microbiele-omzetting-van-hexachloorbenzeen-in-laboratorium

MICROBIELE OMZETTING VAN HEXACHLOORBENZEEN IN
LABORATORIUM- EN VELDGECONTAMINEERD SEDIMENT
Aanleiding, opzet en analytische problemen
Werkdocument nr. 92.092X
RIZA
Hoofdafdeling Algemeen Onderzoek
Onderafdeling Milieuchemie
Auteur: J. de Wolf
Lelystad, juni 1992
Dil onderzoek is mede mogelijk gemaakt door financiering vanuit het Speerpuntprogramma Bodemonderzoek iprojectnr. 8979).
SAMENVATTING
In dit onderzoek is getracht een proefopzet te vinden, om een verschil te kunnen zien
in snelheid van microbiele dechlorering van hexachloorbenzeen dat al enige tijd in
sediment aanwezig is (enkele jaren) en hexachloorbenzeen dat in het laboratorium is
toegevoegd. Het probleem bij dit experiment is echter het opwerken van de monsters.
Met vloeistof-vloeistof-extractie worden de chloorbenzenen niet voldoende geextraheerd, met solid-phase-extraction worden hoge concentraties van hexachloorbenzeen in
de bianco's gevonden, zodat de concentraties in de monsters erg varieren.
Om dit experiment goed uit te kunnen voeren zal dan ook meer onderzoek gedaan
moeten worden naar solid-phase-extraction, of er zal met een andere monsteropwerking gewerkt moeten worden. Deze alternatieven zullen echter zeer tijdrovend zijn.
INHOUDSOPGAVE
pag.
1.
INLEIDING
1
2.
OPZET VAN HET ONDERZOEK
2
3.
THEORETISCHE
3
4.
MATERIALEN EN METHODEN
4.1. Chemicalien en hulpstoffen
4.2. Voorbehandeling glaswerk
4.3. Voorschrift mediumbereiding
4.4. Analyse van de chloorbenzenen met vloeistof-vloeistof-extr.
4.5. Analyse van de chloorbenzenen met solid-phase-extraction
4.6. Kwantificering van chloorbenzenen
4.7. Kwantificering van de verhouding tussen 12CB's en 13CB's
4.8. Bepalen van de afbraak van natuurlijk en toegevoegd
hexachloorbenzeen in slurries en de invloed van beenten
4
4
4
4
4
5
5
6
6
5.
RESULTATEN EN DISCUSSIE
5.1. Adaptatie periode (A)
5.2. Normalisatie periode (B)
5.3. Experimentele periode (C)
5.3.1. Vloeistof-vloeistof-extractie
5.3.2. Solid-phase-extraction
8
8
8
9
9
9
5.4. Blanco bepalingen met solid-phase-extraction
9
6.
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
10
7.
LITERATUUR
11
Bijlage I.
Bijlage II.
Bijlage III.
12
13
14
Bijlage IV.
Bijlage V.
ACHTERGROND
Gebruikte afkortingen en symbolen
Overzicht behandelingen flessen
Gehaltebepalingen van HCB met vloeistofvloeistof-extractie
Resultaten SPE
Basisgegevens afbraak hexachloorbenzeen
16
17
1. INLEIDING
In de waterbodems van de grote rivieren worden relatief hoge gehalten aangetroffen
van gechloreerde aromaten zoals chloorbenzenen (CB's), polychloorbifenylen (PCB's)
en chlooranilinen.
Uit laboratoriumonderzoek is in de afgelopen jaren naar voren gekomen dat gechloreerde aromaten onder anaerobe condities door micro-organismen kunnen worden
omgezet [l,2,3,4].Het betreft een zogenaamde reductieve dechlorering, hierbij worden
chlooratomen in het aromatisch molecuul vervangen door waterstofatomen. Doordat
anaerobe condities overheersen in waterbodems, kan deze reactie van grote betekenis
zijn voor de ontwikkelingen in de verontreinigingsgraad van waterbodems.
In laboratoriumstudies blijken chloorbenzenen en PCB's na een zekere adaptatietijd
relatief snel gedechloreerd te worden. Halfwaarde-tijden voor de dechlorering bij
incubaties met sediment in het laboratorium varieren van enkele dagen tot een tiental
weken [1,2,3,4].
Ofschoon informatie over microbiele dechlorering in het verontreinigd milieu zeer
beperkt is, wijzen de schaarse gegevens op veel langzamer verlopende processen. Zo
worden halfwaarde-tijden voor PCB's en hexachloorbenzeen in anaeroob sediment
genoemd van circa 10 jaar [5,6]. Dit grote verschil in dechloreringssnelheid tussen
laboratoriumstudies en veldstudies kan mogelijk een gevolg zijn van verschillen in de
beschikbaarheid van chlooraromaten voor micro-organismen in beide systemen. In
laboratoriumstudies wordt veelal gewerkt met schoon sediment waaraan chlooraromaten worden toegevoegd, meestal in een organisch oplosmiddel. Het verkregen
sediment kan kortweg worden aangeduid als laboratoriumgecontamineerd sediment.
De chlooraromaten in dit systeem kunnen beduidend beter beschikbaar zijn voor
micro-organismen dan de verontreinigingen in de veldsituatie. Immers de verontreinigingen in waterbodems staan reeds lange tijd (jaren !) in contact met het sediment.
Dit kan leiden tot incorporatie in de organische matrix van het sediment [7].
Inzicht in de relatie tussen enerzijds de beschikbaarheid ("mate van binding") van de
verontreiniging en anderzijds de dechloreringssnelheid, kan van grote waarde zijn bij
de vertaling van gegevens uit laboratoriumstudies naar de veldsituatie.
In voorafgaand onderzoek is het verschil in desorptiekinetiek tussen laboratoriumgecontamineerd sediment en veldgecontamineerd sediment voor chloorbenzenen nader
gekarakteriseerd [2].
In dit onderzoek zal gekeken worden naar de microbiele dechlorering van hexachloorbenzeen in slurries. Om onderscheid te kunnen maken tussen het hexachloorbenzeen
dat al langere tijd in het sediment zit (en slecht beschikbaar is voor micro-organismen)
en hexachloorbenzeen dat in het laboratorium wordt toegevoegd, zal er 13C-gelabeld
hexachloorbenzeen (13HCB) gebruikt worden. Dit 13HCB is namelijk met behulp van
GC-MS (gaschromatograaf met als detector een massaspectrometer) apart van
veldgecontamineerd hexachloorbenzeen (12HCB) te bepalen.
