beleidsplan 2013-2016

PLAN EN ACTIVITEITEN 2013-2016
aanvraag Fonds Podiumkunsten
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
INHOUDSOPGAVE
A. ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN
1. typering
2. artistieke visie en signatuur
3. plaats in het veld en bijdrage aan pluriformiteit
4a. ondernemerschap: publiek en marketing
4b. ondernemerschap: financiering en bedrijfsvoering
4c. ondernemerschap: cultural governance
5. spreiding
6. innovatie
pag 2
pag 2
pag 4
pag 5
pag 6
pag 6
pag 7
pag 7
B I. ACTIVITEITEN PER PODIUMCIRCUIT KLEIN PERIODE 2013-2014
1. circuit klein, productie, planning en verkoop
pag 8
B II. ACTIVITEITEN PER PODIUMCIRCUIT MIDDEN PERIODE 2013-2014
1. circuit midden, speelplan en verkoop
2. circuit midden, producties en planning
3. circuit midden, marketing
pag 8
pag 9
pag 11
B III. ACTIVITEIT PER PODIUMCIRCUIT GROOT PERIODE 2013-2014
1. circuit groot, inleiding
2. circuit groot, productie
3. circuit groot, planning
4. circuit groot, marketing en verkoop
pag 12
pag 12
pag 13
pag 14
C. TOELICHTING OP BEGROTING, DEKKINGSPLAN EN KENGETALLEN
pag 14
A. ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN
1. typering
Danstheater AYA maakt heftige danstheatervoorstellingen voor jongeren over actuele, schurende thema’s die
aansluiten bij hun belevingswereld, zoals culturele identiteit, seksualiteit, groepsdruk of populariteit. AYA’s
voorstellingen zijn krachtig en direct en kenmerken zich door een dynamische mix van dansvormen, speelstijlen
en muziek. Als enige gezelschap in Nederland plaatst AYA consequent moderne dans in combinatie met tekst
en persoonlijke verhalen van dansers naast populaire uitingen uit de urban culture om jongeren werkelijk aan
te spreken in hun eigen taal. Voorstellingen van AYA maken reacties los, ontroeren, confronteren en verkennen
grenzen, precies zoals jongeren hun grenzen verkennen. Zo willen wij een jong publiek uitnodigen verder te
kijken dan hun horizon reikt.
AYA speelt danstheatervoorstellingen in theaters, op scholen van vmbo tot havo-vwo en op locaties. We spelen
regionaal, landelijk en internationaal. Onze doelgroep bestaat uit jongeren van twaalf tot achttien jaar, die vaak
voor het eerst met dans in aanraking komen. Om hun beleving van voorstellingen te optimaliseren is educatie
een belangrijke kernactiviteit. Met meer dan 1.500 voorstellingen en 400 educatieactiviteiten bereikte AYA het
afgelopen decennium ruim 250.000 jongeren. Het jonge publiek weet AYA te vinden en AYA weet publiek aan
zich te binden.
2. artistieke visie en signatuur
AYA is in 1990 opgericht door artistiek leider en choreograaf Wies Bloemen, aanvankelijk als dansgezelschap
voor volwassenen. Sinds AYA landelijk en internationaal succes verwierf met de jongerenvoorstelling Bronsttijd
(1996), over seksualiteit en verliefdheid, besloten we ons specifiek op jongeren te gaan richten. Verwondering,
nieuwsgierigheid en maatschappelijk engagement liggen altijd aan de basis van ons werk. In plaats van naar
een esthetische schoonheidsbeleving zoekt AYA steeds naar wat zich achter de façade bevindt. AYA wil de
mens in al zijn eerlijkheid en kwetsbaarheid laten zien, in zijn puurste essentie, rauw en ongepolijst, voorbij de
schoonheid en de ijdelheid. Dans is bij AYA niet uitsluitend een doel maar ook een middel en een taal die
jongeren van vandaag aanspreekt. De wens om met jongeren te communiceren over onderwerpen die hen
aangaan staat op de eerste plaats. Dat doen we met energieke, directe en eerlijke voorstellingen over
2
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
onderwerpen die uit hun leven gegrepen zijn. AYA biedt jongeren de kans om dans een belangrijke rol te laten
spelen in hun leven.
AYA heeft de afgelopen vijftien jaar school gemaakt door moderne dans, tekst en persoonlijke verhalen van
dansers te combineren met elementen uit de jongerencultuur. Urban dansstijlen als break- en streetdance,
modetrends van vandaag (tribal tattoos, modieuze hoofddoeken) of de nieuwste ontwikkelingen in de
jongerenmuziek (rap, human beatbox, house) worden ingezet als hoogkwalitatieve theatrale middelen bij het
vertellen van verhalen. Dat maakt het danstheater van AYA werkelijk een theater van deze tijd: waarom
zouden we ons op het toneel beperken tot traditionele theatrale vormen als de actualiteit daarnaast zoveel
nieuwe expressievormen heeft voortgebracht? AYA neemt urban culture serieus en meent dat hedendaagse
kunst zonder deze nieuwe expressievormen niet kan bestaan.
Bij iedere voorstelling zoekt AYA professionele dansers die affiniteit hebben met het onderwerp en het best
passen in de synopsis. De voorstelling wordt gebouwd op de persoonlijkheid van de danser. Zij vormen het
gezicht van de voorstelling. Werken bij AYA vraagt een hoge technische bekwaamheid, beheersing van
verschillende dansstijlen, acrobatisch vloer- en partnerwerk en een eigen ontwikkelde persoonlijke stijl.
Dansers dragen tijdens repetities hun eigen materiaal aan, kunnen met tekst omgaan en zijn niet bang om
voorbij de schoonheid ‘lelijk’ te zijn. Bovendien willen ze graag voor jongeren dansen. De artistieke cast
kenmerkt zich verder door een brede vertegenwoordiging aan culturen en weerspiegelt daarmee de jeugd op
stedelijke scholen; ze heeft wortels in Armenië, Turkije, Marokko, Algerije, Suriname, de Antillen, Zwitserland,
Duitsland en Nederland.
De voorstellingen van AYA spiegelen een wereld in beweging. Vaak liggen actuele politieke en maatschappelijke
ontwikkelingen eraan ten grondslag. Dubbelbloed (2005) kwam tot stand vanuit boosheid over het Nederlandse
vreemdelingenbeleid. IDeals (2010 en 2012), over het hebben van idealen, vloeide voort uit een cultuur waarin
alles alleen nog om hebben-hebben-hebben lijkt te gaan. In Venus (2011) becommentarieerden zeven
krachtige vrouwen het beeld dat in populaire glossy’s wordt geschapen van de vrouw als leeghoofdig
sekssymbool, door daar de vrouw als symbool van kracht, intuïtie en zorg tegenover te stellen. Door tijdens het
werkproces constant in dialoog te gaan met de dansers doorgrondt AYA de vragen en dilemma’s die jongeren
van nu bezighouden. Zo stelde de voorstelling Bronstsluier (2007) genot en schaamte in onze multiculturele
samenleving centraal door moslimdansers te vragen: hoe zit dat met dansen en moslim zijn, mag je dansen met
een hoofddoek, hoe ga je als kind van moslimouders om met verliefdheid en seksualiteit? In Ziel (2009)
deelden dansers in kwetsbare solo’s hun persoonlijke drijfveren om te gaan dansen voor publiek. Dat was in
geen geval omdat ze zo graag hun been in hun nek legden of door hun familie werden aangemoedigd iets te
doen met hun lenigheid; het was een vlucht uit Iran met achterlating van een groot deel van de familie
waartegen de dans troost bood, een middel om te overleven in de straten van Istanbul, een manier om zich te
bevrijden van het juk dat de maatschappij op homo’s legt. Door persoonlijke ervaringen van dansers rond een
actueel thema op te tekenen, te bundelen en te verwerken in een script over een actuele thematiek, worden ze
onderdeel van een verhaal met een universele waarde waarin vele jonge toeschouwers zich kunnen
herkennen. De eerlijke verkenning van dit soort onderwerpen leidt tot voorstellingen die de kijker meevoeren
tot ver voorbij vooroordelen en clichés.
“Aya laat iets waardevols achter in het leven van jongeren.” Leonie Groen, Noord-Hollands Dagblad (2010).
Onze ambities voor 2013-2016 richten zich op de verdere ontwikkeling van deze typische AYA-school. Onze
dansdramaturgie, waarbij we het persoonlijke in een groter verhaal plaatsen, zal verder worden verdiept. We
verlevendigen onze voorstellingen door dans te combineren met de disciplines film, muziek en toneel. Opnieuw
leggen we menselijke relaties onder de loep in een serie aansprekende voorstellingen. Hoe kwetsbaar voelen
jongens zich en hoe stoer gedragen ze zich jegens elkaar in het proces van man worden? Hoe smaakt een
eerste kus en wat doe je met je eerste verliefdheid? Hoe gaan een vader en zijn puberdochter met elkaar om?
