Raadsvergadering 16 december 2014 Orgaan: Locatie: Datum: Aanvang: Gemeenteraadsvergadering Julianastraat 34, 5251 ED Vlijmen dinsdag 16 december 2014 19:30 uur 1. Opening 2. Vaststelling van de agenda Stukken AGENDA raad 20141216 3. Spreekrecht Samenvatting Ingevolge het RvO is er geen inspreekrecht Stukken Inspreken RV 20141216 4. Ingekomen stukken en mededelingen Stukken RV Ingekomen Stukken Raad 20141216 5. Trekking naam voor stemming 6. Verslag van de raadsvergaderingen van 6 en 13 november 2014 7. 2e Bestuursrapportage 2014 Stukken RV Tweede bestuursrapportage 2014 20141216 8. Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 Stukken RV raadsvoorstel legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 20141216 9. Grondprijzen 2015 Stukken RV Grondprijzen 2015 20141216 10. Uitgangspunten grondexploitaties 2015 Stukken RV uitgangspunten grondexploitaties 2015 20141216 11. Verordening rechtspositie wethouders raads en commissieleden 2014 Stukken RV verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 20141216 12. Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 Stukken RV invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 20141216 13. Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant Midpoint Stukken RV ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint 20141216 14. Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub Drunen Stukken RV Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub 20141216 15. Ontwikkelplan SPORT volop in beweging Stukken RV Ontwikkelplan SPORT volop in beweging 20141216 16. Evaluatie Hart voor Oudheusden Stukken RV evaluatie Hart voor Oudheusden 20141216 17. Benoeming plaatsvervangend leden AB Baanbrekers Stukken RV benoeming plv leden AB Baanbrekers 20141216 Wijziging leden informatievergaderingen 18. Wijziging leden informatievergaderingen Stukken RV Wijziging leden informatievergaderingen 20141216 19. Sluiting AGENDA raad 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20094# Oproeping voor de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden te houden op dinsdag 16 december 2014 om 19.30 uur in het gemeentehuis Vlijmen. AGENDA 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. B 8. A 9. B 10. B 11. A 12. A 13. A 14. A 15. B Opening Vaststelling van de agenda Spreekrecht Ingevolge het RvO is er geen inspreekrecht Ingekomen stukken en mededelingen Raadsvoorstel Bijlagen: Besluitenlijsten Informatievergaderingen Trekking naam voor stemming Verslag van de raadsvergaderingen van 6 en 13 november 2014 Bijlagen: verslagen raadsvergaderingen e 2 Bestuursrapportage 2014 Raadsvoorstel e Bijlagen: 1. 2 Bestuursrapportage; 2. Instellingsbesluit reserve bijdragen bedrijven GOL; 3. Memo Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 Raadsvoorstel Bijlagen: 1.Legesverordening 2015; 2. Verordening lijkbezorgingsrechten; 3. Memo Ter inzage: 1. Overzicht voorgestelde tariefswijzigingen; 2. Tarieventabel bij legesverordeningen; 3. Tarieven reisdocumenten; 4. Maximaal tarief rijbewijs Grondprijzen 2015 Raadsvoorstel Bijlagen: 1. Uitvoeringsnota grondprijzen; 2. Memo Uitgangspunten grondexploitaties 2015 Raadsvoorstel Bijlagen: 1. Uitgifte bedrijventerreinen per kern; 2. Woningbouwplanning 2014-2030 per 5 jaar; 3. Memo Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 Raadsvoorstel Bijlagen:1. Overzicht wijzigingen aanspraken agv besluit harmonisering; 2. Overzicht financieel; 3. Memo Ter inzage: 1. Verordening rechtspositie; 2. Oude verordening; 3. Circulaire minbzk besluit harmonisering rechtsposities Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 Raadsvoorstel Ter inzage: 1. Aanwijsbesluit werkkostenregeling; 2. Drie circulaires werkkostenregeling Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint Raadsvoorstel Bijlagen: 1. Aanbiedingsbrief; 2. Concrete resultaten regio HvB en NOB Ter inzage: 1. Ontwerp regiobegroting; 2. Jaarverslag 2013 Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub Drunen Raadsvoorstel Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging Raadsvoorstel Bijlagen: 1. Ontwikkelplan; 2. Actieplan Ter inzage: Ontwikkelnota A: Besluitvorming zonder bespreking B: Besluitvorming met bespreking R: Rechtstreeks in de Raad 16. 17. 18. 19. A Evaluatie Hart voor Oudheusden Raadsvoorstel Bijlagen: 1. Evaluatie Hart voor Oudheusden; 2, Memo A Benoeming plaatsvervangend leden AB Baanbrekers Raadsvoorstel A Wijziging leden informatievergaderingen Raadsvoorstel Bijlage: Indeling informatievergaderingen per 16 december 2014 Sluiting Heusden, De voorzitter, Drs. J. Hamming A: Besluitvorming zonder bespreking B: Besluitvorming met bespreking R: Rechtstreeks in de Raad Einde bijlage: AGENDA raad 20141216 Terug naar het agendapunt Inspreken RV 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20095# Inspreken bij de raadsvergadering? Als een onderwerp niet eerder in een informatievergadering is behandeld, kunt u gebruik maken van het spreekrecht. U meldt dit uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier. De volgende regels uit het Reglement van Orde gelden: Artikel 37. Spreekrecht (inspreken) 1. Indien, vanwege bijzondere omstandigheden, een voorstel of onderwerp rechtstreeks – zonder voorafgaande behandeling in de informatievergadering – aan de raad wordt voorgelegd, hebben belanghebbenden of hun vertegenwoordigers bij de behandeling van het agendapunt “Spreekrecht” gelegenheid om het woord te voeren over een dergelijk op de agenda geplaatst voorstel of onderwerp. Een inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. Gedurende maximaal dertig minuten is er gelegenheid om in te spreken. Als er meer dan zes sprekers zijn, verdeelt de voorzitter het inspreekhalfuur evenredig over de sprekers. De voorzitter van de vergadering kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximumduur van de spreektijd. 2. Belanghebbenden of hun vertegenwoordigers kunnen niet het woord voeren over: a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep bij de rechter openstaat, of heeft opengestaan; b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen; c. een klacht die ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend. 3. Inspreken bij de behandeling van een bestemmingsplan en daarmee vergelijkbare plannen is uitsluitend toegestaan in de vorm van een mondelinge toelichting op een eerder ingediende zienswijze. Deze zienswijze moet als zienswijze zijn aangeduid in het raadsvoorstel of de daarbij behorende stukken. 4. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste 24 uur vóór aanvang van de raadsvergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het voorstel of onderwerp waarover hij het woord wil voeren. 5. De raadsvoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De raadsvoorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering. 6. De spreker voert het woord, nadat de raadsvoorzitter hem dit heeft verleend. De raadsvoorzitter of een raadslid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger. Einde bijlage: Inspreken RV 20141216 Terug naar het agendapunt RV Ingekomen Stukken Raad 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20096# 001293230Z Onderwerp Zaaknummer 00409753 Ingekomen Stukken Raad Raadsvoorstel Inleiding Conform artikel 41 van het reglement van orde dienen aan de raad gerichte ingekomen stukken, waarvan de onderwerpen behoren tot de bevoegdheden van de raad, geplaatst te worden op de lijst van ingekomen stukken. Feitelijke informatie Stukken ter kennisname aan de raad: 1. 17 november 2014, Gemeente Dongeradeel, aangenomen motie CAO Sociale Werkvoorziening (00412373) Stukken ter kennisname aan de raad en ter afdoening in handen college: 2. 11 november 2014, Provincie Noord-Brabant, horen art. 3.26 Wro inzake provinciaal inpassingsplan GOL en info n.a.v. 17 september 2014 (00411683) 3. 1 december 2014, Provincie Noord-Brabant, uitvoeringsprogramma 2015 interbestuurlijk toezicht (00413968) Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Namens de agendacommissie, mw. drs. E.J.M. de Graaf 1 001293230Z Onderwerp Zaaknummer 00409753 Ingekomen Stukken Raad De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gelet op de Gemeentewet en het Reglement van orde; besluit: de ingekomen stukken conform het voorstel van de agendacommissie af te doen. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 2 Einde bijlage: RV Ingekomen Stukken Raad 20141216 Terug naar het agendapunt RV Tweede bestuursrapportage 2014 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20097# 001293129 00409887 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2014 Raadsvoorstel Inleiding Bijgaand treft u de tweede bestuursrapportage (berap) 2014 aan die ingaat op de begrotingsuitvoering 2014 tot september. Hierin worden, op basis van het meest recente inzicht en de verwachte situatie per eind van dit jaar, voorstellen gedaan tot aanpassing van de begroting 2014. Ook wordt ingegaan op de bouwgrondexploitaties. Enerzijds zijn tussentijds, vooruitlopend op de jaarlijkse herziening bij de jaarrekening, de exploitatieopzetten herrekend wat leidt tot een mutatie in de verliesvoorziening. Anderzijds zijn de ramingen voor 2014 bijgesteld op basis van de werkelijk verwachte uitgaven en inkomsten. Daarnaast worden enkele voorstellen tot het verlenen of wijzigen van investeringskredieten voorgesteld. Tot slot wordt ingegaan op de voortgang van de majeure projecten en wordt weergegeven in hoeverre de beoogde ombuigingen die in de begroting 2014 zijn opgenomen, daadwerkelijk worden gerealiseerd. Feitelijke informatie De bijstellingen in de tweede berap binnen de reguliere exploitatie, hebben per saldo een negatief effect op het resultaat voor 2014 van € 1.222.000. In onderstaande tabel zijn de grootste afwijkingen opgenomen (> € 100.000). De verlaging van de rente van 4 naar 3%, zoals opgenomen in de voorjaarsnota/begroting 2015, zorgt voor een gedeeltelijke vrijval van de verliesvoorziening bouwgrondexploitaties van € 2,2 mln. Het voorstel is om dit bedrag terug te storten in de algemene reserve. Daarnaast blijkt uit de tussentijdse herzieningen van de bouwgrondexploitatie dat een aanvullende verliesvoorziening gevormd moet worden van € 421.000. Deze zal ten laste worden gebracht van de algemene reserve. De mutatie voor de verliesvoorziening bouwgrondexploitatie is daarmee per saldo € 1.774.000 positief. Voor en nadelen voor het begrotingssaldo 2014: (bedragen x 1.000) Rente en kapitaallasten (m.n. verlaging rente van 4 naar 3% per 1 januari 2014) Lagere leges omgevingsvergunningen Bijdrage Baanbrekers in verwacht tekort 2014 Meer uren t.l.v. exploitatie (GOL) Herinrichting Sportlaan Vrijval niet benodigde stelposten loon en prijscompensatie 2014 Vrijval onvoorzien Overige verschillen Totaal bijstellingen regulier exploitatie Per saldo nadelig Effecten bouwgrondexploitatie: Mutaties verliesvoorzieningen bouwgrond exploitaties: Vrijval voorziening ten gevolge van renteverlaging van 4 naar 3% Aanvullende verliesvoorziening bouwgrondexploitaties Totaal effect mutaties voorziening bwgr exploitaties op begrotingssaldo Totaal effect berap II op begrotingssaldo 2014 voor besluitvorming Voorstel resultaatbestemming: Storting vrijval verliesvoorziening bouwgrondexploitaties (per saldo) in AR Totaal effect begrotingssaldo na besluitvorming berap II Voordeel 294 230 96 620 Nadeel 460 450 442 315 175 1.842 1.222 2.195 421 1.774 552 1.774 1.222 1 001293129 00409887 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2014 Bouwgrondexploitatie In het coalitieprogramma en in de voorjaarsnota is al aangegeven dat er gekeken zou worden of het rentepercentage voor enkele verliesgevende bouwgrondexploitaties kan worden verlaagd of in z’n geheel te stoppen met het bijschrijven van rente. Het scenario van een algehele verlaging van 4 naar 3% bleek het meest wenselijk en is als zodanig verwerkt in de begroting 2015. Het effect voor 2014 is in deze berap opgenomen. Enerzijds betreft dit de hogere rentelasten die ten laste komen van de reguliere exploitatie en anderzijds moet formeel nog besloten worden tot het neerwaarts bijstellen van de verliesvoorziening. De verlaging van de rente van 4 naar 3% zoals opgenomen in de voorjaarsnota/begroting 2015, zorgt voor een gedeeltelijke vrijval van de verliesvoorziening bouwgrondexploitaties van € 2,2 mln. Op basis van de begrotingsvoorschriften komt de vrijval door de renteverlaging ten gunste van het begrotingssaldo. Zoals in de begroting 2015 staat, is bij het meerjarige verloop van de algemene reserve ervan uitgegaan dat dit bedrag ten gunste van de algemene reserve wordt gebracht. De dotatie aan de algemene reserve zal verwerkt worden na uw besluit over deze berap. Daarnaast zijn, conform de aanbeveling uit het rekenkamerrapport inzake de bouwgrondexploitaties, bij deze tweede berap tussentijds de exploitatieberekeningen van de bouwgrondexploitaties herrekend. Dat heeft geleid tot een aanvullende dotatie aan de verliesvoorziening met € 421.000. Per saldo is het effect van de bijstelling van de verliesvoorziening ten gunste van de algemene reserve daarmee € 1.774.000 positief. Structurele doorwerking 2015 e.v. De structurele doorwerking voor 2015 e.v., die meegenomen zal worden in de voorjaarsnota 2015, gaat voor het grootste deel over een bijstelling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds op basis van de onlangs verschenen septembercirculaire. Omschrijving (bedragen x 1.000) Totaal structurele doorwerking 2015 2016 2017 - 215 146 394 Instelling reserve GOL (bijdrage niet-woningen) De totale Heusdense bijdrage in de financiering van de GOL fase 1 bedraagt € 19,7 mln. Hieraan zullen de bedrijven door een verhoging van de OZB € 4 mln. bijdragen. Deze wordt in vijftig jaar geïnd (basisbedrag per jaar € 112.000; om de waardevastheid te bewaren wordt het bedrag jaarlijks geïndexeerd). Afgesproken is dat de gemeente de totale bijdrage die uiteindelijk door de meerjarige verhoging wordt verkregen, voorfinanciert tijdens de uitvoeringsfase van de projecten fase 1. Hoe en in welke vorm is op dit moment nog niet concreet afgesproken. Dit jaar is de inning van de bijdrage gestart. Omdat de betaling aan de provincie van de € 4 mln. nog op zich laat wachten, stellen wij in deze berap aan u voor om de ontvangen bijdrage te reserveren in een reserve “Bijdrage bedrijven GOL”. Afweging Het voorstel is om de tweede berap 2014 vast te stellen. Inzet van Middelen De bijstellingen in de tweede berap hebben per saldo een negatief effect op het resultaat voor 2014 van € 1.222.000 nadelig. Structureel bedraagt het effect, voornamelijk veroorzaakt door de algemene uitkering gemeentefonds, € 215.000 nadelig in 2015, € 146.000 voordelig in 2016 en € 394.000 voordelig in 2017. Daarnaast is uit de tussentijdse herzieningen van de bouwgrondexploitaties gebleken dat een aanvullende verliesvoorziening gevormd moet worden van € 421.000. Deze zal ten laste worden gebracht van de algemene reserve. 