Raadsvergadering 16 december 2014

Raadsvergadering 16 december 2014
Orgaan:
Locatie:
Datum:
Aanvang:
Gemeenteraadsvergadering
Julianastraat 34, 5251 ED Vlijmen
dinsdag 16 december 2014
19:30 uur
1.
Opening
2.
Vaststelling van de agenda
Stukken
AGENDA raad 20141216
3.
Spreekrecht
Samenvatting
Ingevolge het RvO is er geen inspreekrecht
Stukken
Inspreken RV 20141216
4.
Ingekomen stukken en mededelingen
Stukken
RV Ingekomen Stukken Raad 20141216
5.
Trekking naam voor stemming
6.
Verslag van de raadsvergaderingen van 6 en 13 november 2014
7.
2e Bestuursrapportage 2014
Stukken
RV Tweede bestuursrapportage 2014 20141216
8.
Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015
Stukken
RV raadsvoorstel legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 20141216
9.
Grondprijzen 2015
Stukken
RV Grondprijzen 2015 20141216
10.
Uitgangspunten grondexploitaties 2015
Stukken
RV uitgangspunten grondexploitaties 2015 20141216
11.
Verordening rechtspositie wethouders raads en commissieleden 2014
Stukken
RV verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 20141216
12.
Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015
Stukken
RV invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 20141216
13.
Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant Midpoint
Stukken
RV ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint 20141216
14.
Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub Drunen
Stukken
RV Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub 20141216
15.
Ontwikkelplan SPORT volop in beweging
Stukken
RV Ontwikkelplan SPORT volop in beweging 20141216
16.
Evaluatie Hart voor Oudheusden
Stukken
RV evaluatie Hart voor Oudheusden 20141216
17.
Benoeming plaatsvervangend leden AB Baanbrekers
Stukken
RV benoeming plv leden AB Baanbrekers 20141216
Wijziging leden informatievergaderingen
18.
Wijziging leden informatievergaderingen
Stukken
RV Wijziging leden informatievergaderingen 20141216
19.
Sluiting
AGENDA raad 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20094#
Oproeping voor de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden te houden op
dinsdag 16 december 2014 om 19.30 uur in het gemeentehuis Vlijmen.
AGENDA
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
B
8.
A
9.
B
10.
B
11.
A
12.
A
13.
A
14.
A
15.
B
Opening
Vaststelling van de agenda
Spreekrecht
Ingevolge het RvO is er geen inspreekrecht
Ingekomen stukken en mededelingen
Raadsvoorstel
Bijlagen: Besluitenlijsten Informatievergaderingen
Trekking naam voor stemming
Verslag van de raadsvergaderingen van 6 en 13 november 2014
Bijlagen: verslagen raadsvergaderingen
e
2 Bestuursrapportage 2014
Raadsvoorstel
e
Bijlagen: 1. 2 Bestuursrapportage; 2. Instellingsbesluit reserve bijdragen bedrijven GOL; 3. Memo
Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015
Raadsvoorstel
Bijlagen: 1.Legesverordening 2015; 2. Verordening lijkbezorgingsrechten; 3. Memo
Ter inzage: 1. Overzicht voorgestelde tariefswijzigingen; 2. Tarieventabel bij legesverordeningen;
3. Tarieven reisdocumenten; 4. Maximaal tarief rijbewijs
Grondprijzen 2015
Raadsvoorstel
Bijlagen: 1. Uitvoeringsnota grondprijzen; 2. Memo
Uitgangspunten grondexploitaties 2015
Raadsvoorstel
Bijlagen: 1. Uitgifte bedrijventerreinen per kern; 2. Woningbouwplanning 2014-2030 per 5 jaar; 3. Memo
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014
Raadsvoorstel
Bijlagen:1. Overzicht wijzigingen aanspraken agv besluit harmonisering; 2. Overzicht financieel; 3.
Memo
Ter inzage: 1. Verordening rechtspositie; 2. Oude verordening; 3. Circulaire minbzk besluit
harmonisering rechtsposities
Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015
Raadsvoorstel
Ter inzage: 1. Aanwijsbesluit werkkostenregeling; 2. Drie circulaires werkkostenregeling
Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint
Raadsvoorstel
Bijlagen: 1. Aanbiedingsbrief; 2. Concrete resultaten regio HvB en NOB
Ter inzage: 1. Ontwerp regiobegroting; 2. Jaarverslag 2013
Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub Drunen
Raadsvoorstel
Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging
Raadsvoorstel
Bijlagen: 1. Ontwikkelplan; 2. Actieplan
Ter inzage: Ontwikkelnota
A: Besluitvorming zonder bespreking
B: Besluitvorming met bespreking
R: Rechtstreeks in de Raad
16.
17.
18.
19.
A Evaluatie Hart voor Oudheusden
Raadsvoorstel
Bijlagen: 1. Evaluatie Hart voor Oudheusden; 2, Memo
A Benoeming plaatsvervangend leden AB Baanbrekers
Raadsvoorstel
A Wijziging leden informatievergaderingen
Raadsvoorstel
Bijlage: Indeling informatievergaderingen per 16 december 2014
Sluiting
Heusden,
De voorzitter,
Drs. J. Hamming
A: Besluitvorming zonder bespreking
B: Besluitvorming met bespreking
R: Rechtstreeks in de Raad
Einde bijlage: AGENDA raad 20141216
Terug naar het agendapunt
Inspreken RV 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20095#
Inspreken bij de raadsvergadering?
Als een onderwerp niet eerder in een informatievergadering is behandeld, kunt u gebruik maken van
het spreekrecht. U meldt dit uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier.
De volgende regels uit het Reglement van Orde gelden:
Artikel 37. Spreekrecht (inspreken)
1. Indien, vanwege bijzondere omstandigheden, een voorstel of onderwerp rechtstreeks – zonder
voorafgaande behandeling in de informatievergadering – aan de raad wordt voorgelegd, hebben
belanghebbenden of hun vertegenwoordigers bij de behandeling van het agendapunt “Spreekrecht”
gelegenheid om het woord te voeren over een dergelijk op de agenda geplaatst voorstel of
onderwerp. Een inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. Gedurende maximaal dertig
minuten is er gelegenheid om in te spreken. Als er meer dan zes sprekers zijn, verdeelt de voorzitter
het inspreekhalfuur evenredig over de sprekers. De voorzitter van de vergadering kan in bijzondere
gevallen afwijken van de maximumduur van de spreektijd.
2. Belanghebbenden of hun vertegenwoordigers kunnen niet het woord voeren over:
a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep bij de rechter openstaat, of
heeft opengestaan;
b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
c. een klacht die ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
3. Inspreken bij de behandeling van een bestemmingsplan en daarmee vergelijkbare plannen is
uitsluitend toegestaan in de vorm van een mondelinge toelichting op een eerder ingediende
zienswijze. Deze zienswijze moet als zienswijze zijn aangeduid in het raadsvoorstel of de daarbij
behorende stukken.
4. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste 24 uur vóór aanvang van
de raadsvergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het
voorstel of onderwerp waarover hij het woord wil voeren.
5. De raadsvoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De raadsvoorzitter kan van de
volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
6. De spreker voert het woord, nadat de raadsvoorzitter hem dit heeft verleend. De raadsvoorzitter
of een raadslid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.
Einde bijlage: Inspreken RV 20141216
Terug naar het agendapunt
RV Ingekomen Stukken Raad 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20096#
001293230Z
Onderwerp
Zaaknummer 00409753
Ingekomen Stukken Raad
Raadsvoorstel
Inleiding
Conform artikel 41 van het reglement van orde dienen aan de raad gerichte ingekomen stukken,
waarvan de onderwerpen behoren tot de bevoegdheden van de raad, geplaatst te worden op de
lijst van ingekomen stukken.
Feitelijke informatie
Stukken ter kennisname aan de raad:
1. 17 november 2014, Gemeente Dongeradeel, aangenomen motie CAO Sociale
Werkvoorziening (00412373)
Stukken ter kennisname aan de raad en ter afdoening in handen college:
2. 11 november 2014, Provincie Noord-Brabant, horen art. 3.26 Wro inzake provinciaal
inpassingsplan GOL en info n.a.v. 17 september 2014 (00411683)
3. 1 december 2014, Provincie Noord-Brabant, uitvoeringsprogramma 2015 interbestuurlijk
toezicht (00413968)
Advies:
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Namens de agendacommissie,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
1
001293230Z
Onderwerp
Zaaknummer 00409753
Ingekomen Stukken Raad
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gelet op de Gemeentewet en het Reglement van orde;
besluit:
de ingekomen stukken conform het voorstel van de agendacommissie af te doen.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
2
Einde bijlage: RV Ingekomen Stukken Raad 20141216
Terug naar het agendapunt
RV Tweede bestuursrapportage 2014 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20097#
001293129 00409887
Onderwerp
Tweede bestuursrapportage 2014
Raadsvoorstel
Inleiding
Bijgaand treft u de tweede bestuursrapportage (berap) 2014 aan die ingaat op de begrotingsuitvoering 2014
tot september. Hierin worden, op basis van het meest recente inzicht en de verwachte situatie per eind van
dit jaar, voorstellen gedaan tot aanpassing van de begroting 2014. Ook wordt ingegaan op de
bouwgrondexploitaties. Enerzijds zijn tussentijds, vooruitlopend op de jaarlijkse herziening bij de
jaarrekening, de exploitatieopzetten herrekend wat leidt tot een mutatie in de verliesvoorziening. Anderzijds
zijn de ramingen voor 2014 bijgesteld op basis van de werkelijk verwachte uitgaven en inkomsten.
Daarnaast worden enkele voorstellen tot het verlenen of wijzigen van investeringskredieten voorgesteld.
Tot slot wordt ingegaan op de voortgang van de majeure projecten en wordt weergegeven in hoeverre de
beoogde ombuigingen die in de begroting 2014 zijn opgenomen, daadwerkelijk worden gerealiseerd.
Feitelijke informatie
De bijstellingen in de tweede berap binnen de reguliere exploitatie, hebben per saldo een negatief effect op
het resultaat voor 2014 van € 1.222.000. In onderstaande tabel zijn de grootste afwijkingen opgenomen
(> € 100.000).
De verlaging van de rente van 4 naar 3%, zoals opgenomen in de voorjaarsnota/begroting 2015, zorgt voor
een gedeeltelijke vrijval van de verliesvoorziening bouwgrondexploitaties van € 2,2 mln. Het voorstel is om
dit bedrag terug te storten in de algemene reserve. Daarnaast blijkt uit de tussentijdse herzieningen van de
bouwgrondexploitatie dat een aanvullende verliesvoorziening gevormd moet worden van € 421.000. Deze
zal ten laste worden gebracht van de algemene reserve. De mutatie voor de verliesvoorziening
bouwgrondexploitatie is daarmee per saldo € 1.774.000 positief.
Voor en nadelen voor het begrotingssaldo 2014:
(bedragen x 1.000)
Rente en kapitaallasten (m.n. verlaging rente van 4 naar 3% per 1 januari 2014)
Lagere leges omgevingsvergunningen
Bijdrage Baanbrekers in verwacht tekort 2014
Meer uren t.l.v. exploitatie (GOL)
Herinrichting Sportlaan
Vrijval niet benodigde stelposten loon en prijscompensatie 2014
Vrijval onvoorzien
Overige verschillen
Totaal bijstellingen regulier exploitatie
Per saldo nadelig
Effecten bouwgrondexploitatie:
Mutaties verliesvoorzieningen bouwgrond exploitaties:
Vrijval voorziening ten gevolge van renteverlaging van 4 naar 3%
Aanvullende verliesvoorziening bouwgrondexploitaties
Totaal effect mutaties voorziening bwgr exploitaties op begrotingssaldo
Totaal effect berap II op begrotingssaldo 2014 voor besluitvorming
Voorstel resultaatbestemming:
Storting vrijval verliesvoorziening bouwgrondexploitaties (per saldo) in AR
Totaal effect begrotingssaldo na besluitvorming berap II
Voordeel
294
230
96
620
Nadeel
460
450
442
315
175
1.842
1.222
2.195
421
1.774
552
1.774
1.222
1
001293129 00409887
Onderwerp
Tweede bestuursrapportage 2014
Bouwgrondexploitatie
In het coalitieprogramma en in de voorjaarsnota is al aangegeven dat er gekeken zou worden of het
rentepercentage voor enkele verliesgevende bouwgrondexploitaties kan worden verlaagd of in z’n geheel te
stoppen met het bijschrijven van rente. Het scenario van een algehele verlaging van 4 naar 3% bleek het
meest wenselijk en is als zodanig verwerkt in de begroting 2015. Het effect voor 2014 is in deze berap
opgenomen. Enerzijds betreft dit de hogere rentelasten die ten laste komen van de reguliere exploitatie en
anderzijds moet formeel nog besloten worden tot het neerwaarts bijstellen van de verliesvoorziening. De
verlaging van de rente van 4 naar 3% zoals opgenomen in de voorjaarsnota/begroting 2015, zorgt voor een
gedeeltelijke vrijval van de verliesvoorziening bouwgrondexploitaties van € 2,2 mln. Op basis van de
begrotingsvoorschriften komt de vrijval door de renteverlaging ten gunste van het begrotingssaldo. Zoals in
de begroting 2015 staat, is bij het meerjarige verloop van de algemene reserve ervan uitgegaan dat dit
bedrag ten gunste van de algemene reserve wordt gebracht. De dotatie aan de algemene reserve zal
verwerkt worden na uw besluit over deze berap.
Daarnaast zijn, conform de aanbeveling uit het rekenkamerrapport inzake de bouwgrondexploitaties, bij deze
tweede berap tussentijds de exploitatieberekeningen van de bouwgrondexploitaties herrekend. Dat heeft
geleid tot een aanvullende dotatie aan de verliesvoorziening met € 421.000.
Per saldo is het effect van de bijstelling van de verliesvoorziening ten gunste van de algemene reserve
daarmee € 1.774.000 positief.
Structurele doorwerking 2015 e.v.
De structurele doorwerking voor 2015 e.v., die meegenomen zal worden in de voorjaarsnota 2015, gaat voor
het grootste deel over een bijstelling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds op basis van de
onlangs verschenen septembercirculaire.
Omschrijving
(bedragen x 1.000)
Totaal structurele doorwerking
2015
2016
2017
- 215
146
394
Instelling reserve GOL (bijdrage niet-woningen)
De totale Heusdense bijdrage in de financiering van de GOL fase 1 bedraagt € 19,7 mln. Hieraan zullen de
bedrijven door een verhoging van de OZB € 4 mln. bijdragen. Deze wordt in vijftig jaar geïnd (basisbedrag
per jaar € 112.000; om de waardevastheid te bewaren wordt het bedrag jaarlijks geïndexeerd). Afgesproken
is dat de gemeente de totale bijdrage die uiteindelijk door de meerjarige verhoging wordt verkregen,
voorfinanciert tijdens de uitvoeringsfase van de projecten fase 1. Hoe en in welke vorm is op dit moment nog
niet concreet afgesproken. Dit jaar is de inning van de bijdrage gestart. Omdat de betaling aan de provincie
van de € 4 mln. nog op zich laat wachten, stellen wij in deze berap aan u voor om de ontvangen bijdrage te
reserveren in een reserve “Bijdrage bedrijven GOL”.
Afweging
Het voorstel is om de tweede berap 2014 vast te stellen.
Inzet van Middelen
De bijstellingen in de tweede berap hebben per saldo een negatief effect op het resultaat voor 2014 van
€ 1.222.000 nadelig.
Structureel bedraagt het effect, voornamelijk veroorzaakt door de algemene uitkering gemeentefonds,
€ 215.000 nadelig in 2015, € 146.000 voordelig in 2016 en € 394.000 voordelig in 2017.
