Formulier Melding concentratie bij de NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 15 Juli 2014 FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 1 Formulier melding concentratie Vertrouwelijkheid Stichting Rijnland Zorggroep en Stichting Diaconessenhuis Leiden wijzen er op dat deze melding en de daarbij aangeleverde bijlagen vertrouwelijke bedrijfsinformatie in de zin van artikel 10, lid 1, onder c van de Wet openbaarheid bestuur bevat. Kenbaarmaking van deze vertrouwelijke informatie aan derden is niet toegestaan omdat daardoor de commerciële belangen van de betrokken ondernemingen kunnen worden geschaad. Inhoudsopgave Hfdstuk Inhoud 1. Inlichtingen over betrokken organisaties 2. Gegevens over de concentratie 3. Gegevens over de gevolgen van de concentratie 4. Gegevens over de continuïteit van cruciale zorg 5. Gegevens over de betrokkenheid van cliënten, personeel en andere stakeholders 6. Mee te zenden documenten Zie hieronder Bijlage 1. VERTROUWELIJKHEID Ja, vertrouwelijk 2. 3a. 3 b. 4. 5. 6. 7. 8 a. 8 b. 9 a. 9 b. 10 a. 10 b. 10 c. 11 11 12 12 12 12 a. b. a. b. c. d. 13. 14. Inhoud Intentieverklaring Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden, 17 december 2013 Meerjarenbegroting Flyer en poster t.b.v. patiëntenraadpleging Flyer Digitale vragenlijst en informatiebijeenkomsten Persbericht Zorgbelang, 18-08-2014 Patiëntenraadpleging verkenning naar mogelijke samenwerking Diaconessenhuis Leiden en Rijnland Zorggroep; een patiëntentoets. Zorgbelang Zuid-Holland, september 2013 Advies voorgenomen besluit fusie Diaconessenhuis Leiden met Rijnland Zorggroep, Cliëntenberaad Diaconessenhuis Leiden, 10 januari 2014 Advies voorgenomen besluit fusie Diaconessenhuis Leiden met Rijnland Zorggroep, Cliëntenberaad Rijnland ziekenhuis, 10 januari 2014 Advies CLR Leythenrode V&V d.d. 08-01-2014 Reactie op advies CLR Leythenrode door RvB RZG d.d. 0801-2014 Advies CLR Oudshoorn V&V d.d.20-12-2013 Reactie op advies CLR Oudshoorn door RvB RZG d.d. 0801-2014 Adviesaanvraag OR Rijnland Zorggroep inzake fusie 15 11-2013 Advies OR Rijnland Zorggroep d.d. 24-02-2014 Reactie op advies OR door RvB RZG d.d. 26-02-2014 Advies OR Diaconessenhuis Leiden d.d. 24-02-2014 Reactie op advies OR door RvB Diac d.d 26-02-2014 Advies Medische staf RZG d.d. 23-01-2014 Reactie op advies VMS door RvB RZG d.d. 28-01-2014 Reactie op advies VMS door RvB Diac d.d.05-03-2014 Advies BOR inzake opdracht voor Strategisch Beleidsplan d.d. 20-03-2014 Advies Medische staf Diaconessenhuis d.d. 26 februari 2014 Uittreksel K.v.K: vertegenwoordigingsbevoegdheid FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden VERTROUWELIJKHEID Zie in het document Zie in het document Zie in het document Zie in het document Zie in het document Ja, vertrouwelijk Nee Nee Nee Nee Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Ja, vertrouwelijk Nee 2 15. 16 a t/m g 17. 18. Rijnland Zorggroep Uittreksel K.v.K: vertegenwoordigingsbevoegdheid Diaconessenhuis Leiden Brieven aan stakeholders inzake informatie over concentratieplannen Tabel ‘zorg in de regio’ Brief BOR inzake zorgprofielen en risico’s d.d.17-06-2014 FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden Nee Ja, vertrouwelijk Nee Ja, vertrouwelijk 3 1. Inlichtingen over de betrokken organisaties Stichting Rijnland Zorggroep (“Rijnland Zorggroep”) naam: Stichting Rijnland Zorggroep rechtsvorm: Stichting naar Nederlands recht adres: Postbus 4220 2350 CC Leiderdorp Simon Smitweg 1 2353 GA Leiderdorp telefoonnummer: […] handelsregisternummer: 28098126 Stichting Diaconessenhuis Leiden ("Diaconessenhuis Leiden") naam: Stichting Diaconessenhuis Leiden rechtsvorm: Stichting naar Nederlands recht adres: Postbus 9650 2300 RD Leiden Houtlaan 55 2334 CK Leiden telefoonnummer: [...] handelsregisternummer: 40445200 1.2 Geef een beschrijving van de (bedrijfs)activiteiten van alle betrokken organisaties en geef aan in welke sectoren zij werkzaam zijn. Het Rijnland Ziekenhuis levert ziekenhuiszorg vanuit haar locatie in Leiderdorp (442 bedden) en haar ziekenhuislocatie in Alphen aan de Rijn (28 bedden). Diaconessenhuis Leiden levert ziekenhuiszorg vanuit haar vestiging in Leiden (300 bedden). Rijnland Zorggroep is actief in de zorgkantoor regio Zuid-Holland Noord met een verpleeghuis in Leiderdorp, en een verpleeghuis in Alphen aan den Rijn. Diaconessenhuis Leiden is noch op het gebied van verzorgingshuiszorg, noch op het gebied van verpleeghuiszorg actief. Rijnland Zorggroep is actief op het gebied van dagbehandeling en dagactiviteiten voor ouderen. Diaconessenhuis Leiden is niet actief op dit gebied. Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis exploiteren beiden een poliklinische apotheek in hun ziekenhuizen in Leiderdorp respectievelijk Leiden. Rijnland Zorggroep Rijnland Zorggroep is een enkelvoudige stichting. Deze stichting houdt 100% van de aandelen in de besloten vennootschap Rijnland Medisch Centrum B.V. In deze besloten vennootschap worden vanaf 2011 geen activiteiten meer ontplooid. De vennootschap wordt evenwel in stand gehouden in verband met mogelijke toekomstige activiteiten. Een organigram van de organisatiestructuur van Rijnland Zorggroep is onderstaand weergegeven. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 4 Rijnland Zorggroep participeert in diverse contractuele samenwerkingsverbanden, waaronder de Stichting Transmuralis, die onder meer gericht zijn op het verwezenlijken van ketenzorg. Diaconessenhuis Leiden Stichting Diaconessenhuis Leiden is een enkelvoudige stichting en heeft geen zeggenschap over andere stichtingen en houdt geen aandelen in andere vennootschappen. Een organigram van de organisatiestructuur van Diaconessenhuis Leiden is onderstaand weergegeven. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 5 Ook Diaconessenhuis Leiden participeert in diverse (contractuele) samenwerkingsverbanden 1.3 Vermeld de namen, adressen, telefoonnummers, faxnummers, eventuele elektronische postadressen en functies van de aangewezen contactpersonen. Contactpersonen Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden naam: Mw drs. P. Mereu functie: secretaris raad van bestuur Rijnland Zorggroep adres: Simon Smitweg 1 2350 CC Leiderdorp telefoonnummer: [...] faxnummer: [...] e-mailadres: [...] naam: functie: adres: telefoonnummer: e-mailadres: naam: functie: adres: telefoonnummer: e-mailadres: De heer R. Treffers, arts voorzitter raad van bestuur Rijnland Zorggroep Simon Smitweg 1 2353 GA Leiderdorp [...] [...] De heer dr M.W. de Jong lid raad van bestuur Diaconessenhuis Leiden Houtlaan 55 2334 CK Leiden [...] [...] FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 6 1.4 Geef aan welke van de betrokken organisaties zorgaanbieder zijn. Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden zijn beiden zorgaanbieders. 1.5 Geef voor elk van de betrokken zorgaanbieders aan door hoeveel personen zij in de regel zorg doen verlenen. Licht uw antwoord toe. Personeelsomvang in aantallen medewerkers (per 31 december) Diaconessenhuis Leiden 2012 2011 2010 Personeel in loondienst (excl. medisch specialisten) Medisch specialisten (in loondienst en vrij) Totaal 1.254 1.442 1.427 82 85 87 1.336 1.527 1.514 Personeelsomvang in aantallen medewerkers (per 31 december) Rijnland Zorggroep 2012 2011 2010 Personeel in loondienst (excl. medisch specialisten) Medisch specialisten (in loondienst en vrij) Totaal 2.744 2.676 2.688 129 133 131 2.873 2.809 2.819 De concentratie is gemeld bij de ACM op 30 december 2013. De ACM heeft op 20 februari 2014 laten weten geen vergunningseis nodig te achten. 2. Gegevens over de concentratie 2.1 Beschrijf het karakter van de operatie: - Vermeld daarbij of het gaat om een fusie, de verkrijging van uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap of de totstandbrenging van een gemeenschappelijke organisatie, in de zin van artikel 27 van de Mededingingswet. - Zet uiteen hoe de structuur van eigendom en zeggenschap er na de concentratie uit zal zien. - Vermeld alle overeenkomsten en transacties die de concentratie belichamen of die daarmee samenhangen. Met de concentratie samenhangende overeenkomsten en transacties dienen ook te worden vermeld indien deze reeds zijn aangegaan of uitgevoerd. Fusie De raden van bestuur van Stichting Diaconessenhuis Leiden en Stichting Rijnland Zorggroep (hierna: partijen) hebben het voornemen om een juridische fusie aan te gaan. Partijen hebben de Ondernemingsraden, de Verenigingen van Medisch Specialisten, Cliëntenberaden in beide huizen en de cliëntenraden van de V&V locaties van Stichting Rijnland Zorggroep, advies gevraagd over deze fusieplannen. Waar in deze melding wordt gesproken over ‘fusie’, wordt de concentratie c.q. juridische fusie bedoeld. Het voornemen is om in eerste instantie bestuurlijk te fuseren door het aangaan van een Personele Unie per 1 juni 2014 of zoveel later als nodig blijkt voor een zorgvuldige FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 7 voorbereiding. De Personele Unie zal het strategische en financiële beleid gaan bepalen van de twee onderliggende stichtingen Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden. De Personele Unie krijgt een nieuw te formeren raad van toezicht en raad van bestuur. Feitelijk leidt de operatie tot het samengaan van de oprichtende stichtingen in een economische eenheid, in de zin van artikel 27, lid 1 a Mededingingswet. De bestuurlijke fusie heeft als primaire en voornaamste doel om de administratief gezien complexere juridische vorm van die juridische fusie op een verantwoorde wijze vorm te geven. Het is zeer wel mogelijk dat de tijdspanne tussen het moment van goedkeuring van de concentratie door de NZa en de voorgenomen datum voor de juridische fusie zodanig gering is geworden, dat beide data mogelijk gelijk gaan vallen. Intentieverklaringen Op 13 mei 2013 is door Partijen een intentieverklaring getekend. Deze verklaring richtte zich op een verkenning in hoeverre een intensieve samenwerking zou kunnen bijdragen aan het realiseren van betere zorg en behoud van zorg in de verzorgingsgebieden. De verkenning beoogde in ieder geval de uitwerking van de haalbaarheid en wenselijkheid van de beoogde concentratie en daarbij een antwoord te geven op de vraag hoe de samenwerking bestuurlijk vorm gegeven zou kunnen worden Het onderzoek had tevens tot doel partijen op basis van de resultaten op verantwoorde wijze in staat te stellen een besluit te nemen over het al dan niet aangaan van een vorm van verdergaande samenwerking en het meenemen van belangrijke stakeholders in deze weg naar besluitvorming. Het verkennend onderzoek heeft geleid tot het voorgenomen besluit tot fusie. Hiertoe is op 17 december 2013 door partijen een intentieverklaring getekend (bijlage 1). 