Nummer 2-2014 - De Hartekamp Groep

Magazine van de Hartekamp Groep Nr. 2 / 2014
In dit nummer:
Cursus ‘zelfstandig wonen’ voor jongeren • Eerste paal Hartekampterrein • Nieuwe werkwijze CVR
Elektronisch cliëntendossier ingevoerd • Innovatieprijs 2014 • Speel-o-theek Harteheem
Inhoud
Uit de Raad van Bestuur
Wet maatschappelijke ondersteuning
Cursus ‘zelfstandig wonen’ voor jongeren
Symbolische eerste paal Hartekampterrein
Ellen van der Putten wint OR-verkiezing
Youforce drie maanden na de livegang
Facebookpagina succesvol
Eerste ervaringen specialistische wijkteams
Kolerewijf
Sneeuwdag en zwemfestijn
Elektronisch cliëntendossier ingevoerd
3
4
6
8
9
10
11
12
14
16
18
Yunus’ hart voor groenbeheer
Samen werken aan een nieuwe organisatie
Veilig eten en drinken met vrijwilligers
Breder draagvlak cliëntmedezeggenschap
Eigen woonstudio op de Richard Holkade
Medicatieveiligheid
Innovatieprijs 2014
Speel-o-theek Harteheem
Dagbesteding bereidt zich voor op Wmo
Fonds Hartewensen
Cliënt en recht
20
21
22
24
25
26
27
28
30
31
32
Colofon
Vitaal is een uitgave van de Hartekamp Groep.
Het blad verschijnt vier keer per jaar en is ook
te vinden op www.hartekampgroep.nl
en Infoland.
Redactieadres
De Hartekamp Groep
T.a.v. secretariaat Concernbureau
Postbus 2083, 2002 CB Haarlem
Telefoon: 023 - 510 14 23
Telefax: 023 - 510 14 24
E-mail: [email protected]
Redactie
Piet Duwel, Annemiek Mul,
Nadine Vissers
Redactiesecretariaat
Esther Visser
Fotografie
Video en Foto, archief, diverse medewerkers
Opmaak
StyleMathôt, Haarlem
Drukwerk
StyleMathôt, Haarlem
Oplage
4300 exemplaren
Kopij-suggesties kun je mailen naar het redactieadres.
De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen te
wijzigen of te weigeren. Dit gebeurt in overleg met de
inzender. De bijdragen van de ondernemingsraad en
Cliëntenraden vallen buiten de verantwoordelijkheid
van de redactie.
Yunus: “Groenbeheer zit bij mij in de genen.”
De visclub
Hengelsport is populair in Nederland. Wist je dat
wel 500.000 mensen lid zijn van een hengelsport­
vereniging? Ik stond ervan te kijken. Ook mensen
met een beperking vissen graag. De visclub van
Harteheem gooit regelmatig een hengel uit in het
water achter de Cirkel. Dat is te danken aan de
enthousiaste ondersteuning van de hengelsport­
vereniging ’t Snoekje. Ook geen kleintje trouwens:
1400 leden in Midden-Kennemerland. Leden van
’t Snoekje begeleiden onze cliënten van de visclub.
De techniek, de hengels, het aas, zo nodig halen en
brengen, een jaarlijks uitstapje. Die samenwerking
van de visclub Harteheem met ’t Snoekje leidt tot
mooie dingen. In 2012 werd een rolstoelvissteiger
geopend. We zijn nu twee jaar verder. Afgelopen
10 mei mocht ik aanwezig zijn bij de opening van
de uitbreiding van de vissteiger. Het aantal plaatsen
is verdubbeld. De financiering is te danken aan
sponsors, zowel uit de wereld van de hengelsport
als daarbuiten. Onze collega’s van Vrije Tijd en
Vrijwilligers ondersteunen hierbij.
Onze visie is: eigen kracht, meedoen, veiligheid en
zeggenschap. Wij komen in beeld in aanvulling op
wat een cliënt en zijn directe omgeving zelf kan.
De visclub is daar een prachtig praktijkvoorbeeld
van. Cliënten hebben een visclub, ’t Snoekje helpt
mee, het balletje begint te rollen en nu: sponsors,
een buurtteam, ze sluiten zich aan. Ook de
Hartekamp Groep speelt een rol, als onderdeel
van het netwerk.
Vrijwilligers. Ze leveren sinds jaar en dag een
onmisbare bijdrage. Soms gaat het zo ver dat ze
delen van de zorg en ondersteuning overnemen.
Dat zien we bijvoorbeeld aan onze samenwerking
met Stichting Wielewaal.
Vanaf april 2013 organiseert Wielewaal logeren
in het weekend voor kinderen in de Stayokay
in Haarlem. Met inzet van vrijwilligers en enige
professionele begeleiding. Er waren veel zorgen
bij ouders over deze verandering. We zijn nu
ruim een jaar onderweg. Alles wijst erop dat de
kwaliteit van de opvang heel goed is. Dankzij de
inzet van betrokken, deskundige en goed begeleide
vrijwilligers.
Ik denk dat we dit spoedig vaker gaan zien. De grens
tussen wat wel genoemd wordt ‘formele en informele
zorg’ vervaagt. Er ontstaan nieuwe netwerken. Soms
rond één cliënt, soms op grotere schaal. Vaak met
vrijwilligers, maar ook met anderen. Bijvoorbeeld
bedrijven. Er komt een nieuwe wet aan die de
inschakeling van mensen met een beperking in het
arbeidsproces stimuleert. De Participatiewet.
Daar gaan we werk van maken.
Veel cliënten zijn actief in bedrijven, meestal in de
vorm van dagbesteding, soms als betaalde arbeid.
Daar doet de Hartekamp Groep veel aan. Winkels,
taartenmakerijen, VinciFair, Ruim Baan. Er zijn veel
voorbeelden. Maar cliënten zouden best meer willen
én kunnen. Een stap in de richting van de arbeids­
markt zetten. Daar hebben we ‘echte’ bedrijven bij
nodig. Die samen met ons die stappen gaan zetten.
De overheid daagt ons uit met haar Participatiewet.
We zullen samen de handschoen moeten oppakken.
Hoe het moet, weten we: kijk maar naar de visclub.
PS: Aan alle vrijwilligers: bedankt!
Vitaal 2014, nr 2
3
Transities sociaal domein
Ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg
Wet maatschappelijke
ondersteuning
Op 24 april 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Wet
maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). Dat betekent dat de wet per
1 januari 2015 zal worden ingevoerd. Na de Participatiewet en Jeugdwet is dat
de volgende wet die per 1 januari 2015 zal ingaan. In de vorige Vitaal schreven
we over de Jeugdwet. In deze uitgave gaan we wat meer in op de Wmo.
E
r is afgesproken dat er een overgangsjaar zal zijn voor de huidige
cliënten. Dat betekent dat alle
cliënten met een geldige indicatie in
2015 recht houden op ondersteuning
binnen de voorwaarden die ook bij de
AWBZ van toepassing waren. Het kan
ook zo zijn dat - in samenspraak en
overeenstemming met de cliënt - gedurende het overgangsjaar een nieuw
passend ondersteuningsarrangement
wordt afgesproken. Dit kan bij een
andere zorgaanbieder zijn.
Ook is afgesproken dat cliënten met
een ZZP 3VG niet binnen de Wet
maatschappelijke ondersteuning,
maar binnen de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) zullen vallen. De Wet
langdurige zorg vervangt straks de
huidige Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten (AWBZ). Het wetsvoorstel
Wlz is nog niet aangenomen door de
Tweede Kamer. Onder de Wlz zullen
vanaf 1 januari 2015 alle cliënten vallen waarbij sprake is van een blijvende
behoefte aan permanent toezicht,
24 uur per dag zorg in de nabijheid,
4
Vitaal 2014, nr 2
Alle cliënten zullen vanaf juli 2014 door de gemeente of de zorgaanbieder worden geïnformeerd over
wat er in hun situatie zal veranderen.
of waarbij voortdurend begeleiding,
verpleging of overname van taken
noodzakelijk is. In eerdere voorstellen van staatssecretaris Van Rijn van
het ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS) stond dat
nieuwe cliënten met een ZZP 3VG indi-
catie met hun ondersteuningsvraag
een beroep zouden moeten doen op
de gemeente. Dit is dus niet langer
het geval.
De wetsvoorstellen Wmo en Jeugdwet
worden steeds concreter nu de
TEKST JANETTE DE HAAN / FOTOGRAFIE ARCHIEF
Tweede Kamer ermee heeft ingestemd. Daarmee ontstaat ook voor de
Hartekamp Groep steeds meer duidelijkheid over wat ons te wachten staat.
Met de gemeenten in de regio worden
afspraken gemaakt over de zorg die de
Hartekamp Groep in 2015 aan cliënten
gaat leveren. Dit proces is in volle
gang en zal ten tijde van de volgende
Vitaal meer concreet zijn.
De wetsvoorstellen Wmo en
Jeugdwet worden steeds
concreter nu de Tweede Kamer
ermee heeft ingestemd.
zorgaanbieders. Deze ‘producten’
heten dan bijvoorbeeld dagbesteding,
ambulante zorg of logeren.
Cliënten met een extramurale indicatie met daarop de volgende functies
zullen per 1 januari 2015 onder de
nieuwe Wmo vallen:
-Begeleiding groep (met of zonder
vervoer)
- Begeleiding individueel
-Persoonlijke verzorging (deels Wmo,
deels Zorgverzekeringsweg (Zvw)
- Kortdurend verblijf
Het uitgangspunt van de gemeenten met wie de Hartekamp Groep
afspraken wil maken over het
Er bestaan verschillende soorten indicatiebesluiten voor de verschillende
ondersteuningsvragen van cliënten.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen
enerzijds de zorgzwaartepakketten
(ZZP’s) en anderzijds de extramurale
indicatie. Vooral voor cliënten met
een extramurale indicatie gaat er de
komende jaren veel veranderen.
Een extramurale indicatie is een indicatie waarin geen wooncomponent
zit. Cliënten met een extramurale
indicatie kunnen dus niet wonen bij
een zorgaanbieder. Wel kunnen zij
één of meerdere vormen van zorg
en/of ondersteuning ontvangen bij
de Hartekamp Groep of bij andere
Het ministerie start vanaf juli 2014
een communicatiecampagne om
burgers te informeren over alle
­wijzigingen. Alle cliënten zullen vanaf
AWBZ
Het verschil tussen AWBZ
en Wmo
Op dit moment kunnen mensen
met een verstandelijke beperking
die zorg of ondersteuning nodig
hebben, een beroep doen op het
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
Sommige cliënt(vertegenwoordigers)
doen dit zelf, anderen doen hiervoor
een beroep op de MEE of een andere
verwijzer. Het CIZ inventariseert wat
de cliënt nodig heeft en stelt aan de
hand daarvan een indicatie. Met dit
indicatiebesluit kan de cliënt een beroep doen op ondersteuning door een
zorgaanbieder.
In dit gesprek wordt gekeken wat
de cliënt (burger) zelf kan, wat zijn
netwerk kan betekenen in de ondersteuning en welke mogelijkheden er
in de buurt zijn (bijvoorbeeld een wijkcentrum). Mocht naar aanleiding van
dat gesprek blijken dat er daarnaast
nog specifieke ondersteuning nodig
is, dan wordt gekeken naar een specifieker ondersteuningsaanbod. Dit kan
bij­voorbeeld ondersteuning zijn van
een zorgaanbieder als de Hartekamp
Groep.
wordt onderverdeeld in:
Wlz (kern-AWBZ)
Wet langdurige zorg
Gemeenten
Jeugdwet
Wmo
Participatiewet
- ZZP 1,2 VG voor nieuwe cliënten
- begeleiding individueel
- begeleiding groep
- kortdurend verblijf
- deel persoonlijke verzorging
- ZZP 3VG en hoger
- de bestaande lagere ZZP’s
Figuur. 1 Verdeling van AWBZ-producten tussen Wlz en gemeente (Zvw is niet meegenomen in dit
overzicht)
bieden van zorg, is dat cliënten
recht houden op de zorg die zij ook
in 2014 hebben ontvangen. Deze
afspraak staat tot 31 december 2015,
maar als de indicatie van de cliënt
eerder afloopt, bijvoorbeeld in maart
2014, dan zal de gemeente met de
cliënt(vertegenwoordiger) in gesprek
gaan. In overleg tussen de gemeente
en de cliënt(vertegenwoordiger) wordt
dan bekeken welke ondersteuningsbehoefte er is. Dit overleg wordt ook wel
het keukentafelgesprek genoemd.
dat moment door de gemeente of de
zorgaanbieder worden geïnformeerd
over wat er in hun situatie zal veranderen.
Mocht je na het lezen van dit ar­ti­kel
nog vragen hebben, dan kun je
contact opnemen met het Cliënt­
servicepunt van de Hartekamp Groep
via telefoonnummer: 023 - 510 14 15 of
per mail via [email protected].
