VBC-Newsletter-mar14 - BearingPoint Caribbean

Tel.: 461-1210
Fax: 461-5422
Newsletter
VERENIGING BEDRIJFSLEVEN CURAÇAO
NEWSLETTER MAART 2014
1.EDITORIAL
2.ECONOMIE
 Beëindiging Aanwijzing en hoe nu verder?
 Resultaten Conjunctuur enquête CBS 2013
 Ontwikkeling “cost of doing business” Curaçao
 Invoering leges en retributies landsverordening LTU
3.RAPPORTEN
 Standard & Poor’s : rating Curaçao 2014
4.(Nieuwe)Wetgeving
5.EONOMISCHE INDICATOREN
1.EDITORIAL
Op 7 maart 2014 heeft de Rijksministerraad bekend gemaakt dat Curaçao voldoet aan alle
onderdelen van de op 13 juli 2012 opgelegde aanwijzing. Zoals bekend heeft de
toenmalige Curaçaose Regering met de heer Schotte als minister president aan het hoofd,
na advies van het College Financieel Toezicht, van de Rijksministerraad een aanwijzing
opgelegd gekregen om de begroting in overeenstemming te brengen met de normen die
opgenomen zijn in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en St. Maarten.
Met het schrappen van de aanwijzing is na 20 maanden een eind gekomen aan deze
weinig verheffende periode. Het is goed om te vermelden dat het de inspanningen en
acties van de interim kabinetten Betrian en Hodge evenals de huidige regering Asjes,
meer in het bijzonder de Minister van Financiën, geweest zijn die geresulteerd hebben dat
de aanwijzing van de baan is en niet door het kabinet die deze opgelegd heeft gekregen.
Uiteraard hulde aan deze bestuurders die goed werk hebben verricht.
De grootste bijdrage aan dit succes moet echter op conto van de samenleving in het
algemeen en de werkende bevolking in het bijzonder worden geschreven.
Zij hebben geduldig en op vreedzame wijze de “cold turkey” aanpak geaccepteerd en
daarmee jarenlang verkeerd gevoerd financieel overheidsbeleid rechtgetrokken. De
daarvoor betaalde prijs in de vorm van forse lastenverzwarende maatregelen tot uiting
komen in verhoging van onder meer premies en loongrenzen sociale verzekeringen,
belastingen en langer werken (verhoging AOV gerechtigde leeftijd) is hoog en pijnlijk.
1
Het is te hopen dat de grote offers die al zijn gebracht en nog zullen voortduren ertoe
zullen leiden dat wij in een situatie terecht komen van structurele gezonde
overheidsfinanciën en niet weer belanden in een toestand van financieel wanbeleid en
chaos.
Het is dan ook terecht dat zowel de Minister President en de Minister van Financiën
gesteld hebben dat einde van de aanwijzing niet betekent dat het strikt financieel beleid
zal worden losgelaten. Het is nog altijd noodzakelijk dat het apparaat efficiënter en
goedkoper wordt gemaakt. Dit is ook het geval ten aanzien van de overheidsbedrijven en
stichtingen. Deze vormen zoals het College Financieel Toezicht terecht heeft opgemerkt,
nog een groot risico. Ook moet nog het nodige gedaan worden aan het financieel beheer
onder andere het tijdig indien en behandelen van de begroting en vaststellen van de
jaarrekeningen omdat verantwoording wordt afgelegd.
Er kan niet genoeg worden benadrukt dat de collectieve lastendruk ( belastingen en
premies sociale verzekeringen) die volgens de Minister van Financiën momenteel op
Curaçao hoger is dan die van Nederland terwijl het niveau van de dienstverlening van het
Curaçaose apparaat lager ligt, verlaagd dient te worden om concurrerender te kunnen
worden.