Door met jongeren in gesprek te blijven volgen we nauwgezet de nieuwste trends. We bestendigen ons bereik
door jongeren actief te laten deelnemen aan dans in diverse producties en in participatieprogramma’s voor
ambassadescholen in de regio en landelijk in de grote zaal. Draagvlak en bereik worden verder vergroot door
samenwerking aan te gaan met nieuwe partners op artistiek en maatschappelijk vlak. Onze internationale
activiteiten breiden we uit door naast het spelen van voorstellingen in het buitenland Europese coproducenten
te benaderen. Om de AYA-school te innoveren geven we talenten de kans zich te ontwikkelen en voorstellingen
3
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
te maken binnen het programma van AYA. Uitwerking van deze ambities zijn terug te vinden in volgende
paragrafen en in deel B, activiteiten per circuit.
Met de toelating tot de Basisinfrastructuur per 2009 heeft AYA een inhoudelijke kwaliteitsslag kunnen maken.
We hebben educatie een continue plaats in de organisatie kunnen geven en bespeelden met twee producties
de grote zaal. We konden onze wens vervullen om meer dansers op het podium te zetten, om jongeren
volwaardiger dansproducties te laten beleven. AYA heeft complexe producties kunnen maken. Bij
StringsVerstrengeld (2010) en Hart (2011) konden we muziek arrangeren en laten opnemen door een speciaal
samengestelde band. Ook konden we de begeleiding organiseren die de organisatie van solo’s in de
kleedkamers bij Ziel vereiste. Door de artistieke aard van onze producties, de combinatie van moderne dans en
urban stijlen, onze ervaringen in de grote zaal en de eisen die we stellen aan de dansers om met hart en ziel
een zaal van driehonderd jongeren voor zich te winnen – óók de soms moeilijk te verleiden jongeren in de
(verplichte) schoolvoorstellingen – is AYA goed toegerust voor het bespelen van het middencircuit.
“Geen moment van verveling. Goede, gedurfde en zeer degelijke opbouw van de avond voorkomt herrie in
de zaal. Uit veertig jaar onderwijservaring weet ik hoe dertig pubers je het vuur aan de schenen kunnen
leggen. Laat staan driehonderd....” Arjen Stoffers, oud docent beeldend/ckv (2011)
In 2013-2014 blijft AYA zich grotendeels richten op het middencircuit. Theaterbureau Frontaal, dat de
voorstellingen van AYA verkoopt, constateert dat scholen steeds meer leerlingen willen toelaten tot een
voorstelling. Dat betekent dat we in theaters en gymzalen tussen de twee- en driehonderd jongeren gaan
bedienen. Voor het middencircuit gaat AYA in 2013-2014 drie nieuwe producties maken en één reprise en
spelen we totaal 150 voorstellingen die subsidiabel zijn. In het kleine circuit staat één reprise in 2013 gepland
met twintig subsidiabele voorstellingen. In het kleine circuit spelen we tevens niet subsidiabele voorstellingen.
Door participerende jongeren en AYA-dansers samen te laten optreden in de grotezaalproductie IDeals gaven
we jongeren een onvergetelijke danservaring en konden we artistiek groeien. Met een goede zaalbezetting en
op sommige plekken uitverkochte zalen maakten we onze ambities in de grote zaal waar. Deze lijn zetten we
door. In 2014 staat een grotezaalproductie op het programma met dertig subsidiabele voorstellingen.
3. plaats in het veld en bijdrage aan pluriformiteit
AYA is binnen de dans één van de weinige gezelschappen die zich focust op jongeren. Binnen de sector
jeugddans heeft de groep in vijftien jaar tijd de expertise en de reputatie opgebouwd om jongeren van begin
tot eind te boeien en te binden met dans die inhoud heeft. Voorstellingen van AYA zijn contrastrijke montages
van verschillende dansvormen en muziekstijlen. AYA kiest enerzijds voor nummers en artiesten die populair zijn
onder jongeren, voor aansluiting bij populaire televisie- en entertainmentshows, voor onderhoudende stukken
dans. Maar AYA gaat een flinke stap verder door die populaire middelen te voorzien van meer diepgang. Is de
aandacht van het publiek eenmaal gevangen, dan kan de voorstelling zomaar switchen naar kwetsbare scènes
met gevoeliger muziek en aangrijpende verhalen. Energie en rumoer worden altijd afgewisseld met verstilling;
humor en entertainment met emotie; concrete, expliciete scènes met abstracter scènes. De heftigheid van
onze voorstellingen schuilt in deze contrastrijke dynamiek, die het jonge publiek alert houdt en blijft verrassen.
“We spraken vandaag de docent die gisteren met een groep leerlingen naar Hart is geweest. De jongeren
waren heel enthousiast en soms ook ontroerd. Sommigen moesten zelfs huilen. Kortom: ze hebben een
geweldige tijd gehad gisteravond!” Kirsten Bootsma, Toneelschuur Haarlem (2011)
Een grote uitdaging ligt in het samenbrengen van moderne dans en urban dans. Academisch gevormde en
moderne dansers staan bij AYA op het toneel naast dansers die zich streetwise stijlen hebben eigengemaakt,
zoals breakdance, popping, locking en house. Dat zijn werelden die van oorsprong ver uit elkaar liggen. De
uitdaging van de urban danser ligt in de ultieme uitvoering van een six step, een salto of een freeze. Het is een
solistische stijl. Partnerwerk – liften of gelift worden, samen dansen – is er niet bij, het gaat erom elkaar
individueel uit te dagen in korte, snelle battles – en als beste uit de bus te komen. Moderne dans daarentegen
is gericht op samenspel en ontrolt zich in een constante flow, met veel langere spanningsbogen. Om beide
typen dansers samen naar grotere hoogten te tillen worden ze bij ons veelvuldig getraind en gecoacht, zodat ze
creatief en flexibel kunnen samenwerken in solo’s, duetten en groepsstukken.
4
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
Kenmerkend voor AYA is de persoonlijkheid van de danser en de combinatie van dans en tekst. Er wordt aan de
dansers gevraagd eigen dansmateriaal aan te dragen, waarmee ze eerder medemakers zijn dan dat ze bezig zijn
met het instuderen van passen. De teksten in de voorstellingen komen meestal tijdens het werk op de vloer tot
stand. Het zijn de persoonlijke verhalen van de dansers, door choreograaf en dramaturg zodanig opgeschreven
en bewerkt dat jongeren zich er gemakkelijk mee kunnen identificeren. Andere keren wordt een theaterauteur
aangetrokken die een tekst schrijft bij de voorstelling. Ook de muziek wordt tijdens het repetitieproces
gemonteerd en gecomponeerd, in uiteenlopende muziekstijlen. De muziek is bij AYA net zo eclectisch als de
dans.
“Vette symboliek en pure poëzie in mooie dans voor jongeren.” Mirjam van der Linden over
StringsVerstrengeld, de Volkskrant (2010)
Op producerend vlak zal AYA in 2013-2016 intensief samenwerken met Bekijk ’t, Solid Ground Movement,
Don’t Hit Mama en De Toneelmakerij. Bekijk ’t is een instelling die jongeren enthousiasmeert voor kunst en
cultuur door hen aan te spreken op hun eigen creativiteit, met film, multimedia, theater en dans. De
organisatie heeft een groot netwerk binnen het vmbo. Solid Ground is de eerste hiphopschool in Amsterdam
onder artistieke leiding van Alida Dors en Bryan Druiventak. Don’t Hit Mama maakt voorstellingen met
toptalenten uit de hiphop-scene en organiseert clubevents. De Toneelmakerij is het Amsterdamse
stadsgezelschap voor jeugdtheater. Ook gaat AYA een intensieve samenwerking aan met Dansmakers
Amsterdam (DMA) in Amsterdam Noord. In de beschrijving van activiteiten per podiumcircuit gaan we nader in
op deze plannen. De samenwerking met DMA wordt toegelicht in de paragraaf innovatie. De samenwerking
met De Toneelmakerij staat gepland in 2015-2016. Groot en Klein van Botho Strauss wordt bewerkt in een
toneel- en dansvoorstelling voor dertienplussers.
4a. ondernemerschap: publiek en marketing
AYA stelt zichzelf nadrukkelijk de opdracht te werken voor een jong publiek. Daarvoor is een goede, hechte
band en direct contact met de doelgroep onontbeerlijk. Herhaaldelijk polst AYA wat jongeren vinden van
voorstellingen en van de aangeboden participatie- en educatieprojecten. De waardering wordt nauwgezet
bijgehouden middels evaluatieformulieren en leerlingen sturen ons reacties of ckv-verslagen toe. Dikwijls gaat
AYA ook met docenten in gesprek over wat goed verliep of wat juist minder. Elke montageperiode wordt
afgesloten met een openbare repetitie waarbij het publiek na afloop om zijn beleving wordt gevraagd.