Vitaal 2014, nr 2
5
Cursus ‘zelfstandig wonen’ voor jongeren
Groeien in
zelfvertrouwen
In Heemskerk werkt de Hartekamp Groep samen met andere organisaties en het
Voorportaal, een samenwerkingsverband voor maatschappelijke begeleiding van de
gemeente. Binnen dat Voorportaal bleek er behoefte te zijn aan een cursus ‘zelfstandig
wonen’ voor jonge mensen met een beperking. In augustus 2013 kwamen medewerkers
van MEE, Welschap, Philadelphia en het Cursuscentrum van de Hartekamp Groep bij elkaar
om deze cursus gezamenlijk te ontwikkelen. Jelly Bos en Dies Schouten doen verslag.
D
“
e samenwerking met de verschillende organisaties is
vanaf het begin prima geweest”, vertelt Dies. “Hoewel
de organisaties allemaal verschillend zijn en hun visies
variëren, hebben we één gemeenschappelijk doel: jonge mensen
met een beperking ondersteunen op hun weg naar optimale
zelfstandigheid. Het moest dan ook niet moeilijk zijn om gezamenlijk een passende cursus te ontwikkelen.
Omdat wij in het Cursuscentrum al goede ervaring hebben
opgedaan met de methode Begeleid Ontdekkend Leren (voorheen Eigen Initiatief Model), hebben we voorgesteld om deze
methode bij de training in te zetten. En elke cursist te vragen
iemand uit zijn netwerk naar de cursus mee te nemen. Het leek
ons namelijk goed als ook familieleden, vrienden en kennissen
met de cliënten ‘meeleren’. En dat zij ervaren dat ze niet alles
wat een cursist moeilijk vindt, over hoeven te nemen. We willen
hen graag stimuleren de cursist zélf oplossingen te laten vinden.
Ons idee viel in goede aarde bij de samenwerkingspartners en
we gingen enthousiast aan de slag.”
Jelly vervolgt: “In de cursus komen onderwerpen aan de orde
als Begeleid Ontdekkend Leren (door de hele cursus heen), weerbaarheid, huishouden, sociale media, administratie en geld, en
sociale contacten. We hebben een cursusfolder gemaakt en een
informatieavond in het Buurthuis georganiseerd, waar veel jongeren en hun netwerk op afkwamen. Telkens als we een cursusonderwerp bespraken, werd er instemmend geknikt. Over veel
van de onderwerpen wilden de aanwezigen graag meer leren.
Ook voor de intakegesprekken met de jongeren hebben we
gevraagd of zij familieleden, vrienden en kennissen wilden
6
Vitaal 2014, nr 2
meenemen. Bij die gesprekken hebben we een zogenaamde
nulmeting gehouden. We inventariseerden wat de jongeren al
wel of nog niet konden op het gebied van huishouden, weerbaarheid en dergelijke. Ze vulden dit formulier zelf in. Hoewel
over jonge mensen met een licht verstandelijke beperking vaak
wordt gezegd dat ze zichzelf overschatten en niet kunnen aangeven wat ze nog moeten leren, was daarvan tijdens de intake
weinig te merken. De jongeren waren open en eerlijk over wat
zij vonden dat ze te leren hadden.
De cursus was een succes. We begonnen met elf cursisten,
waarvan er negen gemotiveerde jongeren overbleven, die trots
zijn op wat ze hebben bereikt. Ze gaven aan veel geleerd te
hebben en zich zekerder te voelen in hun zelfstandigheid.
Het zijn jongeren die graag zelfstandig willen wonen en een
aantal van hen is hier net mee begonnen. Samen met de
­jongeren kwamen ook familieleden, vrienden en kennissen
trouw mee. Ze zochten elkaar in de pauze en na afloop op,
gingen met elkaar in gesprek en wisselden informatie uit.
Een heel gezellige groep.
Tijdens de cursus gebeurden er mooie dingen. Zo waren er twee
jongens, die eigenlijk nauwelijks contact met elkaar hadden.
Tot aan de cursusavond over sociale contacten. We begonnen
over hobby’s, omdat het hebben van een hobby vaak goede
mogelijkheden biedt om sociale contacten uit te breiden.
Dus deden we een rondje ‘Welke hobby’s heb jij?’. Eén jongen
vertelde dat hij erg van vissen houdt, vooral ’s nachts. Een ander
veerde op: ”Wat? Houd jij ook van vissen?” Er ontstond een
/ FOTOGRAFIE
/ FOTOGRAFIE
TEKST JELLY
TEKST
BOS EN
AN DIES
LOMMERSE
SCHOUTEN
VIDEO
JELLY
& FOTO
BOS
Simone en iemand uit haar netwerk tijdens de cursus ‘Zelfstandig wonen’
levendig gesprek tussen deze beide wat geremde jongens.
En de vader van de één, die ook aanwezig was, zei lachend blij
te zullen zijn als hij niet meer ’s nachts mee hoeft om te vissen.
Twee weken later kwamen de jongens als gezworen vrienden
naar de volgende cursusavond. Ze hadden al twee keer samen
gevist en een levendig Facebook- en WhatsApp-contact met
elkaar opgebouwd.
Over Facebook en WhatsApp (sociale media) hebben we twee
avonden gevuld, en dat bleek geen overbodige luxe. Deze jongeren lijken heel handig met de computer, maar de meesten
hebben geen idee wat het betekent als je dingen over jezelf op
Facebook zet en wie er allemaal meekijken. Of wat het verschil
is tussen een vriend in het gewone leven en een ‘vriend’ op
Facebook. En hoe je mensen die jou op Facebook lastigvallen
- wat dus echt bleek voor te komen, tot bedreigingen aan toe weer kwijt kunt raken. Duidelijk werd dat onze cursisten op dit
gebied niet de enigen waren die veel leerden. Ook de ouders
leerden het nodige. Zo weten zij nu beter hoe ze hun kind
kunnen helpen bij het gebruik van sociale media.”
Als dit artikel verschijnt, hebben de cursisten inmiddels hun
certificaat ontvangen. Ze hebben hard gewerkt om een aantal
belangrijke aspecten van het zelfstandig wonen onder de knie
te krijgen. En geleerd hoe ze zelf oplossingen kunnen zoeken
als zich een probleem voordoet. Al lerend hebben zij daarnaast
hun sociale contacten uitgebreid, en hun netwerk ook! De cursisten gaven aan dat ze gegroeid waren in hun zelfvertrouwen;
het zelf leren zoeken naar oplossingen gaf hen de ervaring dat
Danny kijkt naar de werking van een wasmachine en een droger.
ze eigenlijk ook al heel veel zelf kunnen. En aangezien het netwerk dezelfde ervaring opdeed, hopen we dat de jongeren de
gelegenheid krijgen om verder te groeien. Met ondersteuning,
zonder dat onnodig veel wordt overgenomen. Het versterkend
begeleiden hopen we op deze manier ook aan het netwerk van
de jongeren door te hebben kunnen geven.
Het Cursuscentrum is van plan om ook in Haarlem met samenwerkingspartners deze cursus aan te bieden. Want dat deze
in een behoefte voorziet, is wel duidelijk.
Vitaal 2014, nr 2
7
TEKST MONIQUE VAN DER VELDEN
/ FOTOGRAFIE VIDEO EN FOTO
Symbolische eerste paal
Hartekampterrein
Op donderdag 15 mei was het zover: het slaan van de symbolische eerste paal van de
nieuwbouw op het Hartekampterrein. Met vereende krachten sloegen een aantal
bewoners en begeleiders een houten paal de grond in. Aannemer Van Wijnen
Heerugowaard BV had hiervoor speciaal een oude, handbediende heistelling neergezet.
De overige 600 heipalen gaan via een boortechniek de grond in.
Voor de bouw zijn verder 600 vrachtwagens beton, 2 kilometer funderingsbalk, 10.000 m2
steigers en 400.000 stenen nodig. De geplande oplevering van gebouw A is in juni 2015.
De gebouwen B, C en D worden een maand later opgeleverd.
8
Vitaal 2014, nr 2
TEKST JAN HAKKER / FOTOGRAFIE VIDEO EN FOTO
OR tevreden over digitaal stemmen
Ellen van der Putten wint
OR-verkiezing
Op 25 maart 2014 hield de ondernemingsraad
tussentijdse verkiezingen voor één vacante
zetel. De OR bestaat uit 11 zetels en elke
medewerker die één jaar of langer in dienst
was, kon zich verkiesbaar stellen. Na een
actieve verkiezingscampagne kreeg Ellen van
der Putten de meeste stemmen, waarmee
ze vijf andere kandidaten achter zich liet. De
vijf niet gekozen kandidaten kwamen op
de reservelijst, in volgorde van het aantal
stemmen dat zij kregen. Bij vertrek van een
OR-lid worden zij volgordelijk opgeroepen om
in de OR zitting te nemen. Er volgen dan niet
opnieuw verkiezingen.
Ik ben Ellen van der Putten, 46
jaar oud. Ik werk 25 jaar bij de
Hartekamp Groep. Ik heb diverse functies
bekleed: van verpleegkundige tot leidinggevende. Momenteel ben ik als senior werkzaam voor
cluster 8. Doordat ik voor het hele cluster werk, kom ik op veel
verschillende locaties. Verder breng ik kwaliteitsbezoeken aan
locaties van de Hartekamp Groep. Zo spreek ik veel collega’s
en hoor ik wat er binnen de organisatie leeft.
Ik vind het prettig dat ik juist nu, in een roerige, ongewisse
periode waarin de organisatie zich bevindt, mij kan inzetten
voor de Ondernemingsraad. Hierbij neem ik steeds het strategisch plan en de organiseerprincipes als uitgangspunt. Ik ben
ontzettend blij dat er zoveel collega’s op mij gestemd hebben.
Ik wil graag iedereen bedanken voor het in mij gestelde
vertrouwen.
D
e OR kijkt tevreden terug op het
verloop van de verkiezingen en
de keuze om - voor het eerst in
de geschiedenis van de OR - de medewerkers digitaal te laten stemmen. Door
het aanklikken van een link in een
e-mailbericht kwamen de medewerkers
in een beveiligd digitaal portaal waar
zij hun stem konden uitbrengen. Op
deze nieuwe, gemakkelijke manier van
stemmen ontving de OR veel positieve
reacties.
De OR wil graag alle kandidaten
bedanken die op aansprekende en
ludieke wijze aan de verkiezingscampagne hebben meegedaan, en alle
medewerkers die hun stem hebben
uitgebracht. De OR wenst Ellen van der
Putten veel succes bij het vervullen van
haar lidmaatschap.
Van links naar rechts: Hans Gunsing, Anita Mooij, Cindy Tettelaar, Gwen Smit, Henry Mollema, Ellen van
der Putten, Christel van der Voort, Jan Hakker, Annette Haverkort , Sieger de Boer.
Vitaal 2014, nr 2
9
Youforce vier maanden na de livegang
‘ In totaal zijn er al bijna 3000
mutaties definitief verwerktʼ
Het was nieuw. Voor iedereen. En spannend! Ook voor iedereen. En inmiddels
zijn we alweer een paar maanden live: Youforce. Sinds 20 januari 2014 werkt
iedereen bij de Hartekamp Groep met dit E-HRM systeem voor personele mutaties
zoals adreswijzigingen, declaraties en contractwijzigingen. Hoe is deze livegang
verlopen? Een terugblik met Dennis Huijbertsen, clustermanager van onder andere
de Noordkop en de Plataan, en Marinka Scheepbouwer en Anneke Oud vanuit hun
werkzaamheden voor de E-HRM Helpdesk.
Clustermanager Dennis Huijbertsen: “Collega’s zullen er praktisch mee aan de slag moeten om zich het systeem eigen te maken.”
O
“
ngeveer 325 mailtjes”, is het antwoord van de E-HRM
Helpdesk op de vraag hoeveel vragen er per mails zijn
binnengekomen sinds de livegang. “Naast de dagelijkse
telefoontjes en persoonlijke begeleiding op locatie door HRM
aan zowel medewerkers als managers.” Alles bij elkaar een
kleine duizend vragen in drie maanden tijd. Nee, zonder slag
of stoot gaat een livegang van een nieuw systeem niet.
Hulp
Vanuit zijn rol als clustermanager heeft Dennis Huijbertsen een
vergelijkbare start ervaren: “De medewerkers hadden bij aanvang
soms wat hulp nodig, bijvoorbeeld met de declaraties. Ik heb
daarom eerst voor mijzelf een aantal declaraties ingediend en de
Youforce nieuwsbrieven nog eens goed doorgenomen. Om vervol-
10
Vitaal 2014, nr 2
gens hen hierbij goed te kunnen begeleiden. In de beginperiode
is er ook wel iets tussen wal en schip geraakt. Zoals een mutatie
die vlak voor de livegang nog op papier was ingediend. Die achteraf vlak ná de livegang digitaal had gemoeten. Met als gevolg
dat HRM en ik op elkaar zaten te wachten. Gelukkig was dit snel
opgelost toen we er eenmaal achter waren.”
