Richtlijn Commissie toelating examenvoertuigen

Richtlijn Commissie
toelating
examenvoertuigen
De commissie toelating examenvoertuigen (CTE) is
samengesteld uit zowel afgevaardigden van
rijschoolbranche, de overkoepelende autofabrikanten
vertegenwoordiging en het CBR. De CTE heeft tot taak
om motorvoertuigen, aanhangwagens en de daarbij
behorende onderdelen en accessoires ten behoeven van
het gebruik bij het praktijkexamen op een aantal criteria
te toetsen. Deze richtlijn beschrijft de criteria waaronder
de CTE zijn taak uitvoert.
Richtlijn Commissie toelating examenvoertuigen • november 2014
1
samenstelling
Samenstelling
taak
De commissie bestaat uit 5 leden, te weten:
werkwijze
•drie leden vanuit het CBR die aangewezen zijn door de directie van het CBR, waarvan
richtlijnen cat. B
één lid optreedt als voorzitter en één als secretaris van de commissie
algemeen
alsmede de ARBO-coördinator;
zitplaatsen
• één lid aangewezen door de RAI Vereniging;
zittingen
• één lid aangewezen door de BOVAG-VAN;
plaats dubbele bediening
• voor de zittende leden kunnen door de organisatie die zij vertegenwoordigen, gezichtsveld
plaatsvervangers worden aangewezen.
meer informatie
colofon
Het adres van de commissie luidt:
CBR
Secretariaat Commissie Toelating Examenvoertuigen
Hazenkamp 10
Postbus 4046
6803 EA Arnhem
Taak
De commissie heeft tot taak de motorvoertuigen, aanhangwagens en de daarbij
behorende onderdelen en accessoires ten behoeve van het gebruik bij praktijkexamens op een aantal criteria te beoordelen.
Bij deze beoordeling wordt uitgegaan van de algemene wettelijke eisen. Dit zijn
hoofdzakelijk de inrichtingseisen zoals vermeld in het Voertuigreglement.
De overige beoordelingscriteria zijn gebaseerd op:
a. de eisen zoals die aan examenvoertuigen gesteld worden in het Reglement
rijbewijzen;
b. de bevoegdheid die het Reglement rijbewijzen het CBR verleent om nadere eisen aan
examenvoertuigen te stellen;
c. de voorwaarden die aan motorvoertuigen te stellen zijn wil er sprake zijn van het
besturen onder toezicht;
d. de specifieke eisen voor het zelfstandig besturen tijdens het praktijkexamen, zoals
bedoeld in het Reglement rijbewijzen en de ter zake doende ministeriële regelingen;
e. Arbo-wetgeving.
Richtlijn Commissie toelating examenvoertuigen • november 2014
2
samenstelling
De eindverantwoordelijkheid voor het wel/niet toelaten van een motorvoertuig tot het
taak
praktijkexamen berust bij de directie van het CBR.
werkwijze
richtlijnen cat. B
Voor wat betreft additionele aangelegenheden welke rechtstreeks verband
algemeen
houden met de toelating van examenvoertuigen (bijvoorbeeld L-borden, dubbele
zitplaatsen
bedieningsinstallaties, extra buitenspiegels, en dergelijke) heeft de commissie
zittingen
eveneens adviesbevoegdheid.
plaats dubbele bediening
gezichtsveld
Twee leden uit de commissie zijn aangewezen voor het testen van dakborden, extra
meer informatie
spiegels en andere technische hulpmiddelen, deze worden Technische unit genoemd.
colofon
De commissie rapporteert en brengt advies uit aan de directie van het CBR.
Werkwijze
De commissie is primair ingesteld om motorvoertuigen en daarbij behorende
onderdelen en accessoires te beoordelen op hun geschiktheid voor het afleggen
van het praktijkexamen B.
Vanuit die doelstelling is de commissie in eerste aanleg belast met de algemene
geschiktheidbeoordeling van voertuigen voor praktijkexamens B.
Middels deze algemene beoordeling wordt de landelijke
uniformiteit met betrekking tot het toelatingsbeleid gewaarborgd.
