Gegrond Nieuwsbrief van Certis Europe B.V. voor de Akkerbouw en de Vollegrondsgroenteteelt Overzichtelijke productwijzer app pagina 3 Nieuwe informatiebronnen Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar we zijn weer een stap verder gekomen door niet stil te staan. Een nieuw teeltseizoen is aangebroken, de voorjaarswerkzaamheden zijn door het vroege voorjaar al ver gevorderd. De basis voor een geslaagde teelt is daarmee gelegd. Daarbij koersen we meestal op de ervaringen van voorgaande jaren. Kennis die in het verleden is opgedaan is van onschatbare waarde. Maar om vooruit te kunnen geeft alleen het verleden onvoldoende informatie. Door stappen voorwaarts te maken, voorkom je stilstand in je onderneming. Het draait bij goed ondernemerschap niet om elk jaar hetzelfde kunstje doen. Wie bij wil blijven, zal zich ook moeten verdiepen in nieuwe informatiebronnen. Die zijn gelukkig ruimschoots beschikbaar. Diverse voorbeelden zijn te vinden op het internet, in vakbladen en natuurlijk in deze uitgave van Gegrond. Neem nu het gebruik van moderne communicatiemiddelen als de smartphone. Zelfs met een goede inrichting van een smartphone kun je als landbouwer al stappen voorwaarts maken. Welke informatie-apps zijn beschikbaar? Hoe zorg je dat je apps snel kunt raadplegen om de juiste beslissingen te kunnen nemen op het moment suprême? Certis heeft informatieve en gratis te downloaden apps beschikbaar. Wie actuele en in het seizoen relevante productinformatie beschikbaar wil hebben kan de Certis Productwijzer app downloaden. Of voor informatie over schilbrandgevoeligheid is de Gro-Stop app beschikbaar. Stel niet uit, maar download deze nieuwe informatiebronnen nu. Weer een stap vooruit! Harry Salomons, Crop Manager Jaargang 10 - Nr. 17 - april 2014 Positieve reacties Nissodium pagina 5 Mocap 15G werkt doeltreffend pagina 6 Olie-H onmisbaar in stammenteelt Om virusaantastingen te voorkomen, gebruikt stammenteler Gert Boomsma al heel wat jaren Olie-H in combinatie met een luizenmiddel. Arrow, Arnova, Fresco, Diamant, Maranca, Luisa, Santé, Fontana, Signaum, Ambassador, Markies, Esmee, Picasso. Bij zo’n opsomming aan aardappelrassen kun je er al bijna zeker van zijn dat je terecht bent gekomen bij een stammenteler. Dit rijtje van dertien namen hoort bij akkerbouwer Gert Boomsma uit het Friese Minnertsga. Voor hem is OIie-H daarbij een onmisbaar middel om de stammen virusvrij te houden. 100 procent als S-materiaal afleveren Alweer ruim twintig jaar lang teelt Boomsma pootaardappelen. De laatste jaren heeft hij zich voor de volle 100 procent gespeciali- seerd in stammenteelt. Inmiddels is de totale oppervlakte die hij met dit hoogwaardige uitgangsmateriaal verbouwt 32 hectare. “Wil je zo’n flink areaal aan stammenteelt kunnen blijven bolwerken, dan moet je op alle fronten in de teelt secuur te werk gaan”, meent de stammenteler. Boomsma begint de opbouw van het rassenarsenaal met de aankoop van miniknollen. “Dat is de eerste stap voor een zuivere start van de stamselectie.” Daarna teelt hij elke oogst nog vier keer na, voordat ze als S-klasse pootgoed het bedrijf verlaten. “Het is de grootste kunst om ervoor te zorgen dat de pootgoedstammen ziektevrij blijven. Een van de maatregelen betreft het virusvrij houden van de knollen”, vertelt de stammenteler. Belangrijk daarbij is ervoor te zorgen dat luizen die virus met zich vervolg op pagina 2 Gegrond 1 vervolg van pagina 1 meedragen geen kans krijgen om aardappelplanten te infecteren. Om dat te voorkomen gebruikt Boomsma al heel wat jaren Olie-H in combinatie