Youforce bespaart
Dennis geeft aan dat het voor veel collega’s best even wennen
zal zijn geweest. “Maar de meesten zijn welwillend en zien het
lange­termijnvoordeel dat met Youforce te behalen is.” Waarmee
hij doelt op de - financiële - bijdrage die HRM met Youforce aan
de ­directe zorg kan leveren. Gebaseerd op FTE-besparing bij HRM
en de directe kostenverlaging door het nieuwe contract met
TEKST ANGELA BEEMS / FOTOGRAFIE ANGELA BEEMS
leverancier Raet. "Voorlopig, vermoed ik, heeft HRM er momenteel nog even meer werk aan”, vervolgt hij. “Collega’s zullen er
praktisch mee aan de slag moeten om zich het systeem eigen
te maken. Voor mij als manager heeft het in ieder geval al het
bewustzijn vergroot over HRM-zaken. Het is een leerzaam proces
voor iedereen!”
Complimenten
Het leren werken met een nieuw systeem heeft tijd nodig. En
dat tijd, in combinatie met hulp en begeleiding zijn vruchten
afwerpt, is drie maanden na de livegang goed merkbaar.
Anneke en Marinka: “Het aantal foutief ingestuurde mutaties is
afgenomen. Evenals het aantal vragen dat we ontvangen.
De vragen die we nu nog krijgen hebben vooral te maken met
details, zoals een e-mailadres dat verkeerd blijkt waardoor een
melding niet is doorgekomen.”
Van leverancier Raet ontving de Hartekamp Groep nadrukkelijke
complimenten over het snelle en professionele gebruik door
de hele organisatie. En op 13 mei jl. heeft al het eerste referentiebezoek van een zorginstelling uit de Bollenstreek aan de
Hartekamp Groep plaatsgevonden.
TEKST MONIQUE VAN DER VELDEN / FOTOGRAFIE ARCHIEF
Facebookpagina
succesvol
Op het moment van schrijven staat de teller op 687.
Dat is het aantal ‘likes’ dat de Facebookpagina van de
Hartekamp Groep inmiddels heeft. Begin 2013 stond de
teller nog op 258 likes, dus de groei zit er goed in. De
pagina is destijds begonnen als een soort pilot en heeft
zich ontwikkeld tot een volwaardige Facebookpagina.
En dat is niet zo moeilijk, want er vinden genoeg
gebeurtenissen plaats die - met een leuke foto - het vermelden waar zijn. Denk bijvoorbeeld aan de succesvolle
Sneeuwdag, de aankondiging van een lentemarkt, het
slaan van de eerste paal op het Hartekampterrein én de
sportdag Samen Sterk.
Onder de bezoekers zijn veel medewerkers, vrijwilligers,
vertegenwoordigers en cliënten te vinden. Hiermee
zorgt de Facebookpagina voor een duidelijke verbinding
­tussen alle mensen die met de Hartekamp Groep te
maken hebben.
Ook benieuwd geworden? Zoek op Facebook naar
de Hartekamp Groep of tik direct het adres in:
www.facebook.com/dehartekampgroep.
Op naar de 1.000 likes!
Vitaal 2014, nr 2
11
Transities sociaal domein
Eerste ervaringen specialistische wijkteams
‘ Samen kijken we
hoe we het mogelijk
kunnen maken’
Ter voorbereiding op de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en
de Jeugdwet is de Hartekamp Groep van start gegaan met het pilotproject ‘specialistische
wijkteams’. Deze teams zijn verantwoordelijk voor de directe zorg en ondersteuning aan
cliënten van nul tot 100 jaar met een verstandelijke beperking. Maar ook voor alle
werkzaamheden die hiermee samenhangen. In de vorige Vitaal kon je hier al meer over
lezen. Na een tweetal starttrainingen en een eerste instructie voor de teamtaak­
verantwoordelijken begonnen de wijkteams op 22 april aan hun nieuwe avontuur.
D
e pilot kent drie teams: team
Beverwijk/Heemskerk; team
Velsen/Haarlem Noord en team
Haarlem Schalkwijk/Centrum.
We vroegen de medewerkers van team
Velsen/Haarlem Noord naar hun eerste
indrukken en ervaringen.
Power
“Wij draaien nu een maand”, vertelt
een collega. “De eerste teamvergadering, waarin we de start vierden met
beschuit met muisjes, is achter de rug.
Sommige cliënten hebben een nieuwe
begeleider gekregen. Voor ons is het nog
even zoeken naar hoe we alles moeten
vormgeven, nu wij geen manager meer
hebben en volledig zelforganiserend
zijn. Gelukkig hebben we wel een coach.
Maar wat een power zit er in dit team!
Iedereen is enthousiast en denkt mee
over hoe nieuwe situaties vormgegeven
kunnen worden. En iedereen is bereid
om naar nieuwe mogelijkheden toe te
werken. Ook al valt dat niet altijd mee;
soms moeten we concessies doen.”
Een andere collega merkt op: “Een van
de vragen die ik vaak krijg, is wat ambu-
12
Vitaal 2014, nr 2
lant werken nu eigenlijk inhoudt. Maar
dat is niet een-twee-drie uit te leggen.
Toch maar een poging. De werkzaamheden variëren van het begeleiden bij
administratieve zaken zoals de post,
tot het ondersteunen bij de invulling
van iemands leven. Wij werken niet op
kantoor of op een zorglocatie, maar bij
de cliënt thuis. Of elders, als de situatie
geen huisbezoek toelaat. Zoals bij een
vervuilde woning of voor ons onveilige
situaties. Dan zoeken we een andere
passende plek.”
diep in de buurt, bedenk ik mij. En op
dat moment valt alles op zijn plaats: dít
is nu werken in een wijkteam. Wat een
schat aan mogelijkheden en wat een
winst om in dit team te mogen werken!
Haar pas vermindert vaart en ze kijkt
Geworteld in de buurt
Een teamcollega’s schetst de manier
waarop ze een cliënte in de wijk begeleidt. “Samen lopen we door de buurt,
op weg naar haar favoriete ijssalon,
want ‘we mogen onszelf best trakteren
na zo’n drukke ochtend’, stelt mijn
­cliënte. Onderweg begroet ze zo’n beetje
iedereen die ze tegenkomt: ‘Dat is de
overbuurvrouw, die geeft de plantjes
water als ik er niet ben. Daaaaag, buurvrouw! En hier loop ik altijd even langs
voor een praatje.’ Bij elke straat wijst ze
mij wie waar woont en waar ik wat kan
halen. Deze vrouw heeft haar wortels
Charissa de Ruijter: “We gaan met elkaar (leer)
ervaringen opdoen, die best practices opleveren voor een eventuele grotere uitrol van dit
soort teams.”
TEKST MARIE-JOSÉ DRIESSEN / TEKST
CHARISSA
AN DE
LOMMERSE
RUIJTER // FOTOGRAFIE
FOTOGRAFIENADINE
VIDEO VISSERS
& FOTO
Team Wijkondersteuning. V.l.n.r.: Nancy Hakker, Esther de Groot, Hans, Deen, Ellis Oud en Claudia Bot.
mij aan: ‘Ik denk dat het allemaal best
goed gaat komen.’ Ik vraag haar waar
ze aan denkt. ‘Nou, dat jij nu komt. Ik
hou ervan als alles zo z’n gangetje gaat,
zoals ik gewend ben. Niet zomaar iets
doen, maar luisteren, en samen.’ Mijn
antwoord komt recht uit mijn gevoel:
‘Ja, jij en ik, wij gaan het samen doen.
Jij geeft aan wat je wilt en ik sta naast
jou om te horen en te zien wat jij zegt.
En samen kijken we hoe we het mogelijk
kunnen maken.’ We wandelen verder,
het zonnetje schijnt en op deze middag
denk ik dat het allemaal best goed gaat
komen.”
Ambulant werken betekent soms direct
kunnen inspelen op een hulpvraag.
“Vanmiddag werd ik nog gebeld door
een man die ik begeleid”, vertelt een
teamlid. “Er waren rekeningen binnengekomen, hij snapte het niet. Morgen
zie ik die cliënt. En ik kon hem geruststellen dat ik dan de rekeningen aan
hem zal uitleggen. Hij antwoordde dat
hij morgen jarig is en er voor mij een
taartje zou klaarstaan.
Vertrouwen van de cliënt in begeleiding
met eigen regie, dat is wat wij graag
zien. En ondersteunen. En dat taartje?
Dat is een uitzondering, maar wel een
leuke en lekkere!”
Teamcoaching
Hoewel de wijkteams zelforganiserend
zijn, worden ze in de pilotperiode
ondersteund door de teamcoach en het
team Wijkondersteuning. Charissa de
Ruijter, teamcoach en projectleider, is
kort na de start aangehaakt bij de pilot.
“Ik vind het een erg leuke uitdaging om
aan deze pilot deel te nemen. We gaan
met elkaar (leer)ervaringen opdoen,
die best practices opleveren voor een
eventuele grotere uitrol van dit soort
teams. Ondernemen is immers doen,
vallen, opstaan, reflecteren, aanpassen
en verdergaan. De pilot leent zich hier
uitstekend voor. In de kennismaking
met de zelforganiserende teams valt me
op dat de teamleden plezier hebben in
hun werk, hard werken voor de cliënt en
kritisch meedenken over ons aanbod.”
Team Wijkondersteuning
Het team Wijkondersteuning is speciaal
opgericht als vraagbaak voor de spe­
cialistische wijkteams, die zich met al
hun vragen direct tot het team kunnen
richten. Zonder dat zij in de organisatie
op zoek hoeven gaan naar antwoorden.
Het team bestaat uit vijf collega’s, die
onderling regelen dat het team vijf
dagen per week van 9.00 tot 17.00 uur
bereikbaar is.
Het team is bereikbaar per mail via
[email protected]
en telefonisch via 06 - 5060 6826.
Wijkondersteuning ondersteunt bij het
snel oplossen van vragen. Dat betekent
niet dat het alles overneemt van de
wijkteams, maar wel dat het de collega’s
coacht bij het oplossen van problemen.
Als het nodig is, lost Wijkondersteuning
het probleem ook voor de teams op.
Teams kunnen met alle soorten vragen
bij Wijkondersteuning terecht. Vragen
op het gebied van indicaties, zorgregistratie, HRM, ICT, kwaliteit, enzovoorts.
Als de collega’s van Wijkondersteuning
zelf het antwoord niet weten, dan gaan
zij binnen de organisatie op zoek naar
een antwoord.
Team Wijkondersteuning houdt een
overzicht bij van de vragen die bij het
team ­binnenkomen, zodat het zicht
krijgt op vragen die bij de wijkteams
leven. Na verloop van tijd zullen we
evalueren of het uitgangspunt, dat de
ambulante teams niet binnen de organisatie op zoek hoeven naar een antwoord maar direct contact hebben met
Wijkondersteuning, werkt.
Vitaal 2014, nr 2
13
Kolerewijf
H
et ging niet goed met Willem. Hij kwam zijn bed niet
meer uit. Wilde zijn medicatie niet meer. Hij at niet
meer. In de groep waar hij woonde, liep hij vloekend en
tierend rond. Daar bleef het echter niet bij. Als hij het allemaal
niet wist of kon vertellen, sloeg hij ook nog eens het personeel.
Van Willem wilde je geen klap. Handen als kolenschoppen had
hij. Willem had het niet zo op vrouwen. Waar de oorsprong van
zijn aversie lag, daar zijn we nooit echt achter gekomen. Hij liet
het in ieder geval wel heel duidelijk blijken. Als iemand van
het vrouwelijk geslacht iets van hem wilde en hij had niets met
haar, dan werd ze steevast uitgescholden voor ‘kolerewijf’ en
kon hij flink om zich heen meppen.
Willem had het ook niet zo op Duitsers. Dat hij een hekel aan
ze had, dat was heel goed te verklaren. Hij was namelijk tien
jaar toen de oorlog uitbrak. Het verhaal gaat dat hij in de oorlog
zijn vader heeft geholpen. In het kader van de Arbeitseinsatz
moest zijn vader naar Duitsland.
Razzia’s volgden en ook het huis
van Willem was aan de beurt. Pa
Jaap Kroon -senior begewerd verstopt in het huis onder de
leider bij de Crisisunit vloer. Willem werd op het luik in
schreef een verhaal over
een stoel neergezet. Willem was in
Willem, een cliënt die enige
die tijd al een bijzonder kind. Hij
tijd geleden in de Crisisunit
zag er anders uit. Niet zoals als de
verbleef. Willem is inmidandere kinderen uit de wijk waar
dels overleden, maar de
hij woonde. Hij deed ook anders.
