Eindrapport project Kenniscirculatie - Stichting AcadeMi-IO

Project Kenniscirculatie
Eindrapportage (IAB03028)
Cinop evaluatie 2007
Document E.S. 3.5.
Docname:
Samensteller:
Projectteam:
Eindrapport_KC_v5.doc
Clemens Lohman TLO Holland Controls B.V.
Max Hoefeijzers namens Davinci College
Alexander Udink ten Cate namend Hogeschlen en Open Universiteit Maastricht
Rinus Houtman namens Provincie Z. Holland en gemeente Dordrecht
Save date:
10 februari 2014 22:07
Integraal Ontwerpen
Inhoudsopgave
1.
INLEIDING .................................................................................................... 4
2.
BEOOGDE RESULTATEN EN EFFECTEN............................................................ 6
3.
PROJECTRESULTATEN ................................................................................... 8
4.
RESULTAAT VERSUS PLAN ........................................................................... 16
5.
PROJECTAANPAK ......................................................................................... 17
6.
LEERMOMENTEN .......................................................................................... 18
7.
SAMENWERKING BINNEN HET PROJECT ...................................................... 19
8.
EVALUATIE .................................................................................................. 20
9.
KENNISTRANSFER ....................................................................................... 21
10.
MONITORING PROJECT ............................................................................... 24
REFERENTIES ....................................................................................................... 25
BIJLAGE 1: MAPPING MET FORMAT HPBO ............................................................ 26
BIJLAGE 2: DEELPROJECTEN VS. RESULTATEN ..................................................... 27
© 2006 Maatschap IO/RTO
3
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
1. Inleiding
Voor u ligt het eindrapport van het project Kenniscirculatie, waaraan in het kader van de
regeling innovatiearrangement beroepsonderwijs 2003 een subsidie is toegekend. Deze
rapportage is – naast informerend richting alle projectbetrokkenen – bedoeld als
verantwoording richting de subsidieverstrekker. Hoe de gehanteerde rapportstructuur zich
verhoudt tot het format van Het Platform Beroepsonderwijs, is te vinden in bijlage 1.
Het project Kenniscirculatie dient te worden gepositioneerd in een beweging in de regio
Drechtsteden, die reeds in 2000 is gestart onder de noemer Revival Technisch Onderwijs
(RTO). RTO staat voor een nieuwe invulling van het beroepsonderwijs i.s.m. het
bedrijfsleven op basis van Natuurlijk Leren (NL) en Integraal Ontwerpen (IO).
RTO is gestart met als doel om:
 schotten tussen de academische wereld en het beroepsonderwijs en tussen
beroepsonderwijs en bedrijfsleven te slechten;
 in de beroepskolom doorlopende leerlijnen te realiseren gebaseerd op de
beroepspraktijk van vandaag en morgen;
 instroom te bevorderen en grote uitval in het (technisch) beroepsonderwijs tegen te
gaan door aansprekende werkvormen te introduceren.
Ten tijde van de start van het project Kenniscirculatie was het RTO-concept succesvol
toegepast op twee VMBO’s en een MBO. Het slechten van schotten tussen de
onderwijsniveaus en tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven had tot dusver
minder aandacht gekregen. Project Kenniscirculatie is gestart om hierin verandering te
brengen.
Inmiddels zijn alle verworvenheden van de IO/RTO beweging samengevoegd in een ontwerp
voor de regionale kenniseconomie: ‘de slimme regio’ (zie www.slimmeregio.nl).
© 2006 Maatschap IO/RTO
4
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
Bij het opstellen van de eindrapportage, is er vanuit gegaan dat de lezer bekend is met het
oorspronkelijke projectplan [1]. Dit is te vinden via de volgende link:
http://www.hetplatformberoepsonderwijs.nl/kb.php?x=Projecten&y=top&z=20
Bij deze eindrapportage wordt een Cd-rom meegeleverd met een volledig projectportfolio;
alle resultaten van het project op een overzichtelijke wijze gepresenteerd.
+
Eindrapportage
Projectportfolio
Dit rapport bevat de volgende hoofdstukken:
 Hoofdstuk 2 gaat in op de beoogde resultaten en effecten.
 In hoofdstuk 3 wordt een beeld geschetst van de gerealiseerde resultaten en de
wijze waarop deze worden of gaan worden ingezet.
 In hoofdstuk 4 worden de resultaten t.o.v. het plan geëvalueerd
 In hoofdstuk 5 wordt de projectaanpak toegelicht.
 De geleerde lessen worden samengevat in hoofdstuk 6.
 De samenwerking binnen het project wordt besproken in hoofdstuk 7.
 Een overall evaluatie wordt in hoofdstuk 8 besproken.
 De activiteiten t.a.v. kennistransfer worden in hoofdstuk 9 toegelicht.
 De ervaringen met de monitoring van het project komen aan bod in hoofdstuk 10.
© 2006 Maatschap IO/RTO
5
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
2. Beoogde resultaten en effecten
Het project Kenniscirculatie is gedefinieerd om een volgende ontwikkelslag binnen de RTO
beweging vorm te geven: (1) het verbinden van de verschillende niveaus binnen het
beroepsonderwijs en (2) het verbinden van het beroepsonderwijs met het bedrijfsleven.
Voor het eerste doel is in de voorbereidingfase van het project het concept ‘doorlopend
leerbedrijf’ bedacht: een set van instrumenten benodigd voor het inrichten, organiseren en
uitvoeren van doorlopend onderwijs volgens RTO. Rond samenhangende instrumenten zijn
drie deelprojecten gedefinieerd om hieraan invulling te geven:
 Onderwijsomgeving: coaching, sturing en verslaglegging van het competentiegericht
leerproces;
 Leer-/werkomgeving: ondersteuning leer- en werkproces tijdens de uitvoering van
realistische en/of reële projecten;
 Kennisomgeving: vraaggestuurde ter beschikkingstelling van kennis ten behoeve van
de uitvoering van projecten.
Voor het tweede doel is in de voorbereidingsfase van het project het concept ‘virtueel
kennisplein’ bedacht: een digitale marktplaats waar studenten, scholen en bedrijven de
kenniscirculatie organiseren, waarin het mogelijk is de routes van studenten te volgen,
zodat scholen en bedrijven weten wie waar welke prestaties heeft uitgevoerd en welke
studenten met welke portfolio’s beschikbaar zijn. Studenten kunnen bedrijven en prestaties
kiezen die aansluiten bij hun persoonlijke leerontwikkeling. Bedrijven en scholen komen met
elkaar in contact rond de prestaties van studenten en kunnen “best practices” uitwisselen.
Ter voorbereiding van de implementatie is het deelproject Opschaling gedefinieerd. Een
tweetal definitiestudies en opleidingsprogramma waren hierin voorzien.
Samengevat zijn de volgende deelprojecten benoemd:
1. Doorlopend leerbedrijf
2. Virtueel Kennisplein
3. Opschaling
Het project Kenniscirculatie heeft via deze deelprojecten beoogd een aantal instrumenten
(leidraden, ICT, formats, etc.) op te leveren om een volgende ontwikkelstap van de RTO