Deze manieren om publiek te binden vertalen zich in jaargemiddelden van 24.500 bezoekers. Gezien de
recente ontwikkelingen van bezuinigingen, het wegvallen van SKV-steunpunten en de financiële recessie is het
niet reëel van deze cijfers te blijven uitgaan. Ter illustratie, in 2011 bereikte AYA 16.500 bezoekers en de
verwachting is dat de bezoekerscijfers ook in 2012 onder druk staan. Ondanks deze druk op de markt blijft AYA
werken aan haar ambities om in 2013 rond de 20.000 bezoekers te halen en 25.000 in 2016. Dat doen we door
meer bezoekers in het middencircuit toe te laten tot onze voorstellingen – in het verleden hielden we maxima
aan – en door een kleine productie op het programma te houden die flexibel is in te zetten op scholen en
locaties voor een betaalbare prijs, waarmee we onze omzet op peil houden en onze ‘maatschappelijke
investering’ verhogen. Ook zetten we in op educatie, participatie en een aangescherpt marketingbeleid om het
bereik te bestendigen.
Bij elke productie ontwikkelt AYA een educatieprogramma toegespitst op het voortgezet onderwijs. Veel
jongeren die AYA bezoeken zijn niet gewend naar theater te gaan; educatie begint al met het uitleggen van de
basisregels voor een theaterbezoek. Daarnaast is de introductie van de voorstelling van primair belang voor de
culturele ontwikkeling van jongeren en voor de beleving van de voorstelling. Het basisprogramma omvat een
lesbrief met dvd-materiaal van repetities, dansfrasen uit de voorstelling en interviews met dansers en
choreograaf. Als extra product biedt AYA dansworkshops aan op scholen of in theaters, waar leerlingen aan de
slag gaan met dansstijlen, muziek en thema’s uit de voorstelling. Door voorstellingen te ondersteunen met
educatie draagt AYA bij aan het streven om het vak dans blijvend onderdeel te laten zijn van het ckv-onderwijs.
In 2013-2016 gaan we op veler verzoek ook workshops geven aan docenten.
Binnen het aangescherpte marketingbeleid richten we ons op draagvlakverbreding en werven van nieuw
publiek. We richten een Best Friends club op, we trekken ambassadescholen aan en we gebruiken sociale
media niet alleen als informatie, maar vooral als communicatie. Behalve het voortgezet onderwijs zal AYA
nieuwe maatschappelijke partners aantrekken, gericht op draagvlakverbreding. Gezocht wordt naar
organisaties met een match én een grote klantenkring. Dans is een vorm van topsport, AYA gaat verbanden
5
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
leggen met sportkoepels en instellingen als het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen. Dans is goed voor
je gezondheid, AYA zal het contact met de Nederlandse Hartstichting weer aanhalen. In 2008 werkten we al
samen met Jump, de jongerentak van de Hartstichting. Het werven van de partner(s) zal gericht zijn op het
aangaan van een lange verbintenis en sponsoring op projectbasis.
Een waardevol initiatief is ook het festival JongDanst!, in 2009 opgericht door Wies Bloemen in samenwerking
met Theater De Vest in Alkmaar en Frontaal Theaterbureau. Het festival, inmiddels geadopteerd door Frontaal,
heeft als doel dans voor kinderen en jongeren een permanente plaats te geven in de programmering van
theaters in heel Nederland, landelijk nieuw publiek te werven en de band met bestaand publiek te verstevigen.
Speelde het festival zich in de eerste editie nog af in drie theaters, in 2012 doen de zeven deelnemende
jeugddansgezelschappen veertien theaters in veertien verschillende steden aan met voorstellingen en een
workshopprogramma. Om tegemoet te komen aan de bezuinigingsdruk die ook de theaters ervaren stelt
Frontaal per 2013 een voordelig festivalpakket samen voor deelnemende theaters, wat het extra aantrekkelijk
maakt het festival – en daarmee voorstellingen van AYA – in te kopen.
4b. ondernemerschap: financiering en bedrijfsvoering
AYA financiert de voorgenomen activiteiten met verschillende inkomstenbronnen, zowel vertrouwde als
nieuwe. Behalve de gevraagde jaarlijkse basissubsidie van 465.000 euro en 93.000 euro voor innovatie aan het
Fonds Podiumkunsten vraagt AYA aan bij de provincie Noord-Holland (97.500 euro) en de gemeente
Amsterdam (180.000 euro). Samen met De Toneelmakerij en Speeltheater Holland/Het Houten Huis heeft AYA
zich hard gemaakt om de meerjarige subsidie van Noord-Holland te behouden voor de functie jeugdtheater en
-dans. Provinciale Staten heeft haar besluit deze te beëindigen daarop herzien en de helft van het budget
beschikbaar gehouden. Nieuw is de aanvraag van AYA bij Amsterdam. Een band van ruim vijftien jaar met de
stad en onze plannen om de binding met de regio te versterken vormden aanleiding een beroep te doen op het
Kunstenplan van Amsterdam.
Onze eigen inkomsten bedragen gemiddeld 25 procent. De publieksinkomsten zijn begroot op 190.000 euro
per jaar. Elke circuit heeft zijn eigen uitkoop- of garantiesom. Bij de grote zaal is een garantiesom het beleid,
zodat AYA extra partage verdient bij een goede zaalbezetting. Door participatie te involveren in deze
producties is de kans op extra inkomsten groot. De tweede inkomstenbron is de bijdrage van scholen aan
educatie en participatie. Voor educatie en participatie is in totaal 10.000 euro begroot. De derde
inkomstenbron is de bijdrage van coproducenten, die bijdragen aan de ontwikkeling van voorstellingen en
vooral de participatieprojecten. Gezamenlijk dragen zij 20.000 euro bij, naast het beschikbaar stellen van
uitvoerenden. De laatste bijdragen lopen niet via de boeken van AYA en zijn dus niet opgenomen in de
begroting.
De bijdragen uit private middelen is begroot op 46.500 euro. AYA heeft in het verleden bewezen sterk te zijn in
fondsenwerving op grotezaalproducties en de daarbij georganiseerde participatie. Dit beleid wordt voortgezet
in 2013-2016. De fondsinkomsten blijven verbonden aan participatie. Het bedrag hier opgenomen is een
gemiddelde per jaar. AYA richt in de komende periode een Best Friends club op, die bescheiden bijdragen zal
opleveren van ons publiek of hun ouders. Ook bieden we een commercieel theaterevenement aan voor
bedrijven, Trip into Darkness (2004), een intieme theatersensatie waarbij een gids mensen geblinddoekt langs
spannende (dans)scènes voert die gericht zijn op andere zintuiglijke ervaringen dan zien. De verkoop hiervan
zullen we uitzetten via een bemiddelingsbureau dat gespecialiseerd is in bedrijfsevenementen. Deze
inkomstenbron is nieuw beleid en is reëel begroot.
4c. ondernemerschap: cultural governance
Danstheater AYA kent het bestuur-directiemodel. De Code Cultural Governance wordt nageleefd. Bij de
samenstelling van het bestuur wordt gekeken naar expertise, waarbij functies (artistiek advies, politiek bestuur,
marketing, educatie, financiën) leidraad zijn. Het bestuur neemt besluiten, adviseert en controleert. De directie
voert de dagelijkse leiding. AYA is lid van de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) en hanteert
de cao voor de dans.
Het artistieke team bestaat uit een vaste dramaturg en decor- en lichtontwerper tevens hoofd productie en
techniek. Per project worden ontwerpers, muzikanten en dansers aangenomen. Voor de educatie- en
participatietrajecten zijn vijftien dansdocenten op afroep beschikbaar. Inhoud en coördinatie is in handen van
6
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
een educatiemedewerker. AYA werkt verder met een publiciteitsmedewerker en een productieleider voor alle
producties.
5. spreiding
AYA speelt 70 tot 75 procent van haar voorstellingen in Nederland verspreid over alle regio’s (gemiddelden
2009-2011 zijn 8 procent in regio Noord en Oost, 20 procent in Midden en Zuid, 32 procent in West) en 25 tot
30 procent in Amsterdam en Noord-Holland. In de theaters speelt AYA vrije voorstellingen (70 procent) en
schoolvoorstellingen (30 procent). Schoolvoorstellingen worden ook in gymzalen opgevoerd. Met veel theaters
onderhouden we vaste banden; we spelen er series, keren er elk seizoen terug of spelen er zelfs twee
producties in één seizoen. Het mede door ons geïnitieerde festival JongDanst!, dat als doel heeft jeugddans een
permanente plek te geven in de landelijke programmering van theaters, draagt bij aan binding met nieuwe
theaters. In de loop der jaren is in stad en provincie een stevig netwerk opgebouwd van scholen waar AYA
geregeld voorstellingen opvoert en educatieve projecten opzet.
Internationaal speelt AYA met name in Duitsland en Oostenrijk, waar het gezelschap meerdere tournees heeft
afgelegd. De combinatie van tekst en verschillende dansstijlen slaat aan bij publiek in het Duitstalig gebied. AYA
speelde onder andere in Berlijn en Nordrhein-Westfalen tijdens het festival Tanzhochdrei, in het tanzhaus nrw
in Düsseldorf en op het Kaas und Kappes festival in Duisburg. Het gezelschap speelde op de Oostenrijkse
festivals Szene Buntewähne in Wenen, Shäxpir in Linz en Spleen in Graz.