De commissie komt tot haar
oordeel op basis van de onder
kopje 'Taak' a t/m e
genoemde eisen. De
secretaris van de commissie houdt een lijst bij van
motorvoertuigen die zijn
beoordeeld. Hierop zijn de
toegelaten voertuigen voor de
categorie B genoteerd die de
laatste 10 jaren toegelaten zijn, alsmede
Richtlijn Commissie toelating examenvoertuigen • november 2014
3
samenstelling
alle voertuigen die op grond van een toetsing niet toegelaten zijn. Deze lijst wordt 6
taak
maal per jaar geupdated en geplaatst op de internetsite www.cbr.nl.
werkwijze
Bij deze lijst is een overzicht met voorbehouden voor de toegelaten voertuigen.
richtlijnen cat. B
algemeen
Van elke door de commissie gehouden bijeenkomst wordt door de secretaris een kort
zitplaatsen
verslag gemaakt. Dit verslag wordt uitgereikt aan de leden van de commissie. De
zittingen
voorzitter rapporteert aan de directie.
plaats dubbele bediening
gezichtsveld
Een beoordeling van de commissie over een type motorvoertuig betekent niet meer
meer informatie
dan slechts een oordeel over de geschiktheid van motorvoertuigen van een bepaald
colofon
merk en type als examenvoertuig voor het afleggen/afnemen van het praktijk‑
examen B. Voor de categorieën A en E bij B kan de commissie op verzoek van het
management van het CBR een oordeel geven over een specifiek(e) voertuig
(combinatie). Het oordeel van de geschiktheid beperkt zich uitsluitend tot de
geschiktheid als examenvoertuig en niet tot de geschiktheid van het voertuig
tijdens de praktijklessen.
De beoordeling wordt vastgelegd op een beoordelingsformulier waarin de
beslissing en het advies van de commissie wordt gemotiveerd.
De importeur die een motorvoertuig ter beoordeling heeft
aangeboden, ontvangt schriftelijk bericht
omtrent het resultaat van die beoordeling. Een onvoldoende beoordeling
wordt hierin gemotiveerd. Bij
een voldoende beoordeling
worden eventuele voorbehouden benoemd1).
Het resultaat van deze
algemene beoordeling laat
onverlet de geschiktheidbeoordeling van een individueel
examenvoertuig voorafgaande aan
of tijdens een praktijkexamen door de
) Voorbehoud = onder omschreven voorwaarde toegelaten.
1
Richtlijn Commissie toelating examenvoertuigen • november 2014
4
samenstelling
examinator of examenmanager. De geschiktheidbeoordeling van de commissie dient
taak
daarbij als uitgangspunt te worden gehanteerd.
werkwijze
richtlijnen cat. B
Aan de hiervoor bij kopje 'Taak' onder b bedoelde bevoegdheid van het CBR tot het
algemeen
stellen van aanvullende geschiktheidseisen wordt in de praktijk op een drietal manieren
zitplaatsen
uitvoering gegeven te weten:
zittingen
•het vaststellen van de algemene geschiktheidseisen die in het Vademecum
plaats dubbele bediening
gezichtsveld
meer informatie
colofon
Rijschoolhouders worden gepubliceerd;
•de beoordeling van motorvoertuigen en daarbij behorende onderdelen en
accessoires door de daarvoor ingestelde commissie;
•de beoordeling van een examenvoertuig, aanhangwagen en daarbij behorende
onderdelen en accessoires voorafgaande aan of tijdens het praktijkexamen door de
betrokken examinator of examenmanager.
Richtlijnen voor de beoordeling van examenvoertuigen categorie B
Deze eisen vormen de basis van de taakstelling en werkwijze van deze commissie,
waarbij als uitgangspunt wordt gehanteerd:
• de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde eisen;
• het Vademecum voor Rijschoolhouders hoofdstuk 15;
•richtlijn van de Commissie Toelating Examenvoertuigen met daarin opgenomen haar
taakstelling en werkwijze.
Algemeen
Met inachtneming van het bovenstaande, worden alleen die motorvoertuigen tot het
praktijkexamen B toegelaten in de uitvoering zoals die daadwerkelijk zijn getoetst en
geschikt bevonden. Indien de uitvoering op belangrijke punten afwijkt zal ook deze
uitvoering separaat getoetst moeten worden. Bijvoorbeeld auto’s die zonder achterspoiler of schuifdak getoetst zijn zullen met deze optie opnieuw getoetst moeten
worden om de zekerheid te verkrijgen dat ook deze versie geschikt is als examenvoertuig.
Alle maten worden bepaald in een verticaal vlak gaande door de hartlijn van de individuele zitplaats. De bepaling van de maten geschiedt voor alle in de auto aanwezige
zitplaatsen zonder tussentijdse verstelling en zoveel mogelijk rechtop geplaatste
rugleuning.