beweging te kunnen maken. Er zijn kleinschalige pilots gepland, om de bruikbaarheid van
de ontwikkelde instrumenten te testen. Grootschalige effecten ontstaan na daadwerkelijke
implementatie van de ontwikkelde instrumenten als vervolg op het project.
In onderstaande tabel zijn de deelprojecten en – indien van toepassing – de werkpakketten
hierbinnen vermeld, zoals deze in het projectplan zijn beschreven.
© 2006 Maatschap IO/RTO
6
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
Deelproject
1.1 Onderwijsomgeving
1.2 Leer-/werkomgeving
1.3 Kennisomgeving
2. Virtueel Kennisplein
3.1 Train the coach
3.2 Zij-instroom
3.3 Sociale innovatie
Oorspronkelijke werkpakketten
Leidraden coaching
Integratieve leerlijnen
Toolbox intake, assassment en certificering
Digitaal portfoliosysteem
Leidraden processen
Digitaal Bedrijf
Toolbox virtueel samenwerken
Classificatiesystematiek kenniselementen
Architectuur kennisopslag en –ontsluiting
IO kennisbibliotheek
Showcase portfolio
Projectbank
Zoekmachine
Inschrijving & tracking
Accountbeheer
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
De belangrijkste partijen in het samenwerkingsverband worden gevormd door:
 Da Vinci college (MBO): een ROC met ruime ervaring met het verzorgen van
onderwijs binnen het nieuwe paradigma m.b.v. de het RTO onderwijsconcept.
Daarnaast ruime ervaring in het uitvoeren van onderwijsinnovatie projecten O.a.
Natuurlijk leren
 Merewade college (VMBO): een vmbo met ruime ervaring binnen het verzorgen van
onderwijs binnen het nieuwe paradigma m.b.v. de het RTO onderwijsconcept.
Daarnaast ruime ervaring in het uitvoeren van onderwijsinnovatie projecten. O.a.
Natuurlijk leren/PGO
 Gemini college (VMBO): een vmbo met ruime ervaring binnen het verzorgen van
onderwijs binnen het nieuwe paradigma m.b.v. de het RTO onderwijsconcept.
Daarnaast ruime ervaring in het uitvoeren van onderwijsinnovatie projecten. O.a.
WPS-cool
 Hogeschool van Utrecht (HBO): een HBO instelling met ruime ervaring van het
verzorgen van onderwijs met een vernieuwde inhoud op basis van nieuw werken/
integraal ontwerpen. Daarnaast ruime ervaring in het uitvoeren van
onderwijsinnovatie projecten. O.a. IO-project en IO-brug project
 Open Universiteit Nederland (OU-NL): in het specifiek OTEC (Onderwijs Expertise
centrum) de beschikking over methode voor innovatieve onderwijs. Daarnaast is er
het de Moor centrum dat zich bezig houd met de zij-instroom problematiek.
 Prospectief advies; intermediair organisatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt, met
expertise op het gebied van de sociale innovatie binnen het nieuwe werken.
 TLO Holland Controls; een intermediair organisatie tussen onderwijs en
arbeidsmarkt, met inhoudelijke expertise op het gebeid van nieuwe werken binnen
de technische sector. Daarnaast ruime ervaring in het doen van onderwijsinnovatie
projecten met scholen.
Daarnaast heeft een groot aantal bedrijven bijgedragen door hun bedrijfsomgeving ter
beschikking te stellen voor het piloten van innovatief prestatiegericht onderwijs.
© 2006 Maatschap IO/RTO
7
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
3. Projectresultaten
Overeenkomstig de projectindeling worden de projectresultaten in dit hoofdstuk toegelicht.
De instrumenten worden kort toegelicht, waarbij eerst een beschrijving wordt gegeven en
vervolgens de mate waarin het product wordt/is ingezet binnen en/of buiten het
samenwerkingsverband. Alle resultaten (inclusief relevante tussenproducten) zijn verzameld
op een Cd-rom en verkrijgbaar bij de Maatschap IO/RTO (zie hoofdstuk 9 Kennistransfer).
3.1
Doorlopend Leerbedrijf
In het kader van het deelproject ‘Doorlopend Leerbedrijf’ zijn de volgende producten
gerealiseerd:
 Ontwerp doorlopende leerroutes
 Leidraden prestatiegericht onderwijs
 Prototype digitale leerwerkomgeving
 Prototype kenniscreatie toolbox
 Onderwijsmateriaal
3.1.1 Ontwerp doorlopende leerroutes
Productbeschrijving
Alle ontwikkelde modellen, structuren en geleerde lessen op het gebied van het ontwerp van
doorlopende leerroutes zijn gebundeld in een rapport [2]. Het is bruikbaar voor alle scholen
die werken met prestatiegericht onderwijs en voorziet in een praktische werkwijze om –
samen met andere scholen in de regio en het bedrijfsleven – een samenhangende set
prestatiesjablonen (blauwdruk prestatie) te ontwerpen, die voor een domein of
studierichting een logisch ontwikkelpad vormen (zie schematische weergave).
14
Ondernemen
Leerroutes
op basis van
bedrijfsmodel
VMBO
Productcreatie
MBO
Innoveren
HBO
beleid
15
16
2
17
18
19
20
21
22
23
MBO 2/3
3A
MBO 4
3B
4A
HBO
4B
Leerroute
Taak
Prestatiesjabloon
Opdracht
1
Prestatie
2
3
Onderwijsaanbod
Best practices
© 2006 Maatschap IO/RTO
8
Competenties
Leermiddelen
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
Inzet product
Op schoolniveau worden de formats door vier teams gebruikt en dit aantal is groeiende,
naarmate de invoering van RTO vordert. De methodiek voor het ontwerp van doorlopende
leerroutes is getest en wordt binnenkort ingezet om binnen domeinen in de regio
Drechtsteden leerroutes te definiëren.
3.1.2 Leidraden prestatiegericht onderwijs
Productbeschrijving
Alle ontwikkelde RTO onderwijsprocessen zijn op een gestructureerde wijze vastgelegd door
docenten en andere mensen die nauw betrokken zijn bij het nieuwe onderwijs. Hierbij zijn
de ervaringen en beelden van het proces, zoals dat op de verschillende onderwijsniveaus
bestaat gecombineerd tot een soort ideaalmodel. Voor alle processen (circa 35) is een
uniforme beschrijvingswijze gehanteerd, die voorziet in een generieke beschrijving en
niveau-specifieke invulling. Daarnaast wordt – waar mogelijk – verwezen naar andere
instrumenten uit het project. Het geheel is via een Cd-rom applicatie eenvoudig te
benaderen en te gebruiken.
Een voorbeeld van een proces is het hoofdproces, dat een leerling meerdere keren achter
elkaar uitvoert: de prestatiecyclus (zie schema).
Inzet product
De procedures zijn reeds in gebruik bij vier scholen die werken aan het Comtech project en
de toepassing ervan wordt als vervolg op het project gestimuleerd via workshops. De
leidraden blijken een bruikbaar hulpmiddel te zijn om de veranderingsprocessen binnen
teams te faciliteren. De visie van het nieuwe onderwijs snapt iedereen wel, maar hoe de
bijbehorende processen er dan uit gaan zien is niet direct helder. De procesbeschrijvingen
geven hiervan een beeld, hetgeen motiverend werkt.
3.1.3 Prototype digitale leerwerkomgeving
Productbeschrijving
Onderwijs volgens het RTO concept gaat uit van het uitvoeren van realistische en/of reële
prestaties door leerlingen. Aan het uitvoeren van een prestatie gaan een aantal zaken
© 2006 Maatschap IO/RTO
9
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
vooraf en erna vindt o.a. beoordeling plaats. Tijdens het uitvoeren van een prestatie
verricht de leerling werk- en leergerichte activiteiten. Het geheel van activiteiten rond en
tijdens een prestatie wordt een prestatiecyclus genoemd.