2 001293129 00409887 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2014 Dekking Na de eerste berap van dit jaar bedroeg het saldo € 1.912.000; de bijstellingen in deze berap kunnen dus hierbinnen worden opgevangen. Het eindresultaat na deze tweede berap voor het verwachte begrotingssaldo voor 2014 is daarmee € 690.000 positief. De structurele doorwerking zal worden meegenomen in de voorjaarsnota 2015. Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. J. Hamming 3 001293129 00409887 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2014 De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gezien het voorstel van het college van 4 november 2014; gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering; gelet op de beraadslaging; besluit: - - de tweede bestuursrapportage 2014 vast te stellen; de daarin opgenomen bijstellingen 2014 te verwerken in een begrotingswijziging; de kredieten te voteren en twee kredieten te verlagen zoals opgenomen in deze bestuursrapportage in hoofdstuk 6.1; de reserve “Bijdrage bedrijven GOL” in te stellen conform het bijgevoegde instellingsbesluit; door de aanpassing van de interne rekenrente van 4 naar 3% per 2014 in te stemmen met de vrijval van € 2.195.284 uit de verliesvoorziening bouwgrondexploitatie en deze ten gunste te brengen van de algemene reserve in 2014; tot een aanvullende dotatie aan de verliesvoorziening bouwgrondexploitaties van € 421.000 ten laste van de algemene reserve als gevolg van de tussentijdse herziening van de bouwgrondexploitaties. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 4 Einde bijlage: RV Tweede bestuursrapportage 2014 20141216 Terug naar het agendapunt RV raadsvoorstel legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20098# 000750701 Onderwerp Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 Raadsvoorstel Inleiding De vaststelling van de tarieven vindt normaliter gelijktijdig plaats met de vaststelling van de begroting. Voor wat betreft de legesverordening 2015 was dit niet mogelijk omdat een aantal tarieven die door het Rijk worden voorgeschreven, ten tijde van het opmaken van de tarieventabel voor de raadsvergadering over de begroting, nog niet bekend was. Voor wat betreft de verordening lijkbezorgingsrechten was dit niet mogelijk omdat het onderzoek naar de kostendekkendheid van de begrafenisrechten niet volledig was/is afgerond. Vanwege de complexiteit van de materie (onder andere het grote aantal (bijzondere) begraafplaatsen binnen onze gemeente) en de zorgvuldigheid die is gewenst, is besloten een splitsing aan te brengen in het proces. Een splitsing tussen: - de verhouding tussen de hoogte van de tarieven en de mate van dienstverlening en, - de kostendekkendheid van de begraafplaatsen en de mogelijke kostenbesparende en/of inkomstenverhogende maatregelen die hierop van invloed zijn. Dit voorstel omvat het herschikken van de verhouding tussen de hoogte van de tarieven en de dienstverlening. Het heeft dus geen invloed op de huidige kostendekkendheid van de begraafplaatsen en heeft ook niet tot doel deze kostendekkendheid te verhogen. De vervolgstap, waarbij gekeken wordt naar de totale kosten en baten en de eventuele beïnvloeding daarvan, wordt hierna uitgewerkt. Dan zal aandacht uitgaan naar de mate van kostendekking van de begraafplaatsen. De besluitvorming hierover staat gepland in het voorjaar van 2015. Zoals toegezegd in het voorstel dat is behandeld in de raadsvergadering van 13 november 2014, wordt de verordening op de heffing en invordering van leges 2015 met de daarbij behorende tarieventabel en de verordening op heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten nu aan u ter vaststelling aangeboden. Feitelijke informatie Legesverordening en de daarbij behorende tarieventabel. Uitgangspunt bij de diverse aanpassingen van de tarieven in de legesverordening is een doorrekening van de inflatiecorrectie met 1,25 %. Deze is verwerkt in bijgaande verordening. Het voorstel is om de huidige tarieven te verhogen met de inflatiecorrectie van 1,25%. Naast doorrekening van 1,25% inflatiecorrectie zijn in de volgende hoofdstukken van de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2015, ook de hieronder genoemde aanpassingen aangebracht. Titel 1 Algemene dienstverlening Hoofdstuk 8 Reisdocumenten Voorgesteld wordt de tarieven als volgt te wijzigen: Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: van een nationaal paspoort voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is van een nationaal paspoort voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt van een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is van een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt Tarief 2014 Tarief 2015 € 66,95 € € 51,05 € € 52,95 € € 28,35 € 1 000750701 Onderwerp Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 Hoofdstuk 9 Rijbewijzen Het rijkskostendeel in het rijbewijstarief is verlaagd voor het jaar 2015 van € 9,70 naar € 9,45. Ook de rijkstoeslag voor een spoedafgifte van een rijbewijs wordt verlaagd van € 34,10 naar € 33,85. Deze tarieven zijn nog niet definitief omdat het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een formeel akkoord hiervoor moet geven. De verwachting is dat het voorstel van de Rijksdienst wegverkeer (RDW) door het ministerie zal worden overgenomen. Door de inflatiecorrectie van 1,25% op het gemeentelijke deel van de kosten en de voorgestelde kosten van het rijksdeel wijzigt het tarief voor afgifte van een regulier rijbewijs van € 34,95 naar € 35,00. Het totale tarief in 2015 voor een spoedafgifte van een rijbewijs bedraagt € 68,85 (€ 35,00 + € 33,85). Maximum tarief rijbewijs Het landelijk vastgesteld maximumtarief bedraagt € ,. Het voorstel is om niet het maximumtarief te hanteren, maar alleen het gemeentelijk deel te indexeren met de inflatiecorrectie. Met het hierboven voorgestelde tarief van € 35,00 blijft de gemeente onder het maximumtarief. Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning - Toegevoegd is artikel 2.3.17 betreffende Toetsing zorgvuldige veehouderij (Verordening ruimte 2014) Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV). Op 7 februari 2014 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant de Verordening Ruimte 2014 (VR) vastgesteld. Daarnaast hebben Gedeputeerde Staten op 18 februari 2014 de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) vastgesteld. Beide instrumenten zijn op 19 maart 2014 in werking getreden. Bij bouwvergunningen (uitbreiding bebouwing voor veehouderij) en ruimtelijke plannen zal in ieder geval aan beide instrumenten getoetst moeten worden. De VR 2014 bevat voor veehouderijen o.a. regels omtrent cumulatieve geurhinder, landschappelijke inpassing, de fijnstofconcentratie en de bescherming van waarden in de directe leefomgeving. Daarnaast bevat de verordening de verplichting om bij uitbreidingen een zorgvuldige dialoog te voeren met de naaste omgeving. Bovendien zijn er in dit nieuwe provinciale beleid gebieden vastgesteld („beperkingen veehouderij‟), waarin enkel nog uitgebreid kan worden als er een voldoende hoeveelheid grond voor het bedrijf beschikbaar is. Als laatste stelt de VR 2014 dat enkel nog uitgebreid kan worden wanneer er sprake is van een „zorgvuldige veehouderij‟. Om dit laatste punt te kunnen toetsen is de BZV geïntroduceerd. Dit instrument dient de duurzaamheid van een veehouderij te objectiveren door een scoresysteem. Om de kosten van de toetsing(en) te kunnen verhalen op de aanvrager is dit artikel opgenomen in de legestabel. - Toegevoegd is artikel 2.3.18 Verklaring van geen bedenkingen. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning. Dat is alleen anders als het gaat om een project van provinciaal of nationaal belang; dan zijn gedeputeerde staten respectievelijk de minister van VROM bevoegd. In principe zijn burgemeester en wethouders het bevoegd gezag. Het kan echter voorkomen dat de gemeenteraad (of een ander bestuursorgaan, zoals bijvoorbeeld gedeputeerde staten) mede verantwoordelijk is voor het verlenen van de omgevingsvergunning. Om in deze gevallen het betrokken bestuursorgaan een rol te geven is in de Wabo de “verklaring van geen bedenkingen” (vvgb) opgenomen. Een “verklaring van geen bedenkingen” van het bewuste orgaan is noodzakelijk om de omgevingsvergunning te kunnen verlenen. In het geval dat een project afwijkt van het 2 000750701 Onderwerp Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 geldende bestemmingsplan is een “verklaring van geen bedenkingen” van de gemeenteraad vereist, om de “omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing” te kunnen verlenen. Dat is zo geregeld omdat het bestemmingsplan waarvan wordt afgeweken, door de gemeenteraad is vastgesteld. Verordening lijkbezorgingsrechten en de daarbij behorende tarieventabel In 2005 heeft voor het laatst een herrekening van de tarieven plaatsgevonden en is besloten het principe van 100% kostendekkendheid los te laten. Destijds is besloten om aan de hand van een stapsgewijze tariefsverhoging te komen tot een hogere kostendekking en een “maatschappelijk aanvaardbaar” tarief te hanteren. Hiervoor is toen een benchmark uitgevoerd en de toenmalige raad besloot met ingang van 2006 de tarieven te verhogen tot het niveau van het landelijk gemiddelde. In de jaren hierna is alleen inflatiecorrectie toegepast op de tarieven. De afgelopen twee jaren stelden inwoners vragen over de verschillen in hoogte van de tarieven in verhouding tot de werkzaamheden die hiervoor door de gemeente worden verricht. Met name de hoogte van het tarief voor het bijzetten van een urn in een urnenmuur en het verschil met het tarief voor het bijzetten van een urn in een bestaand eigen graf leidde tot vragen. Ook de hoogte van het tarief van een kindergraf in verhouding tot het tarief van een regulier enkelgraf riep vragen op. Dit is o.a. ook reden geweest een onderzoek te starten naar de werkelijk geleverde diensten in relatie tot de hoogte van de tarieven. Omdat besloten is het proces te splitsen (zie hiervoor onder inleiding) is het nu wel mogelijk aan de hand van inzicht in de totale kosten en de begrote werkzaamheden voor het begraven een betere verhouding tussen de tarieven en de daar tegenoverstaande dienstverlening aan te brengen. De tarieven zijn aangepast waarbij recht is gedaan aan de gebleken inzichten. Dit is gebeurd met de huidige kostendekkendheid en de begroting 2015, waaronder de verwachte aantallen begravingen en asbestemmingen, als randvoorwaarden. Zo zijn de tarieven voor het bijzetten van een urn in een urnenmuur en een kindergraf flink verlaagd. Verder zijn de tarieven voor het begraven in een islamitisch graf gelijkgesteld aan de tarieven voor het begraven in een regulier graf, omdat nu is gekeken naar de werkelijk geleverde diensten die voor het uitgeven van een islamitisch graf nodig zijn en niet naar de verhouding van het oppervlaktebeslag ten opzichte van een traditioneel graf. Het tarief voor het aanbrengen van een fundering door de gemeente voor een gedenkteken op een graf is komen te vervallen. De kosten hiervan zijn nu meegenomen in het begraaftarief van een nieuw graf. Voor u is een overzicht met de oude en nieuwe tarieven opgesteld. Afweging Het voorstel is om de huidige tarieven in de legesverordening te verhogen met de inflatiecorrectie van 1,25% en om de wijzigingen in de hoofdstukken, zoals hiervoor omschreven, door te voeren. Verder is het voorstel om, op basis van de uitgevoerde herschikking, de tarieven volgens tarieventabel bij de verordening lijkbezorgingsrechten vast te stellen. Inzet van Middelen In de begroting 2015 is rekening gehouden met de inflatiecorrectie van de tarieven. De verwachting is, dat de tariefswijzigingen door de wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening lijkbezorgingsrechten, geen invloed hebben op de in de begroting 2015 hiervoor opgenomen legesopbrengst van € 190.000,00. Procedure Vervolgstappen Uw besluit treedt pas in werking nadat dit is bekend gemaakt in het elektronisch gemeenteblad. De gemeente doet dit via een gemeenschappelijke voorziening voor officiële publicaties op de website www.officielebekendmakingen.nl. Uw besluit wordt verder ook nog bekend gemaakt op de informatiepagina Nu & Morgen in de Scherper. 3 000750701 Onderwerp Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. J. Hamming 4 000750701 Onderwerp Legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gezien het voorstel van het college van 4 november 2014; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; gelet op de Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen Heusden; gezien het memo van het college van 20 november 2014; gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering; gelet op de beraadslaging; besluit: - de verordening op de heffing en invordering van leges 2015 en de daarbij behorende tarieventabel vast te stellen; de verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015 en de daarbij behorende tarieventabel vast te stellen. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 5 Einde bijlage: RV raadsvoorstel legesverordening en verordening lijkbezorgingsrechten 2015 20141216 Terug naar het agendapunt RV Grondprijzen 2015 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20099# 000752653 00408868 Onderwerp Grondprijzen 2015 Raadsvoorstel Inleiding Conform de kadernota Grondbeleid stelt u een overzicht vast met de tarieven en voorwaarden voor de uitgifte van (bouwrijpe) grond. In het rekenkameronderzoek “Toekomstbestendigheid Grondexploitaties” is de aanbeveling gedaan om meer onderzoek te doen naar de marktconformiteit van de grondprijzen en het woningbouwprogramma. Met dit besluit stelt u de tarieven en voorwaarden voor 2015 vast, zowel van de verkoop als verhuur van (bouwrijpe) grond, gebaseerd op bovengenoemd marktonderzoek. Ook zijn de grondprijzen van toepassing op nieuwe erfpachtovereenkomsten. Dit geheel vormt in feite de uitvoeringsnota grondprijzen zoals deze in de kadernota Grondbeleid wordt bedoeld. Feitelijke informatie Wij zijn bevoegd om gedurende het jaar gronden uit te geven of te verhuren conform de in het te nemen besluit opgenomen prijzen, bandbreedten en voorwaarden. Als wij het wenselijk vinden om af te wijken van de in dit besluit genoemde prijzen, bandbreedten en voorwaarden, bent u beslissingsbevoegd. Onderzoek grondprijzen Er is op een aantal manieren onderzoek gedaan naar de marktconformiteit van de grondprijzen. Ten eerste wordt regelmatig extern opdracht gegeven voor onderzoek naar grondprijzen. In 2014 is over de grondprijzen voor een aantal grote bouwlocaties (woningbouw en bedrijventerrein) geadviseerd. In dit advies is ook een richting gegeven voor de periode na 2014. Dit is meegenomen in de afweging voor de vaststelling van de grondprijzen per 2015. Ook wordt in voorkomende gevallen voor een specifieke functie grondprijsadvies ingewonnen. Deze adviezen gaan in principe uit van de residuele waardemethode. Dit is een zuivere bepaling van de waarde, waarbij rekening wordt gehouden met de bouwkosten van het type vastgoed en de waarde van het vastgoed op de specifieke locatie. Daarnaast worden landelijke trends en economische berichten bijgehouden, aangezien zij een indicatie van de ontwikkeling van de grondprijzen zijn. Inflatiecijfers, bouwkostenontwikkeling, trends op de vastgoedmarkt, opnamedata zijn data die worden meegenomen in het advies over de grondprijzen. Omdat de grondprijzen uit het (externe) onderzoek objectief worden bepaald, weegt dit het zwaarst in de bepaling van de grondprijzen voor 2015. Ten tweede zijn gerealiseerde verkopen in het afgelopen jaar geanalyseerd. Er zijn in 2014 diverse woningbouwprojecten bij ontwikkelaars in de verkoop gegaan, waarbij de gemeente bouwrijpe grond heeft verkocht. De afgeleide grondquotes zijn daarmee een indicatie voor de grondprijzen vanaf 2015. Ook de verkoop van kavels voor particulier opdrachtgeverschap wordt meegenomen in de prijsstelling voor 2015. Een aantal bedrijfskavels is verkocht en er is een beeld van de vraag naar bepaalde typen bedrijfskavels. Deze informatie is mede van invloed op de beantwoording van de vraag of de gehanteerde bandbreedte in grondprijzen voldoende is om alle bedrijfskavels van een realistische grondprijs te voorzien. De gerealiseerde verkopen geven een realistisch beeld van wat de markt wil betalen voor de locaties. Er kunnen echter ook overwegingen zijn om gebruik te maken van de ruimte die de uitvoeringsnota grondprijzen biedt, bijvoorbeeld behoud van werkgelegenheid of het snel kunnen uitgeven van een grote kavel. Daarmee kan het zijn dat gerealiseerde verkopen niet een volledige afspiegeling zijn van de objectieve grondprijs. Om deze reden wegen de gerealiseerde verkopen minder mee in de bepaling van de grondprijzen dan de objectieve adviezen. Tot slot is gekeken naar de grondprijzen die in de regio worden gehanteerd voor de verschillende functies. Met name de buurgemeenten Waalwijk en „s-Hertogenbosch zijn in deze analyse zijn betrokken, waarbij ook is gekeken naar Rosmalen dat ten opzichte van de stad „s-Hertogenbosch een vergelijkbare ligging heeft als Vlijmen. Deze vergelijkende methode weegt het minst mee in de bepaling van de grondprijzen voor 2015. De 1 000752653 00408868 Onderwerp Grondprijzen 2015 waarde van vastgoed, en daarmee de grondprijs, is namelijk sterk afhankelijk van de locatie en een zuivere vergelijking tussen locaties is moeilijk te maken. Onderzoek woningbouwprogramma Naast de grondprijzen is voor een gebiedsontwikkeling van belang welk (woning)bouwprogramma wordt gehanteerd als meest waarschijnlijk scenario (grofweg de verhouding tussen goedkope, middeldure en dure woningen en kavels). Dit onderschrijft de rekenkamercommissie dan ook. Er is onderzoek gedaan naar een marktconform woningbouwprogramma. De uitkomsten van dit onderzoek zullen worden vertaald in de grondexploitaties die met de jaarrekening 2014 ter vaststelling worden aangeboden. Voor deze uitvoeringsnota grondprijzen is het kwalitatieve woningbouwprogramma dan ook minder van belang. Grondprijzen 2015 De vastgoedmarkt, en daarmee de markt voor bouwgrond, staat onder druk. Hierop is de afgelopen jaren al voorgesorteerd in de grondprijzen door het vaststellen van bandbreedtes voor de grondprijzen van een aantal vastgoedtypes. Wij zijn van mening dat veel van deze bandbreedtes ook voor 2015 toereikend zijn. Conform de bij de herziening van de grondexploitatie te hanteren uitgangspunten, waarvoor wij verwijzen naar het separate geagendeerde voorstel, stellen wij voor om de grondprijzen met 1% te verhogen. Dit percentage is bepaald op basis van een inschatting van de toekomstige bouwkostenontwikkeling en vastgoedprijzen, maar ook op basis van inflatieverwachtingen (zie de bijlage voor een onderbouwing). In de kadernota Grondbeleid is per bestemming de methode(n) van grondprijsvaststelling vastgelegd. Ten opzichte van de kadernota is voor 2014 al een categorie toegevoegd, de categorie “commerciële voorzieningen”. Met dit voorstel worden de grondprijzen en voorwaarden vastgesteld die moeten gaan gelden bij het doen van nieuwe grondaanbiedingen in 2015. Deze grondprijzen en voorwaarden zijn niet van toepassing op al aangegane grondverkopen of onderhandelingen die voor 2015 zijn gestart. Alle bedragen in dit voorstel zijn exclusief btw en betreffen bouwrijpe grond, tenzij anders vermeld. Onderstaand volgt per categorie de methodiek en de voorgestelde grondprijs. Woningbouw (projectmatig) vrije sector Methode Residuele grondwaarde in de vorm van een genormeerde grondquote over de vrij op naam (VON)-prijs. Uitwerking De prijzen voor projectmatige vrije sector woningen worden per bouwplan residueel bepaald. Bij de residuele grondwaardemethode is de waarde van de grond het verschil tussen de opbrengsten en kosten (exclusief grond) voor de ontwikkelende partij. Van de VON-prijs of gekapitaliseerde huur worden de btw, bouw- en bijkomende kosten afgehaald. Wat overblijft (het residu) is wat de ontwikkelaar kan betalen voor de grond, de prijs die de ontwikkelaar moet betalen voor bouwrijpe grond voor de bouw van zijn programma. Vooraf wordt met de ontwikkelaar een bouwprogramma en bijbehorende prijsklassen overeengekomen. Op grond hiervan wordt de grondprijs residueel uitonderhandeld en betaald bij levering van de bouwrijpe grond. Er moeten goede definities worden gemaakt van de diverse prijzen en begrippen (VON-prijs, bouwkosten, bijkomende kosten, etcetera), om te voorkomen dat enerzijds de gemeente grondopbrengsten misloopt en anderzijds de gewenste woonkwaliteit niet wordt gehaald. Een aanbieding is voor een afgesproken termijn geldig. In iedere aanbieding wordt gemeld, dat de definitieve grondprijs op het moment van de overdracht wordt bepaald en kan afwijken van de aanbieding. De definitieve grondprijs is nooit lager dan de grondprijs uit de aanbieding. Aangezien ieder bouwplan een ander bouwprogramma kent met andere VON-prijzen, kavel- en woninggrootten en kwaliteitsniveaus, kan op voorhand geen grondprijs worden vastgesteld die algemeen toepasbaar is. Om toch inzicht te krijgen in de grondprijzen die zullen gelden, en om grondexploitaties te kunnen opstellen, worden indicatieve grondprijzen bepaald. Deze grondprijzen zijn uitgedrukt als percentage van de VON-prijs exclusief btw; de grondquote. Deze quote beweegt zich binnen bepaalde marges bij woningen met een „standaard‟ maat en kwaliteitsniveau. Zonder in de initiatieffase zicht te hebben op de bouw- en bijkomende kosten kan dan ook met behulp van de grondquote een grondprijs worden berekend 2 000752653 00408868 Onderwerp Grondprijzen 2015 voor de grondexploitatieraming. Zodra overeenkomsten bindend zijn, wordt de raming vervangen door de werkelijk te realiseren grondprijzen. Zolang deze prijzen binnen de indicatieve marges liggen, of hoger zijn, zijn wij beslissingsbevoegd. De uitkomsten van de onderhandelingen liggen achteraf voor u vertrouwelijk ter inzage. Als de grondprijzen beneden de marges liggen, bent u beslissingsbevoegd. Woningbouw en particuliere kavels voor sociale huur en koop Methode Vaste grondprijs per kavel of gestapelde eenheid. Uitwerking Voor deze categorie geldt in principe een vaste grondprijs per wooneenheid. De hoogte van deze vaste grondprijs is afhankelijk van het type woning (eengezins of meergezins), de grootte van de woning en, in het geval van eengezinswoningen, de grootte van de kavel. In de nota Grondprijzen 2015 blijven de grondprijzen en voorwaarden voor de verschillende categorieën gehandhaafd zoals deze in 2014 zijn vastgesteld (zie hierna Tabel 1). Daarmee worden de grondprijzen met 1% geïndexeerd voor inflatie. type meergezins eengezins maximale gebruikoppervlak wooneenheid 90m² 90m² vaste grondprijs per wooneenheid maximale kaveloppervlak € 20.665 € 25.818 n.v.t. 150m² Tabel 1: grondprijzen sociale huur of koop De kavelgrootte of woninggrootte is in omvang gemaximeerd. Genoemde grondprijzen bij sociale huurwoningen gelden alleen bij uitgifte aan of voor een toegelaten instelling als bedoeld in het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH), voor woningen waarvan de maximale huursom per maand door het Rijk wordt vastgesteld (per 1 januari 2014 is dit maximaal € 699,48). De genoemde grondprijs bij een sociale eengezinskoopwoning geldt alleen als op de kavel een woning mogelijk is met een maximale gebruiksoppervlakte van 90 m². Het startjaar van een onderhandeling is uitgangspunt. Op het moment van een jaarovergang worden de grondprijzen geïndexeerd met het “CPI totaal bestedingen” (over de periode augustus 2013-augustus 2014 was dit bijvoorbeeld 1,0%). Dit gebeurt tot aan het moment van schriftelijke overeenstemming. Voor onderhandelingen die zijn gestart in 2014 zullen de grondprijzen niet geïndexeerd worden als in 2015 tot schriftelijke overeenstemming wordt gekomen. Vrije sector woningbouw op particuliere kavels Methode Vaste prijs per m² met mogelijkheid van differentiatie. Uitwerking Om tegemoet te komen aan prijsverschillen tussen de locaties (kernen) en om flexibel in te kunnen spelen op de marktvraag, is het voorstel om een basis m²-prijs te hanteren, waarop wij zowel naar boven als naar beneden beperkt kunnen afwijken. De basisprijs wordt ten opzichte van 2014 geïndexeerd met 1% en wordt daarmee € 348 per m² kavel (exclusief btw). Wij kunnen deze prijs maximaal 15% verhogen voor uitzonderlijke locaties en in kernen waar deze prijs in de markt toelaatbaar is. Wij kunnen de prijs met maximaal 15% verlagen voor percelen die gezien de grootte en/of de ligging in de omgeving en ten opzichte van voorzieningen hierom vragen, of voor collectief particulier opdrachtgeverschapsinitiatieven. Bij voorzieningen kan gedacht worden aan winkels, scholen, sport- en speelvoorzieningen, openbaar vervoer en groenvoorzieningen. 2 Als richtprijs voor de diverse locaties worden daarnaast m -prijzen door ons vastgesteld waar momenteel 2 kavels worden aangeboden. De richtprijs per m kavel exclusief btw voor het jaar 2015 wordt hier als volgt: Geerpark (Vlijmen), fase 1a: € 330 3 000752653 00408868 Onderwerp Grondprijzen 2015 De Grassen (Vlijmen), fase 1: Willy van den Berkstraat (Haarsteeg): Chrysantenstraat (Drunen): Laan van Samoa (Drunen): Frans Halslaan (Drunen): € 350 € 296 € 370 € 333 € 348 Deze richtprijs geeft aan dat de locaties onderling verschillen in kwaliteit, ligging, kavelgrootte en dergelijke. De richtprijs is de basis voor de kavelprijzen die via de Kavelwinkel worden aangeboden. Daarbij kan het voorkomen dat er kavels voor een hogere of lagere prijs dan de richtprijs worden aangeboden als de ligging 2 daartoe aanleiding geeft. Dit alles binnen de marge van 15% boven en onder € 348 per m . De toets wanneer de m²-prijs van een kavel kan of moet afwijken van de basisgrondprijs vindt plaats bij de concrete aanbieding van de kavels. Kavels waar verhoogde duurzaamheideisen gelden, zullen eenzelfde basisgrondprijs kennen als standaard kavels. Ten eerste omdat de gemeente zelf al via andere wegen investeert in duurzaamheid, bijvoorbeeld in de openbare ruimte van bouwplannen. Ten tweede is de verwachting dat hogere duurzaamheideisen geen negatieve invloed hebben op de grondprijs. Immers, de woonlasten voor bewoners van een duurzame woning zijn gelijk of zelfs lager dan die van een traditionele woning. Het startjaar van een onderhandeling is uitgangspunt. Op het moment van een jaarovergang worden de grondprijzen geïndexeerd met het “CPI totaal bestedingen”. Dit gebeurt tot aan het moment van schriftelijke overeenstemming. Voor onderhandelingen die zijn gestart in 2014 zullen de grondprijzen niet geïndexeerd worden als in 2015 tot schriftelijke overeenstemming wordt gekomen. Voorzieningen van algemeen belang (niet-commercieel) Hieronder vallen de volgende categorieën: - huisvesting van een functie met een publiek karakter (openbaar en semi-openbaar, zoals scholen, wijkcentra, etcetera); - huisvesting van instellingen zonder winstoogmerk; - huisvesting van gesubsidieerde instellingen; - huisvesting van instellingen met een sociaal-maatschappelijk karakter. Zorg valt hier niet onder omdat de marktwerking in de zorgsector inhoudt dat dit een commerciële activiteit is. De uitgifte van gronden mag daarvoor dus niet worden gesubsidieerd. Deze categorie valt onder de categorie commerciële voorzieningen voor zover het huisvesting van zorgaanbieders betreft en onder de categorie projectmatige vrije sector woningbouw wanneer het zorgwoningen betreft. Methode Vaste grondprijs per m² kavel. Uitwerking Een grondprijs van € 137 per m² kavel exclusief btw. De grondprijs van 2014 is hierbij met 1% geïndexeerd met de inflatie. Het startjaar van een onderhandeling is uitgangspunt. Op het moment van een jaarovergang worden de grondprijzen geïndexeerd met het “CPI totaal bestedingen”. Dit gebeurt tot aan het moment van schriftelijke overeenstemming. Voor onderhandelingen die zijn gestart in 2014 zullen de grondprijzen niet geïndexeerd worden als in 2015 tot schriftelijke overeenstemming wordt gekomen. Criteria voor afwijking: als meer dan 70% van de grond niet wordt bebouwd, kan er een lagere grondprijs worden gehanteerd. Dit is het geval bij bijvoorbeeld buitensportvoorzieningen of kinderboerderijen. Kantoren en bedrijven Methode Comparatief per m² grond of per m² b.v.o. (bruto vloeroppervlak). 