­herinnering aan een markant
Willem was een debiel, zoals ze dat
mens blijft.
vroeger noemden. Vermoedelijk
vonden de Duitsers dat rare kind
in die stoel een beetje eng en zijn
ze niet verder gaan zoeken. Vader was gered. Het verleden van
Willem heeft er zeker mee te maken dat hij enorm koningsgezind was. Je hoefde maar te beginnen met de eerste regels van
het Wilhelmus en Willem sprong uit zijn stoel. Zijn stramme
lichaam werd gerecht. Met de borst vooruit en saluerend zong
hij uit volle borst mee.
Het ging niet goed met Willem. ‘Wijze’ mensen hadden besloten
dat hij naar de crisisopvang moest. De voornaamste reden was
dat het personeel een time-out nodig had. Rust in de tent.
Zo kwam Willem bij mij. Zesenzeventig jaar. Een prachtige
kerel. Ik zie hem nog aan komen lopen met zijn rollator. In
zijn mandje een stapel boeken, waaronder een tijdschrift van
het Koningshuis. Ik kwam er al snel achter dat je niet aan zijn
boeken moest komen. Hij ging er zelfs mee naar bed. Probeerde
je het aantal te reduceren, dan volgde er een kanonnade van
14
Vitaal 2014, nr 2
scheldwoorden. Woorden die bij ons op de unit legendarisch
zijn geworden: “Een zooitje het is het hier. Het lijkt hier wel een
gekkenhuis.” Het geluid dat hij daarbij produceerde was een
genot om naar te luisteren. Een diepe warme bas. Met datzelfde
prachtige geluid kon hij ook lachen. Alsof hij een aria zong uit
de Barbier van Sevilla. Regelmatig viel dan ook het kunstgebit
uit zijn mond, gevolgd door nog harder gelach.
Dan was er ook nog de muziek. Willem was een van de grootste
fans van de Dutch Swing College Band. Hij had er ook een dvd
van. Als hij een beetje onrustig was, hoefde je alleen maar
de dvd te starten. Hij zocht zijn stoel op en ging kijken en
luisteren. Als je dan bij hem ging zitten, wees hij steeds Peter
Schilperoort aan en vertelde hij dat die dood was. Nu wilde het
toeval dat ik Ray Kaart, de trompettist van de band, van vroeger
kende. Dat was het begin van mijn relatie met Willem.
Het ging niet goed met Willem. Al snel kwamen we erachter
waarom. Willem had behoefte aan een relatie. Om een relatie
met iemand aan te gaan heb je niet alleen tijd en gelegenheid nodig. Het vergt ook iets van jezelf. Anders denken. Een
mindset. Iedereen op de crisisopvang ging de relatie met
Willem aan. Ook onze vrouwelijke begeleiders en zelfs sommige
cliënten die tijdelijk bij ons verbleven. Willem werd weer rustig
en genoot zichtbaar van zijn logeerpartij bij ons. Hij kon dit op
een bijzondere persoonlijke manier laten blijken. Als hij mij
zag, dan beloofde hij mij twee pakjes shag voor mijn verjaardag.
Met een andere begeleider wilde hij naar Amsterdam om daar
te stappen en de hoeren te bezoeken. En met een ander ging hij
met de boot naar Toronto, naar zijn zus. Met een van de vrouwelijke begeleiders ging hij zelfs trouwen. Hij beloofde haar wel
om eerst een hele mooie jurk voor haar te kopen. Zo had Willem
uiteindelijk met iedereen een relatie. Een relatie waar hij zo’n
behoefte aan had. Het ging weer goed met Willem. Hij kon
weer terug naar zijn woongroep. Zo geschiedde. Diezelfde nacht
zat hij echter in pyjama bij ons op de stoep. Hij was ’s nachts
uit zijn raam geklommen en weggelopen. Terug naar de plek
waar hij het naar zijn zin had. Hij heeft die nacht nog bij ons
geslapen en is weer teruggegaan. Hij kon daar echter niet meer
aarden en verhuisde naar een nieuwe woning. In het begin ging
het goed. Helaas voor korte duur. Willem kwam weer terug bij
ons. Zevenenzeventig was hij.
Het ging niet goed met Willem. In de laatste periode dat hij
bij ons verbleef, ging zijn gezondheid achteruit. Hij had last
van korte, op elkaar volgende epileptische aanvallen. Soms lag
hij op bed en dacht ik dat hij dood was. Dat gebeurde ook een
TEKST JAAP KROON / FOTOGRAFIE COLLEGA’S C3/NOORDKOP
keer op een zondagmiddag. Hij lag op zijn bed en het zag er
niet goed uit. Achteraf had hij vermoedelijk een kleine hersenbloeding gehad. Willem moest naar het ziekenhuis en ik ging
mee. Gewillig liet hij alle onderzoeken toe. Tot mijn lichtelijke
verbazing. Natuurlijk waren zijn tijdschriften bij hem. Die liet
hij echt niet los. Tot het moment dat hij klaar was met het
onderzoek. Hij wapperde met de tijdschriften en maakte mij
duidelijk dat ik ze aan moest pakken. Hij vertrouwde mij iets
toe wat hij nog nooit had gedaan. Nadat ik ze had aangenomen,
viel Willem in slaap. Een diepe slaap. Dit was het moment dat
ik dacht dat hij het genoeg vond en zijn ogen voorgoed ging
sluiten. Maar Willem was dat nog helemaal niet van plan.
De volgende dag werd hij weer door de ambulance afgeleverd op
onze unit. Met zijn karakteristieke kop en lach begroette hij ons
en hervond hij al snel zijn oude ritme.
Het ging niet goed met Willem. Hij kon niet meer terug naar
zijn nieuwe woning. Achtenzeventig was hij. Er werd er een
woning op ons terrein gevonden. Willem ging weer verhuizen.
Relaties werden verbroken en nieuwe moesten worden aangegaan. Willem ging weer achteruit. De begeleiding had niet de
goede tools om hem te leren kennen. Na een investering van een
paar maanden, door een vrouwelijke collega van mij, ging het
weer goed met Willem.
Het gaat goed met Willem. De laatste keer dat ik hem zag,
zwaaide hij uitbundig met zijn twee kolenschoppen naar mij.
Zijn onmiskenbare lach ontbrak daarbij niet. Twee dagen later
overleed Willem. Negenenzeventig is hij geworden.
Vitaal 2014, nr 2
15
Sneeuwdag en zwemfestijn
Dikke water- en sneeuwpret
Vanuit het Expertisecentrum organiseren de vakgroepen
Bewegingsagogie en Psycho­motorische Therapie elk
jaar een aantal evenementen waarbij cliënten van de
Hartekamp Groep zich kunnen uitleven op het gebied van
ervaren, ontdekken en plezier beleven. Belangrijk is vooral
dat cliënten gemotiveerd en geactiveerd worden om op
een leuke manier te bewegen. Ook dit jaar organiseerden
zij het jaarlijkse zwemfestijn en, na het grote succes van
vorig jaar, een nieuwe sneeuwdag. Beide evenementen
waren een daverend succes. Met vooral heel veel blije
gezichten!
N
iploma en
et haar d
olblij m
aomi is d
Vitaal 2014, nr 2
Op 24 en 25 maart vond het zwemfestijn plaats in de Klimop op het
Hartekampterrein. Dit jaar was het
thema ‘Olympisch zwemmen’.
En wie wil er nu niet een echte medaille
winnen? De cliënten deden dan ook
weer hun spetterende best. ’s Middags
konden cliënten van de Abeel lekker
snoezelen. Met behulp van de begeleiders genoten zij van het heerlijke warme
water. En met een diploma op zak
gingen ze moe maar voldaan naar huis.
Ook ’s avonds was het groot feest. In een
versierd zwembad gingen cliënten tot
het uiterste. Twee avonden lang werd
er heel wat afgezwommen. Uiteindelijk
werd iedereen gehuldigd met een
diploma en medaille. Wat was iedereen
trots op de heuse olympische medaille!
De avond werd feestelijk afgesloten met
limonade en koek.
.
medaille
Peter zwemt in opperste concentratie.
16
Zwemfestijn
Chantal geniet van
de douche in het sno
ezelbad.
TEKST ALETTA SMIT / FOTOGRAFIE ALETTA SMIT
Sneeuwdag
Zondag 13 april vond de tweede editie
van de sneeuwdag plaats. Ruim 100
cliënten van de Hartekamp Groep en
daarbuiten genoten volop van deze dag
bij Snowplanet Spaarnwoude. Ruim 40
deelnemers deden mee met een echte
skiles. De deelnemers vonden het vooraf
erg spannend, maar waren apentrots dat
óók zij konden leren skiën. Deelnemers
die voor de tweede keer aanwezig waren
bij de sneeuwdag pakten het skiën snel
op, zodat zij zelfs van de grote helling
naar beneden mochten.
Vrijwilligers van Ski-Uniek begeleidden
de deelnemers van het zit-skiën. Mensen
in een rolstoel of mensen die het skiën
te eng vonden, genoten ontzettend
van de snelheid op de helling. Ook de
familieleden straalden bij het zien van
hun kind of familielid in de zit-ski. Op
de kleine helling kon naar hartenlust
worden gesleed of in een grote band
de helling worden afgesjeesd. Na deze
wintersportervaring konden de deelnemers uitrusten onder het genot van een
kindermenu of een stuk appeltaart met
warme chocomel. De deelnemers waren
na afloop erg enthousiast.
‘Ik voelde me één met de sneeuw. Ik
wou dat ik hier eeuwig kon blijven’
Ferry
‘Ik heb een ultieme sprong gedaan’
Ludo
De sneeuwdag is mogelijk gemaakt door
de enthousiaste inzet van 35 vrijwilligers
en door diverse sponsors: de J.C. Ruigrok
Stichting, Fonds Hartewensen, Sport
Support, de Nederlandse Ski Vereniging,
Ski Uniek, de gemeente Velsen en
natuurlijk Snowplanet. Zonder hen was
deze dag niet mogelijk geweest.
‘Wat fijn dat mijn broer dit kon meemaken met zijn grote beperking’
‘Het was heel leuk. Het was een hele
ervaring en tot het andere jaar!’
Wesley
‘Ik vond het een heerlijke, geweldige
dag! Het skiën is gewoonweg hartstikke cool!’
Rick
Vitaal 2014, nr 2
17
Eerder meldden wij in Vitaal dat de Hartekamp Groep in 2014 zou starten met de invoering
van een elektronisch cliëntendossier (ECD). Welnu, het project is in volle gang.
Alle medewerkers die betrokken zijn bij een cliënt krijgen toegang tot dit dossier, zodat
zij informatie met elkaar kunnen delen. Het papieren dossier vervalt en de informatie is
centraal beschikbaar.
Centraal en digitaal
Elektronisch
cliëntendossier ingevoerd
N
a een zorgvuldig voorbereidings- en selectietraject
waarbij medewerkers en de medezeggenschapsorganen
betrokken waren, heeft de Hartekamp Groep gekozen
voor ONS Zorgdossier van Nedap. Unaniem is vastgesteld dat
ONS het beste past bij onze organisatie, omdat:
•Het systeem voldoende functionaliteit biedt voor de zorg­
levering en de zorgadministratie.
• Het systeem heel gebruiksvriendelijk en intuïtief oogt.
• Het cliëntportaal al beschikbaar is.
•Het systeem bijna geen extra druk op de afdeling ICT legt.
De software wordt niet bij de Hartekamp Groep geïnstalleerd,
maar bij de leverancier en die voert het applicatiebeheer uit.
Medewerkers hebben toegang tot het ECD via internet.
In maart ondertekende de Raad van Bestuur het contract met
Nedap.
Implementatie
Voor de implementatie is een projectorganisatie ingesteld. Deze
wordt ondersteund door een extern bureau dat veel ervaring
heeft met de implementatie van ONS. Op het moment van
schrijven zijn de werkgroepen enthousiast aan de slag gegaan.
De planning is dat de zorgadministratie 1 juni live gaat: alle
administratieve en financiële gegevens alsmede het aantal geleverde uren zorg worden dan in het ECD ingevoerd. Medewerkers
uit de zorg die hiermee te maken krijgen, zijn in mei en juni
getraind.
Planning
In de zomermaanden wordt het deel ‘zorglevering en behandeling’ in het ONS-pakket uitgewerkt en wordt onder meer
het ondersteuningsplan naar het ECD omgezet. Voor dit deel
heeft de organisatie een aantal wensen die nog niet gerealiseerd kunnen worden. Daarom is een ontwikkelingskalender
gemaakt: een planning voor het realiseren van de wensen op
termijn. Zo zal het medisch dossier pas eind van het jaar in het
ECD worden opgenomen. In augustus zal op enkele locaties met
het zorg- en behandeldeel een pilot worden gedraaid. Wanneer
deze goed verloopt, kan het ECD over de hele organisatie
worden uitgerold.