Op basis van een procesontwerp van de prestatiecyclus zijn specificaties voor digitale
ondersteuning opgesteld. Dit is verwerkt in een rapport, waarmee softwareselectietrajecten
kunnen worden ondersteund [3]. Deze specificaties zijn gebruikt om bestaande ELO’s te
evalueren. Een commercieel verkrijgbaar pakket – Fronter – is getest op de mogelijkheid
om de gewenste functionaliteit erin te configureren. Dit bleek in beperkte mate mogelijk
[5].
Toen duidelijk werd dat bestaande ELO’s onvoldoende volstaan, is op basis van de
specificaties een digitale leerwerkomgeving gerealiseerd als logisch vervolg op het reeds
bestaande ‘Digitaal Bedrijf’.
kennisbank
(lesbrieven)
beoordelingen
(resultaatbeheer)
prestatiebank
K
O
W
P
G
portfolio
(afgeronde prestaties)
uitvoeren prestatie
Inzet product
Het prototype wordt onder de naam ‘Prest@tion’ verder ontwikkeld en wordt inmiddels
techniekbreed ingezet op het Merewade College (100 gebruikers). Kijk voor meer informatie
op www.prestation.nl. Meerdere scholen buiten het samenwerkingsverband hebben
interesse getoond om ermee aan de slag te gaan. Mogelijkheden voor exploitatie worden
nog onderzocht.
© 2006 Maatschap IO/RTO
10
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
3.1.4 Prototype kenniscreatie toolbox
Productbeschrijving
Het uitvoeren van innovatieve IO prestaties op HBO niveau vraagt innovatieve
ondersteuning van het werkproces van de student. Op basis van kennis van de innovatieve
IO werkprocessen in de maakindustrie is demonstratiesoftware ontwikkeld, waarmee
studenten moderne werkprocessen zelf kunnen uitvoeren. Zodoende kunnen ze zelf
toekomstgerichte competenties leren en stagebedrijven bewust maken van de
mogelijkheden die er zijn.
Inzet product
De software is ingezet tijdens een afstudeerproject van een student van de HU. De software
inclusief casusbeschrijving ‘Aerorider’ is beschikbaar op Cd-rom. Het materiaal is uitermate
interessant voor hogescholen met een technische afdeling, die hun studenten innovatieve
IO prestaties willen laten uitvoeren. De software maakt het mogelijk om studenten de
voordelen van een integrale werkwijze te laten beleven, zonder de beperkingen van de vaak
weerbarstige werkelijkheid.
3.1.5 Onderwijsmateriaal
Productbeschrijving
Gedurende het project is – als onderdeel van tests en pilots – divers onderwijsmateriaal
ontwikkeld. Het betreft o.a.:
 Prestatiesjablonen: diverse prestatiesjablonen voor VMBO, MBO en HBO zijn
ontwikkeld inclusief (verwijzingen naar) aanpakkennis, lesbrieven en literatuur.
 Workshops: ten behoeve van de pilots zijn vier workshops georganiseerd, zowel voor
leerlingen als voor docenten.
De materialen zijn te vinden op de eerder genoemde Cd-rom met projectresultaten.
© 2006 Maatschap IO/RTO
11
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
Inzet product
Op het Merewade College wordt inmiddels techniekbreed gewerkt met de nieuwe
prestatiesjablonen. De workshops of delen hiervan worden hergebruikt bij de start van
nieuwe cohorten. Op het Da Vinci College worden in de loop van schooljaar 2006/2007 per
team workshops verzorgd, waarbij de invulling van prestatiesjablonen wordt bekeken. Het
materiaal kan als bron dienen voor andere scholen, die met prestatiesjablonen willen gaan
werken.
3.2
Virtueel Kennisplein
In het kader van het deelproject ‘Virtueel Kennisplein’ zijn de volgende producten
gerealiseerd:
 Leidraden samenwerking scholen-bedrijven
 Prototype virtueel kennisplein
3.2.1 Leidraden samenwerking scholen-bedrijven
Productbeschrijving
De ervaringen met de samenwerking met het regionale bedrijfsleven rond prestatiegericht
onderwijs zijn verwerkt in een set procesleidraden. Deze leidraden gaan uit van de
ontwikkelde formats en voorzien in het gebruik van een digitaal kennisplein.
Voor alle processen is een uniforme beschrijvingswijze gehanteerd, die voorziet in een
algemene beschrijving en niveau-specifieke afwijkingen erop. Daarnaast wordt – waar
mogelijk – verwezen naar andere instrumenten uit het project. De volgende afbeelding
toont het samenwerkingsproces op lange en korte termijn.
Lange termijn relatie
Stap 1: Acquisitie
Stap 2: Kennismaking
Samenwerkings
overeenkomst
Stap 3: Afspraken samenwerking
Stap 4: Opstellen prestatievoorstellen
Bedrijven
bank
Prestatie
voorstel
Prestaties uitvoeren
Selectieproces (optioneel)
Prestatie
formulier
Prestatie toesnijden op leerling
Prestatie
bank
Reflectie
Prestatie uitvoeren
Prestatie
verslag
Presentatie resultaat
Inzet product
De procedures en bijbehorende formulieren zijn reeds in gebruik bij drie scholen in het
kader van de ontwikkeling van een Stage-instrument. Als vervolg op het project wordt
gestart met regionale invoering van een digitaal kennisplein in de regio Drechtsteden,
waarbij de procedure een onlosmakelijk onderdeel is en gebruikt gaat worden door
maximaal 9 scholen.
© 2006 Maatschap IO/RTO
12
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
3.2.2 Prototype virtueel kennisplein
Productbeschrijving
Op regionaal niveau willen de scholen kennis en informatie delen rond doorlopende
leerroutes. Deze behoefte is vertaald naar functionele eisen voor ICT ondersteuning [3].
Aangezien deze behoefte niet eenvoudig met op de markt verkrijgbare paketten kon worden
ingevuld, is een prototype virtueel kennisplein ontwikkeld met als onderdelen:
 Bedrijvenbank
o Contactgegevens
o Ruimte voor stages
o Inhoudelijke aansluiting bij leerroutes
 Prestatiebank
o Prestatiesjablonen (mogelijke opdrachten)
o Prestatievoorstellen (actuele opdrachten)
 Kennisbank
o Prestatieverslagen (‘best practices’)
o Lesbrieven e.d.
Inzet product
De genoemde onderdelen zijn op schoolniveau geïmplementeerd, maar nog niet regionaal
getest. Onder de naam ‘Virtueel Kennisplein Drechtsteden’ wordt in een vervolgproject een
regionaal werkend systeem ingevoerd. Het eerste onderdeel, dat operationeel wordt, is een
stageplanner; een instrument om in de regio Drechtsteden een transparante stageplanning
te ondersteuning.
© 2006 Maatschap IO/RTO
13
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
3.3
Opschaling
Ten behoeve van vervolgtrajecten en invoering van de ontwikkelde instrumenten, zijn twee
definitiestudies verricht en is een invoeringsmethodiek bedacht.
3.3.1 Definitiestudie Zij-instroom
Productbeschrijving
De definitiestudie Zij-instroom [4] heeft een voorstel opgeleverd op welke wijze mensen uit
het bedrijfsleven betrokken kunnen worden bij de revitalisering van het techniekonderwijs.
Het voorstel gaat uit van een tijdelijke detachering (bijvoorbeeld een half jaar) van goede
werknemers van bedrijven bij scholen in de regio. De school dient speciale teams op te
stellen om dergelijke trajecten te faciliteren. De studie is geaccordeerd door de stuurgroep.
Inzet product
Er heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden rond de uitvoering van de in de
definitiestudie vermelde voorstellen.
3.3.2 Definitiestudie Sociale Innovatie
Productbeschrijving