“Ich hatte das Glück und Vergnügen, letzte Woche das Danstheater Aya mit Venus zu sehen. Ganz
ausgezeichnet, ganz tabugrenzig erzählt, ganz körpererschöpflich getanzt, ganz lustfragmentarisch zu
folgen.“ Henning Fangauf, Kinder- und Jugendtheaterzentrum BRD Frankfurt (2011)
Met het Zweedse productiehuis Dansstationen in Mälmo hebben we in het seizoen 2010-2011 een coproductie
opgezet; het productiehuis heeft een Zweedse versie van de voorstelling Bronsttijd op het repertoire genomen,
met een Zweedse cast en in eindregie van Wies Bloemen.
AYA streeft ernaar op het vlak van internationale contacten een stijgende lijn te realiseren op Europese
festivals en speelplekken. Voor de internationale verkoop van voorstellingen hebben we het Berlijnse bureau
ArtService van Jan-Willem van de Kruyssen ingeschakeld. Daarmee weet AYA zich in vertrouwde handen;
ArtService is onder andere verantwoordelijk voor de internationale verkoop van stukken van Conny Janssen
Danst, Plan-D, Balls en Meekers.
6. innovatie
Talentontwikkeling is voor AYA van essentieel belang. Via AYA vinden uitingen van moderne jongerendans in
combinatie met urban culture steeds meer hun weg naar het bredere professionele jeugddanscircuit. De AYA
school wordt overgedragen aan nieuwe makers die zelfstandig hun weg weten te vinden. Dansers bij AYA die
ambities en talent hebben om zelf voorstellingen te maken voor kinderen en jongeren worden door Wies
Bloemen aandachtig gecoacht bij het ontwikkelen van een vervolgtraject. Marco Gerris, ooit danser bij AYA nu
artistiek leider van Balls/ISH, ziet Wies Bloemen als zijn leermeester en veel makers die jongerenvoorstellingen
ontwikkelen bij Dansmakers Amsterdam (DMA) komen van AYA. Dat zijn onder andere Sheyda Darab, Kathrin
Gramelsberger, Mouna Laroussi en Marie-Rose Mayele. AYA heeft ook een eigen talentenprogramma
ontwikkeld, waar danstalenten leren zelf voorstellingen te choreograferen (Anne-Beth Schuurmans, Moestuin)
of te cochoreograferen (Lucien Denny en Anne Suurendonk, Hart).
In 2013-2016 gaat AYA talentontwikkeling een permanente plaats geven in de organisatie. Dat doet AYA om
haar eigen programma te innoveren en om de jeugddanssector te voorzien van nieuwe makers die op termijn
zelfstandig hun artistieke bijdrage leveren aan het jeugddansaanbod in Nederland. De Raad voor Cultuur
constateerde in haar advies ‘Noodgedwongen keuzen’ en de daarbij behorende sectoranalyse dat de jeugddans
een investering behoeft om de artistieke diversiteit te versterken. AYA pakt dit op en gaat daarin samenwerken
met DMA en Solid Ground Movement. Wies Bloemen adviseert DMA bij het selecteren van jong talent en
begeleidt er jonge makers die zich richten op dans voor kinderen en jongeren van vier tot zestien jaar. Bij Solid
Ground zal Wies Bloemen een cursus voor gevorderden geven en in de coproductie voor de grote zaal zullen
dansers van de Solid Ground-opleiding meedansen. Deze scouting van makers en dansers is de start van een
uitgebreid talentontwikkelingstraject. Twee keer per jaar krijgen zes jonge dansmakers een intensief
trainingstraject op het gebied van jongerendans. Elk traject bestaat uit twee delen. Het eerste deel omvat twee
7
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
weekenden die bestaan uit een masterclass van Wies Bloemen over haar werkwijze en coaching in het
uitwerken van een idee van de maker zelf naar een eigen danstaal. De makers werken met dansers van AYA en
Solid Ground. Daarmee krijgen de jonge danstalenten van Solid een waardevolle ervaring. De dansers van AYA
geven back-up. Twee makers met sprekende en heldere ideeën krijgen in het tweede deel ieder een week om
hun idee uit te werken tot een serie studiopresentaties bij AYA, Solid en DMA. Tijdens deze twee weken
functioneren de andere deelnemers die niet zijn geselecteerd, als observator, commentator, regisseur of
medemaker. Aan het eind van het seizoen zal ter afsluiting van de twee talenttrajecten een slotpresentatie
plaatsvinden waarbij in overleg met het artistieke team van AYA, DMA, Solid Ground en Frontaal zal worden
besloten of van de vier presentaties een double of triple bill voorstelling kan worden ontwikkeld die het seizoen
er op kleinschalig op tournee gaat.
In antwoord op de vraag wat er verandert als het Fonds het innovatieprogramma van AYA niet financiert, zal
AYA 93.000 euro minder besteden aan innovatie. AYA moet dan noodgedwongen het programma tot een
kleinschalige samenwerking met DMA beperken, waarbij Wies Bloemen een minimum aantal makers zal
begeleiden en er slechts één traject met alleen een masterclass van twee of drie weekenden zal plaats vinden.
Aan DMA en de deelnemers zal een bijdrage naar draagkracht gevraagd worden. Het produceren van een
voorstelling die aan het eind van het traject zou kunnen ontstaan, is niet mogelijk.
B I. ACTIVITEITEN PER PODIUMCIRCUIT KLEIN PERIODE 2013-2014
1. circuit klein, productie, planning en verkoop
Bite – kleine productie voor een performer/zanger/human beatboxer en een danser
Voor het kleine circuit speelt AYA in 2013 Bite die in oktober 2012 in première gaat en in 2013 verder speel. In
2014 staat er geen subsidiabele productie die in het kleine circuit speelt.
In een tijd van recessie, waarin alles alleen nog maar in het teken lijkt te staan van de economie, maakt AYA
Bite, een productie over de waarde van kunst. Wie zit er nog op kunst te wachten? In een combinatie van
stand-up comedy en solodans worden vragen opgeworpen als: vinden jongeren kunst cool, van levensbelang of
hopeloos ouderwets; willen zij liever voetballer worden, topsporter, ster of celebrity dan kunstenaar, hoe zit
het met het irrationele en de fantasie - precies waar kunst over gaat. Is er nog plaats voor zinsbegoocheling,
verwarring, vragen, confrontatie en dingen die niet tastbaar zijn? Moet kunst schuren of amuseren?
De voorstelling is een spannende combinatie van dans en stand-up comedy, waarvoor speciaal een schrijver
wordt aangetrokken. Er wordt een interactief gedeelte in opgenomen waarin toeschouwers mogen meepraten
over wat kunst is, wat kunst waard is en hoe je van niks tot een eerste danspas, een eerste muzieknoot of een
eerste woord komt.
Bite is een kleine productie (trede 1). Om de voorstelling op te halen en gedurende een jaar bij te houden
wordt er tussentijds drie weken gerepeteerd. De voorstelling gaat op tournee met twee technici. Licht en
geluid vervullen beide een even belangrijke rol. Omdat de kosten relatief laag zijn, is het richtbedrag voor de
uitkoopsom 1.100 euro. Daarmee is de voorstelling ook voor scholen aantrekkelijk in te kopen voor kleine
locaties. De toegang per leerling is laag.
De voorstelling wordt het hele jaar gespeeld en is begroot op twintig subsidiabele voorstellingen verspreid over
de regio’s.
Alles boven de twintig valt onder het culturele ondernemerschap van AYA en draagt bij aan de opbouw van
publieksinkomsten.
In het kleine circuit zal AYA ook voorstellingen spelen die mogelijk uit het innovatieprogramma op de speellijst
van AYA worden gezet (zie ook paragraaf innovatie). Deze voorstellingen zijn buiten de berekening gehouden
van de basissubsidie, omdat dit programma te kwetsbaar is om te belasten met de druk van de speelmarkt. Bij
een verrassend succes dragen de uitkoopsommen bij aan de publieksinkomsten.
B II. ACTIVITEITEN PER PODIUMCIRCUIT MIDDEN PERIODE 2013-2014
1. circuit midden, speelplan en verkoop
AYA richt zich met haar voorstellingen voornamelijk op de middenzaal. Allereerst omdat de aard van de
voorstellingen zich het beste leent voor dit circuit. De voorstellingen zijn krachtig, direct, muzikaal en
dynamisch en weten zalen met driehonderd jongeren moeiteloos aan te spreken. Het podium wordt volop
benut, de dansers vliegen over de vloer, er wordt gesprongen en gerend. Danssolo’s en duetten, net als de
8
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
mise-en-scène, hebben lucht en ruimte nodig, wat vraagt om een middenzaal met een podium van tien bij tien
meter.