2. OPZET VAN HET ONDERZOEK
Het doel van het onderzoek is een relatie leggen tussen microbiele dechlorering van
hexachloorbenzeen in veldgecontamineerd sediment en de microbiele dechlorering van
hexachloorbenzeen in laboratoriumgecontamineerd sediment.
Daartoe worden in veldgecontamineerd sediment en laboratoriumgecontamineerd
sediment de concentraties aan chloorbenzenen gevolgd, om de snelheid van dechlorering te bepalen.
Mogelijk is de dechlorerende activiteit van de oorspronkelijke anaerobe microbiele
populatie in het sediment zeer laag. Dit zou tot gevolg hebben dat het experiment
zeer lang gaat duren. Derhalve wordt eenzelfde reeks flessen ingezet met een bekende
verrijkingsculcuur, die hexachloorbenzeen snel dechloreert.
In dit rapport zal alleen ingegaan worden op de proefopzet en de analytische problemen die naar verloop van tijd tegengekomen zijn.
3. THEORETISCHE ACHTERGROND
Hexachloorbenzeen (HCB) wordt onder anaerobe condities gedechloreerd via
pentachloorbenzeen (QCB) tot andere chloorbenzenen 11,4.6]. Deze redurneve
dechlorering vindt plaats zonder dat micro-organismen hexachloorbenzeen als koolstofbron gebruiken [4]. Dit wordt cometabolisme genoemd. De micro-organismen hebben
in zo'n geval een andere stof nodig als koolstofbron (in dit experiment lactaat).
Indien er sprake is van een hoge, stabiele biomassa en lage substraatconcentratie
(HCB), dan is de microbiele dechlorering van hexachloorbenzeen goed te beschrijven
met behulp van l'-orde reactiekinetiek.
HCB
> QCB
(1)
met k als eerste orde snelheidsconstante.
De afname van HCB wordt gegeven door:
d[
^ C B ] = -k . [HCB]
(2)
Hieruit volgt dat:
[HCB], = [HCB]0 . e u
(3)
met [HCB]0 en [HCB], als de concentraties HCB op tijdstip 0 en een tijdstip t.
Uit de helling van het grafisch verband tussen In [HCB], vs. t volgt de snelheidsconstante k.
Uit vergelijking (3) kan afgeleid worden dat de halfwaardetijd als volgt berekend kan
worden:
*-•¥•
(4
>
Hydrofobe verbindingen (zoals hexachloorbenzeen) zullen zich het aquatisch milieu
veelal binden aan sediment, zwevend stof en opgeloste organische macromoleculen [7].
Deze binding kan alleen aan het oppervlak zijn (adsorptie) of opname in de structuur
(absorptie).
Algemeen wordt aanvaard dat gebonden microverontreinigingen niet beschikbaar zijn
voor micro-organismen. Het is noodzakelijk dat de verontreinigingen vrij in oplossing
komen (desorptie), voordat micro-organismen de verontreinigingen kunnen omzetten.
Wanneer een microverontreiniging zich langere tijd (b.v. enkele jaren) in het sediment
bevindt, zal deze zeer moeilijk beschikbaar zijn voor micro-organismen. Wanneer de
contacttijd tussen microverontreiniging en sediment kort is, zal desorptie relatief
eenvoudig zijn.
4. MATERIALEN EN METHODEN
4.1. Chemicalien en hulpstoffen
Voor een lijst van de gebruikte chemicalien en hulpstoffen zie literatuur [4].
C-hexachloorbenzeen
Cambridge Isotope Laboratories, 99%
13
4.2. Voorbehandeling glaswerk
Al het glaswerk dient voor gebruik gereinigd te worden door 66n keer te wassen met
een zeepoplossing, vervolgens drie keer spoelen met achtereenvolgens leidingwater,
demi-water, milliQ-water en aceton en vervolgens drogen bij 105°C in een stoof.
4.3. Voorschrift mediumbereiding
Het onderzoek wordt verricht aan de hand van batch-cultures, dat wil zeggen dat er
flessen met medium gemaakt worden, waarbij in elke fles het hexachloorbenzeen
omgezet en de concentratie van chloorbenzenen gemeten wordt.
Het medium wordt gemaakt door 800 ml van een basismedium in een fles te brengen,
waarbij eerst de zuurstof uit de fles verwijderd wordt door de fles met stikstof te
flushen. Dit basismedium bevat een buffer (12 mM KH2P04/9 mM Na2HP04 met pH
7,0) en een redoxindicator (resazurine) welke roze kleurt wanneer er sporen zuurstof
in de fles komen.
Aan dit basismedium worden sporenelementen, zouten, vitaminen, een reductor
(natriumsulfide) om de zuurstof te reduceren en natriumcarbonaat toegevoegd.
Vervolgens wordt een koolstofbron (lactaat, 2 ml 60%-oplossing) en de te onderzoeken verontreiniging (in dit onderzoek hexachloorbenzeen, beginconcentratie in
medium 20 Mg/l) toegevoegd.
Tenslotte worden de micro-organismen toegevoegd, waarmee de eigenlijke incubatie
begint (bij de helft van de flessen worden geen micro-organismen toegevoegd, omdat
hier gekeken wordt naar de snelheid waarmee de natuurlijke populatie micro-organismen hexachloorbenzeen omzetten, zie bijlage II).
Omdat in dit onderzoek sprake is van een anaerobe dechlorering dient er voor
gezorgd te worden dat het uiteindelijke medium, zoals zich dat in de flessen bevindt,
geen zuurstof bevat. Bovendien moet er steriel gewerkt worden, om te voorkomen dat
andere bacterien in het medium kunnen komen.
Voor een meer gedetailleerd voorschrift over anaerobe incubaties zie literatuur [8].
4.4. Analyse van de chloorbenzenen m.b.v.vloeistof-vloeistof-extractie
Extractie van de chloorbenzenen uit de slurries door direct te schudden met de
extractievloeistof is overeenkomstig met de extractiewijze van watermonsters.