De definitiestudie Sociale Innovatie heeft zich gericht op de benodigde veranderprocessen
bij scholen en bedrijven als de RTO concepten hier worden doorgevoerd. De definitiestudie
heeft een nieuwe kijk op HRM opgeleverd, die een gelijkwaardige verhouding tussen
werkgever en werknemer veronderstelt. Het integreert de vakgebieden organisatiekunde,
HRM en arbeidsrecht en heeft als belangrijk aandachtspunt de (continue) match tussen
talent en competenties van de medewerker met het beschikbare werk. De studie is
geaccordeerd door de stuurgroep.
Inzet product
Het voorstel dient nog doorgesproken te worden om de mogelijkheid tot een pilot in de
regio scherp te stellen.
© 2006 Maatschap IO/RTO
14
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
3.3.3 Concept invoeringsmethodiek ‘Methodisch Innoveren’
Productbeschrijving
Het invoeren van (delen van de) RTO-concepten in een onderwijsinstelling is niet
eenvoudig. Vaak verlopen dit soort trajecten teleurstellend, doordat zaken over het hoofd
worden gezien en tussentijdse resultaten onvoldoende worden geborgd.
Methoden, technieken en ervaringen bij het invoeren van IO in het bedrijfsleven zijn
vertaald naar toepassing bij het invoeren van RTO bij onderwijsinstellingen. Dit product is
de invulling van de in het projectplan genoemde ‘train-the-coach’ programma.
De aanpak beoogt competentieontwikkeling van medewerkers te realiseren door ze zelf
innovatieve prestaties te laten uitvoeren. Elementen van de aanpak zijn:
 Een verbeterkompas waarbij de aspecten in samenhang kunnen worden beschouwd
en waarmee de organisatie de huidige en gewenste situatie in kaart kan brengen
 Een innovatiecyclus waarbinnen alle innovatiestappen cyclisch worden doorlopen met
inbouw van 2e orde leerprocessen als basis voor kenniscreatie
 Een samenwerkingsmodel waarbij afstemming tussen management en de werkplek is
geborgd.
Hoe
Wie
Wat
Generiek
expliciet
Samen
Middle-out
Integrale
Aanpak
Innovatiekompas
Creërend Leren
Oude situatie
Nieuwe situatie
Innoveren
Inzet product
De aanpak is impliciet gevolgd tijdens de ontwikkeling van RTO op het Merewade college en
is in het project geëxpliciteerd. Inmiddels wordt een dergelijke aanpak gebruikt op het Da
Vinci college en er wordt i.s.m. met derden gewerkt aan een verdere uitrol ervan.
Daarnaast staat de toepassing van de methodiek op regio-niveau in de steigers. In de regio
Drechsteden is behoefte aan beheersing van de vele innovatietrajecten, waarbij Methodisch
Innoveren belangrijke handvatten biedt om de ontwikkeling van de regionale
kennisinfrastructuur (KIS-D) vorm te geven.
© 2006 Maatschap IO/RTO
15
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
4. Resultaat versus plan
We zijn erin geslaagd om bruikbare oplossingen te ontwikkelen voor alle doelgebieden
(doorlopend onderwijs, samenwerking met bedrijfsleven en opschaling). In samenwerking
met alle betrokkenen zijn nieuwe processen ontwikkeld, afsprakenstelsels opgesteld en
bijbehorende ICT instrumenten ontwikkeld.
Ten tijde van het opstellen van het plan was niet voorzien, dat zoveel oplossingen binnen
het project zelf gecreëerd moesten worden. Het betreft uiteraard een innovatieproject, maar
op meerdere onderdelen in het project bleek dat we ook uitvinders moesten zijn,
bijvoorbeeld t.a.v.:
 Structuren voor de definitie van doorlopende leerroutes
 ICT ondersteuning van prestatiegericht onderwijs
 Methoden voor planmatige, stapsgewijze invoering van competentiegericht onderwijs
De resultaten zijn positief ontvangen door de projectbetrokkenen bij de afsluitende
projectbijeenkomst. Belangrijker nog is dat het grootste deel van de producten inmiddels
gebruikt wordt of binnenkort ingezet gaat worden in vervolgtrajecten. Hiermee is het doel
van het project gerealiseerd.
In bijlage 2 is een tabel te vinden met daarin de relatie tussen de oorspronkelijke
deelprojecten en werkpakketten en het opgeleverde instrumentarium.
© 2006 Maatschap IO/RTO
16
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
5. Projectaanpak
5.1
Projectfasering
Project Kenniscirculatie is methodisch aangepakt, waarbij in samenwerking met diverse
partijen een aantal fasen is doorgelopen:
 Specificatie
In een multidisciplinair designteam is gestart met de gezamenlijke definitie van de
nieuwe onderwijsprocessen op hoofdniveau, waarbij de processen op het Merewade
college en het Da Vinci college als vertrekpunt zijn genomen. Op basis van dit
uitgangspunt is door een aantal werkgroepen bestaande uit mensen uit het
onderwijs en kennisbureaus hieraan nader invulling gegeven en nagedacht over
specificaties t.a.v. het op te leveren instrumentarium. Deze specificatiedocumenten
vormen de basis van de producten en zijn beschikbaar op de Cd-rom.
 Ontwerp en realisatie
Op basis van de specificatiedocumenten is parallel gewerkt aan het ontwerp en de
realisatie van de producten. Dit is uitgevoerd door speciaal hiervoor samengestelde
werkgroepen, bestaande uit experts op de diverse terreinen.
 Pilots en evaluatie
De (meeste) ontwikkelde producten zijn vervolgens getest in een aantal pilots, welke
plaatsvonden op verschillende scholen. Op basis van de pilots heeft een evaluatie
plaatsgevonden, waaruit aandachtspunten voor de producten zijn voortgekomen.
 Borgen resultaten
Voor de invoering van instrumenten is tijdens een van de laatste
stuurgroepbijeenkomsten een brainstormsessie georganiseerd, waaruit een groot
aantal projectideeën zijn ontstaan. Een aantal hiervan is inmiddels gestart, anderen
zitten in de planfase. Alle projectresultaten zijn goed gedocumenteerd en verzameld
op een Cd-rom.
De fasering komt overeen met het projectplan. De opdeling van het project in deelprojecten
is na de specificatiefase aangepast t.o.v. het projectplan. Voornaamste reden hiervoor is dat
overeenkomstige onderdelen uit verschillende deelprojecten in samenhang dienen te
worden ontwerpen en gemaakt. Een herkenbaar voorbeeld hiervan is ICT: het verdient
uiteraard de voorkeur één geïntegreerde oplossing te realiseren voor de behoeftes uit de
verschillende werkgroepen.
Praktisch heeft dit geleid tot de volgende indeling:
 Werkgroep Procesleidraden: uitwerken van alle relevante processen
 Werkgroep Formats en onderwijsinhoud: uitwerken van structuren en formats voor
de doorlopende leerroutes
 Werkgroep ICT: ontwerpen en ontwikkelen van software
5.2
Projectorganisatie
Rond de gezamenlijke probleemstelling, zoals geformuleerd in hoofdstuk 2, zijn deze
partijen gestart met het project. Alle partijen zijn vertegenwoordigd in een stuurgroep. De
projectleiding lag bij een van de kennisbureaus (TLO). De projectrealisatie heeft
plaatsgevonden via werkgroepen, samengesteld uit vertegenwoordigers van de betrokken
partijen. Kort na de start van het project zijn de verschillende rollen, taken en
verantwoordelijkheden binnen de projectorganisatie uitgewerkt en door de stuurgroep
geaccordeerd.
© 2006 Maatschap IO/RTO
17
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
6. Leermomenten
Samenwerking