Cliëntenportaal
Met het ECD blijft er meer tijd over voor de directe zorg en ondersteuning
aan cliënten.
18
Vitaal 2014, nr 2
Via het cliëntenportaal krijgen cliënten en hun vertegenwoordigers toegang tot onderdelen van het dossier. Zij kunnen geen
gegevens wijzigen maar over het dossier wel vragen stellen en
TEKST ANNEMIEK MUL / FOTOGRAFIE VIDEO EN FOTO / NEDAP
Nedap demonstreert ONS Zorgdossier.
opmerkingen maken. Ook krijgen zij toegang tot de agenda,
waarin bijvoorbeeld een gesprek over het ondersteuningsplan
wordt gepland. Hoe het cliëntenportaal gebruikt zal worden en
wanneer, wordt in overleg met de Centrale Cliëntenraad en de
Centrale Vertegenwoordigersraad bepaald. Toegang tot het cliëntenportaal krijgt men via een pc met internet.
Kwaliteitsslag
Met de aanschaf van het ECD maakt de Hartekamp Groep
een kwaliteitsslag in de ondersteuning van haar cliënten en
medewerkers. Het ECD vervangt het papieren cliëntendossier
en maakt alle informatie over een cliënt op een gebruiksvriendelijke manier beschikbaar voor iedereen die de informatie
nodig heeft. Het gaat hierbij om gegevens over de zorglevering
en behandeling, het ondersteuningsplan en om administratieve
en financiële gegevens. Alle medewerkers die betrokken zijn bij
een cliënt hebben toegang tot het dossier, zodat zij hierin informatie kunnen delen met de andere betrokkenen rondom de
cliënt. Dit bevordert het multidisciplinair werken en is bovendien efficiënter. Daardoor blijft er meer tijd over voor de directe
zorg en ondersteuning aan cliënten.
IN MEMORIAM
Op 19 maart is overleden:
Ties Martens
Woning: Duingras, Bennebroek
Leeftijd: 8 jaar
Op 25 april is overleden:
Adriana Dobbe
Woning: Duinpan 2, Bennebroek
Leeftijd: 74 jaar
Op 7 april is overleden:
Joke Steenvoorden
Woning: ’t Veer 11-13, Heemskerk
Leeftijd: 70 jaar
Op 16 mei is overleden:
Cocky Revalk
Woning: Dennenweg 6, Bloemendaal
Leeftijd: 84 jaar
Op 3 juni is overleden:
Tilly Kromhout
Woning: 't Hof 6-8, Heemskerk
Leeftijd: 70 jaar
Vitaal 2014, nr 2
19
TEKST ANNEMIEK MUL
/ FOTOGRAFIE VIDEO EN FOTO
Yunus’ hart voor groenbeheer
‘Het allerleukst vind
ik gras maaien met
de cirkelmaaier’
Sinds begin 2012 verzorgt Landschap Noord-Holland het
groenbeheer van het Hartekampterrein en een aantal
kleinere locaties. De drie medewerkers van de afdeling
Groenbeheer van de Hartekamp Groep zijn gedetacheerd
bij het Landschap. Zij worden bij hun werkzaamheden
geholpen door cliënten vanuit het Loopbaancentrum.
Een van hen is Yunus. Hij werkt al drie jaar met veel plezier
in het groen en wilde graag verslag doen van zijn werk bij
het team Tuinonderhoud.
Y
unus vertelt: “Ik ben Yunus en
ik ben 23 jaar. Ik woon in
Schalkwijk bij mijn moeder. Ik
heb op de Dr. A. van Voorthuijsenschool
gezeten. Ik ben via het stagebureau en
daarna het Loopbaancentrum bij het
groenbeheer terechtgekomen. Eerst
heb ik stage gelopen in de tuin achter
de boerderij.
Yunus droomt ervan om op een dag
te mogen werken met een rijdende
grasmaaimachine, maar dat mag hij
- nog - niet.
Leren door te doen
“Op school heb ik certificaten gehaald
voor grasmaaien en met machines
werken. Maar wat ik hier doe, heb ik
in de praktijk geleerd van de mede-
Groenbeheer zit bij mij in de genen.
Mijn oma heeft in Turkije een
hazelnootboomgaard. Daar ga ik in
de vakanties helpen. De hazelnoten
worden geplukt en daarna machinaal
gepeld. Dan worden ze verkocht aan
de groothandel voor verwerking in
chocoladepasta. Door het werken bij
mijn oma heb ik gemerkt dat ik het
leuk vind om met groen te werken. Nu
werk ik bij het team Tuinonderhoud.
Er is hier veel te doen: schoffelen, heggen snoeien, gras maaien, bladeren
wegblazen, putjes schoonmaken. Het
allerleukst aan het werk vind ik het
gras maaien met de cirkelmaaier.”
20
Vitaal 2014, nr 2
Yunus: “Groenbeheer zit bij mij in de genen.”
Het team Tuinonderhoud bestaat uit
negen cliënten, die al dan niet zelfstandig
meehelpen met het groenbeheer op
verschillende locaties. Het werk vormt
een goede arbeidsmatige dagbesteding waar cliënten enorm van genieten.
De cliënten worden begeleid vanuit
het Loopbaancentrum. Wil je meer
informatie? Neem dan contact op met
Loopbaancentrum Haarlem via telefoonnummer 023 - 51 01 369.
werkers van Groenbeheer. Eerst deden
we alles samen, maar nu werk ik zelfstandig. Maar er is altijd wel iemand
in de buurt voor begeleiding, die mij
kan helpen met allerlei vragen die ik
in mijn werk tegenkom.”
Ook ‘buiten de deur’
Het team Tuinonderhoud werkt niet
alleen op het Hartekampterrein. Ook
het groen van andere locaties wordt
onderhouden. “We gaan ook naar
de Stephensonstraat. Daar halen we
onkruid weg op de parkeerterreinen.
Verder werken we bij Baloe, de Blauwe
Wetering en het Duinhuis. Ik leer veel
van werken op andere plekken, ook
nieuwe mensen kennen. Als ik ergens
anders ga werken, ga ik daar direct
vanuit huis heen.”
Yunus is blij met zijn werk en heeft
nog wel een tip voor andere cliënten
die graag aan de slag willen: “Iedereen
heeft zijn eigen wil om op zoek te
gaan naar wat je graag wilt doen.
Volg die wil!”
/ FOTOGRAFIE
/ FOTOGRAFIE
TEKST JESSICA
TEKST
BRUIJNINCX
AN LOMMERSE
BERCKELEY
VIDEO SQUARE
& FOTO
Samen werken aan een
nieuwe organisatie
In de vorige Vitaal was te lezen dat er veel ontwikkelingen gaande zijn in de
gehandicapten­zorg. Deze ontwikkelingen worden ook wel de ‘transities in het sociaal
domein’ genoemd. We hebben het dan over de overheveling van taken uit de langdurige
zorg (AWBZ) naar de gemeente. De gemeente wordt per 1 januari 2015 verantwoordelijk
voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Participatiewet.
Voor de Hartekamp Groep heeft dit gevolgen. We weten dat de Hartekamp Groep de
komende drie jaar in totaal zo’n kleine negen miljoen euro minder ontvangt . Dit maakt
het noodzakelijk de organisatie aan te passen aan deze externe veranderingen.
Op de ontwerpdag bouwden we met elkaar aan de nieuwe organisatie: de Raad van Bestuur, directeuren, clustermanagers en een vertegenwoordiging van
medewerkers uit alle organisatieonderdelen.
Meer handelingsruimte voor
teams
N
aast deze externe ontwikkelingen hebben we ook intern
de wens om de Hartekamp
Groep door te ontwikkelen. In het
Strategisch Plan ‘Werken aan een goed
leven’ voor 2014 tot en met 2017 staat
dat we de kwaliteit van leven van onze
cliënten verder willen verbeteren.
Dit doen we door te werken aan het
versterken van hun eigen kracht, meer
zeggenschap en meer deelname aan
de samenleving. De manier waarop
we dat onder meer willen bereiken is
door een volgende stap te zetten in
het resultaatverantwoordelijk werken
door teams, ook wel zelforganisatie genoemd. Dit doen we vanuit de overtui-
ging dat meer handelingsruimte voor
teams ten goede komt aan de kwaliteit
van leven van onze cliënten.
Om een duidelijke eerste stap te zetten
in het ontwerpen van de toekomstige
organisatie vond op 22 mei jl. een ontwerpdag plaats waarin we met elkaar
hebben gebouwd aan de nieuwe organisatie. Naast de Raad van Bestuur,
directeuren en clustermanagers, was
er een vertegenwoordiging van medewerkers uit alle organisatieonderdelen
aanwezig. Ook konden medewerkers
de dag live volgen en meepraten via
een speciale Facebookgroep.
Wat is nodig voor goede zorg?
steuning en het principe van zelforganisatie in zorgteams hebben we tijdens de ontwerpdag gekeken naar de
betekenis hiervan voor de inrichting
van de organisatie. Wat hebben de
zorgteams nodig om goede zorg en ondersteuning te leveren aan cliënten?
En wat betekent dat voor de inrichting
van de organisatie? Dit heeft veel informatie opgeleverd die een plek gaat
krijgen in het ontwerp van de nieuwe
organisatie. De planning is dat er rond
de zomer een organisatieontwerp
ligt dat aan de medezeggenschapsorganen kan worden voorgelegd. In de
volgende Vitaal staat meer informatie
over de inrichting van de nieuwe
organisatie.
Vanuit onze visie op zorg en onder-
Vitaal 2014, nr 2
21
Eerste resultaten pilot positief
Veilig eten en drinken
met vrijwilligers
Begin dit jaar is een pilot gestart met vrijwilligers en het Eet- en Drinkteam van
locatie Harteheem. Doel van de pilot is te onderzoeken hoe de feestdagen voor
de bewoners van locatie Harteheem met inzet van vrijwilligers veiliger kunnen
verlopen voor wat betreft het eten en drinken.
S
inds 2010 heeft de Hartekamp Groep twee Eet- en
Drinkteams: een op het Hartekampterrein en een
op Harteheem. Het Eet- en Drinkteam - onderdeel van
het Expertisecentrum - kan bij verslikincidenten worden
geconsulteerd. Maar ook wanneer een team geïnformeerd
wil worden over de preventie van verslikproblemen of een
incident wil evalueren. De teams bestaan uit logopedisten,
ergotherapeuten, diëtisten, een orthopedagoog, een arts en
een praktijkverpleegkundige. Het team komt regelmatig bijeen om cliënten te bespreken die door woonbege­leiders zijn
aangemeld in verband met mogelijke slikklachten. Samen
met de seniorbegeleider van de cliënt bekijkt het Eet- en
Drinkteam hoe het de kans op verslikken kan verkleinen.
nu eenmaal het krijgen van wat lekkers. Iets wat achterwege
bleef, omdat het niet voldoende veilig kon worden aange­
boden.”
Het Eet- en Drinkteam zag wel mogelijkheden voor verbeteringen. Bij de Hartekamp Groep wonen immers veel cliënten
die aanpassingen van het eten en drinken nodig hebben.
Sommige cliënten hebben een neus-, maag- of PEG-sonde,
die niets mogen eten en drinken. En bij andere cliënten kan
eten of drinken dat qua samenstelling (consistentie) niet is
aangepast, gevaar opleveren.
Polsbandjes
Binnen de pilot werd afgesproken om voor feesten gebruik
Aanleiding voor de pilot waren enkele signalen uit het team
te maken van polsbandjes als entreebewijs, zoals tegenwoorVrije Tijd en Vrijwilligers in de regio IJmond. Dorothée Stoop,
dig bij veel feesten gebruikelijk is. De bandjes hebben twee
vertegenwoordiger van de vrijwilligers in deze regio: “Tijdens
verschillende kleuren die belangrijke informatie geven.
feesten en activiteiten zijn veel vrijwilDe ene kleur betekent dat de cliënt alles
ligers werkzaam, die niet goed op de
mag eten en drinken, de andere dat de
hoogte zijn van wat de cliënt die ze begebegeleider geraadpleegd moet worden:
Tijdens feesten en activiteiten zijn
leiden, wel en niet mag hebben. De vaste veel vrijwilligers werkzaam, die niet deze weet wat de cliënt veilig kan eten en
medewerkers van de cliënten zijn op dat
­drinken. Het polsbandje dient dus niet
goed op de hoogte zijn van wat
soort momenten vaak niet aanwezig of
alleen als entreebewijs, maar heeft tegede cliënt die ze begeleiden, wel en lijkertijd een signaalfunctie voor de meraken door de drukte het overzicht kwijt.