met een luizenmiddel. Door Olie-H te spuiten, krijg je een dunne oliefilm op de bladeren. Wanneer dan een luis in het aardappelblad prikt, strijkt het virus – dat aan de steeksnuit zit – er door de olie af.” Ik wil 100 procent S’en afleveren Van groot belang bij de toepassing is een goede verdeling van de olie over het blad. Dat weet Boomsma heel goed uit eigen ervaring. “Vanaf het moment dat 50 - 90 procent van de planten boven staat totdat de stammen dood zijn, spuit ik wekelijks 6,25 liter Olie-H per hectare samen met de luizenbestrijding. Ik wil namelijk graag 100 procent van de stammen als S’en afleveren. Olie-H is daarvoor onmisbaar”, aldus de stammenteler. n Luizendruk in bloembollen is signaal voor bestrijding in pootaardappelen. “Bloembollentelers in Noord-Holland kiezen in veel gevallen voor Gazelle, omdat het steeds goed uit de proeven komt”, licht vertegenwoordiger Marco van Soesbergen van CAV Agrotheek uit Wieringerwerf toe. Uit de meest recente resultaten van onderzoek door proeftuin Zwaagdijk blijkt het weer de beste luizenbestrijder te zijn. waarop speciale plakplaatjes zijn aangebracht. Hiermee kunnen we veel sneller luizen in een gewas signaleren. We hebben ontdekt dat de signalering met vangbakken zelfs vaak te laat komt. Zet je de twee methoden naast elkaar, dan zie je in de vangbak nog niets, terwijl op de plakplaatjes al de eerste luizen kleven. Wat betreft de dosering van Gazelle adviseren we in tafelaardappelen 0,25 kilogram per hectare en in bloembollen 0,23 kilogram per hectare. In bloembollen gaat het om een behandeling een keer per twee tot drie weken en in pootaardappelen vier keer. Bij beide teelten raden we aan met zo veel mogelijk water te spuiten, minimaal 400 liter per hectare.” n Tijdig starten “Gazelle is vooral stabieler gebleken dan middelen van de concurrentie. Dat zit ’m dan voornamelijk in de betere hechting van het middel en de snellere opname door de aardappelplant. Voor het tijdig inzetten van Gazelle is het belangrijk om te kijken naar de luizendruk”, weet Van Soesbergen uit ervaring. In bloembolgewassen is een toepassing zeker een maand eerder nodig dan in de aardappelteelt. “Hier in Noord-Holland hoeven we eigenlijk alleen maar de luizentellingen voor de bloembollenteelt in de gaten te houden. De start van deze teelt gaat namelijk vooraf aan die van aardappelen. Zodra de luizendruk in het voorjaar begint op te lopen gaat een bericht uit naar al onze bloembollentelers: zet nu Gazelle in. Voor gebruik in pootgoed hanteren we standaard het advies om tijdig te starten met een bespuiting.” Alert op luizen bij de groeistart “Sommige pootaardappeltelers denken nog steeds dat begin mei de luizendruk nog zo laag is dat ze nog wel even kunnen wachten met spuiten”, vervolgt Van Soesbergen. “Maar dat uitstel verhoogt juist het risico op virusaantasting. Luizen tellen hoef hier je dan zeker niet meer te doen, want die zijn er al volop vanwege de veel vroegere bloembollenteelt. Daarin hebben we dan al lang Gazelle ingezet. Zowel voor tulpen als aardappelen geldt dat het venijn niet in de staart maar in het begin van de teelt zit. Om virus te voorkomen, moet je juist bij de start van het groeiseizoen heel alert zijn op luizen. Dat doen we hier tegenwoordig niet meer met de gele vangbakken, maar met platen Gegrond “Om tijdig en op het juiste moment Gazelle in te zetten, is het belangrijk om te kijken naar de luizendruk”, weet Marco van Soesbergen uit ervaring. 