Communiceer altijd duidelijk de belangen van de verschillende partijen in een
samenwerkingsverband; het primaire doel van de onderwijsinstelling is dat het
onderwijs erop vooruit gaat, terwijl een kennisbureau zijn kennis op het gebied wil
vergroten zodat er later weer andere projecten mee kunnen worden uitgevoerd.
Hoewel het effectief en efficiënt is om een projectplan met een kleine groep
betrokkenen op te stellen, moet men niet vergeten dat alle projectbetrokkenen – van
stuurgroeplid tot en met werkgroeplid – het denkproces dat aan het
project(onderdeel) ten grondslag ligt ook moet doormaken. Dit is nodig om
eigenaarschap te creëren en kan ook tot nieuwe inzichten leiden. Een sessie, waarbij
men groepsgewijs geprikkeld wordt om zelf na te denken over de doelen, aanpak en
resultaten, kan hiervoor een waardevol instrument zijn.
De meeste bedrijven staan positief t.o.v. het bijdragen aan onderwijsvernieuwing. In
de praktijk is de daadwerkelijke bijdrage vaak wisselend en mede afhankelijk van
korte termijn omstandigheden (bijvoorbeeld drukte door orderwerk) en het
economisch klimaat. Scholen doen er goed aan om een ruime pool van bedrijven te
hebben, waarmee men dit soort activiteiten oppakt. Afhankelijkheid van een beperkt
aantal bedrijven wordt hiermee voorkomen.
Scholen kunnen pas zinvol gaan samenwerken, als de betrokken partijen intern een
bepaald stabiel niveau van onderwijsvernieuwing hebben doorgevoerd.
Projectaanpak






