Advies omtrent de voorstellen fietstunnel Spoorzone Groningen Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen Van de Adviescommissie Verkeer en Vervoer van de gemeente Groningen Datum: 28 mei 2014 Aanleiding advies In de brief naar de Raad getiteld “fietstunnel Spoorzone Groningen” (kenmerk 4318077) legt uw College overwegingen en de resultaten van onderzoek voor omtrent de mogelijke aanleg van een fietstunnel door de spoorzone Groningen. In deze brief worden verscheidene varianten voor de fietstunnel behandeld. Omdat de voordelen van een fietstunnel door U hoog worden ingeschat wordt in de vergelijkingen geen aandacht besteed aan het nul-alternatief (het achterwege laten van de aanleg van een fietstunnel in welke vorm dan ook). In haar vergadering van 23 april 2014 is aan de Adviescommissie Verkeer en Vervoer van de gemeente Groningen informatie verstrekt over alle ontwikkelingen in de Spoorzone Groningen, waaronder de ideeënontwikkeling rond de fietstunnel door de Spoorzone. Als vervolg op deze informatievoorziening heeft de commissie besloten om specifiek aandacht te geven aan de fietstunnel. De mogelijk grote gevolgen voor het fietsverkeer en het fietsparkeren in de Spoorzone – afhankelijk van de gekozen variant – en ook de mogelijk hoge kosten van de fietstunnel vormden belangrijke overwegingen voor de commissie om aan dit onderdeel speciaal aandacht te geven. De mondelinge en schriftelijke gedachtenuitwisseling binnen de commissie hebben geleid tot het volgende advies. Overwegingen commissie De brief naar de Raad geeft volgens de AVV een duidelijke opsomming van de voordelen van aanleg van een fietstunnel in de spoorzone. Geen belangrijke aandachtspunten ontbreken in deze opsomming. De AVV vindt het daarom begrijpelijk dat in de brief aan de Raad geen verdere aandacht is gegeven aan het nul-alternatief. Twee redenen om een fietstunnel te realiseren tussen noord- en zuidzijde van het station acht de commissie het zwaarstwegend, namelijk het beter accommoderen overstappers fiets-trein, en het beter kunnen accommoderen van fietsparkeren bij het station. 1. De overstappers fiets-trein komen voor het grootste deel uit het noorden van het station. Deze groep kan met een fietstunnel snel (zonder oponthoud van verkeerslichten bij Hereweg/Julianaviaduct en de last van het tegen een viaduct op fietsen) naar de zuidkant van het station voor fietsparkeren en toegang op de sporen richting Assen e.v. Ditzelfde geldt voor overstappers trein-fiets vanuit richting Assen met (werk)bestemming centrum e.o. 2. Zonder fietstunnel zal door de groei van het fietsparkeren, ook al worden aan de zuidzijde een betere aansluiting op de sporen en een goede fietsparkeervoorziening gerealiseerd, waarschijnlijk sprake zijn van een overbelasting van fietsparkeren aan de noordkant van het station. Met tunnel kan de fietsparkeervraag veel beter worden verdeeld en ruimtelijk ingepast. Ook is de brief naar de Raad over de varianten voor de fietstunnel zeer volledig. Er wordt met name een goede onderbouwing gegeven waarom het wenselijk is dat de fietstunnel parallel of in nabijheid van de voetgangerstunnel wordt gerealiseerd. De commissie ziet wel enige aanvullingen ten aanzien van de beleving van de gebruiker van het stationsgebied, namelijk vergroting van de beleving historisch brandpunt hoofdstation, en verbetering van de beleving van het fietsparkeren. Bij het toekomstig gebruik van het station Groningen wordt gestreefd naar versterking van de rol van het historische stationsgebouw, met de stationshal en het perronplein als brandpunt van de nieuwe stadsontwikkeling. De ligging van fietstunnel variant 1, biedt de mogelijkheid voor het ervaren van de kelders van het hoofdgebouw in de fietsroute. Deze ervaring op bijzondere wijze vormgeven kan bijdragen aan het versterken van het beleven van het "brandpunt" en de oriëntatie onder de grond versterken. Aantrekkelijk fietsroutes naar de stations en de fiets op goede manier daar kunnen parkeren is in Nederland essentieel omdat dit het gebruik en beleving van het openbaar vervoer in belangrijke mate bepaalt. Voor Groningen Fietsstad geldt dit zeker. Zo is het fietsbalkon een bijzonder en geslaagd voorbeeld hoe hieraan op positieve wijze inhoud gegeven is. De ruimtelijke inpassing en inrichting maar ook de veiligheid en het toezicht en beheer zijn hierbij duidelijke pluspunten. In de nieuwe lay-out van het stationsgebied liggen opnieuw kansen om het fietsparkeren op een praktische maar ook op een fantasie-prikkelende manier ruimtelijk vorm te geven en beheersmatig te organiseren. Dit kan aan de zuidzijde van het station zelfs een "gangmaker" worden voor de sfeer van het toekomstige gebied. De overwegingen van de AVV zijn primair van verkeerskundige en ruimtelijke aard. Aan een volledige financiële afweging komt de commissie niet toe. Wel herkent de commissie dat de keuze voor het wel of niet realiseren van een fietstunnel een relatie heeft met de mogelijkheden om oplossingen – en de kosten daarvan - voor problemen rond fietsparkeren te kunnen vinden. Naast het benutten van stallingsvoorzieningen of commerciële voorzieningen acht de commissie het wenselijk om in en rondom de ingang van de fietstunnel ook culturele voorzieningen te realiseren De commissie acht het wenselijk om advies over de inrichting van de fietstunnel (onder meer voor de hellingbaan) in te winnen bij belangenorganisaties en relevante adviesraden voor gehandicapten en ouderen. Advies De AVV ondersteunt de conclusie in de brief aan de Raad dat variant 1 'Fietstunnel gecombineerd met reizigerstunnel (door kelder stationsgebouw met aansluiting op het Stadsbalkon)' vanuit het fietsnetwerk en de stallingsmogelijkheden beschouwd de meeste meerwaarde heeft en dat deze meerwaarde ten opzichte van andere varianten nog wordt vergroot door het realiseren van een voetgangersverbinding tussen het Stadsbalkon en de reizigerstunnel. Aanvullend adviseert de AVV om in de verdere besluitvorming en uitvoering aandacht te besteden aan de overige vermelde overwegingen van de commissie.
© Copyright 2025 ExpyDoc