Daarnaast is uit de tussentijdse herzieningen van de bouwgrondexploitaties gebleken dat een aanvullende
verliesvoorziening gevormd moet worden van € 421.000. Deze zal ten laste worden gebracht van de
algemene reserve.
2
001293129 00409887
Onderwerp
Tweede bestuursrapportage 2014
Dekking
Na de eerste berap van dit jaar bedroeg het saldo € 1.912.000; de bijstellingen in deze berap kunnen dus
hierbinnen worden opgevangen. Het eindresultaat na deze tweede berap voor het verwachte
begrotingssaldo voor 2014 is daarmee € 690.000 positief. De structurele doorwerking zal worden
meegenomen in de voorjaarsnota 2015.
Risico's
Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
3
001293129 00409887
Onderwerp
Tweede bestuursrapportage 2014
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gezien het voorstel van het college van 4 november 2014;
gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
-
-
de tweede bestuursrapportage 2014 vast te stellen;
de daarin opgenomen bijstellingen 2014 te verwerken in een begrotingswijziging;
de kredieten te voteren en twee kredieten te verlagen zoals opgenomen in deze bestuursrapportage
in hoofdstuk 6.1;
de reserve “Bijdrage bedrijven GOL” in te stellen conform het bijgevoegde instellingsbesluit;
door de aanpassing van de interne rekenrente van 4 naar 3% per 2014 in te stemmen met de vrijval
van € 2.195.284 uit de verliesvoorziening bouwgrondexploitatie en deze ten gunste te brengen van
de algemene reserve in 2014;
tot een aanvullende dotatie aan de verliesvoorziening bouwgrondexploitaties van
€ 421.000 ten laste van de algemene reserve als gevolg van de tussentijdse herziening van de
bouwgrondexploitaties.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
4
Einde bijlage: RV Tweede bestuursrapportage 2014 20141216
Terug naar het agendapunt
RV raadsvoorstel legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 20141216 (terug
naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20098#
000750701
Onderwerp
Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015
Raadsvoorstel
Inleiding
De vaststelling van de tarieven vindt normaliter gelijktijdig plaats met de vaststelling van de begroting. Voor
wat betreft de legesverordening 2015 was dit niet mogelijk omdat een aantal tarieven die door het Rijk
worden voorgeschreven, ten tijde van het opmaken van de tarieventabel voor de raadsvergadering over de
begroting, nog niet bekend was.
Voor wat betreft de verordening lijkbezorgingsrechten was dit niet mogelijk omdat het onderzoek naar de
kostendekkendheid van de begrafenisrechten niet volledig was/is afgerond.
Vanwege de complexiteit van de materie (onder andere het grote aantal (bijzondere) begraafplaatsen binnen
onze gemeente) en de zorgvuldigheid die is gewenst, is besloten een splitsing aan te brengen in het proces.
Een splitsing tussen:
- de verhouding tussen de hoogte van de tarieven en de mate van dienstverlening en,
- de kostendekkendheid van de begraafplaatsen en de mogelijke kostenbesparende en/of
inkomstenverhogende maatregelen die hierop van invloed zijn.
Dit voorstel omvat het herschikken van de verhouding tussen de hoogte van de tarieven en de
dienstverlening. Het heeft dus geen invloed op de huidige kostendekkendheid van de begraafplaatsen en
heeft ook niet tot doel deze kostendekkendheid te verhogen.
De vervolgstap, waarbij gekeken wordt naar de totale kosten en baten en de eventuele beïnvloeding
daarvan, wordt hierna uitgewerkt. Dan zal aandacht uitgaan naar de mate van kostendekking van de
begraafplaatsen. De besluitvorming hierover staat gepland in het voorjaar van 2015.
Zoals toegezegd in het voorstel dat is behandeld in de raadsvergadering van 13 november 2014, wordt de
verordening op de heffing en invordering van leges 2015 met de daarbij behorende tarieventabel en de
verordening op heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten nu aan u ter vaststelling aangeboden.
Feitelijke informatie
Legesverordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Uitgangspunt bij de diverse aanpassingen van de tarieven in de legesverordening is een doorrekening van
de inflatiecorrectie met 1,25 %. Deze is verwerkt in bijgaande verordening. Het voorstel is om de huidige
tarieven te verhogen met de inflatiecorrectie van 1,25%.
Naast doorrekening van 1,25% inflatiecorrectie zijn in de volgende hoofdstukken van de tarieventabel
behorende bij de legesverordening 2015, ook de hieronder genoemde aanpassingen aangebracht.
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 8 Reisdocumenten
Voorgesteld wordt de tarieven als volgt te wijzigen:
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve
van een aanvraag:
van een nationaal paspoort voor een persoon die op het moment
van de aanvraag 18 jaar of ouder is
van een nationaal paspoort voor een persoon die op het moment
van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
van een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het
moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
van een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het
moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt
Tarief 2014
Tarief 2015
€ 66,95
€
€ 51,05
€
€ 52,95
€
€ 28,35
€
1
000750701
Onderwerp
Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015
Hoofdstuk 9 Rijbewijzen
Het rijkskostendeel in het rijbewijstarief is verlaagd voor het jaar 2015 van € 9,70 naar € 9,45. Ook de
rijkstoeslag voor een spoedafgifte van een rijbewijs wordt verlaagd van € 34,10 naar € 33,85. Deze tarieven
zijn nog niet definitief omdat het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een formeel akkoord hiervoor moet
geven. De verwachting is dat het voorstel van de Rijksdienst wegverkeer (RDW) door het ministerie zal
worden overgenomen.
Door de inflatiecorrectie van 1,25% op het gemeentelijke deel van de kosten en de voorgestelde kosten van
het rijksdeel wijzigt het tarief voor afgifte van een regulier rijbewijs van € 34,95 naar € 35,00.
Het totale tarief in 2015 voor een spoedafgifte van een rijbewijs bedraagt € 68,85 (€ 35,00 + € 33,85).
Maximum tarief rijbewijs
Het landelijk vastgesteld maximumtarief bedraagt € ,. Het voorstel is om niet het maximumtarief te hanteren,
maar alleen het gemeentelijk deel te indexeren met de inflatiecorrectie. Met het hierboven voorgestelde tarief
van € 35,00 blijft de gemeente onder het maximumtarief.
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
-
Toegevoegd is artikel 2.3.17 betreffende Toetsing zorgvuldige veehouderij (Verordening ruimte 2014)
Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV).
Op 7 februari 2014 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant de Verordening Ruimte 2014 (VR)
vastgesteld. Daarnaast hebben Gedeputeerde Staten op 18 februari 2014 de Brabantse
Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) vastgesteld. Beide instrumenten zijn op 19 maart 2014 in werking
getreden.
Bij bouwvergunningen (uitbreiding bebouwing voor veehouderij) en ruimtelijke plannen zal in ieder geval aan
beide instrumenten getoetst moeten worden. De VR 2014 bevat voor veehouderijen o.a. regels omtrent
cumulatieve geurhinder, landschappelijke inpassing, de fijnstofconcentratie en de bescherming van waarden
in de directe leefomgeving. Daarnaast bevat de verordening de verplichting om bij uitbreidingen een
zorgvuldige dialoog te voeren met de naaste omgeving. Bovendien zijn er in dit nieuwe provinciale beleid
gebieden vastgesteld („beperkingen veehouderij‟), waarin enkel nog uitgebreid kan worden als er een
voldoende hoeveelheid grond voor het bedrijf beschikbaar is. Als laatste stelt de VR 2014 dat enkel nog
uitgebreid kan worden wanneer er sprake is van een „zorgvuldige veehouderij‟. Om dit laatste punt te kunnen
toetsen is de BZV geïntroduceerd. Dit instrument dient de duurzaamheid van een veehouderij te objectiveren
door een scoresysteem. Om de kosten van de toetsing(en) te kunnen verhalen op de aanvrager is dit artikel
opgenomen in de legestabel.
-
Toegevoegd is artikel 2.3.18 Verklaring van geen bedenkingen.
Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning. Dat is alleen
anders als het gaat om een project van provinciaal of nationaal belang; dan zijn gedeputeerde
staten respectievelijk de minister van VROM bevoegd. In principe zijn burgemeester en wethouders het
bevoegd gezag. Het kan echter voorkomen dat de gemeenteraad (of een ander bestuursorgaan, zoals
bijvoorbeeld gedeputeerde staten) mede verantwoordelijk is voor het verlenen van de omgevingsvergunning.
Om in deze gevallen het betrokken bestuursorgaan een rol te geven is in de Wabo de “verklaring van geen
bedenkingen” (vvgb) opgenomen. Een “verklaring van geen bedenkingen” van het bewuste orgaan is
noodzakelijk om de omgevingsvergunning te kunnen verlenen. In het geval dat een project afwijkt van het
2
000750701
Onderwerp
Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015
geldende bestemmingsplan is een “verklaring van geen bedenkingen” van de gemeenteraad vereist, om de
“omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing” te kunnen verlenen. Dat is zo geregeld omdat het
bestemmingsplan waarvan wordt afgeweken, door de gemeenteraad is vastgesteld.
Verordening lijkbezorgingsrechten en de daarbij behorende tarieventabel
In 2005 heeft voor het laatst een herrekening van de tarieven plaatsgevonden en is besloten het principe van
100% kostendekkendheid los te laten. Destijds is besloten om aan de hand van een stapsgewijze
tariefsverhoging te komen tot een hogere kostendekking en een “maatschappelijk aanvaardbaar” tarief te
hanteren. Hiervoor is toen een benchmark uitgevoerd en de toenmalige raad besloot met ingang van 2006
de tarieven te verhogen tot het niveau van het landelijk gemiddelde. In de jaren hierna is alleen
inflatiecorrectie toegepast op de tarieven.
De afgelopen twee jaren stelden inwoners vragen over de verschillen in hoogte van de tarieven in
verhouding tot de werkzaamheden die hiervoor door de gemeente worden verricht. Met name de hoogte van
het tarief voor het bijzetten van een urn in een urnenmuur en het verschil met het tarief voor het bijzetten van
een urn in een bestaand eigen graf leidde tot vragen. Ook de hoogte van het tarief van een kindergraf in
verhouding tot het tarief van een regulier enkelgraf riep vragen op. Dit is o.a. ook reden geweest een
onderzoek te starten naar de werkelijk geleverde diensten in relatie tot de hoogte van de tarieven.
Omdat besloten is het proces te splitsen (zie hiervoor onder inleiding) is het nu wel mogelijk aan de hand
van inzicht in de totale kosten en de begrote werkzaamheden voor het begraven een betere verhouding
tussen de tarieven en de daar tegenoverstaande dienstverlening aan te brengen.
De tarieven zijn aangepast waarbij recht is gedaan aan de gebleken inzichten. Dit is gebeurd met de huidige
kostendekkendheid en de begroting 2015, waaronder de verwachte aantallen begravingen en
asbestemmingen, als randvoorwaarden. Zo zijn de tarieven voor het bijzetten van een urn in een urnenmuur
en een kindergraf flink verlaagd. Verder zijn de tarieven voor het begraven in een islamitisch graf
gelijkgesteld aan de tarieven voor het begraven in een regulier graf, omdat nu is gekeken naar de werkelijk
geleverde diensten die voor het uitgeven van een islamitisch graf nodig zijn en niet naar de verhouding van
het oppervlaktebeslag ten opzichte van een traditioneel graf.
Het tarief voor het aanbrengen van een fundering door de gemeente voor een gedenkteken op een graf is
komen te vervallen. De kosten hiervan zijn nu meegenomen in het begraaftarief van een nieuw graf.
Voor u is een overzicht met de oude en nieuwe tarieven opgesteld.
Afweging
Het voorstel is om de huidige tarieven in de legesverordening te verhogen met de inflatiecorrectie van 1,25%
en om de wijzigingen in de hoofdstukken, zoals hiervoor omschreven, door te voeren. Verder is het voorstel
om, op basis van de uitgevoerde herschikking, de tarieven volgens tarieventabel bij de verordening
lijkbezorgingsrechten vast te stellen.
Inzet van Middelen
In de begroting 2015 is rekening gehouden met de inflatiecorrectie van de tarieven.
De verwachting is, dat de tariefswijzigingen door de wijziging van de tarieventabel behorende bij de
verordening lijkbezorgingsrechten, geen invloed hebben op de in de begroting 2015 hiervoor opgenomen
legesopbrengst van € 190.000,00.
Procedure
Vervolgstappen
Uw besluit treedt pas in werking nadat dit is bekend gemaakt in het elektronisch gemeenteblad. De
gemeente doet dit via een gemeenschappelijke voorziening voor officiële publicaties op de website
www.officielebekendmakingen.nl. Uw besluit wordt verder ook nog bekend gemaakt op de informatiepagina
Nu & Morgen in de Scherper.
3
000750701
Onderwerp
Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
4
000750701
Onderwerp
Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gezien het voorstel van het college van 4 november 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
gelet op de Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Heusden;
gezien het memo van het college van 20 november 2014;
gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
-
de verordening op de heffing en invordering van leges 2015 en de daarbij behorende tarieventabel
vast te stellen;
de verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015 en de daarbij behorende
tarieventabel vast te stellen.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
5
Einde bijlage: RV raadsvoorstel legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 20141216
Terug naar het agendapunt
RV Grondprijzen 2015 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20099#
000752653 00408868
Onderwerp
Grondprijzen 2015
Raadsvoorstel
Inleiding
Conform de kadernota Grondbeleid stelt u een overzicht vast met de tarieven en voorwaarden voor de
uitgifte van (bouwrijpe) grond. In het rekenkameronderzoek “Toekomstbestendigheid Grondexploitaties” is
de aanbeveling gedaan om meer onderzoek te doen naar de marktconformiteit van de grondprijzen en het
woningbouwprogramma.
Met dit besluit stelt u de tarieven en voorwaarden voor 2015 vast, zowel van de verkoop als verhuur van
(bouwrijpe) grond, gebaseerd op bovengenoemd marktonderzoek. Ook zijn de grondprijzen van toepassing
op nieuwe erfpachtovereenkomsten. Dit geheel vormt in feite de uitvoeringsnota grondprijzen zoals deze in
de kadernota Grondbeleid wordt bedoeld.
Feitelijke informatie
Wij zijn bevoegd om gedurende het jaar gronden uit te geven of te verhuren conform de in het te nemen
besluit opgenomen prijzen, bandbreedten en voorwaarden. Als wij het wenselijk vinden om af te wijken van
de in dit besluit genoemde prijzen, bandbreedten en voorwaarden, bent u beslissingsbevoegd.
Onderzoek grondprijzen
Er is op een aantal manieren onderzoek gedaan naar de marktconformiteit van de grondprijzen.
Ten eerste wordt regelmatig extern opdracht gegeven voor onderzoek naar grondprijzen. In 2014 is over de
grondprijzen voor een aantal grote bouwlocaties (woningbouw en bedrijventerrein) geadviseerd. In dit advies
is ook een richting gegeven voor de periode na 2014. Dit is meegenomen in de afweging voor de vaststelling
van de grondprijzen per 2015. Ook wordt in voorkomende gevallen voor een specifieke functie
grondprijsadvies ingewonnen.
Deze adviezen gaan in principe uit van de residuele waardemethode. Dit is een zuivere bepaling van de
waarde, waarbij rekening wordt gehouden met de bouwkosten van het type vastgoed en de waarde van het
vastgoed op de specifieke locatie.
Daarnaast worden landelijke trends en economische berichten bijgehouden, aangezien zij een indicatie van
de ontwikkeling van de grondprijzen zijn. Inflatiecijfers, bouwkostenontwikkeling, trends op de
vastgoedmarkt, opnamedata zijn data die worden meegenomen in het advies over de grondprijzen.