Een tweede reden om voor het middencircuit te kiezen is de wens van de markt. Zowel in school- als in vrije
voorstellingen is het onderwijs een grote afnemer. Vanuit financiële en logistieke redenen is het voor scholen
aantrekkelijk voorstellingen klassikaal te bezoeken in het theater. Als een school zelf een voorstelling afneemt,
is het in het belang van de school dat zoveel mogelijk leerlingen tegelijk de voorstelling kunnen bezoeken.
In 2013 en 2014 speelt AYA 150 voorstellingen in de middenzalen die subsidiabel zijn. Daarbij gaat het om drie
nieuwe middelgrote producties (Harnas, Kus en Band). Een reprise organiseren we voor voorstellingen die een
eerder seizoen succesvol zijn gebleken, wat de stap om de voorstellingen te boeken voor programmeurs en
ckv-coördinatoren vergemakkelijkt.
Binnen het werk van AYA past het om het publiek op te zoeken. Spelen in gymzalen hoort daarbij. In grote
gymzalen, waar het publiek breed voor het speelvlak zit en met tafels, bokken en paarden een tribuneachtige
situatie kan worden gebouwd, kan AYA voor 220 leerlingen spelen. Bij de meeste schoolvoorstellingen is het
bezoek aan de voorstelling voor de leerlingen verplicht, als onderdeel van het onderwijs. Omdat een dergelijk
publiek zich wezenlijk anders gedraagt dan een publiek van jongeren die zelf een kaartje hebben gekocht is een
gedegen educatieve voorbereiding essentieel om het bezoek in goede banen te leiden. Educatie vormt dan ook
een vast onderdeel van alle voorstellingen die door leerlingen worden bezocht. Niet alleen bereiden onze
educatieve projecten jongeren voor op de gang van zaken tijdens een theaterbezoek en op de voorstelling die
ze gaan zien, ook wordt hiermee hun enthousiasme voor theater aangewakkerd, waarmee we investeren in
continuïteit van publiek. Hoe beter voorbereid de leerlingen zijn, hoe prettiger de voorstelling wordt
ontvangen. Vaak blijkt dit ook uit evaluerende gesprekken met docenten, die AYA later terugvragen of in een
volgend schooljaar opnieuw bezoeken met een nieuwe klas. Om de educatie en workshops te coördineren en
de trajecten inhoudelijk voor te bereiden is er een vaste educatiemedewerker.
Theaters met een middenzaal die series afnemen van AYA zijn De Krakeling in Amsterdam, De Vest in Alkmaar,
het Zaantheater in Zaandam en het Jonge Harten Festival in Groningen en Assen. Scholen en SKV-steunpunten
waar AYA in serie speelt zijn De Kunstlinie in Almere, het Bonhoeffer in Castricum en Teylinger in
Noordwijkerhout. Theaters waar AYA nauwe banden mee heeft en een publiek heeft opgebouwd, zijn onder
andere De Toneelschuur (grote zaal) in Haarlem, De Meerse in Hoofddorp, Odeon/De Spiegel in Zwolle,
Stadsschouwburg Utrecht, het Rabotheater in Hengelo, De Lieve Vrouw in Amersfoort, Schouwburg Almere en
het Wilminktheater in Enschede.
2. circuit midden, producties en planning
Harnas – middelgrote productie voor zeven mannelijke dansers (hiphoppers en moderne dansers)
Première eind januari 2013, De Krakeling
Harnas is na Ziel (2009) de tweede voorstelling van een cyclus waarin AYA het contrast uitwerkt tussen de
eenling en de groep, tussen binnenkant en buitenkant, tussen kwetsbaarheid en onaantastbaarheid. In intieme
solo’s op ongebruikelijke plekken rond het theater – de kleedkamer, een laad- en losplateau – geven de
dansers zich bloot aan kleine groepjes toeschouwers en tonen ze hun binnenkant, wie ze zijn als eenling. In een
opzwepend groepsstuk in de zaal is te zien hoe ieder van hen zich probeert te handhaven in een groep. Die
focus op waarachtigheid, kwetsbaarheid en openhartigheid van de dansers kenmerkt het recente werk van
AYA. Doordat voorafgaand aan het groepsstuk de dansers zich individueel onthullen aan kleine groepjes
toeschouwer worden toeschouwers extra betrokken bij hun persoonlijke verhalen en bij de voorstelling als
geheel. We sluiten hiermee sterk aan bij de worstelingen die omgaan in de hoofden van onze doelgroep: juist
bij pubers is de kloof bijna onoverbrugbaar tussen die zoekende, onzekere binnenkant en het stoere,
onkwetsbare gedrag dat ze naar buiten toe vertonen om erbij te horen.
Thematisch gaat Harnas over de ontwikkeling van jongen tot man en de worstelingen die daarbij komen kijken.
Juist omdat voor jongens de schooltijd niet bepaald een makkelijke is; ze moeten hun neiging onderdrukken te
rennen en te bewegen, steeds maar stilzitten en praten, iets wat meisjes op die leeftijd gemakkelijker afgaat
maar wat bij jongens lijkt in te druisen tegen hun natuur. Harnas laat daarom zeven mannelijke dansers zien
die vertellen hoe ze zich door die lastige periode hebben heengeslagen.
In het groepsgedeelte testen de zeven dansers elkaars kracht en behendigheid, terwijl ze hun onzekerheden
verbergen om stoer en sterk over te komen. Hoe handhaaf je je op school, tussen al die meisjes? Hoe ga je om
met de pikorde in de groep? Wat doe je als je het onderspit delft? De zeven jongens vechten ieder voor zich om
9
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
overeind te blijven tussen alle testosteron, waartegen de vriendschap niet altijd bestand is. In kwetsbare solo’s
ziet het publiek deze zelfde dansers als een heel ander persoon, iemand die zich niet groot hoeft te houden.
Deze solo’s worden voor elke danser op maat gemaakt op basis van zijn eigen persoonlijke verhaal.
In Harnas wordt gebruik gemaakt van verschillende dansstijlen: moderne dans, hiphop, acrobatiek en popping.
Voor jongens in de zaal zal Harnas veel herkenning bieden, meisjes krijgen een verrassend inkijkje in de psyche
van de jongens.
Met zeven dansers is Harnas een middelgrote productie (trede 2). De artistiek medewerkers die zijn betrokken
bij het maakproces zijn een dramaturg, een decor- en lichtontwerper, een kostuumontwerper en een
medewerker die de muziek verzamelt, samenstelt en als een dj componeert, samplet en arrangeert. De muziek
wordt op digitale wijze opgenomen en tijdens de voorstelling afgespeeld.
De repetities van deze productie vinden deels plaats in 2012 en deels in 2013. In januari wordt gerepeteerd aan
de zeven solo’s. Tijdens de repetitie is er een trainer in dienst die de dansers begeleidt bij de warming-up en de
specifieke training verzorgt die bij de aard van de voorstelling hoort. Deze trainer fungeert tevens als repetitor.
Eén week voor de première huren we voor drie à vier dagen een theater om dans, muziek en techniek in de
montage op elkaar af te stemmen. Aan het eind van de montageweek wordt er een generale repetitie gespeeld
voor een publiek van jongeren die na afloop wordt gevraagd naar hun ervaringen. In drie try-outs wordt de
voorstelling ingespeeld.
De voorstelling wordt begeleid door twee technici en een tourneebegeleider. De laatste functie is noodzakelijk
vanwege de zeven plekken in het theater of op school die nodig zijn voor de solo’s en de logistieke begeleiding
van het publiek die daarmee samenhangt.
De voorstelling wordt gespeeld in theaters en in grote gymzalen (zie paragraaf speelplan). De speelperiode is
van eind januari tot mei 2013. In vier maanden worden vijfenvijftig voorstellingen verkocht voor de middenzaal
verspreid over alle regio’s. Bij twee voorstellingen op één dag wordt een aantrekkelijke korting gegeven. Als
promotieactie wordt de eerste workshop gratis aangeboden. Harnas is opgenomen in het JongDanst! festival
en heeft daarmee een garantie-afname. Het richtbedrag voor een uitkoopsom is 1.400 euro.
Kus – middelgrote productie voor acht dansers
Première oktober 2013
De eerste kus, de eerste verliefdheid, de eerste menstruatie: tussen het twaalfde en achttiende levensjaar
vinden al die mijlpalen plaats. De voorstelling Kus toont een spel van aantrekken en afstoten. In het eerste deel
nemen de dansers in solo’s het publiek in kleine groepen mee naar verschillende plekken in het theater en
vertellen op wie ze verliefd zijn, waarom, waar ze van dromen, hoe hun fantasieën eruit zien, hoe ze zich
staande houden in de storm van lichamelijke veranderingen, wat ze in hun dagboek schrijven. In het tweede
deel, dat zich afspeelt in de zaal, is van die onzekerheid weinig meer te zien. Daar begint het grote spel van
spetterende liefdes, brute afwijzingen, misverstanden en gillende onzekerheden. Je kunt toch niet met al je
verliefde fantasieën plompverloren op iemand afstappen? Wat als je gek bent op iemand die totaal
onbereikbaar is of omkijkt naar een ander? Wat doe je als je onzeker bent en je het liefst de hele dag onder een
deken wil verstoppen? Omdat het publiek voorafgaand aan het groepsstuk twee solo’s heeft gezien, weet het
veel meer van de dansers dan wat ze op het podium aan elkaar laten zien. Wat er achter het gestuntel zit,
bijvoorbeeld, wat die ene danser eigenlijk zou willen zeggen tegen degene op wie hij verliefd is. Kus wordt een
hilarisch stuk met duetten over misverstanden en dansers die andere dingen doen dan ze eigenlijk zouden
willen (want wat ze willen durven ze niet).