2 Certis introduceert overzichtelijke Productwijzer app Om snel en overal de meest recente informatie over de producten van Certis te kunnen raadplegen, is sinds kort de Productwijzer app voor smartphones beschikbaar. Met de introductie van deze gratis app hebben telers, adviseurs en vertegenwoordigers alle gegevens over de producten van Certis altijd binnen handbereik. Altijd up-to-date De Productwijzer app bevat overzichtelijk alle etiketten, technische informatie en de meest actuele gegevens over het middelenpakket van Certis. Gebruikers kunnen eenvoudig en snel in het menu navigeren. Alle beschikbare informatie is overzichtelijk gerubriceerd, alfabetisch en op datum. Dat maakt het mogelijk om à la minute de gewenste productgegevens op te zoeken. Over de actualiteit hoeven de gebruikers zich geen zorgen te maken: Met de Productwijzer app van Certis beschikt de gebruiker à la minute over de gewenste productgegevens. de Productwijzer app is altijd up-to-date. Voor geïnteresseerden is de applicatie gratis beschikbaar voor alle smartphones en tablets. Voor het downloaden van de Productwijzer app, gaat u naar de App store, Google play of Windows store. Vul vervolgens in de zoekregel ‘Productwijzer’ of ‘Certis’ in, om de app direct te downloaden. n “Laat ze maar komen die apps!” Walter Testers is inkoper bij Kleinjan’s Aardappelhandel uit Nieuw-Beijerland. Zijn beroep brengt hem dagelijks in contact met boeren. Zij stellen hem ook vragen, bijvoorbeeld over de bewaarbaarheid van aardappelrassen. Vandaag de dag hoef je niet alle kennis paraat te hebben, als je deze maar weet te vinden en daarvoor heb je tegenwoordig diverse apps, lacht Testers. Hij haalt zijn eigen smartphone tevoorschijn om te laten zien wat hij zoal beschikbaar heeft. “Het handige van een smartphone is dat je alle informatie bij de hand hebt. Apps zoals die van middelenfabrikanten en laboratoria als het HLB vind ik hartstikke handig. Die van de Certis Gro-Stop gebruik ik heel regelmatig om de schilbrandgevoeligheid te achterhalen. En ook de nieuwe Productapp van Certis geeft veel informatie. Belangrijk voor ons werk is dat je snel antwoord hebt op vragen. Klanten waarderen dat. Daarmee kunnen bedrijven zich onderscheiden in de markt. Dus ik zeg: laat ze maar komen die apps! Ik ben er wel H-app-ig op”, grapt Testers. 3 “Klanten waarderen dat je advies direct paraat hebt. Daarmee kunnen we ons onderscheiden in de markt”, ervaart Walter Testers. Gegrond “Valbon vooral goede gewasverzekering” Marc Steijn runt een akkerbouwbedrijf in Zeewolde. Een belangrijk deel van het bouwplan in zijn onderneming is gereserveerd voor de teelt van 1e-jaars plant- en zaai-uien. Vooral de 1e-jaars plantuien vragen veel zorg en aandacht. Zeker als het gaat om het voorkomen van ziekten zoals valse meeldauw, stemphylium en bladvlekkenziekte. “Die mogen absoluut niet in het uitgangsmateriaal voorkomen”, aldus Steijn. Valbon kan ook beginnende infecties stoppen “Valbon heeft als voordeel dat het niet alleen de werkzame stof mancozeb bevat, maar ook benthiavalicarb”, vult Steijn aan. “Dat heeft een lokaal systemische werking en kan daarmee beginnende meeldauwinfecties stoppen. Stel ik had vanmorgen moeten spuiten, maar door een fikse regenbui moet dat worden uitgesteld. In zo’n geval kun je dan dus Valbon inzetten. Met andere nu beschikbare middelen die enkel op basis van mancozeb preventief werken gaat dat niet. Ik zie Valbon vooral als een goede gewasverzekering. Voor mij telt alleen dat ik een goed ziektevrij product wil afleveren.” n Uitgangsmateriaal ziektevrij houden De jonge zeeklei rondom het bedrijf van Steijn is uitermate geschikt voor de teelt van uien. Normaal