Omdat de grondprijzen uit het (externe) onderzoek objectief worden bepaald, weegt dit het zwaarst in de
bepaling van de grondprijzen voor 2015.
Ten tweede zijn gerealiseerde verkopen in het afgelopen jaar geanalyseerd. Er zijn in 2014 diverse
woningbouwprojecten bij ontwikkelaars in de verkoop gegaan, waarbij de gemeente bouwrijpe grond heeft
verkocht. De afgeleide grondquotes zijn daarmee een indicatie voor de grondprijzen vanaf 2015. Ook de
verkoop van kavels voor particulier opdrachtgeverschap wordt meegenomen in de prijsstelling voor 2015.
Een aantal bedrijfskavels is verkocht en er is een beeld van de vraag naar bepaalde typen bedrijfskavels.
Deze informatie is mede van invloed op de beantwoording van de vraag of de gehanteerde bandbreedte in
grondprijzen voldoende is om alle bedrijfskavels van een realistische grondprijs te voorzien.
De gerealiseerde verkopen geven een realistisch beeld van wat de markt wil betalen voor de locaties. Er
kunnen echter ook overwegingen zijn om gebruik te maken van de ruimte die de uitvoeringsnota
grondprijzen biedt, bijvoorbeeld behoud van werkgelegenheid of het snel kunnen uitgeven van een grote
kavel. Daarmee kan het zijn dat gerealiseerde verkopen niet een volledige afspiegeling zijn van de
objectieve grondprijs. Om deze reden wegen de gerealiseerde verkopen minder mee in de bepaling van de
grondprijzen dan de objectieve adviezen.
Tot slot is gekeken naar de grondprijzen die in de regio worden gehanteerd voor de verschillende functies.
Met name de buurgemeenten Waalwijk en „s-Hertogenbosch zijn in deze analyse zijn betrokken, waarbij ook
is gekeken naar Rosmalen dat ten opzichte van de stad „s-Hertogenbosch een vergelijkbare ligging heeft als
Vlijmen. Deze vergelijkende methode weegt het minst mee in de bepaling van de grondprijzen voor 2015. De
1
000752653 00408868
Onderwerp
Grondprijzen 2015
waarde van vastgoed, en daarmee de grondprijs, is namelijk sterk afhankelijk van de locatie en een zuivere
vergelijking tussen locaties is moeilijk te maken.
Onderzoek woningbouwprogramma
Naast de grondprijzen is voor een gebiedsontwikkeling van belang welk (woning)bouwprogramma wordt
gehanteerd als meest waarschijnlijk scenario (grofweg de verhouding tussen goedkope, middeldure en dure
woningen en kavels). Dit onderschrijft de rekenkamercommissie dan ook. Er is onderzoek gedaan naar een
marktconform woningbouwprogramma. De uitkomsten van dit onderzoek zullen worden vertaald in de
grondexploitaties die met de jaarrekening 2014 ter vaststelling worden aangeboden. Voor deze
uitvoeringsnota grondprijzen is het kwalitatieve woningbouwprogramma dan ook minder van belang.
Grondprijzen 2015
De vastgoedmarkt, en daarmee de markt voor bouwgrond, staat onder druk. Hierop is de afgelopen jaren al
voorgesorteerd in de grondprijzen door het vaststellen van bandbreedtes voor de grondprijzen van een
aantal vastgoedtypes. Wij zijn van mening dat veel van deze bandbreedtes ook voor 2015 toereikend zijn.
Conform de bij de herziening van de grondexploitatie te hanteren uitgangspunten, waarvoor wij verwijzen
naar het separate geagendeerde voorstel, stellen wij voor om de grondprijzen met 1% te verhogen. Dit
percentage is bepaald op basis van een inschatting van de toekomstige bouwkostenontwikkeling en
vastgoedprijzen, maar ook op basis van inflatieverwachtingen (zie de bijlage voor een onderbouwing).
In de kadernota Grondbeleid is per bestemming de methode(n) van grondprijsvaststelling vastgelegd. Ten
opzichte van de kadernota is voor 2014 al een categorie toegevoegd, de categorie “commerciële
voorzieningen”. Met dit voorstel worden de grondprijzen en voorwaarden vastgesteld die moeten gaan
gelden bij het doen van nieuwe grondaanbiedingen in 2015. Deze grondprijzen en voorwaarden zijn niet van
toepassing op al aangegane grondverkopen of onderhandelingen die voor 2015 zijn gestart. Alle bedragen in
dit voorstel zijn exclusief btw en betreffen bouwrijpe grond, tenzij anders vermeld. Onderstaand volgt per
categorie de methodiek en de voorgestelde grondprijs.
Woningbouw (projectmatig) vrije sector
Methode
Residuele grondwaarde in de vorm van een genormeerde grondquote over de vrij op naam (VON)-prijs.
Uitwerking
De prijzen voor projectmatige vrije sector woningen worden per bouwplan residueel bepaald. Bij de residuele
grondwaardemethode is de waarde van de grond het verschil tussen de opbrengsten en kosten (exclusief
grond) voor de ontwikkelende partij. Van de VON-prijs of gekapitaliseerde huur worden de btw, bouw- en
bijkomende kosten afgehaald. Wat overblijft (het residu) is wat de ontwikkelaar kan betalen voor de grond,
de prijs die de ontwikkelaar moet betalen voor bouwrijpe grond voor de bouw van zijn programma.
Vooraf wordt met de ontwikkelaar een bouwprogramma en bijbehorende prijsklassen overeengekomen. Op
grond hiervan wordt de grondprijs residueel uitonderhandeld en betaald bij levering van de bouwrijpe grond.
Er moeten goede definities worden gemaakt van de diverse prijzen en begrippen (VON-prijs, bouwkosten,
bijkomende kosten, etcetera), om te voorkomen dat enerzijds de gemeente grondopbrengsten misloopt en
anderzijds de gewenste woonkwaliteit niet wordt gehaald. Een aanbieding is voor een afgesproken termijn
geldig. In iedere aanbieding wordt gemeld, dat de definitieve grondprijs op het moment van de overdracht
wordt bepaald en kan afwijken van de aanbieding. De definitieve grondprijs is nooit lager dan de grondprijs
uit de aanbieding.
Aangezien ieder bouwplan een ander bouwprogramma kent met andere VON-prijzen, kavel- en
woninggrootten en kwaliteitsniveaus, kan op voorhand geen grondprijs worden vastgesteld die algemeen
toepasbaar is. Om toch inzicht te krijgen in de grondprijzen die zullen gelden, en om grondexploitaties te
kunnen opstellen, worden indicatieve grondprijzen bepaald. Deze grondprijzen zijn uitgedrukt als percentage
van de VON-prijs exclusief btw; de grondquote. Deze quote beweegt zich binnen bepaalde marges bij
woningen met een „standaard‟ maat en kwaliteitsniveau. Zonder in de initiatieffase zicht te hebben op de
bouw- en bijkomende kosten kan dan ook met behulp van de grondquote een grondprijs worden berekend
2
000752653 00408868
Onderwerp
Grondprijzen 2015
voor de grondexploitatieraming. Zodra overeenkomsten bindend zijn, wordt de raming vervangen door de
werkelijk te realiseren grondprijzen. Zolang deze prijzen binnen de indicatieve marges liggen, of hoger zijn,
zijn wij beslissingsbevoegd. De uitkomsten van de onderhandelingen liggen achteraf voor u vertrouwelijk ter
inzage. Als de grondprijzen beneden de marges liggen, bent u beslissingsbevoegd.
Woningbouw en particuliere kavels voor sociale huur en koop
Methode
Vaste grondprijs per kavel of gestapelde eenheid.
Uitwerking
Voor deze categorie geldt in principe een vaste grondprijs per wooneenheid. De hoogte van deze vaste
grondprijs is afhankelijk van het type woning (eengezins of meergezins), de grootte van de woning en, in het
geval van eengezinswoningen, de grootte van de kavel. In de nota Grondprijzen 2015 blijven de grondprijzen
en voorwaarden voor de verschillende categorieën gehandhaafd zoals deze in 2014 zijn vastgesteld (zie
hierna Tabel 1). Daarmee worden de grondprijzen met 1% geïndexeerd voor inflatie.
type
meergezins
eengezins
maximale gebruikoppervlak
wooneenheid
90m²
90m²
vaste grondprijs per
wooneenheid
maximale
kaveloppervlak
€ 20.665
€ 25.818
n.v.t.
150m²
Tabel 1: grondprijzen sociale huur of koop
De kavelgrootte of woninggrootte is in omvang gemaximeerd. Genoemde grondprijzen bij sociale
huurwoningen gelden alleen bij uitgifte aan of voor een toegelaten instelling als bedoeld in het Besluit
Beheer Sociale Huursector (BBSH), voor woningen waarvan de maximale huursom per maand door het Rijk
wordt vastgesteld (per 1 januari 2014 is dit maximaal € 699,48).
De genoemde grondprijs bij een sociale eengezinskoopwoning geldt alleen als op de kavel een woning
mogelijk is met een maximale gebruiksoppervlakte van 90 m².
Het startjaar van een onderhandeling is uitgangspunt. Op het moment van een jaarovergang worden de
grondprijzen geïndexeerd met het “CPI totaal bestedingen” (over de periode augustus 2013-augustus 2014
was dit bijvoorbeeld 1,0%). Dit gebeurt tot aan het moment van schriftelijke overeenstemming. Voor
onderhandelingen die zijn gestart in 2014 zullen de grondprijzen niet geïndexeerd worden als in 2015 tot
schriftelijke overeenstemming wordt gekomen.
Vrije sector woningbouw op particuliere kavels
Methode
Vaste prijs per m² met mogelijkheid van differentiatie.
Uitwerking
Om tegemoet te komen aan prijsverschillen tussen de locaties (kernen) en om flexibel in te kunnen spelen
op de marktvraag, is het voorstel om een basis m²-prijs te hanteren, waarop wij zowel naar boven als naar
beneden beperkt kunnen afwijken. De basisprijs wordt ten opzichte van 2014 geïndexeerd met 1% en wordt
daarmee € 348 per m² kavel (exclusief btw).
Wij kunnen deze prijs maximaal 15% verhogen voor uitzonderlijke locaties en in kernen waar deze prijs in de
markt toelaatbaar is. Wij kunnen de prijs met maximaal 15% verlagen voor percelen die gezien de grootte
en/of de ligging in de omgeving en ten opzichte van voorzieningen hierom vragen, of voor collectief
particulier opdrachtgeverschapsinitiatieven. Bij voorzieningen kan gedacht worden aan winkels, scholen,
sport- en speelvoorzieningen, openbaar vervoer en groenvoorzieningen.
2
Als richtprijs voor de diverse locaties worden daarnaast m -prijzen door ons vastgesteld waar momenteel
2
kavels worden aangeboden. De richtprijs per m kavel exclusief btw voor het jaar 2015 wordt hier als volgt:
Geerpark (Vlijmen), fase 1a:
€ 330
3
000752653 00408868
Onderwerp
Grondprijzen 2015
De Grassen (Vlijmen), fase 1:
Willy van den Berkstraat (Haarsteeg):
Chrysantenstraat (Drunen):
Laan van Samoa (Drunen):
Frans Halslaan (Drunen):
€ 350
€ 296
€ 370
€ 333
€ 348
Deze richtprijs geeft aan dat de locaties onderling verschillen in kwaliteit, ligging, kavelgrootte en dergelijke.
De richtprijs is de basis voor de kavelprijzen die via de Kavelwinkel worden aangeboden. Daarbij kan het
voorkomen dat er kavels voor een hogere of lagere prijs dan de richtprijs worden aangeboden als de ligging
2
daartoe aanleiding geeft. Dit alles binnen de marge van 15% boven en onder € 348 per m . De toets
wanneer de m²-prijs van een kavel kan of moet afwijken van de basisgrondprijs vindt plaats bij de concrete
aanbieding van de kavels.
Kavels waar verhoogde duurzaamheideisen gelden, zullen eenzelfde basisgrondprijs kennen als standaard
kavels. Ten eerste omdat de gemeente zelf al via andere wegen investeert in duurzaamheid, bijvoorbeeld in
de openbare ruimte van bouwplannen. Ten tweede is de verwachting dat hogere duurzaamheideisen geen
negatieve invloed hebben op de grondprijs. Immers, de woonlasten voor bewoners van een duurzame
woning zijn gelijk of zelfs lager dan die van een traditionele woning.
Het startjaar van een onderhandeling is uitgangspunt. Op het moment van een jaarovergang worden de
grondprijzen geïndexeerd met het “CPI totaal bestedingen”. Dit gebeurt tot aan het moment van schriftelijke
overeenstemming. Voor onderhandelingen die zijn gestart in 2014 zullen de grondprijzen niet geïndexeerd
worden als in 2015 tot schriftelijke overeenstemming wordt gekomen.
Voorzieningen van algemeen belang (niet-commercieel)
Hieronder vallen de volgende categorieën:
- huisvesting van een functie met een publiek karakter (openbaar en semi-openbaar, zoals scholen,
wijkcentra, etcetera);
- huisvesting van instellingen zonder winstoogmerk;
- huisvesting van gesubsidieerde instellingen;
- huisvesting van instellingen met een sociaal-maatschappelijk karakter.
Zorg valt hier niet onder omdat de marktwerking in de zorgsector inhoudt dat dit een commerciële activiteit
is. De uitgifte van gronden mag daarvoor dus niet worden gesubsidieerd. Deze categorie valt onder de
categorie commerciële voorzieningen voor zover het huisvesting van zorgaanbieders betreft en onder de
categorie projectmatige vrije sector woningbouw wanneer het zorgwoningen betreft.
Methode
Vaste grondprijs per m² kavel.
Uitwerking
Een grondprijs van € 137 per m² kavel exclusief btw. De grondprijs van 2014 is hierbij met 1% geïndexeerd
met de inflatie.
Het startjaar van een onderhandeling is uitgangspunt. Op het moment van een jaarovergang worden de
grondprijzen geïndexeerd met het “CPI totaal bestedingen”. Dit gebeurt tot aan het moment van schriftelijke
overeenstemming. Voor onderhandelingen die zijn gestart in 2014 zullen de grondprijzen niet geïndexeerd
worden als in 2015 tot schriftelijke overeenstemming wordt gekomen.
Criteria voor afwijking: als meer dan 70% van de grond niet wordt bebouwd, kan er een lagere grondprijs
worden gehanteerd. Dit is het geval bij bijvoorbeeld buitensportvoorzieningen of kinderboerderijen.
Kantoren en bedrijven
Methode
Comparatief per m² grond of per m² b.v.o. (bruto vloeroppervlak).
4
000752653 00408868
Onderwerp
Grondprijzen 2015
Uitwerking
Afhankelijk van de ligging, bereikbaarheid (over de weg of met het openbaar vervoer), kavelgrootte en
beschikbare faciliteiten zal de basisgrondprijs tussen € 140 en € 235 per m² exclusief btw liggen. De
grondprijs van 2014 is hierbij met 1% geïndexeerd met de inflatie.
Hieronder volgt een voorbeeld van hoe de grondprijs voor een individuele kavel wordt bepaald.
Factor
Zichtlocatie
Efficiëntie kavelgrootte
en –afmeting
Bereikbaarheid (over de
weg en met openbaar
vervoer)
Concept/thema,
faciliteiten
Grondprijs
Goed
Beoordeling
Langs provinciale /
ontsluitingsweg
Enigszins afwijkend
Uitstekend
Goed
Ja
Beperkt
Ver van snelweg of
openbaar vervoer
/ door stedelijk gebied
Nee
Maximaal € 235
Gemiddeld
Minimaal € 140
Langs snelweg
Nee, binnengebied
Restkavel
Tabel 2. Factoren van invloed op grondprijs bedrijfskavel.