Richtlijn Commissie toelating examenvoertuigen • november 2014
5
samenstelling
Zitplaatsen
taak
Het voertuig moet zijn voorzien van tenminste vier zitplaatsen die alle afzonderlijk
werkwijze
grenzen aan een portier (4/5 deurs auto). Voor de kandidaat en de examinator dienen
richtlijnen cat. B
aparte/gescheiden zitplaatsen te zijn aangebracht.
algemeen
zitplaatsen
zittingen
plaats dubbele bediening
gezichtsveld
meer informatie
colofon
figuur 1a
figuur 1b
De zitplaatsen voor kandidaat en examinator moeten zijn uitgerust met afzonderlijke
inrichtingen voor:
• het instellen van de rugleuning;
• het instellen van de afstand tussen de pedalen en de stoel;
•boven alle zittingen moet gemeten op 10 cm. van de rugleuning een vrije hoogte
aanwezig zijn van tenminste 88 cm (zie figuur 1b);
•de afstand tussen het rempedaal en de voorzijde van de rugleuning moet minimaal
94 cm bedragen, gemeten strak over de zitting (zie figuur 1b);
•voor de voorzijde van de achterzitting moet een vrije doorgang van tenminste
23 cm aanwezig zijn (zie figuur 1b);
•de zitplaatsen voor de kandidaat en examinator moeten elk zijn uitgerust met
hoofdsteunen. Deze moeten een minimale hoogte hebben van 85 cm. De Europese
richtlijn voor het bepalen van deze maat zal als uitgangspunt gebruikt worden (zie
figuur1a). Het voertuig moet tevens zijn uitgerust met hoofdsteunen
op de achterste zitplaatsen;
•iedere aan een portier grenzende zitplaats moet voorzien zijn van een driepuntsgordels met rolautomaat;
•met uitzondering van de dubbele bediening, spiegels en stopknop mogen er in de
ruimte vóór de stoel van de toezichthouder geen extra attributen zijn aangebracht;
Richtlijn Commissie toelating examenvoertuigen • november 2014
6
samenstelling
•er dient voldoende zicht te zijn vanaf de stoel van de toezichthouder op de voor de
taak
veiligheid en handhaving van de verkeersregels bestemde instrumenten. Het is ter
werkwijze
competentie van de commissie toelating examenvoertuigen om hier een besluit over
richtlijnen cat. B
te nemen.
algemeen
zitplaatsen
Zittingen
zittingen
•de breedte van de zitting van de zitplaatsen wordt gemeten op een afstand van 10 cm
plaats dubbele bediening
voor de rugleuning en dient tenminste 40 cm te bedragen. Zijwangen die in de
gezichtsveld
hoogte uitsteken worden bij de meting niet meegerekend (zie figuur 1a);
meer informatie
colofon
•de lengte van de stoelzitting wordt horizontaal gemeten vanaf de voorzijde van de
rugleuning tot de voorzijde van de zitting, en dient tenminste 40 cm te bedragen
(zie figuur 1b);
•de inwendige minimale breedte van het examenvoertuig moet ter hoogte van de
voorste zitplaatsen, gemeten vanaf de binnenzijde portieren, tenminste 1,25 meter te
bedragen (zie figuur 1a);
•andere dan tot de standaarduitrusting van het voertuig behorende stoelen worden
niet toegestaan, tenzij deze door het CBR zijn gekeurd en als zodanig toegelaten;
•portieren moeten ten behoeve van het bereiken/verlaten van de zitplaatsen steeds op
snelle en eenvoudige wijze zowel van binnen als van buiten kunnen worden geopend.
Examenvoertuigen die zijn voorzien van een automatisch geactiveerd deurslot
worden bij de beoordeling hiervan buiten beschouwing gelaten.
Plaats dubbele bediening
•het aanwezige vloeroppervlak vóór de zitplaats van de toezichthouder moet van
zodanige afmetingen zijn, dat daarop een dubbele bediening kan worden aange-
figuur 2
figuur 3a
figuur 3b
Richtlijn Commissie toelating examenvoertuigen • november 2014
7
samenstelling
bracht. Hierbij is vereist dat links naast het koppelingspedaal en rechts naast het
taak
rempedaal een denkbeeldig blok kan worden geplaatst met een lengte van 30 cm, een
werkwijze
breedte van 12 cm en een hoogte van 10 cm (zie figuur 2);
richtlijnen cat. B
•de dubbele bediening moet zodanig zijn of worden aangebracht dat deze vanuit een
algemeen
normale zithouding doeltreffend kan worden bediend. Dit wordt bereikt door de
zitplaatsen
pedalen, gemeten vanuit de hartlijn van de zitting, symetrisch voor de zitting te
zittingen
plaatsen. Nadere richtlijnen zijn beschreven in het Vademecum rijschoolhouders
plaats dubbele bediening
hoofdstuk 15.2.9.;
gezichtsveld
meer informatie
•de vrije ruimte tussen het koppelings- en rempedaal dient minimaal 5 cm te zijn
(zie figuur 2).