kan de uienteler al vroeg aan de gang met het uien zaaien. Dit voorjaar is de ondergrond echter erg nat en taai. Door de vele neerslag in het najaar en het ontbreken van vorst in de winter laat de structuur te wensen over. Dus restte hem niets anders dan geduldig te wachten tot ook de onderlaag voldoende droog was om een fijn zaaibed te kunnen maken. “Dat is erg belangrijk om een gelijkmatige opkomst te krijgen. Daarmee creëer je uiteindelijk ook de beste omstandigheden voor ziektebestrijding”, weet Steijn. Ook als het gaat om het voorkomen van valse meeldauw. “Hoe sterker de planten, hoe beter de middelenopname, hoe zekerder je bent van een goede werking.” Flexibele afwisseling Op advies van zijn teeltbegeleider Jorik Dijksterhuis, werkzaam bij Agrifirm Plant, gebruikt hij het middel Valbon. Samen leggen ze uit dat het nog maar kort toegelaten middel in uien een mooie aanvulling vormt op het bestaande aanbod. In een 4- tot 10-daags spuitschema wisselt Steijn het middel Valbon dit jaar af met een ander middel dat ook op valse meeldauw werkt. “Die flexibele afwisseling zorgt ervoor dat ook bij hoge meeldauwdruk de ziekte toch goed bestreden kan worden”, licht Dijksterhuis toe. “Het past bovendien prima binnen het etiket. Met de eerste bespuiting mag je beginnen vanaf het moment dat de planten in de rij elkaar beginnen te raken. En dan kun je, afhankelijk van de ziektedruk, maximaal drie bespuitingen uitvoeren met een interval van zeven tot veertien dagen. Als je dan ook wilt afwisselen met een ander middel, dan mag dat. Echter als je drie keer Valbon hebt ingezet, dan moet je een time-out van dertig dagen in acht nemen voordat je weer Valbon mag inzetten”. Gegrond n “Ik zie Valbon vooral als een goede gewasverzekering. Voor mij telt alleen dat ik een goed ziektevrij product wil afleveren”, meent uienteler Marc Steijn (boven). Teeltbegeleider Jorik Dijksterhuis van Agrifirm kan dat beamen. 4 veel positieve reacties over nissodium Volgens Fokke Smit zijn er jaarlijks grote regionale verschillen in meeldauwdruk in granen. In gebieden waar meeldauw toeslaat, kunnen flinke aantastingen zichtbaar zijn. We geven teeltadviseurs het advies mee om 0,25 liter Nissodium toe te voegen aan de reguliere schimmelbestrijding, zeker als de omstandigheden voor meeldauw gunstig zijn of als er op het moment van spuiten al meeldauw aanwezig is. Dat dit goed werkt, is wel gebleken uit de vele positieve reacties die we vorig seizoen hebben ontvangen. Uitkomst voor gevoelige graanrassen Combinatiemiddelen hebben volgens Smit slechts een nevenwerking op meeldauw. Bovendien is door het veelvuldig toepassen van dezelfde werkzame stof in veel graanmiddelen de laatste jaren een verminderde gevoeligheid ontstaan. De gevolgen hiervan zijn in de praktijk merkbaar, vooral in gebieden waar gevoelige tarwerassen groeien. Ieder jaar nemen daar de problemen met meeldauw toe, ervaart Smit. “We zien hierin vooral een opmars van vroege aantastingen.” Zowel preventief als curatief Voor de gevoelige graanrassen is Nissodium een uitkomst. Met het voor Nederland nog vrij nieuwe fungicide is de schimmelziekte namelijk uitstekend onder controle te houden, inclusief de minder gevoelige typen. “We zien vooral een opmars van vroege aantastingen. Voor de gevoelige graanrassen is Nissodium een uitkomst”, ervaart Fokke Smit. Dat is mede te danken aan de werkzame stof in dit middel, cyflufenamid uit de nieuwe chemische groep van phenyl-acetamides. Belangrijk is ook dat Nissodium zowel een sterk preventieve als curatieve werking heeft. Het beste