Een kavel kan deels in een zichtlocatie liggen en deels in binnengebied. Dan wordt de kavelprijs afgestemd
op de verhouding zichtlocatie-binnengebied. In de door u vastgestelde grondexploitaties wordt gerekend met
de aldus bepaalde kavelprijzen.
Bij bedrijven wordt de m²-prijs berekend over de kaveloppervlakte. Bij kantorenlocaties wordt rekening
gehouden met de Floor-Space-Index (FSI). Dit is de verhouding tussen het b.v.o. en het terreinoppervlak. Bij
een FSI gelijk aan 1,0 is het aantal m² b.v.o. gelijk aan het aantal m² van de totale kavel. Als het b.v.o. groter
is dan de kavel (er zijn per definitie meer bouwlagen), dan is de FSI groter dan 1,0. Voor het bepalen van de
grondprijs van een kavel geldt, dat als de FSI groter of gelijk is aan 1,0, gerekend wordt met een prijs per m²
b.v.o. Als de FSI kleiner is dan 1,0 wordt er gerekend met een prijs per m² terreinoppervlak.
Voor een bedrijfswoning wordt een toeslag van € 40.000 exclusief btw in rekening gebracht.
Om adequaat en snel in te kunnen spelen op de actuele marktsituatie is het wenselijk om in individuele
gevallen te kunnen afwijken van de genoemde basisprijzen. Situaties waarin dit wenselijk is, zijn bijvoorbeeld
het aantrekken van zogenaamde „pioniers‟ (de eerste bedrijven op een locatie), bij de verkoop van
restkavels, als bedrijven grote oppervlakten wensen af te nemen of bij het aantrekken van bedrijven uit een
specifieke sector. Wij stellen u daarom voor, om ons in dergelijke individuele gevallen, toe te staan om ook
een bandbreedte van 15% te hanteren op de door u vast te stellen kavelprijzen zoals opgenomen in de
grondexploitatie.
In het geval van zwaarwegende gemeentelijke belangen (verplaatsen van bedrijven uit stedelijke gebieden,
bedrijven met een groot aantal werknemers, bedrijven die aanzienlijke geldstromen genereren voor de
gemeente, zoals toeristenbelasting en werkgelegenheid) kan het wenselijk zijn om meer dan 15% af te
wijken van de genoemde basisprijzen. In dergelijke gevallen bent u beslissingsbevoegd.
Het startjaar van een onderhandeling is uitgangspunt. Op het moment van een jaarovergang worden de
grondprijzen geïndexeerd met het “CPI totaal bestedingen”. Dit gebeurt tot aan het moment van schriftelijke
overeenstemming. Voor onderhandelingen die zijn gestart in 2014 zullen de grondprijzen niet geïndexeerd
worden als in 2015 tot schriftelijke overeenstemming wordt gekomen.
Commerciële voorzieningen (niet zijnde kantoren of bedrijven)
Methode
Comparatief per m² grond of per m² v.v.o. (verhuurbaar vloeroppervlak).
5
000752653 00408868
Onderwerp
Grondprijzen 2015
Uitwerking
Deze categorie is niet opgenomen in de kadernota Grondbeleid, maar omvat alle commerciële functies die
niet vallen onder één van de overige categorieën. Hieronder vallen onder andere winkelvoorzieningen,
horeca, leisure, telecom, zorg, particulier onderwijs. Omdat deze categorie zeer divers is, kan geen
grondprijs worden afgegeven voor de categorie als geheel. Per uit te geven kavel zal een marktconforme
grondprijs worden bepaald.
Huurprijs paardenweiden
Bij de verhuur van paardenweiden is het uitgangspunt dat hier omwille van tijdelijkheid toe over wordt
gegaan (conform de Kadernota grondbeleid). Daarnaast zijn er lopende overeenkomsten uit het verleden.
Hierbij werd een huurprijs gehanteerd van € 250 per hectare. Deze huurprijs is niet marktconform.
Vergelijkbare geliberaliseerde pachtgrond kost in de gemeente maximaal € 840 per hectare. Aangezien bij
paardenweitjes geen sprake is van bedrijfsmatig gebruikte grond, is het voorstel om overeenkomstig de in
uw besluit van 2013 vastgelegde koers, een lagere huursom per jaar in rekening te brengen, namelijk € 650
per hectare voor nieuwe overeenkomsten. Geïndexeerd met 1% leidt dit tot een prijs per 2015 van € 656,50
per hectare. Aangezien het hier om een stijging gaat van 250%, is in 2013 besloten om de verhoging
gestaffeld te laten verlopen voor bestaande huurovereenkomsten. De huurprijs wordt jaarlijks met € 125
vermeerderd met index verhoogd. Dit leidt in vier jaar tijd tot de gewenste marktconforme benadering.
Conform deze staffel is de huurprijs in 2015 € 501,25 per hectare.
Verkoopprijs groenstroken
Bij de uitgifte van groenstroken ter uitbreiding van een voor woningbouw bestemde kavel, worden twee
tarieven gehanteerd. Voor groenstroken met directe bouwmogelijkheden geldt dezelfde vaste prijs per m²,
met de mogelijkheid van differentiatie, die ook voor bouwkavels van toepassing is.
Voor percelen met een indirecte bouwmogelijkheid wordt € 60,60 per m² kavel gerekend. Hiermee is de prijs
van 2014 met 1% geïndexeerd. Er wordt in de verkoopovereenkomst van percelen met indirecte
bouwmogelijkheden een meerwaardeclausule opgenomen. Met deze clausule wordt de koper verplicht om
bij te betalen wanneer er alsnog bouwmogelijkheden komen op het perceel. Bij de meerwaardeclausule
wordt uitgegaan van de prijs voor bouwkavels in het jaar van aankoop van de groenstrook. De
meerwaardeclausule werkt niet langer dan vijftien jaar door.
Als de groenstrook wordt verkocht voor kantoren of bedrijven geldt de basisprijs voor bedrijven met
mogelijkheid tot afwijking, conform dezelfde methodiek en bevoegdheden als bij de uitgifte van bouwkavels
aan kantoren en bedrijven. Als er geen basisprijs voor het betreffende gebied is, dan zal een taxatie
uitgevoerd worden om tot een verkoopprijs te komen. De taxatiekosten komen voor rekening van de
aanvrager. Bij verkoop voor een nutsbedrijf geldt de gemiddelde grondprijs voor bouwkavels van bedrijven.
Huurprijs groenstroken
In de kadernota Grondbeleid staat dat er enkel tot verhuur van groenstroken wordt overgegaan als daarvoor
een maatschappelijke rechtvaardiging bestaat. Het bijdragen aan het oplossen van parkeerproblemen kan
zo een reden zijn om groenstroken te verhuren aan bedrijven.
Op basis van taxatie is een marktconforme huur vastgesteld op € 3 per m² per jaar voor particulieren. Er zijn
nog huurovereenkomsten uit het verleden waar een relatief lage huurprijs in rekening wordt gebracht. Voor
nieuwe overeenkomsten inzake verhuur aan particulieren wordt de verhuurprijs vastgesteld op € 3,03 per
m². Dit is de prijs van 2014, geïndexeerd met 1%. Voor bestaande overeenkomsten wordt de verhuurprijs
met 50% per jaar verhoogd totdat er sprake is van een marktconforme verhuurprijs.
Bij verhuur aan bedrijven bedraagt de huurprijs 4,5% van de grondprijs die geldt op het betreffende
bedrijventerrein. Als er geen grondprijs is vastgesteld voor het bedrijventerrein, dan wordt de gemiddelde
prijs voor bedrijventerreinen gehanteerd.
Overige bestemmingen
6
000752653 00408868
Onderwerp
Grondprijzen 2015
Uitgifte van gronden voor bestemmingen die niet onder een van de voorgaande categorieën vallen of die
vanwege hun aard en omvang maatwerk vergen, zullen tegen marktconforme prijzen worden verkocht. De
bepaling van een dergelijke prijs zal bijvoorbeeld door een taxateur kunnen gebeuren.
In het overzicht op de volgende pagina is het voorgaande qua prijzen weergegeven.
7
000752653 00408868
Onderwerp
Grondprijzen 2015
Grondprijzen exclusief btw
woningbouw
sociaal per woning of kavel
meergezins
eengezins
2014
2015
20.450
25.563
20.655
25.818
residueel
residueel
vrije kavels per m2 kavel, basisprijs
minimum
maximum
Richtprijs voor:
Geerpark, fase 1a
De Grassen, fase 1
Willy van den Berkstraat
Chrysantenstraat
Laan van Samoa
Frans Halslaan
345
293
396
348
296
400
voorzieningen van algemeen belang per m2 kavel
136
137
kantoren en bedrijven per m2 kavel of b.v.o.
minimum
maximum
woning bij bedrijf (toeslag per woning)
139
233
140
235
40.000
huurprijs paardenweiden per ha per jaar
bestaande contracten
nieuwe contracten
375
650
501,25
656,50
verkoop groenstroken per m2 kavel
met directe bouwmogelijkheid
met indirecte bouwmogelijkheid
345
60
348 (+-15%)
60,60
projectmatig per kavel
huurprijs groenstroken per m2 per jaar
bestaande contracten met particulieren
nieuwe contracten met particulieren
contracten met bedrijven
330
350
296
370
333
348
50% verhoging
50% verhoging
3,00
3,03
4,5% van grondprijs 4,5% van grondprijs
Tabel 3. Overzicht grondprijzen 2014 en 2015.
8
000752653 00408868
Onderwerp
Grondprijzen 2015
Afweging
De methoden van grondprijsbepaling zijn in de Kadernota Grondbeleid vastgelegd. De nu voorgestelde
grondprijzen zijn volgens deze methoden bepaald. De grondprijzen zijn mede tot stand gekomen op basis
van extern onderzoek, van daadwerkelijk gerealiseerde verkopen en na een benchmark bij diverse
omliggende gemeenten. De prijzen hebben gevolg voor kopers en erfpachters van bouwkavels,
projectontwikkelaars en corporaties die bouwrijpe grond afnemen van de gemeente, kopers c.q. huurders
van paardenweiden en groenstroken, maar ook bedrijven en instellingen die zich willen vestigen en daarvoor
grond van de gemeente kopen of in erfpacht krijgen.
Inzet van Middelen
De voorgestelde prijzen worden gehanteerd bij de herzieningen van de grondexploitaties van 2015
(verkoopprijzen bouwrijpe grond) en zullen worden verwerkt in de administratie van de gemeentelijke
eigendommen (huurprijzen, verkoopprijs groenstroken en erfpachtcontracten).
Risico's
De vastgoedmarkt lijkt over het dieptepunt heen te zijn. Er is meer vertrouwen in de economie en dat
vertaald zich onder andere in aantrekkende woningverkopen. De voorgestelde grondprijzen zijn gebaseerd
op diverse onderzoeken, gerealiseerde verkopen en zijn vergeleken met die in de regio.
Daarom zijn er ook geen bijzondere risico‟s.
In de grondexploitaties 2015 wordt uitgegaan van de grondprijzen binnen de marges van deze
uitvoeringsnota grondprijzen. Het is de bedoeling dat wij onze mogelijkheid om af te wijken slechts in
uitzonderlijke gevallen hanteren. De kortingen worden dan ook niet expliciet in de grondexploitaties
opgenomen. Bij de bepaling van de toereikendheid van ons weerstandsvermogen wordt wel met een
scenario gerekend dat uitgaat van een maximale korting van 15% op alle prijzen. De effecten van een
dergelijk scenario op ons weerstandsvermogen vindt u in de paragraaf weerstandsvermogen van de
begroting 2015.
Procedure
Vervolgstappen
Als u volgens dit voorstel besluit, zullen de grondprijzen op de gemeentelijke website worden aangepast.
Verder geldt hetgeen hiervoor al in de paragraaf Inzet van Middelen staat vermeld.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
9
000752653 00408868
Onderwerp
Grondprijzen 2015
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gezien het voorstel van het college van 28 oktober 2014;
gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
-
het college de bevoegdheid te geven om voor de projectmatig te bouwen woningen per bouwplan een
grondprijs uit te onderhandelen binnen de marktconforme marges voor residuele grondprijzen en deze
achteraf ter inzage te leggen voor de raad;
in te stemmen met de grondprijzen (exclusief btw, bouwrijpe grond) en voorwaarden per 1 januari 2015
zoals hierna verwoord:
- sociale woningbouw: € 20.655 voor een meergezinswoning met een maximale woonoppervlakte van
90m², € 25.818 voor een eengezinswoning met een maximale kavelgrootte van 150m² en een
maximaal woonoppervlak van 90m²;
- kavels voor particulier opdrachtgeverschap: een basisprijs van € 348 per m² kavel. De mogelijkheid
bestaat voor het college om een maximaal 15% hogere dan wel lagere grondprijs te hanteren als dit
leidt tot een betere benadering van de actuele marktwaarde op die locatie;
- kantoren en bedrijven: van € 140 tot € 235 per m², afhankelijk van ligging, bereikbaarheid, grootte en
faciliteiten. De grondprijs wordt over de kavel of over het aantal m² b.v.o. gerekend, afhankelijk van
welke getal hoger is. De mogelijkheid bestaat voor het college om een maximaal 15% hogere dan wel
lagere grondprijs te hanteren per soort kavel als dit leidt tot een betere benadering van de actuele
marktwaarde op die locatie. Voor een bedrijfswoning wordt een toeslag van € 40.000 berekend;
- voorzieningen van algemeen belang: € 137 per m² kavel;
- bij verkoop van groenstroken aan particulieren met een directe bouwmogelijkheid dezelfde grondprijs
met afwijkingsmogelijkheid te hanteren als geldt bij de verkoop van kavels voor particulier
opdrachtgeverschap;
- bij verkoop van groenstroken aan particulieren zonder directe bouwmogelijkheid een grondprijs te
hanteren van € 60,60 m² met een meerwaardeclausule;
- bij verkoop van groenstroken aan bedrijven geldt dezelfde methodiek en bevoegdheden als bij de
uitgifte van bouwkavels aan kantoren en bedrijven. Als er geen basisprijs voor het betreffende gebied
is, dan zal een taxatie uitgevoerd worden om tot een verkoopprijs te komen. De taxatiekosten komen
voor rekening van de aanvrager;
- bij verkoop van groenstroken aan nutsbedrijven geldt de gemiddelde grondprijs van bouwkavels voor
bedrijven;
- geen vaste grondprijs te hanteren voor commerciële voorzieningen (bijvoorbeeld winkels en horeca),
maar per uitgifte een markconforme grondprijs laten bepalen;
- een marktconforme huurprijs voor de verhuur van paardenweiden van € 656,50 per hectare per jaar
voor nieuwe overeenkomsten;
- een verhoging van de huurprijs voor paardenweiden voor bestaande overeenkomsten met 50% per
jaar tot de marktconforme huur is bereikt;
- de marktconforme verhuurprijs voor groenstroken aan particulieren vast te stellen op € 3,03 per m² per
jaar en de verhuurprijs van groenstroken voor al bestaande overeenkomsten te verhogen met 50%
per jaar totdat er sprake is van een marktconforme verhuurprijs;
- de verhuurprijs voor groenstroken aan bedrijven vast stellen op 4,5% van de grondprijs die geldt op
het betreffende bedrijventerrein. Als er geen grondprijs is vastgesteld voor het bedrijventerrein, dan
wordt de gemiddelde prijs van grond voor bedrijventerreinen gehanteerd;
- bestaande afspraken over grondprijzen te respecteren en de grondprijzen voor projecten waarvan de
onderhandelingen voor 1 januari 2015 zijn begonnen niet te indexeren met “CPI totaal bestedingen”;
- de prijzen te hanteren in de grondexploitatieherzieningen per 1 januari 2015 en in nieuwe en
bestaande huurovereenkomsten.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
10
Einde bijlage: RV Grondprijzen 2015 20141216
Terug naar het agendapunt
RV uitgangspunten grondexploitaties 2015 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20100#
001287846 00408869
Onderwerp
uitgangspunten grondexploitaties 2015
Raadsvoorstel
Inleiding
Bij het opstellen van de jaarrekening 2014 wordt voor de complexen waarvoor een grondexploitatie is
opgesteld een herziening van de exploitatieberekening gemaakt. Deze herzieningen worden gemaakt om
tijdig te kunnen bijsturen of mogelijke risico’s af te kunnen dekken.