Met acht dansers is Kus een middelgrote productie (trede 2). De artistiek medewerkers die betrokken zijn bij
het maakproces zijn een dramaturg, een decor- en lichtontwerper, een kostuumontwerper en een persoon die
de muziek verzamelt, samenstelt en als een dj componeert, samplet en arrangeert.
Er wordt zes weken gerepeteerd aan het gezamenlijke gedeelte en vier weken aan acht solo’s; de
repetitieperiode is voor en na de zomervakantie van 2013. Ook in deze repetitieperiode is er een
trainer/repetitor in dienst die de dansers begeleidt bij de warming-up en instudering als repetitor. Een week
voor de première huren we voor drie à vier dagen een theater om dans, muziek en techniek in de montage op
elkaar af te stemmen. Aan het eind van de montageweek is er een generale repetitie met een publiek van
jongeren, wie na afloop om hun ervaringen wordt gevraagd. In drie try-outs wordt de voorstelling ingespeeld.
De voorstelling wordt begeleid door twee technici en een tourneebegeleider. De laatste functie is noodzakelijk
10
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
vanwege de verschillende plekken in het theater of op school die nodig zijn voor de solo’s en voor de
begeleiding van het publiek.
In samenwerking met Bekijk ’t zet AYA voor Kus een participatieproject op met een competitie-element.
Amsterdamse jongeren maken korte filmpjes over het thema van de voorstelling, waarvan de beste filmpjes
worden vertoond in de voorstelling. Bekijk ’t en AYA benaderen voor dit project Amsterdamse scholen die
voornemens zijn de voorstelling te gaan bezoeken in De Krakeling of in hun eigen gymzaal. Op die manier werft
AYA nieuwe scholen en publiek.
De voorstelling wordt gespeeld in theaters en in grote gymzalen verspreid over alle regio’s. De speelperiode is
van eind oktober 2013 tot midden april 2014. In een half jaar worden er vijfenvijftig subsidiabele voorstellingen
verkocht voor de middenzaal. Bij afname van twee voorstellingen op één dag wordt een aantrekkelijke korting
gegeven. Als promotieactie wordt de eerste workshop gratis aangeboden. Het richtbedrag voor de uitkoopsom
van de voorstelling is 1.400 euro. Voor het participatieonderdeel ‘filmpjes maken’ gaat AYA uit van een bijdrage
per leerling van 50 euro met een garantie van 500 euro per school.
Band – middelgrote productie voor twee dansers en een muzikant
Première februari 2014
Een vader die muzikant is, een dochter die danst en dan komt er een vriendje. In Band wordt in muziek en dans
de relatie uitgewerkt tussen vader en dochter. Een voorstelling over verschillende generaties, over het
koesteren van een band maar ook over het proces van losmaken dat in de puberjaren onvermijdelijk begint en
het verzet dat daarmee vaak gepaard gaat.
Eerder maakte AYA StringsVerstrengeld (2010), over de band tussen moeders en zonen. Een voorstelling die
zoveel verschillende emoties opriep bij het publiek dat choreograaf en artistiek leider Wies Bloemen zich
erover verbaasde dat het een zo weinig uitgewerkt thema is in jongerenvoorstellingen. Uit gesprekken met de
jongeren en hun moeders na de voorstelling, bleek dat de rol van de moeder voor de jongeren een openbaring
was. Een moeder die met zo veel lef haar gevoelens danste, zorgde ervoor dat ze met andere ogen naar hun
moeder keken. Ze zagen en voelden door de voorstellingen wat een moeder doormaakte met haar zoon en
kregen daardoor meer inzicht en respect voor haar. Ze zagen een voorstelling over het proces waar ze zelf
inzitten. Het was een rijk thema dat er om vroeg meer uitgewerkt te worden.
Band is een voorstelling over vaders en dochters. De vader wordt gespeeld door een rockgitarist en de dochter
door een danseres. De dialoog die muziek en dans zullen aangaan, symboliseert de heftige relatie tussen vaders
en dochters. De vader communiceert via zijn muziek. Een taal die de dochter kent, die haar beschermt, waar ze
zich in thuis voelt. Maar ze zal zich eruit moeten vechten om los van hem te komen. De muzikant is een stevige
rockgitarist. Hij is overheersend. Zij zal daar op een gegeven moment tegenin gaan. Ze rebelleert, danst en
vecht zich uit zijn bescherming. Zij moet haar eigen weg zoeken, haar eigen muziek. De vader valt stil, raakt van
slag. Het stuk geeft een inkijk in de gevoelens van de vader. Hij komt in een crises en zal zichzelf muzikaal
opnieuw moeten definiëren. Beuken ze tegen elkaar in? Vinden ze een gelijkwaardiger relatie? En hoe klinkt
dat dan? En wat gebeurt er als er een vriendje, een andere man, een danser ten tonele verschijnt? Is er nog
plek voor de vader, kan hij zijn muziek nog spelen? Hoe flexibel is hij? Kan hij mee met zijn dochter?
Band is vanwege de complexiteit een middelgrote productie (trede 2). Behalve de twee dansers is er een
muzikant die componeert op basis van muzikale improvisaties. Deze speciaal voor de voorstelling
gecomponeerde muziek vergt niet alleen een financiële investering voor de componist, maar ook voor
repetities en opnames door muzikanten in een studio. De artistiek medewerkers die betrokken zijn bij het
maakproces zijn een dramaturg, een decor- en lichtontwerper, een kostuumontwerper en een persoon die
naast de componist, muziek verzamelt, samenstelt en als een dj, samplet en arrangeert. Er wordt acht weken
gerepeteerd inclusief de montageweek, periode januari-februari 2014. Een trainer/repetitor begeleidt de
dansers. De voorstelling speelt het hele jaar door en is begroot op vijfenvijftig subsidiabele voorstellingen
verspreid over alle regio’s. Bij succes wordt de voorstelling hernomen in seizoen 2014-2015.
3. circuit midden, marketing
In het rapport ‘Tendensen in de jeugddans en kansen voor de toekomst’ van onderzoeks- en adviesbureau DSPgroep (december 2010) wordt gesignaleerd dat jongeren actief willen deelnemen aan cultuur; in hun keuzes
zoeken ze naar een combinatie van receptieve en actieve kunstbeleving. Uit een enquête onder jongeren die
11
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
meededen aan het participatietraject rond IDeals, in 2010 uitgevoerd door Karin van Caspel, blijkt actieve
deelname aan dans jongeren te stimuleren meer naar dansvoorstellingen te gaan. AYA speelt daarop in met
een toename van het aantal participatietrajecten en workshops. De middenzaal is een uitstekend circuit voor
onze plannen om een aantal lokale ambassadescholen aan te trekken waarmee jaarlijks een speciaal
programma wordt georganiseerd. AYA-docenten zullen in compacte lessen op school danspresentaties
voorbereiden met jongeren, die vervolgens worden opgevoerd in de foyers van de theaters voor of na de
voorstellingen. Op die manier krijgen AYA-voorstellingen de sfeer van minifestivals, wat de toestroom van
nieuw publiek – zoals ouders, broers en zussen, vrienden – bevordert.
Niet alleen actieve deelname wordt als marketinginstrument gebruikt. Op het gebied van communicatie en
planning zal AYA veel aandacht besteden aan promotie. Bezoek aan het theater moet worden ingeroosterd en
dat gebeurt bij de scholen al voor de zomervakantie. Naast de trailers die AYA nu al maakt van voorstellingen
die af zijn, zal AYA triggerende clips lanceren voor voorstellingen die plaatsvinden in het schooljaar erop. Deze
worden aan scholen verstrekt, waar ze kunnen worden vertoond op media walls en websites.
Om publiek te houden en te werven maakt AYA gebruik van uiteenlopende promotiemiddelen. Daarbij wordt
AYA doelbewust als merk gepresenteerd. Gedrukte en online publicatie-uitingen kenmerken zich door veel
beelden, verwijzingen naar populaire cultuuruitingen en teksten speciaal gericht op jongeren. Sociale media
krijgen extra aandacht, omdat jongeren zich daar veel op begeven. Bij voorstellingen waarin jongeren
participeren wordt het publiek toegestaan opnames te maken met mobiele telefoons, mits ze de opnames
daarna publiceren op YouTube. Van dansers wordt gevraagd actief te twitteren rond voorstellingen en
profielen op Facebook en Hyves worden actief ingezet. In 2013-2016 gaan we de sociale media meer inzetten
als instrument om in dialoog te gaan met het publiek dan voor informatieverstrekking. Sociale media worden
gebruikt om jongeren te verleiden zelfstandig in vriendenclubs de vrije voorstellingen te bezoeken.