Verbetering van de concurrentiepositie is noodzakelijk om economische activiteiten van
de grond te krijgen. Beseft moet worden dat structurele economische groei de bron is van
vergroting van de welvaart en niet fiscaliteit. Deze dient groei te bevorderen en niet af te
remmen.
Tegen deze achtergrond is het dringend gewenst dat de nadruk wordt gelegd op het
verlagen van de overheidsuitgaven en niet op verdere verhoging van de inkomsten. Bij
economische groei zullen de inkomsten automatisch hoger worden.
Nu begrotingsevenwicht bereikt is en daarmee voldaan is aan een belangrijke voorwaarde
voor macro economische stabiliteit is het zaak om veel meer aandacht te besteden op
duurzame economische groei. Herstel van het vertrouwen en verbetering van het
investeringsklimaat zijn hierbij noodzakelijk. Zoals hiervoor is aangehaald is het van
belang om de concurrentiepositie aantrekkelijker te maken. Belangrijke onderdelen
hierbij zijn lastenverlichting, toename van de arbeidsproductiviteit, flexibilisering van de
arbeidsmarkt en wetgeving en elimineren van de bureaucratie.
Als economische groei niet wordt gestimuleerd dan zal de hele exercitie en de
inspanningen om de aanwijzing van tafel te krijgen resulteren in een situatie waarbij
sprake is van “ de operatie is geslaagd maar de patiënt is overleden”. Dit is het laatste
scenario waarop Curaçao zit te wachten.
2
2.ECONOMIE
 Beëindiging Aanwijzing en hoe nu verder?
Op 7 maart 2014 heeft de Rijksministerraad (RMR), na door het College Financieel
Toezicht (CFT) geïnformeerd te zijn dat Curaçao voldoet aan alle onderdelen van de
aanwijzing, het besluit genomen om de aanwijzing ongedaan te maken.
De aanwijzing werd op 13 juli 2012 door de RMR opgelegd aan het toenmalig kabinet
Schotte omdat de ontwikkelingen van de begrotingen 2010, 2011 en 2012 tekorten
vertoonde en daarom niet in overeenstemming waren met afspraken gemaakt in de
Rijkswet financieel Toezicht. In de Rijkswet is namelijk vastgelegd dat er sprake dient te
zijn van structureel evenwicht op de begrotingen.
Wat hield de aanwijzing in?
- Per 1 september 2012 compenseren van de tekorten ten bedrage van ANG 98 mln
van de gewone dienst 2010 en 2011;
- Per direct niet langer uitgaan van besparingen in de begroting 2012 vanwege niet
ten uitvoer brengen van voorgenomen maatregelen op het gebied van
gezondheidszorg en het dividendbeleid;
- Per 1 september 2012 dekken van besparingsverliezen ten bedrage van ANG 55
mln. Per 1 januari 2013 dienen geplande maatregelen op het terrein van
gezondheidszorg, oudedagsvoorzieningen en dividenden te worden gerealiseerd.
- Versterking van het regie op de uitvoering van deze maatregelen opdat deze
daadwerkelijk op 1 jan 2013 worden gerealiseerd.
- Opschorten van aangaan van leningen totdat de (meerjarige) begroting in
evenwicht is.
- Het maandelijks invullen en aanleveren van een liquiditeitsoverzicht;
- Met onmiddellijke ingang instellen van voorafgaand toezicht door de minister van
Financiën;
- Het daadwerkelijk toepassen van een vacaturestop en verplicht maandelijks
publiceren van genomen personeelsbeslissingen;
- Het per 1 september opstellen en uitvoeren van een plan van aanpak om de
vermogens van overheidsvennootschappen op middellange termijn weer
financieel gezond te maken;
- Per 24 augustus 2012 maandelijks het College Financieel Toezicht en de RMR
informeren over de voortgang van de voorgenomen maatregelen, de uitputting
van de begroting en verwachte realisatie van de begroting;
- In afstemming met het CFT vervolg geven aan nog niet opgevolgde adviezen
inzake de begroting 2012;
- Maandelijks schriftelijk rapporteren aan het CFT inhoudende de voortgang en
stand van zaken van alle hiervoor genoemde verplichtingen.