Feitelijke informatie
De volgende uitgangspunten zijn opgesteld voor de herziening van de exploitatieopzetten van de diverse
grondexploitaties per 1 januari 2015:
- basis voor de berekening is de boekwaarde op 1 januari 2015;
- prijspeil voor lasten en baten is 1 januari 2015;
- de geraamde kostenbedragen en opbrengsten voor woningbouw en bedrijventerrein binnen de
grondexploitaties van 2014 worden met 0% geïndexeerd naar prijspeil 1 januari 2015;
- stijgingspercentage lasten: 2%;
- stijgingspercentage baten: 1%;
- het gehanteerde rentepercentage is over het algemeen 3%; voor de gezamenlijke grondexploitatie
Geerpark geldt een rente van 4%;
- fondsvorming: bij alle uitbreidingsplannen behalve Venne West III geldt het uitgangspunt dat per m²
uitgeefbare grond een bijdrage wordt gedaan aan de bestemmingsreserve “Rood voor Groen” van € 5.
Voorts geldt voor de gezamenlijke grondexploitatie van het Geerpark ook een storting in de reserve
bovenwijkse voorzieningen van € 7 per m² uitgeefbare grond;
- voor de plankosten wordt de methodiek volgens de Wro (de plankostenscan) gehanteerd. De uitkomst
hiervan bevat de kosten voor planvorming en voorbereiding en toezicht (o.a. interne uren). De kosten
voor het uitvoeren van bestemmingsplanonderzoeken moeten apart geraamd worden;
- de post onvoorzien is 10% gerekend over sloopkosten, bouwrijpmaken en woonrijpmaken.
Voor de fasering van de grondverkopen wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde woningbouwplanning,
zoals opgenomen in de bijlage. Mochten zich na het vaststellen van de woningbouwplanning nog wijzigingen
voordoen, die van invloed zijn op de fasering van de grondverkopen volgens de woningbouwplanning, dan
zullen deze actuele gegevens worden meegenomen in de herzieningen van de exploitaties. Overigens zullen
deze dan apart worden toegelicht in de herziene grondexploitaties.
Voor de planning van de uitgifte van bedrijventerreinen wordt uitgegaan van de prognose zoals opgenomen
in de bijlage.
Afweging
Bij de voorstellen voor de kosten- en batenstijging speelden een aantal afwegingen mee.
Het beleid dat vorig jaar is ingezet wordt hiermee uitgevoerd: nadat in 2014 nog geen sprake was van
kostenstijging vanwege krapte op de markt, wordt vanaf 2015 een stijgingspercentage van 2%
aangehouden. Dit komt overeen met de signalen uit de economie: in Nederland wordt in 2015 een stijging
van de inflatie verwacht (CPB, 2014). Ook wordt gekeken naar de inflatie in de afgelopen tien jaar. Deze was
gemiddeld per jaar 1,8%.
De prijsstijging van de baten is vanaf 2015 minder dan die van de kosten, maar er is wel sprake van een
stijging. De woningverkopen zijn in 2014 aangetrokken en dit heeft een opwaartse druk op de verkoopprijzen
gehad. De verwachting is dat deze trend zich doorzet in 2015. Deze prijsstijging en afzetstijging van de
woningen zijn een indicatie dat ook de grondprijzen zullen stijgen.
Voor bedrijventerreinen zijn de indicatoren over het algemeen ook positief. Dalende bruto
2
aanvangsrendementen en een stijgende opname van m bedrijventerrein zijn signalen dat ook deze
1
001287846 00408869
Onderwerp
uitgangspunten grondexploitaties 2015
vastgoedmarkt weer aantrekt, alhoewel de huurprijzen nog onder druk staan. Om deze reden wordt
verondersteld dat de grondprijzen iets kunnen stijgen.
Het voorstel is om de te hanteren uitgangspunten vast te stellen.
Inzet van Middelen
De financiële gevolgen worden duidelijk bij de herzieningen van de grondexploitaties volgens de hier
voorgestelde uitgangspunten en zullen in de jaarrekening 2014 worden verwerkt.
Risico's
Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel.
Procedure
Vervolgstappen
De uitgangpunten worden gehanteerd bij de betreffende grondexploitaties.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
2
001287846 00408869
Onderwerp
uitgangspunten grondexploitaties 2015
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gezien het voorstel van het college van 4 november 2014;
gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
de volgende uitgangspunten vast te stellen voor de herziening van de exploitatieopzetten van de diverse
grondexploitaties per 1 januari 2015:
- basis voor de berekening is de boekwaarde op 1 januari 2015;
- prijspeil voor lasten en baten is 1 januari 2015;
- de geraamde kostenbedragen en opbrengsten voor woningbouw en bedrijventerrein binnen de
grondexploitaties van 2014 worden met 0% geïndexeerd naar prijspeil 1 januari 2015;
- stijgingspercentage lasten: 2%;
- stijgingspercentage baten: 1%;
- het gehanteerde rentepercentage is over het algemeen 3%; voor de gezamenlijke grondexploitaties
Geerpark en Metal Valley geldt een rente van 4%;
- fondsvorming: bij alle uitbreidingsplannen behalve Venne West III geldt het uitgangspunt dat per m²
uitgeefbare grond een bijdrage wordt gedaan aan de bestemmingsreserve “Rood voor Groen” van
€ 5. Voorts geldt voor het Geerpark ook een storting in de reserve bovenwijkse voorzieningen van
€ 7 per m² uitgeefbare grond;
- voor de plankosten wordt de methodiek volgens de Wro (de plankostenscan) gehanteerd. De
uitkomst hiervan bevat de kosten voor planvorming en voorbereiding en toezicht (o.a. interne uren).
De kosten voor het uitvoeren van bestemmingsplanonderzoeken moeten apart geraamd worden;
- de post onvoorzien is 10% gerekend over sloopkosten, bouwrijpmaken en woonrijpmaken;
- voor de fasering van de woningbouwplanning wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde
woningbouwplanning, zoals opgenomen in de bijlage. Bij de herzieningen worden de actuele
afwijkende gegevens gehanteerd die zijn opgenomen in de berekeningen voor de exploitaties;
- voor de planning van de uitgifte van bedrijventerreinen wordt uitgegaan van de prognose zoals
opgenomen in de bijlage.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
3
Einde bijlage: RV uitgangspunten grondexploitaties 2015 20141216
Terug naar het agendapunt
RV verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 20141216 (terug naar
agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20101#
001267503 00401752
Onderwerp
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heusden 2014
Raadsvoorstel
Inleiding
Het Besluit Harmonisering en modernisering rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers (ingangsdatum
1 juli 2014) leidde tot wijzigingen in onder andere het Rechtspositiebesluit burgemeesters,
Rechtspositiebesluit wethouders, Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de Regeling
rechtspositie burgemeesters. Daarmee zijn centraal de voorwaarden voor toekenning van vergoedingen,
tegemoetkomingen of rechtspositionele voorzieningen aan deze decentrale ambtsdragers verplichtend
vastgesteld. De noodzaak ontstaat daardoor om een nieuwe lokale verordening vast te stellen, waarmee de
huidige “Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007” komt te vervallen.
Feitelijke informatie
Rechtspositionele gevolgen en de nieuwe verordening
Doordat een aantal tegemoetkomingen en aanspraken in de rechtspositiebesluiten vastligt, komen diverse
artikelen uit de huidige verordening te vervallen. Een aantal aanspraken moeten we nog wel op lokaal
niveau nader regelen. De VNG heeft de voorbeeldregeling “Verordening rechtspositie wethouders, raads- en
commissieleden” gewijzigd.
Financiële gevolgen
De harmonisering brengt extra faciliteiten, en daarmee ook kosten, met zich mee, zoals onder andere:
- vaste onkostenvergoeding (voor burgemeester, wethouders en raadsleden);
- tegemoetkoming ziektekostenverzekering commissieleden (voor raadsleden kennen we dit al);
- computer- en internetvergoeding commissieleden (voor raadsleden kennen we dit al);
- vergoeding contributie beroepsverenigingen;
- kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde scholing.
De rechten van commissieleden zijn verruimd en gelijk aan die van de raadsleden: tegemoetkoming
ziektekostenverzekering (op grond van rechtspositiebesluit), scholing, reiskosten en pc- en
internetvergoeding (aanspraken die in lokale verordening nader zijn uitgewerkt). Op dit moment zijn in onze
gemeente 25 fractieondersteuners benoemd als commissielid.
Voor een volledig overzicht van de rechtspositionele- en financiële gevolgen verwijzen wij u naar de bijlage
Overzicht wijzigingen aanspraken als gevolg van Besluit Harmonisering.
Tegemoetkoming ziektekostenverzekering commissieleden
Er zijn sinds de wijziging van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden per 1 juli veel vragen
geweest over de tegemoetkoming ziektekosten voor raads- en commissieleden. De VNG overlegt
momenteel met het ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over deze tegemoetkoming voor
commissieleden. Het advies van de VNG is om nog niet tot uitbetaling over te gaan en te wachten tot
hierover meer duidelijkheid is.
Afweging
De komst van het nieuwe landelijke Besluit Harmonisering en modernisering rechtspositie decentrale
politieke ambtsdragers brengt de noodzaak van een nieuwe gemeentelijke verordening met zich mee. Het
voorstel is om deze nieuwe verordening vast te stellen. Als uitgangspunt hiervoor is de modelverordening
van de VNG gehanteerd. Hierna zetten wij voor u de belangrijkste wijzigingen uiteen.
Algemene wijzigingen
De aanspraken die nu in de rechtspositiebesluiten zijn verankerd en uit de modelverordening zijn geschrapt,
verwijderen we uit onze verordening. Ook zijn de artikelen over deelname aan spaarloon- en levensloopregeling niet meer actueel en komen te vervallen. Artikelen over het behandelen van vergoedingen en
verstrekkingen in het kader van de werkkostenregeling zijn toegevoegd aan de verordening.
1
001267503 00401752
Onderwerp
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heusden 2014
Overige wijzigingen voor wethouders
Van de reiskosten woon-werkverkeer wordt geen gebruik gemaakt. Dit artikel wordt geschrapt. Omdat er
sprake is van bruikleen, wordt de vergoeding voor pc- en internetfaciliteiten geschrapt.
Overige wijzigingen voor raads- en commissieleden
Commissieleden krijgen dezelfde aanspraken als raadsleden en dit wordt in de nieuwe verordening
opgenomen. Ook geven we nadere invulling aan de niet-partijpolitiek georiënteerde scholing. De
vergoedingen voor de aanschaf of gebruik van de eigen computer, randapparatuur en software (€ 28,15 per
maand) en de aanleg- en abonnementskosten internet (€ 17,50 per maand) worden geactualiseerd:
- conform het advies van de VNG hanteren we een tegemoetkoming van € 10,00 per maand voor
situaties waarbij aantoonbaar meer kosten worden gemaakt voor een snellere internetverbinding in
verband met het raads- of commissielidmaatschap. Volgens de VNG beschikt tegenwoordig vrijwel elk
huishouden privé over een snelle internetverbinding;
- de pc-vergoeding van € 28,15 is in 2009 gebaseerd op een aanschafprijs van € 1.500,00 en een
periode van 4 jaar (48 maanden). Een gemiddelde laptopprijs ligt nu tussen de € 400,00 en € 600,00.
Een kwalitatief goede tablet kost tussen de € 500,00 en € 660,00 (Apple I-pad AIR, waarop het
systeem Ibabs goed werkt). Vanwege het digitaal vergaderen en benodigde geheugen/capaciteit
stellen we u voor uit te gaan van € 700,00 met daarbovenop een bedrag van € 200,00 voor
randapparatuur en software. Uitgaande van € 900,00 en een periode van 4 jaar (48 maanden), is de
maandelijkse tegemoetkoming € 18,75 per maand.
Bij een toekenning van reiskosten aan zowel wethouders als raads- en commissieleden geldt dat de hoogte
van de vergoeding conform artikel 4 de Regeling rechtspositie wethouders is. Bij raads- en commissieleden
gaat om kosten voor reizen buiten de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur.
Inzet van Middelen
Hoe hoog de kosten van de harmonisering zullen zijn, hangt af van individuele omstandigheden. Niet elk
bestuursorgaan zal bijvoorbeeld worden geconfronteerd met zaken als een waarnemend burgemeester, te
treffen veiligheidsmaatregelen of dienstongevallen. De financiële gevolgen als totaal zijn daarom lastig te
kwantificeren. Voor een aantal vergoedingen is dit wel mogelijk. Aan de hand daarvan komen de meerkosten
voor 2014 neer op € 19.804. Voor 2015 en verder zijn de meerkosten € 19.007 per jaar. Dit bedrag is
inclusief de werkkostenregeling die vanaf 1 januari 2015 wordt ingevoerd en waarover u een apart voorstel
van ons krijgt.
De financiële gevolgen voor 2014 en de structurele gevolgen voor 2015 en verder worden meegenomen bij
de tweede bestuursrapportage 2014.
Procedure
Uw besluit treedt pas in werking nadat dit is bekend gemaakt in het elektronisch gemeenteblad. De
gemeente doet dit via een gemeenschappelijke voorziening voor officiële publicaties op de website
www.officielebekendmakingen.nl. Het besluit wordt verder ook nog bekendgemaakt op de informatiepagina
Nu & Morgen in De Scherper.
De verordening wordt vastgesteld op 1 januari 2015 en treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 juli
2014, met uitzondering van artikel 3, 4, 5 en 6. Deze (gewijzigde) aanspraken treden in werking per 1 januari
2015 zodat raadsleden niet met terugwerkende kracht financieel nadeel ondervinden en aanvragen van
commissieleden volgens de gebruikelijke voorafgaande procedure correct beoordeeld en verwerkt kunnen
worden.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
2
001267503 00401752
Onderwerp
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heusden 2014
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gezien het voorstel van het college van 14 oktober 2014,
gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
de “Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heusden 2014” vast te
stellen.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
3
Einde bijlage: RV verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 20141216
Terug naar het agendapunt
RV invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20102#
001186134 00399907
Onderwerp
Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015
Raadsvoorstel
Inleiding
Met de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 (Staatsblad 2009, 611) zijn met ingang van 1 januari 2011
vereenvoudigingen in de Wet op de loonbelasting 1964 doorgevoerd. Deze vereenvoudigingen worden
aangeduid met de term „werkkostenregeling‟. Het is een fiscale regeling voor door werkgevers aan
medewerkers te betalen vergoedingen en beschikbaar te stellen voorzieningen. De werkkostenregeling geldt
voor alle werkgevers in Nederland. Tot 1 januari 2015 mochten werkgevers elk jaar kiezen voor de
werkkostenregeling of voor de oude loonbelastingregels. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de
werkkostenregeling verplicht voor alle werkgevers en moeten zij hiervoor een invoeringsbesluit nemen.