Onder het motto ‘samen sta je sterker’ heeft AYA in 2011 het initiatief genomen om een collectieve
jongerenmarketing voor de middenzaal op te zetten. Partners die zich zullen aansluiten zijn Don’t Hit Mama,
Dox, Bekijk ’t, Solid Ground Movement en Zep. Deelnemende gezelschappen moeten minimaal tachtig procent
van hun aanbod voor toeschouwers van twaalf jaar en ouder spelen en moeten veel voor het voortgezet
onderwijs staan. Het initiatief is ontwikkeld in navolging van Kijk Uit, de collectieve marketing van het
jeugdtheater. Aansluiting hierbij was niet mogelijk omdat de marketing zich bij Kijk Uit voornamelijk op de
ouders richt, wat bij een jongerenpubliek niet werkt. Doel van de collectieve marketing is kennisdeling, het
delen van databestanden, het verstevigen en uitbreiden van ieders marktpositie en het aantrekken van
sponsoring. Voor uitvoering van dit plan zal een aanbesteding worden opgezet, waarbij wordt gezocht naar
samenwerking met landelijke bureaus als Young Works (jongerenmarketing), TamTam (jeugdtheatermarketing)
en Bureau Promotie Podiumkunsten (collectieve marketing).
B III. ACTIVITEIT PER PODIUMCIRCUIT GROOT PERIODE 2013-2014
1. circuit groot, inleiding
AYA opent het seizoen 2014-2015 met een grotezaalproductie die begin oktober uitkomt en waarvan dertig
voorstellingen worden gespeeld tot december 2014, met de mogelijkheid tot een succesoptie in januari 2015.
Een grote rol in deze productie is weggelegd voor participatie, waarmee tevens wordt voorzien in een extra
toestroom van (nieuw) publiek. AYA werkt daarvoor samen met Bekijk ’t, Solid Ground Movement en Don’t Hit
Mama (zie ook ons inhoudelijk plan). Lokale dansscholen en crews die zich met urban dans bezighouden, doen
mee aan de voorstelling. Met deze jongeren en een begeleidend public relations-project verwacht AYA vele
vrienden en followers de zalen in te trekken. Op lokale scholen voor voortgezet onderwijs worden
leerlingenfilmpjes gemaakt die een VJ live zal samplen in de voorstelling. Dit leidt naar verwachting tot de
toestroom van vele leerlingen en leerkrachten van de deelnemende scholen met hun vrienden, broers en
zussen.
2. circuit groot, productie
Breek-dans – grotezaalproductie voor tien dansers, een beatboxer en een muzikant/zangeres
Première oktober 2014
Een spetterende show vol twijfels en verlangen met de dans van de straat als taal. Met Breek-dans (werktitel)
wil AYA inspelen op dansvoorstellingen als Blaze en So you think you can dance (de theatertournee) en daarom
pakt ze uit met alle show-off en heftigheid die bij een battle horen. Maar AYA gaat daarin inhoudelijk een flinke
12
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
stap verder. De voorstelling onderzoekt hoe je met breakdance ook zachtheid, tederheid en angst kunt tonen,
als een pleidooi voor kwetsbaarheid, gedanst echter in de stoerste dansstijl aller tijden. De tien dansers laten
zien wat ze hebben bereikt, waar ze goed in zijn, maar ook hoe vaak ze daarvoor zijn gevallen en gebroken,
welke twijfels en angsten erbij kwamen kijken.
Voor de productie worden dansers aangenomen die allemaal twee verschillende dansstijlen goed beheersen,
zodat AYA op het podium kan mixen in de montage en de twee aparte stijlen meer opleveren dan een som van
beide. Dansers die trics en trucs, sixsteps en acrobatische kunsten afwisselen met een groepstuk moderne dans
of een tango voor twee. Het wordt een choreografie met veel val- en vangtechnieken. Oude rotten uit de
hiphop wereld worden gevraagd mee te doen. Lloyd Marengo en John Agesilas - grondleggers van de hiphop in
Nederland - zijn met hun verhalen een prachtig voorbeeld van het vallen en opstaan. Ze hebben een mentale
slagvaardigheid ontwikkelt die als voorbeeld dient voor de jonge generatie. De jonge dansers van Solid Ground
Movement die in de voorstelling meedansen, staan aan het begin van hun carrière. Zij vertegenwoordigen de
jeugd, de waanzinnig fysieke mogelijkheden, de risico’s. Samen met de dansers van AYA wordt er een tableau
gecreëerd met een grote range aan stijlen. Naast een Master of Ceremony uit de hiphoptraditie zal zangeres
Joy Wielkens meedoen. Zij kan grote emoties zingen, heeft dezelfde brutaliteit en vechtlust als de breakers,
maar kan ook pijn, twijfel en onzekerheid overbrengen. Ze kan met haar stem een grote zaal vangen in
zachtheid en wanhoop. Haar stem heeft kracht en een groot bereik.
Op een gegeven moment neemt een danscrew van een plaatselijke hiphop- of breakdanceclub vanuit de zaal
de voorstelling over, want ze zijn niet geïnteresseerd in theater. Ze willen zelf dansen en niet kijken naar wat
een of andere dude heeft bedacht. Dit is hun stad, hun gebied. Ze gaan het toneel op. De ongeschreven
barrière tussen de zaal en het podium wordt daarmee onverwacht doorbroken. Er ontstaat een prettige
verwarring. Duetten met partnerwerk tussen een danser uit de zaal en een danser op het toneel ontwikkelen
zich tot een gezamenlijke choreografie die uitmondt in een battle.
De lokale danscrews worden geworven en getraind in samenwerking met DHM. In een voorbereidend traject
repeteren docenten en dansers van DHM en AYA met hen aan duetten, choreografie en de battle. Om dit op de
voorstellingsdag soepel te laten verlopen is een duidelijk stramien en een goede voorbereiding noodzakelijk.
AYA heeft de nodige ervaring opgedaan met het participatietraject van IDeals, waarin leerlingen van een lokale
school meedansten in de voorstelling. Het zal een flinke klus worden om de plaatselijke danscrews te vinden en
te trainen, want ze manifesteren zich nogal underground. DHM heeft veel ervaring om danscrews te scouten
en te coachen. De aanwezigheid van hiphop oude rotten, de godfathers, in de voorstelling heeft een
aanzuigende werking.
Ook bezoekende scholieren worden uitgedaagd hun steentje bij te dragen aan de voorstelling. Bekijk ’t maakt
in alle tourneesteden filmpjes met leerlingen van bezoekende scholen, die laten zien hoe vaak je – letterlijk of
figuurlijk – moet oefenen, vallen en breken voordat je iets bereikt. Rond de filmpjes stelt Bekijk ’t een
methodiek pakket samen voor de scholen. Met workshops en competitie-elementen maken de jongeren kennis
met digitale filmtechnieken en scripts, waarmee ze uitgedaagd worden meer met hun smartphones te doen
dan bellen en internetten. Zoals: een verhaal vertellen en dat delen met anderen. Een VJ zal de filmpjes
projecteren in de montagevoorstelling, afgewisseld met natuurbeelden van vallende bladeren, takken en
bomen en beelden van alles wat een mens maakt en wat kan vallen, van omvallende dominostenen tot
instortende gebouwen.
3. circuit groot, planning
Breek-dans is een grote productie (trede 3) voor de grote zaal. Aan de voorstelling doen dertien uitvoerenden
mee: tien dansers, een master of ceremony/beatboxer, een zangeres en een VJ. Het artistieke team bestaat uit
een cochoreograaf gespecialiseerd in breakdance – bijvoorbeeld Daniel Renner of Shailesh Bahorian – een
dramaturg, een licht- en decorontwerper, een kostuumontwerper, een persoon die de muziek verzamelt,
samenstelt en als een dj componeert, samplet en arrangeert en een trainer/repetitor die de dansers begeleidt
bij de warming-up en instudering. Op en rond het podium zijn vier technici betrokken, een tourmanager, een
cateraar, een buschauffeur en een vrachtwagenchauffeur.
Er wordt zeven weken gerepeteerd in augustus en september. De repetitieperiode wordt afgesloten met een
openbare repetitie voor scholieren in de AYA studio. Daarop volgt een montageweek in een grote zaal die
13
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
wordt afgesloten met een generale repetitie, waar opnieuw een publiek van scholieren functioneert als kritisch
klankbord. Na één of twee try-outs volgen de première en de tournee.
Het participatietraject wordt zelfstandig gefinancierd. Er worden fondsen en sponsors geworven, de scholen
dragen bij (los van de verkoop van tickets) en de coproducenten dragen financieel en in natura bij. In de
begroting is 85.000 euro opgenomen (d.w.z. 42.500 euro per jaar). Alle financiering die daarbovenop wordt
geworven, wordt besteed aan het project. Bij onvoldoende fondsenwerving zullen passende maatregelen
worden genomen, zoals het inzetten van een ‘regionale’ danscrew die meerdere plaatsen kan bespelen, het
beperken van de filmworkshops en het vervangen van de live VJ door voorgeprogrammeerde beeldprojectie.