Homogeniseer de slurrie in de flessen en steriliseer de vitonstop door wat ethanol op
de stop te brengen en dit te verbranden. Als de ethanol verbrand is, breng dan zo snel
mogelijk een steriele injectienaald door de stop en neem 10 ml monster uit de fles en
breng dit in een gecallibreerde puntbuis. Voeg met een eppendorf pipet 2,00 ml isooctaan toe. Schud de puntbuizen gedurende twee uur op een schudmachine. Plaats de
puntbuizen vervolgens een uur bij -20°C,zodat een scheiding tussen de water- en isooctaan fase plaats vindt. Analyseer de iso-octaan-fractie met behulp van de GC-ECD
(gaschromatograaf met een electron capture detector) op de aanwezigheid van dc
gechloreerde verbinding en bepaal de concentratie in de anaerobe vloeistofcultuur.
Voor meer gedetailleerde informatie over de gaschromatografische analysemethode
zie literatuur [4].
Vervolgens kan met GC-MS (gaschromatograaf met als detector een massaspectrometer) de verhouding tussen I2HCB en 13HCB en de respectievelijke dechloreringsprodukten bepaald worden.
Omdat tijdens de mineralisatie van lactaat gassen gevormd worden (o.a. methaan),
ontstaat er in de headspace een overdruk. In verband met explosiegevaar is het bij een
te hoge druk noodzakelijk om de overdruk af te laten nemen. Wanneer tijdens het
laten afnemen van de overdruk de gasproduktie gemeten wordt, kan bovendien een
indruk van de microbiele activiteit verkregen worden. De gasproduktie kan gemeten
worden door de overdruk in een met water gevulde, omgekeerde maatcylinder op te
vangen. Dit gebeurt door een injectienaald met daaraan een slang in de fles te
brengen.
Om te voorkomen dat bij monstername niet-steriele en zuurstof-bevattende buitenlucht in de fles terecht komt, dient bij voorkeur enige overdruk in de fles gehandhaafd
te blijven.
Gestagneerde gasproduktie kan weer op gang worden gebracht door aceptisch 2,0 ml
sterielgefiltreerde lactaatoplossing toe te voegen.
4.5. Analyse van de chloorbenzenen m.b.v.solid-phase-extraction
Homogeniseer de slurrie in de flessen en steriliseer de vitonstop door wat ethanol op
de stop te brengen en dit te verbranden. Als de ethanol verbrand is, breng dan zo snel
mogelijk een steriele injectienaald door de stop en neem 10 ml monster uit de fles en
breng dit in een hermetisch afsluitbare centrifugebuis (die al leeg gewogen is). Weeg
vervolgens de gevulde centrifugebuis (gehaltebepaling gaat op gewichtsbasis). Voor de
verdere analyse zie literatuur [9].
4.6. Kwantificering van de chloorbenzenen
Van de iso-octaan-fractie wordt 2 ul op een capillaire kolom geinjecteerd met als
detector een ECD. De concentratie aan chloorbenzenen wordt bepaald aan de hand
van een externe standaard methode. Deze externe standaard bevat circa 50 Mg/l aan
dichloorbenzenen en 10 ug/1 aan hexachloorbenzeen, pentachloorbenzeen, tetrachloorbenzenen en trichloorbenzenen.
Het piekoppervlak is niet lineair met de concentratie aan chloorbenzenen bij hoge
concentraties door verzadiging van de ECD. Omdat bij een externe standaard
methode uitgegaan wordt van een lineair verband tussen piekoppervlak en concentratie, zal bij concentraties die hoger liggen dan de concentratie van de externe standaard
de berekende monsterconcentratie afwijken van de werkelijke concentratie. Bij een
maximaal toelaatbare fout van 15% mag de monsterconcentratie niet meer dan een
factor twee verschillen van de standaardconcentratie (bij de in dit experiment gebruikte ECD). Monsters met een hogere concentratie aan chloorbenzenen zullen daarom
verdund worden.
4.7. Kwantificering van de verhouding tussen 12CB's en 13CB's
Met behulp van GC-MS worden de monsters gemeten, om zo de verhouding tussen de
chloorbenzenen die van nature in het sediment aanwezig zijn (,2CB's) en de chloorbenzenen die toegevoegd of vervormd zijn (13CB's). Het is in principe mogelijk om
ook de absolute concentraties met behulp van GC-MS te bepalen, maar omdat de
detectiegrenzen van de GC-MS hoger liggen dan die van GC-ECD, is het verstandiger
om met de concentraties te werken die bepaald zijn met behulp van de GC-ECD.
4.8. Bepalen van de afbraak van natuurlijk en toegevoegd hexachloorbenzeen in
slurries en de invloed van beenten
Het totale onderzoek omvat in chronologische volgorde de volgende drie perioden:
- A:
Adaptatie periode.
Om snel hexachloorbenzeen om te kunnen zetten, is het voor de bacterien
noodzakelijk dat de relatief kleine ent voldoende tijd krijgt voor populatiegroei (adaptatietijd). Deze adaptatietijd is bij dit experiment uitgevoerd bij
25°C. Tijdens deze periode wordt de concentratie aan hexachloorbenzeen in
enkele flessen elke week gemeten, om zo de voortgang in de afbraak van
hexachloorbenzeen te volgen. Hierbij worden geen verdunningen gemaakt,
omdat alleen de globale afname van hexachloorbenzeen gevolgd wordt.
Wanneer het hexachloorbenzeen omgezet is, wordt de volgende periode
opgestart.
- B:
Normalisatie periode.
In deze periode wordt aan de media hexachloorbenzeen toegevoegd, weggezet
bij 25 °C en vervolgens wordt er twee maal per dag de concentraties van
hexachloorbenzeen gemeten. Uit de resultaten van dit experiment wordt voor
elke fles afzonderlijk de correctiefactor van de eerste orde reactiesnelheidsconstante bepaald. Dit is noodzakelijk omdat de afbraak van hexachloorbenzeen in de verschillende flessen niet even snel gaat, ondanks dat de media
vrijwel identiek zijn. Wanneer het hexachloorbenzeen omgezet is, wordt de
eigenlijke experimentele periode opgestart.
In de helft van de flessen wordt geen ent gebracht (zie bijlage II). Bij deze
flessen wordt gekeken of de natuurlijke bacterie-populatie in staat is hexachloorbenzeen om te zetten. Deze flessen hebben daarom ook geen adaptatieen normalisatie-periode nodig.
- C:
Experimentele periode.