De staatssecretaris van Financiën liet ook onderzoek doen bij werkgevers voor verbeteringen in de
werkkostenregeling. Dit leidde tot maatregelen die in het Belastingplan 2015 staan dat op Prinsjesdag aan
de Tweede Kamer is aangeboden.
Feitelijke informatie
Inhoud werkkostenregeling
De werkkostenregeling is ingevoerd met als doel de administratieve lastendruk van werkgevers te verlagen.
Als hoofdregel in de werkkostenregeling geldt dat alle vergoedingen en verstrekkingen die in het kader van
de dienstbetrekking aan een medewerker worden toegekend tot het loon van de medewerker worden
gerekend. Dit betekent dat de medewerker er loonbelasting over moet betalen. De werkgever kan er ook
voor kiezen bepaalde vergoedingen en verstrekkingen als „eindheffingsbestanddeel‟ aan te wijzen. Dan
betaalt niet de medewerker de loonbelasting, maar de werkgever. Over deze eindheffingsbestanddelen
betaalt de werkgever loonbelasting naar een vast tarief van 80%.
Echter, niet over alle vergoedingen of verstrekkingen is loonbelasting verschuldigd. De werkkostenregeling
bevat de volgende elementen die buiten de loonheffing vallen:
- forfaitair gedeelte op loonsomniveau;
- een aantal gerichte vrijstellingen;
- loon in natura met een nihilwaardering;
- intermediaire vergoedingen.
Forfaitair gedeelte
Het wordt mogelijk om per werkgever een bedrag, dat gelijk is aan een vast percentage van de fiscale
loonsom van actieve medewerkers (exclusief postactieven) onbelast te vergoeden en te verstrekken. Dit
forfait wordt per 1 januari 2015 vastgesteld op 1,2% van de fiscale loonsom over een kalenderjaar. Bij de
invoering van de werkkostenregeling per 1 januari 2011 bedroeg dit percentage 1,4 en per 1 januari 2013
1,5 van de fiscale loonsom. Deze verlaging van het percentage is een gevolg van de door de
staatssecretaris van Financiën getroffen maatregelen in de werkkostenregeling, aangezien deze voor de
overheidsfinanciën budgetneutraal moet worden uitgevoerd.
Het forfait geldt alleen voor de door de werkgever als eindheffingsbestanddeel aangewezen vergoedingen
en verstrekkingen. Dit betekent dat de werkgever over de feitelijk verstrekte aangewezen vergoedingen en
verstrekkingen per 1 januari 2015 tot aan een bedrag van 1,2% van de loonsom geen eindheffing van 80%
hoeft te betalen. Als het totaal aan feitelijk verstrekte aangewezen vergoedingen en verstrekkingen boven
het bedrag van 1,2% van de loonsom uitkomt, dan is de werkgever over dat meerdere 80% aan eindheffing
verschuldigd.
1
001186134 00399907
Onderwerp
Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015
Het forfait op loonsomniveau brengt met zich mee dat werkgevers de aangewezen vergoedingen en
verstrekkingen niet meer op het niveau van de individuele medewerker hoeven te toetsen. Er kan in de
administratie worden volstaan met verantwoording op werkgeversniveau.
Gerichte vrijstellingen
Binnen de werkkostenregeling bestaat een aantal gerichte vrijstellingen. Deze kunnen alleen onbelast
vergoed of verstrekt worden als de werkgever deze gerichte vrijstellingen heeft aangewezen als
eindheffingsbestanddelen. Deze gerichte vrijstellingen nemen geen forfaitaire ruimte in. Dit betekent niet dat
deze aangewezen gerichte vrijstellingen ongebreideld mogen worden vergoed of verstrekt. Voor sommige
gerichte vrijstellingen hanteert de belastingdienst grenzen.
Voorbeelden van gerichte vrijstellingen zijn:
- reiskosten, zowel zakelijke reiskosten als reiskosten voor het woon-werkverkeer;
- tijdelijke verblijfkosten;
- EVC-procedures;
- cursussen en dergelijke (waaronder outplacement);
- zakelijke verhuiskosten;
- studiekosten.
Loon in natura met een nihilwaardering
Binnen de werkkostenregeling geldt voor een aantal vormen van loon in natura een nihilwaardering. Feitelijk
wordt er dus geen belasting geheven over deze elementen. De belastingdienst bepaalt welke elementen
onder deze categorie vallen. Per 1 januari 2015 wordt ook het noodzakelijkheidscriterium in de
werkkostenregeling ingevoerd. Dit is een maatregel van de staatssecretaris van Financiën om tegemoet te
komen aan de wensen van werkgevers die bleken uit het door hem uitgevoerde onderzoek bij werkgevers in
Nederland. Het noodzakelijkheidscriterium is een open norm die ervan uitgaat dat hetgeen een werkgever in
het kader van zijn bedrijfsvoering aan voorzieningen noodzakelijk acht, aan de werknemer kan worden
verstrekt zonder fiscaal rekening te hoeven houden met het privévoordeel van de werknemer. Het
noodzakelijkheidscriterium wordt vooralsnog beperkt ingevoerd. Per 1 januari 2015 geldt het
noodzakelijkheidscriterium alleen voor gereedschappen en voor computers, mobiele communicatiemiddelen
en dergelijke apparatuur. Dit betekent o.a. dat de „zakelijke gebruikseis‟ voor de Ipad niet langer zal gelden
en dat een werkgever een medewerker een tablet kan verstrekken voor zijn werk, zonder dat hij daarbij
rekening moet houden met het privévoordeel van de werknemer.
Voorbeelden van andere nihilwaarderingen zijn:
- voorzieningen op de werkplek zoals het gebruik van de vaste computer, het kopieerapparaat en de vaste
telefoon;
- arbovoorzieningen;
- consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd.
Intermediaire vergoedingen
Intermediaire vergoedingen vallen buiten de werkkostenregeling en mogen altijd en ongemaximeerd
onbelast worden vergoed. Intermediaire vergoedingen zijn vergoedingen voor bedragen die een medewerker
(vaak in opdracht van de werkgever) voorschiet, maar die voor rekening van de werkgever behoren te
komen.
De werkkostenregeling en politieke ambtsdragers (burgemeester, wethouders, raadsleden en
commissieleden)
De werkkostenregeling geldt ook voor politieke ambtsdragers (burgemeesters, wethouders, raadsleden en
commissieleden). Alleen een klein aantal raadsleden dat niet heeft gekozen voor de opting-in mogelijkheid
en dus door de belastingdienst worden aangemerkt als „zelfstandige‟ valt niet onder de werkkostenregeling.
Dat politieke ambtsdragers onder de werkkostenregeling vallen betekent enerzijds dat de forfaitaire ruimte
2
001186134 00399907
Onderwerp
Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015
groter wordt door een hogere fiscale loonsom. Anderzijds wordt een deel van het forfait gevuld met
vergoedingen en verstrekkingen die gemeenten (verplicht moeten) toekennen aan politieke ambtsdragers.
De vergoedingen en verstrekkingen aan raadsleden die niet voor opting-in hebben gekozen tellen daarbij
niet mee.
Burgemeesters, wethouders en raadsleden krijgen op grond van de geldende rechtspositiebesluiten een
vaste onkostenvergoeding. Deze vaste onkostenvergoeding is een bruto onkostenvergoeding (met
uitzondering van die voor het raadslid dat niet heeft gekozen voor de opting-in regeling). Over deze bruto
onkostenvergoeding betaalt de burgemeester, de wethouder en het raadslid loonbelasting. Onder de
werkkostenregeling worden de gebruteerde onkostenvergoedingen per 1 januari 2015 teruggebracht naar
het netto niveau (debrutering). Voor de gebruteerde onkostenvergoedingen geldt nu een belastingtarief van
52%. Het debruteren van de onkostenvergoedingen levert voor de gemeente dus een voordeel op. Om de
netto onkostenvergoeding voor politieke ambtsdragers onder de werkkostenregeling voor het merendeel van
de ambtsdragers gelijk te houden aan de huidige situatie, is van rijkswege bepaald dat de debrutering
gepaard gaat met de invoering van de verplichting voor gemeenten om de onkostenvergoedingen van
politieke ambtsdragers aan te wijzen als eindheffingsbestanddeel. Deze onkostenvergoedingen moeten dus
in de forfaitaire ruimte worden ondergebracht.
De betreffende rechtspositiebesluiten zijn inmiddels door de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkrelaties aangepast aan de werkkostenregeling (circulaire BiZa d.d. 8 maart 2011).
Bij circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelatie d.d. 27 juni 2014 is het besluit tot
Harmonisering en modernisering van de rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers aan gemeenten
meegedeeld. Dit besluit trad in werking met ingang van 1 juli 2014. Voor de hoogte van de
onkostenvergoedingen van de burgemeester, de wethouders en de raadsleden heeft dit besluit gevolgen. In
een separaat raadsvoorstel is deze circulaire nader worden uitgewerkt voor de gemeente Heusden.
Genoemd besluit heeft ook gevolgen voor de hoogte van de forfaitaire ruimte in de werkkostenregeling,
wanneer die per 1 januari 2015 voor de gemeente Heusden wordt ingevoerd. In het rechtspositiebesluit voor
raads- en commissieleden is namelijk de verplichting voor gemeenten opgenomen om aan raads- en
commissieleden een tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering betaalbaar te stellen. Ten aanzien van
commissieleden betekent dit een extra uitgave van € 5.000 per jaar (voor raadsleden was deze aanspraak al
opgenomen in de lokale verordening). Daarnaast betekent dit dat deze vergoeding (voor raads- en
commissieleden) ook als eindheffingsbestanddeel moet worden aangewezen. Dit betekent een vermindering
van de forfaitaire ruimte in de werkkostenregeling van € 11.000.
Lokale uitwerking invoering werkkostenregeling
Het inzichtelijk maken van het eigen pakket aan vergoedingen en verstrekkingen
De invoering van de werkkostenregeling vraagt een aanpassing van de werkwijzen van zowel de financiële
administratie als van de salarisadministratie. In de afgelopen periode zijn dus zowel in het financiële pakket
CODA als in de salarisadministratie Beaufort aanpassingen aangebracht zodat per 1 januari 2015 een
gegevensuitwisseling en het opstellen van rapportages mogelijk is.
Aanwijzing vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsbestanddeel
In de voorbereiding van de invoering van de werkkostenregeling zijn de gemeentelijke vergoedingen en
verstrekkingen bekeken en onderverdeeld in de categorieën forfaitaire ruimte, gerichte vrijstellingen en
nihilwaarderingen.
3
001186134 00399907
Onderwerp
Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015
Bevoegdheid invoeringsbesluit
Voor de invoering van de werkkostenregeling moet zowel door ons als door u een invoeringsbesluit worden
genomen. Wij hebben dat besluit inmiddels op 21 oktober 2014 genomen. U bent bevoegd, met
inachtneming van de landelijk vastgestelde rechtspositieregelingen, te beslissen over wijzigingen ten
aanzien van de rechtspositieregeling voor wethouders, raads- en commissieleden en de medewerkers van
de griffie. Wij hebben deze bevoegdheid voor de ambtelijke medewerkers. De VNG adviseert om ons ook te
laten besluiten over de invoering van de werkkostenregeling voor de burgemeester, zodat in ieder geval
ergens vastligt welke, niet bindend in het Rechtspositiebesluit burgemeesters opgenomen, voorzieningen ter
beschikking zijn gesteld en onder welke voorwaarden. In ons besluit is hier gevolg aan gegeven.
Afweging
De werkkostenregeling wordt per 1 januari 2015 verplicht voor alle werkgevers. Op basis van de uitgevoerde
analyse kunnen voor de invoering van de werkkostenregeling per 1 januari 2015 de op de bijgevoegde lijst
bij het aanwijsbesluit vermelde vergoedingen en verstrekkingen worden aangewezen als
eindheffingsbestanddeel. Deze lijst kan jaarlijks worden gewijzigd wanneer de cijfers daar aanleiding toe
geven.
Aangezien de werkkostenregeling in feite een uitvoering betreft van de loonbelastingwetgeving en dus de
bedrijfsvoering betreft, is het voorstel om eventuele toekomstige wijzigingen in de werkkostenregeling voor
wat betreft de uitvoering te mandateren aan de gemeentesecretaris waar het gaat om de aanwijzing van
vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsbestanddeel.
In het derde kwartaal van 2015 zal op basis van een evaluatie worden bekeken of voor 2016 andere
vergoedingen en verstrekkingen moeten worden aangewezen. In dit verband wordt ook gewezen op de
nieuwe CAO voor het gemeentepersoneel 2013-2015 met daarin opgenomen het Individueel Keuzebudget
dat volgend jaar op LOGA-niveau nader zal worden uitgewerkt. De effecten van de werkkostenregeling
worden maandelijks door de financiële- en personele administratie gevolgd, zodat positieve en negatieve
effecten van ontwikkelingen binnen de werkkostenregeling snel in beeld kunnen worden gebracht. Hierover
wordt maandelijks gerapporteerd aan de directie.
De staatssecretaris van Financiën heeft geregeld dat jaarlijks met de belastingdienst kan worden
afgerekend. Hierdoor is het niet meer nodig om per aangiftetijdvak te toetsen of de forfaitaire ruimte wordt
overschreden en of moet worden afgerekend.
Inzet van Middelen
De invoering van de werkkostenregeling en de doorwerking van het besluit Harmonisering en modernisering
rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers (zie hiervoor het separate voorstel dat u heeft gekregen)
resulteert in een berekende besparing van:
-
voordeel debrutering onkostenvergoeding politieke ambtsdragers
(berekening excl. Harmonisatiebesluit)
nadeel gevolgen aanpassing bedragen vergoedingen
door Harmonisatiebesluit
€ 71.500
€ 18.000
€ 53.500
Op basis van een raming voor het jaar 2015 zal de forfaitaire ruimte worden overschreden met een bedrag
van € 19.990 waarover 80% (€ 15.992) loonheffing moet worden betaald. Deze uitgaven zullen dan een
verlaging van het voordeel tot gevolg hebben. Bovenstaande voor- en nadelen zullen worden meegenomen
bij de eerste bestuursrapportage 2015.
Risico's
Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel.
4
001186134 00399907
Onderwerp
Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015
Procedure
Vervolgstappen
Ondernemingsraad
De Ondernemingsraad is al in een eerder stadium op grond van het overlegrecht betrokken bij de
voorbereidingen tot invoering van de werkkostenregeling en is geïnformeerd over ons besluit.
De ondernemingsraad wordt ook geïnformeerd over uw besluit.
Communicatie
Over de invoering van de werkkostenregeling wordt intern en extern op de gebruikelijke manier
gecommuniceerd via berichtgeving op intranet, de gemeentelijke website en de gemeentelijke
informatiepagina in De Scherper.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
5
001186134 00399907
Onderwerp
Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gezien het voorstel van het college van 21 oktober 2014;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
-
de werkkostenregeling per 1 januari 2015 in te voeren;
het bij dit voorstel behorende “Aanwijsbesluit werkkostenregeling” met de daarbij gevoegde lijst van
aangewezen vergoedingen en voorzieningen vast te stellen voor zijn bevoegdheden;
voor het belastingjaar 2016 en volgende jaren aan de gemeentesecretaris mandaat te verlenen het
bij dit voorstel behorende “Aanwijsbesluit werkkostenregeling” te wijzigen.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
6
Einde bijlage: RV invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 20141216
Terug naar het agendapunt
RV ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20103#
001271988 00404820
Onderwerp
Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint
Raadsvoorstel
Inleiding
In de afgelopen jaren is veel energie gestoken in het versterken van de regionale samenwerking Hart van
Brabant. Enerzijds zijn de banden tussen de gemeenten stevig aangehaald. Anderzijds kreeg de
samenwerking tussen onderwijs, ondernemers en overheid (de zogenaamde triple-helix samenwerking) een
sterke impuls. Regionale samenwerking vormt steeds nadrukkelijker de noodzakelijke consequentie van het
veranderende speelveld. Het doel van de bestuurlijke samenwerking in Hart van Brabant is vergroting van
de regionale slagkracht en beter te kunnen inspelen op de aanstaande decentralisatie van overheidstaken.