In april 2013 was al voor een groot deel voldaan aan de onderdelen van de aanwijzing
waardoor Curaçao het groene licht kreeg om leningen aan te gaan ter financiering van
kapitaaluitgaven.
Aan twee onderdelen van de aanwijzing was nog niet voldaan te weten de vacaturestop
en compensatie van tekorten van voorgaande jaren.
3
In maart 2014 constateert het CFT dat ook aan deze twee onderdelen is voldaan waarna
de RMR overging tot het schrappen van de aanwijzing.
Het einde van de aanwijzing betekent niet dat genomen maatregelen teruggedraaid gaan
worden dan wel een eind komt aan het nemen van bezuinigingsmaatregelen volgens de
Minister- President en de Minister van Financiën. Een strak beleid blijft nodig om de
openbare financiën structureel op orde te houden.
Ook het CFT laat weten dat met het voldoen aan de onderdelen van de aanwijzing
Curaçao een belangrijke stap gedaan heeft naar gezondmaking van de openbare
financiën. De uitdaging is om het goede momentum in de komende jaren te behouden.
Gewaarschuwd wordt dat er nog een aantal risico zijn waaraan alle aandacht besteed zal
moeten worden:
- Het financieel beheer dient verder te worden verbeterd. Met name het tijdig indien
en vaststellen van de begrotingen en de jaarrekeningen. Ook de Raad van Advies
constateert dat twee belangrijke wetten nog ingevoerd moeten worden;
Landbesluit houdende algemene maatregelen over begrotingsdiscipline en de
Landverordening financieel beheer.
- De jaarrekeningen van de overheid en overheidsinstellingen worden te laat
opgeleverd en vergezeld van afkeurende accountsverklaringen. Dit impliceert dat
de jaarrekening een onbetrouwbaar instrument is om te kunnen toetsen hoe en
welke middelen er zijn besteed. Hierdoor verliest de jaarrekening haar waarde als
controlerend instrument.
- Het moet nog blijken dat de begrote overschotten ook daadwerkelijk gerealiseerd
worden.
- Idem ten aanzien van het kleiner en efficiënt maken van het overheidsapparaat en
handhaven van de vacaturestop.
- Het dividendbeleid van overheidsbedrijven baart nog altijd grote zorgen gezien de
financiële staat waarin een aantal overheidsinstellingen verkeren.
Een andere interessant aspect betreft de vraag of met het schrappen van de aanwijzing de
Rijkswet Financieel Toezicht ook opgeheven zal worden. Volgens deskundigen is de
kans hierop klein. Conform afspraak zal in 2015 een evaluatie plaatsvinden. Afgesproken
is dat in beginsel intrekking pas plaats zal vinden indien structureel voldaan wordt aan de
begrotingsnormen. Deze houden in meerjarig evenwicht op de begroting, onder een
bepaalde norm blijven van de rente lasten en ordelijk en controleerbaar zijn van de
begrotingen.
Ter voorkoming van discussie is bepaald dat sprake is van structureel voldoen indien
gedurende ten minste drie opeenvolgende jaren geheel zelfstandig voldaan wordt aan de
begrotingsnormen en dat deze normen in de wetgeving worden opgenomen.
Curaçao zal in 2015 nog niet voldoen aan deze afspraken en zal op de volgende evaluatie
welke in 2018 is vastgesteld moeten wachten.
Intrekking van de Rijkswet voor 2018 zou kunnen als de RMR uit eigen beweging beslist
dat het evaluatie en beslissingsmoment eerder dient plaats te vinden dan wel als Curaçao
hiertoe een verzoek indient. Gezien de ontwikkelingen zoals hiervoor omschreven is de
kans op een vervroegde beslissing niet erg waarschijnlijk.