Enkele flessen worden steriel gemaakt door 100 ml formaldehyde (37% zodat
eindconcentratie ca. 4% is) toe te voegen. Vervolgens wordt de experimentele
periode opgestart door aan de flessen 50 ml slurrie toe te voegen, hierbij
wordt aan de helft van de flessen slurrie toegevoegd die alleen natuurlijk
verontreinigd hexachloorbenzeen bevat (12HCB), de andere helft krijgt slurrie
waaraan nog hexachloorbenzeen is toegevoegd (13HCB) (zie bijlage II). De
slurries hebben dan een droge stof gehalte van circa 1 %.
De flessen worden vervolgens in een klimaatkamer bij 20°C weggezet op een
magneetroerder. In de flessen wordt met behulp van roerbonen het sediment
in suspensie gehouden, door de magneetroerders op een rotatiesnelheid van
circa 300 min"1 te zetten. Uit de flessen worden af en toe monsters genomen.
5. RESULTATEN EN DISCUSSIE
5.1. Adaptatie periode (A)
Het hexachloorbenzeen is in de flessen na ca. 20 dagen omgezet, hierna is nog een
keer hexachloorbenzeen toegevoegd, omdat er echter nog een aantal dagen tussen
deze tijd en de start van de normalisatie-periode zou zitten, is opnieuw hexachloorbenzeen toegevoegd. De normalisatie-periode is 31 dagen na het begin van de adaptatieperiode ingezet.
5.2. Normalisatie periode (B)
De dechlorerings-snelheidsconstanten zijn berekend door ln[HCB], uit te zetten tegen
de tijd (zie pagina 3).
Bij lage concentraties wordt de relatieve meetfout groot, zodat de berekende dechlorerings-snelheidsconstanten erg gaan afwijken van de werkelijke waarden. Daarom is
voor elke fles het "beste aantal waarnemingen" geschat (zie tabel 1).
Ondanks dat de flessen een vrijwel identiek medium bevatten, ontstaan toch verschillen in de afbraaksnelheden van hexachloorbenzeen. Hiervoor wordt geconigeerd door
tijdens de normalisatie periode een correctie-factor (C) te bepalen (zie tabel 1).
Hierbij is de correctie-factor voor de dechlorerings-snelheidsconstante van fles 1 op 1
gesteld.
De gemiddelde dechlorerings-snelheidsconstante is 0,064 uur"1, dit komt overeen met
een halfwaardetijd t1/S = 11 uur en is nagenoeg gelijk aan eerder gevonden halfwaardetijden voor deze cultuur [4,10].
De variantiecoefficient voor de dechlorerings-snelheidsconstanten is 12%, dit is voor
een biologisch systeem zeer acceptabel.
Tabel 1:
Dechlorerings-snelheidsconstanten
met enkele gegevens.
(kj) van de normalisatie periode (B)
fles nr.
kd.B (uur1)
r
n
C
1
0,06127
0,9938
6
1
2
0,05747
0,9952
7
0,9380
3
0,05581
0,9968
7
0,9109
4
0,07521
0,9898
6
1,2275
5
0,06543
0,9970
6
1,0679
6
0,07024
0.9966
6
1.1464
gemiddeld: k ^ = 0,064 ± 0,008 uur1
8
variantiecoefficient
=12%
5.3. Experimentele periode (C)
5.3.1. Vloeistof-vloeistof-extractie
In eerste instantie is gewerkt met vloeistof-vloeistof-extractie. Het blijkt echter dat dit
voor slurries met een droge stof gehalte van ca. 1% niet toepasbaar is (zie figuren 1
t/m 4 van bijlage HI, hier zijn alleen de concentraties van hexachloorbenzeen gegeven,
omdat anders, door hoge concentraties van bv. tetrachloorbenzenen, de details van het
verloop van hexachloorbenzeen wegvalt). De chloorbenzenen die van nature in het
sediment zaten, worden niet voldoende geextraheerd. Bovendien adsorbeert (en
mogelijke na verloop van tijd absorbeert) het hexachloorbenzeen dat toegevoegd is, en
de chloorbenzenen die zich daar uit vormen, langzaam aan (of in) het sediment.
5.3.2.Solid-phase-extraction
Omdat met behulp van vloeistof-vloeistof-extractie geen goede resultaten werden
behaalt, is overgestapt op solid-phase-extraction (SPE). Hierbij werden echter ook
zeer vreemde resultaten gevonden (zie bijlage IV, veel vreemde variatie in de
concentraties). Daarom is verder onderzoek gedaan naar de bepalingsmethode met
SPE.
5.4. Blanco bepalingen met solid-phase-extraction
Omdat de bepalingen met solid-phase-extraction grote spreidingen te zien geven, zijn
enkele bianco's uitgevoerd (zie bijlage IV en V). Hieruit blijkt dat de gebruikte
methode niet goed is, omdat sommige blanco's zeer hoge concentraties aan hexachloorbenzeen te zien geven (tot 55 ng HCB per ml iso-octaan).
Na extractie van de reservoirs bleek dat deze gecontamineerd waren met HCB.
Daarom zijn deze vervangen door capillairen, welke in de vloeistof hangen en vervolgens de vloeistof door de SPE-kolom zuigen.
Vervolgens zijn enkele blanco's op verschillende manieren uitgevoerd. Hieruit bleek
dat de centrifugebuizen vervuild waren met HCB. Vervolgens zijn weer enkele
blanco's uitgevoerd met nieuwe centrifugebuizen. Er werden echter nog steeds
concentraties aan HCB gevonden die varieerde van 0,6 tot 1,2 ng per ml iso-octaan.
Deze concentraties zullen in de slurries nog voor 6 tot 12 Mg/kg droge stof bijdragen.
Omdat de concentraties in het sediment laag zijn (ca. 40 Mg/kg droge stof voor de
natuurlijke concentratie HCB), zal de bijdrage van de bianco aan deze bepaling zeer
hoog zijn.
6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Door problemen bij de analyse is vroegtijdig gestopt met het onderzoek. Er zal nog
meer onderzoek gedaan moeten worden naar de manier waarop de monsters geexiiaheerd worden. Het zou met de methode kunnen, waarmee binnen het RIZA sedimentmonsters opgewerkt worden, maar deze methode kost echter veel tijd, zo zou een
tijdstip ongeveer 5 werkdagen kosten, zodat er maar een tijdstip per week geanalyseerd kan worden. Dit zal voor de flessen met alleen HCB dat van nature in het
sediment zit, geen probleem zijn. Tevens zou dit kunnen voor de flessen waarin geen
ent toegevoegd is, maar voor de flessen met een toegevoegde ent en 13HCB zal deze
meetfrequentie waarschijnlijk te laag zijn.