Veilig eten en drinken is dan in het gedewerkers en vrijwilligers die de cliënten
niet mag hebben.
ding. Daarnaast verwachten wij dat metijdens feestelijkheden begeleiden.
dewerkers in de nabije toekomst steeds
Door het dragen van zo’n polsbandje
minder tijd zullen hebben om met cliënten mee te gaan
neemt de vrijheid van cliënten toe bij het maken van keuzes
naar feesten en activiteiten. De begeleiding zal op dat soort
voor eten en drinken. En familie en vrijwilligers kunnen de
cliënten ondersteunen als dit met de formatiekrachten en
­momenten dan alleen door vrijwilligers worden gedaan.
vaste medewerkers niet lukt.
Verder zullen we familie, vrienden en kennissen van de
cliënt - het netwerk - steeds vaker vragen een rol te spelen in
Het dragen van een polsbandje garandeert natuurlijk niet
de vrijetijdsbesteding van de cliënt. Ook zij missen de kennis
dat een cliënt zich niet kan verslikken, dus alertheid blijft
rondom eten en drinken. En bij feesten en activiteiten hoort
22
Vitaal 2014, nr 2
/ FOTOGRAFIE
/ FOTOGRAFIE
TEKST JASMINA APOSTOLOVIC EN CORINA HOLSNIJDERS
TEKST AN LOMMERSE
JASMINA VIDEO
APOSTOLOVIC
& FOTO
Het polsbandje dient niet alleen als entreebewijs, maar heeft tegelijkertijd een signaalfunctie.
altijd geboden. Maar de bandjes dragen wel bij aan een
grotere veiligheid op het gebied van eten en drinken.
De kleuren van de polsbandjes - groen en rood - worden
besproken in de Cliëntenraad Wonen. Nu worden nog goud
en roze gebruikt. Een afgevaardigdevvan het Eet- en
Drinkteam zal dit ook nog met de Centrale Cliëntenraad
bespreken.
Jasmina Apostolovic:
“Voorlopig zijn de
­ervaringen tijdens
de eerste twee feesten
zeer positief te
­noemen.”
Folder en formulier
Om alle medewerkers en vrijwilligers van Harteheem te
informeren over de pilot en de betekenis van de polsbandjes heeft de pilotgroep een folder gemaakt. Deze ligt op
iedere afdeling ter inzage voor medewerkers, vrijwilligers
en familie. Daarnaast heeft de groepsleiding per cliënt een
overdrachtsformulier ingevuld, waarin staat vermeld wat
de cliënt mag hebben en in welke samenstelling.
Multidisciplinaire aanpak
Deelnemers aan deze pilot zijn collega’s uit verschillende
disciplines, die tezamen zorgvuldig hebben bekeken hoe
je feest kunt vieren zonder grote risico’s op verslik- en
verstikkingsgevaar: Astrid Suurmond (management
Expertisecentrum), Anton Huisman (Commissie Ethiek), Ans
Zwartbol (clustermanager wonen), Petra van Stigt (­senior
Weid 2-4), Lindsay Ammeraal en Amy Stoop-Fania (Senior Veer
7-9), Dorothée Stoop (Vrije Tijd en Vrijwilligers regio IJmond),
Maysoon Bayate (arts) en Nicole Maartens (dagbesteding).
Vanuit het Eet- en Drinkteam doen mee: Jasmina Apostolovic
(logopedist), Corina Holsnijders (diëtist), Desirée Uitermark
(praktijkverpleegkundige), Meike den Boef (ergotherapeut) en
Sharon Tervoort (stagiaire ergo­therapie).
Positief
Jasmina Apostolovic, logopedist van het Eet- en Drinkteam
Harteheem en een van de initiatiefnemers van het project,
is erg enthousiast: “De komende tijd zullen we ervaren hoe
het gaat. De pilot loopt tot juli 2014 en in september kijken
we of deze een vervolg krijgt. Een organisatiebrede notitie
streven we nog niet na. Voorlopig zijn de ervaringen tijdens
de eerste twee feesten zeer positief te noemen.”
Hoewel de eerste reacties positief zijn, zijn er nog genoeg
verbeterpunten die de komende tijd zullen worden opgepakt. Na juli, als de pilot is afgelopen, hoopt de pilotgroep
meer resultaten te kunnen delen en het initiatief
organi­satiebreed te kunnen uitdragen.
Vitaal 2014, nr 2
23
TEKST CENTRALE VERTEGENWOORDIGERSRAAD
/ FOTOGRAFIE CAROLINE VAN STAAVEREN
Nieuwe werkwijze CVR
Breder draagvlak
cliëntmedezeggenschap
Binnen de Hartekamp Groep zijn de Centrale Cliëntenraad (CCR) en de Centrale
Vertegenwoordigersraad (CVR) voor de Raad van Bestuur de adviesorganen als het gaat
om cliëntmedezeggenschap. In overleg met de Raad van Bestuur bespreken de CCR en
de CVR welke raad het onderwerp gaat bespreken. Vaak zijn dat beide, soms is dat alleen
de CCR en soms de CVR. De Centrale Vertegenwoodigersraad stelt zich op het standpunt
dat bij zaken die alleen door de CCR worden besproken, of waarover alleen door de CCR
wordt geadviseerd, de CVR het CCR-advies volgt. Het gaat dan om zaken die de cliënten
rechtstreeks treffen. Dit artikel gaat in op de nieuwe manier van werken die de Centrale
Vertegenwoordigersraad wil introduceren om te zorgen dat cliëntmedezeggenschap een
breder draagvlak krijgt.
D
e CVR bestaat uit acht leden
plus een voorzitter, die zes tot
acht keer per jaar bijeenkomen.
Ter voorbereiding op die vergaderingen
ontvangen CVR-leden adviesaanvragen
over bepaalde onderwerpen. Op basis
van informatie van de Raad van Bestuur
en op basis van eigen kennis en ervaring
van de leden stelt de CVR een advies op.
Daarbij kan de CVR positief of negatief
adviseren. Positief als het voorstel in
het algemeen belang is van cliënten,
negatief wanneer dat niet het geval is.
Voor de CVR is ook van belang dat het
voorstel waarop advies gevraagd wordt,
De Centrale Vertegenwoordigersraad.
24
Vitaal 2014, nr 2
door de Hartekamp Groep feitelijk en
financieel kan worden uitgevoerd.
De onderwerpen waarover de CVR moet
adviseren zijn opgenomen in de Wet
medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). De CVR geeft - zowel
gevraagd als ongevraagd - advies, maar
de beslissing wordt genomen door Raad
van Bestuur. Deze kan het advies naast
zich neerleggen, maar moet dat wel
beargumenteren en erover met de CVR
van gedachten wisselen.
Versterking nodig
De Centrale Vertegenwoordigersraad
wil graag dat naast de vaste leden, ook
andere vertegenwoordigers kunnen
meedenken over adviesaanvragen of
onderwerpen die niet adviesplichtig
zijn. Door in een breder verband van
gedachten wisselen over onderwerpen
als de Wet maatschappelijke ondersteuning, vervoer, logeren, wassen en het
elektronisch cliëntendossier. Keuzes
die op die onderwerpen gemaakt
worden raken immers de cliënten en
hun netwerk. Dan is het fijn om daar
vroegtijdig met elkaar over gesproken
te hebben.
Themabijeenkomsten
Daarom is met de leden van de klankbordgroepen gesproken over het organiseren van bijeenkomsten op thema,
waar ook vertegenwoordigers kunnen
aansluiten die geen klankbordgroeplid
zijn. Tijdens zo’n bijeenkomst spreken
de aanwezigen over één bepaald onderwerp. De input uit die bijeenkomsten
voedt de CVR, zodat deze een gedragen
advies kan geven aan de Raad van
Bestuur.
Nieuwsbrief vertegenwoordigers
Zodra een themagroep wordt ingesteld,
wordt dit in de digitale ‘nieuwsbrief
voor vertegenwoordigers’ aangekondigd.
Vertegenwoordigers kunnen vervolgens
aangeven of ze bij deze groep willen
aansluiten. Wil je deze nieuwsbrief ook
ontvangen? Meld dit dan via
clientmedezeggenschap@hartekamp
groep.nl.
TEKST ANNEMIEK MUL / ILLUSTRATIES VIDEO EN FOTO
Een eigen woonstudio op de Richard Holkade
‘Hier doe ik dingen die vroeger
de begeleiding deed’
In juni 2013 is in Haarlem de woon- en dagbestedingslocatie Richard Holkade in gebruik
genomen. Het woongedeelte bestaat uit acht groepswoningen en elf eenpersoonsstudio’s.
Sonja woont in een van de studio’s en wilde graag vertellen over haar nieuwe woonplek.
I
“
k woon al heel lang bij de Hartekamp
Groep”, vertelt Sonja enthousiast.
“Ik heb gewoond in Prattenburg,
Madridplantsoen, Stationsweg,
Siciliano. Op 18 juni vorig jaar ben ik
op de Richard Holkade komen wonen.
Ik vind het zo fijn wonen hier. Ik heb
voor het eerst een appartement helemaal voor mezelf en ik heb hier meer
ruimte dan vroeger. Het allerfijnste
vind ik dat ik nu veel dingen zelf doe,
dingen die vroeger door de begeleiding
werden gedaan. Bijvoorbeeld de was,
huis schoonmaken, koken. Bij sommige
dingen helpt de begeleiding me nog wel.
Maar mijn boodschappen doe ik zelf
in de Amsterdamstraat hier dichtbij.”
Woonbegeleider Alfred vult aan: “We
laten Sonja zoveel mogelijk zelf doen,
maar we zien haar wel iedere dag.
We helpen haar onder andere met eten
klaarmaken en tandenpoetsen.”
Sociale contacten
Aan sociale contacten ontbreekt het
Sonja niet. “Ik ga iedere dag als ik uit
mijn werk kom, naar de Inloop. Die
is van vier tot vijf uur ‘s middags. Ik
drink daar wat met de bewoners van de
andere studio’s en we praten met elkaar.
Bijvoorbeeld over het werk en wat we
hebben meegemaakt. Ik heb veel contact
met buurman John, Chavelly de buurvrouw en met Humphrey. ’s Zaterdags
ga ik naar de soos ‘de Vrijbuiters’ aan de
Baan, die is van tien uur ’s ochtends tot
drie uur ’s middags geopend.”
Sonja heeft ook regelmatig contact met
haar zussen. Ze heeft er drie. Eén woont
in Amsterdam. Bij haar gaat ze op
Sonja: “Ik wil hier blijven en niet meer verhuizen.”
bezoek met de taxi, zonder begeleiding.
Deze zomer gaat ze met een groepje op
vakantie naar Denemarken.
Eigen thuis
Het appartement van Sonja is gezellig
en praktisch ingericht. Er hangen foto’s
van familie en door haarzelf gemaakte
decoraties. Het is goed te zien dat Sonja
heel creatief is. Ze heeft hier echt haar
eigen thuis van gemaakt. “Ik heb mijn
appartement helemaal zelf ingericht.
Toen ik hierheen verhuisde, had ik wel
46 verhuisdozen met spullen. Ik heb
toen wel veel moeten weggooien, vooral
kopjes en bekers. De borduurwerken
heb ik bijna allemaal zelf gemaakt.
En ik ben gek op olifanten, dat kun je
zeker wel zien.” Maar dat zijn niet haar
enige hobby’s. Sonja houdt ook van cd’s
draaien, GTST kijken, breien, eigenlijk
teveel om op te noemen.
De financiën doet Sonja samen met
de begeleiding. Op zondag krijgt ze
weekgeld voor de boodschappen en de
zondag daarna wordt de kas opgemaakt.
“Van mijn zakgeld koop ik leuke dingetjes zoals bloemen, voetbalplaatjes en
knutselspulletjes.” Sonja is gelukkig op
de Richard Holkade. “Ik wil hier blijven
en niet meer verhuizen.”
Vitaal 2014, nr 2
25
TEKST HANS GUNSING
/ FOTOGRAFIE ARCHIEF
Medicatieveiligheid: gedeelde
verantwoordelijkheid
In het jaarplan van de Hartekamp Groep voor 2014 is medicatieveiligheid, naast het terug­
dringen van vrijheidsbeperkende maatregelen, een belangrijk zorgonderwerp.
Een van de actiepunten in het uitvoeringsplan medicatieveiligheid 2014 - 2016 is het
verdelen van de verantwoordelijkheden binnen het proces van medicatietoediening.
Een belangrijk punt, omdat het voor iedere betrokkene bij een cliënt duidelijk moet zijn
waar en hoe die verantwoordelijkheden liggen.
D
e verantwoordelijkheden worden in kaart gebracht via
een gestandaardiseerd overzicht, waarbij ieder scenario
van verantwoordelijkheidsverdeling is voorzien van
een nummer. Dat nummer is voor iedere betrokkene terug te
vinden in het ondersteuningsplan en op de toedienlijst.
De verantwoordelijkheidsverdeling komt overeen met de
­landelijke richtlijnen en afspraken, maar is in nauwe samenwerking met de Centrale Vertegenwoordigersraad (CVR) voor
de Hartekamp Groep op maat gemaakt.