4
Samenvattend kan worden gesteld dat beëindiging van de aanwijzing geen reden vormt
om te stoppen met het voeren van een strak financieel beleid ( bezuinigingen). Daarnaast
is de kans klein dat de Rijkswet Financieel Toezicht op korte termijn zal worden
ingetrokken.
 Resultaten conjunctuur enquête CBS 2013
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft de resultaten van de conjunctuur
enquête 2013 bekend gemaakt. Deze kunnen als volgt worden samengevat:
 Ontwikkeling m.b.t. “cost of doing business” Curaçao
De Regering is terecht trotst dat de aanwijzing welke de Rijksministerraad in juli 2012
aan de toenmalige Regering Schotte heeft opgelegd, vanwege het niet voldoen aan de
afspraak om evenwicht op de begrotingen te realiseren, begin maart 2014 is beëindigd.
Echter om dit doel te kunnen realiseren zijn er in het laatste kwartaal 2012 en de eerste
helft van 2013 een groot aantal lastenverzwarende maatregelen ingevoerd. Dit heeft ertoe
geleid dat de “cost of doing business” sterk zijn gestegen respectievelijk de koopkracht
5
van de burger (fors) is aangetast. Een van de gevolgen van deze ontwikkeling is
verslechtering van de concurrentiepositie en vermindering van de economische groei en
zelf krimp. De werkeloosheid is toegenomen.
Hieronder een overzicht van de opstapeling lastenverzwarende maatregelen voor zowel
werkgevers als werknemers die de periode 2013 en 2014 zijn ingevoerd.

Premie verhogingen Sociale Verzekeringen
Premies sociale verzekeringen
2013
/2014
Werkg
Werkn
AOV
9%
6%
AWW
0,5%
0,5%
BVZ
ZV
9%
1,9%
3%
AVBZ
0,5%
1,5%
OV
0,5 - 5%
Totaal max
25,9%
2012
Werkg Werkn
7%
6%
0,5%
0,5%
8,3%
2,1%
0,5%
1,5%
0,5 -5%
11%
21,3%
10,1%
AOV pensioengerechtigde leeftijd is per 2013 verhoogd van 60 naar 65 jaar
Loongrens AOV 2013/2014 : ANG 100.000 per jaar
Op inkomen > 100.000 wordt 1% extra premie geheven
Loongrens AOV 2012 : ANG 93.000 per jaar
Loongrens BZV 2013/2014: ANG 100.000 per jaar
Personen met jaar inkomen < ANG 12.000 zijn geen premie BZV verschuldigd
Loongrens ZV 2012 : ANG 59.654 per jaar
Nominale premie BZV : ANG 82 per jaar (geen premie kinderen< 18 jaar en personen
met jaarinkomen < ANG 12.000 per jaar)

Minimumloon
Per 1 januari 2013 verhoogd met 3,3%.
Voor 2014 is nog geen besluit genomen.
6

Grondbelasting
Per 1 januari 2014 afhankelijk van de waarde van het onroerende goed toename
van de belasting tussen de 16 en 42% ten opzichte van voorgaande jaren.

Omzet Belasting
Per 1 mei 2013 invoering van 4 tarieven ( 0%, 6%, 7% en 9%).
Het OB tarief van een aantal producten is verlaagd van 6% naar 0% echter het
tarief van een aantal producten en diensten is ook verhoogd van 6% naar 9% met
handhaving van de cumulatie.

Zegelbelasting
Per 1 februari 2014 is de zegelbelasting verdubbeld. De toename van 100% heeft
ertoe geleid dat leges en retributies ook zijn gestegen.

Leges en retributies LTU
Per 21 februari 2014 worden verzoeken verband houdende met de
landsverordening toelating en uitzetting( LTU) belast met leges en retributies.
Voor deze datum waren deze verzoeken vrij van zegel en kosten.