Besteedt veel aandacht aan projectmatig en methodisch werken; ga er niet vanuit
dat dit gemeengoed is.
De gehanteerde fasering werkte goed; het is hierbij wel van belang om vanaf het
begin ontwerper(s) en personen die de realisatie moeten doen mee te laten groeien.
Maak gebruik van ‘rapid prototyping’ om zo vroeg mogelijk zichtbare resultaten op
het gebied van software te realiseren, waarop terugkoppeling kan worden gekregen.
Maak gebruik van ‘storyboarding’ om veranderingen in onderwijsprocessen
laagdrempelig te communiceren en discussie los te maken.
Houdt bijzonder rekening met de cadans van de betrokken onderwijsinstellingen.
Zorg voor een continue informatievoorziening binnen het project op verschillende
niveaus (zie meer informatie in hoofdstuk 9 Kennistransfer):
o Nieuwsbrief (maandelijks)
o Projectwebsite met hierop regelmatig nieuwe berichten
o Kennisdeelbijeenkomsten (eens per kwartaal)
Inhoudelijk



Het harmoniseren van leerroutes tussen scholen is (op korte termijn) niet te
realiseren via standaardisatie van de door de scholen gehanteerde
onderwijsstructuur. De beroepspraktijk, waarvoor men opleidt, bindt de scholen en
hier is standaardisatie wel mogelijk in de vorm van beroepstaken en
prestatiesjablonen.
Standaardisatie van digitaal onderwijsmateriaal richt zich voornamelijk op
afzonderlijke leerobjecten. Weinig aandacht is er voor de standaardisatie van
leerwerkopdrachten, bestaande uit taken met hieraan leerobjecten gekoppeld.
Het inrichten van ELO’s voor prestatiegericht onderwijs blijkt een lastige opgave te
zijn; de benodigde flexibiliteit wordt helaas vaak vertaald naar té generieke software,
die de specifieke behoefte niet verstaat.
© 2006 Maatschap IO/RTO
18
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
7. Samenwerking binnen het project
De partijen binnen de projectorganisatie zijn grofweg in te delen in drie groepen:
 Onderwijsinstellingen
 Bedrijven
 Kennisbureaus
De onderswijsinstellingen en kennisbureaus hebben een maatschap opgericht (Maatschap
IO/RTO) met als doel de onderlinge rechtsverhouding te expliciteren t.a.v. gebruik en
eventuele exploitatie van de resultaten van het project.
Rol onderwijsinstellingen
De rol van de onderwijsinstellingen is die van probleemeigenaar en gebruiker en
ontwikkelaar van instrumenten. Praktisch is dit vormgegeven doordat mensen van de
betrokken scholen als projectleider en/of –medewerker in het project meewerkten. Dit heeft
geleid tot onmisbare inbreng van ervaring, onderwijskundig inzicht en kritische inbreng
vanuit gebruikersperspectief. Zoals aangegeven in hoofdstuk 6, bleken de kennisbureaus te
moeten bijspringen op het vlak van projectmatig werken en het trekken van de
ontwikkeltrajecten.
Naast de Hogeschool Utrecht (HU) is in de loop van het project ook de Hogeschool
Rotterdam (HRO) betrokken geraakt.
Rol bedrijven
Ten aanzien van de ontwikkeling van instrumenten was de oorspronkelijke opzet om per
deelproject werkgroepen op te zetten met afgevaardigden vanuit alle partijen. In de
beginfase van het project is er voor gekozen om de werkgroepen samen te stellen uit
mensen van de scholen en kennisbureaus. De bedrijven zijn periodiek uitgenodigd op
bijeenkomsten om te reageren op de tussenresultaten.
De bedrijven hebben de grootste bijdrage geleverd in de rol van proeftuin voor het uittesten
van nieuwe instrumenten bij prestatiegericht onderwijs. De bereidheid hieraan bij te dragen
is enorm, mede doordat er grote tekorten zijn aan instroom van personeel. In overleg met
HPBO zijn alle bedrijven die een bijdrage hebben geleverd, opgevoerd in de financiële
projectrapportage. Dit zijn meer en deels andere bedrijven dan die in de projectaanvraag
staan vermeld.
Rol kennisbureaus
De rol van de kennisbureaus is die van ontwikkelaar en expert. Voor TLO kwam daar de rol
van projectmanager bij. Een aantal verschillen is opgetreden in de verdeling van het werk
tussen de partijen. Hierover is reeds overleg geweest met HPBO.
Het was voorzien dat de OU een stuk softwareontwikkeling zou verrichten, terwijl dit
beperkt mogelijk bleek. Deze activiteiten zijn – in onderling overleg – grotendeels
overgenomen door TLO en derden (PKM Solutions).
De beoogde werkzaamheden van adviesbureau PVM t.a.v. de kennisbank zijn niet nodig
gebleken; kennis omtrent dit onderwerp is verkregen van Kennisnet, OU en Dienst ICT van
Da Vinci college.
© 2006 Maatschap IO/RTO
19
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
8. Evaluatie
Naast de leerpunten in hoofdstuk 6, kunnen op hoofdniveau een aantal evaluerende
opmerkingen gemaakt worden over het verloop van het project. Van de pilots is een
gedetailleerd evaluatierapport opgesteld, waarin terugkoppeling op de ingezette
instrumenten is te vinden [5].
Het overall beeld van het projectresultaat is positief. Dat wil niet zeggen dat alles zonder
slag of stoot is verlopen. Het project heeft – zoals gepland – een lange looptijd gekend,
waarin het soms de nodige energie vergde om alle betrokkenen gemotiveerd en betrokken
te houden. Een aantal mogelijke verklaringen hiervoor wordt hieronder gegeven.
Timing
RTO was weliswaar succesvol toegepast op kleine schaal, maar nog niet gemeengoed op de
betrokken scholen; men was nog volop bezig met de interne borging. Het verbinden van
onderwijsniveaus en het stroomlijnen van de contacten met het bedrijfsleven op regionaal
niveau heeft dan uiteraard een lagere prioriteit. Inmiddels zien we dat de scholen rijp zijn
voor de ontwikkelde instrumenten en ermee aan de slag willen.
Schooloverstijgend karakter
Om te kunnen verbinden tussen onderwijsniveaus is het nodig om begrippenkaders,
structuren en processen te uniformeren; dat is per definitie een moeilijk proces. Het lijkt
iets te zijn dat niet voor degene zelf relevant is, maar wordt gedaan voor anderen. Nadruk
op het belang voor de klant (de leerling) was continu nodig om te motiveren en
samenwerking te stimuleren.
Aard van het project
Daarnaast betrof het project vooral een ontwikkelingsproject van een RTO instrumentarium.
Medewerkers zijn meestal niet opgeleid en gewend aan productontwikkelingtrajecten, die
lang kunnen duren en waarvan het niet altijd precies duidelijk is waar het naartoe gaat. In
hoofdstuk 6 is een aantal tips vermeld hoe hiermee om te gaan.
© 2006 Maatschap IO/RTO
20
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
9. Kennistransfer
9.1.1 Kennistransfer tijdens het project
Voor kennistransfer tijdens het project zijn de volgende activiteiten verricht:
 Projectwebsite
 Kennisdeelbijeenkomsten
 Bedrijvenbijeenkomsten
 Nieuwsbrief
 Conferenties
Projectwebsite
Direct na aanvang van het project is een website opgezet (www.kis-d.nl/kenniscirculatie),
waarop algemene en actuele projectinformatie is gedeeld. Hierbij is gebruik gemaakt van de
faciliteiten van het regionale kennisplatform.
Kennisdeelbijeenkomsten
Er zijn vier kennisdeelbijeenkomsten georganiseerd, waarbij alle projectbetrokkenen werden
uitgenodigd. De bijeenkomsten hadden ten doel om te informeren, af te stemmen en te
motiveren. Er werden presentaties gegeven, workshops verzorgd en discussiegroepen
georganiseerd.
© 2006 Maatschap IO/RTO
21
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
Bedrijvenbijeenkomsten
Er zijn twee bijeenkomsten geweest met de bedrijven. Het doel was om de bedrijven te
informeren over de ontwikkelingen binnen het project. Er zijn presentaties gegeven en
discusiegroepen georganiseerd. Tijdens de tweede bijeenkomst zijn er afspraken gemaakt
over de invuling van gecombineerde vmbo/mbo stages voor het volgende schooljaar . Alle
VMBO techniekleerlingen van het Merewade gaan onderbegeleiding van een MBO deelnemer
van het Da Vinci voor een periode van 4 weken stage lopen bij de bedrijven.
Nieuwsbrief
Tweemaandelijks is een nieuwsbrief per e-mail verzonden naar een mailinglijst van
ongeveer 100 adressen. Deze nieuwsbrieven geven actuele informatie en linken door naar
de website.
Conferenties
Er is aan twee conferenties een bijdrage geleverd:
 EduExchange 2004
© 2006 Maatschap IO/RTO
22
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen

ICT en Onderwijsvernieuwing ‘Bits, Brains & Games’
9.1.2 Kennistransfer na het project
Voor kennistransfer na het project zijn de volgende activiteiten gepland:
 Website met projectinformatie (www.kenniscirculatie.nl)
 Cd-rom met projectresultaten (op te vragen via website)
 Innovatieacademie: project gesubsidieerd door Deltapunt, waarin de resultaten van
het project regionaal (Drechtsteden) onder de aandacht worden gebracht
 Conferentie ‘Kenniscirculatie in de Drechtsteden’ (november 2006)
 Stichting RTO: professionaliseren van de stichting voor het actief beheren en
uitdragen van het ontwikkelde instrumentarium
 Methodisch Innoveren van het beroepsonderwijs: in samenwerking met een aantal
grote onderwijsadviesbureaus wordt nagedacht over een breedtestrategie
 Dordtse Onderwijsdagen (november 2006): tijdens de Dordtse onderwijsdagen
worden in verschillende workshops de resultaten toegelicht voor docenten van
verschillende scholen voor beroepsonderwijs in Dordrecht.
Website met projectinformatie
In september wordt een website gelanceerd met hierop alle informatie over het project en
de resultaten. Via de website kan men een Cd-rom bestellen, waarop de resultaten te
vinden zijn. Zodra de domeinnaam actief is, wordt deze bekend gemaakt.
Cd-rom met projectresultaten
Er is een Cd-rom ontwikkeld (bij deze rapportage meegeleverd), waarop
projectresultaten zijn te vinden. De Cd-rom kan via de website worden besteld.
© 2006 Maatschap IO/RTO
23
alle
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
10. Monitoring project
Vragenlijsten
De monitoring van het project via vragenlijsten in de beginfase van het project sloot niet
aan bij de aard en inhoud van het project. Terwijl werkgroepen bezig waren met het
ontwikkelen van onderwijskundige instrumenten, waren de vragenlijsten gericht op het
primaire onderwijsproces. Een groot aantal vragenlijsten is door projectbetrokkenen
oningevuld geretourneerd. Hierover is reeds contact geweest met het HPBO.
Kenniskring
Vanuit het project is deelgenomen aan verschillende kenniskringen. De kenniskringen zijn
als een verrijking ervaren, omdat er van buiten kritisch naar het project is gekeken.
Daarnaast werd ook het kijken bij andere projecten als zeer leerzaam ervaren. Het in
contact komen met mensen, die in gelijksoortige innovatietrajecten zitten, werd als een van
de waardevolste monitoring activiteiten beschouwd. De best practice beschrijvingen, die in
dit kader door Cinop zijn opgesteld, zijn als leerzaam ervaren.
Projectbezoek
Het project is ook een keer bezocht. We hebben de kans gezien om een tweetal pilots en
een kennisdeelbijeenkomst te plannen op een dag. Hoewel het veel te verwerken informatie
opleverde voor de onderzoeker, heeft het een goed overzicht van het project opgeleverd.
Suggesties
Hoewel er – buiten de monitoringactiviteiten - een aantal keer plezierig contact is geweest
tussen het project en het HPBO, betrof dit ad hoc gesprekken rond specifieke onderwerpen.
Het lijkt ons zinvol om periodiek (bijvoorbeeld per kwartaal) de projecten te bezoeken door
een contactpersoon vanuit HPBO.
Tegen het einde van het project onstond er wat onduidelijkheid rond de criteria waarop het
project zou worden beoordeeld. Het bij aanvang opstellen van ‘performance indicators’ per
project, kan hiervoor een oplossing zijn.
© 2006 Maatschap IO/RTO
24
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
Referenties
1.
2.
3.
4.
5.
Projectplan Kenniscirculatie
Rapport ‘Ontwerp doorlopende leerroutes’
Rapport ‘ICT en competentiegericht onderwijs’
Definitiestudie ‘Zij-instroom’
Evaluatierapport pilots
© 2006 Maatschap IO/RTO
25
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
Bijlage 1: mapping met format HPBO
In onderstaande tabel is te zien op welke wijze we antwoord geven op de vragen uit het
rapportageformat van Het Platform Beroepsonderwijs.
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Vraag
Beschrijf de beoogde resultaten en effecten van uw
project, zoals in 2003 geformuleerd in uw
projectaanvraag.
Beschrijf de resultaten en effecten die behaald zijn door
uw project. Geef hierbij aan in hoeverre de doelen van
uw project hiermee gerealiseerd zijn.
Indien er verschil is tussen de antwoorden op vraag 1 en
vraag 2: geef aan waarom er verschil is tussen de
beoogde en de behaalde resultaten en effecten.
Beschrijf op welke manier deze resultaten en effecten:
 worden/zijn geïmplementeerd binnen het
samenwerkingsverband
 interessant zijn (in de zin van kennistransfer) voor
andere scholen, instellingen en bedrijven
Beschrijf de aanpak van uw project en geef, indien van
toepassing, aan op welke punten deze verschilt van de
projectaanpak die geformuleerd is in de projectaanvraag,
wat de belangrijkste koerswijzigingen waren. De keuzes
die hierbij gemaakt zijn s.v.p. toelichten.
Beschrijf de belangrijkste leermomenten die het project u
heeft opgeleverd; was er ook sprake van voortschrijdend
inzicht dat koerswijzigingen binnen het project ten
gevolge had?
Beschrijf hoe de samenwerking binnen uw project is
verlopen. Betrek daarbij de samenstelling, de expertise
en de taakverdeling binnen het samenwerkingsverband.
Geef aan hoe u – evaluerend – terugkijkt op het verloop
van het project, met vooral aandacht voor aanpak,
voortgang en samenwerking.
Beschrijf de activiteiten die u heeft ondernomen/gaat
ondernemen t.b.v. kennistransfer.
Geef aan wat andere scholen, instellingen en/of bedrijven
van uw project kunnen leren (proces, producten,
noodzakelijke randvoorwaarden, e.d.).
Hoe heeft u de monitoring ervaren? Heeft u nog
suggesties voor verbetering/versterking van de monitor.
© 2006 Maatschap IO/RTO
26
Hoofdstuk
 2