Om toch met de vloeistof-vloeistof-extractie te kunnen werken is het misschien
mogelijk om te werken met een slurrie welke een droge stof gehalte heeft die lager
ligt dan 0,1%. Het nadeel is echter, dat de concentratie van hexachloorbenzeen dan
veel lager ligt (of er moet een ander sediment gebruikt worden, met een hoge
concentratie aan hexachloorbenzeen).
Een betere methode is waarschijnlijk om de solid-phase-extraction te optimaliseren,
zodat deze ook voor andere doeleinden te gebruiken is. Dit vergt echter weer enige
tijd.
10
7. LITERATUUR
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
Fathepure B.Z.,Tiedje J.M. & Boyd S.A. (1988) Reductive dechlorination of
hexachlorobenzene to tri- and dichlorobenzenes in anaerobic sewage sludge,
Appl. Environ. Microbiol. 54: 327-330.
Quensen J.F. m , Tiedje J.M. 8c Boyd S.A. (1988) Reductive dechlorination of
polychlorinated biphenyls by anaerobic microorganisms from sediments,
Science 242: 752-754.
Struijs J. & Rogers J.E. (1989) Reductive dehalogenation of dichloroanilines
by anaerobic microorganisms in fresh and dichlorophenol-acclimated pond
sediment, Appl. Environ. Microbiol. 55: 2527-2531.
Dekker C.G.C. & Beurskens J.E.M. (1991) Anaerobe microbiele omzetting
van hexachloorbenzeen in Ketelmeersediment; Isolatie van een microbiele
mengpopulatie die chloorbenzenen reductief dechloreert, RIZA Lelystad,
notanr. 91.089.
Brown J.F. Jr & Wagner R.E. (1990) PCB movement, dechlorination and
detoxication in the Acushnet estuary, Environ. Toxicol. Chem. 9: 1215-1233.
Beurskens J.E.M.,Dekker C.G.C.Johkhoff J. & Pompstra L. (1992) Microbial dechlorination of hexachlorobenzene in a sedimentation area of the Rhine
river, ter publicatie aangeboden bij Biogeochemistry.
Chiou C.T., Lee J.F. & Boyd S.A. (1990) The surface area of soil organic
matter, Environ. Sc. Technol. 24: 1164-1166.
Dekker C.G.C. (1991) Voorschrift anaerobe incubaties, RIZA Lelystad.
Dekker C.G.C. (1991) Bepaling van chloorbenzenen in sediment met behulp
van de "Solid Phase Extraction" techniek (SPE), RIZA Lelystad, werkdocumentnr. 91.167X.
Wolf J. de (1991) Temperatuursafhankelijkheid
van de microbiele omzetting
van hexachloorbenzeen, RIZA Lelystad, werkdocumentnr. 91.129X.
11
BIJLAGE I Gebruikte afkortingen en symbolen
HCB = hexachloorbenzeen
QCB = pentachloorbenzeen
B - tetrachloorbenzeen
TCB = tnchloorbenzeen
DCB = dichloorbenzeen
kj = dechlorerings snelheidsconstante
tvi = half waarde tijd
n = aantal waarnemingen
C = correctiefactor voor verschil in flessen
r = regressie correlatie coefficient
12
BIJLAGE H Overzicht behandelingen flessen
13
HCR
ent
steriel
1
+
+
-
2
+
+
-
3
+
+
+
4
-
+
-
5
-
+
-
6
-
+
+
7
+
-
-
8
+
-
-
9
+
-
+
10
-
-
-
11
-
-
-
12
-
-
+
flesnr.
Maken slurries:
-514,96 gram sediment (bemonsterd 3-10-89; Ketelmeer Y004;
gezeefd 500Mm 23-1-90 L. v.d. Velde)
- aanvullen tot 1 liter
- verdelen over twee kolven
-aan een kolf 350M1 13HCB-standaard toevoegen (16,67 mg/l in
methanol)
- minimaal 24 uur laten roeren
13
BIJLAGE HI Gehaltebepalingen van HCB met vloeistof-vloeistof-extractie
Figuur 1: Verloop in fles 1 van hexachloorbenzeen
Figuur 2: Verloop in fles 4 van hexachloorbenzeen
14
met vloeistof-vloeistof-extractie
met vloeistof-vloeistof-extractie
Figuur 3: Verloop in fles 7 van hexachloorbenzeen met vloeistof-vloeistof-extractie
0.04 [-
?
0.O2 -
Figuur 4: Verloop in fles 10 van hexachloorbenzeen met vloeistof-vloeistof-extractie
15
BIJLAGE FV Resultaten SPE
Concentraties in slurries in Mg/kg droge stof.