2.2 Beschrijf de wijze waarop en het tijdsbestek waarbinnen de concentratie zal worden gerealiseerd. Beschrijf hierbij: - welke activiteiten de organisatie na concentratie zal ontplooien; - over welke periode de daadwerkelijke integratie van (onderdelen van) de organisaties zich uitstrekt; - hoe het implementatieplan eruit ziet. Hiertoe behoort ook een goede inventarisatie van integratieproblematiek bij de bedrijfsvoering (ICT-systemen, financiële systemen, integratie van ondersteunende en operationele processen e.d.). De beoogde concentratie is bedoeld om het huidige zorgaanbod en de huidige kwaliteit van zorg te behouden voor de regio. Dat betekent dat de activiteiten na concentratie dezelfde zijn als de activiteiten die partijen ontplooien vóór concentratie. Mogelijk zullen sommige activiteiten na concentratie op een andere dan de huidige locatie worden aangeboden. Het betreft hier de activiteiten van de zogenaamde ondersteunende afdelingen (ICT, HRM, etc). De concentratie zal gefaseerd plaatsvinden. Partijen houden rekening met een transitieperiode van één jaar, waarvoor een planning is gemaakt. Deze periode wordt onder meer gebruikt voor: • Oriëntatie op de ontwikkelingen in de zorg en de mogelijke implicaties op de toekomstige strategie; • Oriëntatie op de ontwikkelingen in de zorg, met name de gevolgen van de integrale tarifering en de mogelijke implicaties op de besturingsfilosofie; • opstellen gezamenlijk sociaal plan; • opstellen van uniforme functiebeschrijvingen en de opbouw van een nieuw functiegebouw; • analyse van en opstellen van een plan voor integratie ICT systemen en –processen; • integratie van de ondersteunende diensten; • inventariseren inkoop- en samenwerkingscontracten en aanleggen centraal contractenregister; • ontwerpen nieuwe organisatiestructuur, passend bij de nieuwe multilocatie organisatie FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 8 De daadwerkelijke voorbereiding van de implementatie van deze aspecten komt aan de orde wanneer de fusie wordt gerealiseerd. Gezien het belangrijke voorwaardenscheppende karakter van de integratie van de bedrijfsvoering, wordt hierop nu reeds geanticipeerd. Hier geven wij beknopt de geplande activiteiten weer: Voor het doorontwikkelen van de strategieën in zowel de cure als in de care en de samenhang en samenwerking tussen 1e, 2e en 3e lijn, is het gewenst de ontwikkelingen in de zorg voortdurend te analyseren en te benoemen, zodat tijdig geanticipeerd kan worden op deze veranderingen. Nu de belangrijkste aanpassingen als gevolg van externe factoren zijn gerealiseerd is het gewenst dat de nieuwe organisatie zich gaat voorbereiden op bestendiging en verdere ontwikkelingen, wat voor de continuïteit van een zorgorganisatie noodzakelijk is. Voor begeleiding van deze lange termijn oriëntatie, zoals de integrale tarifering, optimale besturingsfilosofie, ondernemende en flexibele organisatiestructuur schakelen partijen externe ondersteuning in. In dit proces zullen ook cliënten, medewerkers, medisch specialisten en stakeholders betrokken worden. ICT systemen en -processen In een vroegtijdig stadium is aan een externe partij opdracht gegeven om te komen tot een ‘ICT roadmap’. Dit zal in ieder geval de volgende elementen bevatten: • Een inventarisatie en analyse van het applicatielandschap, plus uitgewerkte scenario’s voor de toekomstige situatie; • Een inventarisatie van de infrastructuur, plus een voorstel (eventueel scenario’s) voor de toekomstige situatie; • Een raming van de kosten m.b.t. investeringen en exploitatie; • Een voorstel voor de inrichting van de ICT organisatie (structuur, processen, beoordeling van de maturiteit in relatie tot ambitie); • De weg naar de eindsituatie op basis van een stappenplan en prioriteitstelling. Integratie van ondersteunende en operationele processen Voor de ondersteunende functies geldt als uitgangspunt dat deze per 1 januari 2015 volledig zijn of worden geïntegreerd. Dat wil zeggen dat: • Voor iedere functie geldt dat deze in één ondersteunende afdeling is belegd; • De benoeming van de leidinggevenden en medewerkers in de ondersteunende afdeling heeft plaatsgevonden; • De doelstelling, positie, werkwijze, besturing en begroting van ieder van de ondersteunende afdelingen is vastgelegd in een bedrijfsplan. Hierin is ook begrepen de besturing in relatie tot de raad van bestuur en de primaire afdelingen; • Op het moment van integratie wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van uniforme processen en systemen. Voor zover dit op de fusiedatum nog niet te realiseren is, is op dat moment een planning gemaakt om deze situatie te bereiken. Voor de integratie wordt een fasering gehanteerd waarbij achtereenvolgens aan de orde komen de inventarisatie van de huidige situatie, het ontwerp van de nieuwe situatie, de voorbereiding van de implementatie en tenslotte de implementatie als zodanig. 2.3 Beschrijf de doelstellingen van de concentratie. 2.4 Beschrijf de redenen voor concentratie. Beschrijf daarbij welke alternatieven in de voorbereiding in beschouwing zijn genomen en waarom concentratie daarbij uiteindelijk de voorkeur heeft gekregen. Doelstelling van de concentratie is het realiseren van behoud van kwalitatief hoogwaardige zorg in de verzorgingsgebieden. Kwaliteit- en volumenormen Concentratie van ziekenhuisfuncties wordt primair gedreven door de breed aangehangen overtuiging, ondersteund door nationaal en internationaal onderzoek, dat naarmate het volume van behandelingen groter is, de kwaliteit van de zorg ook beter is. Hogere zorgkwaliteit kan dan tot lagere kosten leiden doordat bijvoorbeeld het aantal complicaties FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 9 en heropnames afneemt (bron: NVZ). Daarnaast ontwikkelen wetenschappelijke verenigingen kwaliteitsnormen in de zin van minimumaantallen voor type behandelingen. Zorgverzekeraars nemen vervolgens deze aanbevelingen over als minimale eis in de contractonderhandelingen. Dat leidt ertoe dat kleinere ziekenhuizen niet (meer) kunnen voldoen aan deze volume-eisen en genoodzaakt zijn specifieke behandelingen en/of operaties te beëindigen. Het betreft hier zowel de laagcomplexere zorg die in hogere volumes wordt aangeboden als acute zorg, chronische zorg en hoger complexe zorg. Dit geldt onder meer op het gebied van vaatchirurgie, acute zorg en oncologische zorg. Zelfstandig lopen partijen het risico behandelingen en/of operaties in een of beide ziekenhuizen kwijt te raken door het niet langer kunnen voldoen aan steeds hogere volumenormen. Ook voor de complexere acute zorg kopen zorgverzekeraars selectief in. De zorgverzekeraars in de regio Leiden/Haaglanden hebben hun visie hierop kenbaar gemaakt. Door een fusie zullen de raden van bestuur als bestuurlijke eenheid hun bestuurlijke eindverantwoordelijkheid voor de totale keten van medisch specialistische zorg tussen en over de verschillende locaties kunnen waarmaken, waardoor zij in control kunnen zijn voor de totale zorgproducten. Financiële gezondheid Een marktconforme rendementsdoelstelling kan worden gerealiseerd door betere capaciteitsbenutting en –aanpassing; verbetering van de doelmatigheid van de niet-medische ondersteuning en verhoging van de doelmatigheid van investeringen in medische technologie en voorzieningen. Hogere kwaliteit tegen lagere kosten is slechts bereikbaar langs de weg van samenwerking in geconsolideerde vorm. Een belangrijke reden daarvoor is de complexiteit van verrekeningen en verantwoording in het financiële stelsel dat de gezondheidszorg in Nederland kent. Aantrekkelijk werkgeverschap Deskundig medisch, paramedisch en verpleegkundig personeel kan worden behouden en aangetrokken door een inhoudelijk aantrekkelijk zorgportfolio te leveren. Op niet al te lange termijn zal het aantal medisch specialisten en gespecialiseerde verpleegkundigen (SEH, ICU, etc) in Nederland gaan afnemen door een vermindering van het aantal opleidingsplaatsen. Medisch specialisten en (gespecialiseerd) verpleegkundigen werken het liefst in een breed uitgerust ziekenhuis met een medisch-inhoudelijk aantrekkelijk zorgaanbod. Ook daarvoor is behoud van medisch aantrekkelijke zorg noodzakelijk. Door toenemende specialisatie van zowel medisch specialisten als verpleegkundigen zal het, zeker met een verlies aan productie en