3 (resultaten)
4 (evaluatie resultaat)

4

3

5

6

7

8

9


3 (resultaten)
6 (geleerde lessen)

10
ES.3.5. KennisCirculatie in de regio
Integraal Ontwerpen
Bijlage 2: deelprojecten vs. resultaten
Deelproject
1.1 Onderwijsomgeving
Werkpakket
Integratieve leerlijnen
Product
Ontwerp doorlopende leerroutes
Leidraden coaching
Toolbox intake, assessment en certificering
Leidraden prestatiegericht onderwijs
Digitaal portfoliosysteem
1.2 Leer-/werkomgeving Toolbox virtueel samenwerken
1.3 Kennisomgeving
2. Virtueel Kennisplein
Prototype digitale leerwerkomgeving
Leidraden processen
Prestatiesjablonen
Digitaal Bedrijf
Prototype kenniscreatie toolbox
Classificatiesystematiek kenniselementen
Architectuur kennisopslag en –ontsluiting
IO kennisbibliotheek
Showcase portfolio
Projectbank
Zoekmachine
Inschrijving & tracking
Accountbeheer
Bibl-IO
Prototype virtueel kennisplein
Voor de regio Drechtsteden wordt in een vervolgproject
een regiobreed kennisplein opgezet.
Leidraden samenwerking scholen-bedrijven
De scholen in de regio Drechtsteden willen professioneler
omgaan met het bedrijfsleven, waarbij de leidraden een
belangrijke rol gaan vervullen.
Bij Da Vinci wordt de methodiek uitgeprobeerd. Verdere
exploitatie bevindt zich in de planfase.
Er heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden rond
de uitvoering van de in de definitiestudie vermelde
voorstellen.
Er vinden op korte termijn gesprekken plaats binnen de
maatschap t.a.v. de mogelijkheden tot pilots.
3.1 Train the coach
Concept invoeringsmethodiek 'Methodisch Innoveren'
3.2 Zij-instroom
Definitiestudie Zij-instroom
3.3 Sociale innovatie
Definitiestudie Sociale innovatie
© 2006 Maatschap IO/RTO
KennisCirculatie in de regio
Inzet product
Op schoolniveau worden de formats door een aantal
teams gebruikt en dit aantal is groeiende, naarmate de
invoering van RTO vordert. De methodiek voor het
ontwerp van doorlopende leerroutes is getest en wordt
binnenkort ingezet om binnen domeinen in de regio
Drechtsteden leerroutes te definiëren.
De procedures zijn reeds in gebruik bij een aantal
scholen en de toepassing ervan wordt als vervolg op het
project gestimuleerd via workshops.
Techniekbreed in gebruik bij Merewade College onder de
naam Prest@tion. Daarnaast wordt het ingezet bij het
programma Methodisch Innoveren in de
Installatietechniek. Externe exploitatie verkeerd in
planfase.
Voor het Merewade is een complete set
prestatiesjablonen ontwikkeld en in gebruik. Deze worden
periodiek herzien.
Het programma wordt ingezet bij studentprojecten, indien
de opdracht aansluit.
De bibliotheek wordt ingezet bij het programma
Methodisch Innoveren in de Installatietechniek.
27
ES.3.5.