is natuurlijk om een meeldauwaantasting voor te zijn. De meeste graantelers weten wel wanneer het erop aan komt. “Bij een dikke stand, verzwakte plekken in het gewas, vochtig/warm weer en dat allemaal aan het eind van de uitstoeling, dan kun je met zekerheid meeldauw verwachten”, weet Smit. Vlak daarvoor is dus het aangewezen moment om een preventieve behandeling met Nissodium uit te voeren. En dat kan in alle belangrijke graanteelten. “Wanneer de meeldauw al is toegeslagen, dan is er nog geen man overboord. Nissodium heeft ook een sterke curatieve werking. Dus zodra al een aantasting is waargenomen, is Nissodium in stadium T1 ook curatief toe te dienen, zowel solo als in een tankmix. Voor de aparte bespuiting is de adviesdosering 0,5 liter per hectare. In de tankmix met andere fungiciden, is de adviesdosering 0,25 liter per hectare.” n Belangrijk is dat Nissodium zowel een sterk preventieve als curatieve werking heeft. 5 Gegrond Mocap 15G werkt doeltreffend op alle ritnaalden Net als veel andere organismen komen ook ritnaalden in meerdere soorten voor. Tussen de soorten zijn er verschillen in ontwikkelingscycli aan te wijzen, geeft technisch adviseur Harry Hansma aan. Dat zijn de feiten, evenals het gegeven dat het aantal meldingen van schade in aardappelen jaar op jaar toeneemt. Met Mocap 15G heeft de sector gelukkig een doeltreffend middel in handen om dat juist te voorkomen. Mocap geeft laagste knolaantasting Officiële veldproeven en praktijkervaringen leveren al jaren achtereen het bewijs dat Mocap 15G de beste werking heeft op ritnaalden. Dat blijkt ook uit de grote vraag naar Mocap. Steeds meer telers en afnemers van aardappelen laten weten dat ze ritnaaldenschade in aardappelen aantreffen. Voor een deel heeft dit te maken met het verdwijnen van breed werkende insecticiden in de aardappelteelt. Het gevolg hiervan is dat de populatie ritnaalden in sommige percelen zover is toegenomen, dat het vaker tot schadelijke aantastingsniveaus leidt. Maar er komt nog een factor bij. Het lijkt er namelijk op dat de aanwezigheid van verschillende soorten toeneemt. Harde cijfers zijn hierover nog niet voorhanden. Wat we wel weten, is dat Mocap ook deze goed weet te bestrijden. Inmiddels kennen we vier belangrijke soorten binnen het geslacht Agriotes. Deze kunnen alle vier kwaliteitsverliezen veroorzaken wanneer je ze niet op tijd aanpakt, aldus Hansma. Goede werking onomstotelijk bewezen Problemen doen zich zowel voor in de tafelaardappel- als in de industrieteelten. In diverse participatieonderzoeken die Certis onder meer bij PPO Lelystad, op de locaties Westerbork en Koekange en recentelijk op de Oostwaardhoeve heeft uitgevoerd, is de krachtige werking van Mocap onomstotelijk bewezen. Het draait bij kwaliteitsbeoordelingen namelijk altijd om de cruciale beslissing: goedgekeurd of afgekeurd. “Dan zie je dat na een behandeling met Mocap de wijzer vaak doorslaat naar een goedkeuring”, laat Hansma zien. In de genoemde participatieproeven zijn diverse middelen en behandelmethoden tegen ritnaalden met elkaar vergeleken. Mocap gaf hierbij de laagste knolaantasting. De knollen uit de Mocap plotjes zijn voor een praktijkbeoordeling aangeboden aan de verwerkende industrie. Daarbij kwam aan het licht dat na schillen de licht aangetaste knollen van de Mocap- “Na een behandeling met Mocap 15G slaat de wijzer veelal door naar een goedkeuring”, vertelt Harry Hansma. objecten in aanmerking kwamen voor levering en verwerking. De inboringen bleken bij deze licht aangetaste knollen slechts ondiep. En dat kan juist het