In een apart artikel in deze Newsletter wordt uitgebreider ingegaan op deze
maatregel.

Posttarieven
In 2013 zijn de tarieven met 2,8% toegenomen
In 2014 is sprake van een toename van 1,2%
De vooruitzichten gaan in de richting van nog verdere lastenverzwaringen voor met
name de werkgevers. Immers in de Staten zijn door de PNP fractie een twee initiatief
ontwerpverordeningen ingediend inhoudende optrekken ontslagtermijn naar twee jaar bij
ziekte en uitbetalen van cessantia bij zowel onvrijwillig als vrijwillig ontslag.
De opstapeling van de lastenverzwarende maatregelen heeft geresulteerd in een forse
toename van de collectieve lastendruk ( belasting en premies sociale verzekeringen).
Experts van onder andere PWC Dutch Caribbean hebben uitgerekend dat 40 -50% van
het bruto loon van een werkende aan de overheid moet worden afgedragen. Een
werknemer met een salaris van ANG 50.000 per jaar dient ongeveer ANG 21.000 aan
loonbelasting en premies sociale verzekeringen te voldoen. Bij een bruto salaris van
ANG 100.000 per jaar is dit ruim ANG 51.000.
De vraag is wat de persoon hiervoor terugkrijgt in de vorm van bijvoorbeeld veiligheid,
gezondheidszorg, onderwijs kortom service van de overheid (bureaucratie).
De indicaties duiden erop dat de hoge lastendruk de economische activiteiten niet positief
beïnvloeden. Er is sprake van marginale groei respectievelijk krimp. Als gevolg hiervan
is de werkeloosheid gestegen. Voor een cijfermatig overzicht van deze ontwikkeling
(afgelopen 5 jaar) zie onderstaande tabel.
7
Ontwikkeling werkgelegenheid en economische groei
2013 2012 2011 2010 2009
Werkloosh
%
Algemeen
13
9.8
9.6
Jeugd
37.2
24.7
24.8
Eco groei %
-0.5
-0.1
0.6
0.1
-0.5
Op basis van deze feiten is het duidelijk dat de weg van verdere lastenverzwaringen een
doodlopende is en omgebogen zal moeten worden.
De structurele oplossing zal gezocht moeten worden in het terugdringen van de
overheidsuitgaven waardoor de collectieve druk ( lagere tarieven belastingen en premies
sociale verzekeringen ) kan worden verlaagd alsmede het verhogen van de
arbeidsproductiviteit en verbeteren van het investeringsklimaat.
Deze mix zal resulteren in toename van investeringen en economische groei waardoor de
overheidsinkomsten zullen gaan toenemen. Het huidig beleid waar fiscaliteit centraal
staat dient omgebogen te worden in een aanpak waar stimuleren van duurzame
economische groei het middelpunt wordt. Economische activiteiten en groei zijn de
bronnen van welvaart en financieren van sociaal beleid en niet fiscaliteit. Het fiscaal
stelsel moet juist economische activiteiten stimuleren en hard werken belonen in plaats
van afstraffen.
 Invoering retributies en leges Landsverordening toelating en
uitzetting (LTU)
Op 21 februari 2014 is bij PB 2014 no 17 de Landsverordening toelating en uitzetting
(LTU) gewijzigd in dier voege dat artikel 6, tweede lid inhoudende afschaffing van de
zinsnede “vrij van zegel en kosten”, wordt vervangen door “ voor het in behandeling
nemen van verzoeken zijn retributies en leges verschuldigd”.
Vanaf 21 februari 2014 zijn daardoor leges en retributies verschuldigd aan de
toelatingsorganisatie Curaçao. Het betreft de volgende diensten:
8
Leges:
Retributies:
Redactioneel commentaar:
Deze maatregel is een (onaangename) verrassing en komt als het ware uit de lucht vallen.
In ieder geval is deze niet aan de SER voorgelegd ter advies en is bekendmaking en
voorlichting gebrekkig geweest.