Kirs 1
Flw 2
Fle« 3
tijd (uren)
503.9
719,5
503,9
719,5
503.9
719.4
1.3-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
1,3,5-TCB
1,2,4-TCB
1,2,3-TCB
1,2,3.5-TeCB
1,2,4,5-TeCB
1.2,3,4-TeCB
QCB
HCB
107,1
218,2
337,2
370,0
166,4
8,1
536,4
4,9
19,0
88,8
66.8
211,1
115,2
409,2
187,0
8,4
589,0
7,4
263
114,1
104,0
222,3
341,3
288,6
127,6
7,2
138,6
566,7
5,6
26.7
121,8
79,5
2384
128.8
3113
136,4
7,9
160.9
600,9
63
37,0
324,0
74,2
148,0
137.5
2273
114,0
8,2
180,4
536,6
4,6
21,0
266,5
53,4
188,5
883
217,9
102,8
6,9
174,1
470,7
7,1
31.2
794,0
lijd(uren)
503,9
743,9
503,9
719,4
503,9
719,4
1,3-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
1,2,4-TCB
1,2,3-TCB
1,2.3,5-TeCB
l.:.4,5-TeCB
1,2,3,4-TeCB
QCB
HCB
90,2
200,4
288,1
229.7
99,2
6,4
1273
474,0
12,6
26,3
113,4
97,5
222,2
126.7
275,4
1233
7,8
163.8
566,5
6,0
37,9
243,2
108,3
222,3
38Z8
350.2
147,5
73
61,4
534,0
6.2
44.6
680,0
86,8
216,5
119,4
361,6
157,3
9,0
681,4
6,2
26,4
169,4
92,2
138,6
154.0
315,4
137,4
7,3
51,0
493,2
6,4
16,6
136,4
36,8
181.3
102,7
306.4
127,6
7,2
62,9
465,8
5.9
23.8
256.1
tijd (uren)
503.8
719,4
503.8
719.4
503,9
719,4
1.3-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
1,3,5-TCB
1,2,4-TCB
1.23-TCB
1,233-TeCB
1,2,4,5-TeCB
1,23.4-TcCB
QCB
HCB
107,6
202,6
313.8
46.5
76,2
7,0
2,4
10.4
14,2
133
66.6
92.0
212,1
269,7
45,2
78,2
6,6
1,8
10.1
5.6
13,2
66,4
104.8
191,7
226.6
42.6
69.3
10.6
2,0
93
12,0
133
8X3
72,2
229,5
258.2
46,2
73,0
6,8
4,4
103
5,7
21,5
186,7
44,2
73,4
65,2
35,4
63,8
6,4
1.6
8,9
5,2
6,4
48.5
77.7
189.6
89.2
583
74.9
5.9
21,6
10.1
5,8
19,7
2203
tijd (uren)
Fles LO
503,9
719,4
Fles 11
503,9
719,4
Fles 12
503,9
719,4
1.3-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
13,5-TCB
1.2,4-TCB
1,23-TCB
1.233-TeCB
13,4.5-TeCB
1.23.4-TcCB
QCB
HCB
64,9
132,9
227,8
45.5
63.4
7,0
2,6
9,8
173
21.4
224.9
923
192.2
293.8
56.6
73,6
7,7
8,6
25.7
1H.2
62,4
843
783
36,9
74,4
7,9
1,7
7,1
24.8
6,0
196,1
Fles 4
Fles 5
Fles 7
Fles 6
Fles 8
74.6
207.1
102.6
43.2
81,4
63
23
11,1
5,6
11.9
35,3
16
Fles 9
51,8
180,7
81.0
40.2
68,2
5,7
2,4
9.2
5,4
10,3
36,6
89.1
175.7
943
63.9
72.3
53
2.4
10.6
53
11,4
52,7
BIJLAGE V Basisgegevens afbraak hexachloorbenzeen
EXPERIMENT PERIODE A: (gegevens op diskette 'Dechlorerings-experiment',
Bestand '\SYMPH\DECHLO_A.WRI')
Concentraties aan chloorbenzenen in het medium in Mg/lFles 2
t - (dagen)
1,3-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
1,2,4-TCB
133-TCB
1,233-TcCB
1,2,43-TeCB
1,2,3.4-TeCB
QCB
HCB
Fles 3
l= (dagen)
13-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
13,4-TCB
1,2,3-TCB
1,233-TcCB
1,2,43-TeCB
1,23.4-TeCB
QCB
HCB
Fles 4
t « (dagen)
1,3-DCB
1,4-DCB
1.2-DCB
133-TCB
1,2,4-TCB
1,23-TCB
1,233-TeCB
1,2,43-TeCB
1,23.4-TeCB
QCB
HCB
t= (dagen)
1.3DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
13,4-TCB
133-TCB
1.233-TeCB
1,2,4,5-TeCB
1,23,4-TeCB
QCB
HCB
0
7
14
21
0,88
138
1,60
035
1,03
1,78
0,53
1,40
0,65
-
-
-
1,19
0,59
0,79
-
-
13,66
0,39
10,66
0
7
14
0.97
133
0,27
1.15
-
-
.
0,81
0,87
0,72
31
.
-
-
0,82
0,58
1,96
-
-
-
1,04
0,18
1,69
0,36
3,20
0,71
-
-
2,48
1,98
0,19
4,08
-
-
0,71
6,58
0,32
0,69
0,39
21
31
-
-
-
-
-
134
0.33
1,19
0,30
0,96
0,30
1,06
0,28
2.66
0,47
-
-
-
1.15
0.92
0,55
-
-
14,88
0,44
10,36
0
7
14
3,43
2,63
.
.
1,66
0,59
-
-
0,16
1,60
0,21
3.98
-
-
0,60
6,71
0,40
1,68
0,49
21
31
_
-
-
-
-
.
-
1,71
0,36
139
0,44
0,99
0,19
130
0,29
3,08
0.61
-
-
-
1.27
0,80
0,64
-
-
15,30
0,30
10,64
Fles 1
31
Fles 5
31
Fles 6
31
.
-
1,08
-
-
5,65
1,40
4.50
1,01
5.24
1,04
0,97
-
-
0.19
1,79
0,27
3,96
-
-
0,43
7,62
0,45
1.49
-
-
-
-
0.28
3.18
0.21
3,93
0,22
3,91
-
-
-
0.10
0,28
0.28
0,22
17
EXPERIMENT PERIODE B: (gegevens op diskette 'Dechlorerings-experiment',
Bestand '\SYMPH\DECHLO_B.WRI')
Concentraties aan chloorbenzenen in het medium in ng/\.
Flea l
t= (uren)
13-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
1,2,4-TCB
1,23-TCB
1333-TeCB
1,2,43-TeCB
1,2,3.4-TeCB
QCB
HCB
Fles 2
l= (uren)
13-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
1,2,4-TCB
1.23-TCB
1,233-TeCB
1,2,43-TeCB
1,23,4-TeCB
QCB
HCB
Fles 3
t= (uren)
1.3-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
1,33-TCB
1,2,4-TCB
1,23-TCB
1,23,5-TeCB
1,2,43-TeCB
1.2.3,4-TcCB
QCB
HCB
0,3
43
233
283
47,5
523
71,5
76,6
95,6
100.5
5,66
139
5,48
138
6,02
1,62
6,33
1.61
6,56
135
6,04
1.42
7,42
1.86
6,75
1,68
739
1,98
7,90
2,01
.
.
6,71
7,96
3,06
9,63
3,24
10,18
3,05
10,73
2,64
9,64
2,08
10,71
1,66
9,59
1,17
9,68
11,01
20,74
1.51
16,86
1,58
6,12
1,17
4,65
1,22
0,84
0.29
0,21
0,14
0,13
0,3
4,5
23,5
28.5
47,5
523
713
76,6
95,6
100,5
4,10
0.67
4,13
0,90
4,17
0,82
437
0,81
4,72
0,90
4,51
0,84
5,17
0,90
4,88
0,81
5,42
1,06
5,52
0,87
2,12
7,84
22,17
2,83
8,04
132
18,73
4,96
10,35
5,15
1136
5,49
12,28
5.00
11,26
4.82
12.10
4.41
11,00
4,46
11,48
4,38
1137
1,66
7,05
1,29
5,27
1,52
.