verschil maken tussen wel of niet kunnen leveren. Het ultieme bewijs dat het middel voor een goede en rendabele aardappelteelt onmisbaar is bij n verwachte problemen met ritnaalden.” Chloor-ipc onmisbaar in de preiteelt Om in het voorjaar muur in prei goed onder controle te houden, willen preitelers graag een toelating voor Certis Chloor-IPC vloeibaar. Zeker wanneer het voorjaar koud is, zien preitelers Chloor-IPC als de oplossing in de strijd tegen onkruiden als muur. Sectorbetrokkenen als Hans de Keijzer van Hoofd Productschap Akkerbouw (HPA) en Piet van der Haas van Mertens Agro onderstrepen dat belang. Knelpunten oplossen “We werken momenteel hard aan een toelating voor Certis Chloor-IPC in prei”, laat De Keijzer weten. Dit voorjaar is een Gegrond 38A-aanvraag (120-dagenregeling) de deur uitgegaan, omdat een definitieve toelating via de nieuwe regeling Kleine Uitbreiding Gewasbeschermingsmiddelen (KUG) helaas nog op zich laat wachten. De Keijzer herhaalt het nog maar eens: “Het is aan de sectoren zelf, in dit geval de preisector, om knelpunten aan te dragen waarvoor een tijdelijke toelating als via de 38A-regeling nodig is. Het moet aan alle beoordelende instanties volstrekt helder zijn dat het om een noodsituatie gaat. Wil je dat onderstrepen, dan zul je de aanvraag tijdig moeten indienen. Door de onduidelijkheden rond de opvolging van Miriam Breedeveld als Coördinator Effectief Middelen Pakket (CEMP) is de aanvraag voor een vrijstelling dit jaar laat ingediend, waardoor deze waarschijnlijk ook later beschikbaar komt.” “Wil je een tijdelijke toelating, dan moet het aan alle beoordelende instanties volstrekt helder zijn dat het om een noodsituatie gaat”, benadrukt Hans de Keijzer. 6 Wim van de Ree, Nedato: “We moeten nog promoveren naar de Eredivisie” Afgelopen seizoen organiseerde Certis Europe uit Maarssen een symposium met als titel ‘Aardappelkwaliteit en bewaring’. “Om de grote stroom aardappelen in Europa nog beter te kunnen sturen en hogere kwaliteit te kunnen leveren, moeten we promoveren naar de Eredivisie”, liet Nedato-directeur Wim van de Ree als een van de gastsprekers weten. “Ondanks het feit dat we goede, moderne bewaarschuren en uitstekende kiemremmingsmiddelen hebben, zijn we nog geen wereldkampioen. We zijn opgeklommen naar de Eerste Divisie, maar zullen nog moeten promoveren naar de Eredivisie. Het is van groot belang om de kwaliteit van onze aardappelen beslist nog verder te verbeteren, willen we mee kunnen blijven spelen aan de top. Nu is de wisselvalligheid in de kwaliteit nog te groot”, legt Van de Ree uit. Een afzetorganisatie als Nedato ziet zichzelf daarbij als ketenregisseur. Van de Ree wil de klantenbehoeftes graag vertalen naar optimalisering van de productie door waardevermeerdering in de keten. “Die waardevermeerdering willen we verdelen over de ketenpartners. Leveranciers van gewasbeschermingsmiddelen horen daar ook bij”, verduidelijkt Van de Ree. “Dat gaat echter niet zomaar”, is zijn ervaring. “Daar heb je discipline, flexibiliteit, vertrouwen, transparantie en efficiëntie voor nodig”, legt hij uit. “Wij verkopen in feite geen aardappelen, maar 365 dagen per jaar een vol aardappelschap in de supermarkt. Kortom, we zijn een fullservice-organisatie.” Om daarbij meer ‘local for local’ te kunnen werken ziet Van de Ree een groeiende rol voor lang bewaarde aardappelen van een perfecte kwaliteit. Hij is van mening dat een kiemremmer als Royal MH hierin een belangrijke rol kan vervullen. Bewaring begint op het land Op het proefveld naast de symposiumtent heeft Certis diverse