Praktijkvoorbeeld
Een fictief voorbeeld maakt duidelijk hoe zo’n verdeling van
verantwoordelijkheden er in de praktijk kan uitzien.
Iedere donderdag komt de apotheek op de locatie langs om de
medicijnen voor de komende week te leveren. De medicijnen
zijn verpakt in medicijnzakjes op een rol, ook wel Baxterrol
genoemd. Op ieder zakje staat de medicatienaam, de vorm, de
hoeveelheid, de sterkte en het toedieningstijdstip. De medewerker die de rollen in ontvangst neemt, controleert of alle
medicatie klopt en zet op de aftekenlijst een paraaf, ten teken
dat de controle heeft plaatsgevonden. De rollen gaan vervolgens in de afgesloten medicijnkast.
Aan het eind van de middag komen de cliënten thuis van hun
werk. Wim komt zijn medicijnrol halen. De begeleider zegt:
“Wim, we hebben samen met jou in de ondersteuningsplanbespreking besproken in hoeverre je de medicatie in eigen
beheer kunt bewaren en innemen.
26
Vitaal 2014, nr 2
We hebben samen met jou de risico’s besproken en daarover
afspraken gemaakt. Vanaf vandaag - we hebben het de afgelopen weken flink geoefend - kun je de medicatie die je van
ons één keer per week krijgt, zelf bewaren, controleren en
innemen. Jij bent daar dan ook verantwoordelijk voor; het
staat zo in je ondersteuningsplan. Over een maand bespreken
we of het goed gaat.”
Wim neemt de medicijnen in ontvangst en de begeleider legt
vast dat Wim ze in ontvangst heeft genomen. Op de toedienlijst staat het nummer 3. Dit nummer geeft aan dat, behalve
het door de medewerker in ontvangst nemen van de rollen,
Wim verder zelf verantwoordelijk is voor zijn medicijnen.
De apotheek weet wat nummer 3 betekent, maar ook de
woonbegeleider in de naastgelegen woning. Deze komt later
die week helpen bij het delen van de medicijnen, als er een
nieuwe medewerker werkt die nog niet bekwaam is in het
delen van medicatie.
Het voorbeeld is een vertaling van de visie en missie van de
Hartekamp Groep op het gebied van medicatieveiligheid:
cliënten nemen hun eigen verantwoordelijkheid waar dat kan,
en de Hartekamp Groep neemt deze over waar dat moet.
Natuurlijk staan in het uitvoeringsplan nog meer acties, zoals
het terugdringen van allerlei soorten toedienlijsten, tot een
model dat zowel op woon- als dagbestedingslocaties kan worden
gebruikt. Met op een later moment, als ultiem hulpmiddel,
een elektronisch voorschrijf systeem (EVS). Alle bij de cliënt
betrokken medewerkers kunnen dan in een digitale omgeving
zien welke medicatie is voorgeschreven en of deze is toegediend. Maar dat is nog toekomstmuziek!
TEKST MONIQUE
TEKST
VAN AN
DERLOMMERSE
VELDEN / / FOTOGRAFIE
FOTOGRAFIEVIDEO
VIDEOEN
& FOTO
Innovatieprijs 2014 voor
team en vrijwilligers
Ouderensoos Schalkwijk
Het team en de vrijwilligers van de Ouderensoos in Schalkwijk hebben de Innovatieprijs
van de Hartekamp Groep gewonnen. Zij dienden een voorstel in voor het project ‘Vitaliteit
ontmoet kwetsbaarheid’. Het idee is om maandelijks een activiteit te organiseren voor
kwetsbare én vitale ouderen in de wijk om elkaar zo te leren kennen. De jury vindt dat
dit idee op bijna alle criteria het best scoorde en daarom de Innovatieprijs 2014 verdient.
Namens het team en de vrijwilligers nam Hilly Veuger in aanwezigheid van cliënten en
de jury op 12 mei de prijs van € 5.000 in ontvangst. Daarna was er natuurlijk taart om het
winnen van de prijs te vieren.
Vernieuwing en verbetering in de zorg
M
et ingang van dit jaar is de Innovatieprijs ingesteld
om te stimuleren dat wensen voor vernieuwing en
verbetering in de zorg vanuit de praktijk worden gerealiseerd. De jury bestond uit Marian Stet (Raad van Bestuur),
Koos Jüngen (directeur), Lies Krouwels (namens vertegenwoordigers), Beréngère Kamphuis (namens cliënten), Dorianne de Boer
(namens de zorg), Linda Hoogervorst (Expertisecentrum) en
Annemiek Mul (Projecten en Programma’s). De jury beoordeelde
de inzendingen op criteria als vernieuwing, passend binnen de
visie, te realiseren binnen het budget, verbetering van de cliëntenzorg, efficiency en/of kwaliteit.
Er kwamen elf inzendingen binnen. Zeven hiervan vielen af
omdat ze niet voldeden aan alle criteria. Niettemin heeft de
jury veel waardering voor deze ideeën en voor het meedenken
over verbeteringen binnen de organisatie.
Natuurlijk was er taart om de prijsuitreiking te vieren.
Eervolle vermeldingen
De winnaar is de Ouderensoos Schalkwijk met 10 punten. Op
een gedeelde tweede en derde plaats eindigden met 19 punten
en een eervolle vermelding:
•Het idee om een website voor medewerkers te realiseren
waarmee zij ideeën voor betere zorg, verbetering teamsamenwerking, bezuinigingen etc. met elkaar kunnen uitwisselen (ingezonden door Ingrid van Gool van locatie De
Witstraat).
•Het idee om ondersteuningsmateriaal te realiseren ter
promotie van de Nationale Prokkelweek (ingezonden door
Cursuscentrum Haarlem).
Op de vierde plaats eindigde met 22 punten en een eervolle
vermelding:
•Het idee om een Heempad (belevingspad) op Harteheem aan
te leggen (ingezonden door Josette Verschragen en
Emmy de Boer van locatie Harteheem).
Namens het team en de vrijwilligers neemt Hilly Veuger de prijs in ontvangst.
Vitaal 2014, nr 2
27
Speel-o-theek Harteheem
Door en voor cliënten
De Hartekamp Groep beschikt sinds 1 september 2013 in woonwijk Harteheem over een
eigen speel-o-theek. In de Heemskerkse vestiging worden speelgoed, educatief materiaal,
muziekinstrumenten, snoezelmateriaal en themaboxen uitgeleend.
B
“
innen Harteheem was er behoefte
aan activiteiten voor een nieuwe
dagbestedingsgroep. Met dienstverlening en beweging als belangrijke
uitgangspunten”, vertelt Annemiek
Toman, begeleider dagbesteding en
wonen, over het ontstaan van de nieuwe
vestiging. Dorotheé Stoop, coördinator
van Vrije Tijd en Vrijwilligers (VT en V)
vult aan: “En wij misten een speluitleen.
In de Cirkel van Harteheem was eerder
Leentje Beer gevestigd, een speel-o-theek
van een zelfstandige stichting. Leentje
Beer werd echter gesloten. Aangezien
er vraag was naar roulatie van al aanwezig spelmateriaal binnen Harteheem,
hebben we gekeken of we een eigen
speel-o-theek konden opzetten.”
Cliënten doen zoveel mogelijk werkzaamheden zelf en
worden, waar nodig, ondersteund door vrijwilligers.
Clustermanager Ans Zwartbol maakte
een projectplan voor de opzet van een
eigen vestiging. Ze kreeg groen licht
en nodigde betrokken partijen uit
om samen dit initiatief te realiseren.
Speel-o-theek Heemstede was op dat
moment bezig zich te oriënteren op
vervangende uitleensoftware en koos na
28
Vitaal 2014, nr 2
gedegen onderzoek voor software waar
beide speel-o-theken mee uit de voeten
konden. En waarmee tevens een webcatalogus kon worden ingericht. Een meevaller was dat Leentje Beer bereid was
de inventaris en een groot deel van het
materiaal aan de Hartekamp Groep te
schenken. Voor de overige opstartkosten
werd een aanvraag gedaan bij Fonds
Hartewensen.
Uitgangspunten
De speel-o-theek van Harteheem is
opgezet vanuit het idee dat de dienstverlening voor en door cliënten wordt
gedaan. Zij doen zoveel mogelijk werkzaamheden zelf en worden, waar nodig,
ondersteund door vrijwilligers.
De samenwerking met vrijwilligers
maakt dat de cliënten andere activiteiten kunnen doen dan ze gewend zijn
en dat hun vaardigheden toenemen.
Voor beide partijen blijkt het contact
zeer waardevol.
Omdat de speel-o-theek gebruik
mag maken van de materialen van
dagbesteding, kan dit spelmateriaal
in het weekend worden uitgeleend
aan de woningen. Maar ook de dagcentra kunnen via de speel-o-theek
gebruikmaken van elkaars materialen.
Praktisch, en tegelijkertijd kosten­
besparend.
Beer. Na de instructie voor het gebruik
van de software ging veel tijd zitten
in het coderen van het materiaal.
Elk artikel moest worden beschreven,
gefotografeerd en worden ingevoerd in
het nieuwe systeem. Een enorme klus,
waar de vrijwilligers hard aan hebben
gewerkt. Maar het resultaat mag er zijn!
De webcatalogus, Aura Online, ging
onlangs live en is te vinden via Infoland
of de website. Een aantal woningen en
dagbestedingsgroepen van Harteheem
maakt al gebruik van deze site.”
Werkzaamheden
“Het was spannend om de cliënten bij
dit nieuwe project te betrekken”, vertelt
Annemiek. “Vanaf het najaar in 2013
zijn we rustig begonnen met één cliënt
en dit is stapsgewijs uitgebreid naar drie
cliënten. Het is de bedoeling dat op termijn nog meer cliënten enkele dagdelen
aan de slag gaan in de speel-o-theek.
Start
De werkzaamheden van de cliënten
bestaan uit het uitzoeken van gereserveerd materiaal, het klaarzetten voor
transport, het plakken van barcodestickers op materiaal, het lamineren van
kaartjes en foto’s, het vervoeren van
het materiaal, en het schoonmaken en
controleren van uitgeleend materiaal.
Aangezien niet alle cliënten kunnen
lezen, wordt er gebruik gemaakt van
foto’s en pictogrammen.”
Op de vacature die bij de vrijwilligerscentrale was uitgezet, kwamen veel
positieve reacties. Dorothée: “We zijn
begonnen met vijf nieuwe vrijwilligers
en één oud-vrijwilligster van Leentje
Vrijwilligers Henk en Luoi zijn enthousiast over de samenwerking met de
cliënten. “We leren de cliënten steeds
beter kennen en begrijpen. En weten
TEKST PAULA VAN DIJK / FOTOGRAFIE JOHAN VAN IKELEN
Henk en Luoi: “Wij willen graag een speel-o-theek worden waar ook kinderen zonder beperking
­speelgoed komen lenen.”
daardoor beter wat we van hen kunnen
vragen. Soms is het zoeken naar wat wel
en niet kan. Zoals bekijken of de vrij-­
willigers met de cliënten kunnen
werken als de professionele be­geleider
vrij is. Met elkaar zoeken we in ieder
geval naar oplossingen. En dat gaat
goed.”
Wensen
Het team van de speel-o-theek zou
graag zien dat alle woningen en dagcentra van Harteheem wekelijks materiaal komen lenen. Annemiek: “We
willen daarmee ons steentje bijdragen
aan een zinvolle vrijetijdsbesteding van
cliënten, vooral in de weekenden. Hoe
meer er geleend wordt, des te groter
de collectie kan worden en hoe meer
cliënten er kunnen werken. Daarnaast
willen wij graag themaboxen gaan
maken en uitlenen. Cliënten kunnen
dan in de speel-o-theek of het dagcentrum de boxen vullen. Bij thema’s kun
je denken aan activiteiten rondom de
jaargetijden, feestdagen, of muziekboxen en dergelijke.”
Henk en Luoi: “Wij willen graag een
speel-o-theek worden waar ook kinderen zonder beperking speelgoed
komen lenen. Voor onze cliënten betekent dit dat zij meer betrokken raken
bij de maatschappij. Om te kunnen
groeien naar een herkenbare en professionele speel-o-theek hebben we wel
een grotere ruimte nodig. Momenteel
is de ruimte beperkt en kunnen we
maar vijf mensen plaatsen. Daardoor
moeten we ons beperken in de keuze
van materiaal, want groot materiaal
kunnen we niet kwijt. In de toekomst
willen we graag vijf dagdelen per week
open zijn.”
Verbinding
“We zien speel-o-theek Heemskerk als
een mooi voorbeeld van succesvolle
verbinding binnen de organisatie”,
besluit Dorothée. “Door kortere lijntjes
en minder papierwerk is er meer tijd
voor nieuwe initiatieven gekomen. Onze
speel-o-theek bewijst dat met minimale
middelen een mooi resultaat behaald
kan worden. Onze speciale dank gaat
uit naar Fonds Hartewensen en het
Kennemer College Heemskerk voor de
gift van € 2373,33, waarmee deze start
is mogelijk gemaakt.”