zorgproducten, steeds moeilijker worden op een verantwoorde wijze 24/7 zorg te leveren met een toename van de disutility en het dus minder aantrekkelijk worden van de zorginstelling als werkgever. Fusie maakt tevens dat het aanbieden van faciliteiten op het gebied van opleidingen zowel financieel als kwalitatief aangeboden kunnen worden. Door het zelf opleiden kan beter in de eigen behoefte worden voorzien met een betere positie op de arbeidsmarkt als gevolg. Overigens geldt de aantrekkelijkheid van de werkgever en de werkomgeving ook voor niet-zorg professionals, waardoor ook beter management kan worden aangetrokken en behouden. Keuze voor fusie Een belangrijk element van de verkenning was de samenwerkingsvorm. De ‘De Galan Groep’ heeft een verkenning uitgevoerd, waaruit blijkt dat een fusie de voor deze situatie meest geschikte optie is. Andere samenwerkingsvormen die in de beschouwing zijn meegenomen, zijn scenario’s van een netwerk, federatie en concern. Bij de overweging zijn de volgende elementen van belang geweest: • De samenwerking behelst een breed gebied; • De financieel administratieve complexiteit van de cure en de care is dermate groot dat de organisatie na samenwerking ook nog beheersbaar moet zijn; • De samenwerkingsvorm moet passend zijn voor alle doelen en (financiële) ambities; • Gezien de complexiteit en reikwijdte van de gewenste samenwerking dient de samenwerkingsvorm bindend te zijn; • De voorliggende go/no go beslissing ziet op een gewenst eindbeeld ten aanzien van de samenwerkingsvorm, niet op een tussenstap met een open vervolg; FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 10 • De samenwerkingsvorm moet passend zijn binnen de vigerende institutionele omgeving i.c, bestuurders van de instelling moeten in staat zijn om ten aanzien van de bestuurlijke eindverantwoordelijkheid ‘in control’ te zijn over de kwaliteit van de gehele keten van geleverde zorg. Op grond van de verkenningen en de door partijen daaraan verbonden overwegingen en gevolgtrekkingen is het voornemen om de krachten van beide instellingen te bundelen teneinde de geformuleerde doelstellingen ten aanzien van governance, eindverantwoordelijkheid voor en borging van kwaliteit, financiën en werkgeverschap te bereiken. In het licht van deze doelen en de uitgevoerde verkenningen is de fusie de meest geschikte samenwerkingsvorm. 3. Gegevens over de gevolgen van de concentratie 3.1 Beschrijf de financiële gevolgen van de concentratie voor de betrokken zorgaanbieder(s). Overleg hierbij ten minste: - het businessplan met de verwachte kosten en baten van de concentratie; - de verwachte synergievoordelen in de vijf jaren na de transactie. Licht uw antwoord toe. Geef daarbij aan wie de financier(s) is/zijn en of uw business case wordt ondersteund door financiers. Financiële gevolgen van de concentratie In het kader van het verkennend onderzoek is een geconsolideerde meerjarenbegroting opgesteld, bestaande uit een meerjaren exploitatiebegroting, een meerjaren investeringsbegroting en een meerjaren liquiditeitsbegroting voor de partijen afzonderlijk en geconsolideerd. Daarbij is uitgegaan van een scenario met de eerste vijf jaren een lichte krimp en daarna stabilisatie gevolgd door lichte groei. Deze aanname van lichte krimp gedurende de komende periode is aan de orde geweest in gesprekken met de grootste verzekeraars, die deze opbrengsten dienen te financieren. Mede omdat een meerjarenontwikkeling die uitgaat van -1% per jaar past binnen het met de overheid afgesproken kader, hebben onze financiers positief gereageerd. Hier treft u de samenvatting aan van het Financieel Meerjarenkader 2013-2018. Het geconsolideerde resultaat in deze analyse is bepaald door de bestaande meerjarenbegrotingen van de beide organisaties aan te passen op basis van de genoemde uitgangspunten. [...] (bijlage 2: Meerjarenbegroting) Fusiekosten en synergievoordelen Het uitgangspunt en daarmee ook de doelstelling van de Raden van Bestuur is dat in de eerste 5 jaar de synergievoordelen die te behalen zijn door een verregaande samenwerking c.q. fusie, zullen wegvallen tegen de benodigde kosten die hiervoor benodigd zijn. Op basis van dit uitgangspunt zijn in de berekeningen van de geconsolideerde meerjarenbegroting geen fusiekosten en geen synergievoordelen verwerkt. De fusiekosten waar rekening mee moet worden gehouden, zijn de volgende: • Kosten voor organisatieontwikkeling: uit de fusie ontstaat een nieuwe organisatie waarvoor een nieuw, passend organisatiemodel moet worden bepaald en geïmplementeerd. Denk hierbij aan managementstructuur, centrale / decentrale inrichting van bijv. patiëntinschrijving, poli’s etc. • Systeemkosten. Nu hebben beide organisaties een ingericht ZIS/EPD. Na de fusie zal het wenselijk zijn om met 1 ZIS/EPD te werken, zodat informatie eenduidig en voor alle medewerkers op alle locaties toegankelijk is. Er zal een selectietraject moeten worden FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 11 • • • • doorlopen om te bepalen welke wensen en eisen de nieuwe organisatie stelt aan het ZIS/EPD, en vervolgens, zal het geselecteerde pakket moeten worden geïmplementeerd. Frictiekosten. Door samengaan van 2 organisaties kunnen naar verwachting synergievoordelen worden behaald door vooral bij de overhead afdelingen formatie te besparen. Het laten afvloeien van vaste medewerkers brengt echter frictiekosten met zich mee, gerekend wordt met [...] Mogelijke synergievoordelen waaraan kan worden gedacht, zijn: Procesverbetering/ -optimalisatie. Als voor de nieuwe organisatie een nieuw organisatiemodel wordt bepaald, is dit een kans om tegelijk processen te optimaliseren. Dit is een logisch moment om processen, die in de twee organisaties van oudsher zijn ontstaan en wellicht niet meer optimaal zijn door externe veranderingen, aan te pakken. Vooral bij de overhead afdelingen maar ook in (de ondersteuning van) het primair proces kunnen voordelen worden behaald door formatie te besparen. Inkoopvoordelen. Omdat de omvang van de nieuwe organisatie groter is dan de organisaties nu ieder apart zijn, hebben contracten met leveranciers een grotere omvang, en kan meer inkoopvoordeel worden behaald. In het licht van de aanstaande fusie is een meerjarenbegroting opgesteld. Zoals ook in de beantwoording van de vraag bij 3.1 is beschreven, verwachten we dat de fusie organisatie op de korte termijn kosten met zich mee zal brengen die echter op de langere termijn gecompenseerd zullen worden door synergievoordelen. Deze kosten zijn op dit moment nog niet gekwantificeerd. De grootste kosten zullen gemaakt worden voor het samenvoegen van ICT applicaties. Hiervoor is de ondersteuning van een externe partij ingehuurd om gezamenlijk de ‘ICTroadmap’ in kaart te brengen zodat voor de zomer bekend is waar overeenkomsten en verschillen in applicaties zitten en op welke wijze de ICT de komende jaren zal worden aangepast. De verwachting is dat ook hier op termijn synergievoordeel behaald zal worden door een aanzienlijke beperking van het aantal (decentrale) applicaties en een duidelijke keus voor EPD-, ECD-, en ERP oplossingen. Hierdoor zullen ook de inzet en kosten voor beheer en ondersteuning afnemen. De ICT-roadmap moet een goed kosten/baten overzicht opleveren. Voorts wordt voor, tijdens en na de realisatie van de fusie door de raad van bestuur onverminderd gestuurd op het realiseren van een positieve exploitatie. Er wordt in de fusieorganisatie in ieder geval rekening gehouden met de volgende synergievoordelen: • vermindering van kosten door het niet invullen van de vierde bestuurderspositie; de fusieorganisatie zal worden aangestuurd door drie bestuurders; • het toezicht zal gevormd worden door één Raad van Toezicht, één Ondernemingsraad en één Centrale Cliëntenraad voor w.b. de ziekenhuizen; • door samenvoegen van de zogenaamde servicecentra zal bespaard gaan worden op salariskosten doordat er slechts één manager behouden zal blijven per servicecentrum. Daarnaast zal voor de algemene en beleidsmatige ondersteunende functie de overlap worden geëlimineerd; dit betreft een structurele besparing die over de jaren heen zal doorwerken. Momenteel wordt gewerkt aan een blauwdruk voor de inrichting van de servicecentra na de juridische fusie. Deze zal naar verwachting rond de zomer gereed zijn; • éénmalige kosten voor accountantsvraagstukken en juridische advisering; • gezamenlijke zorgverkoop; • behalen van inkoopvolumina door het afsluiten van gezamenlijke (raam)contracten ipv afzonderlijke contracten. Algemeen geldt dat primair synergie voordelen behaald gaan worden bij de ondersteunde afdelingen en niet of minder in het primair proces. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 12 3.2 Beschrijf de gevolgen van de concentratie voor de zorgverlening aan de cliënt. Beschrijf hierbij, voor zover van toepassing, ten minste: - veranderingen in het aanbod van zorg; - de herinrichting van de zorgprocessen; - de verplaatsing van zorgaanbod tussen locaties; - de verandering van het aantal locaties waar zorg wordt verleend; - de aanpassing van de schaalgrootte van de zorgverlening op de locaties. Ga hierbij uit van het tijdsbestek waarbinnen alle uit de concentratie voortkomende veranderingen in de zorgverlening zijn gerealiseerd. 