proefvelden aangelegd waarin de aardappelen met het middel zijn behandeld. “Met Royal MH begint de bewaring al op het land”, legt teeltspecialist Harry Hansma uit. Het toepassingstijdstip vraagt daarbij om een goede timing, zo blijkt uit zijn verdere uitleg. Hij geeft aan dat het optimale toepassingstijdstip van de eenmalige bespuiting drie tot vijf weken voor loofdoding is. Dan gaat het om het moment waarop de bloei van het gewas voorbij is en zeker 80 procent van de knollen een doorsnee heeft van boven de 25 millimeter. “Het middel heeft namelijk minimaal drie weken nodig om voldoende middel op te bouwen voor een goede werking in de aardappelknol. Door de toepassing zijn ze in bewaring een stuk minder kiemlustig. Bij schilbrandgevoelige rassen blijft daardoor de kwaliteit behouden. Daarnaast voorkomt het middel inwendige kieming. Tot slot is er veel minder aardappelopslag in de volgteelt aanwezig”, somt Hansma als voordelen op. Dit laatste was ook goed te zien op het proefveld, waar de uitgeplante knollen van het vorig seizoen behandelde gewas veel minder opgekomen planten lieten zien. n Wim van de Ree ziet een groeiende rol voor lang bewaarde aardappelen van een perfecte kwaliteit. voor bestrijding van muur Muur drukt ook kwaliteit Dat de 38a aanvraag wederom een noodsituatie betreft, zoals De Keijzer het aanduidt, staat volgens Piet van der Haas buiten kijf. Als adviseur van de werkgroep Prei en teeltspecialist bij Mertens Agro uit Horst, weet hij als geen ander dat preitelers in Nederland staan te springen om een toelating van Chloor-IPC. “Certis tracht via de nieuwe regeling Kleine Uitbreiding Gewasbeschermingsmiddelen (KUG) een langdurige toelating te krijgen. Dit blijkt uiteindelijk voor de start van het seizoen niet haalbaar, vandaar dat we nu weer een beroep hebben gedaan op de 120-dagenregeling. Voor preitelers is een toelating van groot belang. ChloorIPC is namelijk het enige middel dat 7 onder koudere weersomstandigheden afdoende werkt tegen muur. We hebben nog wel andere contactherbiciden voor de teelt tot onze beschikking, maar die werken nauwelijks bij lage temperaturen. Je zou de dosering van de andere middelen nog wel kunnen verhogen, maar dat geeft weer schade aan de prei. Chloor-IPC is onder koude omstandigheden zacht voor prei en is van groot belang om muur de baas te blijven. Wanneer dit onkruid een kans krijgt, dan groeit het helemaal in de prei. Dat kost niet alleen opbrengst, maar is ook erg hinderlijk bij de oogst. Je krijgt dan veel tarra en beschadiging van de planten. Dit gaat natuurlijk ten koste van kilo’s en van de kwaliteit", aldus Van der Haas. n “Muur in prei gaat ten koste van kilo's en van de kwaliteit”, weet Piet van der Haas uit ervaring. Gegrond Rasbezichtiging zelfs op vrije dag Zoals ieder jaar trok de Schilbranddag op het PPO te Lelystad afgelopen winter weer veel belangstellenden. Zowel kwekers, afnemers als verwerkers van aardappelen waren aanwezig om kennis te nemen van recente onderzoeksresultaten naar schilbrandgevoeligheid op diverse rassen. Velen willen jaarlijks de rasbezichtiging niet missen en kweker Jan-Eric Geersing offerde er zelfs zijn vrije dag aan op. Aardappelrassen testen op gevoeligheid voor CIPC Eigenlijk heeft hij vakantie, maar Jan-Eric Geersing wil als trouw bezoeker van de Certis Schilbranddag de rasbeoordelingen absoluut niet missen. Hij is daarom op zijn vrije dag gewoon present in de kas op het PPO proefbedrijf aan de Edelhertweg in Lelystad. Hier test Certis als leverancier van Gro-Stop Ready al jaren vele aardappelrassen op