1,01
.
0,43
.
.
.
.
0,34
0,27
0,24
0,3
4.5
233
283
473
523
713
76,6
3,47
033
3,80
0,70
3,11
030
3.63
0,66
3,65
0,66
3,92
0,67
2,59
7,62
330
7,90
.
1,76
20,05
4,78
8,99
.
1,88
7,45
5.50
1139
.
1,69
5,92
5,43
11,06
.
5,56
1134
.
.
1,27
23,22
1,66
18
4,44
0.82
4,25
0,68
_
95.6
100,5
-
-
5,04
0,94
4,78
0,82
5.36
4,79
5,13
4.78
11.99 1038 12.47 11,44
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
0.49
039
0,29
0,27
Fles4
t » (uren)
CB
1,4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
1,2,4-TCB
1,23-TCB
1,233-TcCB
1,2,43-TeCB
1,23.4-TeCB
QCB
HCB
Fles5
t= (uren)
13-DCB
1,4-DCB
13-DCB
133-TCB
13,4-TCB
133-TCB
1333-TeCB
1,2,43-TeCB
1,23,4-TeCB
QCB
HCB
nes 6
t= (uren)
13-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
13.5-TCB
13,4-TCB
1,23-TCB
1,233-TcCB
1,2,43-TeCB
1,23,4-TeCB
QCB
HCB
03
4,6
233
283
473
523
713
76,6
95.6
100,5
-
-
-
-
29,60
21,90
-
-
-
16,84
3,83
0,67
3,40
0,69
4,06
1.41
4,19
0,78
3,01
0,78
3,05
0.64
5,11
0,89
4,63
0,97
5,39
0,97
3,15
0,48
2,18
737
2,54
6,79
537
10,60
5.57
12,10
4,07
8,89
3,83
8,28
4,87
1234
4,28
10,77
4,51
11,49
2,75
6,54
21.60
1.71
16,96
139
5,24
1,04
3,76
0,65
0,44
0.28
0,24
0,22
0,13
0,3
4,6
233
28,5
473
523
713
76,6
95,6
100,5
-
3,62
-
-
-
-
-
330
-
-
4,46
1,00
4,23
1,11
4,99
1,25
4,88
1,16
4,82
1,17
5.36
130
6,22
132
4,77
1,00
6,99
1,69
6,72
1.45
8,09
137
6,96
4,14
1039
4,18
11,67
3,74
10.94
3.80
1137
3,14
11,97
233
8,63
232
1138
2,19
10,88
21,80
1,81
18,13
1,46
5,75
0,95
4.12
1,05
0,74
0,26
0,17
0.15
0,16
0,3
4,6
233
283
47,5
523
713
76,6
95.6
100,5
20,89
17,75
-
-
-
-
-
-
-
-
4,75
1.00
0,48
539
2234
4,38
1,00
1,03
5,66
134
18.53
531
1,22
3,07
8.33
1,07
5,52
5,87
1,32
3.64
10,66
0,87
3,77
6.06
1.32
3,18
10,72
0,88
6.66
133
3.19
10.71
0.60
736
1,71
2.62
12,06
0.22
6,49
1.45
2,21
10,15
-
7,64
1,76
1.87
11,30
0,13
730
1,68
1,69
10,40
0,13
19
0,18
EXPERIMENT PERIODE C: Vloeistof-vloeistof-extracties
(gegevens op diskette 'Dechlorerings-experiment',
Bestand '\SYMPH\DECHLO_C.WRI')
Concentraties in slurries in ngl\.
Flesl
t= (uren)
13-DCB
1,4-DCB
13-DCB
133-TCB
13,4-TCB
1,23-TCB
1333-TeCB
13,43-TeCB
133,4-TeCB
QCB
HCB
Fles 2
t= (uren)
1.3-DCB
1.4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
13,4-TCB
133-TCB
1333-TeCB
1,2,43-TeCB
1.23.4-TeCB
QCB
HCB
Fles 3
t= (uren)
13-DCB
1.4-DCB
1.2-DCB
133-TCB
1.2.4-TCB
1.23-TCB
1333-TeCB
13,43-TeCB
133.4-TeCB
QCB
HCB
0,6
26,8
743
168,0
216,0
341.4
.
-
.
-
.
-
.
-
.
.
•
1,60
7,46
2,13
5,82
1,25
4,47
0,94
1,97
0,43
1,71
039
1.27
0,32
-
-
-
-
.
-
10,60
8,73
6,62
2,85
2,47
1.74
.
-
•
-
-
.
.
0,80
1.12
0,90
0,78
0,72
0.68
0,6
26,8
74.3
168,0
216,0
341.4
.
-
.
-
.
-
.
-
,
.
.
-
5,72
1,15
233
14,81
4,27
0,69
3,40
033
0,79
2,23
037
0,72
139
036
0,73
1,22
0,26
-
-
-
-
-
2,21
10,57
1,75
8,25
0,99
5,02
0,70
337
035
2,49
-
-
-
-
-
-
0,93
1,02
1.27
0.6
26,8
743
.
-
1.29
135
1.17
168,0
216,0
341.4
3,21
230
0,54
4,87
0,97
1,47
3,90
0,76
3,14
0,68
2,79
2,64
0,57
2,86
535
2.46
2,42
034
2,85
12,93
2,49
10,09
2,10
733
1,68
5,58
1,46
538
1,49
4,57
1.27
133
1,73
208
237
0,03
233
1.11
20
Fles 4
t - (uren)
13-DCB
1,4-DCB
13-DCB
133-TCB
13,4-TCB
133-TCB
1333-TeCB
13,4,5-TeCB
133,4-TeCB
QCB
HCB
Fles 5
i= (uren)
13-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
13,4-TCB
1,23-TCB
1,233-TcCB
1,2,4,5-TeCB
1,23,4-TeCB
QCB
HCB
Res 6
t=» (uren)
1.3-DCB
1.4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
1,2,4-TCB
1,23-TCB
1333-TeCB
1.2.43-TeCB
1,23,4-TeCB
QCB
HCB
0,6
26,8
74,3
168,0
216,0
341,4
0,61
5.75
1,21
4,16
0,74
0,73
2,60
0,45
1,08
0,26
0,64
0,98
0,22
0,78
0,25
2,71
15,02
2,18
10,57
139
6,15
037
2,41
030
236
0,41
1,63
0,24
0,54
0,84
1,04
1,20
1,17
0,6
263
743
168,0
216,0
341,4
-
-
0,64
2,83
0,62
1,39
0,35
0,67
1,29
0.31
0,70
1.08
0,33
536
2,62
2,61
2,08
7,01
1,83
0,65
4,24
0,81
-
-
14,70
8,86
-
-
0,15
0.35
032
0,62
0,72
0,70
0,6
26.8
743
168,0
216,0
341,4
.