Door de regio zijn de volgende stukken toegezonden:
jaarverslag 2013;
ontwerpbegroting 2015.
Feitelijke informatie
Jaarverslag 2013
Op 3 juni 2014 nam u kennis van het Jaarverslag 2013 van de regio Hart van Brabant. Inmiddels is het
jaarverslag door het Algemeen Bestuur (AB) vastgesteld. Het is voorzien van een goedkeurende
accountantsverklaring en aangeboden aan de financieel toezichthouder op de regio, de provincie NoordBrabant.
Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint
Inhoudelijke inbreng colleges en raden
Zoals al was aangegeven bij de aanbieding van het jaarverslag, ontvangt u de ontwerpbegroting dit jaar op
een later moment dan gebruikelijk is. De gemeenschappelijke regeling gaat er namelijk vanuit dat begroting
en jaarverslag op eenzelfde moment (meestal eind april/begin mei van een kalenderjaar) worden
aangeboden. Deze verlate aanbieding komt gedeeltelijk door het streven van het AB om bij het opstellen van
de begroting zoveel mogelijk inhoudelijke inbreng mee te nemen van portefeuillehouders en gemeenteraden.
Door de gemeenteraadsverkiezingen en de hierop volgende collegevorming, is er dit jaar later gestart met
het opstellen van de begroting.
Samenhang met deelbegroting Jeugdhulp en aangepaste gemeenschappelijke regeling
Een andere belangrijke reden waarom de voorliggende ontwerpbegroting later dan normaal wordt
aangeboden, is de samenhang die er bestaat met de begroting Jeugdhulp. Zoals u weet, treedt per 1 januari
a.s. de nieuwe Wet Jeugdhulp in werking. Het portefeuillehoudersoverleg Jeugd heeft zich hierop in de
afgelopen tijd voorbereid. Voor het regionale deel van taken uit de Wet Jeugdhulp is er vanuit het
portefeuillehoudersoverleg een voorstel voor een begroting gekomen. Bovendien heeft men een voorstel
gedaan voor aanpassing van de gemeenschappelijke regeling regio Hart van Brabant. De aanpassing van
de gemeenschappelijke regeling houdt in dat er een bestuurscommissie Jeugdhulp wordt ingesteld die in het
vervolg het mandaat krijgt voor het opstellen van de begroting Jeugdhulp. Omdat de bestuurscommissie
Jeugdhulp formeel nog niet was ingesteld, had het AB nog geen bevoegdheid om ook de begroting
Jeugdhulp, als onderdeel van de regionale begroting, rechtstreeks aan u aan te bieden. De begroting
Jeugdhulp is daarom via de diverse colleges richting de raden van de negen regiogemeenten geleid. De
ontwerpen van de regiobegroting 2015 en de deelbegroting Jeugdhulp 2015 zijn/worden dus als twee
afzonderlijke stukken aan u voorgelegd. Beide begrotingen worden overigens, na vaststelling,
samengevoegd tot de regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint. Over de aanpassing van de
gemeenschappelijke regeling en de deelbegroting Jeugdhulp hebben wij u op 6 november jl. een voorstel
voorgelegd. Nadat alle raden van de deelnemende gemeenten hun colleges toestemming hebben gegeven
1
001271988 00404820
Onderwerp
Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint
voor het aangaan van de gewijzigde gemeenschappelijke regeling regio Hart van Brabant, wordt de
bestuurscommissie Jeugdhulp ingesteld. Vanaf volgend jaar wordt de deelbegroting Jeugdhulp in de
regiobegroting opgenomen en wordt deze in zijn geheel door het AB aan u aangeboden.
Totstandkoming
Tijdens de Hart van Brabant radendag van 12 april jl., vond de eerste informatie-uitwisseling met de raden,
na de gemeenteraadsverkiezingen, plaats. Ook zijn alle portefeuillehouders gevraagd om hun inbreng voor
de begroting. Verder heeft er tijdens de Hart van Brabantdag van juli jl. een inventarisatie plaatsgevonden
van prioriteiten voor het werkprogramma 2015. Met zowel het resultaat van de radendag als de Hart van
Brabantdag is een eerste opzet van de ontwerpbegroting gemaakt, die is voorgelegd aan het AB. Voorzien
van inhoudelijke suggesties, is vervolgens de ontwerpbegroting opgesteld die zowel in de verschillende
portefeuilehoudersoverleggen, in de vergadering van het AB van de regio Hart van Brabant als in de
vergadering van het AB van Midpoint Brabant is besproken. Het programma dat nu wordt aangeboden,
wordt inhoudelijk van harte onderschreven door de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Deze partijen
hebben hun inhoudelijke inbreng overigens via Midpoint Brabant geleverd.
Uitvoeringsjaar 2015
Zoals in de inleiding al is aangegeven, lag de nadruk in de afgelopen jaren op het versterken van de
regionale samenwerking met als resultaat dat de regio goed presteert, ook vergeleken met de resultaten van
andere regio’s. In aansluiting daarop wordt 2015 weer een belangrijk jaar voor de regionale samenwerking.
Zowel binnen het publieke domein als in triple-helix-verband zijn er stevige uitdagingen waarbij de regio
concrete resultaten wil en moet boeken. Dit streven sluit aan bij de opdracht die voortvloeit uit het
bestuurskrachtonderzoek ‘Veerkrachtig bestuur’. De regio moet nog meer de stap gaan maken van plannen
naar projecten die concrete resultaten opleveren. De regio kan en wil in 2015 laten zien dat ze erin slaagt
om:
op een effectieve, efficiënte en waar mogelijk innovatieve manier samen te werken en vanuit haar
publieke verantwoordelijkheid invulling te geven aan de decentralisatie van grote en complexe taken
in het sociaal domein;
vanuit de triple-helix-ambitie de regionale economische ontwikkelingsagenda te verankeren in
provinciale, landelijke en Brusselse agenda’s en zodoende positie en middelen te verwerven in de
nieuwe (subsidie)programma’s die worden opgestart.
Kortom, de regio wil en moet in 2015 verder doorpakken op regionale samenwerking; zowel in energie (waar
dat kan zo veel mogelijk met bestaande (ambtelijke) capaciteit) alsook in middelen.
Strategische agenda 2016 - 2020
Komend jaar is het laatste uitvoeringsjaar van de lopende regionale strategische agenda. Volgend jaar wordt
er gewerkt aan een nieuwe regionale strategische agenda voor de periode 2016 – 2020. Dit is voor u bij
uitstek het moment om uw kaderstellende rol te nemen. Hiervoor treedt de regio met u in gesprek om
zodoende gezamenlijk de contouren te schetsen voor de regionale ambities over de periode 2016 - 2020.
U ontvangt hiervoor begin 2015 een procesvoorstel. Binnen de door de raden geschetste kaders gaan de
portefeuillehouders vervolgens de regionale ambities concretiseren naar gewenste activiteiten en projecten.
Resultaten regionale samenwerking Hart van Brabant en Noordoost Brabant
Gemeenten worden door de rijksoverheid, met name vanuit de decentralisatieopgave, steeds meer
aangemoedigd/gedwongen om in regionaal verband te gaan samenwerken. In het verlengde van
‘Veerkrachtig bestuur’ stimuleert ook de provincie gemeenten om hun bestuurlijke slagkracht te verhogen
door de samenwerking met andere gemeenten op te zoeken. Verder verandert de maatschappij in rap
tempo en zet de globalisering zich, mede door de alsmaar toenemende digitale mogelijkheden, verder door
zodat samenwerking zich al lang niet meer beperkt tot samenwerking tussen overheden. Samen met
ondernemers en onderwijsinstellingen ontwikkelen traditionele regionale samenwerkingsverbanden zich in
2
001271988 00404820
Onderwerp
Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint
triple-helix-verband (ook wel 3O-verband genoemd) tot netwerkorganisaties. Netwerkorganisaties, zoals
Midpoint in Hart van Brabant en de AgrifoodCapital in Noordoost Brabant, die noodzakelijkerwijs ook over de
bestuurlijke grenzen opereren maar uiteraard steeds wel met het doel de positie van de regio in al haar
facetten te versterken. En als de positie van de regio wordt versterkt, versterkt dat automatisch de posities
van de individuele gemeenten in de regio. Gegeven deze ontwikkelingen en vanuit de centrale ligging tussen
Tilburg en ’s-Hertogenbosch, heeft Heusden er een aantal jaar geleden bewust voor gekozen om twee
richtingen op te blijven kijken en zich zowel aan te sluiten bij de regio Noordoost Brabant als bij de regio Hart
van Brabant. Maar een dergelijke, voor Brabant unieke keuze vergt vanzelfsprekend ook inspanning, zowel
in tijd als in geld. Natuurlijk moeten we voortdurend alert blijven dat onze inspanning tot voldoende resultaten
leidt en is de binding van Heusden met een bepaalde regio, om diverse redenen, per beleidsveld
verschillend. Ook is het anders opereren in een regio die bestaat uit negen gemeenten (Hart van Brabant)
dan in een regio met twintig gemeenten en twee waterschappen (Noordoost Brabant). Bij de behandeling
van de herziene Gemeenschappelijke Regeling Hart van Brabant in de Informatievergadering Bestuur en
Beheer van augustus 2013, is daarom toegezegd dat zowel de resultaten van samenwerking in de regio Hart
van Brabant als in die van Noordoost Brabant, nader worden besproken.
De geleverde inbreng in regionale samenwerking, zowel in capaciteit als in middelen, laat zich niet
zondermeer rechtstreeks vertalen in ‘output en outcome’, waar het uiteindelijk om gaat. Het vergt enerzijds
de nodige tijd om tot concrete resultaten te komen. Anderzijds worden er ook resultaten geboekt die geen
onderdeel uitmaken van een regionale agenda maar die wel voortvloeien uit de contacten binnen de
regionale netwerkomgeving. Factoren die mede bepalend zijn voor de resultaten zijn onder meer:
- samenwerking gebeurt in een netwerkorganisatie;
- de verschillende actoren (zowel bij overheid als bij ondernemers en onderwijsinstellingen) op het
speelveld;
- diversiteit aan belangen;
- de doorlooptijd van trajecten;
- gemeentelijke inbreng leidt doorgaans tot regionale resultaten die zich niet altijd even eenvoudig tot
het gemeentelijke schaalniveau laten concretiseren.
We moeten daarom oplettend blijven door de resultaten steeds te monitoren. Het gaat hierbij zowel om
concrete aanwijsbare resultaten als om het zogenaamde multipliereffect dat voortvloeit uit de gemeentelijke
bijdragen. Kortom, in welke mate resulteert de inzet van eigen middelen tot vermeerdering door de werving
van externe fondsen vanuit Europa, rijk en provincie. Bij de aanbieding van de jaarstukken van de regio Hart
van Brabant in juni jl. gaven wij een eerste inzicht in de concreet geboekte resultaten. Bij dit voorstel hebben
wij een overzicht gevoegd met concreet behaalde resultaten, voor de respectievelijke regio’s Hart van
Brabant en Noordoost Brabant, die met name voor de gemeente Heusden relevant zijn.
Naar de toekomst toe
Zoals al aangegeven, moeten we de resultaten steeds blijven monitoren. Maar om achteraf gemotiveerd te
kunnen verantwoorden, ligt het voor de hand om zaken aan de voorkant, waar mogelijk, in de toekomst meer
expliciet te benoemen. Ook kent regionale samenwerking in financieel opzicht haar grenzen. Zeker onder de
huidige economische omstandigheden is een jaarlijkse verhoging van de inwonersbijdrage verre van een
vanzelfsprekendheid en in financieel opzicht zelfs onacceptabel.
Afweging
U heeft de mogelijkheid om voor de vaststelling van de regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint door
het AB, uw zienswijze kenbaar te maken. Wij stellen u voor om aan te geven dat u instemt met de
ontwerpbegroting onder de voorwaarde dat de Heusdense bijdrage in totaal maximaal € 150.000 bedraagt
(voor Hart van Brabant en Midpoint samen) en met de volgende kanttekeningen voor 2016 en volgende
jaren:
3
001271988 00404820
Onderwerp
-
Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint
de begroting moet meer focus krijgen door duidelijke prioritering hetgeen monitoring achteraf beter
mogelijk maakt;
de resultaten moeten meer SMART worden geformuleerd;
het multipliereffect moet duidelijker inzichtelijk worden gemaakt;
de inwonersbijdrage mag in de komende jaren niet worden verhoogd.
Inzet van Middelen
De Heusdense bijdrage aan de regio Hart van Brabant bedraagt voor 2015 in totaliteit € 150.000 op basis
van de ontwerpbegroting. In de inmiddels vastgestelde gemeentebegroting 2015 staan de middelen om aan
deze verplichting te voldoen.
Risico's
De vaststelling van de regiobegroting gebeurt uiteindelijk door het AB. Mede afhankelijk van eventueel
ingekomen zienswijzen, kan het AB de begroting gewijzigd vaststellen. Hoewel er draagvlak lijkt te zijn voor
de bijzondere positie die Heusden in deze inneemt, bestaat de mogelijkheid dat er discussie ontstaat over de
hoogte van de Heusdense bijdrage.
Procedure
Vervolgstappen
Als zelfstandige stichting volgt Midpoint Brabant over haar deel van de begroting een eigen
besluitvormingsproces. Voor de inhoudelijke onderbouwing van de hoogte van de overheidsbijdrage is de
begroting van Midpoint Brabant in die van de regio Hart van Brabant opgenomen. Rekening houdend met
eventuele inkomende zienswijzen, stelt het AB van de regio de ontwerpbegroting in december a.s. al dan
niet gewijzigd vast. Bovendien neemt het op dat moment een formeel besluit over de hoogte van de bijdrage
van de overheid aan de stichting Midpoint Brabant. Na vaststelling, zendt het AB de regiobegroting 2015
naar de provincie Noord-Brabant. De vastgestelde begroting wordt ook aan u toegezonden, waarna u op
grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen nog de mogelijkheid heeft bij het college van
Gedeputeerde Staten uw zienswijzen naar voren te brengen. De provincie is overigens geïnformeerd over
het feit dat de regiobegroting dit jaar later wordt toegezonden.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
4
001271988 00404820
Onderwerp
Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gezien het voorstel van het college van 4 november 2014,
gelet op de beraadslaging;
besluit:
als zienswijze kenbaar te maken dat u instemt met het ontwerp van de regiobegroting 2015 Hart van
Brabant-Midpoint, onder de voorwaarde van een bijdrage die in totaal maximaal € 150.000 bedraagt (voor
Hart van Brabant en Midpoint samen), en met de volgende kanttekeningen voor 2016 en volgende jaren:
- de begroting moet meer focus krijgen door duidelijke prioritering hetgeen monitoring achteraf beter
mogelijk maakt;
- de resultaten moeten meer SMART worden geformuleerd;
- het multipliereffect moet duidelijker inzichtelijk worden gemaakt;
- de inwonerbijdrage mag in de komende jaren niet worden verhoogd.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
5
Einde bijlage: RV ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint 20141216
Terug naar het agendapunt
RV Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20104#
001290015 00408879
Onderwerp
Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub Drunen
Raadsvoorstel
Inleiding
Op 29 oktober 2013 nam de toenmalige raad een besluit over een aantal investeringen in
sportaccommodaties. Onderdeel van dat besluit was de realisatie van een accommodatie voor Turn- en
Dansvereniging SHJ Drunen en Judoclub Drunen in het gebied Dillenburg.