de chloorprofam (CIPC) gevoeligheid voor schilbrand. Geersing is werkzaam als gewasbeschermingsdeskundige bij Cebeco Agrochemie, en hij vertegenwoordigt het Schotse handelshuis Caithness Potatoes voor Nederland. Hij is verantwoordelijk voor rasintroducties van nieuwe variëteiten en de beproeving hiervan onder Hollandse omstandigheden. Van datzelfde Caithness liggen ook enkele rassen in de beproeving. Een zeer gevoelig ras voor CIPC is de Harmony. Voor Geersing is het een passend referentieras om goed te kunnen vergelijken met nieuwe rassen. “De Harmony kan overigens ook prima zonder een inschuurbehandeling, want het is een trage kiemer en hij kan prima toe met alleen Gro-Stop Fog. Alleen rassen waarvan we onvoldoende gegevens hebben leggen we in overleg met Certis hier in onderzoek”, laat Geersing weten. n Jan-Eric Geersing wil als trouw bezoeker van de Certis Schilbranddag de rasbeoordelingen absoluut niet missen. SPNA test Royal MH in vierjarige proef Op de jaarlijkse Open Dag van proefboerderij Kollumerwaard te Munnekezijl presenteerden onderzoekers van SPNA Agroresearch de voorlopige resultaten van kiemremming met Royal MH. De eerste twee jaar van beproevingen tonen grote overeenkomsten met eerdere ervaringen die elders in Nederland en Europa zijn opgedaan, laat onderzoeker Douwe Anema weten. In het kassencomplex dat gebouwd is aan de grote loods van de proefboerderij, staan kistjes met aardappelen van vier rassen uitgestald. Het gaat om de Agria, Annabelle, Innovator en Asterix. Onderzoeker Douwe Anema van SPNA Agroresearch legt uit dat het monsters zijn van jaar nummer 3 van een degelijke vierjarige proef. Het is nog maar eind januari als ze uitgestald liggen, dus de bewaarproef van dit jaar is daarmee nog niet afgerond. Toch kan Anema al wel voorspellen wat de uitkomst zal zijn. “Immers gedurende al twee jaar van beproeving zijn goede resultaten op kiemremming geboekt”, laat hij breed lachend weten. “Zoals bekend van Royal MH moet je het middel op het juiste tijdstip spuiten”, vervolgt de onderzoeker. “Je past de kiemremmer immers al toe in het veld over het gewas. Het beste moment is drie tot vijf weken voor de loofdoding. Even onder de grond kijken of de knollen groot genoeg zijn, is dan een goede controle. Op dat moment gespoten heeft het geen invloed op de opbrengst. De reden dat we hier op de proefboerderij Royal MH testen, is dat telers hier uit de regio om gevraagd hebben. Ze willen zeker weten dat het middel in de rassen werkt die zij hebben aangegeven. En dat dit door een onafhankelijk instituut gebeurt. Over ruim een jaar zullen de definitieve resultaten bekend zijn”, aldus Anema. n C o l o f o n Gegrond Nieuwsbrief van Certis Europe B.V. voor de Akkerbouw en de Vollegrondsgroenteteelt. Certis biedt systeemoplossingen voor milieubewuste, geïntegreerde gewasbescherming. De onderneming levert de kennis en de producten, zoals biologische en chemische middelen. Certis ondersteunt hiermee telers van specialistische, hoogwaardige gewassen bij de ontwikkeling van een gezonde en duurzame teelt. Postbus 1180 3600 BD Maarssen Safariweg 55 3605 MA Maarssen T +31(0)346 29 06 00 E [email protected] www.certiseurope.nl “Zoals bekend van Royal MH moet je het middel op het juiste tijdstip spuiten. Spuit je het te vroeg of te laat, dan Technisch adviseur Akkerbouw (Noord-Nederland): Fokke Smit (06-13 64 91 95) Technisch adviseur Akkerbouw (Zuid-Nederland): Harry Hansma (06-53 70 06 83) is de kiemremming onvoldoende”, heeft Douwe Anema ook in de SPNA-proeven ervaren 8 Gegrond
© Copyright 2024 ExpyDoc