4 000752653 00408868 Onderwerp Grondprijzen 2015 Uitwerking Afhankelijk van de ligging, bereikbaarheid (over de weg of met het openbaar vervoer), kavelgrootte en beschikbare faciliteiten zal de basisgrondprijs tussen € 140 en € 235 per m² exclusief btw liggen. De grondprijs van 2014 is hierbij met 1% geïndexeerd met de inflatie. Hieronder volgt een voorbeeld van hoe de grondprijs voor een individuele kavel wordt bepaald. Factor Zichtlocatie Efficiëntie kavelgrootte en –afmeting Bereikbaarheid (over de weg en met openbaar vervoer) Concept/thema, faciliteiten Grondprijs Goed Beoordeling Langs provinciale / ontsluitingsweg Enigszins afwijkend Uitstekend Goed Ja Beperkt Ver van snelweg of openbaar vervoer / door stedelijk gebied Nee Maximaal € 235 Gemiddeld Minimaal € 140 Langs snelweg Nee, binnengebied Restkavel Tabel 2. Factoren van invloed op grondprijs bedrijfskavel. Een kavel kan deels in een zichtlocatie liggen en deels in binnengebied. Dan wordt de kavelprijs afgestemd op de verhouding zichtlocatie-binnengebied. In de door u vastgestelde grondexploitaties wordt gerekend met de aldus bepaalde kavelprijzen. Bij bedrijven wordt de m²-prijs berekend over de kaveloppervlakte. Bij kantorenlocaties wordt rekening gehouden met de Floor-Space-Index (FSI). Dit is de verhouding tussen het b.v.o. en het terreinoppervlak. Bij een FSI gelijk aan 1,0 is het aantal m² b.v.o. gelijk aan het aantal m² van de totale kavel. Als het b.v.o. groter is dan de kavel (er zijn per definitie meer bouwlagen), dan is de FSI groter dan 1,0. Voor het bepalen van de grondprijs van een kavel geldt, dat als de FSI groter of gelijk is aan 1,0, gerekend wordt met een prijs per m² b.v.o. Als de FSI kleiner is dan 1,0 wordt er gerekend met een prijs per m² terreinoppervlak. Voor een bedrijfswoning wordt een toeslag van € 40.000 exclusief btw in rekening gebracht. Om adequaat en snel in te kunnen spelen op de actuele marktsituatie is het wenselijk om in individuele gevallen te kunnen afwijken van de genoemde basisprijzen. Situaties waarin dit wenselijk is, zijn bijvoorbeeld het aantrekken van zogenaamde „pioniers‟ (de eerste bedrijven op een locatie), bij de verkoop van restkavels, als bedrijven grote oppervlakten wensen af te nemen of bij het aantrekken van bedrijven uit een specifieke sector. Wij stellen u daarom voor, om ons in dergelijke individuele gevallen, toe te staan om ook een bandbreedte van 15% te hanteren op de door u vast te stellen kavelprijzen zoals opgenomen in de grondexploitatie. In het geval van zwaarwegende gemeentelijke belangen (verplaatsen van bedrijven uit stedelijke gebieden, bedrijven met een groot aantal werknemers, bedrijven die aanzienlijke geldstromen genereren voor de gemeente, zoals toeristenbelasting en werkgelegenheid) kan het wenselijk zijn om meer dan 15% af te wijken van de genoemde basisprijzen. In dergelijke gevallen bent u beslissingsbevoegd. Het startjaar van een onderhandeling is uitgangspunt. Op het moment van een jaarovergang worden de grondprijzen geïndexeerd met het “CPI totaal bestedingen”. Dit gebeurt tot aan het moment van schriftelijke overeenstemming. Voor onderhandelingen die zijn gestart in 2014 zullen de grondprijzen niet geïndexeerd worden als in 2015 tot schriftelijke overeenstemming wordt gekomen. Commerciële voorzieningen (niet zijnde kantoren of bedrijven) Methode Comparatief per m² grond of per m² v.v.o. (verhuurbaar vloeroppervlak). 5 000752653 00408868 Onderwerp Grondprijzen 2015 Uitwerking Deze categorie is niet opgenomen in de kadernota Grondbeleid, maar omvat alle commerciële functies die niet vallen onder één van de overige categorieën. Hieronder vallen onder andere winkelvoorzieningen, horeca, leisure, telecom, zorg, particulier onderwijs. Omdat deze categorie zeer divers is, kan geen grondprijs worden afgegeven voor de categorie als geheel. Per uit te geven kavel zal een marktconforme grondprijs worden bepaald. Huurprijs paardenweiden Bij de verhuur van paardenweiden is het uitgangspunt dat hier omwille van tijdelijkheid toe over wordt gegaan (conform de Kadernota grondbeleid). Daarnaast zijn er lopende overeenkomsten uit het verleden. Hierbij werd een huurprijs gehanteerd van € 250 per hectare. Deze huurprijs is niet marktconform. Vergelijkbare geliberaliseerde pachtgrond kost in de gemeente maximaal € 840 per hectare. Aangezien bij paardenweitjes geen sprake is van bedrijfsmatig gebruikte grond, is het voorstel om overeenkomstig de in uw besluit van 2013 vastgelegde koers, een lagere huursom per jaar in rekening te brengen, namelijk € 650 per hectare voor nieuwe overeenkomsten. Geïndexeerd met 1% leidt dit tot een prijs per 2015 van € 656,50 per hectare. Aangezien het hier om een stijging gaat van 250%, is in 2013 besloten om de verhoging gestaffeld te laten verlopen voor bestaande huurovereenkomsten. De huurprijs wordt jaarlijks met € 125 vermeerderd met index verhoogd. Dit leidt in vier jaar tijd tot de gewenste marktconforme benadering. Conform deze staffel is de huurprijs in 2015 € 501,25 per hectare. Verkoopprijs groenstroken Bij de uitgifte van groenstroken ter uitbreiding van een voor woningbouw bestemde kavel, worden twee tarieven gehanteerd. Voor groenstroken met directe bouwmogelijkheden geldt dezelfde vaste prijs per m², met de mogelijkheid van differentiatie, die ook voor bouwkavels van toepassing is. Voor percelen met een indirecte bouwmogelijkheid wordt € 60,60 per m² kavel gerekend. Hiermee is de prijs van 2014 met 1% geïndexeerd. Er wordt in de verkoopovereenkomst van percelen met indirecte bouwmogelijkheden een meerwaardeclausule opgenomen. Met deze clausule wordt de koper verplicht om bij te betalen wanneer er alsnog bouwmogelijkheden komen op het perceel. Bij de meerwaardeclausule wordt uitgegaan van de prijs voor bouwkavels in het jaar van aankoop van de groenstrook. De meerwaardeclausule werkt niet langer dan vijftien jaar door. Als de groenstrook wordt verkocht voor kantoren of bedrijven geldt de basisprijs voor bedrijven met mogelijkheid tot afwijking, conform dezelfde methodiek en bevoegdheden als bij de uitgifte van bouwkavels aan kantoren en bedrijven. Als er geen basisprijs voor het betreffende gebied is, dan zal een taxatie uitgevoerd worden om tot een verkoopprijs te komen. De taxatiekosten komen voor rekening van de aanvrager. Bij verkoop voor een nutsbedrijf geldt de gemiddelde grondprijs voor bouwkavels van bedrijven. Huurprijs groenstroken In de kadernota Grondbeleid staat dat er enkel tot verhuur van groenstroken wordt overgegaan als daarvoor een maatschappelijke rechtvaardiging bestaat. Het bijdragen aan het oplossen van parkeerproblemen kan zo een reden zijn om groenstroken te verhuren aan bedrijven. Op basis van taxatie is een marktconforme huur vastgesteld op € 3 per m² per jaar voor particulieren. Er zijn nog huurovereenkomsten uit het verleden waar een relatief lage huurprijs in rekening wordt gebracht. Voor nieuwe overeenkomsten inzake verhuur aan particulieren wordt de verhuurprijs vastgesteld op € 3,03 per m². Dit is de prijs van 2014, geïndexeerd met 1%. Voor bestaande overeenkomsten wordt de verhuurprijs met 50% per jaar verhoogd totdat er sprake is van een marktconforme verhuurprijs. Bij verhuur aan bedrijven bedraagt de huurprijs 4,5% van de grondprijs die geldt op het betreffende bedrijventerrein. Als er geen grondprijs is vastgesteld voor het bedrijventerrein, dan wordt de gemiddelde prijs voor bedrijventerreinen gehanteerd. Overige bestemmingen 6 000752653 00408868 Onderwerp Grondprijzen 2015 Uitgifte van gronden voor bestemmingen die niet onder een van de voorgaande categorieën vallen of die vanwege hun aard en omvang maatwerk vergen, zullen tegen marktconforme prijzen worden verkocht. De bepaling van een dergelijke prijs zal bijvoorbeeld door een taxateur kunnen gebeuren. In het overzicht op de volgende pagina is het voorgaande qua prijzen weergegeven. 7 000752653 00408868 Onderwerp Grondprijzen 2015 Grondprijzen exclusief btw woningbouw sociaal per woning of kavel meergezins eengezins 2014 2015 20.450 25.563 20.655 25.818 residueel residueel vrije kavels per m2 kavel, basisprijs minimum maximum Richtprijs voor: Geerpark, fase 1a De Grassen, fase 1 Willy van den Berkstraat Chrysantenstraat Laan van Samoa Frans Halslaan 345 293 396 348 296 400 voorzieningen van algemeen belang per m2 kavel 136 137 kantoren en bedrijven per m2 kavel of b.v.o. minimum maximum woning bij bedrijf (toeslag per woning) 139 233 140 235 40.000 huurprijs paardenweiden per ha per jaar bestaande contracten nieuwe contracten 375 650 501,25 656,50 verkoop groenstroken per m2 kavel met directe bouwmogelijkheid met indirecte bouwmogelijkheid 345 60 348 (+-15%) 60,60 projectmatig per kavel huurprijs groenstroken per m2 per jaar bestaande contracten met particulieren nieuwe contracten met particulieren contracten met bedrijven 330 350 296 370 333 348 50% verhoging 50% verhoging 3,00 3,03 4,5% van grondprijs 4,5% van grondprijs Tabel 3. Overzicht grondprijzen 2014 en 2015. 8 000752653 00408868 Onderwerp Grondprijzen 2015 Afweging De methoden van grondprijsbepaling zijn in de Kadernota Grondbeleid vastgelegd. De nu voorgestelde grondprijzen zijn volgens deze methoden bepaald. De grondprijzen zijn mede tot stand gekomen op basis van extern onderzoek, van daadwerkelijk gerealiseerde verkopen en na een benchmark bij diverse omliggende gemeenten. De prijzen hebben gevolg voor kopers en erfpachters van bouwkavels, projectontwikkelaars en corporaties die bouwrijpe grond afnemen van de gemeente, kopers c.q. huurders van paardenweiden en groenstroken, maar ook bedrijven en instellingen die zich willen vestigen en daarvoor grond van de gemeente kopen of in erfpacht krijgen. Inzet van Middelen De voorgestelde prijzen worden gehanteerd bij de herzieningen van de grondexploitaties van 2015 (verkoopprijzen bouwrijpe grond) en zullen worden verwerkt in de administratie van de gemeentelijke eigendommen (huurprijzen, verkoopprijs groenstroken en erfpachtcontracten). Risico's De vastgoedmarkt lijkt over het dieptepunt heen te zijn. Er is meer vertrouwen in de economie en dat vertaald zich onder andere in aantrekkende woningverkopen. De voorgestelde grondprijzen zijn gebaseerd op diverse onderzoeken, gerealiseerde verkopen en zijn vergeleken met die in de regio. Daarom zijn er ook geen bijzondere risico‟s. In de grondexploitaties 2015 wordt uitgegaan van de grondprijzen binnen de marges van deze uitvoeringsnota grondprijzen. Het is de bedoeling dat wij onze mogelijkheid om af te wijken slechts in uitzonderlijke gevallen hanteren. De kortingen worden dan ook niet expliciet in de grondexploitaties opgenomen. Bij de bepaling van de toereikendheid van ons weerstandsvermogen wordt wel met een scenario gerekend dat uitgaat van een maximale korting van 15% op alle prijzen. De effecten van een dergelijk scenario op ons weerstandsvermogen vindt u in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting 2015. Procedure Vervolgstappen Als u volgens dit voorstel besluit, zullen de grondprijzen op de gemeentelijke website worden aangepast. Verder geldt hetgeen hiervoor al in de paragraaf Inzet van Middelen staat vermeld. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. J. Hamming 9 000752653 00408868 Onderwerp Grondprijzen 2015 De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gezien het voorstel van het college van 28 oktober 2014; gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering; gelet op de beraadslaging; besluit: - het college de bevoegdheid te geven om voor de projectmatig te bouwen woningen per bouwplan een grondprijs uit te onderhandelen binnen de marktconforme marges voor residuele grondprijzen en deze achteraf ter inzage te leggen voor de raad; in te stemmen met de grondprijzen (exclusief btw, bouwrijpe grond) en voorwaarden per 1 januari 2015 zoals hierna verwoord: - sociale woningbouw: € 20.655 voor een meergezinswoning met een maximale woonoppervlakte van 90m², € 25.818 voor een eengezinswoning met een maximale kavelgrootte van 150m² en een maximaal woonoppervlak van 90m²; - kavels voor particulier opdrachtgeverschap: een basisprijs van € 348 per m² kavel. De mogelijkheid bestaat voor het college om een maximaal 15% hogere dan wel lagere grondprijs te hanteren als dit leidt tot een betere benadering van de actuele marktwaarde op die locatie; - kantoren en bedrijven: van € 140 tot € 235 per m², afhankelijk van ligging, bereikbaarheid, grootte en faciliteiten. De grondprijs wordt over de kavel of over het aantal m² b.v.o. gerekend, afhankelijk van welke getal hoger is. De mogelijkheid bestaat voor het college om een maximaal 15% hogere dan wel lagere grondprijs te hanteren per soort kavel als dit leidt tot een betere benadering van de actuele marktwaarde op die locatie. Voor een bedrijfswoning wordt een toeslag van € 40.000 berekend; - voorzieningen van algemeen belang: € 137 per m² kavel; - bij verkoop van groenstroken aan particulieren met een directe bouwmogelijkheid dezelfde grondprijs met afwijkingsmogelijkheid te hanteren als geldt bij de verkoop van kavels voor particulier opdrachtgeverschap; - bij verkoop van groenstroken aan particulieren zonder directe bouwmogelijkheid een grondprijs te hanteren van € 60,60 m² met een meerwaardeclausule; - bij verkoop van groenstroken aan bedrijven geldt dezelfde methodiek en bevoegdheden als bij de uitgifte van bouwkavels aan kantoren en bedrijven. Als er geen basisprijs voor het betreffende gebied is, dan zal een taxatie uitgevoerd worden om tot een verkoopprijs te komen. De taxatiekosten komen voor rekening van de aanvrager; - bij verkoop van groenstroken aan nutsbedrijven geldt de gemiddelde grondprijs van bouwkavels voor bedrijven; - geen vaste grondprijs te hanteren voor commerciële voorzieningen (bijvoorbeeld winkels en horeca), maar per uitgifte een markconforme grondprijs laten bepalen; - een marktconforme huurprijs voor de verhuur van paardenweiden van € 656,50 per hectare per jaar voor nieuwe overeenkomsten; - een verhoging van de huurprijs voor paardenweiden voor bestaande overeenkomsten met 50% per jaar tot de marktconforme huur is bereikt; - de marktconforme verhuurprijs voor groenstroken aan particulieren vast te stellen op € 3,03 per m² per jaar en de verhuurprijs van groenstroken voor al bestaande overeenkomsten te verhogen met 50% per jaar totdat er sprake is van een marktconforme verhuurprijs; - de verhuurprijs voor groenstroken aan bedrijven vast stellen op 4,5% van de grondprijs die geldt op het betreffende bedrijventerrein. Als er geen grondprijs is vastgesteld voor het bedrijventerrein, dan wordt de gemiddelde prijs van grond voor bedrijventerreinen gehanteerd; - bestaande afspraken over grondprijzen te respecteren en de grondprijzen voor projecten waarvan de onderhandelingen voor 1 januari 2015 zijn begonnen niet te indexeren met “CPI totaal bestedingen”; - de prijzen te hanteren in de grondexploitatieherzieningen per 1 januari 2015 en in nieuwe en bestaande huurovereenkomsten. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 10 Einde bijlage: RV Grondprijzen 2015 20141216 Terug naar het agendapunt RV uitgangspunten grondexploitaties 2015 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20100# 001287846 00408869 Onderwerp uitgangspunten grondexploitaties 2015 Raadsvoorstel Inleiding Bij het opstellen van de jaarrekening 2014 wordt voor de complexen waarvoor een grondexploitatie is opgesteld een herziening van de exploitatieberekening gemaakt. Deze herzieningen worden gemaakt om tijdig te kunnen bijsturen of mogelijke risico’s af te kunnen dekken. Feitelijke informatie De volgende uitgangspunten zijn opgesteld voor de herziening van de exploitatieopzetten van de diverse grondexploitaties per 1 januari 2015: - basis voor de berekening is de boekwaarde op 1 januari 2015; - prijspeil voor lasten en baten is 1 januari 2015; - de geraamde kostenbedragen en opbrengsten voor woningbouw en bedrijventerrein binnen de grondexploitaties van 2014 worden met 0% geïndexeerd naar prijspeil 1 januari 2015; - stijgingspercentage lasten: 2%; - stijgingspercentage baten: 1%; - het gehanteerde rentepercentage is over het algemeen 3%; voor de gezamenlijke grondexploitatie Geerpark geldt een rente van 4%; - fondsvorming: bij alle uitbreidingsplannen behalve Venne West III geldt het uitgangspunt dat per m² uitgeefbare grond een bijdrage wordt gedaan aan de bestemmingsreserve “Rood voor Groen” van € 5. Voorts geldt voor de gezamenlijke grondexploitatie van het Geerpark ook een storting in de reserve bovenwijkse voorzieningen van € 7 per m² uitgeefbare grond; - voor de plankosten wordt de methodiek volgens de Wro (de plankostenscan) gehanteerd. De uitkomst hiervan bevat de kosten voor planvorming en voorbereiding en toezicht (o.a. interne uren). De kosten voor het uitvoeren van bestemmingsplanonderzoeken moeten apart geraamd worden; - de post onvoorzien is 10% gerekend over sloopkosten, bouwrijpmaken en woonrijpmaken. Voor de fasering van de grondverkopen wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde woningbouwplanning, zoals opgenomen in de bijlage. Mochten zich na het vaststellen van de woningbouwplanning nog wijzigingen voordoen, die van invloed zijn op de fasering van de grondverkopen volgens de woningbouwplanning, dan zullen deze actuele gegevens worden meegenomen in de herzieningen van de exploitaties. Overigens zullen deze dan apart worden toegelicht in de herziene grondexploitaties. Voor de planning van de uitgifte van bedrijventerreinen wordt uitgegaan van de prognose zoals opgenomen in de bijlage. Afweging Bij de voorstellen voor de kosten- en batenstijging speelden een aantal afwegingen mee. Het beleid dat vorig jaar is ingezet wordt hiermee uitgevoerd: nadat in 2014 nog geen sprake was van kostenstijging vanwege krapte op de markt, wordt vanaf 2015 een stijgingspercentage van 2% aangehouden. Dit komt overeen met de signalen uit de economie: in Nederland wordt in 2015 een stijging van de inflatie verwacht (CPB, 2014). Ook wordt gekeken naar de inflatie in de afgelopen tien jaar. Deze was gemiddeld per jaar 1,8%. De prijsstijging van de baten is vanaf 2015 minder dan die van de kosten, maar er is wel sprake van een stijging. De woningverkopen zijn in 2014 aangetrokken en dit heeft een opwaartse druk op de verkoopprijzen gehad. De verwachting is dat deze trend zich doorzet in 2015. Deze prijsstijging en afzetstijging van de woningen zijn een indicatie dat ook de grondprijzen zullen stijgen. Voor bedrijventerreinen zijn de indicatoren over het algemeen ook positief. Dalende bruto 2 aanvangsrendementen en een stijgende opname van m bedrijventerrein zijn signalen dat ook deze 1 001287846 00408869 Onderwerp uitgangspunten grondexploitaties 2015 vastgoedmarkt weer aantrekt, alhoewel de huurprijzen nog onder druk staan. Om deze reden wordt verondersteld dat de grondprijzen iets kunnen stijgen. Het voorstel is om de te hanteren uitgangspunten vast te stellen. Inzet van Middelen De financiële gevolgen worden duidelijk bij de herzieningen van de grondexploitaties volgens de hier voorgestelde uitgangspunten en zullen in de jaarrekening 2014 worden verwerkt. Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel. Procedure Vervolgstappen De uitgangpunten worden gehanteerd bij de betreffende grondexploitaties. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. J. Hamming 2 001287846 00408869 Onderwerp uitgangspunten grondexploitaties 2015 De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gezien het voorstel van het college van 4 november 2014; gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering; gelet op de beraadslaging; besluit: de volgende uitgangspunten vast te stellen voor de herziening van de exploitatieopzetten van de diverse grondexploitaties per 1 januari 2015: - basis voor de berekening is de boekwaarde op 1 januari 2015; - prijspeil voor lasten en baten is 1 januari 2015; - de geraamde kostenbedragen en opbrengsten voor woningbouw en bedrijventerrein binnen de grondexploitaties van 2014 worden met 0% geïndexeerd naar prijspeil 1 januari 2015; - stijgingspercentage lasten: 2%; - stijgingspercentage baten: 1%; - het gehanteerde rentepercentage is over het algemeen 3%; voor de gezamenlijke grondexploitaties Geerpark en Metal Valley geldt een rente van 4%; - fondsvorming: bij alle uitbreidingsplannen behalve Venne West III geldt het uitgangspunt dat per m² uitgeefbare grond een bijdrage wordt gedaan aan de bestemmingsreserve “Rood voor Groen” van € 5. Voorts geldt voor het Geerpark ook een storting in de reserve bovenwijkse voorzieningen van € 7 per m² uitgeefbare grond; - voor de plankosten wordt de methodiek volgens de Wro (de plankostenscan) gehanteerd. De uitkomst hiervan bevat de kosten voor planvorming en voorbereiding en toezicht (o.a. interne uren). De kosten voor het uitvoeren van bestemmingsplanonderzoeken moeten apart geraamd worden; - de post onvoorzien is 10% gerekend over sloopkosten, bouwrijpmaken en woonrijpmaken; - voor de fasering van de woningbouwplanning wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde woningbouwplanning, zoals opgenomen in de bijlage. Bij de herzieningen worden de actuele afwijkende gegevens gehanteerd die zijn opgenomen in de berekeningen voor de exploitaties; - voor de planning van de uitgifte van bedrijventerreinen wordt uitgegaan van de prognose zoals opgenomen in de bijlage. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 3 Einde bijlage: RV uitgangspunten grondexploitaties 2015 20141216 Terug naar het agendapunt RV verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20101# 001267503 00401752 Onderwerp Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heusden 2014 Raadsvoorstel Inleiding Het Besluit Harmonisering en modernisering rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers (ingangsdatum 1 juli 2014) leidde tot wijzigingen in onder andere het Rechtspositiebesluit burgemeesters, Rechtspositiebesluit wethouders, Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de Regeling rechtspositie burgemeesters. Daarmee zijn centraal de voorwaarden voor toekenning van vergoedingen, tegemoetkomingen of rechtspositionele voorzieningen aan deze decentrale ambtsdragers verplichtend vastgesteld. De noodzaak ontstaat daardoor om een nieuwe lokale verordening vast te stellen, waarmee de huidige “Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007” komt te vervallen. Feitelijke informatie Rechtspositionele gevolgen en de nieuwe verordening Doordat een aantal tegemoetkomingen en aanspraken in de rechtspositiebesluiten vastligt, komen diverse artikelen uit de huidige verordening te vervallen. Een aantal aanspraken moeten we nog wel op lokaal niveau nader regelen. De VNG heeft de voorbeeldregeling “Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden” gewijzigd. Financiële gevolgen De harmonisering brengt extra faciliteiten, en daarmee ook kosten, met zich mee, zoals onder andere: - vaste onkostenvergoeding (voor burgemeester, wethouders en raadsleden); - tegemoetkoming ziektekostenverzekering commissieleden (voor raadsleden kennen we dit al); - computer- en internetvergoeding commissieleden (voor raadsleden kennen we dit al); - vergoeding contributie beroepsverenigingen; - kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde scholing. De rechten van commissieleden zijn verruimd en gelijk aan die van de raadsleden: tegemoetkoming ziektekostenverzekering (op grond van rechtspositiebesluit), scholing, reiskosten en pc- en internetvergoeding (aanspraken die in lokale verordening nader zijn uitgewerkt). Op dit moment zijn in onze gemeente 25 fractieondersteuners benoemd als commissielid. Voor een volledig overzicht van de rechtspositionele- en financiële gevolgen verwijzen wij u naar de bijlage Overzicht wijzigingen aanspraken als gevolg van Besluit Harmonisering. Tegemoetkoming ziektekostenverzekering commissieleden Er zijn sinds de wijziging van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden per 1 juli veel vragen geweest over de tegemoetkoming ziektekosten voor raads- en commissieleden. De VNG overlegt momenteel met het ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over deze tegemoetkoming voor commissieleden. Het advies van de VNG is om nog niet tot uitbetaling over te gaan en te wachten tot hierover meer duidelijkheid is. Afweging De komst van het nieuwe landelijke Besluit Harmonisering en modernisering rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers brengt de noodzaak van een nieuwe gemeentelijke verordening met zich mee. Het voorstel is om deze nieuwe verordening vast te stellen. Als uitgangspunt hiervoor is de modelverordening van de VNG gehanteerd. Hierna zetten wij voor u de belangrijkste wijzigingen uiteen. Algemene wijzigingen De aanspraken die nu in de rechtspositiebesluiten zijn verankerd en uit de modelverordening zijn geschrapt, verwijderen we uit onze verordening. Ook zijn de artikelen over deelname aan spaarloon- en levensloopregeling niet meer actueel en komen te vervallen. Artikelen over het behandelen van vergoedingen en verstrekkingen in het kader van de werkkostenregeling zijn toegevoegd aan de verordening. 1 001267503 00401752 Onderwerp Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heusden 2014 Overige wijzigingen voor wethouders Van de reiskosten woon-werkverkeer wordt geen gebruik gemaakt. Dit artikel wordt geschrapt. Omdat er sprake is van bruikleen, wordt de vergoeding voor pc- en internetfaciliteiten geschrapt. Overige wijzigingen voor raads- en commissieleden Commissieleden krijgen dezelfde aanspraken als raadsleden en dit wordt in de nieuwe verordening opgenomen. Ook geven we nadere invulling aan de niet-partijpolitiek georiënteerde scholing. De vergoedingen voor de aanschaf of gebruik van de eigen computer, randapparatuur en software (€ 28,15 per maand) en de aanleg- en abonnementskosten internet (€ 17,50 per maand) worden geactualiseerd: - conform het advies van de VNG hanteren we een tegemoetkoming van € 10,00 per maand voor situaties waarbij aantoonbaar meer kosten worden gemaakt voor een snellere internetverbinding in verband met het raads- of commissielidmaatschap. Volgens de VNG beschikt tegenwoordig vrijwel elk huishouden privé over een snelle internetverbinding; - de pc-vergoeding van € 28,15 is in 2009 gebaseerd op een aanschafprijs van € 1.500,00 en een periode van 4 jaar (48 maanden). Een gemiddelde laptopprijs ligt nu tussen de € 400,00 en € 600,00. Een kwalitatief goede tablet kost tussen de € 500,00 en € 660,00 (Apple I-pad AIR, waarop het systeem Ibabs goed werkt). Vanwege het digitaal vergaderen en benodigde geheugen/capaciteit stellen we u voor uit te gaan van € 700,00 met daarbovenop een bedrag van € 200,00 voor randapparatuur en software. Uitgaande van € 900,00 en een periode van 4 jaar (48 maanden), is de maandelijkse tegemoetkoming € 18,75 per maand. Bij een toekenning van reiskosten aan zowel wethouders als raads- en commissieleden geldt dat de hoogte van de vergoeding conform artikel 4 de Regeling rechtspositie wethouders is. Bij raads- en commissieleden gaat om kosten voor reizen buiten de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur. Inzet van Middelen Hoe hoog de kosten van de harmonisering zullen zijn, hangt af van individuele omstandigheden. Niet elk bestuursorgaan zal bijvoorbeeld worden geconfronteerd met zaken als een waarnemend burgemeester, te treffen veiligheidsmaatregelen of dienstongevallen. De financiële gevolgen als totaal zijn daarom lastig te kwantificeren. Voor een aantal vergoedingen is dit wel mogelijk. Aan de hand daarvan komen de meerkosten voor 2014 neer op € 19.804. Voor 2015 en verder zijn de meerkosten € 19.007 per jaar. Dit bedrag is inclusief de werkkostenregeling die vanaf 1 januari 2015 wordt ingevoerd en waarover u een apart voorstel van ons krijgt. De financiële gevolgen voor 2014 en de structurele gevolgen voor 2015 en verder worden meegenomen bij de tweede bestuursrapportage 2014. Procedure Uw besluit treedt pas in werking nadat dit is bekend gemaakt in het elektronisch gemeenteblad. De gemeente doet dit via een gemeenschappelijke voorziening voor officiële publicaties op de website www.officielebekendmakingen.nl. Het besluit wordt verder ook nog bekendgemaakt op de informatiepagina Nu & Morgen in De Scherper. De verordening wordt vastgesteld op 1 januari 2015 en treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 juli 2014, met uitzondering van artikel 3, 4, 5 en 6. Deze (gewijzigde) aanspraken treden in werking per 1 januari 2015 zodat raadsleden niet met terugwerkende kracht financieel nadeel ondervinden en aanvragen van commissieleden volgens de gebruikelijke voorafgaande procedure correct beoordeeld en verwerkt kunnen worden. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. J. Hamming 2 001267503 00401752 Onderwerp Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heusden 2014 De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gezien het voorstel van het college van 14 oktober 2014, gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering; gelet op de beraadslaging; besluit: de “Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Heusden 2014” vast te stellen. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 3 Einde bijlage: RV verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 20141216 Terug naar het agendapunt RV invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20102# 001186134 00399907 Onderwerp Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 Raadsvoorstel Inleiding Met de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 (Staatsblad 2009, 611) zijn met ingang van 1 januari 2011 vereenvoudigingen in de Wet op de loonbelasting 1964 doorgevoerd. Deze vereenvoudigingen worden aangeduid met de term „werkkostenregeling‟. Het is een fiscale regeling voor door werkgevers aan medewerkers te betalen vergoedingen en beschikbaar te stellen voorzieningen. De werkkostenregeling geldt voor alle werkgevers in Nederland. Tot 1 januari 2015 mochten werkgevers elk jaar kiezen voor de werkkostenregeling of voor de oude loonbelastingregels. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de werkkostenregeling verplicht voor alle werkgevers en moeten zij hiervoor een invoeringsbesluit nemen. De staatssecretaris van Financiën liet ook onderzoek doen bij werkgevers voor verbeteringen in de werkkostenregeling. Dit leidde tot maatregelen die in het Belastingplan 2015 staan dat op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer is aangeboden. Feitelijke informatie Inhoud werkkostenregeling De werkkostenregeling is ingevoerd met als doel de administratieve lastendruk van werkgevers te verlagen. Als hoofdregel in de werkkostenregeling geldt dat alle vergoedingen en verstrekkingen die in het kader van de dienstbetrekking aan een medewerker worden toegekend tot het loon van de medewerker worden gerekend. Dit betekent dat de medewerker er loonbelasting over moet betalen. De werkgever kan er ook voor kiezen bepaalde vergoedingen en verstrekkingen als „eindheffingsbestanddeel‟ aan te wijzen. Dan betaalt niet de medewerker de loonbelasting, maar de werkgever. Over deze eindheffingsbestanddelen betaalt de werkgever loonbelasting naar een vast tarief van 80%. Echter, niet over alle vergoedingen of verstrekkingen is loonbelasting verschuldigd. De werkkostenregeling bevat de volgende elementen die buiten de loonheffing vallen: - forfaitair gedeelte op loonsomniveau; - een aantal gerichte vrijstellingen; - loon in natura met een nihilwaardering; - intermediaire vergoedingen. Forfaitair gedeelte Het wordt mogelijk om per werkgever een bedrag, dat gelijk is aan een vast percentage van de fiscale loonsom van actieve medewerkers (exclusief postactieven) onbelast te vergoeden en te verstrekken. Dit forfait wordt per 1 januari 2015 vastgesteld op 1,2% van de fiscale loonsom over een kalenderjaar. Bij de invoering van de werkkostenregeling per 1 januari 2011 bedroeg dit percentage 1,4 en per 1 januari 2013 1,5 van de fiscale loonsom. Deze verlaging van het percentage is een gevolg van de door de staatssecretaris van Financiën getroffen maatregelen in de werkkostenregeling, aangezien deze voor de overheidsfinanciën budgetneutraal moet worden uitgevoerd. Het forfait geldt alleen voor de door de werkgever als eindheffingsbestanddeel aangewezen vergoedingen en verstrekkingen. Dit betekent dat de werkgever over de feitelijk verstrekte aangewezen vergoedingen en verstrekkingen per 1 januari 2015 tot aan een bedrag van 1,2% van de loonsom geen eindheffing van 80% hoeft te betalen. Als het totaal aan feitelijk verstrekte aangewezen vergoedingen en verstrekkingen boven het bedrag van 1,2% van de loonsom uitkomt, dan is de werkgever over dat meerdere 80% aan eindheffing verschuldigd. 