Vitaal 2014, nr 2
29
TEKST MUSTAPHA BENAISSA / MARINA KOOREMAN-PET / FOTOGRAFIE ARCHIEF
Transities sociaal domein
Dagbesteding bereidt zich voor op Wmo
Iedereen is betrokken
Op 30 januari vond een eerste bijeenkomst plaats voor clustermanagers, directeuren
en gedragswetenschappers met als thema ‘Haalt dagbesteding 2015’? Een bewust
prikkelende titel, omdat de Hartekamp Groep namelijk het nodige te wachten staat met
alle veranderingen in het zorgstelsel.
O
p deze middag werd veel informatie uitgewisseld
over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo),
de Participatiewet, de visie op toekomstige dagbesteding en hoe we medewerkers bewust kunnen maken van
en meenemen in deze veranderingen. Besloten werd om een
aparte visie op dagbesteding te maken, natuurlijk afgeleid
van de visie van de Hartekamp Groep. En om een bijeenkomst
te organiseren voor de ondernemingsraad, Centrale Vertegenwoordigersraad, Raad van toezicht en het directieteam.
Deze bijeenkomst vond plaats op 20 maart. Naast de visie
­bespraken we hoe we cliënten, wettelijk vertegenwoordigers
en medewerkers willen betrekken in het proces en de voor­
bereidingen op de transitie.
Het Cleanteam is klaar voor de Wmo!
Uiteindelijk werd besloten om geen aparte visie op dagbesteding te maken, maar van de visie van de Hartekamp Groep
een uitwerking op te stellen waarbij eigen kracht, medezeggenschap, meedoen en veiligheid de punten zijn die voor
iedere doelgroep een eigen verhaal vertegenwoordigen.
Op verschillende manieren proberen we alle mensen die
betrokken zijn bij de transitie mee te nemen in het proces.
Zo hebben we bijeenkomsten georganiseerd voor clustermanagers, waarin we vooral uitleggen wat de Wmo en Participatiewet nu eigenlijk inhouden. Voor zover dat mogelijk is,
want de wetten zijn nog niet vastgesteld in de Eerste Kamer
en de informatie daarover kan per week verschillen.
Ook maken we gebruik van de ideeën van de clustermanagers
om ouders, wettelijk vertegenwoordigers, medewerkers en
cliënten goed te informeren over de nieuwe wetgeving en de
manier waarop wij daarmee aan de slag zijn.
Verder hebben we twee informatiebijeenkomsten georganiseerd voor ouders en wettelijk vertegenwoordigers van
cliënten die straks te maken krijgen met de Wmo. Eén van
de belangrijkste punten was hen te vertellen over de melbamethode. Deze methode is een manier om inzicht te krijgen
in mogelijkheden, competenties en ontwikkelpunten van
30
Vitaal 2014, nr 2
cliënten. De informatie die de methode oplevert, kunnen
we straks gebruiken om nieuwe projecten op te zetten die
Wmo-proof zijn en gericht op die mogelijkheden en competenties. En via de ontwikkelpunten proberen we de cliënten
een loopbaan aan te bieden of een Wmo-dagbesteding die op
hun wensen en mogelijkheden is toegesneden. Ook zullen
we begeleiders van dagbestedingslocaties gaan scholen zodat
zij cliënten, ouders en wettelijk vertegenwoordigers zo goed
mogelijk kunnen informeren.
Hoewel alle betrokkenen uitgebreide informatie hebben ontvangen over de methode en de Wmo, kunnen we ons voorstellen dat er nog vragen zijn. Die beantwoorden we natuurlijk graag. Mailen kan naar [email protected].
Welke consequenties de invoering van de Wmo precies gaat
hebben is nog onvoldoende duidelijk. Wel is duidelijk dat
we het met minder geld zullen moeten doen. En ook dat we
kritisch moeten kijken naar onze huisvesting. De verwachting is dat het aanbod van dagbesteding tot werk steeds meer
georganiseerd zal worden door samenwerkende zorgorganisaties en de lokale sector welzijn.
/ FOTOGRAFIE
TEKST TEKST
NOORTJE
AN DE
LOMMERSE
VRIES / FOTOGRAFIE
DOROTHÉE
VIDEO &STOOP
FOTO
Wensen gaan in vervulling
Al ruim 44 jaar laat Fonds Hartewensen dromen van cliënten uitkomen. Dromen die het leven van cliënten mooier
maken. Wensen van verschillende aard, zowel in omvang als in kosten, voor jong en oud. Voor alle wensen, groot
of klein, zet Fonds Hartewensen zich in. De verscheidenheid aan wensen blijkt uit de projecten die recentelijk zijn
gerealiseerd of waarvan de uitvoering in volle gang is.
Vissteiger Harteheem
Met behulp van verschillende donateurs, waaronder
gulle giften van het Rabo DichtbijFonds IJmond
Noord en Sportvisserij Nederland, is het gelukt
voldoende middelen bijeen te brengen om de huidige
rolstoelvissteiger aan de vijver bij Harteheem uit te
bereiden met zes veilige visplekken. In april heeft de
aannemer dat, in goed overleg met medewerkers van
Vrijetijd en Vrijwilligers, kunnen realiseren. Vanaf
12 mei genieten de leden van de visclub volop van de
ontspanning die het vissen met zich mee brengt.
Speel-o-theek
De realisatie van een speel-o-theek op dagcentrum
’t Hof op Harteheem is in volle gang. Samen met de
speel-o-theek in Heemstede is software aangeschaft
waarmee gezamenlijk een webcatalogus is ingericht.
Werkzaamheden op de speel-o-theek worden groten­
deels uitgevoerd door cliënten, daarbij ondersteund
door vrijwilligers. In de toekomst zullen alle
woningen en dagbestedingscentra op Harteheem
elke week materiaal kunnen lenen. Dit betekent een
zinvolle vrijetijdsbesteding voor veel cliënten. Fonds
Hartewensen levert daar graag een bijdrage aan.
Voor een uitgebreid verslag over de speel-o-theek: zie
elders in deze Vitaal.
Dank
Mimakkerclowns op de Abeel
Sinds vorig jaar verzorgt een Mimakkerclown maande­
lijks een aantal optredens op de Abeel. Deze door
Stichting miMakkus opgeleide clown heeft als doel
wezenlijk contact met de cliënt te maken en zo zijn
welzijn te vergroten. De begeleiding is enthousiast:
“Ik zie cliënten genieten en lachen terwijl zij van iets
kleins iets wonderbaarlijks maakt.” De Abeel hoopt
nog lang te kunnen genieten van het warme en intense
contact van de Mimakker.
Begeleiders, familie en vrijwilligers zijn onmisbaar
bij de uitvoering van genoemde projecten. Met hun
enthousiasme en extra inzet maken ook zíj het
mogelijk dat wensen van cliënten uitkomen. Daarvan
is het bestuur van Fonds Hartewensen zich heel erg
bewust. Ook de gulle giften van zowel particulieren als
donateurs zijn onmisbaar. Kortom; iedereen draagt zijn
steentje bij. Nu en in de toekomst.
Nieuwsbrief
Meer weten? Een gedetailleerd verslag van vervulde en
te vervullen wensen is te lezen in de Nieuwsbrief van
Fonds Hartewensen. Wil je deze nieuwsbrief ontvangen?
Mail dan je naam en adres naar
[email protected] of bel met Fonds
Hartewensen, 023 - 51 01 426. Je gegevens zullen worden
opgenomen in het adressenbestand van
Fonds Hartewensen.
Help je mee de
wensen van cliënten
te realiseren?
Stichting Fonds Hartewensen . Delftlaan 327, 2024 CJ Haarlem . Rek.nr. NL04INGB0000939393 t.n.v. Fonds Hartewensen, Heemstede
Fonds Hartewensen zet zich in om zoveel mogelijk wensen van cliënten van de Hartekamp Groep in vervulling te laten gaan. Doel
is hun leven mooier en kleurrijker te maken. Deze wensen kunnen niet betaald worden uit de reguliere vergoedingen. Wilt u meer
informatie of heeft u ideeën over hoe u kunt helpen? Bel Noortje de Vries, 023-5101 426 of mail naar hartewensen@hartekampgroep.
nl. ANBI 805775134
Vitaal 2014, nr 2
31
TEKST JOLIJN VAN BEUKERING / FOTOGRAFIE INGE DE HAAN
Cliënt en recht
Joop woont zelfstandig en krijgt 24-uurs begeleiding. ’s Nachts is hij aangesloten bij de
Zorgcentrale van de Hartekamp Groep. Dat is fijn, want Joop heeft nogal eens de neiging
om te slaapwandelen en hij gaat dan graag een blokje om. In de Zorgcentrale kunnen ze
via de spreek- en luisterpost horen wanneer Joop zijn bed uitstapt, zodat er iemand bij
hem kan gaan kijken. Vroeger was er nog geen beluistersysteem. Toen kwam er drie keer
per nacht iemand langs. Dat vond Joop wel heel erg vervelend, hij voelde zich toen erg
bekeken. Nu heeft hij een kastje met een rood lampje in zijn slaapkamer hangen. Wanneer
hij wordt beluisterd, gaat dit lampje branden. Zo weet Joop precies waar hij aan toe is.
H
oe zit het eigenlijk met het gebruik van zogeheten ‘domotica’
(huisautomatisering) en de rechten van cliënten zoals het recht op privacy? Domotica is een verzamelnaam
van technische communicatiemiddelen in een woning of verblijfsruimte
ter ondersteuning van de zorg aan
een cliënt. Er bestaan verschillende
soorten domotica zoals alarmknoppen, uitluistersystemen, valdetectoren
en bewegingsmelders, maar er bestaan
ook systemen met camerabewaking.
Daarnaast zijn er beveiligingssystemen
die gehanteerd kunnen worden als
alternatief voor insluiting of fixatie
van cliënten.
In de Zorgcentrale kunnen ze via de spreek- en luisterpost horen wanneer Joop zijn bed uitstapt, zodat
er iemand bij hem kan gaan kijken.
Cliënten hebben op grond van de Wet
geneeskundige behandelingsovereenkomst het recht op bescherming van
de persoonlijke levenssfeer. Dit heeft
niet alleen betrekking op de geheimhouding van gegevens, maar ook op
het hebben van privacy in de woon- en
leefruimte (ruimtelijke privacy).
De zorgaanbieder moet ervoor zorgen
dat deze privacy gewaarborgd is en
gerespecteerd wordt. Dit betekent
onder andere dat zorg en begeleiding
in beginsel zoveel mogelijk buiten
de waarneming van anderen moet
plaatsvinden.
tijdens zorgmomenten beluisterd of
bekeken worden, maar ook tijdens de
‘gewone’ dagelijkse bezigheden. Het
is daarom noodzakelijk dat er zeer
behoedzaam en terughoudend wordt
omgesprongen met het gebruik van
domotica. Er moet telkens een zorgvuldige afweging worden gemaakt tussen
de noodzaak en nut van het gebruik
aan de ene kant en de beperking van
de privacy van cliënt aan de andere
kant. Het verdient dan ook voorkeur
wanneer de cliënt zelf het initiatief
neemt om bij een systeem aangesloten
te worden. De behoefte van cliënten
aan privacy verschilt natuurlijk per
persoon en per situatie.
Door het gebruik van een beluistersysteem of een systeem met camera’s kan
dit recht op privacy beperkt worden of
zelfs geschonden. Men kan niet alleen
Naast het recht op privacy is ook het
recht op informatie van belang. Een
cliënt moet over het gebruik van
domotica goed geïnformeerd worden;
Wil je meer weten over de onderwerpen
in Vitaal of over onze organisatie?
Surf dan naar www.hartekampgroep.nl
over de voor- en nadelen en mogelijke
risico’s. Om aangesloten te kunnen
worden bij een uitluistersysteem moet
de cliënt dus van tevoren alle ins en
outs weten en moet hij - respectievelijk de wettelijk vertegenwoordiger hiervoor toestemming geven. Dit geldt
ook voor zorg en begeleiding ’s nachts.
Wanneer het doel, het middel en de
toestemming van cliënt worden vastgelegd in de zorg- en dienstverleningsovereenkomst en het ondersteuningsplan, kunnen er geen misverstanden
over ontstaan.
Heb je nog vragen over het systeem dat
de Hartekamp Groep hanteert? Neem
dan contact op met de Zorgcentrale of
Inge de Haan, clustermanager.
In deze rubriek maken we gebruik van
fictieve voorbeelden.
Het derde nummer van Vitaal wordt rond 1 oktober bezorgd.
De uiterste inleverdatum voor kopij is 28 juli.