleemloos bovenop (vast)‘zetten’. Door dat
lage solventaandeel in de inkt claimt de
fabrikant –vermoedelijk terecht– dat op
een continu producerende Ci-flexopers
jaarlijks meer dan honderd ton oplosmid­
del bespaard wordt. Wat prima is voor het
milieu! Die gelbasis in de inkt vraagt wel
een constante temperatuur van 35oC. Voor
dat doel werd bij Uteco’s demonstratie de
inkt rondgepompt door een ‘Thermilox’unit. Of het resterende kleine solventaan­
deel in de inkt een naverbrander overbo­
dig kan maken, hangt af van de bedrijfssi­
tuatie en al dan niet meerder aanwezige
persen; dus ook van de lokale vergunning.
Deze inktfabrikant zegt dat GelFlex-EB
zogezegd FDA-compliant is. Eerder
genoemde inktreductie voor ES-inkt wordt
ook door GelFlex-EB’s fabrikant van
Technosolutions bevestigd. De demonstra­
tie op Uteco’s Crystal New Series novem­
ber 2013 werd uitgevoerd op een snelheid
van 500m/min.
Werking ES-droging
Een ES-drogerprincipe werkt voor flexorota­
tiedruk volgen afgebeeld schema (9): de
natbedrukte baan wordt via een transportrol
in de droger geleid en daarna er weer uit. De
inmiddels droge afdruk mag dan tegen de rol
lopen. In de continue gepompte hoogvacu­
ümkamer creëert een verhitte kathodedraad
elektronen, die in het hoogvacuüm tegen de
positieve anode worden versneld. Die anode
is een dun metaalblad (en tevens afsluiter
voor de vacuümkamer), waar de versnelde
elektronen doorheen kunnen. Het spannings­
verschil tussen kathode en anode à circa
80-125 kV, levert elektronen de capaciteit
en snelheid om door het anodescherm te
dringen in de inktlaag van de passerende
afdruk. Als versnelde elektronen de inktlaag
binnendringen, verliezen ze snelheid en
brengen ze hun energie over op het omge­
vingsmateriaal. Die overgedragen energie
prikkelt moleculen en vormt een wolk van
secundaire elektronen en vrije radicalen. Die
vrije radicalen geven een chemische ketting­
reactie in de vorm van onmiddellijke poly­
merisatie (10) van de ES-drukinkt.
“Energierijke elektronen geven een zoge­
noemde remstraling (röntgenstraling) af als
ze een materie raken. Vandaar de loodaf­
scherming. Daarbuiten is er geen straling.
Noch de ES-droger, noch de met energierijke
elektronen bestraalde materialen/substraten
worden radioactief”, aldus Urs V.Läuppi van
ESI Energy Sciences Inc., en voorzitter van
RadTech’s ‘EB-Working Group’. Ooit was de
stralingsconsequentie een discussiethema
voor ES-gedrukte voedselverpakkingen.
Immers, als voedsel doorstraald is moet het
al op de verpakking staan. Sinds genoemde
uitspraken door branchebetrokkenen als
Läuppi zijn gedaan, is het thema van tafel.
Voor alle zekerheid kan men natuurlijk con­
trolemetingen doen.
FLEXO INTERNATIONAL
Advanced Flexo Course DFTA
DFTA organiseert een Engelstalige flexo cursus van 1 t/m 5 december 2014 in het DFTA
Technologiecentrum in Stuttgart.
http://www.dfta.de/de/technologiezentrum/seminare/advanced-flexography-englisch/
No Fluff, Just Facts! | FTA najaarscongres 2014
FTA organiseert van 20 t/m 22 oktober 2014 in Minneapolis haar najaarscongres, waarbij
de belangrijkste innovaties op flexografisch gebied centraal staan en hun impact. Leiden
deze innovaties echt tot grotere proces controle, kortere insteltijden, reductie van afval,
ultra korte runs, toename van productiviteit, reductie van de carbon footprint en aan­
pasbare workflows?
http://flexography.org/fall14/
Agenda
Studiedag EFTA/GOC, 3 september 2014
EFTA Seminar 2014, 9 oktober 2014
Studiedag EFTA/GOC, 29 oktober 2014
Algemene Ledenvergadering, 4 november 2014
Wat heeft u aan EFTA-Benelux?