1 001186134 00399907 Onderwerp Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 Het forfait op loonsomniveau brengt met zich mee dat werkgevers de aangewezen vergoedingen en verstrekkingen niet meer op het niveau van de individuele medewerker hoeven te toetsen. Er kan in de administratie worden volstaan met verantwoording op werkgeversniveau. Gerichte vrijstellingen Binnen de werkkostenregeling bestaat een aantal gerichte vrijstellingen. Deze kunnen alleen onbelast vergoed of verstrekt worden als de werkgever deze gerichte vrijstellingen heeft aangewezen als eindheffingsbestanddelen. Deze gerichte vrijstellingen nemen geen forfaitaire ruimte in. Dit betekent niet dat deze aangewezen gerichte vrijstellingen ongebreideld mogen worden vergoed of verstrekt. Voor sommige gerichte vrijstellingen hanteert de belastingdienst grenzen. Voorbeelden van gerichte vrijstellingen zijn: - reiskosten, zowel zakelijke reiskosten als reiskosten voor het woon-werkverkeer; - tijdelijke verblijfkosten; - EVC-procedures; - cursussen en dergelijke (waaronder outplacement); - zakelijke verhuiskosten; - studiekosten. Loon in natura met een nihilwaardering Binnen de werkkostenregeling geldt voor een aantal vormen van loon in natura een nihilwaardering. Feitelijk wordt er dus geen belasting geheven over deze elementen. De belastingdienst bepaalt welke elementen onder deze categorie vallen. Per 1 januari 2015 wordt ook het noodzakelijkheidscriterium in de werkkostenregeling ingevoerd. Dit is een maatregel van de staatssecretaris van Financiën om tegemoet te komen aan de wensen van werkgevers die bleken uit het door hem uitgevoerde onderzoek bij werkgevers in Nederland. Het noodzakelijkheidscriterium is een open norm die ervan uitgaat dat hetgeen een werkgever in het kader van zijn bedrijfsvoering aan voorzieningen noodzakelijk acht, aan de werknemer kan worden verstrekt zonder fiscaal rekening te hoeven houden met het privévoordeel van de werknemer. Het noodzakelijkheidscriterium wordt vooralsnog beperkt ingevoerd. Per 1 januari 2015 geldt het noodzakelijkheidscriterium alleen voor gereedschappen en voor computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. Dit betekent o.a. dat de „zakelijke gebruikseis‟ voor de Ipad niet langer zal gelden en dat een werkgever een medewerker een tablet kan verstrekken voor zijn werk, zonder dat hij daarbij rekening moet houden met het privévoordeel van de werknemer. Voorbeelden van andere nihilwaarderingen zijn: - voorzieningen op de werkplek zoals het gebruik van de vaste computer, het kopieerapparaat en de vaste telefoon; - arbovoorzieningen; - consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd. Intermediaire vergoedingen Intermediaire vergoedingen vallen buiten de werkkostenregeling en mogen altijd en ongemaximeerd onbelast worden vergoed. Intermediaire vergoedingen zijn vergoedingen voor bedragen die een medewerker (vaak in opdracht van de werkgever) voorschiet, maar die voor rekening van de werkgever behoren te komen. De werkkostenregeling en politieke ambtsdragers (burgemeester, wethouders, raadsleden en commissieleden) De werkkostenregeling geldt ook voor politieke ambtsdragers (burgemeesters, wethouders, raadsleden en commissieleden). Alleen een klein aantal raadsleden dat niet heeft gekozen voor de opting-in mogelijkheid en dus door de belastingdienst worden aangemerkt als „zelfstandige‟ valt niet onder de werkkostenregeling. Dat politieke ambtsdragers onder de werkkostenregeling vallen betekent enerzijds dat de forfaitaire ruimte 2 001186134 00399907 Onderwerp Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 groter wordt door een hogere fiscale loonsom. Anderzijds wordt een deel van het forfait gevuld met vergoedingen en verstrekkingen die gemeenten (verplicht moeten) toekennen aan politieke ambtsdragers. De vergoedingen en verstrekkingen aan raadsleden die niet voor opting-in hebben gekozen tellen daarbij niet mee. Burgemeesters, wethouders en raadsleden krijgen op grond van de geldende rechtspositiebesluiten een vaste onkostenvergoeding. Deze vaste onkostenvergoeding is een bruto onkostenvergoeding (met uitzondering van die voor het raadslid dat niet heeft gekozen voor de opting-in regeling). Over deze bruto onkostenvergoeding betaalt de burgemeester, de wethouder en het raadslid loonbelasting. Onder de werkkostenregeling worden de gebruteerde onkostenvergoedingen per 1 januari 2015 teruggebracht naar het netto niveau (debrutering). Voor de gebruteerde onkostenvergoedingen geldt nu een belastingtarief van 52%. Het debruteren van de onkostenvergoedingen levert voor de gemeente dus een voordeel op. Om de netto onkostenvergoeding voor politieke ambtsdragers onder de werkkostenregeling voor het merendeel van de ambtsdragers gelijk te houden aan de huidige situatie, is van rijkswege bepaald dat de debrutering gepaard gaat met de invoering van de verplichting voor gemeenten om de onkostenvergoedingen van politieke ambtsdragers aan te wijzen als eindheffingsbestanddeel. Deze onkostenvergoedingen moeten dus in de forfaitaire ruimte worden ondergebracht. De betreffende rechtspositiebesluiten zijn inmiddels door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties aangepast aan de werkkostenregeling (circulaire BiZa d.d. 8 maart 2011). Bij circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelatie d.d. 27 juni 2014 is het besluit tot Harmonisering en modernisering van de rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers aan gemeenten meegedeeld. Dit besluit trad in werking met ingang van 1 juli 2014. Voor de hoogte van de onkostenvergoedingen van de burgemeester, de wethouders en de raadsleden heeft dit besluit gevolgen. In een separaat raadsvoorstel is deze circulaire nader worden uitgewerkt voor de gemeente Heusden. Genoemd besluit heeft ook gevolgen voor de hoogte van de forfaitaire ruimte in de werkkostenregeling, wanneer die per 1 januari 2015 voor de gemeente Heusden wordt ingevoerd. In het rechtspositiebesluit voor raads- en commissieleden is namelijk de verplichting voor gemeenten opgenomen om aan raads- en commissieleden een tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering betaalbaar te stellen. Ten aanzien van commissieleden betekent dit een extra uitgave van € 5.000 per jaar (voor raadsleden was deze aanspraak al opgenomen in de lokale verordening). Daarnaast betekent dit dat deze vergoeding (voor raads- en commissieleden) ook als eindheffingsbestanddeel moet worden aangewezen. Dit betekent een vermindering van de forfaitaire ruimte in de werkkostenregeling van € 11.000. Lokale uitwerking invoering werkkostenregeling Het inzichtelijk maken van het eigen pakket aan vergoedingen en verstrekkingen De invoering van de werkkostenregeling vraagt een aanpassing van de werkwijzen van zowel de financiële administratie als van de salarisadministratie. In de afgelopen periode zijn dus zowel in het financiële pakket CODA als in de salarisadministratie Beaufort aanpassingen aangebracht zodat per 1 januari 2015 een gegevensuitwisseling en het opstellen van rapportages mogelijk is. Aanwijzing vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsbestanddeel In de voorbereiding van de invoering van de werkkostenregeling zijn de gemeentelijke vergoedingen en verstrekkingen bekeken en onderverdeeld in de categorieën forfaitaire ruimte, gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen. 3 001186134 00399907 Onderwerp Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 Bevoegdheid invoeringsbesluit Voor de invoering van de werkkostenregeling moet zowel door ons als door u een invoeringsbesluit worden genomen. Wij hebben dat besluit inmiddels op 21 oktober 2014 genomen. U bent bevoegd, met inachtneming van de landelijk vastgestelde rechtspositieregelingen, te beslissen over wijzigingen ten aanzien van de rechtspositieregeling voor wethouders, raads- en commissieleden en de medewerkers van de griffie. Wij hebben deze bevoegdheid voor de ambtelijke medewerkers. De VNG adviseert om ons ook te laten besluiten over de invoering van de werkkostenregeling voor de burgemeester, zodat in ieder geval ergens vastligt welke, niet bindend in het Rechtspositiebesluit burgemeesters opgenomen, voorzieningen ter beschikking zijn gesteld en onder welke voorwaarden. In ons besluit is hier gevolg aan gegeven. Afweging De werkkostenregeling wordt per 1 januari 2015 verplicht voor alle werkgevers. Op basis van de uitgevoerde analyse kunnen voor de invoering van de werkkostenregeling per 1 januari 2015 de op de bijgevoegde lijst bij het aanwijsbesluit vermelde vergoedingen en verstrekkingen worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel. Deze lijst kan jaarlijks worden gewijzigd wanneer de cijfers daar aanleiding toe geven. Aangezien de werkkostenregeling in feite een uitvoering betreft van de loonbelastingwetgeving en dus de bedrijfsvoering betreft, is het voorstel om eventuele toekomstige wijzigingen in de werkkostenregeling voor wat betreft de uitvoering te mandateren aan de gemeentesecretaris waar het gaat om de aanwijzing van vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsbestanddeel. In het derde kwartaal van 2015 zal op basis van een evaluatie worden bekeken of voor 2016 andere vergoedingen en verstrekkingen moeten worden aangewezen. In dit verband wordt ook gewezen op de nieuwe CAO voor het gemeentepersoneel 2013-2015 met daarin opgenomen het Individueel Keuzebudget dat volgend jaar op LOGA-niveau nader zal worden uitgewerkt. De effecten van de werkkostenregeling worden maandelijks door de financiële- en personele administratie gevolgd, zodat positieve en negatieve effecten van ontwikkelingen binnen de werkkostenregeling snel in beeld kunnen worden gebracht. Hierover wordt maandelijks gerapporteerd aan de directie. De staatssecretaris van Financiën heeft geregeld dat jaarlijks met de belastingdienst kan worden afgerekend. Hierdoor is het niet meer nodig om per aangiftetijdvak te toetsen of de forfaitaire ruimte wordt overschreden en of moet worden afgerekend. Inzet van Middelen De invoering van de werkkostenregeling en de doorwerking van het besluit Harmonisering en modernisering rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers (zie hiervoor het separate voorstel dat u heeft gekregen) resulteert in een berekende besparing van: - voordeel debrutering onkostenvergoeding politieke ambtsdragers (berekening excl. Harmonisatiebesluit) nadeel gevolgen aanpassing bedragen vergoedingen door Harmonisatiebesluit € 71.500 € 18.000 € 53.500 Op basis van een raming voor het jaar 2015 zal de forfaitaire ruimte worden overschreden met een bedrag van € 19.990 waarover 80% (€ 15.992) loonheffing moet worden betaald. Deze uitgaven zullen dan een verlaging van het voordeel tot gevolg hebben. Bovenstaande voor- en nadelen zullen worden meegenomen bij de eerste bestuursrapportage 2015. Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel. 4 001186134 00399907 Onderwerp Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 Procedure Vervolgstappen Ondernemingsraad De Ondernemingsraad is al in een eerder stadium op grond van het overlegrecht betrokken bij de voorbereidingen tot invoering van de werkkostenregeling en is geïnformeerd over ons besluit. De ondernemingsraad wordt ook geïnformeerd over uw besluit. Communicatie Over de invoering van de werkkostenregeling wordt intern en extern op de gebruikelijke manier gecommuniceerd via berichtgeving op intranet, de gemeentelijke website en de gemeentelijke informatiepagina in De Scherper. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. J. Hamming 5 001186134 00399907 Onderwerp Invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gezien het voorstel van het college van 21 oktober 2014; gelet op de beraadslaging; besluit: - de werkkostenregeling per 1 januari 2015 in te voeren; het bij dit voorstel behorende “Aanwijsbesluit werkkostenregeling” met de daarbij gevoegde lijst van aangewezen vergoedingen en voorzieningen vast te stellen voor zijn bevoegdheden; voor het belastingjaar 2016 en volgende jaren aan de gemeentesecretaris mandaat te verlenen het bij dit voorstel behorende “Aanwijsbesluit werkkostenregeling” te wijzigen. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 6 Einde bijlage: RV invoering werkkostenregeling per 1 januari 2015 20141216 Terug naar het agendapunt RV ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20103# 001271988 00404820 Onderwerp Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint Raadsvoorstel Inleiding In de afgelopen jaren is veel energie gestoken in het versterken van de regionale samenwerking Hart van Brabant. Enerzijds zijn de banden tussen de gemeenten stevig aangehaald. Anderzijds kreeg de samenwerking tussen onderwijs, ondernemers en overheid (de zogenaamde triple-helix samenwerking) een sterke impuls. Regionale samenwerking vormt steeds nadrukkelijker de noodzakelijke consequentie van het veranderende speelveld. Het doel van de bestuurlijke samenwerking in Hart van Brabant is vergroting van de regionale slagkracht en beter te kunnen inspelen op de aanstaande decentralisatie van overheidstaken. Door de regio zijn de volgende stukken toegezonden: jaarverslag 2013; ontwerpbegroting 2015. Feitelijke informatie Jaarverslag 2013 Op 3 juni 2014 nam u kennis van het Jaarverslag 2013 van de regio Hart van Brabant. Inmiddels is het jaarverslag door het Algemeen Bestuur (AB) vastgesteld. Het is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring en aangeboden aan de financieel toezichthouder op de regio, de provincie NoordBrabant. Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint Inhoudelijke inbreng colleges en raden Zoals al was aangegeven bij de aanbieding van het jaarverslag, ontvangt u de ontwerpbegroting dit jaar op een later moment dan gebruikelijk is. De gemeenschappelijke regeling gaat er namelijk vanuit dat begroting en jaarverslag op eenzelfde moment (meestal eind april/begin mei van een kalenderjaar) worden aangeboden. Deze verlate aanbieding komt gedeeltelijk door het streven van het AB om bij het opstellen van de begroting zoveel mogelijk inhoudelijke inbreng mee te nemen van portefeuillehouders en gemeenteraden. Door de gemeenteraadsverkiezingen en de hierop volgende collegevorming, is er dit jaar later gestart met het opstellen van de begroting. Samenhang met deelbegroting Jeugdhulp en aangepaste gemeenschappelijke regeling Een andere belangrijke reden waarom de voorliggende ontwerpbegroting later dan normaal wordt aangeboden, is de samenhang die er bestaat met de begroting Jeugdhulp. Zoals u weet, treedt per 1 januari a.s. de nieuwe Wet Jeugdhulp in werking. Het portefeuillehoudersoverleg Jeugd heeft zich hierop in de afgelopen tijd voorbereid. Voor het regionale deel van taken uit de Wet Jeugdhulp is er vanuit het portefeuillehoudersoverleg een voorstel voor een begroting gekomen. Bovendien heeft men een voorstel gedaan voor aanpassing van de gemeenschappelijke regeling regio Hart van Brabant. De aanpassing van de gemeenschappelijke regeling houdt in dat er een bestuurscommissie Jeugdhulp wordt ingesteld die in het vervolg het mandaat krijgt voor het opstellen van de begroting Jeugdhulp. Omdat de bestuurscommissie Jeugdhulp formeel nog niet was ingesteld, had het AB nog geen bevoegdheid om ook de begroting Jeugdhulp, als onderdeel van de regionale begroting, rechtstreeks aan u aan te bieden. De begroting Jeugdhulp is daarom via de diverse colleges richting de raden van de negen regiogemeenten geleid. De ontwerpen van de regiobegroting 2015 en de deelbegroting Jeugdhulp 2015 zijn/worden dus als twee afzonderlijke stukken aan u voorgelegd. Beide begrotingen worden overigens, na vaststelling, samengevoegd tot de regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint. Over de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling en de deelbegroting Jeugdhulp hebben wij u op 6 november jl. een voorstel voorgelegd. Nadat alle raden van de deelnemende gemeenten hun colleges toestemming hebben gegeven 1 001271988 00404820 Onderwerp Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint voor het aangaan van de gewijzigde gemeenschappelijke regeling regio Hart van Brabant, wordt de bestuurscommissie Jeugdhulp ingesteld. Vanaf volgend jaar wordt de deelbegroting Jeugdhulp in de regiobegroting opgenomen en wordt deze in zijn geheel door het AB aan u aangeboden. Totstandkoming Tijdens de Hart van Brabant radendag van 12 april jl., vond de eerste informatie-uitwisseling met de raden, na de gemeenteraadsverkiezingen, plaats. Ook zijn alle portefeuillehouders gevraagd om hun inbreng voor de begroting. Verder heeft er tijdens de Hart van Brabantdag van juli jl. een inventarisatie plaatsgevonden van prioriteiten voor het werkprogramma 2015. Met zowel het resultaat van de radendag als de Hart van Brabantdag is een eerste opzet van de ontwerpbegroting gemaakt, die is voorgelegd aan het AB. Voorzien van inhoudelijke suggesties, is vervolgens de ontwerpbegroting opgesteld die zowel in de verschillende portefeuilehoudersoverleggen, in de vergadering van het AB van de regio Hart van Brabant als in de vergadering van het AB van Midpoint Brabant is besproken. Het programma dat nu wordt aangeboden, wordt inhoudelijk van harte onderschreven door de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Deze partijen hebben hun inhoudelijke inbreng overigens via Midpoint Brabant geleverd. Uitvoeringsjaar 2015 Zoals in de inleiding al is aangegeven, lag de nadruk in de afgelopen jaren op het versterken van de regionale samenwerking met als resultaat dat de regio goed presteert, ook vergeleken met de resultaten van andere regio’s. In aansluiting daarop wordt 2015 weer een belangrijk jaar voor de regionale samenwerking. Zowel binnen het publieke domein als in triple-helix-verband zijn er stevige uitdagingen waarbij de regio concrete resultaten wil en moet boeken. Dit streven sluit aan bij de opdracht die voortvloeit uit het bestuurskrachtonderzoek ‘Veerkrachtig bestuur’. De regio moet nog meer de stap gaan maken van plannen naar projecten die concrete resultaten opleveren. De regio kan en wil in 2015 laten zien dat ze erin slaagt om: op een effectieve, efficiënte en waar mogelijk innovatieve manier samen te werken en vanuit haar publieke verantwoordelijkheid invulling te geven aan de decentralisatie van grote en complexe taken in het sociaal domein; vanuit de triple-helix-ambitie de regionale economische ontwikkelingsagenda te verankeren in provinciale, landelijke en Brusselse agenda’s en zodoende positie en middelen te verwerven in de nieuwe (subsidie)programma’s die worden opgestart. Kortom, de regio wil en moet in 2015 verder doorpakken op regionale samenwerking; zowel in energie (waar dat kan zo veel mogelijk met bestaande (ambtelijke) capaciteit) alsook in middelen. Strategische agenda 2016 - 2020 Komend jaar is het laatste uitvoeringsjaar van de lopende regionale strategische agenda. Volgend jaar wordt er gewerkt aan een nieuwe regionale strategische agenda voor de periode 2016 – 2020. Dit is voor u bij uitstek het moment om uw kaderstellende rol te nemen. Hiervoor treedt de regio met u in gesprek om zodoende gezamenlijk de contouren te schetsen voor de regionale ambities over de periode 2016 - 2020. U ontvangt hiervoor begin 2015 een procesvoorstel. Binnen de door de raden geschetste kaders gaan de portefeuillehouders vervolgens de regionale ambities concretiseren naar gewenste activiteiten en projecten. Resultaten regionale samenwerking Hart van Brabant en Noordoost Brabant Gemeenten worden door de rijksoverheid, met name vanuit de decentralisatieopgave, steeds meer aangemoedigd/gedwongen om in regionaal verband te gaan samenwerken. In het verlengde van ‘Veerkrachtig bestuur’ stimuleert ook de provincie gemeenten om hun bestuurlijke slagkracht te verhogen door de samenwerking met andere gemeenten op te zoeken. Verder verandert de maatschappij in rap tempo en zet de globalisering zich, mede door de alsmaar toenemende digitale mogelijkheden, verder door zodat samenwerking zich al lang niet meer beperkt tot samenwerking tussen overheden. Samen met ondernemers en onderwijsinstellingen ontwikkelen traditionele regionale samenwerkingsverbanden zich in 2 001271988 00404820 Onderwerp Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint triple-helix-verband (ook wel 3O-verband genoemd) tot netwerkorganisaties. Netwerkorganisaties, zoals Midpoint in Hart van Brabant en de AgrifoodCapital in Noordoost Brabant, die noodzakelijkerwijs ook over de bestuurlijke grenzen opereren maar uiteraard steeds wel met het doel de positie van de regio in al haar facetten te versterken. En als de positie van de regio wordt versterkt, versterkt dat automatisch de posities van de individuele gemeenten in de regio. Gegeven deze ontwikkelingen en vanuit de centrale ligging tussen Tilburg en ’s-Hertogenbosch, heeft Heusden er een aantal jaar geleden bewust voor gekozen om twee richtingen op te blijven kijken en zich zowel aan te sluiten bij de regio Noordoost Brabant als bij de regio Hart van Brabant. Maar een dergelijke, voor Brabant unieke keuze vergt vanzelfsprekend ook inspanning, zowel in tijd als in geld. Natuurlijk moeten we voortdurend alert blijven dat onze inspanning tot voldoende resultaten leidt en is de binding van Heusden met een bepaalde regio, om diverse redenen, per beleidsveld verschillend. Ook is het anders opereren in een regio die bestaat uit negen gemeenten (Hart van Brabant) dan in een regio met twintig gemeenten en twee waterschappen (Noordoost Brabant). Bij de behandeling van de herziene Gemeenschappelijke Regeling Hart van Brabant in de Informatievergadering Bestuur en Beheer van augustus 2013, is daarom toegezegd dat zowel de resultaten van samenwerking in de regio Hart van Brabant als in die van Noordoost Brabant, nader worden besproken. De geleverde inbreng in regionale samenwerking, zowel in capaciteit als in middelen, laat zich niet zondermeer rechtstreeks vertalen in ‘output en outcome’, waar het uiteindelijk om gaat. Het vergt enerzijds de nodige tijd om tot concrete resultaten te komen. Anderzijds worden er ook resultaten geboekt die geen onderdeel uitmaken van een regionale agenda maar die wel voortvloeien uit de contacten binnen de regionale netwerkomgeving. Factoren die mede bepalend zijn voor de resultaten zijn onder meer: - samenwerking gebeurt in een netwerkorganisatie; - de verschillende actoren (zowel bij overheid als bij ondernemers en onderwijsinstellingen) op het speelveld; - diversiteit aan belangen; - de doorlooptijd van trajecten; - gemeentelijke inbreng leidt doorgaans tot regionale resultaten die zich niet altijd even eenvoudig tot het gemeentelijke schaalniveau laten concretiseren. We moeten daarom oplettend blijven door de resultaten steeds te monitoren. Het gaat hierbij zowel om concrete aanwijsbare resultaten als om het zogenaamde multipliereffect dat voortvloeit uit de gemeentelijke bijdragen. Kortom, in welke mate resulteert de inzet van eigen middelen tot vermeerdering door de werving van externe fondsen vanuit Europa, rijk en provincie. Bij de aanbieding van de jaarstukken van de regio Hart van Brabant in juni jl. gaven wij een eerste inzicht in de concreet geboekte resultaten. Bij dit voorstel hebben wij een overzicht gevoegd met concreet behaalde resultaten, voor de respectievelijke regio’s Hart van Brabant en Noordoost Brabant, die met name voor de gemeente Heusden relevant zijn. Naar de toekomst toe Zoals al aangegeven, moeten we de resultaten steeds blijven monitoren. Maar om achteraf gemotiveerd te kunnen verantwoorden, ligt het voor de hand om zaken aan de voorkant, waar mogelijk, in de toekomst meer expliciet te benoemen. Ook kent regionale samenwerking in financieel opzicht haar grenzen. Zeker onder de huidige economische omstandigheden is een jaarlijkse verhoging van de inwonersbijdrage verre van een vanzelfsprekendheid en in financieel opzicht zelfs onacceptabel. Afweging U heeft de mogelijkheid om voor de vaststelling van de regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint door het AB, uw zienswijze kenbaar te maken. Wij stellen u voor om aan te geven dat u instemt met de ontwerpbegroting onder de voorwaarde dat de Heusdense bijdrage in totaal maximaal € 150.000 bedraagt (voor Hart van Brabant en Midpoint samen) en met de volgende kanttekeningen voor 2016 en volgende jaren: 3 001271988 00404820 Onderwerp - Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint de begroting moet meer focus krijgen door duidelijke prioritering hetgeen monitoring achteraf beter mogelijk maakt; de resultaten moeten meer SMART worden geformuleerd; het multipliereffect moet duidelijker inzichtelijk worden gemaakt; de inwonersbijdrage mag in de komende jaren niet worden verhoogd. Inzet van Middelen De Heusdense bijdrage aan de regio Hart van Brabant bedraagt voor 2015 in totaliteit € 150.000 op basis van de ontwerpbegroting. In de inmiddels vastgestelde gemeentebegroting 2015 staan de middelen om aan deze verplichting te voldoen. Risico's De vaststelling van de regiobegroting gebeurt uiteindelijk door het AB. Mede afhankelijk van eventueel ingekomen zienswijzen, kan het AB de begroting gewijzigd vaststellen. Hoewel er draagvlak lijkt te zijn voor de bijzondere positie die Heusden in deze inneemt, bestaat de mogelijkheid dat er discussie ontstaat over de hoogte van de Heusdense bijdrage. Procedure Vervolgstappen Als zelfstandige stichting volgt Midpoint Brabant over haar deel van de begroting een eigen besluitvormingsproces. Voor de inhoudelijke onderbouwing van de hoogte van de overheidsbijdrage is de begroting van Midpoint Brabant in die van de regio Hart van Brabant opgenomen. Rekening houdend met eventuele inkomende zienswijzen, stelt het AB van de regio de ontwerpbegroting in december a.s. al dan niet gewijzigd vast. Bovendien neemt het op dat moment een formeel besluit over de hoogte van de bijdrage van de overheid aan de stichting Midpoint Brabant. Na vaststelling, zendt het AB de regiobegroting 2015 naar de provincie Noord-Brabant. De vastgestelde begroting wordt ook aan u toegezonden, waarna u op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen nog de mogelijkheid heeft bij het college van Gedeputeerde Staten uw zienswijzen naar voren te brengen. De provincie is overigens geïnformeerd over het feit dat de regiobegroting dit jaar later wordt toegezonden. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. J. Hamming 4 001271988 00404820 Onderwerp Ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gezien het voorstel van het college van 4 november 2014, gelet op de beraadslaging; besluit: als zienswijze kenbaar te maken dat u instemt met het ontwerp van de regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint, onder de voorwaarde van een bijdrage die in totaal maximaal € 150.000 bedraagt (voor Hart van Brabant en Midpoint samen), en met de volgende kanttekeningen voor 2016 en volgende jaren: - de begroting moet meer focus krijgen door duidelijke prioritering hetgeen monitoring achteraf beter mogelijk maakt; - de resultaten moeten meer SMART worden geformuleerd; - het multipliereffect moet duidelijker inzichtelijk worden gemaakt; - de inwonerbijdrage mag in de komende jaren niet worden verhoogd. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 5 Einde bijlage: RV ontwerp regiobegroting 2015 Hart van Brabant-Midpoint 20141216 Terug naar het agendapunt RV Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20104# 001290015 00408879 Onderwerp Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub Drunen Raadsvoorstel Inleiding Op 29 oktober 2013 nam de toenmalige raad een besluit over een aantal investeringen in sportaccommodaties. Onderdeel van dat besluit was de realisatie van een accommodatie voor Turn- en Dansvereniging SHJ Drunen en Judoclub Drunen in het gebied Dillenburg. Hierna stellen wij u voor om een krediet beschikbaar te stellen zodat in de eerste helft van 2015 kan worden gestart met de bouw van de sportaccommodatie. Feitelijke informatie Op 29 oktober 2013 besloot de raad een eenmalige bijdrage van maximaal € 850.000,00 beschikbaar te willen stellen zodat de initiatiefnemers in eigen beheer een sportaccommodatie kunnen realiseren die ten 1 minste uit een turnaccommodatie, bewegen op muziek (BOM)-ruimte en een Dojo bestaat. Voordeel hiervan is ondermeer dat de gemeente in de nieuwe sporthal Dillenburg geen BOM-ruimte en Dojo hoeft te realiseren. Vervolgens is een intentieovereenkomst afgesloten met de initiatiefnemers waarin de ’spelregels’ zijn vastgelegd. Na het afsluiten van de intentieovereenkomst gingen de initiatiefnemers aan de slag. Zo maakten ze een ontwerp van de accommodatie en werkten aan het in beeld brengen van de kosten en structurele lasten. Aangezien de nieuwe accommodatie meerdere gebruikers gaat huisvesten, is een stichting opgericht die de realisatie en het beheer/instandhouding van de sportaccommodatie op zich gaat nemen. In deze stichting nemen zowel mensen vanuit SHJ als Judoclub Drunen zitting. Voordeel van het oprichten van een stichting is dat de financiële middelen, die nodig zijn voor de instandhouding van de accommodatie, los komen te staan van de verenigingen. De verenigingen betalen een kostendekkende huur aan de stichting zodat de benodigde onderhoudsmiddelen beschikbaar zijn. Bijkomend voordeel is dat de stichting de btw kan terugkrijgen over de uitgaven voor de realisatie en instandhouding van het gebouw. De accommodatie wordt geprivatiseerd. De businesscase is daarmee de verantwoordelijkheid van de stichting. De gemeente is echter de grootste financier van de accommodatie en heeft er daarom belang bij dat de businesscase sluitend is. De volgende stap die nu gezet zal worden, is het aanvragen van de omgevingsvergunning en het rond 2 krijgen van de financiering . De opgerichte stichting heeft een eerste investeringsraming en exploitatieberekening opgesteld. Gedurende de komende maanden zal de businesscase in samenwerking met de gemeente, de betrokken verenigingen en andere financiers verder worden uitgewerkt. Afweging De stichting / verenigingen willen graag de eerste helft van 2015 starten met de bouw van de nieuwe sportaccommodatie. Om hiervoor tijdig financiële middelen te kunnen aantrekken, is uw besluit tot het beschikbaar stellen van het krediet noodzakelijk. In de komende periode zullen wij in onderhandeling met de stichting en verenigingen de benodigde documenten opstellen (o.a. erfpachtovereenkomst, beschikking financiële bijdrage). Punt van aandacht hierbij is het inbouwen van zekerheden voor gemeente en verenigingen. Wij verstrekken de financiële bijdrage pas zodra er voldoende zekerheid is. 1 Oefenzaal Japanse zelfverdedigingsport De stichting zal naast de eenmalige gemeentelijke bijdrage een lening van circa € 350.000,00 aantrekken om de nieuwbouw te kunnen financieren. 2 1 001290015 00408879 Onderwerp Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub Drunen Inzet van Middelen De gemeentelijke bijdrage aan de accommodatie is € 850.000,00 en wordt naar verwachting in 2015 verstrekt. De bijdrage komt in dat jaar ten laste van de algemene reserve. De begroting houdt rekening met deze onttrekking. Door privatisering van de BOM-ruimte en de Dojo hoeft de gemeente deze onderdelen in de nieuw te stichten gemeentelijke sporthal niet op te nemen. Dit geeft met ingang van 2016 een structureel voordeel 3 van circa € 70.000,00 op het budget voor de gemeentelijke sporthal. Op 29 oktober 2013 besloot u dit 3 voordeel voor een bedrag van circa € 20.000,00 toe te voegen aan de structurele stelpost investeringen sportaccommodaties. Het resterende voordeel is circa € 50.000,00 en komt ten gunste van het structurele begrotingssaldo. Risico's Het beschikbaar stellen van het krediet brengt geen risico’s met zich mee. Zoals hiervoor is aangegeven, verstrekken wij de financiële bijdrage pas zodra er voldoende zekerheid is. Procedure Vervolgstappen Parallel aan besluitvorming zullen gemeente, stichting en verenigingen samen optrekken in het verder uitwerken van de plannen. De stichting zal de omgevingsvergunning aanvragen, financiering aantrekken en de aanbesteding van het werk opstarten. Op basis van de uitkomsten van deze zaken kan het exploitatieoverzicht verder worden verfijnd en ontstaat voor de verenigingen zekerheid over de bedragen die zij kwijt zijn aan het gebruik van de accommodaties. Hiervoor zullen langdurige huurovereenkomsten worden afgesloten. Wij controleren deze zaken, zorgen voor de erfpachtovereenkomst en verstrekken de eenmalige bijdrage zodra er voldoende zekerheid bestaat. Wij houden u op de hoogte van de verdere afwikkeling. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. J. Hamming 3 De genoemde bedragen wijken af van de bedragen die zijn genoemd in het raadsvoorstel investeringen (okt. 2013); de reden hiervan is dat de rekenrente voor kapitaallasten met 1% is verlaagd. 2 001290015 00408879 Onderwerp Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub Drunen De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gezien het voorstel van het college van 4 november 2014; gelet op de beraadslaging; besluit: - een krediet van € 850.000,00 beschikbaar te stellen voor een nieuwe sportaccommodatie van SHJ en judoclub Drunen en dit bedrag in 2015 te onttrekken uit de algemene reserve; het beschikbare structurele budget voor de gemeentelijke sporthal Dillenburg af te ramen met € 70.000,00; het structurele voordeel van € 70.000,00 voor een bedrag van € 20.000,00 toe te voegen aan de structurele stelpost investeringen sportaccommodaties en het restantbedrag van € 50.000,00 ten gunste te laten komen van het structurele begrotingssaldo. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 3 Einde bijlage: RV Krediet sportaccommodatie SHJ en Judoclub 20141216 Terug naar het agendapunt RV Ontwikkelplan SPORT volop in beweging 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20105# 001287632 00408251 Onderwerp Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging Raadsvoorstel Inleiding Op 17 december 2013 stelde de toenmalige raad de evaluatie van de kadernota ‘Sport en bewegen gemeente Heusden 2008’ vast. Daarin is geconcludeerd dat de in 2008 gestelde kaders niet meer volledig zijn en dat er behoefte is aan nieuwe kaders op het gebied van sport en bewegen. In het bij dit voorstel behorende ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ en bijbehorend actieplan worden de spelregels voor sport voor de komende vier jaar uiteen gezet. Feitelijke informatie In het nieuwe ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ spelen twee vragen een rol. De eerste vraag is hoe sport optimaal kan worden ingezet om de gezondheid en het sociaal-maatschappelijk functioneren te optimaliseren en de tweede vraag betreft de sportaccommodaties: welke spelregels worden er gezamenlijk met de sport- en beweegaanbieders afgesproken? De keuze voor een beweegbaar (flexibel) ontwikkelplan dat niet in beton is gegoten in plaats van een strak omlijnde kadernota hangt samen met de huidige ontwikkelingen in het maatschappelijke veld: de transitie en decentralisaties. Momenteel wordt druk gewerkt aan de uitwerking hiervan zodat duidelijk wordt welke maatschappelijke doelstellingen de gemeente nastreeft. Om sport optimaal in te kunnen zetten voor de realisatie van maatschappelijke doelstellingen, is het niet wenselijk om vooraf kaders vast te stellen. Het ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ vervangt de kadernota ‘Sport en bewegen gemeente Heusden 2008’. Dit ontwikkelplan is de basis voor de komende vier jaar en kan op thema’s aangevuld worden, er volgt dus geen overkoepelend beleidsplan sport. Vertegenwoordigers uit de sport- en beweegwereld hebben op 22 oktober 2014 de ‘ontwikkelnota sport en bewegen’ aangeboden. Deze nota is op 30 oktober 2014 e besproken tijdens het 4 sportcafé. De ontwikkelnota en de reacties uit het sportcafé vormden, naast de aanbevelingen uit de evaluatie van de kadernota ‘Sport en bewegen gemeente Heusden 2008’, de basis voor het ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ en het daarbij behorende actieplan. Afweging Het ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ sluit aan bij de gemeentelijke visie op de transitie en decentralisaties: de gemeente streeft naar een op welzijn gerichte samenleving waarin inwoners zichzelf en anderen helpen, waarin mensen sociaal en economisch zelfredzaam zijn, een participatiesamenleving. Daarbij gaan we in eerste instantie uit van de eigen kracht van de inwoners en hun sociale netwerk. Sport kan hierbij een verbindende factor zijn. Inzet van Middelen Er zijn geen directe financiële consequenties verbonden aan het ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’. De keuze voor ‘sport als middel’ biedt kansen. Door sport veel meer in te zetten als middel binnen bijvoorbeeld preventief jeugdbeleid, Wmo, gezondheidszorg of de Participatiewet kunnen ook nieuwe financieringsbronnen worden aangeboord. Op 23 september 2014 is besloten een taakstellende bezuiniging voor de sport op te leggen. Deze bezuiniging moet worden gezocht in een kostenreductie van € 54.000 in 2015, € 72.000 in 2016 en € 90.000 in 2017. Momenteel wordt gewerkt aan een integraal voorstel waarin de mogelijkheden voor kostenreductie in beeld worden gebracht. Hier zal naar verwachting begin 2015 een besluit over worden genomen. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. J. Hamming 1 001287632 00408251 Onderwerp Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gezien het voorstel van het college van 11 november 2014; gelet op de beraadslaging; besluit: - het ‘Ontwikkelplan SPORT; volop in beweging’ en het daarbij behorende actieplan vast te stellen; kennis nemen van de door het veld aangeboden ‘Ontwikkelnota sport en bewegen’. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 2 Einde bijlage: RV Ontwikkelplan SPORT volop in beweging 20141216 Terug naar het agendapunt RV evaluatie Hart voor Oudheusden 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20106# 000875925 00384340 Onderwerp Evaluatie Hart! voor Oudheusden Raadsvoorstel Inleiding De wijkvisie Fase 1, nu bekend als het Castellum, maakte al melding van een aanpak van de leefbaarheid in Oudheusden. Die is vastgelegd in de kadernotitie Hart! Voor Oudheusden en vervolgens benoemd tot ‘majeur project ‘. De belangrijkste thema’s uit Hart! voor Oudheusden zijn vervolgens in de gebiedsvisie Oudheusden ruimtelijk vertaald en met de sociale index verder inzichtelijk gemaakt en uitgewerkt in het Sociaal Plan Oudheusden. Op zijn beurt is dit sociaal plan weer verfijnd naar een uitvoeringsprogramma dat jaarlijks door ons is vastgesteld en met u is gecommuniceerd. Het uitvoeringsprogramma kent een looptijd tot en met 2014. Feitelijke informatie Gelet op de naderende einddatum hebben wij ons de vraag gesteld of het programma Hart! voor Oudheusden als majeur project kan stoppen. Aan de hand van bijgaande evaluatie concluderen wij dat dit inderdaad het geval is. De (resterende) uitvoerende werkzaamheden worden opgenomen in de wijk- en buurtgerichte aanpak en binnen de kaders van de begroting. De extra aandacht voor Oudheusden stopt niet als het programma niet meer wordt aangemerkt als majeur project. Er is nog steeds een inhaalslag te maken in vergelijking met de andere kernen in de gemeente. Zie hiervoor onder meer de Wijkatlas 2013, pag. 116 e.v. Bovendien moet een aantal zaken uit het uitvoeringsprogramma nog worden gerealiseerd (zie evaluatie p. 15 /16). Afweging Hart! voor Oudheusden kan op grond van de behaalde resultaten eindigen als majeur project. Het blijft van belang om de gerichte aandacht voor Oudheusden ook in de toekomst voort te zetten. De kern ligt nog te ver achter op de gemiddelde waardering ten opzichte van de rest van de gemeente. Het is belangrijk om de in het uitvoeringsprogramma vastgestelde werkzaamheden af te ronden. Het voorstel is de evaluatie Hart! voor Oudheusden vast te stellen en Hart! voor Oudheusden als majeur project te beëindigen. Inzet van middelen Tot en met 2014 zijn vanuit de stelpost Kasteellaan/Hart voor Oudheusden middelen beschikbaar voor de uitvoering van lopende projecten voor de verbeterslag. Concreet gaat het hierbij om de Hartslag en om de aanpak van de Christinastraat, Oranjelaan, Tullensstraat en het Hamelpark. Vanaf 2015 is er geen stelpost meer beschikbaar. De nog op te pakken aandachtspunten in Oudheusden zullen daarom binnen de kaders van de reguliere begroting worden uitgevoerd. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, de burgemeester, mr. J.T.A.J. van der Ven drs. J. Hamming 1 000875925 00384340 Onderwerp Evaluatie Hart! voor Oudheusden De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gezien het voorstel van het college van 30 september 2014; gezien het memo naar aanleiding van de informatievergadering; gelet op de beraadslaging; besluit: - de evaluatie Hart! voor Oudheusden vast te stellen; Hart! voor Oudheusden als majeur project te beëindigen. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 2 Einde bijlage: RV evaluatie Hart voor Oudheusden 20141216 Terug naar het agendapunt RV benoeming plv leden AB Baanbrekers 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20107# 001290681Z Onderwerp Zaaknummer 00409070 benoeming plaatsvervangend leden AB Baanbrekers Raadsvoorstel Volgens de gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers wijst iedere raad van de deelnemende gemeenten uit zijn midden twee leden en twee plaatsvervangende leden aan voor het Algemeen Bestuur van Baanbrekers. In de raadsvergadering van 22 mei 2014 heeft de raad twee raadsleden benoemd als lid van het algemeen bestuur van Baanbrekers. Dit raadsvoorstel betreft de benoeming van twee raadsleden als plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur van Baanbrekers. Het presidium van Heusden, De griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 1 001290681Z Onderwerp Zaaknummer 00409070 benoeming plaatsvervangend leden AB Baanbrekers De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gelet op artikel 8 Gemeenschappelijke Regeling Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers; gezien het voorstel van het presidium van 28 oktober 2014; gelet op de beraadslaging; besluit: de raadsleden A. Buijs en M. de Wild te benoemen als plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur van Baanbrekers. de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 2 Einde bijlage: RV benoeming plv leden AB Baanbrekers 20141216 Terug naar het agendapunt RV Wijziging leden informatievergaderingen 20141216 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:20108# REFNUMBERZ Onderwerp Zaaknummer 00412080 Wijziging leden informatievergaderingen Raadsvoorstel De raad benoemt de leden van de informatievergaderingen. De fractie D.M.P. Heusden draagt voor benoeming als fractieondersteuner mevrouw A.W.E. Verhoofstad. Zij is aangewezen als algemeen reserve. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het presidium, de griffier, de burgemeester, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 1 REFNUMBERZ Onderwerp Zaaknummer 00412080 Wijziging leden informatievergaderingen De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 16 december 2014; gelet op artikel 82 van de Gemeentewet; gelet op de beraadslaging; besluit: mevrouw A.W.E. Verhoofstad te benoemen als algemeen reserve fractieondersteuner de griffier, de voorzitter, mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. J. Hamming 2 Einde bijlage: RV Wijziging leden informatievergaderingen 20141216 Terug naar het agendapunt
© Copyright 2025 ExpyDoc