4. circuit groot, marketing en verkoop
De voorstelling Breek-dans wordt landelijk verkocht door Frontaal Theaterbureau. IDeals hebben we in 2010 en
2012 in totaal bijna zestig keer verkocht. Veel theaters namen IDeals twee keer en lieten zich enthousiast uit
over de meerwaarde om jongeren op het podium te laten deelnemen. De voorstelling is zelfs genomineerd
voor de Gouden Struis de marketingprijs van Bureau Promotie Podiumkunsten. De gemiddelde zaalbezetting
van AYA verdubbelde ruim dankzij de bespeling van de grote zaal. In 2010 groeide door IDeals de eigen
inkomsten volgens de OCW-rekenmethode naar ruim 50 procent. Met deze ervaring heeft AYA bewezen dat ze
de grote zaal in kan en dat deze stap extra publieksinkomsten genereert. Voor de twee IDeals-tournees in 2010
en 2012 wierven we in totaal 245.000 euro aan fondssubsidies, waaronder veel steun van private fondsen.
Met drie coproducenten weet AYA zich als hoofdproducent verzekerd van drie extra adresbestanden die
worden gebruikt voor offline publiciteit, zoals flyers en een gedrukte nieuwsbrief bij aanvang van het project.
De theaters worden voorzien van A2- en A0-posters met inprints van de lokale scholen. In geselecteerde steden
wordt geafficheerd op driehoeksborden in wijken waar veel scholen zijn en flyers en affiches worden verspreid
via De Cultuurkoker, die bijna alle middelbare scholen in Nederland voorziet van cultuurpubliciteit. Vrije
publiciteit wordt aangeboden in offline lokale media. Er wordt gezocht naar mediapartners waarbij ook lokale
omroepen worden betrokken.
Sociale media worden veelvuldig ingezet als online communicatiemiddel. Via de deelnemende jongeren wordt
er een Breek-dans- community opgezet en onderhouden. Er worden promoties uitgezet via e-cards en
aankondigingen op postcode. Jongeren kunnen daten met een bezoek aan de voorstelling en jongeren kunnen
er hun eigen filmpjes downloaden. In deze community kunnen ze ook de vorderingen volgen van het
repetitieproces en elkaar uitdagen met de competitie van de leerlingenfilmpjes. Niet in de laatste plaats zal een
promoclip met soul- en funkzangeres Joy Wielkens voor de nodige publiciteit zorgen. Zij is zangeres met haar
eigen programma Papa was a rolling nobody, musicalzangeres in The Lion King en Mahogony en ster in
Nederlandse televisieseries.
C. TOELICHTING OP BEGROTING, DEKKINGSPLAN EN KENGETALLEN
De begroting op jaarbasis laat een gemiddelde zien van 2013 en 2014. Tussen de twee jaren zal een verschil
zijn. In 2013 staan er twee middelgrote producties en een kleine productie op de begroting, in 2014 een
middelgrote die doorspeelt, een middelgrote die gemaakt en gespeeld wordt en een grotezaalproductie. Het
verschil tussen de twee jaren ligt tussen de 150.000 en 200.000 euro op de totale omzet, waarbij 2014 hogere
lasten en baten heeft dan 2013.
Bij de beheerlasten personeel zijn een zakelijk leider (jaarcontract voor 0,8 fte) en een medewerker marketing
en publiciteit (jaarcontract voor 0,8 fte) opgenomen. AYA is gehuisvest in het Amsterdamse havengebied
2
Westpoort in twee aangrenzende industriële utiliteitsgebouwen. AYA heeft zich daar gevestigd omdat de m prijs daar met 85 euro per jaar voor Amsterdamse begrippen bijzonder laag is. Het eerste pand wordt sinds
2002 gehuurd samen met een opslagruimte elders. Het tweede pand is begin 2009 erbij gehuurd om de studio
2
te vergroten en de opslag in een pand te hebben. In de panden zijn een zelf aangelegde studio (200 m ) en
2
2
2
kleedkamer (75 m ), twee kantoorruimtes (150 m ) en een opslag (125 m ). De totale huurprijs in 2011 was
47.770 euro. De kantoorruimtes zijn begroot onder beheer, studio, kleedkamer en opslag onder activiteiten. De
studio en kleedkamers worden verhuurd aan derden (huuropbrengst 2011 was 8.000 euro). AYA zal in de loop
van 2013-2014 opzoek gaan naar een partner die opslag, kantoor en studio wil delen.
14
ALGEMEEN INHOUDELIJK PLAN EN ACTIVITEITEN PER CIRCUIT
DANSTHEATER AYA | februari 2012
Bij de activiteiten zijn de artistiek leider begroot (vast contract voor 0,9 fte), een educatief medewerker
(jaarcontract voor 0,8 fte), een productieleider en tourneebegeleider (jaar contract voor 0,8 fte) en artistieke
ontwerpers en uitvoerenden (projectcontracten voor 10 fte). Fte-berekening is inclusief zzp’ers.
De publieke subsidies zijn wat Noord-Holland betreft zeker. Er komt geen aanvraagprocedure. De helft van de
huidige subsidie wordt verlengd (i.c. 97.500 euro) op voorwaarde dat het Fonds Podiumkunsten subsidie
verstrekt. Voor de meerjarige subsidie in Amsterdam maakt AYA zeker kansen; we hebben aangevraagd in de
vrije ruimte waarvoor een miljoen extra is vrijgekomen (waardoor er 14,6 miljoen euro beschikbaar is), we
spelen al jaren voldoende voorstellingen in Amsterdam om in aanmerking te komen voor een meerjarige
subsidie, ons werk past binnen de stedelijke ambities van talentontwikkeling (onderbouw vmbo en jonge
makers), internationale cultuurstad (AYA heeft voldoende internationale activiteiten) en samenwerking (AYA
werkt samen met drie Amsterdamse instellingen en trekt een aantal Amsterdamse scholen aan als
ambassadeschool).
De eigen inkomsten zijn over meerdere bronnen verdeeld en beslaan 25%. Omdat er in 2013 begroot is op het
kleine en middencircuit en in 2014 op het midden- en groot circuit, zal de percentage per jaar verschillen maar
wel voldoen aan de eigen inkomstenquote. De publieksinkomsten zijn behoudend begroot. In een voetnoot die
de jeugdtheatergezelschappen hebben opgenomen in hun meerjarige aanvraag staat: “Niet vergeten mag
worden dat voor alle jeugdgezelschappen geldt dat de verdiencapaciteit van voorstellingen voor schoolgroepen
beduidend minder is dan het verdienvermogen bij vrije voorstellingen (rapport ‘Pluspunten’ van LAgroupe arts
consulting, maart 2011). Onderwijsinstellingen betalen een zeer beperkte prijs per leerling vanuit financiële
middelen, die in de toekomst meer en meer onder druk zullen komen te staan. Activiteiten met een (zeer)
kleine groep deelnemers, zoals voorstellingen in de klas, beperken de verdiencapaciteit het meest. Het spelen
voor schoolgroepen wordt door de jeugdgezelschappen dan ook vooral gezien als een waardevolle
maatschappelijke investering.” AYA speelt 70 procent vrije voorstellingen en 30 procent schoolvoorstellingen.
Daarmee is het risico ingedekt.
De private fondsinkomsten op de participatieprojecten zijn reëel begroot met de huidige recessie in gedachten.
Alles wat meer wordt geworven zal worden besteed aan de projecten en zal het percentage aan eigen
inkomsten verhogen.
Er zijn per jaar 115 voorstellingen begroot. De verhouding van de toegerekende baten en lasten voor het
aandeel van het Fonds Podiumkunsten is hierop gebaseerd en bedraagt dus 100/115ste deel.
AYA is een kleine, flexibele organisatie die veelal op projectbasis mensen aan zich bindt. AYA beschikt over een
gezond eigen vermogen om eventuele klappen op te vangen. Per kwartaal doet de zakelijke leiding financieel
verslag aan het bestuur zodat een eventueel financieel risico tijdig kan worden gesignaleerd en ondervangen
met passende maatregelen. Daarbij moet gedacht worden aan personeelskosten (kleinere bezetting op de
producties, taken van educatie en marketing combineren) en het bezuinigen op kantoorkosten en materiële
productiekosten. In tweede instantie kan gedacht worden aan het werven van een partner die niet alleen bij
AYA ruimte huurt, maar die ook de zakelijke en productieleiding aan AYA uitbesteedt. Eerste contacten zijn in
aanloop naar de aanvraag gelegd, maar vooralsnog zonder concreet resultaat. Tot slot mag niet worden
vergeten dat AYA in het verleden heeft bewezen – in goede en in magere jaren – al haar doelstellingen te
halen. Voor de periode 2013-2016 verwachten wij niet anders.
15