colofon
Gezichtsveld
•overeenkomstig de wettelijke eisen moet het examenvoertuig ten behoeve van de
toezichthouder zijn voorzien van een binnenspiegel en een rechterbuitenspiegel;
•de examinator moet door middel van de voor hem bestemde binnenspiegel
het achter hem gelegen weggedeelte, op grondniveau, ononderbroken kunnen
overzien (zie figuur 3b);
•hierbij moet voor hem een op 2,5 m afstand links naast het verlengde van de
linkerzijkant van het voertuig en op een afstand van 14 m vanaf de op dat voertuig
aanwezige linkerbuitenspiegel, in rechte lijn evenwijdig aan de voertuigas naar
achterwaards gemeten op het wegdek geplaatste pilon, geheel zichtbaar zijn. Om dit
te bereiken mag een 2e linker buitenspiegel geplaatst worden (zie figuur 3a op vlak X
getoond).
In dat geval zal voorbehoud 10 voorgeschreven worden. De extra linker- of
rechterbuitenspiegel mag nagenoeg niet buiten de standaard aanwezige spiegel
uitsteken;
•door middel van de voor hem bestemde buitenspiegel moet voor de examinator het
rechts naast en schuin achter hem gelegen weggedeelte ononderbroken geheel
zichtbaar zijn. Hierbij moet voor hem een op 2,5 meter afstand rechts naast het
verlengde van de rechterzijkant van het voertuig en op een afstand van 14 meter vanaf
de op dat voertuig aanwezige rechterbuitenspiegel, in rechte lijn evenwijdig aan de
voertuigas naar achteren gaande, gemeten op het wegdek geplaatste pylon, geheel
zichtbaar zijn (zoals in figuur 3a op vlak Y getoond);
•de beveiligingsmiddelen die standaard in de auto aanwezig zijn mogen niet worden
verwijderd;
Richtlijn Commissie toelating examenvoertuigen • november 2014
8
samenstelling
•is het gezichtsveld voor de examinator via de binnenspiegel naar achteren te gering
taak
doordat één van de hoofsteunen het zicht belemmert dan wordt een extra linker
werkwijze
buitenspiegel voorgeschreven.
richtlijnen cat. B
algemeen
Oog(hoek)spiegel
zitplaatsen
De examenauto dient voorzien te zijn van een oog(hoek)spiegel die voldoet aan de
zittingen
volgende uitvoerings- en plaatsingseisen:
plaats dubbele bediening
• de afmeting van het spiegelglas moet minimaal 4 x 8 cm bedragen;
gezichtsveld
• de spiegel moet voldoende afstelbaar zijn;
meer informatie
• de spiegel moet geplaatst zijn in de rechter boven- of onderhoek van de voorruit;
colofon
•de bolling van het spiegelglas mag niet te sterk zijn. Hierdoor zou de verkleining te
extreem worden en het beeld van de kandidaat te klein zijn;
• de spiegel mag het zicht door de voorruit niet te veel belemmeren.
Informatie over de volgende onderwerpen uit het Vademecum rijschoolhouders
•motorvoertuigen voor het praktijkexamen B
•motorvoertuigen voor het praktijkexamen B automaat
•voertuigen voor het praktijkexamen E bij B
• toegelaten zijn aanhangwagen
Meer informatie
Rijscholen wordt met klem aangeraden om, alvorens een lesauto aan te schaffen,
navraag bij het CBR te doen of de lesauto van hun keuze voldoet aan de door het CBR
gestelde toelatingseisen.
Om teleurstellingen en/of kosten te voorkomen kunnen zij zich voor informatie
wenden tot het CBR.
Colofon
Deze folder is een uitgave van het CBR. Hoewel de inhoud met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid is samengesteld, kunnen aan deze folder geen rechten worden ontleend.
Voor meer informatie:
rijvaard • 908 • 1114
Divisie Rijvaardigheid
Postbus 4046
6803 EA Arnhem
Tel 0900 0210
www.cbr.nl
Richtlijn Commissie toelating examenvoertuigen • november 2014
9