-
.
-
.
-
.
-
.
-
.
-
739
1,87
132
5,22
137
3,80
0,88
234
3,13
0,73
-
-
-
•
-
13,74
8,78
5,74
4,45
-
-
-
-
0,10
0.48
0,72
1,00
138
0,62
0,19
2,04
0,27
21
3,16
2,35
0,59
330
-
-
037
1,16
Fles 7
l » (uren)
13-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
13,4-TCB
133-TCB
1333-TeCB
1,2,43-TeCB
123,4-TeCB
QCB
HCB
Fles 8
1= (uren)
13-DCB
1,4-DCB
13-DCB
133-TCB
13.4-TCB
1,23-TCB
1,233-TcCB
13,43-TeCB
123,4-TeCB
QCB
HCB
Fles 9
l= (uren)
13-DCB
1,4-DCB
12-DCB
133-TCB
13,4-TCB
1,23-TCB
1.233-TeCB
1.2,43-TeCB
1.23.4-TeCB
QCB
HCB
0,6
26,8
74,3
168,0
216,0
341,4
134
0,11
0,45
0,56
0,66
0,64
0,47
0,45
0,34
0,6
26,8
74,3
168,0
216.0
341.4
0,72
033
0,66
0,68
0,59
0,45
0,43
0,39
0.6
26,8
74,3
168.0
216.0
341,4
1,91
1.47
0,11
2,11
0,13
233
0,12
2,86
0,12
031
0,66
0,66
0,55
031
0,81
0,66
0,67
22
Fles 10
t = (uren)
13-DCB
1,4-DCB
13-DCB
133-TCB
13,4-TCB
133-TCB
1333-TeCB
13,43-TeCB
133.4-TeCB
QCB
HCB
Res 11
l= (uren)
13-DCB
1,4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
13,4-TCB
133-TCB
1,233-TeCB
1,2,43-TeCB
1,23.4-TeCB
QCB
HCB
Fles 12
t= (uren)
13-DCB
1.4-DCB
1,2-DCB
133-TCB
1,2,4-TCB
133-TCB
1,233-TeCB
1.2.43-TeCB
1,23,4-TeCB
QCB
HCB
0.6
26£
74,3
168,0
2160
341,4
0,08
0,07
0,05
0,09
0,11
0,11
0,6
26,8
743
168,0
216,0
341,4
034
0,08
0,08
0,08
0,07
0,11
0,09
0,6
26,8
74,3
168.0
216.0
341.4
2,06
0,14
2,16
0,12
2,89
0.13
0,24
030
0,20
0,16
0,25
0.19
23
EXPERIMENT PERIODE C: Solid-phase-extraction
(gegevens op diskette 'Dechlorerings-experiment',
Bestand '\SYMPH\SPE.WRI')
tijdstip 503,9 uren
tijdstip 719,4 uren
droge slof
(m/m%)
inweeg
isooctaan
(ml)
HCB-anaiyse
inweeg
0*8-1)
<g)
isooctaan
(ml)
analyse
(g)
1
1314
11,2022
0,928
14,047
11.1405
0.953
17.474
2
1.354
11.0553
1.021
17,811
11,1518
0.944
51,699
3
1.319
11.0567
0,927
41,933
11.0835
0.880
131,973
4
1,466
11.5698
0.942
20,472
10.9044
0.968
40365
5
1,277
11,7312
0,918
111,186
11.0455
0,875
27,372
6
1,274
11.5042
0,980
20.329
11.0826
0.867
41,576
7
1.380
11.3667
0,960
10.880
113803
0.956
10.824
8
1341
11.8561
0,968
15,508
11.2864
0.866
37.472
9
U08
11.6766
0.874
8.487
11.3187
0.941
34.750
10
1,424
11.2935
0.975
36,979
11.2394
0,918
6.131
11
1,339
11,5595
0.884
19,498
113082
0,902
6,153
12
1,261
11.6296
0,914
31.424
11.3169
0,963
7.811
Res nr.
•
.. -
24
l^gll
BLANCO BEPALINGEN SOLID-PHASE-EXTRACTION
(Gegevens op diskette 'Dechlorerings-experiment',
Bestand '\SYMPH\SPE.WRI')
Bij de volgende experimenten is er geen HCB gevonden:
bianco iso-octaan
bianco centrifugebuis 2 uur schudden met 5 ml iso-octaan
extractie puntbuis 2 uur schudden met 5 ml iso-octaan
bianco 10 ml pe indampen tot 1 ml + 1.5 ml iso-octaan indampen tot 1.0 ml
reservoir 2 uur schudden met 10 ml iso-octaan (0.4- 11.6 ug/1 HCB)
extractie punt van SPE-app. 1 uur schudden met 5 ml iso-octaan (0.6 ug/1 HCB)
reservoir/
capillair
schudden
viton
NaS03
GC
(ug/1)
O.lgds
(ug/kg ds)
0.5gds
(ug/kg ds)
1
r
+
-
+•
2.355.2
23-552
4.6-110.4
2
c
+
-
+
0.516.8
5-168
1.0-33.6
3
c
-
-
-
0.170.19
1.7-1.9
0.34-0.38
4
c
+
+
-
1.4
14
2.8
5
c
+
-
-
9.9
99
19.8
6
c
+
8
1.6
c
-
+
+
0.8
7
+
+
1.2
12
2.4
8
c
-
-
-
0.8
8
1.6
9
c
-
-
+
0.4
4
0.8
Er zijn vervolgens nog 12 blanco's uitgevoerd in nieuwe centrifugebuizen. De gevonden gehaltes varieren voor HCB dan van 0.55 tot 1.20 ug/1 (komt overeen met 5.5 tot
12.0 ug/kg ds bij een inname van 0.1 g ds.).
25