3.2. Gevolgen van de concentratie voor de zorgverlening aan de cliënt. a. Veranderingen in het aanbod van zorg: Concentratie van bepaalde vormen van zorg zal voor algemene ziekenhuizen over het algemeen slechts voor een beperkt deel van het zorgaanbod gevolgen hebben. De gevolgen zullen met name optreden bij die zorg die nu nog wordt geleverd door één of beide organisaties, waarvoor bepaalde kwaliteitsnormen zijn geformuleerd en waaraan één of beide locaties ieder afzonderlijk niet voldoet dan wel binnen afzienbare tijd voorspelbaar niet zal kunnen voldoen. Om deze kwaliteitsredenen worden ziekenhuizen gestimuleerd om keuzes te maken ten aanzien van te leveren zorg en zorgproducten. De ziekenhuizen dienen te voldoen aan kwaliteitsnormen van wetenschappelijke verenigingen ten aanzien van met name infrastructurele voorzieningen en minimum volumina. In het verlengde hiervan worden deze kwaliteitsnormen ook door zorgverzekeraars gebruikt voor (selectieve) zorginkoop en worden ze door de IGZ gebruikt om de kwaliteit te toetsen en om te handhaven. De zorg die onderhevig is aan deze kwaliteitsnormen betreft met name de (complexe) acute en intensieve zorg en de complexe electieve zorg zoals oncologische zorg en vaatchirurgische zorg. Voor de (complexe) acute zorg hebben de (dominante) zorgverzekeraars op basis van de eind 2013 gepubliceerde “kwaliteitsvisie acute zorg” van Zorgverzekeraars Nederland in korte tijd de invulling van het regionale zorglandschap geforceerd. Deze komt er op neer dat de bestaande situatie tussen Rijnland Ziekenhuis en Diaconessenhuis wordt bestendigd. Voor de oncologische zorg is onlangs gekozen voor verdere kwaliteitsverbetering door uitwisseling van protocollen en best practices, zodat deze oncologische zorg op beide locaties op identieke wijze kan worden aangeboden en uitgevoerd. Hierbij gaat het om mamma oncologische zorg (150 patiënten per jaar per locatie) en colorectale oncologische chirurgie (50 patiënten per jaar per locatie). Beide locaties voldoen aan de minimum kwaliteits- en volume normen, waardoor er geen herverdeling van zorg hoeft plaats te vinden en de zorg conform ons uitgangspunt bij het fusievoornemen dichtbij de patiënt geleverd kan blijven worden. Een aantal laagvolume, hoogcomplexe zorgproducten, die tot voor kort nog door één of beide organisaties werden aangeboden, zijn om kwaliteits- c.q. volumenormen in het recente verleden al afgestoten. Voorbeelden hiervan zijn behandeling van oesofaguscarcinomen en maagcarcinomen. Patiënten die deze behandelingen nodig hebben, worden sinds een aantal jaren doorverwezen naar andere centra, met name het LUMC. Op het terrein van de centrale en perifere vaatchirurgie, waaronder de arterie carotischirurgie, is eind 2013 na de kwaliteitsvisitatie van de Nederlandse Vereniging van Heelkunde beëindiging van de chirurgische behandelingen bij het Diaconessenhuis Leiden om kwaliteits- en volumenormen noodzakelijk gebleken. Indien deze patiënten daarmee instemmen worden ze voor de chirurgische behandeling doorverwezen naar Rijnland Ziekenhuis locatie Leiderdorp. De vaatchirurgen van het Diaconessenhuis Leiden zijn ten behoeve van het behoud van hun vaatchirurgische erkenning ook toegelaten tot Rijnland Ziekenhuis. Er is sinds een aantal jaren al sprake van gezamenlijke vaatdiensten. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 13 Bovenstaande betekent dat de zorgportfolio’s voor onze ziekenhuislocaties niet ten gevolge van de beoogde fusie aangepast hoeven te worden. b. De herinrichting van de zorgprocessen: Indien zorgprocessen om kwaliteits- en /of doelmatigheidsredenen heringericht zouden moeten worden zal dan de leidraad zijn “dichtbij wat kan, iets verder wat moet”. Dat betekent bijvoorbeeld dat basale diagnostiek, behandeling en nazorg op de dichtstbijzijnde locatie c.q. de locatie van voorkeur van de cliënt plaatsvindt conform de huidige situatie. Speciële diagnostiek, zoals nucleaire geneeskunde en klinische neurofysiologie, vindt reeds plaats op de daarvoor geëquipeerde locatie. Op deze wijze ontvangt de patiënt steeds de meest adequate zorg, zo dicht mogelijk bij huis. c. d. e. De verplaatsing van de zorgaanbod tussen locaties De verandering van het aantal locaties waar zorg wordt verleend De aanpassing van de schaalgrootte van de zorgverlening op de locaties Er zal met de kennis en de feiten van heden ten gevolge van de juridische fusie geen verplaatsing van zorgaanbod tussen de locaties plaatsvinden. Het aantal locaties waar zorg wordt verleend, zal niet wijzigen. De huidige locaties blijven ook na de fusie bestaan. Ook de schaalgrootte van de zorgverlening blijft daarmee ongewijzigd. Uiteraard kunnen in de toekomst kwaliteitseisen zodanig veranderen dat mogelijk alsnog een herinrichting van zorgprocessen c.q. verplaatsing van zorg zal moeten plaatsvinden. Daartoe is door de fusieorganisatie een veiligheids- en (operationeel) risicomanagementsysteem ontwikkeld (zie 3.4). Voor het leveren van die zorg, die om redenen van volumenormen niet meer in het Diaconessenhuis Leiden wordt aangeboden, dienen patiënten en verwijzers voor een andere zorgaanbieder te kiezen. Patiënten en verwijzers kunnen op korte afstand kiezen voor Rijnland Ziekenhuis te Leiderdorp. Door het concentreren van deze zorg zal de kwaliteit van zorg in Rijnland Ziekenhuis Leiderdorp verbeteren. 3.3 Beschrijf de risico’s van de concentratie voor de bereikbaarheid van de zorg en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen. Onder vraag 3.2 heeft u de eventuele veranderingen in het zorgaanbod en de locaties waar zorg wordt verleend beschreven. Beschrijf welke risico’s deze veranderingen met zich meebrengen voor de bereikbaarheid van de zorg. Beschrijf hierbij, voor zover van toepassing, ten minste: 1. de gevolgen van de concentratie voor het aantal locaties dat cliënten kunnen bezoeken; 2. de gevolgen van de concentratie voor de reisafstand die cliënten moeten afleggen. Uitgangspunt ten tijde van de fusie is dat het huidige zorgaanbod op alle drie de ziekenhuislocaties gehandhaafd zal blijven. Voor de toegankelijkheid tot de zorg verandert er dus in beginsel niets. De fusie heeft dan ook geen effect op de bereikbaarheid, het aantal locaties dat de cliënten kunnen bezoeken en de reisafstand. 3.4 Beschrijf de risico’s van de concentratie voor de kwaliteit van de zorg en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen. Beschrijf hierbij ten minste: 1. wat het verwachte effect van de concentratie is op de cliënttevredenheid. 2. hoe is geborgd dat het bestuur gedurende het concentratieproces voldoende aandacht heeft voor het primaire proces. 3. hoe u het risico inschat op kwaliteitsverlies door bijvoorbeeld: o cultuurverschillen tussen de concentrerende organisaties; o stagnerende implementatie van de concentratie; o vertrekkend personeel. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 14 4. welke scenario’s voor risicobeheersing u heeft opgesteld; 5. de wijze waarop u het optreden van dergelijke risico’s monitort. Zoals reeds in 3.2 is beschreven is de voorgenomen fusie gewenst om aan de kwaliteitsnormen van wetenschappelijke verenigingen, zorgverzekeraars en de Inspectie te blijven voldoen en daarmee het huidige zorgaanbod voor onze patiënten te handhaven. Ook onderschrijven wij de mening dat wanneer bepaalde (complexere) zorg vaker wordt aangeboden, dit de kwaliteit en veiligheid van zorg bevordert en daarmee de doelmatigheid door minder complicaties en kortere ligduur. Daarmee kan de zorg uiteindelijk ook goedkoper worden aangeboden. Door het kunnen blijven aanbieden van het huidige zorgaanbod, is de fusieorganisatie in staat deskundig en betrokken verpleegkundig en medisch personeel te behouden, wat mede zal bijdragen aan minimaal behoud van kwalitatief verantwoorde en doelmatige zorg. Omdat de voorgenomen fusie is gericht op behoud van zorg op beide locaties, achten wij de gevolgen voor de medewerkers minimaal. Vanwege de integratie van ondersteunende diensten kunnen op termijn met name leidinggevende functies overbodig worden. Hoewel wij verwachten dat dit door natuurlijk verloop te realiseren is, worden besprekingen gevoerd met de werknemersorganisaties om te komen tot een op het fusieproces gericht Sociaal Plan. Op advies van de Ondernemingsraden wordt nieuwe medewerkers een tijdelijk arbeidscontract aangeboden. Als er al risico’s te onderscheiden zouden zijn ten gevolge van de fusie, risico’s die wij nu mede door onze al langer bestaande samenwerking niet kunnen identificeren, dan worden die in ieder geval ruimschoots gecompenseerd door de verbeteringen op het gebied van kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid van zorg. Partijen verwachten de huidige cliënttevredenheid te kunnen behouden. Zonder de fusie verwachten partijen niet meer alle zorg te kunnen blijven aanbieden in de regio. Dat zou een negatief effect hebben op de cliënttevredenheid, die daardoor gedwongen zouden worden te moeten kiezen voor een andere, mogelijk verder weg gelegen zorgaanbieder. Mede door het betrekken van stakeholders als cliëntenraden, verwijzers en zorgverzekeraars bij het fusieproces zorgen partijen voor borging van de aandacht voor de betekenis van het primaire proces vanuit cliëntenperspectief. Juist om bestuurlijke eindverantwoordelijkheid te kunnen nemen voor de kwaliteit van de gehele locaties overstijgende zorgketen, achten wij een fusie van cruciaal belang. Hiermee borgen we bestuurlijk toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van de gehele zorgketen. Ten aanzien van de borging van de kwaliteit van het primaire proces gedurende het fusieproces is primair besloten dat de 2 leden van de raad van bestuur die verantwoordelijk zijn en blijven voor het primaire proces vooralsnog de eigen locatie(s) qua zorgverlening blijven aansturen. Door intensief onderling overleg kan de kwaliteit en continuïteit van de gehele locatieoverstijgende zorgketen worden gemonitord en geborgd. Het risico dat gedurende het fusieproces het primaire proces onvoldoende aandacht heeft van het bestuur wordt daarom als laag ingeschat. De andere twee leden raad van bestuur zijn aanspreekpunt voor de algemeen ondersteunende afdelingen waarbij er een portefeuilleverdeling is gemaakt en duidelijk is welk bestuurslid aanspreekpunt is voor welke manager (F&C, I&A, HRM, Vastgoed & Techniek, Communicatie, etc). Dit besluit zorgt ervoor dat de verschillende ondersteunende afdelingen elk hun bijdrage blijven leveren aan de kwaliteit van hun dienstverlening door het generen van rapportages (stuurinformatie) en zodoende bijdragen aan de beheersfuncties van het primaire proces. Het verantwoordingsrisico, waaronder onbetrouwbare of niet-tijdige rapportage, is daarom als laag risico ingeschat. Op de afzonderlijke locaties wordt naast gezamenlijk overleg over de fusie, de huidige overlegstructuur met de diverse gremia vooralsnog in stand gehouden. Zo blijven er in beide huizen een locatie georiënteerd centraal management overleg en blijven er aparte overleggen met afzonderlijke zorgmanagers bestaan. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 15 De voorgenomen fusie heeft al geleid tot het een gezamenlijke (Bijzondere) Ondernemingsraad (BOR) en een gezamenlijk overleg van de stafbesturen (Interstafraad), waarmee door de bestuurders overlegd wordt met betrekking tot fusiegerelateerde onderwerpen. Hierdoor is een gezamenlijk gedragen beleid ontstaan, dat ook eenduidig wordt gecommuniceerd naar de medewerkers en medisch specialisten. Wekelijks is er bestuurlijk overleg waarin de lopende zaken worden besproken, zodat er regulier zicht is op het gehele proces en de zorgketen en het risico op het ontstaan van ineffectieve besluitvorming en stagnatie van het fusieproces wordt voorkomen. Hiermee worden mogelijke consequenties van het fusieproces tijdig onderkend en besproken en kunnen tijdig passende maatregelen worden genomen om eventuele risico’s te beperken. Beide organisaties worden jaarlijks bezocht door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), waar verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde en te voeren kwaliteits- en veiligheidsbeleid. De IGZ zal de borging van de kwaliteit van zorg tijdens de fusieperiode nauwgezet monitoren. Ook wordt er door de IGZ thematisch onderzoek verricht, waartoe beide organisaties regelmatig worden bevraagd en bezocht. In 2008 is gestart met een systematische aanpak van veiligheids- en (operationeel) risicomanagement, landelijk ondersteund door de invoering van een veiligheidsmanagementsysteem. Dit heeft voor beide organisaties geresulteerd in een door de Inspectie geaccrediteerd veiligheidsmanagementsysteem eind 2012. Rijnland Ziekenhuis is sinds 2011 in het bezit van de NIAZ accreditatie, waardoor objectief is aangetoond dat zij voldoen aan diverse eisen op het gebied van kwaliteit en veiligheid voor haar patiënten. Het Diaconessenhuis zal in 2014 gevisiteerd worden door het NIAZ. De verpleeghuizen hebben beide een Prezo (kwaliteits-)certificaat. Diverse organisatieonderdelen worden tevens getoetst door externe partijen, waaronder wetenschappelijke verenigingen (opleidings- en kwaliteitsvisitaties), Medirisk, e.d., waarmee wordt getoetst in hoeverre er wordt voldaan aan diverse (ex- en interne) richtlijnen en vereisten waardoor de kans op het ontstaan van compliancerisico’s, het niet voldoen aan wet- en regelgeving, laag is ingeschat. In de fusieorganisatie is de al bestaande afdeling Kwaliteit, Zorginnovatie en Risicomanagement (KZR) meteen vanaf de fusiedatum o.a. verantwoordelijk voor de risicomanagementorganisatie op het gebied van de kwaliteit en veiligheid van het primaire proces. Zij levert per kwartaal rapportages aan die voorzien in een overzicht van zorggroepbrede kwaliteits- en veiligheidsindicatoren, inclusief de trends van het afgelopen jaar. Door de uitvoering van interne kwaliteitsaudits in beide organisaties wordt de beoogde kwaliteitsverbetering en veiligheid als uitkomst gemonitord. Ten gevolge van de fusie vindt er geen verdere concentratie van zorg plaats (zie 3.2) en derhalve zijn daar geen risico’s aan verbonden. Het risico op kwaliteitsverlies naar aanleiding van de fusie wordt derhalve laag ingeschat. Als beheersmaatregelen ten aanzien van het risico op kwaliteitsverlies door bijvoorbeeld cultuurverschillen tussen de fuserende organisaties werken diverse vakgroepen op verschillende vlakken al langer samen (bijvoorbeeld gezamenlijke dienstenstructuur) en/of hebben de wens geuit om op korte termijn te willen samenwerken. Ook staan diverse afdelingen in de startblokken met het uniformeren van richtlijnen en werkprocessen. Verpleegkundig en ondersteunend personeel wordt reeds op elkaars locatie ingezet, in de eerste plaats om doelmatigheidsredenen en in de tweede plaats om op de werkvloer kennis met elkaar en elkaars cultuur te maken. Daarnaast biedt het dit de kans om de best practices van beide partijen op alle locaties in te voeren. De inschatting is dan ook dat het effect van eventuele cultuurverschillen op de kwaliteit van zorg te verwaarlozen is. Door middel van de fusie en daardoor minimaal het behoud van het huidige zorgaanbod verwachten partijen deskundig personeel te kunnen behouden, dat zonder deze fusie mogelijk zou vertrekken wegens verlies van inhoudelijk aantrekkelijke zorgproducten. Juist niet fuseren en daardoor verlies van zorgaanbod wordt als een risico gezien. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 16 Beheersmaatregelen om de kans van optreden en een mogelijk nadelig effect te voorkomen zijn als reguliere werkwijze via risicokaarten in beeld gebracht, gekoppeld aan risicoeigenaren en geborgd via reguliere bespreking en aanpassing. Risico’s met betrekking tot het niet kunnen leveren van acute c.q. cruciale zorg wordt als laag ingeschat. Rijnland Ziekenhuis heeft een gecertificeerde SEH level 2, een gecertificeerde ICU niveau 2 en een Eerste Hart Hulp. Het Diaconessenhuis Leiden beschikt over een ICU level 1 en een Eerste Hart Hulp. De Intensive geneeskundige zorg wordt geleverd door een gezamenlijke vakgroep Intensivisten. Ook worden intensive care verpleegkundigen op beide locaties ingezet. De huidige infrastructuur voldoet aan de diverse vereisten. De acute zorg is gegarandeerd door voldoende gekwalificeerde medisch specialisten, en specialistische verpleegkundigen. De kwaliteit van de acute zorg afdeling wordt regionaal regelmatig getoetst door middel van kwaliteitsvisitaties. Het Diaconessenhuis Leiden biedt tijdens kantooruren laagcomplexe acute zorg op de polikliniek acute zorg. Buiten de kantooruren worden alleen bekende patiënten na verwijzing van de huisartsen opgenomen. Beide organisaties ontwikkelen reeds -in het kader van bestaande samenwerkinggezamenlijke zorgpaden o.a. op risicovolle processen. Een risicovol proces is gedefinieerd als (risicovolle) handelingen en activiteiten in het proces die kunnen leiden tot ernstige gevolgen voor patiënt/cliëntveiligheid, kosten, imago van de organisatie. Een zorgpad geeft aan welke methoden en hulpmiddelen door verschillende professionals toegepast worden bij de behandeling en verzorging van een specifieke groep patiënten/cliënten. Het gaat hierbij steeds om het maken en uitvoeren van een multidisciplinair standaard behandelplan. Dit plan wordt gemaakt in samenwerking met verschillende disciplines. Deze bepalen met elkaar welke acties op welke tijdsas uitgevoerd moeten worden. Doelstelling van het zorgpad is het leveren van patiëntgerichte, doelmatige, veilige en kwalitatief goede zorg en behandeling. Op het zorgpad CVA na, zijn de zorgpaden nog niet transmuraal/regionaal geborgd. De fusie biedt een kans om dit sneller te realiseren wat bijdraagt aan de kwaliteit van zorg voor patiënten en cliënten in de regio. Risicomanagement is een continu proces. De eerder benoemde risico’s van het fusietraject zijn een vast agendapunt van de bestuurlijke overleggen. De raden van toezicht worden intensief geïnformeerd over de voortgang van de aanstaande implementatie van het fusieproces, evenals de (B)OR en cliëntenraden. Inzicht in deze relevante risico’s draagt bij aan het risicobewustzijn binnen beide organisaties waardoor tijdig beheersmaatregelen kunnen worden getroffen en/of geprioriteerd. Hierdoor voorkomen wij stagnatie van het fusieproces. Op strategisch niveau heeft risicomanagement de aandacht van de raad van bestuur en het (hoger) management. Dit ook in relatie tot de raden van toezicht en het bestuur medische staf. De bedrijfsrisico’s zijn op strategisch niveau in kaart gebracht in risicogebieden en deze worden jaarlijks geëvalueerd. Per risicogebied zijn de specifieke risico’s beschreven/gespecificeerd en geobjectiveerd in de kans van optreden inclusief mogelijk effect en de gevolgen voor de continuïteit van de zorgverlening. De risicogebieden zijn uitgewerkt op zogenaamde risicokaarten waarvoor tenminste twee eigenaren (managers) zijn benoemd. Het risicomanagement is geïntegreerd in de reguliere planning & control cyclus waardoor sprake van integraal risicomanagement. In het risicomanagementbeleid staat de veiligheid en kwaliteit van de patiëntenzorg centraal. Prospectieve en retrospectieve risico’s worden geobjectiveerd in kans van optreden en het daarbij (on)gewenste effect. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een risicomatrix die zorgt voor een eenduidige risicoweging en aansluit bij de risicobereidheid in relatie tot de doelstellingen van de organisatie. De matrix ondersteunt bij het objectiveren van risico’s op zowel strategisch als tactisch niveau en in het nemen van maatregelen. In beide organisaties wordt door opgeleide kwaliteitsadviseurs ondersteuning geboden bij de uitvoering van (prospectieve) risicoanalyses conform vastgestelde methodes. Het beleid van de fusieorganisatie is dat bij de invoering van toekomstige belangrijke technische, procedurele en organisatorische veranderingen, of een verandering van een (zorg)proces, er een prospectieve risico-inventarisatie dient te worden uitgevoerd. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 17 4. Gegevens over de continuïteit van cruciale zorg 4.1 Indien één of meer van de betrokken zorgaanbieders voorafgaand aan de concentratie één of meer van de genoemde vormen van cruciale zorg aanbiedt, beschrijf de gevolgen van de concentratie voor de continuïteit van: 3. ambulancezorg 4. spoedeisende hulp 5. acute verloskunde 6. crisisopvang geestelijke gezondheidszorg 7. AWBZ, bezien in de sociale context a. Beschrijf in geval van ambulancezorg, spoedeisende hulp of acute verloskunde ten minste de verandering van spreiding en capaciteit (per locatie) van deze zorg. b. Beschrijf in geval van crisisopvang geestelijke gezondheidzorg ten minste de verandering van afspraken over crisisopvang in de regio(‘s) waarin u actief bent. c. Beschrijf in geval van AWBZ de verandering in de sociale context van de zorg zoals de geografische ligging van het zorgaanbod, het bij je partner kunnen blijven wonen en de aansluiting bij de godsdienst of levensovertuiging van cliënten en hun leefomgeving. 4.2 Beschrijf of door de concentratie de normen voor deze vormen van cruciale zorg in gevaar komen en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen. Continuïteit van cruciale zorg Zoals onder 3.2 a is aangegeven hebben inmiddels gesprekken plaatsgevonden met zorgverzekeraars over de organisatie van de acute zorg in de Leidse regio. Daarbij is ondermeer gekeken naar volume, kwaliteit, doelmatigheid en toegankelijkheid op basis van de kwaliteitsvisie van Zorgverzekeraars Nederland. Het Diaconessenhuis is samen met het LUMC al in een vergevorderd stadium om in het LUMC een verloskundig centrum vorm te geven. De bevallingen op locatie Leiderdorp blijven ook gehandhaafd. Op termijn is het wel de bedoeling dat er ten aanzien van de verloskundige zorg één verloskundige organisatie wordt gevormd op twee locaties (locatie Leiderdorp en LUMC Leiden). Dit is ook een voorwaarde vanuit de zorgverzekeraars (Zorg & Zekerheid en Achmea) en voor partijen ook de wens om het zo vorm te geven ( zie de tabel ‘zorg in de regio’ in de bijlage onder 17). Concentratie van acute verloskunde op één van beide locaties zal dan ook geen gevolgen hebben voor de bereikbaarheid, zeker niet wanneer deze concentratie, gelet op de aanwezigheid van acute verloskunde in het LUMC, zal worden gerealiseerd in Leiderdorp. Het Diaconessenhuis Leiden heeft, mede gelet op de nabijheid van het LUMC met een afdeling spoedeisende hulp en een huisartsenpost, geen eigen afdeling spoedeisende hulp meer. In een eerder stadium is al besloten dat de toegevoegde waarde van een 24/7 spoedeisende hulp op deze locatie met de nabijheid van een spoedeisende hulp in het LUMC op slechts een steenworp afstand en de spoedeisende hulp van Rijnland ziekenhuis in Leiderdorp, beperkt is. Locatie Alphen aan den Rijn van Rijnland Ziekenhuis heeft eveneens geen afdeling spoedeisende hulp, maar heeft binnen haar muren een huisartsenpost in de avond-, nacht- en weekenduren. Locatie Leiderdorp van Rijnland Ziekenhuis heeft zowel een afdeling spoedeisende hulp op traumalevel 2 niveau met een intensive care level 2, als ook een huisartsenpost gedurende de avond-, nacht- en weekenduren. Concentratie zal dan ook geen gevolgen hebben voor de continuïteit, kwaliteit en/of bereikbaarheid van de spoedeisende hulp en acute verloskunde. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 18 5. Gegevens over de betrokkenheid van cliënten, personeel en andere stakeholders 5.1 Vermeld indien van toepassing, van elke betrokken zorgaanbieder, naam, adres, telefoonnummer en eventuele elektronisch postadres van de voorzitter van de cliëntenraad. Cliënten(be)raden Cliëntenberaad Rijnland Zorggroep Contactpersoon dhr. S. Geursen, adviseur Zorgbelang Zuid Holland-Noord Postadres Postbus 2148 2800 BG Gouda Telefoonnummer [...] Cliëntenberaad Diaconessenhuis Leiden Contactpersoon dhr. S. Geursen, adviseur Zorgbelang Zuid Holland-Noord Postadres Postbus 2148 2800 BG Gouda Telefoonnummer [...] Cliëntenraad Leythenrode (V&V locatie) Rijnland Zorggroep Contactpersoon dhr. J.M. van der Have, voorzitter Postadres Plesmanlaan 69 2497 CE DEN HAAG Telefoonnummer [...] E-mailadres [...] Cliëntenraad Oudshoorn (V&V locatie) Rijnland Zorggroep Contactpersoon dhr. R. Th. M. Visser, voorzitter Postadres V. Boetzelaerstraat 124 2406 BH Alphen a/d Rijn Telefoonnummer [...] E-mailadres [...] 5.2 Beschrijf indien van toepassing, voor elke betrokken zorgaanbieder: a. Het verloop van de raadpleging van cliënten: 8. Op welke wijze zijn cliënten betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen? 9. Op welke wijze hebben cliënten hun oordeel en aanbevelingen kenbaar kunnen maken? 10. Zijn cliënten van mening dat de zorgaanbieder hen voldoende tijd heeft gegeven om te reageren op het concentratievoornemen? 11. Zijn cliënten in de gelegenheid gesteld om, indien gewenst, een deskundige te raadplegen? Zijn cliënten van mening dat de zorgaanbieder hen hiervoor voldoende tijd en zo nodig (financiering van) expertise ter beschikking heeft gesteld, zodat een oordeel over de concentratie kan worden gegeven? b. Of cliënten van mening zijn dat zij tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd zijn over: 12. de verwachte gevolgen van de concentratie voor de inrichting van de zorg 13. de inhoud van de concentratieplannen 14. de mogelijkheden om daar bezwaar tegen te maken 15. de mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen 16. de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt. c. Het oordeel van cliënten: 17. Hoe luidt het oordeel en de aanbevelingen van cliënten over het voornemen tot concentratie? 18. Zijn het oordeel en de aanbevelingen van cliënten overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie? Indien aanbevelingen van cliënten niet zijn overgenomen, geef aan waarom niet. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 19 Raadpleging van de diverse stakeholders In de verkenning naar de samenwerking tussen partijen zijn diverse belanghebbenden betrokken en op de hoogte gehouden. In onderstaande wordt beschreven op welke wijze de belanghebbenden zijn betrokken in het proces en de uitkomsten hiervan. In de bijlagen treft u naast de adviesaanvragen over de voorgenomen fusie ook de reactie aan van de raden van bestuur op het verkregen advies van de verschillende adviesgremia. Patiënten en inwoners regio Onze patiënten en de inwoners van de regio staan centraal in de doelstellingen m.b.t. onze wens tot intensieve samenwerking. Dat is de reden dat de bestuurders zo goed mogelijk te weten wilde komen wat de mening is van deze groep belanghebbenden en vooral wat zij als belangrijk ervaren in het aanbod van ziekenhuiszorg in hun regio. In opdracht van partijen heeft Zorgbelang als deskundige en onafhankelijke partij patiënten en inwoners van de regio op twee manieren benaderd: enerzijds door het uitgeven van een enquête (schriftelijk en digitaal in te leveren) en daarnaast zijn er patiëntenraadplegingen op de drie ziekenhuislocaties in Leiden, Leiderdorp en Alphen gehouden in aanwezigheid van de beide raden van bestuur met Zorgbelang als gespreksleider. In de ziekenhuizen is de vragenlijst op poliklinieken verspreid en is aandacht gevraagd voor het invullen hiervan door middel van flyers en posters (bijlage 3a en 3b) .Ook is op de websites van Zorgbelang, het Diaconessenhuis en Rijnland Zorggroep aandacht besteed aan de mogelijkheid tot deelname aan de enquêtes en de patiëntenraadplegingen. De bijeenkomsten zijn tevens in een persbericht (bijlage 4) en in advertenties aangekondigd met als doel een breed publiek de mogelijkheid te geven in gesprek te gaan en vragen te laten stellen. Tijdens deze patiëntraadplegingen op de locaties Leiderdorp, Alphen aan de Rijn en Leiden op 16 en 17 september 2013 konden verdiepende vragen gesteld worden aan de leden van de raden van bestuur. In de bijeenkomsten is ingegaan op de uitkomsten van de vragenlijsten en is er meer uitleg gegeven over de achtergrond voor de wens tot samenwerking. De respons op de enquêtes bedroeg ruim 1300 deelnemers. De uitkomsten van de enquête over een eventuele samenwerking zijn als volgt verdeeld: positief (36%) en neutraal (42%). Van de ondervraagden is 14% negatief en geeft 8% aan geen mening te hebben. Zorgbelang heeft op basis van de uitkomsten van de enquête en de patiëntenraadpleging vervolgens een rapportage opgesteld. Conclusies uit het rapport van Zorgbelang zijn ‘dat een samenwerking en mogelijke fusie op steun kunnen rekenen van bewoners van de regio mits het doel van de samenwerking en de ambitie van de ziekenhuizen merkbaar wordt gerealiseerd en knelpunten die bewoners verwachten worden voorkomen. Bij de keuze voor de mate van samenwerking gaat de voorkeur uit naar de meest optimale vorm met behoud van bereikbaarheid, kwaliteit en kleinschaligheid.’ De belangrijkste knelpunten die aangegeven zijn die voorkomen moeten worden zijn: Schaalgrootte en sfeer, Afstand en bereikbaarheid, Keuzevrijheid De aanbevelingen uit het rapport van Zorgbelang worden bij de inrichting van een eventueel nieuwe organisatie meegenomen (bijlage 5). Cliënten(be)raad en adviezen De Cliëntenberaden van de ziekenhuizen zijn in de vergaderingen op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen. Daarnaast heeft een aparte bespreking plaatsgevonden met de gedeelde voorzitter van de cliëntenberaden (vanuit Zorgbelang) en beide Raden van Bestuur. Inmiddels zijn de positieve adviezen ontvangen van de beide Cliëntenberaden (bijlagen 6 en 7) en van de cliëntenraden van de V&V locaties (bijlagen 8 en 9). Over het algemeen kan gesteld worden dat de aanbevelingen vanuit de cliënten(be-)raden zich met name richten op de periode na een fusie. Deze aanbevelingen zullen worden meegenomen bij de inrichting en uitvoering van de nieuwe organisatie. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 20 In de uitvoering van het implementatieplan is opgenomen dat en hoe interne stakeholders betrokken worden. Ook is meegenomen hoe er op welke momenten terug gecommuniceerd gaat worden naar de organisaties. Bij het opstellen van dit implementatieplan worden we ondersteund door een externe partij. Vast staat dat, naast de medisch specialisten, het management en het middenkader in ieder geval een belangrijke rol vervullen. Ook de Bijzondere Ondernemingsraad (BOR) zal in het proces van implementatie van de fusie worden betrokken, onder meer door een tweewekelijks overleg tussen het bestuur van de BOR en de Raad van Bestuur. In beide huizen hebben zowel het hogere management als het middenkader de taak om organisatiebrede onderwerpen in werkoverleggen te bespreken. Deze werkwijze is in beide huizen bekend. Medewerkers zullen daarnaast betrokken worden door het organiseren van medewerkerbijeenkomsten, zoals we deze ook nu al een aantal keer in de beide huizen hebben georganiseerd. Daarnaast zijn er koffie-bijeenkomsten waarbij de bestuurders op afdelingen tijdens de koffiepauzes komen toelichten wat de stand van zaken is over de fusie maar ook medewerkers in de gelegenheid stellen om vragen aan de bestuurders te stellen. In beide huizen kunnen medewerkers op de intranetsite alle stukken lezen die openbaar zijn, is er een wekelijkse weblog over de voortgang te lezen en worden medewerkers uitgenodigd om vragen te stellen of opmerkingen te maken over zaken over of rondom de fusie via een emailadres. Deze vragen worden in de stuurgroep besproken waarna een antwoord wordt geformuleerd namens de stuurgroep. Tot op heden is nog nauwelijks gebruik gemaakt van deze mogelijkheid anders dan dat een aantal medewerkers heeft aangegeven de wekelijkse blogs zeer op prijs te stellen. Er is bovendien een communicatieplan opgesteld wat ingaat op doelen, middelen en momenten van communiceren gelinkt aan het proces rondom de fusie. 5.3 Vermeld indien van toepassing, van elke betrokken zorgaanbieder, naam, adres, telefoonnummer en eventuele elektronisch postadres van de voorzitter van de ondernemingsraad. Ondernemingsraad Diaconessenhuis Leiden Contactpersoon mevrouw A.W. van der Vlugt – van Es Postadres Postbus 9650, 2300 RD Leiden Telefoonnummer [...] Ondernemingsraad Rijnland Zorggroep Contactpersoon mevrouw G. Pronk, voorzitter ondernemingsraad Postadres […], Leiderdorp (Postbus 4220) Telefoonnummer [...] 5.4 Beschrijf indien van toepassing, voor elke betrokken zorgaanbieder: a. Het verloop van de raadpleging van het personeel: 19. Op welke wijze is het personeel betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen? 20. Op welke wijze heeft het personeel zijn oordeel en aanbevelingen kenbaar kunnen maken? 21. Is het personeel van mening dat de zorgaanbieder hen voldoende tijd gegeven heeft om te reageren op het concentratievoornemen? 22. Is het personeel in de gelegenheid gesteld om, indien gewenst, een deskundige te raadplegen? Is het personeel van mening dat de zorgaanbieder hen hiervoor voldoende tijd en zo nodig (financiering van) expertise ter beschikking heeft gesteld, zodat een oordeel over de concentratie kan worden gegeven? b. Of het personeel van mening is dat het tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd is over: 23. de verwachte gevolgen van de concentratie voor de inrichting van de zorg 24. de inhoud van de concentratieplannen 25. de mogelijkheden om daar bezwaar tegen te maken 26. de mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 21 27. de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt. c. Het oordeel van het personeel: 28. Hoe luidt het oordeel en de aanbevelingen van het personeel over het voornemen tot concentratie? 29. Zijn het oordeel en de aanbevelingen van het personeel overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie? Indien aanbevelingen van het personeel niet zijn overgenomen, geef aan waarom niet. 5.4. a. Het verloop van de raadpleging van het personeel: en 5.4 b. Of het personeel van mening is dat het tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd is over: Informeren van medewerkers Medewerkers zijn primair persoonlijk geïnformeerd tijdens bijeenkomsten in beide huizen door de beide Raden van Bestuur op 13 mei 2013, 15 oktober 2013 en op 16 december 2013. Medewerkers in beide huizen zijn vanaf de start van de gezamenlijke vergaderingen van de bestuurders ( wekelijkse stuurgroepvergaderingen) geïnformeerd via wekelijks blogs die tot op heden ook wekelijks gepubliceerd worden op intranet In beide huizen wordt de berichtgeving ook steeds op elkaar afgestemd. Zo is op intranet informatie weergegeven over de werkgroepen t.b.v. de verkenning, de opdrachten aan hen en de samenstelling van de werkgroepen. Medewerkers kunnen vragen stellen en aanbevelingen doen aan de stuurgroepleden via speciaal hiervoor geopende e-mailadressen. Daarnaast hebben de ondernemingsraden uit beide huizen meerdere keren met elkaar vergaderd en gezamenlijk trainingsdagen gevolgd. Zij worden gezamenlijk ondersteund door een extern deskundige. De beide ondernemingsraden worden in de eigen huizen door de raad van bestuur geïnformeerd in de informele overleggen en in de reguliere vergaderingen waarin het onderwerp ‘onderzoek naar samenwerking’ een vast punt op de overlegvergadering is. De ondernemingsraden zijn inmiddels in een ver gevorderd stadium met het oprichten van een zogenaamde BOR (bijzondere ondernemingsraad). Bij het beoordelen van de adviesaanvraag ten aanzien van de fusie, worden zij bijgestaan door een externe adviseur. De ondernemingsraad heeft deze ondersteuning zelf gekozen, gefaciliteerd door de beide raden van bestuur. Ten aanzien van de BOR kan gemeld worden dat hierin een vertegenwoordiging vanuit de beide ondernemingsraden zitting heeft en dat er op initiatief van de BOR een convenant is opgesteld. Dit convenant is bekrachtigd door de beide raden van bestuur en de voorzitters van de afzonderlijke raden van bestuur op 6 mei jl. In het convenant is geregeld dat de BOR het aanspreekpunt is voor fusiegerelateerde onderwerpen. De BOR heeft hiertoe mandaat gekregen namens de beide ondernemingsraden:zij hebben hiertoe de krachtens de WOR aan hen toekomende bevoegdheden, overgedragen aan de BOR inzake fusiegerelateerde onderwerpen. Binnen Rijnland Zorggroep is in het Centraal Management Overleg (CMO) maandelijks een update van de stand van zaken gegeven en in het Diaconessenhuis Leiden is in het managementoverleg (MO) elke 6 weken deze update gedaan. In het Diaconessenhuis Leiden is de Verpleegkundige Adviesraad (VAR) in de reguliere overleggen met de Raad van Bestuur steeds geïnformeerd over de voortgang. Op verzoek van afdelingen geven bestuurders toelichting aan medewerkers in werkoverleggen of lunchbijeenkomsten. Advies van de ondernemingsraden De ondernemingsraden van beide partijen hebben positief geadviseerd op 24 februari 2014 (bijlagen 10 en 11, adviesaanvraag, adviezen en reacties daarop). Naar de ondernemingsraden is inmiddels ook gecommuniceerd hoe in de afgelopen periode in gesprekken met zorgverzekeraars gesproken is over de herinrichting van de acute zorgfunctie en electieve zorgfunctie in de regio. En dat dit niet zal leiden tot een verdere verschuiving van zorg zoals dit nu wordt geleverd in de locaties Alphen aan de Rijn, Diaconessenhuis en Leiderdorp. Dit naar aanleiding van de opmerking van de Ondernemingsraad van het Diaconessenhuis dat ‘er nog geen plan voor de zorgprofilering FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 22 ligt’ en dit als risico benoemde. Het profiel per locatie staat op basis van de huidige kwaliteitsnormen vast en is zoals het nu is vormgegeven. Zorgverzekeraars zijn duidelijk in welke zorg waar wordt ingekocht en in het hiermee kaderen van het zorgprofiel voor de regio. In de reguliere informele en formele overleggen met de afzonderlijke ondernemingsraden als met de Bijzondere Ondernemingsraad (BOR) is dit onderwerp besproken. De raden van bestuur hebben afzonderlijk en gezamenlijk uitgelegd wat de impact is van de regiefunctie van de zorgverzekeraars en dat dit heeft geleid tot de profielen zoals we deze momenteel in beide huizen al hebben. Zowel de afzonderlijke raden als de BOR hebben aangegeven dat voor hen hiermee het onderwerp ‘zorgprofielen en risico’s’ afdoende aan de orde is geweest. Los van het positieve advies wat zij beiden gaven over de fusie op 24 februari jl., heeft de BOR op eigen