EFTA-Benelux is dé branchevereniging voor
de flexografische industrie in de Benelux.
Dankzij EFTA-Benelux kunt u beschikken
over de juiste informatie en laatste ont­
wikkelingen binnen en rondom de bran­
che.
10 Onmiddellijke droogreactie inkt na
elektroneninslag.
Wil men meer weten over
ElektronenStraaldroging en ES-inkten, kijk
dan op onderstaande websites. Benelux’
flexodrukkers hebben het voordeel dat ESI
Europe’s verkoop en service dichtbij in
Amersfoort zetelt. Het bijwonen van RadTech
Europe’s ‘Conference and Exhibition’ op
13-15 oktober 2015 in Praag is ook een
optie.
www.radtech-europe.com
www.technosolutions.com.br
ESI / Energy Sciences Europe –
www.ebeam.com
EFTA-Benelux verzorgt diverse vakgerichte
opleidingen en boeiende seminars.
Door EFTA-Benelux heeft u toegang tot
een ijzersterk netwerk van flexodrukkers
en leveranciers.
EFTA-Benelux staat voor:
•samen sterk voor flexo
•state-of-the-art vaktechniek
•alle schakels in flexo
•onderling platform voor kennisoverdracht
•investeren in mensen
•koplopers in de branche
EFTA-Benelux spreekt en behartigt de
belangen van en namens de gehele flexo­
grafische industrie, zowel op nationaal als
Europees niveau.
U ontvangt als lid ledenkorting op EFTA
Seminars en Studiedagen.
Contact
EFTA-Benelux
Postbus 85612
2508 CH Den Haag
Nederland
T: +31 (0)70 312 39 18
E: [email protected]
Bezoek ook onze website
www.efta.nl
COLOFON
Redactie:
Jan Wüstenhoff, Rudico
Jan Vroegop, B+O Print & Packaging
Rogier Krabbendam, EFTA-Benelux
EFTA-Benelux, Postbus 85612,
NL-2508 CH Den Haag
telefoon:+31-70-312 39 18
telefax: +31-70-363 63 48
e-mail: [email protected]
Het laatste nieuws vindt u altijd op de
EFTA Website: www.efta.nl
Lay-out en Drukwerk:
De Swart BV
EFTA
Auteur Jan Vroegop
27 [ EFTA! | JAARGANG 16 | NUMMER 1 | MEI 2011 ]
Officieel orgaan van de vereniging voor flexodruk EFTA-Benelux
EXTRUSION | DRUCK | VERARBEITUNG
Ze zijn altijd lekker en je krijgt er nooit
genoeg van. Ze zijn een pittige redding
voor flauwe TV avondjes en ..... ze
ruïneren krakend de meest romantische
liefdesscènes.
Waarmee zou U de verpakking voor
zoiets krokants bedrukken, anders
dan met de beste flexodrukmachine
ter wereld?
Als 's werelds grootste aanbieder van CI Flexodrukmachines combineren wij innovatieve techniek met specificaties
op maat, gefocust op de praktijk van alledag waar
efficiënte productie telt. De meer dan 200 MIRAFLEXmachines die inmiddels hun weg gevonden hebben naar
verpakkingsdrukkerijen over de hele wereld, zijn een
bewijs voor de hoge kwaliteit van onze MIRAFLEX-serie
en voor het vertrouwen dat onze klanten in deze machine
stellen. We rekenen U graag voor, hoe ook U met de
MIRAFLEX meer pit in Uw drukproductie kunt brengen.
WINDMÖLLER & HÖLSCHER BENELUX B.V.
Willem de Zwijgerlaan 350 A/2 · 1055 RD Amsterdam · Niederlande
Telefon: +31 20 3012600 · [email protected]