Hierna stellen wij u voor om een krediet beschikbaar te stellen zodat in de eerste helft van 2015 kan worden
gestart met de bouw van de sportaccommodatie.
Feitelijke informatie
Op 29 oktober 2013 besloot de raad een eenmalige bijdrage van maximaal € 850.000,00 beschikbaar te
willen stellen zodat de initiatiefnemers in eigen beheer een sportaccommodatie kunnen realiseren die ten
1
minste uit een turnaccommodatie, bewegen op muziek (BOM)-ruimte en een Dojo bestaat. Voordeel
hiervan is ondermeer dat de gemeente in de nieuwe sporthal Dillenburg geen BOM-ruimte en Dojo hoeft te
realiseren.
Vervolgens is een intentieovereenkomst afgesloten met de initiatiefnemers waarin de ’spelregels’ zijn
vastgelegd. Na het afsluiten van de intentieovereenkomst gingen de initiatiefnemers aan de slag. Zo
maakten ze een ontwerp van de accommodatie en werkten aan het in beeld brengen van de kosten en
structurele lasten. Aangezien de nieuwe accommodatie meerdere gebruikers gaat huisvesten, is een
stichting opgericht die de realisatie en het beheer/instandhouding van de sportaccommodatie op zich gaat
nemen. In deze stichting nemen zowel mensen vanuit SHJ als Judoclub Drunen zitting. Voordeel van het
oprichten van een stichting is dat de financiële middelen, die nodig zijn voor de instandhouding van de
accommodatie, los komen te staan van de verenigingen. De verenigingen betalen een kostendekkende huur
aan de stichting zodat de benodigde onderhoudsmiddelen beschikbaar zijn. Bijkomend voordeel is dat de
stichting de btw kan terugkrijgen over de uitgaven voor de realisatie en instandhouding van het gebouw.
De accommodatie wordt geprivatiseerd. De businesscase is daarmee de verantwoordelijkheid van de
stichting. De gemeente is echter de grootste financier van de accommodatie en heeft er daarom belang bij
dat de businesscase sluitend is.
De volgende stap die nu gezet zal worden, is het aanvragen van de omgevingsvergunning en het rond
2
krijgen van de financiering . De opgerichte stichting heeft een eerste investeringsraming en
exploitatieberekening opgesteld. Gedurende de komende maanden zal de businesscase in samenwerking
met de gemeente, de betrokken verenigingen en andere financiers verder worden uitgewerkt.
Afweging
De stichting / verenigingen willen graag de eerste helft van 2015 starten met de bouw van de nieuwe
sportaccommodatie. Om hiervoor tijdig financiële middelen te kunnen aantrekken, is uw besluit tot het
beschikbaar stellen van het krediet noodzakelijk.
In de komende periode zullen wij in onderhandeling met de stichting en verenigingen de benodigde
documenten opstellen (o.a. erfpachtovereenkomst, beschikking financiële bijdrage). Punt van aandacht
hierbij is het inbouwen van zekerheden voor gemeente en verenigingen. Wij verstrekken de financiële
bijdrage pas zodra er voldoende zekerheid is.
1
Oefenzaal Japanse zelfverdedigingsport
De stichting zal naast de eenmalige gemeentelijke bijdrage een lening van circa € 350.000,00 aantrekken om de nieuwbouw te
kunnen financieren.
2
1
001290015 00408879
Onderwerp
Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub Drunen
Inzet van Middelen
De gemeentelijke bijdrage aan de accommodatie is € 850.000,00 en wordt naar verwachting in 2015
verstrekt. De bijdrage komt in dat jaar ten laste van de algemene reserve. De begroting houdt rekening met
deze onttrekking.
Door privatisering van de BOM-ruimte en de Dojo hoeft de gemeente deze onderdelen in de nieuw te
stichten gemeentelijke sporthal niet op te nemen. Dit geeft met ingang van 2016 een structureel voordeel
3
van circa € 70.000,00 op het budget voor de gemeentelijke sporthal. Op 29 oktober 2013 besloot u dit
3
voordeel voor een bedrag van circa € 20.000,00 toe te voegen aan de structurele stelpost investeringen
sportaccommodaties. Het resterende voordeel is circa € 50.000,00 en komt ten gunste van het structurele
begrotingssaldo.
Risico's
Het beschikbaar stellen van het krediet brengt geen risico’s met zich mee. Zoals hiervoor is aangegeven,
verstrekken wij de financiële bijdrage pas zodra er voldoende zekerheid is.
Procedure
Vervolgstappen
Parallel aan besluitvorming zullen gemeente, stichting en verenigingen samen optrekken in het verder
uitwerken van de plannen. De stichting zal de omgevingsvergunning aanvragen, financiering aantrekken en
de aanbesteding van het werk opstarten. Op basis van de uitkomsten van deze zaken kan het
exploitatieoverzicht verder worden verfijnd en ontstaat voor de verenigingen zekerheid over de bedragen die
zij kwijt zijn aan het gebruik van de accommodaties. Hiervoor zullen langdurige huurovereenkomsten worden
afgesloten. Wij controleren deze zaken, zorgen voor de erfpachtovereenkomst en verstrekken de eenmalige
bijdrage zodra er voldoende zekerheid bestaat.
Wij houden u op de hoogte van de verdere afwikkeling.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
3
De genoemde bedragen wijken af van de bedragen die zijn genoemd in het raadsvoorstel investeringen (okt. 2013); de reden hiervan
is dat de rekenrente voor kapitaallasten met 1% is verlaagd.
2
001290015 00408879
Onderwerp
Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub Drunen
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gezien het voorstel van het college van 4 november 2014;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
-
een krediet van € 850.000,00 beschikbaar te stellen voor een nieuwe sportaccommodatie van SHJ
en judoclub Drunen en dit bedrag in 2015 te onttrekken uit de algemene reserve;
het beschikbare structurele budget voor de gemeentelijke sporthal Dillenburg af te ramen met
€ 70.000,00;
het structurele voordeel van € 70.000,00 voor een bedrag van € 20.000,00 toe te voegen aan de
structurele stelpost investeringen sportaccommodaties en het restantbedrag van € 50.000,00 ten
gunste te laten komen van het structurele begrotingssaldo.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
3
Einde bijlage: RV Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub 20141216
Terug naar het agendapunt
RV Ontwikkelplan SPORT volop in beweging 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20105#
001287632 00408251
Onderwerp
Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging
Raadsvoorstel
Inleiding
Op 17 december 2013 stelde de toenmalige raad de evaluatie van de kadernota ‘Sport en bewegen
gemeente Heusden 2008’ vast. Daarin is geconcludeerd dat de in 2008 gestelde kaders niet meer volledig
zijn en dat er behoefte is aan nieuwe kaders op het gebied van sport en bewegen. In het bij dit voorstel
behorende ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ en bijbehorend actieplan worden de spelregels voor
sport voor de komende vier jaar uiteen gezet.
Feitelijke informatie
In het nieuwe ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ spelen twee vragen een rol.
De eerste vraag is hoe sport optimaal kan worden ingezet om de gezondheid en het sociaal-maatschappelijk
functioneren te optimaliseren en de tweede vraag betreft de sportaccommodaties: welke spelregels worden
er gezamenlijk met de sport- en beweegaanbieders afgesproken?
De keuze voor een beweegbaar (flexibel) ontwikkelplan dat niet in beton is gegoten in plaats van een strak
omlijnde kadernota hangt samen met de huidige ontwikkelingen in het maatschappelijke veld: de transitie en
decentralisaties. Momenteel wordt druk gewerkt aan de uitwerking hiervan zodat duidelijk wordt welke
maatschappelijke doelstellingen de gemeente nastreeft. Om sport optimaal in te kunnen zetten voor de
realisatie van maatschappelijke doelstellingen, is het niet wenselijk om vooraf kaders vast te stellen. Het
‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ vervangt de kadernota ‘Sport en bewegen gemeente Heusden
2008’. Dit ontwikkelplan is de basis voor de komende vier jaar en kan op thema’s aangevuld worden, er volgt
dus geen overkoepelend beleidsplan sport. Vertegenwoordigers uit de sport- en beweegwereld hebben op
22 oktober 2014 de ‘ontwikkelnota sport en bewegen’ aangeboden. Deze nota is op 30 oktober 2014
e
besproken tijdens het 4 sportcafé. De ontwikkelnota en de reacties uit het sportcafé vormden, naast de
aanbevelingen uit de evaluatie van de kadernota ‘Sport en bewegen gemeente Heusden 2008’, de basis
voor het ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ en het daarbij behorende actieplan.
Afweging
Het ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ sluit aan bij de gemeentelijke visie op de transitie en
decentralisaties: de gemeente streeft naar een op welzijn gerichte samenleving waarin inwoners zichzelf en
anderen helpen, waarin mensen sociaal en economisch zelfredzaam zijn, een participatiesamenleving.
Daarbij gaan we in eerste instantie uit van de eigen kracht van de inwoners en hun sociale netwerk. Sport
kan hierbij een verbindende factor zijn.
Inzet van Middelen
Er zijn geen directe financiële consequenties verbonden aan het ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’.
De keuze voor ‘sport als middel’ biedt kansen. Door sport veel meer in te zetten als middel binnen
bijvoorbeeld preventief jeugdbeleid, Wmo, gezondheidszorg of de Participatiewet kunnen ook nieuwe
financieringsbronnen worden aangeboord.
Op 23 september 2014 is besloten een taakstellende bezuiniging voor de sport op te leggen. Deze
bezuiniging moet worden gezocht in een kostenreductie van € 54.000 in 2015, € 72.000 in 2016 en € 90.000
in 2017. Momenteel wordt gewerkt aan een integraal voorstel waarin de mogelijkheden voor kostenreductie
in beeld worden gebracht. Hier zal naar verwachting begin 2015 een besluit over worden genomen.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
1
001287632 00408251
Onderwerp
Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gezien het voorstel van het college van 11 november 2014;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
-
het ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ en het daarbij behorende actieplan vast te stellen;
kennis nemen van de door het veld aangeboden ‘Ontwikkelnota sport en bewegen’.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
2
Einde bijlage: RV Ontwikkelplan SPORT volop in beweging 20141216
Terug naar het agendapunt
RV evaluatie Hart voor Oudheusden 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20106#
000875925 00384340
Onderwerp
Evaluatie Hart! voor Oudheusden
Raadsvoorstel
Inleiding
De wijkvisie Fase 1, nu bekend als het Castellum, maakte al melding van een aanpak van de leefbaarheid in
Oudheusden. Die is vastgelegd in de kadernotitie Hart! Voor Oudheusden en vervolgens benoemd tot
‘majeur project ‘. De belangrijkste thema’s uit Hart! voor Oudheusden zijn vervolgens in de gebiedsvisie
Oudheusden ruimtelijk vertaald en met de sociale index verder inzichtelijk gemaakt en uitgewerkt in het
Sociaal Plan Oudheusden. Op zijn beurt is dit sociaal plan weer verfijnd naar een uitvoeringsprogramma dat
jaarlijks door ons is vastgesteld en met u is gecommuniceerd. Het uitvoeringsprogramma kent een looptijd
tot en met 2014.
Feitelijke informatie
Gelet op de naderende einddatum hebben wij ons de vraag gesteld of het programma Hart! voor
Oudheusden als majeur project kan stoppen. Aan de hand van bijgaande evaluatie concluderen wij dat dit
inderdaad het geval is. De (resterende) uitvoerende werkzaamheden worden opgenomen in de wijk- en
buurtgerichte aanpak en binnen de kaders van de begroting.
De extra aandacht voor Oudheusden stopt niet als het programma niet meer wordt aangemerkt als majeur
project. Er is nog steeds een inhaalslag te maken in vergelijking met de andere kernen in de gemeente. Zie
hiervoor onder meer de Wijkatlas 2013, pag. 116 e.v. Bovendien moet een aantal zaken uit het
uitvoeringsprogramma nog worden gerealiseerd (zie evaluatie p. 15 /16).
Afweging
Hart! voor Oudheusden kan op grond van de behaalde resultaten eindigen als majeur project. Het blijft van
belang om de gerichte aandacht voor Oudheusden ook in de toekomst voort te zetten. De kern ligt nog te ver
achter op de gemiddelde waardering ten opzichte van de rest van de gemeente. Het is belangrijk om de in
het uitvoeringsprogramma vastgestelde werkzaamheden af te ronden.
Het voorstel is de evaluatie Hart! voor Oudheusden vast te stellen en Hart! voor Oudheusden als majeur
project te beëindigen.
Inzet van middelen
Tot en met 2014 zijn vanuit de stelpost Kasteellaan/Hart voor Oudheusden middelen beschikbaar voor de
uitvoering van lopende projecten voor de verbeterslag. Concreet gaat het hierbij om de Hartslag en om de
aanpak van de Christinastraat, Oranjelaan, Tullensstraat en het Hamelpark. Vanaf 2015 is er geen stelpost
meer beschikbaar. De nog op te pakken aandachtspunten in Oudheusden zullen daarom binnen de kaders
van de reguliere begroting worden uitgevoerd.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
1
000875925 00384340
Onderwerp
Evaluatie Hart! voor Oudheusden
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gezien het voorstel van het college van 30 september 2014;
gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
-
de evaluatie Hart! voor Oudheusden vast te stellen;
Hart! voor Oudheusden als majeur project te beëindigen.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
2
Einde bijlage: RV evaluatie Hart voor Oudheusden 20141216
Terug naar het agendapunt
RV benoeming plv leden AB Baanbrekers 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20107#
001290681Z
Onderwerp
Zaaknummer 00409070
benoeming plaatsvervangend leden AB Baanbrekers
Raadsvoorstel
Volgens de gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers wijst iedere raad van de
deelnemende gemeenten uit zijn midden twee leden en twee plaatsvervangende leden aan voor het
Algemeen Bestuur van Baanbrekers.
In de raadsvergadering van 22 mei 2014 heeft de raad twee raadsleden benoemd als lid van het algemeen
bestuur van Baanbrekers. Dit raadsvoorstel betreft de benoeming van twee raadsleden als
plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur van Baanbrekers.
Het presidium van Heusden,
De griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
1
001290681Z
Onderwerp
Zaaknummer 00409070
benoeming plaatsvervangend leden AB Baanbrekers
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gelet op artikel 8 Gemeenschappelijke Regeling Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers;
gezien het voorstel van het presidium van 28 oktober 2014;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
de raadsleden A. Buijs en M. de Wild te benoemen als plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur van
Baanbrekers.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
2
Einde bijlage: RV benoeming plv leden AB Baanbrekers 20141216
Terug naar het agendapunt
RV Wijziging leden informatievergaderingen 20141216 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:20108#
REFNUMBERZ
Onderwerp
Zaaknummer 00412080
Wijziging leden informatievergaderingen
Raadsvoorstel
De raad benoemt de leden van de informatievergaderingen.
De fractie D.M.P. Heusden draagt voor benoeming als fractieondersteuner mevrouw A.W.E. Verhoofstad.
Zij is aangewezen als algemeen reserve.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het presidium,
de griffier,
de burgemeester,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
1
REFNUMBERZ
Onderwerp
Zaaknummer 00412080
Wijziging leden informatievergaderingen
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014;
gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
mevrouw A.W.E. Verhoofstad te benoemen als algemeen reserve fractieondersteuner
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
2
Einde bijlage: RV Wijziging leden informatievergaderingen 20141216
Terug naar het agendapunt