Het is duidelijk dat het hier wederom een lastenverzwarende maatregel betreft voor zowel
de burger als de ondernemer. Het schijnt maar niet op te houden. De “cost of doing
business” gaat hierdoor omhoog en daarmee verslechtering van de concurrentiepositie
9
temeer daar er geen flankerende maatregelen worden ingevoerd om de productiviteit te
verbeteren.
Dit soort onaangekondigde en inhalige maatregelen dragen ook niet bij tot het verbeteren
van noch het investeringsklimaat noch het vertrouwen. Het is dan ook niet verwonderlijk
dat bonafide investeerders de kat uit de boom kijken en afwachtend zijn met het nemen
van besluiten om nieuwe projecten op te starten. Teveel onzekerheid en “verrassingen”.
Nu de overheid besloten heeft om forse leges en retributies te heffen bij in te dienen
verzoeken in het kader van de LTU bepalingen, mag verwacht en wellicht geëist worden
dat de dienstverlening bij de Toelatingsorganisatie drastisch verbetert en dat aanvragen
tijdig worden afgehandeld.
Deze dienst behoort thans eerste klas service te leveren.
De praktijk zal uitwijzen of dit ook daadwerkelijk gaat plaatsvinden.
10
Standard & Poor’s rating March 13, 2014
11
4.(Nieuwe)Wetgeving
Beknopt overzicht recente (initiatief) wetsvoorstellen/aanpassingen op sociaaleconomisch gebied welke door de Regering dan wel als initiatief ontwerp van de Staten
12
aan de wetgevende macht ter behandeling zijn aangeboden en waar de SER advies over
dient uit te brengen (periode februari t/m maart 2014).
Ontwerp-landsverordening tot wijziging van de landsverordening basisverzekering
ziektekosten (PB 2013 no 3), ontwerp landsbesluiten verstrekkingen, vaststellen premie,
premie inkomensgrenzen, eigen bijdrage en toeslagen en medische uitzendingen.
Deze ontwerpen hebben alle betrekking op de zgn. reparatiewetgeving basisverzekering
ziektekosten.
5.ECONOMIC INDICATORS
Foreign Exchange Position (x mln) : Febr 2014 : NAƒ 2,275
definition IMF
Febr 2013 : NAƒ 2,016
Consumer Price Index (Oct 2006 = 100)
Dec 2013
Dec 2012
Change
Average inflation past 12 months
Population and Employment
Curaçao
Total population
Employed population
Unemployed population
Labor Force
Unemployment rate
:
2013
150,782
63,493
9,512
73,005
13.0%
:122,5
:121.6
: 0,7%
: 1,3%
2011
147,858
62,042
6,721
68,763
9.8%
Stay over tourism no of visitors
: Jan 2014 year to date : 37.415
Jan 2013 year to date: 36.083
Change : 4%
Cruise tourism no. of passengers
: Jan 2014 year to date : 86.004
Jan 2013 year to date : 99.459
Change: -10%
Stay over nights
Jan 2014 year to date: 368.719
Jan 2013 year to date: 338,480
Change: 9%
13
Occupancy rate Hotels
Febr
Average YTD Jan-Febr
Shipping
Freight
Tanker
Cruise
Others
2014
76,30 %
74,50 %
: Jan - Dec 2013
961
1139
292
338
Jan-Dec 2013
Cargo movements, metric tons
Unloaded
Loaded
604.675
230,483
Febr 2014
Total companies Commercial Register
Local
International
Total
23,934
14,453
38,387
2013
79,4%
74,10%
Jan - Dec 2012
1103
1193
228
305
Jan-Dec 2012
698,596
252,438
Febr 2013
22,997
15,048
38,045
Source: Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, Central Bureau of Statistics,
Curaçao Tourism Development Foundation, Curaçao Port Authority, MEO,
CHATA, Chamber of Commerce Curaçao
14