initiatief aanvullend een schriftelijke reactie gegeven waarin zij aangeven dat zij -met de gegeven uitleg- geen verdere bezwaren en of risico’s in de aanstaande fusie zien (bijlage 18). Informeren van de medische staven Vanaf het moment van de intentieverklaring hebben partijen de medische staven nauw betrokken bij de fusieplannen. Voorafgaand aan de aankondiging een samenwerking te gaan onderzoeken zijn partijen al door meerdere maatschappen/vakgroepen geconfronteerd met over en weer gevoerde vergaande besprekingen over de wenselijkheid van fusie van hun maatschap/vakgroep. Na de voorgenomen fusie van partijen, zal een groot deel van de betrokken vakgroepen/maatschappen op korte termijn eveneens fuseren. De stafbesturen uit beide huizen spraken in hun reguliere overleggen met de eigen bestuurders over de stand van zaken, discussiepunten en de voortgang van de werkgroepen. De voorzitters van de stafbesturen zijn daarnaast eenmaal per maand aanwezig geweest bij de gezamenlijke vergaderingen van de bestuurders in de zogenaamde stuurgroepvergaderingen. De medische staven hebben intensief contact middels de geïnstalleerde Interstafraad. De raden van bestuur zijn maandelijks aanwezig geweest in de plenaire stafvergaderingen van het eigen huis om toelichting te geven en vragen te beantwoorden. Er is brede steun voor fusie en zijn de meeste maatschappen/vakgroepen van beide ziekenhuizen in gesprek om te bespreken of en hoe zij zouden kunnen fuseren. De beide medisch staven hebben nieuwsbrieven uitgebracht voor hun achterban, waarin ze de ontwikkelingen hebben beschreven. In het verlengde daarvan zijn er bijeenkomsten geweest waar alle leden van beide medische staven zijn uitgenodigd om met elkaar kennis te maken en van gedachten te wisselen. De opkomst hiervan was erg hoog. De medische staven van beide partijen hebben positief geadviseerd respectievelijk op datum 21 januari 2014 de Verenigde Medische Staf van Rijnland Zorggroep) en de Verenigde Medische Staf van het Diaconessenhuis op 26 februari 2014 (bijlagen 12 en 13). 5.5 Beschrijf welke andere stakeholders – zoals zorgverzekeraars/zorgkantoren, banken en regionale en lokale overheden - bij de concentratie zijn betrokken en wat hun relatie is tot de betrokken zorgaanbieder(s). Bij de concentratie zijn de volgende andere stakeholders betrokken: Zorgaanbieders 30. Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) 31. Huisartsen Zorgverzekeraars 32. Zorg en Zekerheid 33. Achmea 34. VGZ 35. CZ 36. Menzis Banken en waarborgfonds FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 23 37. 38. 39. 40. Waarborgfonds Zorg (WfZ) ABN AMRO ING BNG Lokale overheden 41. Gemeente Leiden 42. Gemeente Leiderdorp 43. Gemeente Alphen 44. Gemeente Katwijk 5.6 Vermeld de namen, adressen, telefoonnummers, faxnummers, eventuele elektronische postadressen en naam en functies van contactpersonen van deze stakeholders. Zorgaanbieders LUMC Huisartsenvereniging Rijnland Zorgverzekeraars Zorg & Zekerheid dhr. F.C. Breedveld, voorzitter raad van bestuur, Albinusdreef 2, 2333 ZA Leiden tel. […] Bestuur vereniging: Mw. H. Silvius Dhr. M. Hortensius Dhr. L. van Duijn Legewerfsteeg 10 2312 GW Leiden Dhr. T. van Houten, voorzitter raad van bestuur tel. […] Dhr. J. Kroes, manager Zorg Cure tel. […] Haagse Schouwweg 12, 2332 KG Leiden Postbus 400, 2300 AK Leiden Achmea Dhr. G. Groenenboom, Regiomanager Medisch Specialistische Zorg Regio Zuid-Holland tel. […] Mw. F. Muller, Zorginkoper Medisch Specialistische Zorg Regio Zuid-Holland tel. […] Dellaertweg 1, 2316 WZ Leiden Postbus 444, 2300 AK Leiden VGZ Dhr. Hoppener, Divisievoorzitter Zorg tel. 088 – 131 44 01 Nieuwe Stationsstraat 12, 6811KS Arnhem Postbus 5040, 6802 EA Arnhem CZ Zorgverzekering Dhr R. Peijnenburg, Hoofd Inkoop Ziekenhuiszorg tel. […] Dhr Ament, Zorginkoper Sector Medisch Specialistische Zorg Ringbaan West 236, 5038 KE Tilburg Postbus 90152, 5000 LD Tilburg Menzis dhr. R. van Boxtel, Directievoorzitter tel. […] of […] FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 24 Locatie Wageningen Lawickse Allee 130, 6709 DZ Wageningen Locatie Enschede Ruyterlaan 25, 7511 JH Enschede Postbus 75000, 7500 KC Enschede Banken en waarborgfonds Waarborgfonds (WfZ) de heer H.J. Verdegaal Oudlaan 4 3515 GA Utrecht […] ABN AMRO de heer M. van Amerongen Postbus 2059 3500 GB Utrecht ING de heer R. Stuifzand […] BNG de heer Mulder […] Lokale overheden Gemeente Leiden: [email protected], tel. […] H.J.J. Lenferink, burgemeester Gemeente Leiderdorp: [email protected], tel. […] L.M. Driessen-Jansen, burgemeester Gemeente Alphen a.d. Rijn: [email protected], tel. […] T.P.J. Bruinsma, wnd burgemeester Gemeente Katwijk: [email protected], tel. […] J. Wienen, burgemeester 5.7 Beschrijf voor elke stakeholder: a. Het verloop van de raadpleging van de stakeholder: 45. Op welke wijze zijn stakeholders betrokken bij het voornemen om een concentratie tot stand te brengen? 46. Op welke wijze hebben stakeholders hun oordeel en aanbevelingen kenbaar kunnen maken? 47. Zijn de stakeholders van mening dat de zorgaanbieder hen voldoende tijd heeft gegeven om te reageren op het concentratievoornemen? b. Of stakeholders van mening zijn dat zij tijdig en op begrijpelijke wijze aantoonbaar voldoende geïnformeerd zijn over: 48. de inhoud van de concentratieplannen 49. de mogelijkheden om daar bezwaar tegen te maken 50. de mogelijkheden om alternatieven of andere zienswijzen in te brengen 51. de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt. c. Het oordeel van stakeholders: 52. Hoe luidt het oordeel en de aanbevelingen van stakeholders over het voornemen tot concentratie? 53. Zijn het oordeel en de aanbevelingen van stakeholders overtuigend en beargumenteerd meegewogen in de besluitvorming tot concentratie? Indien FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 25 aanbevelingen van overige stakeholders niet zijn overgenomen, geef aan waarom niet. Stakeholders en verloop van raadpleging Huisartsen Partijen hebben gesproken met drie huisartsen, verspreid uit de regio. Deze huisartsen voelden zich als bestuur van de Huisartsenvereniging Rijnland gemachtigd om als vertegenwoordigers op te treden voor hun achterban. De huisartsen hebben begrip voor de wens tot fusie van beide ziekenhuizen. Voor hen is het met name belangrijk dat de basisvoorwaarden goed zijn en blijven. Daarbij denken zij aan gemakkelijk terecht kunnen bij de poliklinieken en blijvende toegankelijkheid van medisch specialisten. Zorg moet zo geleverd blijven dat het niet complexer wordt dan nodig. LUMC (als partner in de regio) Met het LUMC is – naast regulier overleg over de regionale samenwerking - regelmatig gesproken over de ontwikkelingen m.b.t. de verkenning tot samenwerking. Partijen hebben het beeld dat er vanuit het LUMC begrip is voor de wens tot fuseren. Van belang in deze is dat de regionale samenwerking niet onder druk komt te staan. Zorgverzekeraars Alle zorgverzekeraars waarmee partijen overeenkomsten hebben, zijn m.b.v. een brief en notitie geïnformeerd over het voornemen tot fuseren. Bestuurders hebben vervolgens gesproken met de zorgverzekeraars die aangaven prijs te stellen op een mondelinge toelichting. Met de twee grootste zorgverzekeraars zijn gesprekken gevoerd over de voorgenomen fusie te weten Zorg & Zekerheid en Achmea. Zorg & Zekerheid heeft in een gesprek aangegeven primair niet negatief tegenover een eventuele fusie te staan op voorwaarde dat het Diaconessenhuis een klinische functie zal behouden. Voor Rijnland Zorggroep en voor het Diaconessenhuis is dit geen discussiepunt. Zorgverzekeraar Achmea is een voorstander van samenwerking. In dit geval wordt de vorm van een fusie begrepen en goedgekeurd. De ACM heeft op 20 februari laten weten geen vergunningseis nodig te achten. De ACM heeft haar rapport van bevindingen openbaar gemaakt, waarmee ook de formele reactie van verzekeraars beschikbaar is gekomen. Lokale overheden De bestuurders hebben gesproken met de burgemeesters van Leiden, Katwijk, Leiderdorp en Alphen aan de Rijn. Deze gesprekken verliepen allen in een constructieve sfeer. De stuurgroep heeft als reactie in deze gesprekken teruggekregen dat het zeer op prijs gesteld wordt dat deze stakeholders betrokken worden bij de ontwikkelingen rondom onze samenwerking en dat zij positief staan tegenover de voorgenomen fusie. Banken en waarborgfonds Bestuurders van partijen hebben met de betrokken banken (ABN AMRO, ING en BNG) en met het Waarborgfonds voor de Zorgsector gesprekken gevoerd over het voornemen tot fuseren. Uit de gesprekken met de banken komen geen bijzonderheden. Om een echt formele reactie moet meerdere keren gevraagd worden. Uit gesprekken met de banken komt in ieder geval naar voren dat zij geen bezwaren zien tegen een eventuele fusie. Beide afzonderlijke huizen zijn financieel gezond en komen hun verplichtingen na. Het WfZ heeft schriftelijk laten weten geen bezwaar te hebben tegen de voorgenomen fusie. 6. Mee te zenden documenten In bijlage 1 treft u de intentieverklaring ‘tot standkoming fusie’. Voorts in de bijlage 14 en 15 de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de contactpersonen. Als bijlage (16) treft u correspondentie aan met onze stakeholders inzake de aankondiging van ons voornemen tot een fusie. FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 26 Leiden / Leiderdorp, 15 juli 2014 R. Treffers, arts Rijnland Zorggroep Prof. dr. M.W. de Jong Diaconessenhuis Leiden FORMULIER NZa Rijnland Zorggroep en Diaconessenhuis Leiden 27
© Copyright 2024 ExpyDoc